i Prikkeldraad Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck Ziet naar de ouderen Werklooze Jeugd Sigaret bedreigd.... Karakter en daad Waardige staat van dienst lir;#SS» DONDERDAG 30 NOVEMBER Practisch staatsman KORTING INDISCHE PENSIOENEN Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck Anders dan in de stad BEVEILIGING VAN DEN ARBEID Lugubere winst Als de winter komt Nederland is dankbaarheid verschuldigd aan den zestigjarige Z. Exc. Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, Minister van Staat, Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal, viert morgen zijn zestigsten verjaardag. Nog lang niet aan de rust, maar zeer lang aan de waardigheid, wordt mor gen Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Bee renbrouck zestig jaar. Hij is een practisch staatsman uit de na-Schaepmanniaansche aëra, toen de nuchtere, politiek glasheldere Nolens en de sociale werkers de groote be weging der katholieke emancipatoren van de vorige in een woeliger en verwarder eeuw moesten voortzetten in dadelijke noodza kelijkheden en gecompliceerd kleinwerk. Eerst een later geslacht zat zuiverder de verhoudingen zien, en de beteekenis der politieke en maatschappelijke leiders waar- deeren uit dit arbeidzame tijdperk van ge duldig katholiek bouwen. Maar uit de staatsarchieven, de notulen van oprich tingsvergaderingen, de verslagen van open bare lichamen en vereenigingen zal de ge schiedschrijver een der belangrijkste blad- Zijden bijeen lezen, en op die bladzijde zal men met een bescheidenheid, welke zich altijd op het tweede plan wist te houden, maar met een daadkracht, die hem uit onge zochte omstandigheden telkens weer naar het eerste plan hief, zien bewegen de figuur van den aristocratischen democraat, die van advocaat en gemeenteraadslid in vele openbare functies actief werd tot hij, uit het commissariaat der provincie Limburg geroepen in het eerste en de volgende Mi- nisteries-Ruys, als voorzitter van den Mi nisterraad het land of als parlementair Voorzitter de Tweede Kamer regeerde. Hij is pas zestig jaar, en voor de figuur van dit rustig rustelooze leven ligt nog een politiek perspectief. Deze gedenkdag schrijft nog niet zijn verdiensten af, maar de na tionale en katholieke dankbaarheid heeft thans toch wat te doen. Want zijn leven volgde in groote lijn de geschiedenis van het nationale tijdperk, dat hij bedreef, en van de katholieke partij, die hij naar een nieuwen tijd hervormde. Schapers eerlijk „Een halve eeuw van strijd" heeft pas ont huld, dat 't land nog grooter gevaren heeft beloopen dan geweten werd, toen de re volutie in het najaar van 1918 de oogen fascineerde, maar Ruys de gewapende zui derlingen Den Haag liet inrukken en in de Kamer Troelstra toebeet: „de Regeering wijkt niet!" Dat twee Ministers uit zijn Jongste Kabinet de continuïteit van zijn be- tstuur bewaren en alleen een verfijnd plichtsgevoel hem buiten de huidige Re geering hield, bewijst de gaafheid van zijn staatkundig evenwicht zoo goed als zeker Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer, dat hem niet op een week-end kon vangen, of de ruw rijmende anti-Ruys-hagel van de Notenkraker en de marxistische straatde monstraties tegen den Minister, die in zijn persoonlijke medeleven met de werkloozen veel geleden heeft. De hoon tegen den edelman, die voor het volk werkt, is even spreekwoordelijk als zijn karakter. Niemand overtrof hem als cumulator van onbetaalde functies. Met de jonge activiteit van Limburg aan het eind der vorige eeuw, begon hij de Ka tholiekendagen, met de Regouts de re traitehuizen; met Dr. Poels maakte hij de mijnstreek waaksch; hij was met den fijnen priester dr. Ariëns de initiatief-nemer voor de drankbestrijding; en tusschen de spanning van de staatkundige actuali teiten door pakte hij altijd weer een