i
Prikkeldraad
Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck
Ziet naar de
ouderen
Werklooze Jeugd
Sigaret bedreigd....
Karakter en daad
Waardige staat van
dienst
lir;#SS»
DONDERDAG 30 NOVEMBER
Practisch staatsman
KORTING INDISCHE
PENSIOENEN
Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck
Anders dan in de stad
BEVEILIGING VAN DEN
ARBEID
Lugubere winst
Als de winter komt
Nederland is dankbaarheid
verschuldigd aan den
zestigjarige
Z. Exc. Jhr. Mr. Ch. Ruys de
Beerenbrouck, Minister van Staat,
Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal, viert morgen
zijn zestigsten verjaardag.
Nog lang niet aan de rust, maar zeer
lang aan de waardigheid, wordt mor
gen Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Bee
renbrouck zestig jaar. Hij is een practisch
staatsman uit de na-Schaepmanniaansche
aëra, toen de nuchtere, politiek glasheldere
Nolens en de sociale werkers de groote be
weging der katholieke emancipatoren van
de vorige in een woeliger en verwarder eeuw
moesten voortzetten in dadelijke noodza
kelijkheden en gecompliceerd kleinwerk.
Eerst een later geslacht zat zuiverder de
verhoudingen zien, en de beteekenis der
politieke en maatschappelijke leiders waar-
deeren uit dit arbeidzame tijdperk van ge
duldig katholiek bouwen. Maar uit de
staatsarchieven, de notulen van oprich
tingsvergaderingen, de verslagen van open
bare lichamen en vereenigingen zal de ge
schiedschrijver een der belangrijkste blad-
Zijden bijeen lezen, en op die bladzijde zal
men met een bescheidenheid, welke zich
altijd op het tweede plan wist te houden,
maar met een daadkracht, die hem uit onge
zochte omstandigheden telkens weer naar
het eerste plan hief, zien bewegen de figuur
van den aristocratischen democraat, die
van advocaat en gemeenteraadslid in vele
openbare functies actief werd tot hij, uit
het commissariaat der provincie Limburg
geroepen in het eerste en de volgende Mi-
nisteries-Ruys, als voorzitter van den Mi
nisterraad het land of als parlementair
Voorzitter de Tweede Kamer regeerde.
Hij is pas zestig jaar, en voor de figuur
van dit rustig rustelooze leven ligt nog een
politiek perspectief. Deze gedenkdag schrijft
nog niet zijn verdiensten af, maar de na
tionale en katholieke dankbaarheid heeft
thans toch wat te doen. Want zijn leven
volgde in groote lijn de geschiedenis van
het nationale tijdperk, dat hij bedreef, en
van de katholieke partij, die hij naar een
nieuwen tijd hervormde. Schapers eerlijk
„Een halve eeuw van strijd" heeft pas ont
huld, dat 't land nog grooter gevaren heeft
beloopen dan geweten werd, toen de re
volutie in het najaar van 1918 de oogen
fascineerde, maar Ruys de gewapende zui
derlingen Den Haag liet inrukken en in de
Kamer Troelstra toebeet: „de Regeering
wijkt niet!" Dat twee Ministers uit zijn
Jongste Kabinet de continuïteit van zijn be-
tstuur bewaren en alleen een verfijnd
plichtsgevoel hem buiten de huidige Re
geering hield, bewijst de gaafheid van zijn
staatkundig evenwicht zoo goed als zeker
Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer,
dat hem niet op een week-end kon vangen,
of de ruw rijmende anti-Ruys-hagel van de
Notenkraker en de marxistische straatde
monstraties tegen den Minister, die in zijn
persoonlijke medeleven met de werkloozen
veel geleden heeft.
De hoon tegen den edelman, die voor
het volk werkt, is even spreekwoordelijk
als zijn karakter. Niemand overtrof hem
als cumulator van onbetaalde functies. Met
de jonge activiteit van Limburg aan het
eind der vorige eeuw, begon hij de Ka
tholiekendagen, met de Regouts de re
traitehuizen; met Dr. Poels maakte hij de
mijnstreek waaksch; hij was met den fijnen
priester dr. Ariëns de initiatief-nemer voor
de drankbestrijding; en tusschen
de spanning van de staatkundige actuali
teiten door pakte hij altijd weer een opko
mende beweging aan of hielp haar aan
pakken. En de eenvoud, ook voor het hoog
ste gezag de gemakkelijkste aanpassing, in
troduceerde hem meer dan hij den Minis
ter van Staat gêneerde, als deze persoonlijk
op stap ging voor het werven van een half
millioen voor de Staatspartij, het fundeeren
der nieuwe abdij van Egmond een der
grootste cultureele werken der Katholieken
van deze eeuw het aanspannen van den
gezamenlijken offergeest.
