VELO WRINGER Het St. Nicolaasgeschenk Het doek valt na tien bedrijven BEGROOTING AANGE NOMEN ZATERDAG 2 DECEMBER Verlaging kindertoeslag GEMEENTERAAD VAN HAARLEM Waardeering voor onzen wethou der voor zijn beleid als werk- loozen- en armenvader Verpleging krankzinnigen Belastingen De bedrijven Is het klimaat hier ge zond? Dat zou ik denken. In vijf jaar is er maar een mensch gestorven. En dat was de dok ter. Zoo en waarom dan? Van den honger zeggen ze. En Rolig Half Tima. |iiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiBRABANTSCHE BRIEVEN I Geheimzinnig-schoone dagen staan veur de dear 't Maantje schijnt aanders 'Nen kollesaal drukken avond De kindertoeslag U itbreidingsplan HOLL. MIJ. VAN LANDBOUW Tarweprijs voor oogst 1934 Steunregeling voor de aardappelteelt Invoer van Deensch vleesch E. 52 In de vergadering van den gemeenteraad Wordt Vrijdagmiddag de behandeling van de begrooting voortgezet. Aan de orde is hoofdstuk IX, ondersteuning Ran behoeftigen en werkloozen. OVERSTEKGEN heeft duizend en een klacht en er deugt niets. Over den heer v. Liemt heeft spr. in tegenstelling met de andere wet houders, geen klagen. Deze wethouder onder zoekt alle kiachten en aan hem ligt het niet, als 't fout gaat. Spr. gaat heftig te keer tegen het Leger des Heils, waar met gestolen kleeren zaken gedaan wordt. VERSCHILLENDE STEMMEN: Dat is een beschuldiging in het openbaar zonder bewijzen. Dat mag u zoo maar niet zeggen. OVEnSIEEGEN: Ik heb de bewijzen. De jonge werkloozen mogen niet meer gedwongen worden naar het Leger des Heils te gaan. Daar gebeuren dingen, die werkloozen ten gronde brengen. De heer WOLZAK protesteert ten sterkste tegen deze verdachtmaking, temeer daar deze inrichting zich nu niet kan verdedigen. Spr. heeft eerbied voor het Leger des Heils, daar wordt mooi werk verricht. De heer CASTRICUM betreurt het, dat bij dit hoofdstuk nog zoo'n triest geluid gehoord moet worden. Er zijn natuurlijk zaken, die bij een dienst als Maatschappelijk Hulpbetoon, moeilijkheden veroorzaken. Spr. brengt echter hulde aan wethouder v. Liemt, die zijn .depar tement" ondanks de zeer sterke toeneming van Werkzaamheid kundig bleef beheersehen. Spr. zou gaarne een kleine klachten-commis sie hebben, dat vergemakkelijkt zelfs het werk voor den Dienst. Hij zou meer waardeering wil len hebben voor de vakcentrales, vooral van de zijde van B. en W. De heer MEIJERS vraagt speciale aandacht Voor de werkloozen, die het niet-werken phy- siek niet kunnen verdragen. Zij moeten, zij het tijdelijk, in het productie-apparaat worden op genomen. Dat geeft dezen menschen weer moed Voor de toekomst. Spr. vraagt of het juist is, dat er gevallen zijn, waarbij verhaal op crisis-uitkeering plaats heeft gevonden. De heer PEPER gewaagt van ambtenarij bij Maatschappelijk Hulpbetoon. Met zeer veel moeite worden daar gemaakte vergissingen her steld. De dienst maakt volgens spreker inbre kers. De heer v. KESSEL brengt ook warme hulde aan wethouder v. Liemt, vooral ook om de wijze waarop hij de werkloozen te woord staat en ontvangt. Er zijn natuurlijk klachten, maar het spreekt vanzelf, dat de wethounder niet alle gevallen kan weten. Spr. is van meening, dat het verhaal Wat rigoureus wordt toegepast. Het is niet op voedend voor de jongeren, die zeker niet zuilen sparen. Is de controle van den Dienst wel vol doende? Spreker heeft voorbeelden, waaruit blijkt van Wet. De heer BAAS schetst ook het groote werk Van den heer v. Liemt, die den werklooze be grijpt en zijn leed, waar mogelijk, verzacht. Spr. vraagt vrijwillige armverzorgers. De heer KUIPER gelooft, dat het onmogelijk fe een scheidsgerecht tusschen B. en W. en de gesteunden in het leven te roepen. Maar een contact-commissie zou heilzaam werk kunnen doen. De werkloozen willen zeer graag in de driedaagsche werkweek geplaatst worden, de distributie zou wellicht een klein beetje recht vaardiger kunnen geschieden. De heer