opko mende beweging aan of hielp haar aan pakken. En de eenvoud, ook voor het hoog ste gezag de gemakkelijkste aanpassing, in troduceerde hem meer dan hij den Minis ter van Staat gêneerde, als deze persoonlijk op stap ging voor het werven van een half millioen voor de Staatspartij, het fundeeren der nieuwe abdij van Egmond een der grootste cultureele werken der Katholieken van deze eeuw het aanspannen van den gezamenlijken offergeest. Want deze Jubilaris, die het als gezag drager altijd verstond anderen vertrouwen en verantwoordelijkheid te geven, deelde als katholieke werker graag de gemeenschap der Heiligen, hun geest en hun wijsheid, ook voor de uitvoering van zijn plannen, want zelden hadden wij leiders, die met zooveel stilte en voortvarendheid zooveel sa menwerking organiseerden voor een vast doorzien doel. Dit is een natuurlijk geheim van de diepte en rust, die een bovennatuur lijke levensbeschouwing ook den Christen staatsman meegeeft in de overstrooming van zorgen. De hemel behoude nog lang deze frissche rust, bron van de daad, zooals het stooten van de christelijke activiteit te gen het weerstrevende leven het karakter hielp vormen, waarvoor vandaag het Ka tholieke Nederland buigt. In het Eindverslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot tijdelijke korting der pen sioenen, onderstanden en gagementen van ge wezen Indische landsdienaren, locale ambtena ren en bijzondere leerkrachten wordt gezegd: In het Voorloopig Verslag werd o.a. weerge geven de opmerking, dat tegen de voorgestelde regeling ook deze, naar men meende, zeer ern stige bedenking rijst, dat zij het zwaarst wor den getroffen, die onder dikwijls harde omstan digheden het tegenwoordige Indië hielpen op bouwen. Bij di weergave werd verzuimd melding te maken van de omstandigheid, dat onder de hierbedoelde gepensionneerden zich een niet onbelangrijk aantal bevindt, dat wegens gebre ken in en door den dienst ontstaan, zijn af gekeurd, hetgeen in het bijzonder het geval is met een aantal oud-militairen, die in verband met hun toegebrachte verwondingen den dienst hebben moeten verlaten. Nu de regeering gemeend heeft het door haar ontworpen stelsel, behoudens ten aanzien van de gepensionneerde militairen beneden den rang van officier, ongewijzigd te moeten handhaven acht de Commissie van Rapporteurs zich ver plicht, alsnog onder de aandacht der regeering te brengen, dat bij het afdeelingsonderzoek door vele leden van de bovengenoemde omstan digheid gewag werd gemaakt, die daaraan een argument ontleenden voor het doen vervallen van de korting, in het bijzonder voor hen, die op deze wijze genoodzaakt zijn geworden hun salaris voor pensioen te verwisselen, Men zou het hem niet geven, wanneer hij in zijn stoel gezeten rustig de beraadslagingen volgt, of met ha merslag ingrijpt in de debatten, als Ze te fel worden of van den rechten weg af dwalen, maar toch is het een feit, dat de voorzitter van de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal, Jhr. Mr. Ch. Ruys de Bee renbrouck, morgen zestig jaar wordt. Een mijlpaal in het leven van dezen Staatsman, aan wien ons land grooten dank verschuldigd is. Met gerustheid mag hij den blik achterwaarts werpen, al zal hij niet alles begeerd hebben, waartoe hij in dit tijdperk geroepen is geworden. Groote boeken over Staatsrecht, als Thorbecke, Buys, Oppenheim en anderen heeft hij niet geschreven, maar door de daad heeft hij getoond een bestuurder, een leider, een staatsman te zijn met groote kwaliteiten. Begonnen als advocaat en procureur, werd hij spoedig plaatsvervangend kanton rechter en ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Maastricht, totdat hij in 1905 op 31-jarigen leeftijd door het kiesdistrict Gulpen werd afgevaardigd naar de Tweede Kamer. Een mandaat, dat steeds verlengd werd tot hij in Mei 