Want deze Jubilaris, die het als gezag
drager altijd verstond anderen vertrouwen
en verantwoordelijkheid te geven, deelde
als katholieke werker graag de gemeenschap
der Heiligen, hun geest en hun wijsheid,
ook voor de uitvoering van zijn plannen,
want zelden hadden wij leiders, die met
zooveel stilte en voortvarendheid zooveel sa
menwerking organiseerden voor een vast
doorzien doel. Dit is een natuurlijk geheim
van de diepte en rust, die een bovennatuur
lijke levensbeschouwing ook den Christen
staatsman meegeeft in de overstrooming
van zorgen. De hemel behoude nog lang
deze frissche rust, bron van de daad, zooals
het stooten van de christelijke activiteit te
gen het weerstrevende leven het karakter
hielp vormen, waarvoor vandaag het Ka
tholieke Nederland buigt.
In het Eindverslag der Tweede Kamer over
het wetsontwerp tot tijdelijke korting der pen
sioenen, onderstanden en gagementen van ge
wezen Indische landsdienaren, locale ambtena
ren en bijzondere leerkrachten wordt gezegd:
In het Voorloopig Verslag werd o.a. weerge
geven de opmerking, dat tegen de voorgestelde
regeling ook deze, naar men meende, zeer ern
stige bedenking rijst, dat zij het zwaarst wor
den getroffen, die onder dikwijls harde omstan
digheden het tegenwoordige Indië hielpen op
bouwen. Bij di weergave werd verzuimd melding
te maken van de omstandigheid, dat onder de
hierbedoelde gepensionneerden zich een niet
onbelangrijk aantal bevindt, dat wegens gebre
ken in en door den dienst ontstaan, zijn af
gekeurd, hetgeen in het bijzonder het geval is
met een aantal oud-militairen, die in verband
met hun toegebrachte verwondingen den dienst
hebben moeten verlaten.
Nu de regeering gemeend heeft het door haar
ontworpen stelsel, behoudens ten aanzien van
de gepensionneerde militairen beneden den rang
van officier, ongewijzigd te moeten handhaven
acht de Commissie van Rapporteurs zich ver
plicht, alsnog onder de aandacht der regeering
te brengen, dat bij het afdeelingsonderzoek
door vele leden van de bovengenoemde omstan
digheid gewag werd gemaakt, die daaraan een
argument ontleenden voor het doen vervallen
van de korting, in het bijzonder voor hen, die
op deze wijze genoodzaakt zijn geworden hun
salaris voor pensioen te verwisselen,
Men zou het hem niet geven, wanneer
hij in zijn stoel gezeten rustig de
beraadslagingen volgt, of met ha
merslag ingrijpt in de debatten, als Ze te
fel worden of van den rechten weg af
dwalen, maar toch is het een feit, dat de
voorzitter van de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaal, Jhr. Mr. Ch. Ruys de Bee
renbrouck, morgen zestig jaar wordt.
Een mijlpaal in het leven van dezen
Staatsman, aan wien ons land grooten
dank verschuldigd is. Met gerustheid mag
hij den blik achterwaarts werpen, al zal
hij niet alles begeerd hebben, waartoe hij
in dit tijdperk geroepen is geworden.
Groote boeken over Staatsrecht, als
Thorbecke, Buys, Oppenheim en anderen
heeft hij niet geschreven, maar door de
daad heeft hij getoond een bestuurder, een
leider, een staatsman te zijn met groote
kwaliteiten.
