Jid wdaal van den datf Lugubere oorlogsherinneringen WALGLIJKE SENSATIE- HONGER /V I #V M I M 't Geeft ook een gerust gevoel: Krijgt U onverwacht visite, Nóóit zit U met vuile boel. DE BACIL HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct. KLEINE HET SPOOKHUIS De Panter POKOM IliPB endienPolconfaLr. N aarden HET KAPERSNEST v K a JOSEPH CONRAD ZATERDAG 25 NOVEMBER Van het smartelijk kerkhofdat een slagveld toch eigenlijk is, heeft men beziens waardigheden gemaakt Wie zijn de barbaren? Marmer- en onyx groeven ontdekt Ni*f nlUn nomnl «ppff ATA schuur!- en reinigt alles! Nieuwe bruggen over Rijn en Moezel Schietpartij op een boerenbruiloft Kaffergevechten in Natal De Zwitsersche piano industrie van Aurelia W IG AAN JOHOENb Duiken tot 400 M diepte KUNSTMES AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ROMAN VAN Vooral in Frankrijk, maar ook in Italië en in andere landen op wüer gebied gedurende den Wereldoorlog de strijd woedde, heeft teen een deel der slagvelden gelaten zooals zjj te 1918 waren. De bedoeling die daarbij voorzat, teas niet slecht. Men wilde er te gelijk een his- terisch museum en een bedevaarts-oord van teaken, waar de jeugd kon aanvoelen wat een *°rige generatie voor het behoud der onafhan kelijkheid en der nationale zelfstandigheid ge offerd en geleden heeft, en waar familieleden *h oudstrijders nog eens een stille gedachte dijden konden aan hun vaders en hun zonen, tem broeders en hun kameraden. Men kon evenwel niet vermijden dat een zeker hubllek de slagvelden langzaamaan begon te ontheiligen door er voedsel te zoeken voor eèn Ohstilbaren sensatie-honger. Dit Werd nog in te hand gewerkt door allerlei ondernemingen tee in de slagvelden niet anders zagen dan de teogelijkheid van veel en regelmatig geld verdie- ten, en zoo ontstonden de talrijke reisbureaux, Sarages, gidsen enz. die van het smartelijk kerk hof, dat een slagveld toch eigenlijk is, een be zienswaardigheid maakten, welke een aardige Mwisseling biedt tusschen al de musea en al de kerken, welke men nu eenmaal zien moét. De Amerikanen die nooit naar Europa komen Zonder dat er een bezoek aan de slagvelden op tet program staat, hebben in dit opzicht al een teel slechten naam. Die gaan na de lunch naar tet knekelhuis van Douaumont of Verdun kijken een heelen middag lang naar schedels en teenderen, en wanneer het dan tijd is voor het tener, blijkt dat Miss Babbitt uit Wisconsin niets ten haar eetlust heeft ingeboet. En waarom ook? In Amerika en wel te New ark heeft men zelfs een groote zaak die haar klanten de meest lugubere oorlogsherinnerin gen levert en tegen „concurreerende" prijzen „New York Herald" die het geval ook schan dalig scheen te vinden, publiceerde onlangs tenige uittreksels van een catalogus welken de Benoemde handelaar in souvenirs op ruime •chaal verspreidde. Men oordeele. No. 891. Een prachtige herinnering aan den booten oorlog. Een onderbeen van het historisch slagveld op den „dooden man" bij Verdun. De tehtheid van dit been kan door foto's en schrif telijke verklaringen worden aangetoond. Prijs B dollars. No. 882. Een vingerkootje, eveneens van den ••dooden man". Zeer effectvolle reliquie voor Zalen en toonkamers. Prijs per stuk 0.50 dollar «n 5 dollar per dozijn. No. 600. Schedels van Duitsche soldaten, af komstig van den „dooden man". Bij eiken- sche- tel leveren wij gratis een groote foto met een afbeelding der