1918 benoemd werd tot Commissaris van H. M. de Koningin in de provincie Limburg, als opvolger van zijn vader. Heel kort, naar wij meenen te we ten voor zijn gevoel veel en veel te kort is hij in Maastricht gebleven, want nau welijks had hij zich geïnstalleerd in het gouvernementshuis, of hij werd kabinets formateur en minister-president op 44-ja- rigen leeftijd. De jongste premier, dien ons land ooit gehad heeft. Van 9 September 1918 tot 4 Augustus 1925 en daarna weer van 10 Augustus 1929 tot 1 Mei 1932 is Jhr. Ruys de Beerenbrouck geweest de minister-president en de minister van Binnenlandsche Zaken en heeft hij zich ten spijt van zijn jeugd getoond een uitste kend regent, een goed bestuurder en een groot leider. Reeds kort na zijn optreden kon de jonge premier in November 1918 toonen wat het land aan hem zou heb ben. Pal bleef hij staan met een koel hoofd, toen de revolutionnaire golven kwa men aanrollen. Ruim tien en een half jaar minister-president te zijn in ons land is geen kleinigheid en zeker niet wanneer dit volbracht is geworden zonder dat het vertrouwen in zijn leiding geschokt werd. Nog meer verwondering baart het, dat zijn positie steeds ongeschokt bleef, niette genstaande er in geen enkel kabinet zoo veel ambtgenooten vielen als in het eerste ministerie-Ruys de Beerenbrouck. Hij bleef op de brug en nam voor velen tijdelijk het werk over. Geen staatsman in ons land is van zooveel departementen minister ge weest als de heer Ruys. Hij was ad interim minister van Oorlog, van Marine, van Ko- loniënë, van Landbouw, Handel en Nijver heid en ten slotte van Buitenlandsche Za ken. Van 17 September 1925 tot 10 Augus tus 1929 en thans weer sedert 31 Mei 1933, is de thans eerst 60-jarige, die intusschen in 1927 ook nog minister van Staat is ge worden, voorzitter van de Tweede Kamer. Ook in deze functie geniet hij het volle vertrouwen en toont den polsslag van de zen tijd te voelen, door de straffe, maar daarnaast ook joviale leiding die hij aan de vergaderingen weet te geven. Hij is zelfs voor dezen tijd een uitstekend voor zitter, die niets zal nalaten om het parle mentaire stelsel hoog te houden. Van No vember 1925 tot 10 Augustus 1929 was hij tevens voorzitter van het dagelij ksch be stuur van de Katholieke Staatspartij. Als leider is de heer Ruys de Beeren brouck onovertroffen, in dat opzicht heeft hij, blijkens getuigenissen van velen, die lid zijn geweest van een van zijn kabinet ten, bijzondere talenten. Niemand minder dan Dr. de Visser liet geen gelegenheid voorbij gaan om daarvan te getuigen. Buiten de politiek heeft de zestig jarige voorzitter van de Tweede Kamer zich groote verdienste vergaard door zijn ac tieve deelname aan den strijd voor de drankbestrijding. Jhr. Ruys de Beerenbrouck is op een leeftijd, waarop anderen in ons land eerst op het eerste plan komen, reeds sedert ja ren een figuur van beteekenis, waarop de Katholieke partij trotsch mag wezen. Aan al de voorname ambten en posten, want hij is ook nog voorzitter van den Mijnraad, paart deze 60-jarige een eenvoud en op gewektheid in den omgang die spreek woordelijk zijn geworden. Aan blijken van belangstelling uit alle lagen van ons volk zal het hem op dezen dag niet ontbreken. Het zij ons vergund hem nog vele jaren na deze, die reeds wel besteed zijn, toe te wenschen, jaren waarin hij nog veel kan doen voor het welzijn van ons land en niet het minste ook voor de Katholieke partij. Sch. k'vas <JV. mMsttsm In het Utrechtsch Studenten Weekblad „Vox Studiosorum" schrijft J. C. een ar tikel onder den titel „Decadentie van onze zondige jeugd", in welk artikel de schrijver danig van leer trekt tegen de fut- looze jongelui, die wars zijn van alle ernstig werk, terwijl onze tijd er dringend om roept: tegen de futlooze jongelui, die hun dagen zoek brengen met niets doen