Begonnen als advocaat en procureur,
werd hij spoedig plaatsvervangend kanton
rechter en ambtenaar van het Openbaar
Ministerie te Maastricht, totdat hij in 1905
op 31-jarigen leeftijd door het kiesdistrict
Gulpen werd afgevaardigd naar de Tweede
Kamer. Een mandaat, dat steeds verlengd
werd tot hij in Mei 1918 benoemd werd tot
Commissaris van H. M. de Koningin in de
provincie Limburg, als opvolger van zijn
vader. Heel kort, naar wij meenen te we
ten voor zijn gevoel veel en veel te kort
is hij in Maastricht gebleven, want nau
welijks had hij zich geïnstalleerd in het
gouvernementshuis, of hij werd kabinets
formateur en minister-president op 44-ja-
rigen leeftijd. De jongste premier, dien ons
land ooit gehad heeft. Van 9 September
1918 tot 4 Augustus 1925 en daarna weer
van 10 Augustus 1929 tot 1 Mei 1932 is
Jhr. Ruys de Beerenbrouck geweest de
minister-president en de minister van
Binnenlandsche Zaken en heeft hij zich
ten spijt van zijn jeugd getoond een uitste
kend regent, een goed bestuurder en een
groot leider. Reeds kort na zijn optreden
kon de jonge premier in November 1918
toonen wat het land aan hem zou heb
ben. Pal bleef hij staan met een koel
hoofd, toen de revolutionnaire golven kwa
men aanrollen. Ruim tien en een half
jaar minister-president te zijn in ons land
is geen kleinigheid en zeker niet wanneer
dit volbracht is geworden zonder dat het
vertrouwen in zijn leiding geschokt werd.
Nog meer verwondering baart het, dat
zijn positie steeds ongeschokt bleef, niette
genstaande er in geen enkel kabinet zoo
veel ambtgenooten vielen als in het eerste
ministerie-Ruys de Beerenbrouck. Hij bleef
op de brug en nam voor velen tijdelijk het
werk over. Geen staatsman in ons land is
van zooveel departementen minister ge
weest als de heer Ruys. Hij was ad interim
minister van Oorlog, van Marine, van Ko-
loniënë, van Landbouw, Handel en Nijver
heid en ten slotte van Buitenlandsche Za
ken. Van 17 September 1925 tot 10 Augus
tus 1929 en thans weer sedert 31 Mei 1933,
is de thans eerst 60-jarige, die intusschen
in 1927 ook nog minister van Staat is ge
worden, voorzitter van de Tweede Kamer.
Ook in deze functie geniet hij het volle
vertrouwen en toont den polsslag van de
zen tijd te voelen, door de straffe, maar
daarnaast ook joviale leiding die hij aan
de vergaderingen weet te geven. Hij is
zelfs voor dezen tijd een uitstekend voor
zitter, die niets zal nalaten om het parle
mentaire stelsel hoog te houden. Van No
vember 1925 tot 10 Augustus 1929 was hij
tevens voorzitter van het dagelij ksch be
stuur van de Katholieke Staatspartij.
Als leider is de heer Ruys de Beeren
brouck onovertroffen, in dat opzicht heeft
hij, blijkens getuigenissen van velen, die
lid zijn geweest van een van zijn kabinet
ten, bijzondere talenten. Niemand minder
dan Dr. de Visser liet geen gelegenheid
voorbij gaan om daarvan te getuigen.
Buiten de politiek heeft de zestig jarige
voorzitter van de Tweede Kamer zich
groote verdienste vergaard door zijn ac
tieve deelname aan den strijd voor de
drankbestrijding.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck is op een
leeftijd, waarop anderen in ons land eerst
op het eerste plan komen, reeds sedert ja
ren een figuur van beteekenis, waarop de
Katholieke partij trotsch mag wezen. Aan
al de voorname ambten en posten, want hij
is ook nog voorzitter van den Mijnraad,
paart deze 60-jarige een eenvoud en op
gewektheid in den omgang die spreek
woordelijk zijn geworden. Aan blijken van
belangstelling uit alle lagen van ons volk
zal het hem op dezen dag niet ontbreken.
Het zij ons vergund hem nog vele jaren
na deze, die reeds wel besteed zijn, toe te
wenschen, jaren waarin hij nog veel kan
doen voor het welzijn van ons land en niet
het minste ook voor de Katholieke partij.
Sch.
k'vas
<JV.
mMsttsm
In het Utrechtsch Studenten Weekblad
„Vox Studiosorum" schrijft J. C. een ar
tikel onder den titel „Decadentie van
onze zondige jeugd", in welk artikel de
schrijver danig van leer trekt tegen de fut-
looze jongelui, die wars zijn van alle ernstig
werk, terwijl onze tijd er dringend om
roept: tegen de futlooze jongelui, die hun
dagen zoek brengen met niets doen en nut-
telooze om niet te zeggen: bovendien nog
vaak slechte vermaken.
