Jid wdaal van den datf
Lugubere oorlogsherinneringen
WALGLIJKE SENSATIE-
HONGER
/V I #V
M I M
't Geeft ook een gerust gevoel:
Krijgt U onverwacht visite,
Nóóit zit U met vuile boel.
DE BACIL
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
KLEINE
HET SPOOKHUIS
De Panter
POKOM
IliPB endienPolconfaLr. N aarden
HET KAPERSNEST
v K a
JOSEPH CONRAD
ZATERDAG 25 NOVEMBER
Van het smartelijk kerkhofdat
een slagveld toch eigenlijk
is, heeft men beziens
waardigheden
gemaakt
Wie zijn de barbaren?
Marmer- en onyx
groeven ontdekt
Ni*f nlUn nomnl «ppff
ATA schuur!- en reinigt alles!
Nieuwe bruggen over
Rijn en Moezel
Schietpartij op een
boerenbruiloft
Kaffergevechten in
Natal
De Zwitsersche piano
industrie
van Aurelia
W IG AAN
JOHOENb
Duiken tot 400 M diepte
KUNSTMES
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ROMAN VAN
Vooral in Frankrijk, maar ook in Italië en
in andere landen op wüer gebied gedurende
den Wereldoorlog de strijd woedde, heeft
teen een deel der slagvelden gelaten zooals zjj
te 1918 waren. De bedoeling die daarbij voorzat,
teas niet slecht. Men wilde er te gelijk een his-
terisch museum en een bedevaarts-oord van
teaken, waar de jeugd kon aanvoelen wat een
*°rige generatie voor het behoud der onafhan
kelijkheid en der nationale zelfstandigheid ge
offerd en geleden heeft, en waar familieleden
*h oudstrijders nog eens een stille gedachte
dijden konden aan hun vaders en hun zonen,
tem broeders en hun kameraden.
Men kon evenwel niet vermijden dat een zeker
hubllek de slagvelden langzaamaan begon te
ontheiligen door er voedsel te zoeken voor eèn
Ohstilbaren sensatie-honger. Dit Werd nog in
te hand gewerkt door allerlei ondernemingen
tee in de slagvelden niet anders zagen dan de
teogelijkheid van veel en regelmatig geld verdie-
ten, en zoo ontstonden de talrijke reisbureaux,
Sarages, gidsen enz. die van het smartelijk kerk
hof, dat een slagveld toch eigenlijk is, een be
zienswaardigheid maakten, welke een aardige
Mwisseling biedt tusschen al de musea en al de
kerken, welke men nu eenmaal zien moét.
De Amerikanen die nooit naar Europa komen
Zonder dat er een bezoek aan de slagvelden op
tet program staat, hebben in dit opzicht al een
teel slechten naam. Die gaan na de lunch naar
tet knekelhuis van Douaumont of Verdun
kijken een heelen middag lang naar schedels en
teenderen, en wanneer het dan tijd is voor het
tener, blijkt dat Miss Babbitt uit Wisconsin niets
ten haar eetlust heeft ingeboet.
En waarom ook? In Amerika en wel te New
ark heeft men zelfs een groote zaak die haar
klanten de meest lugubere oorlogsherinnerin
gen levert en tegen „concurreerende" prijzen
„New York Herald" die het geval ook schan
dalig scheen te vinden, publiceerde onlangs
tenige uittreksels van een catalogus welken de
Benoemde handelaar in souvenirs op ruime
•chaal verspreidde. Men oordeele.
No. 891. Een prachtige herinnering aan den
booten oorlog. Een onderbeen van het historisch
slagveld op den „dooden man" bij Verdun. De
tehtheid van dit been kan door foto's en schrif
telijke verklaringen worden aangetoond. Prijs
B dollars.
No. 882. Een vingerkootje, eveneens van den
••dooden man". Zeer effectvolle reliquie voor
Zalen en toonkamers. Prijs per stuk 0.50 dollar
«n 5 dollar per dozijn.
No. 600. Schedels van Duitsche soldaten, af
komstig van den „dooden man". Bij eiken- sche-
tel leveren wij gratis een groote foto met een
afbeelding der duizenden schedels welke op den
•.dooden man" zijn gevonden. Prijs 7 dollars.