en nut- telooze om niet te zeggen: bovendien nog vaak slechte vermaken. „Is het niet treurig", zoo vraagt hij, „dat sommige jongelui meenen te moeten ont bijten in het toilet waarin ze zijn opgestaan, d.w.z. in pyama, om dan des middags zich pas te wasschen(?) en aan te kleeden?" En dan schrijft hij: De tijden zijn o zoo treurig, en de jeugd deed goed eens te kijken naar de ouder dom onder ons. Ik ken een oude dame die krom van de jicht is, doch haar eigen bed opmaakt en haar eigen huishouden verzorgt. Kom daar nu eens om bij die flutkinderen, die 's nachts om 3 uur thuis komen, 's mor gens ontbijt op bed krijgen en dan door- maffen tot 12 uur? Ik ken een ouden heer, die met een tomaatrond been op een tabouretje ligt, doch 's avonds het heele huis door strom pelt om te kijken of alles in orde is, die overdag al zijn zaken achter het bureau afdoet. Terug naar de natuur, zeg ik. In badpak onder de boomen liggen, rauwe appels eten, in weer of wind alle dag 15 minu ten zwemmen, afnemend bij vorst tot eenige minuten, eiken dag 100 M. hard- ioopen en 20 X touwtje springen. Want alleen door het lichaam gaat de moraal omhoog. Alle 3de jaars moesten in plaats van in of met de kroegcommissie avond aan avond meer te drinken dan de dorst groot is, dat jaar op het land werken. Ploegen en spitten, zaaien en oogsten, melken en hooien, mesten en kalveren in de wereld helpen. 1 maand in IJsland hooien is niet genoeg. Dan wordt jeugd pas wat zij zijn moet: de blozende lachende toekomst van Ne derland!" Al willen we niet alle middelen aanbeve len, die de schrijver aan de jeugd ter over weging geeft om te worden „de blozende lachende toekomst van Nederland", de ideeën door hem ontwikkeld zijn ongetwij feld gezond en blijkbaar geïnspireerd door het: „een gezonde geest in een gezond lichaam". Het is een frisch geluid, dat hij laat hoo- ren en dat tot bemoediging stemt. Want er blijkt uit, dat in de kringen van de stu- deerende jeugd het besef doordringt, dat nu het met de „spes patriae" hopeloos berg afwaarts gaat, de stroom van decadentie moet worden gekeerd en het ten hoogste tijd wordt, dat er een andere d.w.z. een ge zonde mentaliteit onder de jongelui gaat heerschen, wil de toekomst, die aan hen is, hoopvol en met vertrouwen worden tege moet gezien. Dat de schrijver van bovenbedoeld artikel de ouderen ten voorbeeld stelt, doet sympa thiek aan en getuigt van verstandig en nuchter inzicht, helaas maar al te veel zoek bij velen onder de jongeren, die in hun waanwijsheid meenen het zonder de oude ren wel af te kunnen en bij voorkeur hun werk, vaak pioniersarbeid, afbreken, even wel in gebreke blijvend zelf iets beters op te bouwen. Nieuws van den K.R.O. Zondagnamiddag tusschen 3 en 4 uur zal een Nederlandsch Kamermuziekensemble, dat zich in korten tijd een goede reputatie heeft ver worven, nJ. het Waleson-Strijkkwartet, voor den K.R.O. concerteeren. Het kwartet bestaat uit: Dick Waleson, le viool, N. de Klijn, 2e viool, Giel Smit, alt en Guillaume Hesse, cello en heeft zich van den Hoe dient deze op het platteland te worden geholpen? De Sub-commissie voor het Plattelandswerk der Landelijke Commissie ter bestrijding van de Gevolgen der Jeugdwerkloosheid heeft een supplement-rapport uitgebracht over het vraag stuk: werklooze plattelandsjeugd, waaraan we het volgende ontleenen. Reeds in haar eerste rapport had de commis sie er op gewezen, dat de werkloosheid ten plattelande een geheel ander en wel een veel meer blijvend karakter vertoont, dan elders. Uiteraard zal dus de bestrijding der gevol gen van de werkloosheid onder de jeugd op het platteland eveneens een ander karakter moeten dragen dan in de steden. En wel voor namelijk omdat hier niet zulk een scherpe scheiding gemaakt kan worden tusschen de be strijding der werkloosheid zelve en die van de