„Is het niet treurig", zoo vraagt hij, „dat
sommige jongelui meenen te moeten ont
bijten in het toilet waarin ze zijn opgestaan,
d.w.z. in pyama, om dan des middags zich
pas te wasschen(?) en aan te kleeden?"
En dan schrijft hij:
De tijden zijn o zoo treurig, en de jeugd
deed goed eens te kijken naar de ouder
dom onder ons.
Ik ken een oude dame die krom van de
jicht is, doch haar eigen bed opmaakt en
haar eigen huishouden verzorgt. Kom
daar nu eens om bij die flutkinderen, die
's nachts om 3 uur thuis komen, 's mor
gens ontbijt op bed krijgen en dan door-
maffen tot 12 uur?
Ik ken een ouden heer, die met een
tomaatrond been op een tabouretje ligt,
doch 's avonds het heele huis door strom
pelt om te kijken of alles in orde is, die
overdag al zijn zaken achter het bureau
afdoet.
Terug naar de natuur, zeg ik. In badpak
onder de boomen liggen, rauwe appels
eten, in weer of wind alle dag 15 minu
ten zwemmen, afnemend bij vorst tot
eenige minuten, eiken dag 100 M. hard-
ioopen en 20 X touwtje springen. Want
alleen door het lichaam gaat de moraal
omhoog.
Alle 3de jaars moesten in plaats van in
of met de kroegcommissie avond aan
avond meer te drinken dan de dorst groot
is, dat jaar op het land werken. Ploegen
en spitten, zaaien en oogsten, melken en
hooien, mesten en kalveren in de wereld
helpen. 1 maand in IJsland hooien is
niet genoeg.
Dan wordt jeugd pas wat zij zijn moet:
de blozende lachende toekomst van Ne
derland!"
Al willen we niet alle middelen aanbeve
len, die de schrijver aan de jeugd ter over
weging geeft om te worden „de blozende
lachende toekomst van Nederland", de
ideeën door hem ontwikkeld zijn ongetwij
feld gezond en blijkbaar geïnspireerd door
het: „een gezonde geest in een gezond
lichaam".
Het is een frisch geluid, dat hij laat hoo-
ren en dat tot bemoediging stemt. Want
er blijkt uit, dat in de kringen van de stu-
deerende jeugd het besef doordringt, dat
nu het met de „spes patriae" hopeloos berg
afwaarts gaat, de stroom van decadentie
moet worden gekeerd en het ten hoogste
tijd wordt, dat er een andere d.w.z. een ge
zonde mentaliteit onder de jongelui gaat
heerschen, wil de toekomst, die aan hen is,
hoopvol en met vertrouwen worden tege
moet gezien.
Dat de schrijver van bovenbedoeld artikel
de ouderen ten voorbeeld stelt, doet sympa
thiek aan en getuigt van verstandig en
nuchter inzicht, helaas maar al te veel
zoek bij velen onder de jongeren, die in hun
waanwijsheid meenen het zonder de oude
ren wel af te kunnen en bij voorkeur hun
werk, vaak pioniersarbeid, afbreken, even
wel in gebreke blijvend zelf iets beters op
te bouwen.
Nieuws van den K.R.O.
Zondagnamiddag tusschen 3 en 4 uur zal een
Nederlandsch Kamermuziekensemble, dat zich
in korten tijd een goede reputatie heeft ver
worven, nJ. het Waleson-Strijkkwartet, voor
den K.R.O. concerteeren.
Het kwartet bestaat uit: Dick Waleson, le
viool, N. de Klijn, 2e viool, Giel Smit, alt en
Guillaume Hesse, cello en heeft zich van den
Hoe dient deze op het platteland
te worden geholpen?
De Sub-commissie voor het Plattelandswerk
der Landelijke Commissie ter bestrijding van
de Gevolgen der Jeugdwerkloosheid heeft een
supplement-rapport uitgebracht over het vraag
stuk: werklooze plattelandsjeugd, waaraan we
het volgende ontleenen.
Reeds in haar eerste rapport had de commis
sie er op gewezen, dat de werkloosheid ten
plattelande een geheel ander en wel een veel
meer blijvend karakter vertoont, dan elders.
Uiteraard zal dus de bestrijding der gevol
gen van de werkloosheid onder de jeugd op
het platteland eveneens een ander karakter
moeten dragen dan in de steden. En wel voor
namelijk omdat hier niet zulk een scherpe
scheiding gemaakt kan worden tusschen de be
strijding der werkloosheid zelve en die van de
gevolgen daarvan.