Zoo wordt dus het gebeente dergenen die in
Prille jeugd hun leven gaven voor hun land in-
Serulld tegen de armzalige dollars van hersen-
looze snobs! En naar de „New York Herald"
teeet te melden, Worden er nog goede zaken mee
gemaakt ook! Karakteristiek voor de mentali
teit ên van den souvenirs-sjacheraar én van zijn
bubliek is het dat hy in zijn catalogus te zamen
teet zyn lugubere oorlogsherinneringen „pikan
te Parysche gravures" aanbiedt!
No. 922. IJzeren klempatronen voor machine-
Beweren. Tydens den terugtocht werden deze
Patronen gebruikt om de achtergelaten machine-
Beweren te vernielen. Prijs per paar 3.75 dollars
No. 1023. Duitsch verdedigingswapen, gebruikt
te den strijd van man tegen man, afkomstig
ten de Hindenburglinie. Frys 3.75 dollars.
No. 784. Deze „zeer aantrekkeiyke" granaat
te een der „beauties" van den wereldoorlog. Kan
Omgewerkt worden tot een lamp voor gas, olie
Of electrlclteit. Prijs 8.75 dollar.
No. 785. Deze granaat welke „de Duitsche
horden" in België tot staan bracht, stamt uit
huik. Prys 4 dollars.
„Schonere Zukunft" waaraan wy de boven
vermelde gegevens ontleenen, teekent hierbij
aan:
De Duitschers, dat zyn voor deze sjacheraars-
ziel nog altyd de barbaren, de horden. de Hhn-
nen, de boches. Hij handelt in Duitsche sche
dels, Duitsche beenderen, Duitsche granaten en
patronen. Hy biedt foto's aan: Het in brand
schieten van een boche-vliegtuig, prys 25 cents.
En nog meer foto's heeft hy te koop: De ver
schrikkelijkste tafereelen en afgrijselijkste slach
tingen zyn in deze prachtige verzameling foto's
naar waarheid afgebeeld (Prys 1.05 dollar).
Kort en slecht, op de eerste bladzijde van den
gewraakten catalogus lezen we dat die bizonder
wordt aanbevolen in de aandacht van „degenen,
die er een fascineerend genoegen in vinden nog
eens de dagen van den grooten oorlog te door
leven. Alle pryzen zyn netto. Men kan de sou
venirs ook op afbetaling krygen."(!)
Onze beenderenkoopman zoekt zelfs nog we-
derverkoopers.
„Er is op dit terrein veel geld te verdienen en
de markt is nog niet overvuld. Op jaarbeurzen
en vergaderingen, by picknicks, gezellige byeen-
komsten enz. boeken degenen die dit soort van
oorlogsherinneringen kunnen toonen, nog altijd
veel succes."
Als gezegd, maakt de man goede zaken. Er zijn
nog altyd moderne Troglodyten genoeg die er
een aantal dollars voor over hebben om hun
huis op te sieren met lichtgeverfde granaten en
fosforiseerende schedels van gevallen Duitsche
soldaten.
En intusschen rijst er een vraag:
Wie zyn nu eigenlijk de barbaren?
Op Marettimo, een der Aegadische eilandep,
tegenover de Westkust van Sicilië, zyn uitge
strekte groeven ontdekt, welke rood marmer
en verschillende zeer fraaie onyx-soorten blij
ken op te leveren. Dit gebied wordt thans ge-
industraliseerd. Onder leiding van arbeiders uit
de Carrarische marmergroeven is men inmid
dels tot exploitatie overgegaan. Het gewicht
van de tot nu toe uitgehouwen afzonderiyke
marmerblokken bedraagt niet zelden verschei
dene tonnen.
'0"7 V "T'F -ii
E-Öiterrh'ann Co s Kandal Mij.'N?V.Amsie'rda
FabrieKen te Jufphaas bij Ulr^chl.
Tijdens een groote boerenbruiloft te Mioniza,
in Joego-Slavië, waaraan meer dan 200 gasten
deelnamen, kwam het tot een ernstige schiet
partij. De stryd ontstond by het inhalen van
de bruid, toen plotseling ongeveer 150 gasten
met .30 wagens een wedstryd organiseerden om
het eerst bij de bruid te zijn. Daardoor ontstond
twist, die met revolvers en messen werd uitge
vochten. Zeven boeren werden zoo ernstig ge
wond, dat zij naar het ziekenhuis moesten wor
den overgebracht, terwijl 35 anderen licht ge
wond werden en thuis verbonden moesten wor
den.
