VELO WRINGER Het St. Nicolaasgeschenk
Het doek valt na tien bedrijven
BEGROOTING AANGE
NOMEN
ZATERDAG 2 DECEMBER
Verlaging kindertoeslag
GEMEENTERAAD VAN HAARLEM
Waardeering voor onzen wethou
der voor zijn beleid als werk-
loozen- en armenvader
Verpleging krankzinnigen
Belastingen
De bedrijven
Is het klimaat hier ge
zond?
Dat zou ik denken. In vijf
jaar is er maar een mensch
gestorven. En dat was de dok
ter.
Zoo en waarom dan?
Van den honger zeggen ze.
En Rolig Half Tima.
|iiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiBRABANTSCHE BRIEVEN
I Geheimzinnig-schoone dagen staan veur de dear
't Maantje
schijnt aanders
'Nen kollesaal
drukken avond
De kindertoeslag
U itbreidingsplan
HOLL. MIJ. VAN LANDBOUW
Tarweprijs voor oogst 1934
Steunregeling voor de
aardappelteelt
Invoer van Deensch vleesch
E. 52
In de vergadering van den gemeenteraad
Wordt Vrijdagmiddag de behandeling van de
begrooting voortgezet.
Aan de orde is hoofdstuk IX, ondersteuning
Ran behoeftigen en werkloozen.
OVERSTEKGEN heeft duizend en een klacht
en er deugt niets. Over den heer v. Liemt
heeft spr. in tegenstelling met de andere wet
houders, geen klagen. Deze wethouder onder
zoekt alle kiachten en aan hem ligt het niet,
als 't fout gaat. Spr. gaat heftig te keer tegen
het Leger des Heils, waar met gestolen kleeren
zaken gedaan wordt.
VERSCHILLENDE STEMMEN: Dat is een
beschuldiging in het openbaar zonder bewijzen.
Dat mag u zoo maar niet zeggen.
OVEnSIEEGEN: Ik heb de bewijzen. De
jonge werkloozen mogen niet meer gedwongen
worden naar het Leger des Heils te gaan. Daar
gebeuren dingen, die werkloozen ten gronde
brengen.
De heer WOLZAK protesteert ten sterkste
tegen deze verdachtmaking, temeer daar deze
inrichting zich nu niet kan verdedigen. Spr.
heeft eerbied voor het Leger des Heils, daar
wordt mooi werk verricht.
De heer CASTRICUM betreurt het, dat bij
dit hoofdstuk nog zoo'n triest geluid gehoord
moet worden. Er zijn natuurlijk zaken, die bij
een dienst als Maatschappelijk Hulpbetoon,
moeilijkheden veroorzaken. Spr. brengt echter
hulde aan wethouder v. Liemt, die zijn .depar
tement" ondanks de zeer sterke toeneming van
Werkzaamheid kundig bleef beheersehen.
Spr. zou gaarne een kleine klachten-commis
sie hebben, dat vergemakkelijkt zelfs het werk
voor den Dienst. Hij zou meer waardeering wil
len hebben voor de vakcentrales, vooral van
de zijde van B. en W.
De heer MEIJERS vraagt speciale aandacht
Voor de werkloozen, die het niet-werken phy-
siek niet kunnen verdragen. Zij moeten, zij het
tijdelijk, in het productie-apparaat worden op
genomen. Dat geeft dezen menschen weer moed
Voor de toekomst.
Spr. vraagt of het juist is, dat er gevallen
zijn, waarbij verhaal op crisis-uitkeering plaats
heeft gevonden.
De heer PEPER gewaagt van ambtenarij bij
Maatschappelijk Hulpbetoon. Met zeer veel
moeite worden daar gemaakte vergissingen her
steld. De dienst maakt volgens spreker inbre
kers.
De heer v. KESSEL brengt ook warme hulde
aan wethouder v. Liemt, vooral ook om de wijze
waarop hij de werkloozen te woord staat en
ontvangt.
Er zijn natuurlijk klachten, maar het spreekt
vanzelf, dat de wethounder niet alle gevallen
kan weten. Spr. is van meening, dat het verhaal
Wat rigoureus wordt toegepast. Het is niet op
voedend voor de jongeren, die zeker niet zuilen
sparen. Is de controle van den Dienst wel vol
doende?
Spreker heeft voorbeelden, waaruit blijkt van
Wet.
De heer BAAS schetst ook het groote werk
Van den heer v. Liemt, die den werklooze be
grijpt en zijn leed, waar mogelijk, verzacht.
Spr. vraagt vrijwillige armverzorgers.
De heer KUIPER gelooft, dat het onmogelijk
fe een scheidsgerecht tusschen B. en W. en de
gesteunden in het leven te roepen. Maar een
contact-commissie zou heilzaam werk kunnen
doen. De werkloozen willen zeer graag in de
driedaagsche werkweek geplaatst worden, de
distributie zou wellicht een klein beetje recht
vaardiger kunnen geschieden.
De heer KLEIN komt tegen de gedachte op,
dat „iedereen" maar naar hèt Leger des Hens
gedirigeerd zou worden. Wel degelijk wordt op
de mentaliteit van den onderdakzoekende gelet.
I>e commissie van advies voor M. H. wordt vol
gens spreker te weinig ingelicht.
Mevrouw SCHELTEMA vindt de controle
Voor de commissie schoolkleeding te overdre
ven. Slijtage van schoenen van aanvragers
moet zij zelfs controleeren. De commissie van
de schoolkleeding zal wat meer vrijheid moe
ten hebben.