KLEIN komt tegen de gedachte op, dat „iedereen" maar naar hèt Leger des Hens gedirigeerd zou worden. Wel degelijk wordt op de mentaliteit van den onderdakzoekende gelet. I>e commissie van advies voor M. H. wordt vol gens spreker te weinig ingelicht. Mevrouw SCHELTEMA vindt de controle Voor de commissie schoolkleeding te overdre ven. Slijtage van schoenen van aanvragers moet zij zelfs controleeren. De commissie van de schoolkleeding zal wat meer vrijheid moe ten hebben. De heer VISSER meent, dat er in onze stad te veel steuntrekkers komen wonen, waardoor de toestand nog bedenkelijker wordt. Spr. houdt nogmaals een betoog naar aanleiding van zijn Verworpen motie, en concludeert, dat gewerkt moet worden voor steun, indien eenigszins mo gelijk. Dat wil men niet begrijpen. De dienst Voor Maatsch. Hulpbetoon is even duur als het opgeheven Burgerlijk Armbestuur. Spr. zal vooral daarom tegen de begrooting Stemmen. De heer NIEMöLLER is het niet met zijn fractiegenoot eens. Wethouder v. LIEMT had ook gaarne ge zien, dat de begrooting optimistischer gestemd geweest zou zijn. De werkloosheid neemt geluk kig in onze stad niet toe, het hoogste punt is gepasseerd. Spreker wijst er op, dat vele winter-werkloo- zen in den zomer genoeg verdienden, om wat over te houden. Daar wordt natuurlijk rekening mede gehouden. Er zijn er, die. in de driedaag sche werkweek zijn, en toch een brandstoffen- toeslag krijgen. Maar dat is geen regel. De amb tenaren van M. H. zijn overkropt met werk, het is bijna voortdurend overwerken; spreker wijst eenige blaam op de ambtenaren af. Normale jeugdige werkloozen worden niet ge stuurd naar het Leger des Heils. Geschiedt dit wel, dan is het een groote uitzondering. Den heer Peper antwoordt spr., dat er onder de 4000 gesteunden altijd dezelfde 100 zijn, die altijd en altijd met klachten komen. Alle klach ten van Peper ontzenuwde spreker, en hij noemt ze probeersels om politieke succesjes te halen. Voor de klachten-commissie was er een taak, maar thans is deze onnoodig, wat ook de regee ring meent, die het heft in handen houdt. Het verhaal op de gesteunden is al geruimen tijd stopgezet. Klachten zijn er niet veel ont vangen. De kantonrechter van Haarlem is bui tengewoon meegaand en hij treft zeer men- schelijke regelingen bij het verhaal. Over de gedachte van den heer Baas, om vrij willige verzorgers by M. H. te voegen, zullen B. en W. zich beraden. Dat zal zeker een groote bezuiniging geven. De commissie van bijstand kan niet veel uitrichten, de richtlijnen worden door de regeering aangegeven. Den heer Visser antwoordt spreker, dat Maatsch. Hulpbetoon veel en veel meer te doen heeft dan indertijd het Armbestuur. Geen wonder dus, dat het minstens evenveel kost. De intense en veelzijdige administratie vraagt goede ambtenaren, juist omdat kritiek zooveel mogelijk vermeden moet worden. Het werk van de vakvereenigingen dwingt eerbied af en het is nooit de bedoeling ze te kwetsen. De VOORZITTER heeft onmiddellijk bjj den commissaris laten informeeren, of de klacht over het Leger des Heils, door den heer Over steegen geuit, juist is. Het Leger gaat volgens dit rapport geheel vrij uit, hetgeen bewezen werd. Wethouder ROODENBURG hoopt nog vele jaren samen te werken met de commissie voor schoolkleeding. De heer OVERSTEEGEN dient een motie in, om den werkloozen met Kerstmis een dubbele uitkeering te geven. Verworpen mef 322 stem men. B. en W. deelen mede, dat de regenten van het St. Elisabeth's Gasthuis de helft van den post presentiegeld willen laten vervallen. De post wordt onder dankzegging tot 250.ver laagd. Mevrouw VENEMA vraagt of B. en W. willen overwegen, bij het St. Elisabeth's Gasthuis een observatie-ruimte in te deelen voor krankzin nigen. Daardoor kan door eigen medici be keken worden, of ze al of niet naar het Prov. Ziekenhuis gebracht moeten worden. Spr. zou gaarne een onderzoek willen hebben, of het voor den patiënt