By de Duitsche regeering bestaat het voor
nemen binnenkort te beginnen met den bouw
van verscheidene nieuwe bruggen over den Ryn
van Mainz tot de Nederlandsche grens en over
de Moezel van Trier tot Coblenz.
Naby Neuwied, ten noordwesten van Coblenz.
zal een brug Over den Ryn worden gebouwd om
een betere verbinding te brengen tusschen deze
strook en het industriegebied van Ruhr en Ber-
gische Land. By Crefeld, Urdingen en Duisburg
zullen Rünbruggen worden gebouwd ten dienste
van het automobielverkeer.
De brug van Pfaffendorf bij Coblenz, die op
het oogenblik niet voldoet aan de verkeers-
eischen, zal geheel veranderd worden door den
aanleg van een ryweg van twaalf meter breedte
en twee trottoirs voor voetgangers, waardoor
deze brug een der voornaamste Rijnbruggen by
Coblenz wordt.
Bovendien zal te Coblenz de oude Moezelbrug
uit het jaar 1344 in het komende voorjaar door
een nieuwe brug vervangen worden.
iüiiiiimiuimiimim
iiiiHimiimimitiinu
In de Oomsingastreek nabij Ladysmith (Na-
tal) zyn gevechten ontstaan tusschen enkele
naturellenstammen. Na maandenlange oneenig-
heid is thans een heftige strijd losgebroken
Talrijke hutten werden in brand gestoken, zoo
dat heele families genoodzaakt waren de vlucht
te nemen. Kort daarop hoorde men zelfs ge
weerschoten knallen, doch volgens mededee-
ling van het Dept. van Naturellenzaken, dat
voor een behooriyk onderdak der kafferfamilies
zorg draagt, zijn er geen dooden te betreuren.
Om het geschil by te leggen, vertrok de hoofd
commissaris, verbonden aan voornoemd Depar
tement, reeds' naar de bewuste' streek,terwijl
hy zal worden gevolgd door den officier van
politie, ingeval de blanken in moeten grijpen.
De vuurgevechten kunnen evenwel niet lang
aanhouden, daar de kaffers altijd slechts een
zeer beperkte hoeveelheid munitie in voorraad
mogen hebben.
Als je ergens in de tram stapt,
Snuit er minstens één z'n neus,
Ook al vindt u dan zoo'n welkom
Uit den aard der zaak affreus
Sta je rustig in een winkel,
Dan verschrik je plotsatsjieff
Soms herhalend als refreinzang
Der verkoudheidsmelodie.
Kom je hutten en je ademt f
Weer de frissche najaarslucht,
Dan bemerk je dat er iemand
Achter, voor of naast je kucht.
Want wij leven in het kille
Natte, mistig jaargetij,
Waarin griepbacil u toeroept:
Deze tijd behoort aan mij!
Dit bacilletje, hoe nietig,
Is ook nu weer zeer actief
En hij zoekt dan ook zijn offers,
Bij dozijnen, asjeblief!
Op kantoor en op fabrieken
i Danst hij even door 't lokaal
En het resultaat dier pasjes
Is beslist phenomenaal.
Want den and'rcn morgen rinkelt
Telefoon enspreek ik mèt?
Mijn man ligt met veertig graden
En met kruiken in zijn bed!
MARTIN BERDEN f
(Nadruk verboden)
üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiiiMiiiiiiiiimiiin;
Tengevolge van de buitenlandsche concur
rentie ligt de Zwitsersche piano-industrie na
genoeg stil. In verband hiermede is de invoer
van pianojs en vleugels gecontingenteerd. De
contingenteeringsvoorsehriften bepalen, dat
voor elke drie in Zwitserland gebouwde piano's
één uit het buitenland mag worden ingevoerd.
Voor vleugels is de verhouding twee tot één.
Ik zou wel eens een weekje getrouwd willen
zyn met een roover of zooiets. Het leven is
tegenwoordig zoo saaieten en slapen,
dat is alles," zoo begon m'n dochter Aurelia.