De heer VISSER meent, dat er in onze stad
te veel steuntrekkers komen wonen, waardoor
de toestand nog bedenkelijker wordt. Spr. houdt
nogmaals een betoog naar aanleiding van zijn
Verworpen motie, en concludeert, dat gewerkt
moet worden voor steun, indien eenigszins mo
gelijk. Dat wil men niet begrijpen. De dienst
Voor Maatsch. Hulpbetoon is even duur als het
opgeheven Burgerlijk Armbestuur.
Spr. zal vooral daarom tegen de begrooting
Stemmen.
De heer NIEMöLLER is het niet met zijn
fractiegenoot eens.
Wethouder v. LIEMT had ook gaarne ge
zien, dat de begrooting optimistischer gestemd
geweest zou zijn. De werkloosheid neemt geluk
kig in onze stad niet toe, het hoogste punt is
gepasseerd.
Spreker wijst er op, dat vele winter-werkloo-
zen in den zomer genoeg verdienden, om wat
over te houden. Daar wordt natuurlijk rekening
mede gehouden. Er zijn er, die. in de driedaag
sche werkweek zijn, en toch een brandstoffen-
toeslag krijgen. Maar dat is geen regel. De amb
tenaren van M. H. zijn overkropt met werk, het
is bijna voortdurend overwerken; spreker wijst
eenige blaam op de ambtenaren af.
Normale jeugdige werkloozen worden niet ge
stuurd naar het Leger des Heils. Geschiedt dit
wel, dan is het een groote uitzondering.
Den heer Peper antwoordt spr., dat er onder
de 4000 gesteunden altijd dezelfde 100 zijn, die
altijd en altijd met klachten komen. Alle klach
ten van Peper ontzenuwde spreker, en hij noemt
ze probeersels om politieke succesjes te halen.
Voor de klachten-commissie was er een taak,
maar thans is deze onnoodig, wat ook de regee
ring meent, die het heft in handen houdt.
Het verhaal op de gesteunden is al geruimen
tijd stopgezet. Klachten zijn er niet veel ont
vangen. De kantonrechter van Haarlem is bui
tengewoon meegaand en hij treft zeer men-
schelijke regelingen bij het verhaal.
Over de gedachte van den heer Baas, om vrij
willige verzorgers by M. H. te voegen, zullen
B. en W. zich beraden. Dat zal zeker een groote
bezuiniging geven. De commissie van bijstand
kan niet veel uitrichten, de richtlijnen worden
door de regeering aangegeven.
Den heer Visser antwoordt spreker, dat
Maatsch. Hulpbetoon veel en veel meer te doen
heeft dan indertijd het Armbestuur. Geen
wonder dus, dat het minstens evenveel kost. De
intense en veelzijdige administratie vraagt
goede ambtenaren, juist omdat kritiek zooveel
mogelijk vermeden moet worden.
Het werk van de vakvereenigingen dwingt
eerbied af en het is nooit de bedoeling ze te
kwetsen.
De VOORZITTER heeft onmiddellijk bjj den
commissaris laten informeeren, of de klacht
over het Leger des Heils, door den heer Over
steegen geuit, juist is. Het Leger gaat volgens
dit rapport geheel vrij uit, hetgeen bewezen
werd.
Wethouder ROODENBURG hoopt nog vele
jaren samen te werken met de commissie voor
schoolkleeding.
De heer OVERSTEEGEN dient een motie in,
om den werkloozen met Kerstmis een dubbele
uitkeering te geven. Verworpen mef 322 stem
men.
B. en W. deelen mede, dat de regenten van
het St. Elisabeth's Gasthuis de helft van den
post presentiegeld willen laten vervallen. De
post wordt onder dankzegging tot 250.ver
laagd.
Mevrouw VENEMA vraagt of B. en W. willen
overwegen, bij het St. Elisabeth's Gasthuis een
observatie-ruimte in te deelen voor krankzin
nigen. Daardoor kan door eigen medici be
keken worden, of ze al of niet naar het Prov.
Ziekenhuis gebracht moeten worden.
Spr. zou gaarne een onderzoek willen hebben,
of het voor den patiënt niet aanbevelenswaar
dig is, na langen tijd in het Prov. Ziekenhuis
verbleven te zijn, naar Geel te worden over
gebracht. Zij meent, dat daardoor bezuiniging
mogelijk is. Is het soms niet beter ze in eigen
milieu terug te brengen?
De heer REINALDA is het in hoofdzaak met
mevrouw Venema eens. Men moet de overplaat
sing voor den patiënt nuttig achten, doch be-
zuiniglngs-gedachten er buiten laten. Plaatsing
in eigen milieu noemt spreker zeer problema
tisch.
De VOORZITTER zegt, dat voortdurend op
overbrenging naar Geel gelet wordt. Een be
zuinigingsmaatregel moet men niet in de voor
stellen van mevrouw Venema zoeken. Als er
middelen beschikbaar zijn om bjj het St. E. G.
een paviljoen te bouwen, zal daartoe worden
overgegaan.
Wethouder SLINGENBERG zegt, dat deze
zaken de voortdurende aandacht van B. en W.
hebben. Voorloopig is een observatie-inrichting
bij het groote gasthuis overbodig. Er wordt vol
doende in voorzien en men krijgt geen bezuini
ging.
De heer PEPER merkt op, dat het gasthuis
bijna geheel leeg is, waarop wethouder SLIN
GENBERG antwoordt, dat de gezondheidstoe
stand in Haarlem toeneemt, maar dat overi
gens het gasthuis thans zoo goea als geheel
bezet is.
Gevallen en klachten uit de vijfde hand wor
den natuurlijk ter zijde gelegd.
De heer CASTRICUM brengt hulde aan den
wethouder van financiën voor het gevoerde be
leid. De belastingen zijn zwaar verhoogd, maar
dat was de nood der tijden. Spr. heeft het be
leid gesteund, hoewel het hem zoo nu en dan
pijn heeft gedaan.