duizenden schedels welke op den •.dooden man" zijn gevonden. Prijs 7 dollars. Zoo wordt dus het gebeente dergenen die in Prille jeugd hun leven gaven voor hun land in- Serulld tegen de armzalige dollars van hersen- looze snobs! En naar de „New York Herald" teeet te melden, Worden er nog goede zaken mee gemaakt ook! Karakteristiek voor de mentali teit ên van den souvenirs-sjacheraar én van zijn bubliek is het dat hy in zijn catalogus te zamen teet zyn lugubere oorlogsherinneringen „pikan te Parysche gravures" aanbiedt! No. 922. IJzeren klempatronen voor machine- Beweren. Tydens den terugtocht werden deze Patronen gebruikt om de achtergelaten machine- Beweren te vernielen. Prijs per paar 3.75 dollars No. 1023. Duitsch verdedigingswapen, gebruikt te den strijd van man tegen man, afkomstig ten de Hindenburglinie. Frys 3.75 dollars. No. 784. Deze „zeer aantrekkeiyke" granaat te een der „beauties" van den wereldoorlog. Kan Omgewerkt worden tot een lamp voor gas, olie Of electrlclteit. Prijs 8.75 dollar. No. 785. Deze granaat welke „de Duitsche horden" in België tot staan bracht, stamt uit huik. Prys 4 dollars. „Schonere Zukunft" waaraan wy de boven vermelde gegevens ontleenen, teekent hierbij aan: De Duitschers, dat zyn voor deze sjacheraars- ziel nog altyd de barbaren, de horden. de Hhn- nen, de boches. Hij handelt in Duitsche sche dels, Duitsche beenderen, Duitsche granaten en patronen. Hy biedt foto's aan: Het in brand schieten van een boche-vliegtuig, prys 25 cents. En nog meer foto's heeft hy te koop: De ver schrikkelijkste tafereelen en afgrijselijkste slach tingen zyn in deze prachtige verzameling foto's naar waarheid afgebeeld (Prys 1.05 dollar). Kort en slecht, op de eerste bladzijde van den gewraakten catalogus lezen we dat die bizonder wordt aanbevolen in de aandacht van „degenen, die er een fascineerend genoegen in vinden nog eens de dagen van den grooten oorlog te door leven. Alle pryzen zyn netto. Men kan de sou venirs ook op afbetaling krygen."(!) Onze beenderenkoopman zoekt zelfs nog we- derverkoopers. „Er is op dit terrein veel geld te verdienen en de markt is nog niet overvuld. Op jaarbeurzen en vergaderingen, by picknicks, gezellige byeen- komsten enz. boeken degenen die dit soort van oorlogsherinneringen kunnen toonen, nog altijd veel succes." Als gezegd, maakt de man goede zaken. Er zijn nog altyd moderne Troglodyten genoeg die er een aantal dollars voor over hebben om hun huis op te sieren met lichtgeverfde granaten en fosforiseerende schedels van gevallen Duitsche soldaten. En intusschen rijst er een vraag: Wie zyn nu eigenlijk de barbaren? Op Marettimo, een der Aegadische eilandep, tegenover de Westkust van Sicilië, zyn uitge strekte groeven ontdekt, welke rood marmer en verschillende zeer fraaie onyx-soorten blij ken op te leveren. Dit gebied wordt thans ge- industraliseerd. Onder leiding van arbeiders uit de Carrarische marmergroeven is men inmid dels tot exploitatie overgegaan. Het gewicht van de tot nu toe uitgehouwen afzonderiyke marmerblokken bedraagt niet zelden verschei dene tonnen. '0"7 V "T'F -ii E-Öiterrh'ann Co s Kandal Mij.'N?V.Amsie'rda FabrieKen te Jufphaas bij Ulr^chl. Tijdens een groote boerenbruiloft te Mioniza, in Joego-Slavië, waaraan meer dan 200 gasten deelnamen, kwam het tot een ernstige schiet partij. De stryd ontstond by het inhalen van de bruid, toen plotseling ongeveer 150 gasten