„Probeer t voor de verandering eens met zui
nigheid," lachte ik.
„Dat is zoo koud en ordinair, 't Moet prikke
len. Als u weer eens wat voor me mee wilt
brengen uit de stad, weet u wat ik dan hebben
wou?"
„Niet boven het pond," verzocht ik.
„Een nieuwe emotie."
Ik zat met den jongen man in een hoek van
de club. Hy rookte een lange sigaar en dronk
een glas whisky-soda.
„We zyn Zondagavond alleen," zei ik.
„Heel goed," peinsde de jonge man, „maar
zal ik alleen met Aurelia zijn?"
„Beste jongen," antwoordde ik, „hoe kan ik
instaan voor m'n eigenzinnige dochter? Wie
weet; je hebt een gezicht zoo glad als een ei
en je vader staat in voor je soliditeit."
kunt niet verwachten dat Aurelia me
respecteert, als u mebehandelt.... als."
Ik reikte hem z'n glas en hy nam twee teugen
whisky-soda.
„Nu," hernam ik; „er is kans voor je, haar
respect te winnenof althans te voorzien in
een diepgevoelde behoefte. Ze snakt naar
emotie."
„Ik zou haar een kus kunnen geven," zei
Joep Pall.
„Versleten en triviaal, jongenlief."
Hy keek verlegen en zei:
„Wat kan ik dan voor Aurelia doen?"
„Je kunt a.s. Vrijdag bij me komen inbreken."
Joep liet van schrik de asch van z'n sigaar
op z'n vest vallen.
„Ik begrijp u niet," stamelde hij.
„Dat dacht ik wel. Ik zal het je uitleggen.
Aurelia vindt het leven te saai, ofschoon ze
overdag en 's avonds veel uit is. Het arme kind
hunkert naar iets nieuws, haar iets ruigs. Ze
snakt naar een roover."
Joep Pall lachte en liet z'n tanden zien.
„U wilt zeker den heldhaftigen vader spelen
en den roofvogel wegjagen van het tafelzilver,
terwyl Aurelia onder aan de trap in zwijm
valt."
.Precies."
„Precies," herhaalde hy, met iets smalends in
z'n stem, „en in de algemeene verwarring krijg
ik een tik met de kolenschop op m'n hoofd van
uw huisknecht en de lading van uw revolver
in m'n ingewanden."
Het leek op een weigering, maar ik steunde
op z'n neiging voor Aurelia.
„Als je er geen zin in hebt, kan ik natuurlijk
iemand anders nemen. Liefhebbers genoeg. Ik
wed dat Dumlett
„Natuurlijk die idioot van een Dumlett moet
er altyd bij gesleept worden...." grynslachte
hij woest. „Hy heeft een neus als een gordel-
dier en ooren
„H-y is erg op Aurelia gesteld," zei ik vrien-
delyk; „het zou hen dichter bij elkaar brengen
als zij er achter kwam, ze heeft zooveel zin voor
humor."
Ik keek hem niet aan, maar hoorde hem het
vernis van een tafelpoot afschoppen.
„Dus u regelt alles voor me," zei hij na een
poosje, „zoodat ik er geen poppenkast mee krijg?
Ik heb geen zin om achter de tralies te ko
menook niet voor Aurelia."
„Natuurlyk, beste jongen." Ik kneep hem eens
in den arm. „Ik zal zelfs Losely, myn huis
knecht, op dien avond wegzenden. Die is nog
al hardhandig en verbazend aan zilver ge
hecht."
Toen ik dit gezegd had, keek hy een beetje
opgewekter.
„Kom morgen met me lunchen," eindigde ik
ons onderhoud, „dan bespreken we de zaak
in details."
„Ik heb vandaag nog een kennis van je ge
zien, Aurelia," zei ik aan 't dessert.
„Een man?" vroeg Aurelia, met een zweem
van minachting.
„Joep Pall heeft om vier uur iets met me
gebruikt"
„Ik kan dien kerel niet uitstaan," minachtte
ze weer; „z'n pantalon is te kort en z'n woor
den zyn te lang.