niet aanbevelenswaar dig is, na langen tijd in het Prov. Ziekenhuis verbleven te zijn, naar Geel te worden over gebracht. Zij meent, dat daardoor bezuiniging mogelijk is. Is het soms niet beter ze in eigen milieu terug te brengen? De heer REINALDA is het in hoofdzaak met mevrouw Venema eens. Men moet de overplaat sing voor den patiënt nuttig achten, doch be- zuiniglngs-gedachten er buiten laten. Plaatsing in eigen milieu noemt spreker zeer problema tisch. De VOORZITTER zegt, dat voortdurend op overbrenging naar Geel gelet wordt. Een be zuinigingsmaatregel moet men niet in de voor stellen van mevrouw Venema zoeken. Als er middelen beschikbaar zijn om bjj het St. E. G. een paviljoen te bouwen, zal daartoe worden overgegaan. Wethouder SLINGENBERG zegt, dat deze zaken de voortdurende aandacht van B. en W. hebben. Voorloopig is een observatie-inrichting bij het groote gasthuis overbodig. Er wordt vol doende in voorzien en men krijgt geen bezuini ging. De heer PEPER merkt op, dat het gasthuis bijna geheel leeg is, waarop wethouder SLIN GENBERG antwoordt, dat de gezondheidstoe stand in Haarlem toeneemt, maar dat overi gens het gasthuis thans zoo goea als geheel bezet is. Gevallen en klachten uit de vijfde hand wor den natuurlijk ter zijde gelegd. De heer CASTRICUM brengt hulde aan den wethouder van financiën voor het gevoerde be leid. De belastingen zijn zwaar verhoogd, maar dat was de nood der tijden. Spr. heeft het be leid gesteund, hoewel het hem zoo nu en dan pijn heeft gedaan. Spr. zou in de toekomst belastingverhooging willen hebben, die de minst-draagkrachtigen niet noemenswaardig meer zal treffen. Behandeld wordt ook het verzoek van de Horecaf e.a. tot verlaging van de personeele belasting voor café's etc. De heer Castricum wil dit adres niet onmid dellijk afwijzen, een onderzoek kan worden in gesteld naar den toestand van die inrichtingen. Hij doet eén voorstel in dien zin. De heer v. TETERING onderschrijft het ver zoek van de Horecaf. Maar er zijn meer onpret tige belastingen. De motieven zijn juist, maar de toestand van de gemeente iaat verlaging niet toe. Wethouder SLINGENBERG erkent, dat nood gedwongen belastingverhooging noodzakelijk was. In den vervolge zal in hooge mate reke ning worden gehouden met de draagkracht van de kleine menschen. Spr. is het eens met den heer v. Tetering. Dit eene bedrijf kan niet bevoordeeld worden, er zijn meer bedrijven, die er zwaar voor zitten. B. ten W. blijven echter volkomen diligent. Het voorstel-Castricum wordt daarna inge trokken. De vergadering wordt geschorst tot 8 uur. Na heropening is in behandeling het hoofd stuk. Voorzitter is thans de heer Slingenberg. De heer CASTRICUM wijst er op, dat de raad eenige vergaderingen geleden niets wilde weten van verhooging van de electriciteitstarieven. En nu heeft hij de vorige week bijna zonder pro test de z.g. technische voorstellen aanvaard. Spr. kan zich niet indenken, dat deze verhoo ging geld zal opbrengen, omdat men natuurlijk minder stroom zal gaan gebruiken. De heer BLANKEVOORT is van meening, dat het gas zoo goed als heeft afgedaan. Mevrouw Wolters heeft voor den Utrechtschen Raad uit eengezet, dat perfectionneering van het electri- citeitsbedrijf en zeer groote beperking van het gasbedrijf zeer groote voordeelen zou brengen. Verlaging van tarieven zal grooter gebruik ten gevolge hebben. Deze zaak is volgens spreker niet urgent, maar zij is bestudeermg waard. De heer v. TETERING constateert, dat de gemeente winkels dit jaar een nadeelig saldo geven. Die winkels zijn z.g. showrooms. Een goede gemeente-ambtenaar kan in deze win kels geen commercieele voorkomendheid de- monstreeren. Bij wijze van proef zou spr, aan de vier organisaties op gas- en electriciteits- gebied de zaak willen overdragen. Financieel nadeel zou deze overdracht niet hebben en de gemeente kan nauwlettend toezien. Spreker diende dienaangaande een motie in. De heer KLEIN