met .30 wagens een wedstryd organiseerden om het eerst bij de bruid te zijn. Daardoor ontstond twist, die met revolvers en messen werd uitge vochten. Zeven boeren werden zoo ernstig ge wond, dat zij naar het ziekenhuis moesten wor den overgebracht, terwijl 35 anderen licht ge wond werden en thuis verbonden moesten wor den. By de Duitsche regeering bestaat het voor nemen binnenkort te beginnen met den bouw van verscheidene nieuwe bruggen over den Ryn van Mainz tot de Nederlandsche grens en over de Moezel van Trier tot Coblenz. Naby Neuwied, ten noordwesten van Coblenz. zal een brug Over den Ryn worden gebouwd om een betere verbinding te brengen tusschen deze strook en het industriegebied van Ruhr en Ber- gische Land. By Crefeld, Urdingen en Duisburg zullen Rünbruggen worden gebouwd ten dienste van het automobielverkeer. De brug van Pfaffendorf bij Coblenz, die op het oogenblik niet voldoet aan de verkeers- eischen, zal geheel veranderd worden door den aanleg van een ryweg van twaalf meter breedte en twee trottoirs voor voetgangers, waardoor deze brug een der voornaamste Rijnbruggen by Coblenz wordt. Bovendien zal te Coblenz de oude Moezelbrug uit het jaar 1344 in het komende voorjaar door een nieuwe brug vervangen worden. iüiiiiimiuimiimim iiiiHimiimimitiinu In de Oomsingastreek nabij Ladysmith (Na- tal) zyn gevechten ontstaan tusschen enkele naturellenstammen. Na maandenlange oneenig- heid is thans een heftige strijd losgebroken Talrijke hutten werden in brand gestoken, zoo dat heele families genoodzaakt waren de vlucht te nemen. Kort daarop hoorde men zelfs ge weerschoten knallen, doch volgens mededee- ling van het Dept. van Naturellenzaken, dat voor een behooriyk onderdak der kafferfamilies zorg draagt, zijn er geen dooden te betreuren. Om het geschil by te leggen, vertrok de hoofd commissaris, verbonden aan voornoemd Depar tement, reeds' naar de bewuste' streek,terwijl hy zal worden gevolgd door den officier van politie, ingeval de blanken in moeten grijpen. De vuurgevechten kunnen evenwel niet lang aanhouden, daar de kaffers altijd slechts een zeer beperkte hoeveelheid munitie in voorraad mogen hebben. Als je ergens in de tram stapt, Snuit er minstens één z'n neus, Ook al vindt u dan zoo'n welkom Uit den aard der zaak affreus Sta je rustig in een winkel, Dan verschrik je plotsatsjieff Soms herhalend als refreinzang Der verkoudheidsmelodie. Kom je hutten en je ademt f Weer de frissche najaarslucht, Dan bemerk je dat er iemand Achter, voor of naast je kucht. Want wij leven in het kille Natte, mistig jaargetij, Waarin griepbacil u toeroept: Deze tijd behoort aan mij! Dit bacilletje, hoe nietig, Is ook nu weer zeer actief En hij zoekt dan ook zijn offers, Bij dozijnen, asjeblief! Op kantoor en op fabrieken i Danst hij even door 't lokaal En het resultaat dier pasjes Is beslist phenomenaal. Want den and'rcn morgen rinkelt Telefoon enspreek ik mèt? Mijn man ligt met veertig graden En met kruiken in zijn bed! MARTIN BERDEN f (Nadruk verboden) üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiiiMiiiiiiiiimiiin; Tengevolge van de buitenlandsche concur rentie ligt de Zwitsersche piano-industrie na genoeg stil. In verband hiermede is de invoer van pianojs en vleugels gecontingenteerd. De contingenteeringsvoorsehriften bepalen, dat voor elke drie in Zwitserland gebouwde piano's één uit het buitenland mag worden ingevoerd. Voor