Ik hoop dat u me spoedig een emotie bezorgt".
jiiiiniminii
aan. Het was
Joep Pall had
van instructies
Het was ge
had. Hy hoef-
wat malle ge-
tafelzilver aan
llllilllllllllllllllllMII
niiiiiiiiHiiiitiiiiiimii
WE HEBBEN DA T ZAAKJE EENS HET
ELKAAR BESPROKEN, BH WF DENKEN
QATJE ONS MAAR WATWU5 GEMAAKT
HEBT. WE DACHTEN PAliTRR,DATJ£ EEN
FUNKEKEREL WAS. DAAROM VOLGDEN
WIJ JE BEVELEN OP. MISSCHIEN BEN JE
WEL EEN FLINKE KEREL J MISSCN/EN
NEBJE DAT GELD ZELF WEGGEHAALD EN
ERGENS VERBORGEN. DAT DENKEN WEND
BEGRIJP JE DAT?
DENK JE SOMS, DAT/KH/ER ZOU ZUN,
ALS IK DAT GELD HAD DENK Je DA T
IK VOOR M'NP/EIZ/EPINGEZELSCHAP
VAM ZOO'N TLROER SCHURKEN AL o
JOtL/E. BEN?ORDERS TEL, DA T /K DUF
BEL SPEL SPEELDE, WAT DAN NOG
WAT ZOUDENJUWE DAN DOEN p
IZEÖ.'
SCHEER JE WEG, STRU/KROOVERS /K
BENH/ET?BAAS) VERGEET DAT M(ET
PROBEERT PAT NOC EENS, ENK ZAL JU
LIE more 5 "l eeren nog eens zoon
OPTREDEN VANEEN VANJULUE..ENN/ET
ÉÉN KOMT HIER LEVEND VANDAAN ZE
HEBBEN ME DEN NAAM ..PANTER"NET
VOOR NIETS GEGEVEN
Ik had m'n beste kamerjapon
de avond van Aurelia's emotie,
me dien middag verlaten met tal
en den sleutel van de voordeur
makkelijk genoeg wat hy te doen
de maar het huis in te sluipen,
luiden te maken en iets van het
te pakken. Dan
zou hy ontdekt
worden en ver- i rj pmnfip
dwijnen langs den
weg waarlangs hy f
gekomen was.
Joop zag bleek,
maar hij was ge
willig. Ik wachtte dus.
Aurelia had dien middag d'r haren laten
wasschen; ze was dus niet in d'r humeur.
's Avonds laat Aurelia had zich in haar
kamer teruggetrokken zat ik op m'n gemak
een whisky-soda te drinken, toen ze eensklaps
kwam binnenstormen.
„Ik kan niet slapen," zei ze en geeuwde; „ik
heb allerlei akelige droomen."
Ze ging tegenover me zitten en zoo zaten we
een kwartier zwijgend in t vuur te staren.
Eensklaps hoorden we beiden een geluid als
een geritsel van dorre bladeren over een kar
pet. Aurelia keek op, onze oogen ontmoetten
elkaar. Ik strekte een bevende hand uit naar
m'n glas. Al ben je voorbereid op iets griezeligs,
toch blijft het griezelig als je 't hoort. Ik luis
terde scherp toe. Het geluid schoof de trappen
op. Aurelia werd bleek.
„Er is een man in huis."
„Zeer juist," zei ik, op m'n borst kloppend.
Ze lachte even, maar het was geen vroolijk
lachje.
„Ik ga naar beneden om te kijken," besloot ze.
„Neen, Aurelia," zei ik en ik liep naar de
deur. ,Dat gaat zoo niet in nachtgewaad."
.Moeten we dan hier maar stil blijven zitten
en hem 't zilver laten inpakken? We moeten
toch iets doen."
„Mopper maar niet kindlief," zei ik vroolijk.
„Nu heb je een emotie. Geniet er van zoolang
als 't duurt."
Ik wist dat het Joep Pall was, maar lk wilde
toch niet naar beneden. Vooreerst hoefde 't
niet en ten twreede was het op de trap af-
schuwelyk donker.
Aurelia stond op en kwam naar me toe..
„We zullen samen gaan als u niet durft," zei
ze koel.
„Moed, m'n kind," fluisterde ik. „Steun maar
op je vader."
We gingen gearmd de donkere trap af.