Spr. zou in de toekomst belastingverhooging
willen hebben, die de minst-draagkrachtigen
niet noemenswaardig meer zal treffen.
Behandeld wordt ook het verzoek van de
Horecaf e.a. tot verlaging van de personeele
belasting voor café's etc.
De heer Castricum wil dit adres niet onmid
dellijk afwijzen, een onderzoek kan worden in
gesteld naar den toestand van die inrichtingen.
Hij doet eén voorstel in dien zin.
De heer v. TETERING onderschrijft het ver
zoek van de Horecaf. Maar er zijn meer onpret
tige belastingen. De motieven zijn juist, maar
de toestand van de gemeente iaat verlaging
niet toe.
Wethouder SLINGENBERG erkent, dat nood
gedwongen belastingverhooging noodzakelijk
was. In den vervolge zal in hooge mate reke
ning worden gehouden met de draagkracht van
de kleine menschen.
Spr. is het eens met den heer v. Tetering.
Dit eene bedrijf kan niet bevoordeeld worden,
er zijn meer bedrijven, die er zwaar voor zitten.
B. ten W. blijven echter volkomen diligent.
Het voorstel-Castricum wordt daarna inge
trokken.
De vergadering wordt geschorst tot 8 uur.
Na heropening is in behandeling het hoofd
stuk.
Voorzitter is thans de heer Slingenberg.
De heer CASTRICUM wijst er op, dat de raad
eenige vergaderingen geleden niets wilde weten
van verhooging van de electriciteitstarieven. En
nu heeft hij de vorige week bijna zonder pro
test de z.g. technische voorstellen aanvaard.
Spr. kan zich niet indenken, dat deze verhoo
ging geld zal opbrengen, omdat men natuurlijk
minder stroom zal gaan gebruiken.
De heer BLANKEVOORT is van meening, dat
het gas zoo goed als heeft afgedaan. Mevrouw
Wolters heeft voor den Utrechtschen Raad uit
eengezet, dat perfectionneering van het electri-
citeitsbedrijf en zeer groote beperking van het
gasbedrijf zeer groote voordeelen zou brengen.
Verlaging van tarieven zal grooter gebruik ten
gevolge hebben. Deze zaak is volgens spreker
niet urgent, maar zij is bestudeermg waard.
De heer v. TETERING constateert, dat de
gemeente winkels dit jaar een nadeelig saldo
geven. Die winkels zijn z.g. showrooms. Een
goede gemeente-ambtenaar kan in deze win
kels geen commercieele voorkomendheid de-
monstreeren. Bij wijze van proef zou spr, aan
de vier organisaties op gas- en electriciteits-
gebied de zaak willen overdragen. Financieel
nadeel zou deze overdracht niet hebben en de
gemeente kan nauwlettend toezien. Spreker
diende dienaangaande een motie in.
De heer KLEIN SCHIPHORST zegt, dat de
samenwerking tusschen de verschillende bedrij
ven te wenschen overlaat. Dat kost geld aan de
gemeente. Het is spr. overkomen, dat hij 3 aan
sluitingen in één perceel moest hebben Daar
kwamen zes menschen bij te pas: de straten
makers bleven staan wachten totdat de gas
fitters klaar waren. Openbare Werken en Be
drijven werken geheel niet samen, hetgeen spr.
met voorbeelden aantoonde.
Ook tusschen de verkeersafdeeling en het
electriciteitsbedrijf is geen samenwerking. Daar
gaan handen geld verloren.
Mevrouw VENEMA klaagt er over, dat gas-
en electriciteitsbedrijf, beide van de gemeente,
elkaar door reclame bestrijden, op kosten van
den belastingbetaler. Dat is absoluut niet noo-
dig. Ook kan de particulier wel reclame maken
voor bepaalde toestellen.
Wethouder SLINGENBERG is nog steeds met
den heer Castricum in gevecht over de tarieven
en men zal het wel niet gauw eens worden.
Overigens verwijst spreker naar zijn antwoord
bij de Alg. Beschouwingen.
De stem van den heer Blankevoort is uit het
verleden, het gasbedrijf floreert nog ondanks de
waarschuwingen tien jaar geleden geuit, De
capaciteitvan het electriciteitsbedrijf is het
dubbele van het gebruik op dit oogenblik. Uit
breiding is dus niet noodig.
Al is er verlies bij de Toonkamers, dan moe
ten ze nog behouden blijven voor de gemeente.
Het laten zien van de artikelen doet het ver
bruik toenemen. Het vraagstuk kan bekékén
worden en de motie van den heer v. Tetering
kan óm prae-advies gaan. Illusies moet dit
raadslid echter niet koesteren. (De raad ging
daarmede accoord).
Het grondbetoog van den heer Schiphorst
deelen B. en W. Er is een contactcommissie tus
schen de bedrijven en O. W. Streng zal worden
toegezien. Daar de wethouder van Openbare
Werken niet aanwezig was, bleef verder ant
woord uit. Spreker deelt mede, dat ook in be
handeling komt de splitsing van de bedrijven
in opwekkings- en distributiebedrijf. Daardoor
illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
ULVENHOUT, 28 Nov. 1933
Menier,
Geheimzinnig-schoone dagen
staan veur de deur.
Sinterklaas- en Kersttijd.
Ouwejaar 't zijn dagen vol van heimelijk ge
not en stil plazier, dagen die as rustpuntjes zijn
veur 't gejaagde zielement van 't menschdom,
da-d-as 'nen haas wordt opgejaagd, over de don
kere wegels van z'n bestaan.