De conclusies aan het slot van het genoem
de rapport gepubliceerd, kunnen nog steeds
ongewijzigd gehandhaafd worden.
Daarnaast acht de commissie het nu echter
noodig. allerlei direct practisch uitvoerbare
mogelijkheden aan te geven.
In de allereerste plaats dient gezocht te
worden naar mogelijkheden van practischen
arbeid.
Geschoolde arbeiders industrie-arbeiders,
zoowel als arbeiders uit het land- en tuinbouw
bedrijf zullen zooveel mogelijk in hun eigen
vak te werk gesteld moeten worden. Voor bei
de categorieën zal hiervoor het aangewezen
middel zijn: te werk stelling bij de uitvoering
van grootere werkobjecten. Liefst ter plaatse,
althans in de nabijheid van eigen woonplaats.
Voor de land- en tuinbouwarbeiders beveelt
de commissie, evenals reeds in het vorige rap
port is geschied, het instellen van gemeente
lijke proefwerktuinen aan.
Voor de ongeschoolde arbeiders konjt even
eens tewerkstelling in aanmerking. Wj zullen
vooral grondwerk en ontginningswerk kunnen
doen.
Het verdient ook hier aanbeveling naast den
practischen arbeid, theoretische cursussen en
eventueel ontspanning te organiseeren.
In de pr act ijk is echter gebleken, dat het op
het platteland veel moeilijker is om tot een
dergelijke eenheid van werk te komen, dan in
de grootere plaatsen.
Toch meent de Commissie er met den mees
ten nadruk op te moeten aandringen, dat men
het ontwikkelings- en ontspanningswerk niet
uit het oog verliest. Juist op het platteland
kunnen prettig ingerichte „honken", waar iede
re werklooze jongere op elk uur van den dag
een onderdak kan vinden, van onschatbare
waarde zou zijn.
De van-de-vakschool-komende jeugd kan bij
de geschoolde arbeiders worden ondergebracht.
Den van de lagere school komenden jongeren
zal men zoo mogelijk gelegenheid moeten geven
tot het volgen van eenvoudige vakcursussen tot
practische oefening.
De eenige manier, waarop het mogelijk blijft
op het platteland deugdelijk werk te organi
seeren, is samenwerking tusschen verschillende
gemeenten. Op deze wijze komt men tot con
centratie van het werk. En het is in de afge-
loopen maanden in verschillende plaatsen ge
bleken, dat dit de methode is voor het plat
teland.
Waar de practische arbeid in de allereerste
plaats in aanmerking komt op het platteland,
spreekt het vanzelf, dat men over deskundige,
technische leiding moet beschikken.
Naast deze technische leiding echter, is het
noodzakelijk voor paedagogische leiding te
zorgen.
Het doorvoeren van deze methode is alleen
mogelijk, indien de algemeene leiding van het
werk zoowel van het practische als van het
theoretische in handen is van iemand, die
de practijk van de vrije jeugdvorming kent. de
sfeer ervan aanvoelt; m. a. w. als het in han
den is van een jeugdleider.
Is er in een Gemeente belangstelling voor
tuinbouw-opleiding, dat kan men zich om voor
lichting wenden tot de Koninklijke Nederland-
sche Mij. voor Tuinbouw- en Plantkunde te
Aalsmeer. Deze Mij. heeft zich bereid ver
klaard haar volle medewerking te verleenen bij
.den arbeid voor Jeugdige werkloozen.
beginne af aan bepaaldelijk toegelegd op het
geven van uitvoeringen van moderne kamer
muziek.
Behalve een der Mozart-kwartetten staat ook
nu een modem werk op het programma, n.l.
het 2e Strijkkwartet van den Hongaar Zoltan
Kodaly.
Onder leiding van den bekenden folklorist D.
Wehrens zal Zondagavond a.s. te 8.15 uur voor
den K.R.O. een Nederlandsche folkloristische
avond worden gegeven, waarin m.m.v. een aan
tal vocale en instrumentale solisten, voor
drachtkunstenaars en het K.R.O. Orkest o.l.v.
Johan Gerritsen een greep zal worden gedaan
uit de folklore van ons land.
Ten gehoore worden o.m. gebracht een ge
deelte der Zuiderzee-Symphonie van Cornells
Dopper verder volksliederen en dansmuziek,
proza en poëzie uit onze verschillende provin
cies.
Blijkt deze avond een succes te zijn, en bij
de luisteraars in den smaak te vallen, zoo zul
len er nog meer volgen.