We hoorden beneden weer het ritselend ge
luid. Joep deed het heel netjes. Aurelia drukte
haar wang tegen m'n oor. Op dit oogenblik
hoorden we een feilen slag in de eetkamer. Nu
begon Aurelia zóó te gillen, dat haar gegil door
het heele huis weerklonk. Ik zette haar onder
aan de trap neer en rende naar de eetkamer.
Opeens zag ik daar den lichtschyn die door de
kieren drong, verdwynen. Ik hoorde gekletter
van serviezen, de deur werd opengerukt, iemand
liep in volle vaart tegen me aan, zoodat ik om
ver tuimelde. Een oogenblik later hoorde ik de
voordeur met geweld dichtslaan.
Eensklaps werd de hall helder verlicht. Het
Was Aurelia gelukt den schakelaar te bereiken.
We stonden elkaar aan te staren, zy was
doodsbleek en beefde van angst.
„'t Was maar een grap," zei ik; „Joep Pal'
was de roover. Hij deed maar
Ik zweeg, want ik hoorde den sleutel in dr
voordeur. We wachtten zwijgend.
Joep stapte bijna geruischloos binnen. Ik
slaakte een zucht van verlichting en Aureli-
streek de" haren van d'r voorhoofd op zy.
„Prachtig Joep!" riep ik; „daar is Raffle
niets by."
Hy keek me aan als een verschrikt hondje
,Maar ik heb nog niets gedaan," stottert!
hy; „ik moet nog beginnen."
Het was me of ik een vuistslag in m'n gezicl
kreeg. Aurelia ontstak het licht in de eetkamer
In doffe wanhoop staarden m'n oogen naar he'
buffet. Er stond niets meer in dan het drink
kroesje van Aurelia, toen ze drie jaar was.
Dat alleen had de echte inbreker laten staa
Begin volgend jaar zullen, naar uit Genu
wordt gemeld, in de Middellandsche zee duikers
van Artiglio afdalen tot 400 M. diepte, di. 100
M. dieper dan het tot nu toe bereikte maximum.
De Artiglio zal vervolgens een kruistocht op de
Roode Zee ondernemen voor het visschen van
sponzen en parels op groote diepte.
de oplosbare
voor KAMERPLANTEN
verkrijgbaar In -lesschen van 40 ct„
11.75 en 3.by de bloem- en
zaad winkels, met gratis aanwijzing
der verzorging van versehlll planten
I f/ F *9 op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f O/bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f "7 Cfk een ongeval f OCfl bij verlies van een hand f 1 O/J oy verlies van een Cfk bij een breuk van f fk bij verlies van
auonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1/Uverlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f tJU»m doodelljken afloop een voet of een oog f JL m duim of wysvinget t/l/«—been of arm 7l/«" anderen vinger
12.
(Korte Inhoud van het voorafgaande: John
Kemp, een Engelschman uit Kent. ontmoet
op Jamaica. In de woning van Don Ra
mon. Carlos Rlego, met wlen hij menig
avontuur heeft beleefd. Kemp heeft Riego
vroeger leeren kennen door den verloofde
van zlln zuster Veronica, Ralnh Rooksby.
Bil een achtervolging door de gendarmen
vinden Carlos en zlln metgezel een schuil
plaats bh Rooksby, By een bezoek aan
Carlos werd Kemp gear-esteerd, maar la
ter door Rangsley. den leider van de smok
kelaars. weer bevrijd. Kemp maakt dan
het plan met Carlos uit te wllken naar
West-Indlë).
„Ik weet niet meer dan anderen," zei Ramon,
.behalve dan. Senor. dat ih veel meer schade
lyd omdat myn onderneming el groo-
ter zyn. Maar lk weet zelfs niet of de lui die
tujjn goederen kapen, zeeroovers zyn, als jul
lie Engelscnen zeggen, of Mexicaansche vrybui-
ters. als door de autoriteiten van Havana be
geerd wordt. Dat kan me ook bitter weinig
Schelen. Basta, ik weet wel. dat iedere week een
of ander schip met een kaperbrief een van
myn landingen steelt en ik verscheidene hon
derden dollars verlies.'»