Waant de puurte van de rustige zekerheid,
die is lijk de klèèrte van 'nen stillen plas in de
hei, is veur de weareld van vandaag nie meer
weggeleed.
Dieën „plas" is troebel. D'n hemel kan er nie
meer in spiegelen en glaanzen. 't Zonneke kan
er nie In stralen tot d'n bojem toe. Klodders
bruine schuim drijven op d'n spiegel, van den
6türm, die alle bezinksel loswoelde en boven
komen deed.
Genogt daarover.
'k Wouw 't sjuust over heel iets aanders heb
ben dan over die schuimklonters boven op d'n
plas. Dan over de vertroebeling tot in 't diepste
van da stille water.
Waant we gaan 'nen heelen reeks van schoone
dagen tegemoet, van de rust die ok op d'n bui
ten zoow stil schemert over de velden, in de
bosschen, laanks de wegels.
Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllö
Van de rust, die er sluiert
deur 'n steenouwe eikenlaan,
wegschemerend in 't blaauw
van de nevels, waar de druppen
in tikken van de kale eisen-
knoesten af. Van 'n rust die
zóów heilig-stil is, da ge 'r oew
beste gedachten ziet schimmen, tusschen de stil-
stroeve stammen, waarin 't nat deur de gerim
pelde schors krupt. Van 'n rust, amico, die op
de velden en op 't akkerlaand ligt, as stijven dril
in de sauskom.
D'n buiten is deus dagen van 'n wonderlijke
stemming. Die ieveraans te bespeuren is; in t
takkenrag van 't kaal gebomte; waarin de klit
ten te beven hangen van groote kraaiennesten;
in de groene wegels van onbetrejen bosch
paden, waarop zoow nouw en dan staat afge-
teekend 't raanke silhouet van 'nen schichtigen
reebok!
Dat te zien, ollee, da 's 'n prent veur oew
oogen. Maar dan 'n prent van goddelijke
makelij. Da 's zóó schoon, da 's zóó onendig vol-
mokt, da ge vergit te asemenEn as ge 'm
dan ziet wegschieten, de donkere bosschen in,
dan dan hebben oew oogen 'n lotje uit de
loterij getrokken, waant 't gebeurt nie dikkels,
da ge bij ons in de Ulvenhoutsche bosschen
deuze schoone, edele dieren teugenkomt.
's Middags glinstert de maan al aan de locht;
de dagen zijn kort nouw! En as ze dan teugen
vieren wa hooger geklommen is, 't wolkenspul
in trage beweging komen gaat, 'n vurig floers
aan den Westkant in de lochten haangt, ter
wijl nieveraans éénig gerucht te bespeuren
vaalt, gin windeke deur de takken of over de
akkers zucht, dan wikkelt d'n düster om oew
henen, da ge 't haast voelt aan oew vel. Dan
poeiert d'n nacht over de schepping in steeds
dichteren val en ten langen leste „ziet, de
maan schijnt deur de boomen."
Verdijd, amico, zoow oud as ge ok wordt,
de maan schijnt deuze week van 't jaar aanders
aan d'n zwarten hemel, dan de overige weken
van 't jaar.
Op d'n een of d' aandere manier hee ze wa
mee Sinterklaas aan de pet.
En as ik dan alleen in d'n akker staai, *n
bietje eenzaam, omgeven van 't donkere floers
van d'n fluweeldiepen avondschemer, dan voel ik
me efkens, heel efkens maar, twintig jaren jon
ger. Dan tuur ik efkens in 'n visioentje van 'n
vertrek bij petroleumlicht en dan zie ik de
spanning en de verwachting op de gezonde
kopkes, in de ver-openstaande glaanzende
oogskes van onze kinders, die we gedempt-luid-
ruchtig om de groote, ronde tafel zitten en 'n
bietje aangstig kijken naar de deur, telkens as
er voetstappen of geblaf van den hond op d'n
dusteren erft klinkt. Dan zie ik ze 'n bietje
opgelucht èn 'n bietje teleurgesteld ok, opnuuw
beginnen aan d'r spellekens en onderling ge
plaag, waantt was vader „maar", die bin
nenkwam. Ze hadden wa-d-aanders ver
wachtOk, al spraken ze daar dan nie over
teugen mekaren! Ja, efkens komt da visioentje
dan veur m'nen geest, daar in dieën zwarten
akker, mee da geheimzinnige maantje boven
m'nen kop. En dan dan wordt de stilte, de
trieste eenzaamheid wa zwaar veur 'nen
mensch-alleen en 't is dan, da 'k er uittrek.
Waant dan gaat er ok 'n vleug kouw deur oewen
nek, dan komt er 'nen wazigen kraans om 't
maantjedan drukken, veur 'n moment;
oew jaren in oew knieen, dan gade gaauw trug,
naar dazelfde huiske van twintig jaren gelejen,
wordt de omzetbelasting op de gas- en electrici-
teitsverbruikers verhaald.
Aldus besloten. Tegen stemmen de commu
nisten en de heer Castricum.
De heer WESTERVELD spreekt over het
grondbedrijf en de technische bezwaren weer
legt de VOORZITTER.
Bij het gasbedrijf wijst de heer KLEIN
op de hooge meterhuur, speciaal voor de kleine
verbruikers.
De bedrijven worden daarna goedgekeurd.
Ook de andere hoofdstukken.
Wethouder SLINGENBERG deelt daarna nog
mede, dat de belastingpenningen sneller geïnd
zullen worden.
De precario-verordening wordt conform het
voorstel aangenomen.
De inkomsten worden z. h. s. vastgesteld.