St. Nicolaas-avond
De Sint Nicolaasavond brengt dit jaar eens
een bont Sinterklaasprogram, met medewer
king van verschillende artisten, ensembles en
de KRO-BOYS.
Deze avond draagt het karakter van een non
stop Cabaret-programma en zal bij de luiste
raars ongetwijfeld in den smaak vallen.
Een verwachte accijnsverhooging
van SO pet. zou de sigaret
duurder en slechter
maken
In een persconferentie belegd door de Ne
derlandsche Vereniging van Sigarettenfabri-
kanten en den Nederl. Bond van Groot-Fabri
kanten in de sigaretten-industrie heeft mr. dr.
E. de Vlugt namens de in deze organisaties
georganiseerde Nederl. Sigaretten-industrie ge
waarschuwd tegen de dreigende sigaretten-ac-
cijnsverhooging tot 50 pCt. 18 September dien
de de regeering een wetsontwerp in tot ver
hooging van den accijns op sigaretten tot 37'/2
pCt. (voor sigaren tot 2254 pCt). Maar nu
dreigt in de Kamer een accijnsverhooging voor
sigaretten te komen tot 50 pCt. (voor sigaren
tot 1254 pCt.). Tot 1924 bedroeg de accijns op
sigaretten 25 pCt. in 1931 vermeerderd met 30
opcenten, in 1932 verhoogd tot 50 opcenten wat
neerkomt op een huidig percentage van 33 1/3
procent.
De sigaretten-industrie heeft zeer zeker haar
deel willen bijdragen tot leniging van den fi-
nancieelen nood, zij heeft zich neergelegd bij
het aanvankelijke regeeringsyoorstel, maar de
nieuwe dreigende verhooging wordt haar te
bar. Eensgezind komt men daartegen in ver
zet, zei mr. dr. de Vlugt. Het kan best zijn, dat
de sigaren-industrie de voorgestelde accijnsver
hooging niet kan dragen, maar de sigaretten
industrie kan de dreigende verhooging tot 50
pCt. evenmin torsen. De accijnsverhooging bo
ven het tegenwoordige niveau zal den gemid
delden kleinhandelsprijs doen dalen. De goed-
koope sigaretten zullen niet meer loonend kun
nen worden gefabriceerd, terwijl de duurdere
niet meer zullen worden verkocht. In 1930 werden
354 milliard sigaretten verkocht; bij een accijns
van 25 pCt. was de belastingopbrenst 15.3 mil
lioen bij een gemiddelden prijs van 1.7 cent
per sigaret. In '33 werden over de eerste 9 maan
den 3 milliard sigaretten verbruikt; bij een ac
cijns van 3354 pCt. bedroeg de opbrengst circa
12.6 millioen bij gemiddelden verkoopsprijs van
1.29 ct. Bovendien zullen de goedkoopste siga
retten verdwijnen.
Verlaging van den gemiddelden kleinhandels
prijs en afneming van den omzet zal de ac
cijnsopbrengst eer verminderen dan vermeer
deren. En de sigaren-industrie zal er geen
voordeel van hebben, afgezien nog van 't onbil
lijke om op den een te leggen wat de ander niet
wil of kan dragen.
Geschaad zullen worden: sigarettenfabrikan
ten, (met 5000 man personeel), verpakkingsfa
brikanten, reclamebedrijven, grossiers, winke
liers, reizigers e.a. In een adres aan de Tweede
Kamer is dit uitvoeriger betoogd.
Het minst koopkrachtige gedeelte van het pu
bliek zal de binnen zfjn bereik zijnde merken
zien verdwijnen; de rest zal voor hetzelfde geld
als thans met een mindere kwaliteit moeten
genoegen nemen.
Een preventief toezicht
Verschenen is het verslag der commissie uit
de Tweede Kamer in welker handen is gesteld
het wetsontwerp houdende bepalingen tot be
veiliging van den arbeid in het algemeen en
bü het verblijven in fabrieken of werkplaatsen
in het bijzonder.
In het algemeen kon de commissie zich met
de strekking van dit wetsontwerp vereenigen.
Tegen de voorgestelde uitbreiding van de wer
kingssfeer der Nederlandsche veiligheidswetge
ving meende zij geen bezwaar te moeten maken.