SCHIPHORST zegt, dat de samenwerking tusschen de verschillende bedrij ven te wenschen overlaat. Dat kost geld aan de gemeente. Het is spr. overkomen, dat hij 3 aan sluitingen in één perceel moest hebben Daar kwamen zes menschen bij te pas: de straten makers bleven staan wachten totdat de gas fitters klaar waren. Openbare Werken en Be drijven werken geheel niet samen, hetgeen spr. met voorbeelden aantoonde. Ook tusschen de verkeersafdeeling en het electriciteitsbedrijf is geen samenwerking. Daar gaan handen geld verloren. Mevrouw VENEMA klaagt er over, dat gas- en electriciteitsbedrijf, beide van de gemeente, elkaar door reclame bestrijden, op kosten van den belastingbetaler. Dat is absoluut niet noo- dig. Ook kan de particulier wel reclame maken voor bepaalde toestellen. Wethouder SLINGENBERG is nog steeds met den heer Castricum in gevecht over de tarieven en men zal het wel niet gauw eens worden. Overigens verwijst spreker naar zijn antwoord bij de Alg. Beschouwingen. De stem van den heer Blankevoort is uit het verleden, het gasbedrijf floreert nog ondanks de waarschuwingen tien jaar geleden geuit, De capaciteitvan het electriciteitsbedrijf is het dubbele van het gebruik op dit oogenblik. Uit breiding is dus niet noodig. Al is er verlies bij de Toonkamers, dan moe ten ze nog behouden blijven voor de gemeente. Het laten zien van de artikelen doet het ver bruik toenemen. Het vraagstuk kan bekékén worden en de motie van den heer v. Tetering kan óm prae-advies gaan. Illusies moet dit raadslid echter niet koesteren. (De raad ging daarmede accoord). Het grondbetoog van den heer Schiphorst deelen B. en W. Er is een contactcommissie tus schen de bedrijven en O. W. Streng zal worden toegezien. Daar de wethouder van Openbare Werken niet aanwezig was, bleef verder ant woord uit. Spreker deelt mede, dat ook in be handeling komt de splitsing van de bedrijven in opwekkings- en distributiebedrijf. Daardoor illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll ULVENHOUT, 28 Nov. 1933 Menier, Geheimzinnig-schoone dagen staan veur de deur. Sinterklaas- en Kersttijd. Ouwejaar 't zijn dagen vol van heimelijk ge not en stil plazier, dagen die as rustpuntjes zijn veur 't gejaagde zielement van 't menschdom, da-d-as 'nen haas wordt opgejaagd, over de don kere wegels van z'n bestaan. Waant de puurte van de rustige zekerheid, die is lijk de klèèrte van 'nen stillen plas in de hei, is veur de weareld van vandaag nie meer weggeleed. Dieën „plas" is troebel. D'n hemel kan er nie meer in spiegelen en glaanzen. 't Zonneke kan er nie In stralen tot d'n bojem toe. Klodders bruine schuim drijven op d'n spiegel, van den 6türm, die alle bezinksel loswoelde en boven komen deed. Genogt daarover. 'k Wouw 't sjuust over heel iets aanders heb ben dan over die schuimklonters boven op d'n plas. Dan over de vertroebeling tot in 't diepste van da stille water. Waant we gaan 'nen heelen reeks van schoone dagen tegemoet, van de rust die ok op d'n bui ten zoow stil schemert over de velden, in de bosschen, laanks de wegels. Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllö Van de rust, die er sluiert deur 'n steenouwe eikenlaan, wegschemerend in 't blaauw van de nevels, waar de druppen in tikken van de kale eisen- knoesten af. Van 'n rust die zóów heilig-stil is, da ge 'r oew beste gedachten ziet schimmen, tusschen de stil- stroeve stammen, waarin 't nat deur de gerim pelde schors krupt. Van 'n rust, amico, die op de velden en op 't akkerlaand ligt, as stijven dril in de sauskom. D'n buiten is deus dagen van 'n wonderlijke stemming. Die ieveraans te bespeuren is; in t takkenrag van 't kaal gebomte; waarin de klit ten te beven hangen van groote kraaiennesten; in de groene wegels van onbetrejen bosch paden, waarop zoow nouw en dan staat afge- teekend 't raanke silhouet van 'nen schichtigen reebok! Dat te zien, ollee, da 's 'n prent veur oew oogen. Maar dan 'n prent van goddelijke makelij. Da 's zóó schoon, da 's zóó onendig vol- mokt, da ge vergit te asemenEn as ge 'm dan ziet wegschieten, de donkere bosschen in, dan dan hebben oew oogen 'n lotje uit de loterij getrokken, waant 't gebeurt nie dikkels, da ge bij ons in de Ulvenhoutsche bosschen deuze schoone, edele dieren teugenkomt. 