Daarna komt in behandeling de nieuwe voor
dracht inzake het kindersuppletieloon. Men zal
zich herinneren, dat alle voorstellen de vorige
week verworpen werden en dat wethouder Slin
genberg een nieuw voorstel toezegde.
Het voorstel luidde: met ingang van 1 Ja
nuari 1934 op het kindersuppletieloon een kor
ting toe te passen en wel: a. voor hen, die dat
loon voor 1 kind ontvangen, van 30 pet.; b. voor
hen, die dat loon voor 2 kinderen ontvangen
van 25 pet.; c. voor hen, die dat loon voor 3
kinderen ontvangen, van 20 pet. en d. voor hen,
die dat loon voor 4 kinderen ontvangen, van
15 pet.
Te bepalen, dat het kindersuppletieloon. het
welk per jaar en per kind wordt genoten, nim
mer meer zal bedragen dan ƒ200
De heer CASTRICUM is met dit voorstel
niet tevreden en herhaalt zijn verzoek het ge
heel terug te nemen, om te wachten op de be
slissing van de Kroon inzake de salaris-be
sluiten.
De heer KLEIN wil ook wachten met dit
voorstel, temeer daar het beroep op de Kroon
automatisch 31 December vervalt. De begroo
ting kan even goed vastgesteld worden.
De heer EAAS vindt dit voorstel beter, maar
hij is er voor, het terug te nemen.
De heer REINALDA wil dit voorstel eerst in
het Georganiseerd Overleg behandelen. Het is
geheel anders,
Wethouder SLINGENBERG meent, dat de
zaak voldoende in het Georganiseerd Overleg
bekeken is, het heeft geen zin er weer over te
beginnen, het resultaat zal toch weer nul kom
ma nul zijn. Het voorstel zal moeten worden
aangenomen, anders kan de begrooting niet
worden vastgesteld. Spr. zal ze dan niet by
Ged. Staten indienen.
De heer REINALDA: ze kan gerust sluitend
gemaakt worden, de post onvoorzien is er toch
Wethouder SLINGENBERG: dan komt er
een minus op dien post en dat is zeer bezwaar
lijk.
De heer VISSER voelt niet voor terugzending
naar het G. O., dit college schiet in de zaak
te kort. De raad kan dus beslissen. Dit beaamt
de heer Boes en ook de heer Kuiper.
Wethouder SLINGENBERG zegt zijn post
niet langer te zullen vervullen als het voorstel
terug gewezen wordt.
De heer BAAS zal nu tegen stemmen, de
wethouder van financiën is hem te dierbaar.
De heer REINALDA trekt na deze verklaring
zijn voorstel in. Hij zal echter tegen het voor
stel stemmen.
De heer BOES vindt het voorstel aanneme
lijk, evenals de heer VISSER.
De A.-R. fractie zal ook voorstemmen, in het
:be ang van den-.financieelen- toestaiid def" ge
meente.
De heer KUIPER meeht, dat kindertoeslag
niet bij het eerste, maar bij het derde kind
moet beginnen. Nu wordt ter wille van die
eerste twee, de toeslag voor de grootere ge
tallen ook gekort. Het voorstel van spreker was'
daarom z. L beter. In de gegeven omstandig
heden zal hjj echter het laatste voorstel aan
vaarden.
Wethouder SLINGENBERG is er van over
tuigd, dat dit voorstel niemand bevredigt, het
is dan ook een compromis.
De heer KLEIN zal tegen blijven stemmen.
De heer DE BRAAL deelt mede, dat hij tegen
het ingediende voorstel was, maar niettemin
voor zal stemmen, omdat de wethouder heeft
gezegd, dat hij bij niet aannemen van het
voorstel de verantwoordelijkheid voor de ge-
meente-financiën niet langer kan dragen.
De heer REINALDA acht het onjuist te zeg
gen zooals de heer de Braai: „ik ben er niet
voor, maar ik zal er toch mijn stem aan geven,
omdat de wethouder gedreigd heeft." Het ar
gument van den wethouder was bovendien on
juist, want de begrooting kan ook zonder kor
ting kindertoeslag sluitend gemaakt worden.
Wethouder SLINGENBERG antwoordt, dat
hij geen dreigement heeft geuit, maar zich kan
voorstellen, dat men vóór stemt, indien het
gemeentebelang zulks vraagt, ook al is men in
zijn hart tegen het voorstel. Ook spreker zal
zulks zeer zeker straks in de landsvergadering
doen, indien de omstandigheden dat noodig
maken.
Het voorstel wordt met 21—13 stemmen aan
genomen. Tegen de heeren Klein, Groenendaal,
Peper, Reinalda, Overstegen, Meijers, Castri
cum, v. Kessel, Scholl, Westerveld en de dames
Hoekstra, Maarschall en v. Vliet.
De heer VISSER zal tegen de begrooting
stemmen, omdat het hoofdstuk werkloosheids
voorziening niet naar sprekers genoegen is.
waarboven ök weer „de maan deur d'n noten-
lèèr schijnt." Waar alles nog eender is...., al
leen de tafel is.... leeg! En even kijk ik naar
boven de schouw, naar 't zuiveren Lieveneerke,
da-d-alles hier meegeleefd hee. De tafel vol hee
zien komen, en leeg zien worren en deur 't
licht van de laamp spuit 'n weemoedig lachske
over 't scherp en kunstig gesnejen gelaat, van
da zuiveren beeldeke aan 't zwarte kruis.
„Navond, Trui!"
„Zegde niks, Trui?"
„Zekers wel," maar d'r stem slaat wa-d-over
van laank zwijgen.
„Vroeg donker, wefke!"
„D'n tüd van 't jaar, Dré."