Zij is echter van oordeel, dat er betere syste
matiek gewenscht ware. De regeering wijst daar
tegenover op de bestaande andere wetten, die
de veiligheid regelen. Bestonden die wetten niet,
dan zouden al deze maatregelen misschien in
één wet worden ondergebracht. Deze wet zou er
dan echter niet duidelijker op worden.
De commissie merkte op, dat zij het niet con-
over het breken met het streng ambtelijk ka
rakter der veiligheidwet en komt tot de con
clusie, dat voorloopig niet verder dient te wor
den gegaan dan het in dit wetsontwerp voor
gestelde.
De commissie merkt op, dat zij het niet con
sequent achtte, eenerzijds uitbreiding te geven
aan de veiligheidswetgeving en anderzijds een
deel van de bedrijven daarbuiten te doen vallen.
Deze inconsequentie bestaat slechts in schijn,
zegt de regeering.
In de fabrieken en werkplaatsen, waar geen
krachtwerktuig wordt gebezigd, of waar minder
dan vijf personen plegen te verblijven, is echter
in den veiligheidstoestand niets veranderd. Het
is uit dien hoofde dan ook niet urgent deze
werkplaatsen, die in 't algemeen zeer weinig
gevaar opleveren, onder de wet te brengen.
De regeering heeft bij haar antwoord nog
gevoegd een nota van wijziging, met het doel
een preventief toezicht in te stellen op het ge
bruik van toestellen of vaten, die gevaar voor
ontploffing opleveren.
Francis Koene hersteld
Naar wij vernemen, is de ongesteldheid van
den violist Francis Koene van lichten aard ge
weest. Den volgenden avond is hij weer opge
treden te Veendam als solist met het Gronin
ger orkest onder leiding van Kor Kuiler.
r-,zilenidwmoedtj
Journalistiek jubileum
Op 1 December zal het 25 jaar geleden zijn,
dat de heer Jos Verhulst, hoofdredacteur van
de „Nieuwe Delftsche Courant," zün intrede
deed in de journalistiek.
In een onzer weekbladen haalde de vorige
week de letterkundige Den Doelaard 'n voorval
uit het jaar 1914 op.
In dat oorlogsjaar hield een Fransche torpe
doboot in het kanaal een schip aan, dat geladen
was met metaal, bestemd voor een Duitsche
wapenfabriek. Triomfantelijk werd de buit door
den Franschen gezagvoerder naar de haven van
Brest gebracht, natuurlijk in de verwachting,
dat de Fransche regeering buitengewoon blij
met die verovering zou zijn.
Niets was echter minder waar dan deze be
grijpelijke veronderstelling.
Het bleek n.l. dat het metaal afkomstig was
uit Fransche koloniën en eigendom van den
Franschen millionnair en financier Rothschild,
die 't verkocht had aan den vijand! Er volgde geen
inbeslagname; het schip mocht zijn reis naar
Duitschland voortzetten. Het metaal zou daar
veranderd worden in kogels en granaten, om
vervolgens afgeschoten te w'orden ook op Fran
sche soldaten....
Dit is heusch geen fabeltje, dit is de ver
schrikkelijke waarheid.
Het zou geen zin hebben die beschamende
historie nog eens op te rakelen, indien de wapen
fabrikanten sinds eenige jaren niet wederom
bezig waren een stalen net te weven, om de
menschheid er in te verstrikken. Te Genève
zwermt het van hun agenten en het moet reeds
voorgekomen zijn, dat gedelegeerden zich hebben
laten verleiden de besprekingen te doen misluk
ken!
Momenteel wordt de pers ook intensief be
werkt. Men tracht onrust en wantrouwen te ver
wekken door het lanceeren van falsificaties of
halfware berichten. Omdat over het algemeen
de couranten zich niet leenen tot opzettelijk be
drog, koopt men thans bladen op.
Het orgaan van de R. K. Joumalistenvereeni-
ging bracht onlangs de onthulling, dat het
Fransche Creuzot-concem, de machtige wapen
fabrieken, een Fransch blad wist te bemachtigen,
dat van stonde af aan in militairistischen geest
te keer ging. Vier Belgische bladen zijn even
eens aangekocht door de oorlogsindustrie. Men
dacht eerst, dat Creuzot daar ook achter zat,
maar waarschijnlijk is het Cockerill. In ieder
geval maken deze vier bladen thans dagelijks
reclame voor zwaarder bew'apening van België,
terwjjl ze daar eerder nooit over hebben gekikt.
Zoo wordt de strijd gestreden om de lugubere
winst, om de winst uit het vervloekte mate
riaal, dat dood en verderf moet veroorzaken.