Dat was de eeuwige grief van lederen Span
jaard op het eiland en van niet weinige En-
gelsche en Schotsche planters er by. Spanje
was nog in de weeën van den opstand der
Mexicaansche koloniën, toen Groot-Brittannië
het bestaan van een oorlogstoestand en een
Mexicaansche regeering had erkend. In de golf
wemelde het onmiddellyk van Mexicaansche
kapersschepen. Geen tak van scheepvaart was
meer veilig voor hen, en Spanje was niet oy
machte te voorkomen, dat ze nestelden op de
kust van Cuba, het altijd getrouwe eiland zelf.
„Wat kan Spanje doen," zei Ramon bitter,
„wanneer zelfs een admiraal Rowley met zyn
groote schepen de zee niet van hen kan vry-
maken?" Hy verzachtte zijn stem: „Ik zeg u,
jongeman, Engeland zal hier het eiland Jamai
ca nog eens verliezen door dit zaakjeU
zelf bent een separatist, is niet?Neen?
woont bij separatisten. Wat moest ik anders
denken? Heel veel menschen zeggen het van
u."
Zyn woorden gaven mé een uitgesproken
onaangename gewaarwording. Ik had niet bet
minste idee separatist te zyn, ik. die meende
mij nogal als een trouw onderdaan te mogen
beschouwen. Maar plotseling begreep ik voor
het eerst hoezeer ik er misschien den schyn
van had.
Intusschen noodigde Ramon mij uit een bij
zonder mooie partij Manchester te gaan bezich
tigen en vtl begaven ons in zyn rytuig naar
zijn pakhuis.
Hierna was bet, dat ik in Ramon's schemer
donker magazyn voor 't eerst Seraphina en haar
vader zag en toen kwam ook myn ontmoe
ting met Carlos. Nauwelijks kon ik mijn oogen
gelooven, toen ik hem roet uitgestrekte hand
op my toe zag komen. Dat gaf een buitenge
wone ontroering, weer met Carlos te spreken
Hy scheen het niet best te maken, zyn gezicht
had byna alle kleur, den nauwelijks merkbaren
onderhuidschen blos, verloren. Het was bleek,
heel bleek geworden. Donkerblauwe kringen
lagen om het zwart en het gefonkel van zyn
oogen. En hoesten dat hy deed hoesten!
Hij legde zyn arm teeder om mijn schouder
en zeide: „Hoe heerlijk je te mogen weerzien,
myn Juan." In zyn oogen lag genegenheid,
daar was geen twijfel aan, maar ik voelde een
vag«m tecency- tv herinner
de mij hoe wy aan boord van de „Thames" ge
scheiden waren. Hier Mm-er> "-"ten zeide
hy. „het is een genot. Je zult 3e verwanten
zien, myn oom don Balthasar, Grande, de ster
van de Cubaansche Wet, en mijn nicht Sera
phina, Ze houden van je; ik heb veel goeds van
'e verteld."
Hij glimlachte vrooiyk en vervolgde: „Deze
nlaats past niet erg by zyn grootheid of die
van mijn nichtje, neen, en ook niet erg by de
myne, hoor." weer glimlachte hij. „Maar ik zal
heel gauw dood zijn, dus voor my komt het er
niet zoo opaan." Hij fronste even het voorhoofd
en begon toen te lachen. „Maar je hadt de ge
zichten moeten zien van jullie officieren, toen
mijn oom weigerde naar het paleis van den
gouverneur te gaan; daar zou een fiesta zyn.
een „receptie," heet het zco niet? Het zal een
heel schandaal veroorzaken.
Hij glimlachte met fyne boosaardigheid en
keek alsof hy verwachtte dat lk in zou stem
men. Ik zeide, dat ik niet geheel begreep waar
door zijn oom beleedigd was.
„Wel, omdat er geen priester by was, toen
dezer dagen zeven arme duivels beschuldigd van
zeeroovery, werden opgehangen," antwoordde
Carlos. „Het was canaille, dat geef ik toe, maar
op een priester hadden zij recht. En myn oom
was er in zijn ambtelijke bevoegdheid van
van gevolmachtigde. Hij was ernstig gegriefd,
wy allemaal trouwens. Je moet weten, myn oom
heeft zelf geadviseerd, dat ze aan de Engel-
schen werden uitgeleverd. Maar toen er geen
priester was, had hij bitter berouw. Nu, 't was
dan ook een chandaal."