„D'n tijd van 't jaar, Trui; zie de maan
schijnt...." en dan liet ik m'nen kalen kop
zien aan d'r.
„Veur mijn part scheen die maan nie," brom
de Trui ontevrejen.
„Zoude gij nog 's oppemuuw willen beginnen,
wijf, as ge "t veur 't zeggen had?"
En toen zag ik, amico, hoe ok heur oogen
laanks de leege kaanten van de tafel dwaalden,
toen naar boven de schouw en toen zee ze:
„soms!"
„Nouw, ee?" peste-n-ik.
Trui knikte, d'r oogskes wieren wa rood.
'k Stopte m'n pepke. Trui schonk "nen lekker
geurenden bak koffie in.
„En gij, Dré?"
„Ikke? En wa, Trui?"
„Zoude gij oppemuuw
„As 't mee jouw was, ja! Gèren Trui!"
Trui zweeg. Maar d'r haand, waarmee ze de
suiker in m'n kommeke lepelde, beefde 'n bietje
en ze dee toen wel vier lepels van die zoetigheid
in de kom.
'k Zee maar niks.
Hij was nie te genieten. Veuls te zuut. Maar
as oew ouwe Trui d'r liefde nog 's verklaren
wil, ollee, dan, dan hee ze daar d'n suikerpot
of zoowiets bij noodig en dan dan speurde
maar nie zoow naauwl.
Wethouder ROODENBURG betreurt dit be
sluit van zijn fractiegenoot ten zeerste.
De begrooting wordt daarna met 268 stem
men aangenomen.
Tegen stemden de heeren Visser (C.-H.),
K'ein (R. K.), Peper (C.), Oversteegen (C.).
Castricum (R. K.), Westerveld (S.D.A.P.) en
de dames Hoekstra (R.K.) en Maarschal (S.
D.A.P.).
De kapitaaldienst wordt z. h. st. aangeno
men.
De heer DE BRAAL brengt als nestor dana
aan den voorzitter voor dienst leiding gedurendt
de avondzitting en als verdediger van de finan-
cieele voorstellen. Hij spreekt de hoop uit, dat
de afwezige leden, de heeren Koppes en Mars,
spoedig hersteld mogen zijn.
De VOORZITTER dankt voor de vriendelijke
woorden en sluit zich bij den geuiten wensch
gaarne aan.
De Raad besluit:
Te bepalen, dat voor het gedeelte der ge
meente, gelegen ten zuiden van de Kleverlaan,
ten westen van de Delft, ten oosten van de
spoorbaan Haarlem-Uitgeest en ten noorden
van de grens der gemeente Bloemendaal, zooais
dit met grijze kleur en zwarte contourlijn is
aangegeven op de bij dit besluit behoorende
teekening, een plan van uitbreiding in voor
bereiding is.
De vergadering wordt daarna gesloten.
Onder leiding van den voorzitter, dr. H. J.
Lovink, kwam het hoofdbestuur in Den Haag
in vergadering bijeen.
Door de Akkerbouwcommissie was een sa
menvattend rapport met betrekking tot de voor
uitzichten der teelt van verschillende gewassen
ingezonden.
Wat de teelt der afzonderlijke gewassen be
treft, kon het hoofdbestuur zich volkomen ver
eenigen met hetgeen door de Commissie was
voorgesteld.
Het werd noodzakelijk geacht, dat de
gehandhaafd blijft op 12.per 100 K.G.
De algemeene toestand, n.l. de onzekerheid
in de vooruitzichten, gevoegd bij de omstan
digheid, dat de kosten als pachten, loonen, hy
potheekrenten e. a. nog niet zijn gedaald tot
het vooroorlogsche niveau, zijn oorzaak, dat
men waar o. a. de overige granen nog niet
tot het vooroorlogsche peil zijn gestegen
thans niet tot prijsverlaging kan overgaan.
Waar de oogst 1933 meer tarwe heeft op
geleverd dan bij het thans bestaande maal- en
mengpercentage van 35 pet. in het brood kan
worden verbakken, zal moeten worden over
gegaan tot verhooging van het maal- en meng
percentage tot het wettelijk vastgestelde maxi
mum.
Tevens dient er hierbij op te worden gewe
zen, dat de invoer van weeke tarwe in ons land
absoluut overbodig is. Zachte tarwe kan in
voldoende mate in Nederland worden geteeld;
elké invoer daarvan is een benadeeling van
den Nederlandschen Landbouw. Zoo spoedig
mogelijk dient dan ook de invoer van deze
tarwe, die in 1932 nog pl.m. 100.000 ton be
droeg, te worden gestopt. Stelt men de ge
middelde opbrengst van 1 H.A. tarwe op 3 ton
korrels, dan zouden zonder dien invoer 30.000
H.A. tarwe in Nederland meer geteeld kunnen
worden.
Onder de huidige omstandigheden is het een
eisohi- dat de landbouw- over deze oppervlakte
Voor zijn tarwéteelt kan beschikken en dus
de bedoelde invoer geheel achterwege blijft.
Bij de erwten werd er op gewezen, dat Ne
derland ernstig bedreigd wordt door de door
Frankrijk voorgenomen contingenteering van
den invoer van dit product, aangezien ons land
een zéér belangrijken export in dit artikel naar
Frankrijk heeft.
De prijzen zijn zeer fluctueerend en momen
teel wederom beneden de ƒ10.—. Met het uit
zicht op de contingenteering zal de prijs nog
verder afbrokkelen; er zullen daarom maat
regelen moeten worden genomen om den prijs
der erwten op 10.— te handhaven.
Ten aanzien van het overschot aan suiker
bieten nam het hoofdbestuur het standpunt in.
dat het in het belang van den Landbouw zal
zijn, geen .overschrijving van de boven de ga
rantie geteelde bieten in mindering van de
voor 1934 toe te kennen garantie te bevorderen.