vleugels is de verhouding twee tot één. Ik zou wel eens een weekje getrouwd willen zyn met een roover of zooiets. Het leven is tegenwoordig zoo saaieten en slapen, dat is alles," zoo begon m'n dochter Aurelia. „Probeer t voor de verandering eens met zui nigheid," lachte ik. „Dat is zoo koud en ordinair, 't Moet prikke len. Als u weer eens wat voor me mee wilt brengen uit de stad, weet u wat ik dan hebben wou?" „Niet boven het pond," verzocht ik. „Een nieuwe emotie." Ik zat met den jongen man in een hoek van de club. Hy rookte een lange sigaar en dronk een glas whisky-soda. „We zyn Zondagavond alleen," zei ik. „Heel goed," peinsde de jonge man, „maar zal ik alleen met Aurelia zijn?" „Beste jongen," antwoordde ik, „hoe kan ik instaan voor m'n eigenzinnige dochter? Wie weet; je hebt een gezicht zoo glad als een ei en je vader staat in voor je soliditeit." kunt niet verwachten dat Aurelia me respecteert, als u mebehandelt.... als." Ik reikte hem z'n glas en hy nam twee teugen whisky-soda. „Nu," hernam ik; „er is kans voor je, haar respect te winnenof althans te voorzien in een diepgevoelde behoefte. Ze snakt naar emotie." „Ik zou haar een kus kunnen geven," zei Joep Pall. „Versleten en triviaal, jongenlief." Hy keek verlegen en zei: „Wat kan ik dan voor Aurelia doen?" „Je kunt a.s. Vrijdag bij me komen inbreken." Joep liet van schrik de asch van z'n sigaar op z'n vest vallen. „Ik begrijp u niet," stamelde hij. „Dat dacht ik wel. Ik zal het je uitleggen. Aurelia vindt het leven te saai, ofschoon ze overdag en 's avonds veel uit is. Het arme kind hunkert naar iets nieuws, haar iets ruigs. Ze snakt naar een roover." Joep Pall lachte en liet z'n tanden zien. „U wilt zeker den heldhaftigen vader spelen en den roofvogel wegjagen van het tafelzilver, terwyl Aurelia onder aan de trap in zwijm valt." .Precies." „Precies," herhaalde hy, met iets smalends in z'n stem, „en in de algemeene verwarring krijg ik een tik met de kolenschop op m'n hoofd van uw huisknecht en de lading van uw revolver in m'n ingewanden." Het leek op een weigering, maar ik steunde op z'n neiging voor Aurelia. „Als je er geen zin in hebt, kan ik natuurlijk iemand anders nemen. Liefhebbers genoeg. Ik wed dat Dumlett „Natuurlijk die idioot van een Dumlett moet er altyd bij gesleept worden...." grynslachte hij woest. „Hy heeft een neus als een gordel- dier en ooren „H-y is erg op Aurelia gesteld," zei ik vrien- delyk; „het zou hen dichter bij elkaar brengen als zij er achter kwam, ze heeft zooveel zin voor humor." Ik keek hem niet aan, maar hoorde hem het vernis van een tafelpoot afschoppen. „Dus u regelt alles voor me," zei hij na een poosje, „zoodat ik er geen poppenkast mee krijg? Ik heb geen zin om achter de tralies te ko menook niet voor Aurelia." „Natuurlyk, beste jongen." Ik kneep hem eens in den arm. „Ik zal zelfs Losely, myn huis knecht, op dien avond wegzenden. Die is nog al hardhandig en verbazend aan zilver ge hecht." Toen ik dit gezegd had, keek hy een beetje opgewekter. „Kom morgen met me lunchen," eindigde ik ons onderhoud, „dan bespreken we de zaak in details." „Ik heb vandaag nog een kennis van je ge zien, Aurelia," zei ik aan 't dessert. „Een man?" vroeg Aurelia, met een zweem van minachting. „Joep Pall heeft om vier uur iets met me gebruikt" „Ik kan dien kerel niet uitstaan," minachtte ze weer; „z'n pantalon is te kort en z'n woor den zyn te lang. Ik