Hij hield weer even op en leunde tegen de
toonbank. Als zyn oogen naar den grond keken
en zyn gezicht niet bezield werd door het ge
sprek, kwam droevig aan den dag zyn doode-
lijke bleekheid, de diepe schaduwen onder zijn
oogen en een eindelooze droefheid in zyn trek
ken alsof een alles doordringende en hopelooze
smart hem bezig hield. Toen hij weer naar mij
opkeek, glimlachte hij echter:
„Wel, op z'n slechtst is het hiermee afgeloo-
pen. en mijn oom fs hier in dezen vuilen boel.
inplaat van in jullie paleis. Vanavond nog zei
len we naar Cuba terug! Hij zag om zich heen
naar Ramon's katoenen stoffen en suikervaten
in het schemerig licht, alsof hij het feit, dat ze
op zulk een plaats konden zijn, byna ongeloof-
lyk achtte en zijn wyze van spreken liet ver
moeden, dat hij het Weis van onzen gouver
neur niet veel minder barbaarsch zou vinden.
„Maar het spyt me," zei hy plotseling, „want
ik had jou, jou en al je landgenooten,
graag een goeden indruk op hem zien maken.
Je moet het nu alleen*doen. En dat zul je ook
wel. Je bent niet al die anderen. Je hebt onze
bloedverwant, en ik heb je erg geprezen. Myn
'even heb je gered.
Ik begon naar nieuws van thuis te vragen
van myn tehuis. Ik zeide dat Veronica mij
geschreven had, dat zij een kleintje had, en hy
zuchtte.
„Ze trouwde met dien besten Rooksby?
vroeg hij. O, wat een verlies." Hy viel weer
terug in stilzwijgen. „Er was geen vrouw in
jullie land als zij. Ze had kunnen om te
trouwen met met dien besten jongen ,myn
góeden neef. Het 's een tragedie."
„Het was een heel goed paar," antwoordde
ik.
Weer zuchtte hy. „Mijn oom slaapt nu bin
nen," zeide hy-, na een poosje, wyzend naar de
binnendeur. „We moeten hem niet wakker ma
ken; hij is heel oud. Blijf jij nog een poosje
met me "praten? Wil je wachten? Dona Sera-
nhina is ook hier."
„Er is daarbinnen een man. O'Brien ge
naamd," zei hij. „Die doet ons de eer te dingen
-aar de hand van mijn nicht."
Ik voelde een eigenaardige boosheid, ,,'t Is
geen Spanjaard," zeide ik.
Carlos antwoordde met zachten spot. „Span
jaard. dat n'et. 't Is een afstammeling van
sche koningen."
..'t Is een avonturier." zeide ik „Je behoort
op je hoede te zyn. Je kent die fortuinjagende
moerasbewoners niet. Ze zijn de bespotting van
Europa, koningen en al."
Carlos glimlachte weer. ,,'t Is een heel ge-
vaarlyk man, ondanks dat," zei hy. Ik zou nie
mand aanraden binnen Rio Medio te komen, de
stad van myn oom, zonder goede vrienden te
zyn met Senor O'Brien."
Weer ging hij naar de deur en na een oogen
blik fluisterend gesproken te hebben met
iemand daarlXnnen, kwam hy bij mij terug.
„Myn oom slaapt nog," zei hy. „Ik moet je
een beetje langer houden. Ja, Senor O'Brien, die
zal wel met mijn nicht trouwen, als ik dood
ben."
„Je kent die kerels niet," zeide ik.
„O, ik ken ze heel goed," glimlachte Carlos.
„In Havana zijn er veel van die lui. Ze kwamen
na '98. toen er een groote opstand was in Ier
land en vele goede katholieken gedood of ge
ruïneerd werden."
„Dan Is hij een opstandeling en moet gehan
gen worden," zeide ik.
Carlos lachte zyn ouden lach. „t Kan zyn;
maar. beste Juan, wy katholieken zien de zaken
een beetje anders dan jullie. Die man kwam m
opstand tegen juliie regeering, maar heeft ook
geleden voor het ware geloof, 't Is een „goed"
katholiek; hij heeft er voor geleden, en in
Cuba is dat een paspoort. Hy is tot hoog aan
zien gekomen; hy is rechter bij het Hof van
Marine te Havana. Daarom vergezelde hy van
daag myn oom voor dat zaakje van die uitleve
ring.
(Wordt vervolg.)