Betreurd werd, dat de Memorie van Ant
woord op het punt van de suikerbietensteun
regeling zoo vaag ls; het hoofdbestuur vond
hierin aanleiding met betrekking tot den te
verwachten bietensteun in 1.934 geen hooge ver
wachtingen te koesteren. Mede daarom is het
niet gewenscht, bij voorbaat de teelt reeds te
beperken door het overschrijven van in 1933
geteelde bieten naar 1934.
Algemeen was men van oordeel, dat de
gunstig heeft gewerkt, ook al levert de uitvoe
ring daarvan.zeer vele en ernstige moeilijkheden
op. Zonder deze steunregeling zouden de prij
zen der aardappelen öf lager óf hoogstens ge
lijk aan de prijzen van 1932 zijn geweest; een
groot deel van het gewas zelfs onverkoopbaar
zijn gebleken. Hoewel dan nog geen ioonende
prijzen voor de aardappelteelt werden verkre-
"n Uur later, as me bottrammen gegeten had
den en Trui den boel had opgeruimd, dan vroeg
ze: „vanavond nog werk Dré, in de schuur of
in d'n stal?"
'k Schudde m'nen kop. ,,'t Is mooi gewist
vandaag, Toeteloeris, 'k gaai rusten. Gif me
de kraant maar asteblieft en m'nen tabakspot
ok, as ge wilt."
„Mooi, dan za 'k oew 's wa laten zien, Dré."
En Trui naar 't opkamerke. Drie, vier keeren
ging ze op en neer en lee telkens ingepakte
rommel op de tafel, 'k Snapte de zaak.
"k Stook 'n versche pijp aan, gong lekker
schrijlings op m'n stoeltje zitten, m'nen kop op
de leuning en m'n achterwerk teugen de wèrme
plattebuis aan, fijn zat ik eersten raang op de
tentoonstelling van Trui.
Ze sjouwde op-en-neer, op-en-neer en laank-
zamerhaand gong d'r gezicht twee felrooie
klurkes krijgen van zenuwachtig getob.
„Hè 'k nouw alles?" vroeg ze aan d'r eigen
en ze vreef 's mee d'r haand over d'r gloeiend-
heete gezicht.
Amico, ik genoot. M'n pepke, m'nen wermen
rug, Trui d'r geluk.... jawel horre, 'k had 't
goed. bespeurd op d'n akker, ennigte uren ge
lejen! De maan schéén deur de boomen! Toen
moest ze nog in d'r „goeie" kast zijn, waar 'n
paar groote platte doozen uitkwamen en toen
scheen de zaak kompleet.
Ze keek 's naar me.
„De Sinterklaas veur ons kinders en de klein-
kinders, Dré" en as 'n prinses wees ze naar de
volle tafel.
Ik knikte. „Wanneer hedde da-d-in 's hemels
naam allegaar veur mekaar gebrocht, Truike?"
„Komt er niks opaan. Nouw za 'k 's uitpak
ken!"
En as ze In d'r zenuwachtigheid 'n touwke
kapot trok en ik opstond om te helpen, dan
drukte ze mijn neer, in m'nen stoel en zee:
„blijf zitten, gij! Ik zal 't wel doen!"
En 'n kwartierke later, amico, dan sting de
tafel vol, staampende vol en toen, toen begost
Trui 'n oogenblik zachtjes te vezelen. Net
gen, kan toch gezegd worden, dat de aller
grootste verliezen beteugeld zijn.
Op advies der Akkerbouwcommissie besloot
het hoofdbestuur tegenover het bouwverbod
voor de Bravo althans dit jaar een afwijzend
standpunt in te nemen, aangezien de telers
zich thans reeds voorzien hebben van pootgoed.
Als overgangsmaatregel is het met het oog op
het vergevorderd seizoen gewenscht voor 1934
de teelt van Bravo's niet te verbieden.
Mocht men op grond van het landsbelang in
1934 tot een bouwverbod willen besluiten, zoo
is het noodzakelijk dat hieraan tijdig vóór
den uitzet bekendheid worde gegeven.
Zeer uitvoerig werd vervolgens van gedach
ten gewisseld over den Tuinbouw in verband
met het communiqué van den Regeeringscom-
missaris, den heer Valstar, over de beperking
van de teelt van Tuinbouwgewassen op land
bouwbedrijven. Het hoofdbestuur had hierover
de meening der afdeelingen gevraagd. Uit de
ingekomen antwoorden bleek, dat de Land
bouwbedrijven boven de 20 H.A. in Noord- en
Zuid-Holland zich absoluut tegen 't verbod van
de teelt van tuinbouwgewassen op deze bedrij
ven verklaren, terwijl de kleinere tuinbouw
bedrijven in Noord-Holland zich wel in groote
lijnen met het plan-Valstar kunnen vereeni
gen, mits elk bedrijf op zich zelf bekeken worde
en er rekening worde gehouden met alle be-
drijfsbijzonderheden.
Tegen de noodzakelijkheid van beper
king der aardbeienteelt op de eilanden
IJsselmonde, Hoeksche Waard en Rozen
burg kan worden aangevoerd, dat door
de exporteurs - de uitvoer niet ongunstig
wordt beoordeeld. Over het algemeen heeft de
oppervlakte land, welke met aardbeien was
bezet, op genoemde eilanden geen uitbreiding
ondergaan. Waar de opbrengst van oudere
aardbeiplanten geringer is dan die van de
jongere, kan men in dit verband dus wijzen
op een reeds plaats gehad hebbende inkrim
ping der teelt door natuurlijke omstandighe
den. Wil men Nederland dan ook in de gele
genheid laten aan de vraag van zijn afzetge
bied te kunnen blijven voldoen, zoo is het niet
gewenscht, de reeds aanmerkelijk ingekrompen
teelt nog verder te beperken.