hoop dat u me spoedig een emotie bezorgt". jiiiiniminii aan. Het was Joep Pall had van instructies Het was ge had. Hy hoef- wat malle ge- tafelzilver aan llllilllllllllllllllllMII niiiiiiiiHiiiitiiiiiimii WE HEBBEN DA T ZAAKJE EENS HET ELKAAR BESPROKEN, BH WF DENKEN QATJE ONS MAAR WATWU5 GEMAAKT HEBT. WE DACHTEN PAliTRR,DATJ£ EEN FUNKEKEREL WAS. DAAROM VOLGDEN WIJ JE BEVELEN OP. MISSCHIEN BEN JE WEL EEN FLINKE KEREL J MISSCN/EN NEBJE DAT GELD ZELF WEGGEHAALD EN ERGENS VERBORGEN. DAT DENKEN WEND BEGRIJP JE DAT? DENK JE SOMS, DAT/KH/ER ZOU ZUN, ALS IK DAT GELD HAD DENK Je DA T IK VOOR M'NP/EIZ/EPINGEZELSCHAP VAM ZOO'N TLROER SCHURKEN AL o JOtL/E. BEN?ORDERS TEL, DA T /K DUF BEL SPEL SPEELDE, WAT DAN NOG WAT ZOUDENJUWE DAN DOEN p IZEÖ.' SCHEER JE WEG, STRU/KROOVERS /K BENH/ET?BAAS) VERGEET DAT M(ET PROBEERT PAT NOC EENS, ENK ZAL JU LIE more 5 "l eeren nog eens zoon OPTREDEN VANEEN VANJULUE..ENN/ET ÉÉN KOMT HIER LEVEND VANDAAN ZE HEBBEN ME DEN NAAM ..PANTER"NET VOOR NIETS GEGEVEN Ik had m'n beste kamerjapon de avond van Aurelia's emotie, me dien middag verlaten met tal en den sleutel van de voordeur makkelijk genoeg wat hy te doen de maar het huis in te sluipen, luiden te maken en iets van het te pakken. Dan zou hy ontdekt worden en ver- i rj pmnfip dwijnen langs den weg waarlangs hy f gekomen was. Joop zag bleek, maar hij was ge willig. Ik wachtte dus. Aurelia had dien middag d'r haren laten wasschen; ze was dus niet in d'r humeur. 's Avonds laat Aurelia had zich in haar kamer teruggetrokken zat ik op m'n gemak een whisky-soda te drinken, toen ze eensklaps kwam binnenstormen. „Ik kan niet slapen," zei ze en geeuwde; „ik heb allerlei akelige droomen." Ze ging tegenover me zitten en zoo zaten we een kwartier zwijgend in t vuur te staren. Eensklaps hoorden we beiden een geluid als een geritsel van dorre bladeren over een kar pet. Aurelia keek op, onze oogen ontmoetten elkaar. Ik strekte een bevende hand uit naar m'n glas. Al ben je voorbereid op iets griezeligs, toch blijft het griezelig als je 't hoort. Ik luis terde scherp toe. Het geluid schoof de trappen op. Aurelia werd bleek. „Er is een man in huis." „Zeer juist," zei ik, op m'n borst kloppend. Ze lachte even, maar het was geen vroolijk lachje. „Ik ga naar beneden om te kijken," besloot ze. „Neen, Aurelia," zei ik en ik liep naar de deur. ,Dat gaat zoo niet in nachtgewaad." .Moeten we dan hier maar stil blijven zitten en hem 't zilver laten inpakken? We moeten toch iets doen." „Mopper maar niet kindlief," zei ik vroolijk. „Nu heb je een emotie. Geniet er van zoolang als 't duurt." Ik wist dat het Joep Pall was, maar lk wilde toch niet naar beneden. Vooreerst hoefde 't niet en ten twreede was het op de trap af- schuwelyk donker. Aurelia stond op en kwam naar me toe.. „We zullen samen gaan als u niet durft," zei ze koel. „Moed, m'n kind," fluisterde ik. „Steun maar op je vader." We gingen gearmd de donkere trap af. We hoorden beneden weer het ritselend ge luid. Joep deed het heel netjes. Aurelia drukte haar wang tegen m'n oor. Op dit oogenblik hoorden we een feilen slag in de eetkamer. Nu begon Aurelia zóó te gillen, dat haar gegil door het heele huis weerklonk. Ik zette haar onder aan de trap neer en rende naar de eetkamer. Opeens zag ik daar den lichtschyn die door de kieren drong, verdwynen. Ik hoorde gekletter van serviezen, de deur werd opengerukt, iemand liep in volle