gevolgen daarvan. De conclusies aan het slot van het genoem de rapport gepubliceerd, kunnen nog steeds ongewijzigd gehandhaafd worden. Daarnaast acht de commissie het nu echter noodig. allerlei direct practisch uitvoerbare mogelijkheden aan te geven. In de allereerste plaats dient gezocht te worden naar mogelijkheden van practischen arbeid. Geschoolde arbeiders industrie-arbeiders, zoowel als arbeiders uit het land- en tuinbouw bedrijf zullen zooveel mogelijk in hun eigen vak te werk gesteld moeten worden. Voor bei de categorieën zal hiervoor het aangewezen middel zijn: te werk stelling bij de uitvoering van grootere werkobjecten. Liefst ter plaatse, althans in de nabijheid van eigen woonplaats. Voor de land- en tuinbouwarbeiders beveelt de commissie, evenals reeds in het vorige rap port is geschied, het instellen van gemeente lijke proefwerktuinen aan. Voor de ongeschoolde arbeiders konjt even eens tewerkstelling in aanmerking. Wj zullen vooral grondwerk en ontginningswerk kunnen doen. Het verdient ook hier aanbeveling naast den practischen arbeid, theoretische cursussen en eventueel ontspanning te organiseeren. In de pr act ijk is echter gebleken, dat het op het platteland veel moeilijker is om tot een dergelijke eenheid van werk te komen, dan in de grootere plaatsen. Toch meent de Commissie er met den mees ten nadruk op te moeten aandringen, dat men het ontwikkelings- en ontspanningswerk niet uit het oog verliest. Juist op het platteland kunnen prettig ingerichte „honken", waar iede re werklooze jongere op elk uur van den dag een onderdak kan vinden, van onschatbare waarde zou zijn. De van-de-vakschool-komende jeugd kan bij de geschoolde arbeiders worden ondergebracht. Den van de lagere school komenden jongeren zal men zoo mogelijk gelegenheid moeten geven tot het volgen van eenvoudige vakcursussen tot practische oefening. De eenige manier, waarop het mogelijk blijft op het platteland deugdelijk werk te organi seeren, is samenwerking tusschen verschillende gemeenten. Op deze wijze komt men tot con centratie van het werk. En het is in de afge- loopen maanden in verschillende plaatsen ge bleken, dat dit de methode is voor het plat teland. Waar de practische arbeid in de allereerste plaats in aanmerking komt op het platteland, spreekt het vanzelf, dat men over deskundige, technische leiding moet beschikken. Naast deze technische leiding echter, is het noodzakelijk voor paedagogische leiding te zorgen. Het doorvoeren van deze methode is alleen mogelijk, indien de algemeene leiding van het werk zoowel van het practische als van het theoretische in handen is van iemand, die de practijk van de vrije jeugdvorming kent. de sfeer ervan aanvoelt; m. a. w. als het in han den is van een jeugdleider. Is er in een Gemeente belangstelling voor tuinbouw-opleiding, dat kan men zich om voor lichting wenden tot de Koninklijke Nederland- sche Mij. voor Tuinbouw- en Plantkunde te Aalsmeer. Deze Mij. heeft zich bereid ver klaard haar volle medewerking te verleenen bij .den arbeid voor Jeugdige werkloozen. beginne af aan bepaaldelijk toegelegd op het geven van uitvoeringen van moderne kamer muziek. Behalve een der Mozart-kwartetten staat ook nu een modem werk op het programma, n.l. het 2e Strijkkwartet van den Hongaar Zoltan Kodaly. Onder leiding van den bekenden folklorist D. Wehrens zal Zondagavond a.s. te 8.15 uur voor den K.R.O. een Nederlandsche folkloristische avond worden gegeven, waarin m.m.v. een aan tal vocale en instrumentale solisten, voor drachtkunstenaars en het K.R.O. Orkest o.l.v. Johan Gerritsen een greep zal worden gedaan uit de folklore van ons land. Ten gehoore worden o.m. gebracht een ge deelte der Zuiderzee-Symphonie van Cornells Dopper verder volksliederen en dansmuziek, proza en poëzie uit onze verschillende provin cies. Blijkt deze