Mocht evenwel toch tot eenige beperking
moeten worden overgegaan, zoo zijn de betrok
ken landbouwbedrijven niet ongenegen zulks in
1934 te doen, mits de inkrimping geleidelijk
geschiede en op de vrijkomende grenden Ioo
nende akkerbouwproducten kunnen worden
verbouwd.
Voor Noord-Holland werd er de aandacht op
gevestigd, dat de Noord-Oostelijke polders gaar
ne in de gelegenheid zullen blijven, kool te
kunnen telen voor de tuinders van den Lan-
gendijk, daar ook de suikerbietenteelt geen
gunstige perspectieven biedt en kool als vrucht-
wisselingsgewas hier zeer goed kan worden in
geschakeld.
Bovendien is de mogelijke teelt van kool in
de polders een voordeel voor de Langendijk-
tuinders, daar zij geen koolsoorten op hun
gronden meer kunnen telen, die geschikt zijn
als bewaarkool te kunnen dienen.
Op grond van de naar voren gebrachte be
zwaren kwam het hoofdbestuur tot de conclusie,
dat de in het communiqué aangegeven richt
lijnen onaanvaardbaar zijn, daar o. m. geen
rekening is gehouden met den historischen
groei der bedrijven, als gevolg waarvan voor
vele bedrijven de tuinbouw zoodanig' met het
landbouwgedeelte van het bedrijf is samen
gesmolten, dat deze twee deelen te zamen één
ondeelbaar geheel vormen, waarbij in een van
de deelen niet kan worden ingegrepen, zonder
het geheele bedrijf in ernstig gevaar te bren
gen of ten gronde te richten.
Besloten werd deze overwegingen ter kennis
te brengen van het K. N. L. C.
Betreurd werd, dat de verschillende organi
saties van belanghebbenden niet tot overeen
stemming hebben kunnen geraken inzake het
by de drie Centrale Landbouw-Organisaties in
gediende rapport over de consumptiemelkrege-
ling. In verband hiermede werd medegedeeld,
dat herhaaldelijk geconfereerd is over de af
dracht van een halven cent per liter, welken de
melkveilingen verplicht zijn te betalen, doch
ondanks de daaraan bestede moeite is nog
geen resultaat bereikt.
Bij de bespreking van den
werd opgemerkt, dat blijkens de Maandstatis-
tiek van den In-, Uit- en Doorvoer over Oc
tober 1933 de invoer van Denemarken in ons
land een waarde vertegenwoordigde van
4.861.000 gulden, waartegenover een uitvoer
van Nederland naar Denemarken staat tot een
waarde van 4.248.000 gulden. Onder dit laatste
bedrag is mede begrepen een bedrag van 226.000
gulden aan zilver in baren
We kunnen derhalve concludeeren, dat De
nemarken voor bijna 1 millioen gulden in ons
land méér invoert dan de waarde der naar
Denemarken uitgevoerde goederen bedraagt.
Volgens deze gegevens is de handelsbalans dus
passief en zal het waar ons eigen vee in
blik wordt verwerkt aanbeveling verdienen,
den invoer van Deensch vleesch sterk te be
perken.
Nadat nog een aantal Ingekomen stukken
waren afgehandeld, o. m. het verzoek der af-
deeling Hoorn, pogingen in het werk te willen
stellen, tot behoud der Landbouwhuishoud-
school te Hoorn, op welk verzoek het hoofd
bestuur gunstig besliste, werd de vergadering
door den voorzitter gesloten.
asof ze baang was, dat de kinders wakker zou-
wen worren!
Ik zee maar niks. Waant effen droomde ze
d'r eigen twintig jaren jonger, zoow as ik daar.
straks op m'nen akker en da-d-had ze wel ver
diend aan al d'r moeiten en uitgaven.
„Witte waar 'k nog de meeste last mee heb
g'ad, Dré, om te krijgen?"
„Nouw?"
„Hier, mee deuzen artistendas veur onzen Dré.
En Ipj draagt deus stippels zoow gèren, da
wèèt ik! En toen 'k In lest zag, toen was z'nen
das zoow sloeberig en vettig, Tc docht, witte-
wa, Wies zal daar moeite mee hebben in Am
sterdam, 'k zal bjj ons in de stad er 's naar
uitzien."
„En 't is oew gelukt!"
„Mee veel moeite," lachte ze: „maar hier is
d'n leste uit die zaak!"
'n Uur laank pakte ze uit. Ditte-n-is veur
die, datte veur heur, afijn, om in de wèèr
te geraken!
„Dré, gij helpt toch mee, om er pakskes van
te maken?"
„Tuurlijk, wefke! Beginnen? Ja?"
En zoow wier 't nog "nen kollesaal drukken
avond, amico!
Maar mijn moeilijkheid is nouw, om veur
Trui wa moois te vinden. Iets waar "k ze
'n heel, heel groot plazier mee doei!
Wèl hee ze al gèzeed: „en wa jouw betreft,
gift nie te veul geld meer uit, 't is nouw welle-
kes gewist," maar zij krijgt iets schoons!
Ziet de maan schijnt deur de boomen, mak
kers staakt oew wild geraas!"
'k Had 't wel in de gaten, toen 'k nog op d'n
akker was. Da maantje, da maantje, t
scheen aanders, dan aanders! Dèèr!
Veul groeten van Trui en as altij gin horke
minder van oewen
toet a voe
DRA