vaart tegen me aan, zoodat ik om ver tuimelde. Een oogenblik later hoorde ik de voordeur met geweld dichtslaan. Eensklaps werd de hall helder verlicht. Het Was Aurelia gelukt den schakelaar te bereiken. We stonden elkaar aan te staren, zy was doodsbleek en beefde van angst. „'t Was maar een grap," zei ik; „Joep Pal' was de roover. Hij deed maar Ik zweeg, want ik hoorde den sleutel in dr voordeur. We wachtten zwijgend. Joep stapte bijna geruischloos binnen. Ik slaakte een zucht van verlichting en Aureli- streek de" haren van d'r voorhoofd op zy. „Prachtig Joep!" riep ik; „daar is Raffle niets by." Hy keek me aan als een verschrikt hondje ,Maar ik heb nog niets gedaan," stottert! hy; „ik moet nog beginnen." Het was me of ik een vuistslag in m'n gezicl kreeg. Aurelia ontstak het licht in de eetkamer In doffe wanhoop staarden m'n oogen naar he' buffet. Er stond niets meer in dan het drink kroesje van Aurelia, toen ze drie jaar was. Dat alleen had de echte inbreker laten staa Begin volgend jaar zullen, naar uit Genu wordt gemeld, in de Middellandsche zee duikers van Artiglio afdalen tot 400 M. diepte, di. 100 M. dieper dan het tot nu toe bereikte maximum. De Artiglio zal vervolgens een kruistocht op de Roode Zee ondernemen voor het visschen van sponzen en parels op groote diepte. de oplosbare voor KAMERPLANTEN verkrijgbaar In -lesschen van 40 ct„ 11.75 en 3.by de bloem- en zaad winkels, met gratis aanwijzing der verzorging van versehlll planten I f/ F *9 op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f O/bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f "7 Cfk een ongeval f OCfl bij verlies van een hand f 1 O/J oy verlies van een Cfk bij een breuk van f fk bij verlies van auonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1/Uverlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f tJU»m doodelljken afloop een voet of een oog f JL m duim of wysvinget t/l/«—been of arm 7l/«" anderen vinger 12. (Korte Inhoud van het voorafgaande: John Kemp, een Engelschman uit Kent. ontmoet op Jamaica. In de woning van Don Ra mon. Carlos Rlego, met wlen hij menig avontuur heeft beleefd. Kemp heeft Riego vroeger leeren kennen door den verloofde van zlln zuster Veronica, Ralnh Rooksby. Bil een achtervolging door de gendarmen vinden Carlos en zlln metgezel een schuil plaats bh Rooksby, By een bezoek aan Carlos werd Kemp gear-esteerd, maar la ter door Rangsley. den leider van de smok kelaars. weer bevrijd. Kemp maakt dan het plan met Carlos uit te wllken naar West-Indlë). „Ik weet niet meer dan anderen," zei Ramon, .behalve dan. Senor. dat ih veel meer schade lyd omdat myn onderneming el groo- ter zyn. Maar lk weet zelfs niet of de lui die tujjn goederen kapen, zeeroovers zyn, als jul lie Engelscnen zeggen, of Mexicaansche vrybui- ters. als door de autoriteiten van Havana be geerd wordt. Dat kan me ook bitter weinig Schelen. Basta, ik weet wel. dat iedere week een of ander schip met een kaperbrief een van myn landingen steelt en ik verscheidene hon derden dollars verlies.'» Dat was de eeuwige grief van lederen Span jaard op het eiland en van niet weinige En- gelsche en Schotsche planters er by. Spanje was nog in de weeën van den opstand der Mexicaansche koloniën, toen Groot-Brittannië het bestaan van een oorlogstoestand en een Mexicaansche regeering had erkend. In de golf wemelde het onmiddellyk van Mexicaansche kapersschepen. Geen