avond een succes te zijn, en bij de luisteraars in den smaak te vallen, zoo zul len er nog meer volgen. St. Nicolaas-avond De Sint Nicolaasavond brengt dit jaar eens een bont Sinterklaasprogram, met medewer king van verschillende artisten, ensembles en de KRO-BOYS. Deze avond draagt het karakter van een non stop Cabaret-programma en zal bij de luiste raars ongetwijfeld in den smaak vallen. Een verwachte accijnsverhooging van SO pet. zou de sigaret duurder en slechter maken In een persconferentie belegd door de Ne derlandsche Vereniging van Sigarettenfabri- kanten en den Nederl. Bond van Groot-Fabri kanten in de sigaretten-industrie heeft mr. dr. E. de Vlugt namens de in deze organisaties georganiseerde Nederl. Sigaretten-industrie ge waarschuwd tegen de dreigende sigaretten-ac- cijnsverhooging tot 50 pCt. 18 September dien de de regeering een wetsontwerp in tot ver hooging van den accijns op sigaretten tot 37'/2 pCt. (voor sigaren tot 2254 pCt). Maar nu dreigt in de Kamer een accijnsverhooging voor sigaretten te komen tot 50 pCt. (voor sigaren tot 1254 pCt.). Tot 1924 bedroeg de accijns op sigaretten 25 pCt. in 1931 vermeerderd met 30 opcenten, in 1932 verhoogd tot 50 opcenten wat neerkomt op een huidig percentage van 33 1/3 procent. De sigaretten-industrie heeft zeer zeker haar deel willen bijdragen tot leniging van den fi- nancieelen nood, zij heeft zich neergelegd bij het aanvankelijke regeeringsyoorstel, maar de nieuwe dreigende verhooging wordt haar te bar. Eensgezind komt men daartegen in ver zet, zei mr. dr. de Vlugt. Het kan best zijn, dat de sigaren-industrie de voorgestelde accijnsver hooging niet kan dragen, maar de sigaretten industrie kan de dreigende verhooging tot 50 pCt. evenmin torsen. De accijnsverhooging bo ven het tegenwoordige niveau zal den gemid delden kleinhandelsprijs doen dalen. De goed- koope sigaretten zullen niet meer loonend kun nen worden gefabriceerd, terwijl de duurdere niet meer zullen worden verkocht. In 1930 werden 354 milliard sigaretten verkocht; bij een accijns van 25 pCt. was de belastingopbrenst 15.3 mil lioen bij een gemiddelden prijs van 1.7 cent per sigaret. In '33 werden over de eerste 9 maan den 3 milliard sigaretten verbruikt; bij een ac cijns van 3354 pCt. bedroeg de opbrengst circa 12.6 millioen bij gemiddelden verkoopsprijs van 1.29 ct. Bovendien zullen de goedkoopste siga retten verdwijnen. Verlaging van den gemiddelden kleinhandels prijs en afneming van den omzet zal de ac cijnsopbrengst eer verminderen dan vermeer deren. En de sigaren-industrie zal er geen voordeel van hebben, afgezien nog van 't onbil lijke om op den een te leggen wat de ander niet wil of kan dragen. Geschaad zullen worden: sigarettenfabrikan ten, (met 5000 man personeel), verpakkingsfa brikanten, reclamebedrijven, grossiers, winke liers, reizigers e.a. In een adres aan de Tweede Kamer is dit uitvoeriger betoogd. Het minst koopkrachtige gedeelte van het pu bliek zal de binnen zfjn bereik zijnde merken zien verdwijnen; de rest zal voor hetzelfde geld als thans met een mindere kwaliteit moeten genoegen nemen. Een preventief toezicht Verschenen is het verslag der commissie uit de Tweede Kamer in welker handen is gesteld het wetsontwerp houdende bepalingen tot be veiliging van den arbeid in het algemeen en bü het verblijven in fabrieken of werkplaatsen in het bijzonder. In het algemeen kon de commissie zich met de strekking van dit wetsontwerp vereenigen. Tegen de voorgestelde uitbreiding van de wer kingssfeer der Nederlandsche veiligheidswetge ving meende zij geen bezwaar te moeten maken. Zij is echter van oordeel, dat er betere syste matiek gewenscht ware. De regeering wijst daar tegenover op de bestaande andere wetten, die de veiligheid regelen. Bestonden die wetten niet, dan zouden al deze maatregelen misschien