Lagere winzucht is al niet denkbaar.
In dezen tijd van het jaar komen de voor
teekenen van den naderenden winter in groote
deelen van de wereld om ons heen zich met
niet te miskennen duidelijkheid aanmelden.
Dat de eerste sneeuw reeds in Noord- en Mid-
den-Duitschland gevallen is, beteekent nog niet
eens zoo heel veel, al moet dit verschijnsel bij
de beoordeeling der meteorologische gebeurte
nissen van den laatsten tijd niet over het hoofd
worden gezien. Van meer belang zijn de ge
beurtenissen in het Noord-Oosten van Europa.
Gewoonlijk is de blik van den meteoroloog naar
het Westen gericht, omdat toch de meeste
groote veranderingen daar vandaan komen,
maar voor den winter zijn de verschijnselen
in het Noord-Oosten en Oosten meestal van
groote beteekenis, omdat de koude, die ons be
reikt, daar vandaan komt en alleen het einde
van een koude-periode door de gebeurtenissen
in het Westen wordt veroorzaakt. In dezen tijd
moet de meteoroloog dus naar twee kanten
tegelijk kijken.
Wat is er in het Noord-Oosten aan de hand?
Reeds eenigen tijd heeft het in het Noorden
van Skandinavië en in Finland zeer hard ge
vroren. Er kwamen reeds temperaturen van
20 graden Celsius onder nul voor. Dit is zelfs
voor deze landen vroeg in den winter. Nu is
weliswaar gedurende de laatste dagen daar de
temperatuur weer iets gestegen, maar sedert
gisteren meldde men opnieuw een dalende tem
peratuur. Het gebied van hoogen druk, dat
over Skandinavië ligt, is opnieuw in beteeke
nis toegenomen en breidde zich sedert gisteren
weer naar het Zuid-Westen en Westen, dus
naar Duitschland en den Balkan uit. Dit be
teekent een versterking en voorloopig een lan-
geren duur van een luchtdruk-verdeeling, die
gunstige kansen oplevert voor een echten win
terweerstoestand, temeer nu een diepe depres
sie, die eergisteren ten Zuid-Westen van Ier-
rand was verschenen, stationnair Is geworden
en zich opvult, zoodat er weinig kans is. dat
spoedig een storing uit het Westen een einde
aan dezen winter-weerstoestand komt maken.
De beteekenis van deze luchtdruk-verdeeling
is in de eerste plaats, dat zii gunstig is voor
"fstrooming van koude lucht naar het Westen.
Wii hebben reeds uit de temperatuurdaling der
'aatste dagen en uit den lagen stand van den
thermometer kunnen gewaar worden welk een
grooten invloed deze luchtstroming heeft ge
had op het weer hier te lande.
Verder moeten wii in aanmerking nemen, dat
de nu heersebende luohtdrukverdeeijng' jn
hoofdzaak dezelfde is als die. welke in een
periode van strenge vorst in Europa heerscht.
Hiermede bedoel ik niet te zeggen, dat ons nu
strenge vorst te wachten staat, want dat is niet
alleen niet waarschünliik. doch het is ook nog
niet moeeliik. daar het seizoen nog lang niet
zoo ver is gevorderd, dat in het Oosten strenge
vorst heerscht en voordat het zoover is kan
hier geen sorake ziin van groote koude. De
b»teekeni.s van den vroegen wiptertoestand is
thans nog aUeen. dat hii zich dit iaar bijzon
der vroeg ontwikkeld heeft en een zekere merk
waardige stabiliteit vertoont, een neiging om
teo-en storende invloeden in te bliiven bestaan.
Het is echter niet mngelük daaruit ver strek
kende conclusies te trekken. Wat de winter ons
zal brengen moeten wii eenvoudig afwachten.
Maar de heerschende algemeene weerstoestand
verdient thans onze aandacht.
(Nadruk verboden)
Examen Wiskunde L. O.
DEN HAAG. Geslaagd de heeren H. Kriek,
Leiden; G. N. Stevens, Wessem (L.).
Causerie over het Roode Kruis
Op Vrijdag 1 December a.s. zal de secretaris
van den Bond van Vereenigingen van Leden
der Transportcolonnes van het Ned. Roode
Kruis een causerie houden over doel en werken
van het Ned. Roode Kruis, welke causerie zal
worden uitgezonden door de K. R. O., 's avonds
om zes uur,