tak van scheepvaart was meer veilig voor hen, en Spanje was niet oy machte te voorkomen, dat ze nestelden op de kust van Cuba, het altijd getrouwe eiland zelf. „Wat kan Spanje doen," zei Ramon bitter, „wanneer zelfs een admiraal Rowley met zyn groote schepen de zee niet van hen kan vry- maken?" Hy verzachtte zijn stem: „Ik zeg u, jongeman, Engeland zal hier het eiland Jamai ca nog eens verliezen door dit zaakjeU zelf bent een separatist, is niet?Neen? woont bij separatisten. Wat moest ik anders denken? Heel veel menschen zeggen het van u." Zyn woorden gaven mé een uitgesproken onaangename gewaarwording. Ik had niet bet minste idee separatist te zyn, ik. die meende mij nogal als een trouw onderdaan te mogen beschouwen. Maar plotseling begreep ik voor het eerst hoezeer ik er misschien den schyn van had. Intusschen noodigde Ramon mij uit een bij zonder mooie partij Manchester te gaan bezich tigen en vtl begaven ons in zyn rytuig naar zijn pakhuis. Hierna was bet, dat ik in Ramon's schemer donker magazyn voor 't eerst Seraphina en haar vader zag en toen kwam ook myn ontmoe ting met Carlos. Nauwelijks kon ik mijn oogen gelooven, toen ik hem roet uitgestrekte hand op my toe zag komen. Dat gaf een buitenge wone ontroering, weer met Carlos te spreken Hy scheen het niet best te maken, zyn gezicht had byna alle kleur, den nauwelijks merkbaren onderhuidschen blos, verloren. Het was bleek, heel bleek geworden. Donkerblauwe kringen lagen om het zwart en het gefonkel van zyn oogen. En hoesten dat hy deed hoesten! Hij legde zyn arm teeder om mijn schouder en zeide: „Hoe heerlijk je te mogen weerzien, myn Juan." In zyn oogen lag genegenheid, daar was geen twijfel aan, maar ik voelde een vag«m tecency- tv herinner de mij hoe wy aan boord van de „Thames" ge scheiden waren. Hier Mm-er> "-"ten zeide hy. „het is een genot. Je zult 3e verwanten zien, myn oom don Balthasar, Grande, de ster van de Cubaansche Wet, en mijn nicht Sera phina, Ze houden van je; ik heb veel goeds van 'e verteld." Hij glimlachte vrooiyk en vervolgde: „Deze nlaats past niet erg by zyn grootheid of die van mijn nichtje, neen, en ook niet erg by de myne, hoor." weer glimlachte hij. „Maar ik zal heel gauw dood zijn, dus voor my komt het er niet zoo opaan." Hij fronste even het voorhoofd en begon toen te lachen. „Maar je hadt de ge zichten moeten zien van jullie officieren, toen mijn oom weigerde naar het paleis van den gouverneur te gaan; daar zou een fiesta zyn. een „receptie," heet het zco niet? Het zal een heel schandaal veroorzaken. Hij glimlachte met fyne boosaardigheid en keek alsof hy verwachtte dat lk in zou stem men. Ik zeide, dat ik niet geheel begreep waar door zijn oom beleedigd was. „Wel, omdat er geen priester by was, toen dezer dagen zeven arme duivels beschuldigd van zeeroovery, werden opgehangen," antwoordde Carlos. „Het was canaille, dat geef ik toe, maar op een priester hadden zij recht. En myn oom was er in zijn ambtelijke bevoegdheid van van gevolmachtigde. Hij was ernstig gegriefd, wy allemaal trouwens. Je moet weten, myn oom heeft zelf geadviseerd, dat ze aan de Engel- schen werden uitgeleverd. Maar toen er geen priester was, had hij bitter berouw. Nu, 't was dan ook een chandaal." Hij hield weer even op en leunde tegen de toonbank. Als zyn oogen naar den grond keken en zyn gezicht niet bezield werd door het ge sprek, kwam droevig aan den dag zyn