in één wet worden ondergebracht. Deze wet zou er dan echter niet duidelijker op worden. De commissie merkte op, dat zij het niet con- over het breken met het streng ambtelijk ka rakter der veiligheidwet en komt tot de con clusie, dat voorloopig niet verder dient te wor den gegaan dan het in dit wetsontwerp voor gestelde. De commissie merkt op, dat zij het niet con sequent achtte, eenerzijds uitbreiding te geven aan de veiligheidswetgeving en anderzijds een deel van de bedrijven daarbuiten te doen vallen. Deze inconsequentie bestaat slechts in schijn, zegt de regeering. In de fabrieken en werkplaatsen, waar geen krachtwerktuig wordt gebezigd, of waar minder dan vijf personen plegen te verblijven, is echter in den veiligheidstoestand niets veranderd. Het is uit dien hoofde dan ook niet urgent deze werkplaatsen, die in 't algemeen zeer weinig gevaar opleveren, onder de wet te brengen. De regeering heeft bij haar antwoord nog gevoegd een nota van wijziging, met het doel een preventief toezicht in te stellen op het ge bruik van toestellen of vaten, die gevaar voor ontploffing opleveren. Francis Koene hersteld Naar wij vernemen, is de ongesteldheid van den violist Francis Koene van lichten aard ge weest. Den volgenden avond is hij weer opge treden te Veendam als solist met het Gronin ger orkest onder leiding van Kor Kuiler. r-,zilenidwmoedtj Journalistiek jubileum Op 1 December zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer Jos Verhulst, hoofdredacteur van de „Nieuwe Delftsche Courant," zün intrede deed in de journalistiek. In een onzer weekbladen haalde de vorige week de letterkundige Den Doelaard 'n voorval uit het jaar 1914 op. In dat oorlogsjaar hield een Fransche torpe doboot in het kanaal een schip aan, dat geladen was met metaal, bestemd voor een Duitsche wapenfabriek. Triomfantelijk werd de buit door den Franschen gezagvoerder naar de haven van Brest gebracht, natuurlijk in de verwachting, dat de Fransche regeering buitengewoon blij met die verovering zou zijn. Niets was echter minder waar dan deze be grijpelijke veronderstelling. Het bleek n.l. dat het metaal afkomstig was uit Fransche koloniën en eigendom van den Franschen millionnair en financier Rothschild, die 't verkocht had aan den vijand! Er volgde geen inbeslagname; het schip mocht zijn reis naar Duitschland voortzetten. Het metaal zou daar veranderd worden in kogels en granaten, om vervolgens afgeschoten te w'orden ook op Fran sche soldaten.... Dit is heusch geen fabeltje, dit is de ver schrikkelijke waarheid. Het zou geen zin hebben die beschamende historie nog eens op te rakelen, indien de wapen fabrikanten sinds eenige jaren niet wederom bezig waren een stalen net te weven, om de menschheid er in te verstrikken. Te Genève zwermt het van hun agenten en het moet reeds voorgekomen zijn, dat gedelegeerden zich hebben laten verleiden de besprekingen te doen misluk ken! Momenteel wordt de pers ook intensief be werkt. Men tracht onrust en wantrouwen te ver wekken door het lanceeren van falsificaties of halfware berichten. Omdat over het algemeen de couranten zich niet leenen tot opzettelijk be drog, koopt men thans bladen op. Het orgaan van de R. K. Joumalistenvereeni- ging bracht onlangs de onthulling, dat het Fransche Creuzot-concem, de machtige wapen fabrieken, een Fransch blad wist te bemachtigen, dat van stonde af aan in militairistischen geest te keer ging. Vier Belgische bladen zijn even eens aangekocht door de oorlogsindustrie. Men dacht eerst, dat Creuzot daar ook achter zat, maar waarschijnlijk is het Cockerill. In ieder geval maken deze vier bladen thans dagelijks reclame voor zwaarder bew'apening van België, terwjjl ze daar eerder nooit over hebben gekikt. Zoo wordt de strijd gestreden om de lugubere winst, om de winst uit het vervloekte mate riaal, dat