doode- lijke bleekheid, de diepe schaduwen onder zijn oogen en een eindelooze droefheid in zyn trek ken alsof een alles doordringende en hopelooze smart hem bezig hield. Toen hij weer naar mij opkeek, glimlachte hij echter: „Wel, op z'n slechtst is het hiermee afgeloo- pen. en mijn oom fs hier in dezen vuilen boel. inplaat van in jullie paleis. Vanavond nog zei len we naar Cuba terug! Hij zag om zich heen naar Ramon's katoenen stoffen en suikervaten in het schemerig licht, alsof hij het feit, dat ze op zulk een plaats konden zijn, byna ongeloof- lyk achtte en zijn wyze van spreken liet ver moeden, dat hij het Weis van onzen gouver neur niet veel minder barbaarsch zou vinden. „Maar het spyt me," zei hy plotseling, „want ik had jou, jou en al je landgenooten, graag een goeden indruk op hem zien maken. Je moet het nu alleen*doen. En dat zul je ook wel. Je bent niet al die anderen. Je hebt onze bloedverwant, en ik heb je erg geprezen. Myn 'even heb je gered. Ik begon naar nieuws van thuis te vragen van myn tehuis. Ik zeide dat Veronica mij geschreven had, dat zij een kleintje had, en hy zuchtte. „Ze trouwde met dien besten Rooksby? vroeg hij. O, wat een verlies." Hy viel weer terug in stilzwijgen. „Er was geen vrouw in jullie land als zij. Ze had kunnen om te trouwen met met dien besten jongen ,myn góeden neef. Het 's een tragedie." „Het was een heel goed paar," antwoordde ik. Weer zuchtte hy. „Mijn oom slaapt nu bin nen," zeide hy-, na een poosje, wyzend naar de binnendeur. „We moeten hem niet wakker ma ken; hij is heel oud. Blijf jij nog een poosje met me "praten? Wil je wachten? Dona Sera- nhina is ook hier." „Er is daarbinnen een man. O'Brien ge naamd," zei hij. „Die doet ons de eer te dingen -aar de hand van mijn nicht." Ik voelde een eigenaardige boosheid, ,,'t Is geen Spanjaard," zeide ik. Carlos antwoordde met zachten spot. „Span jaard. dat n'et. 't Is een afstammeling van sche koningen." ..'t Is een avonturier." zeide ik „Je behoort op je hoede te zyn. Je kent die fortuinjagende moerasbewoners niet. Ze zijn de bespotting van Europa, koningen en al." Carlos glimlachte weer. ,,'t Is een heel ge- vaarlyk man, ondanks dat," zei hy. Ik zou nie mand aanraden binnen Rio Medio te komen, de stad van myn oom, zonder goede vrienden te zyn met Senor O'Brien." Weer ging hij naar de deur en na een oogen blik fluisterend gesproken te hebben met iemand daarlXnnen, kwam hy bij mij terug. „Myn oom slaapt nog," zei hy. „Ik moet je een beetje langer houden. Ja, Senor O'Brien, die zal wel met mijn nicht trouwen, als ik dood ben." „Je kent die kerels niet," zeide ik. „O, ik ken ze heel goed," glimlachte Carlos. „In Havana zijn er veel van die lui. Ze kwamen na '98. toen er een groote opstand was in Ier land en vele goede katholieken gedood of ge ruïneerd werden." „Dan Is hij een opstandeling en moet gehan gen worden," zeide ik. Carlos lachte zyn ouden lach. „t Kan zyn; maar. beste Juan, wy katholieken zien de zaken een beetje anders dan jullie. Die man kwam m opstand tegen juliie regeering, maar heeft ook geleden voor het ware geloof, 't Is een „goed" katholiek; hij heeft er voor geleden, en in Cuba is dat een paspoort. Hy is tot hoog aan zien gekomen; hy is rechter bij het Hof van Marine te Havana. Daarom vergezelde hy van daag myn oom voor dat zaakje van die uitleve ring. (Wordt vervolg.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 11