dood en verderf moet veroorzaken. Lagere winzucht is al niet denkbaar. In dezen tijd van het jaar komen de voor teekenen van den naderenden winter in groote deelen van de wereld om ons heen zich met niet te miskennen duidelijkheid aanmelden. Dat de eerste sneeuw reeds in Noord- en Mid- den-Duitschland gevallen is, beteekent nog niet eens zoo heel veel, al moet dit verschijnsel bij de beoordeeling der meteorologische gebeurte nissen van den laatsten tijd niet over het hoofd worden gezien. Van meer belang zijn de ge beurtenissen in het Noord-Oosten van Europa. Gewoonlijk is de blik van den meteoroloog naar het Westen gericht, omdat toch de meeste groote veranderingen daar vandaan komen, maar voor den winter zijn de verschijnselen in het Noord-Oosten en Oosten meestal van groote beteekenis, omdat de koude, die ons be reikt, daar vandaan komt en alleen het einde van een koude-periode door de gebeurtenissen in het Westen wordt veroorzaakt. In dezen tijd moet de meteoroloog dus naar twee kanten tegelijk kijken. Wat is er in het Noord-Oosten aan de hand? Reeds eenigen tijd heeft het in het Noorden van Skandinavië en in Finland zeer hard ge vroren. Er kwamen reeds temperaturen van 20 graden Celsius onder nul voor. Dit is zelfs voor deze landen vroeg in den winter. Nu is weliswaar gedurende de laatste dagen daar de temperatuur weer iets gestegen, maar sedert gisteren meldde men opnieuw een dalende tem peratuur. Het gebied van hoogen druk, dat over Skandinavië ligt, is opnieuw in beteeke nis toegenomen en breidde zich sedert gisteren weer naar het Zuid-Westen en Westen, dus naar Duitschland en den Balkan uit. Dit be teekent een versterking en voorloopig een lan- geren duur van een luchtdruk-verdeeling, die gunstige kansen oplevert voor een echten win terweerstoestand, temeer nu een diepe depres sie, die eergisteren ten Zuid-Westen van Ier- rand was verschenen, stationnair Is geworden en zich opvult, zoodat er weinig kans is. dat spoedig een storing uit het Westen een einde aan dezen winter-weerstoestand komt maken. De beteekenis van deze luchtdruk-verdeeling is in de eerste plaats, dat zii gunstig is voor "fstrooming van koude lucht naar het Westen. Wii hebben reeds uit de temperatuurdaling der 'aatste dagen en uit den lagen stand van den thermometer kunnen gewaar worden welk een grooten invloed deze luchtstroming heeft ge had op het weer hier te lande. Verder moeten wii in aanmerking nemen, dat de nu heersebende luohtdrukverdeeijng' jn hoofdzaak dezelfde is als die. welke in een periode van strenge vorst in Europa heerscht. Hiermede bedoel ik niet te zeggen, dat ons nu strenge vorst te wachten staat, want dat is niet alleen niet waarschünliik. doch het is ook nog niet moeeliik. daar het seizoen nog lang niet zoo ver is gevorderd, dat in het Oosten strenge vorst heerscht en voordat het zoover is kan hier geen sorake ziin van groote koude. De b»teekeni.s van den vroegen wiptertoestand is thans nog aUeen. dat hii zich dit iaar bijzon der vroeg ontwikkeld heeft en een zekere merk waardige stabiliteit vertoont, een neiging om teo-en storende invloeden in te bliiven bestaan. Het is echter niet mngelük daaruit ver strek kende conclusies te trekken. Wat de winter ons zal brengen moeten wii eenvoudig afwachten. Maar de heerschende algemeene weerstoestand verdient thans onze aandacht. (Nadruk verboden) Examen Wiskunde L. O. DEN HAAG. Geslaagd de heeren H. Kriek, Leiden; G. N. Stevens, Wessem (L.). Causerie over het Roode Kruis Op Vrijdag 1 December a.s. zal de secretaris van den Bond van Vereenigingen van Leden der Transportcolonnes van het Ned. Roode Kruis een causerie houden over doel en werken van het Ned. Roode Kruis, welke causerie zal worden uitgezonden door de K. R. O., 's avonds om zes uur,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9