's Middags glinstert de maan al aan de locht; de dagen zijn kort nouw! En as ze dan teugen vieren wa hooger geklommen is, 't wolkenspul in trage beweging komen gaat, 'n vurig floers aan den Westkant in de lochten haangt, ter wijl nieveraans éénig gerucht te bespeuren vaalt, gin windeke deur de takken of over de akkers zucht, dan wikkelt d'n düster om oew henen, da ge 't haast voelt aan oew vel. Dan poeiert d'n nacht over de schepping in steeds dichteren val en ten langen leste „ziet, de maan schijnt deur de boomen." Verdijd, amico, zoow oud as ge ok wordt, de maan schijnt deuze week van 't jaar aanders aan d'n zwarten hemel, dan de overige weken van 't jaar. Op d'n een of d' aandere manier hee ze wa mee Sinterklaas aan de pet. En as ik dan alleen in d'n akker staai, *n bietje eenzaam, omgeven van 't donkere floers van d'n fluweeldiepen avondschemer, dan voel ik me efkens, heel efkens maar, twintig jaren jon ger. Dan tuur ik efkens in 'n visioentje van 'n vertrek bij petroleumlicht en dan zie ik de spanning en de verwachting op de gezonde kopkes, in de ver-openstaande glaanzende oogskes van onze kinders, die we gedempt-luid- ruchtig om de groote, ronde tafel zitten en 'n bietje aangstig kijken naar de deur, telkens as er voetstappen of geblaf van den hond op d'n dusteren erft klinkt. Dan zie ik ze 'n bietje opgelucht èn 'n bietje teleurgesteld ok, opnuuw beginnen aan d'r spellekens en onderling ge plaag, waantt was vader „maar", die bin nenkwam. Ze hadden wa-d-aanders ver wachtOk, al spraken ze daar dan nie over teugen mekaren! Ja, efkens komt da visioentje dan veur m'nen geest, daar in dieën zwarten akker, mee da geheimzinnige maantje boven m'nen kop. En dan dan wordt de stilte, de trieste eenzaamheid wa zwaar veur 'nen mensch-alleen en 't is dan, da 'k er uittrek. Waant dan gaat er ok 'n vleug kouw deur oewen nek, dan komt er 'nen wazigen kraans om 't maantjedan drukken, veur 'n moment; oew jaren in oew knieen, dan gade gaauw trug, naar dazelfde huiske van twintig jaren gelejen, wordt de omzetbelasting op de gas- en electrici- teitsverbruikers verhaald. Aldus besloten. Tegen stemmen de commu nisten en de heer Castricum. De heer WESTERVELD spreekt over het grondbedrijf en de technische bezwaren weer legt de VOORZITTER. Bij het gasbedrijf wijst de heer KLEIN op de hooge meterhuur, speciaal voor de kleine verbruikers. De bedrijven worden daarna goedgekeurd. Ook de andere hoofdstukken. Wethouder SLINGENBERG deelt daarna nog mede, dat de belastingpenningen sneller geïnd zullen worden. De precario-verordening wordt conform het voorstel aangenomen. De inkomsten worden z. h. s. vastgesteld. Daarna komt in behandeling de nieuwe voor dracht inzake het kindersuppletieloon. Men zal zich herinneren, dat alle voorstellen de vorige week verworpen werden en dat wethouder Slin genberg een nieuw voorstel toezegde. Het voorstel luidde: met ingang van 1 Ja nuari 1934 op het kindersuppletieloon een kor ting toe te passen en wel: a. voor hen, die dat loon voor 1 kind ontvangen, van 30 pet.; b. voor hen, die dat loon voor 2 kinderen ontvangen van 25 pet.; c. voor hen, die dat loon voor 3 kinderen ontvangen, van 20 pet. en d. voor hen, die dat loon voor 4 kinderen ontvangen, van 15 pet. Te bepalen, dat het kindersuppletieloon. het welk per jaar en per kind wordt genoten, nim mer meer zal bedragen dan ƒ200 De heer CASTRICUM is met dit voorstel niet tevreden en herhaalt zijn verzoek het ge heel terug te nemen, om te wachten op de be slissing van de Kroon inzake de salaris-be sluiten. De heer KLEIN wil ook wachten met dit voorstel, temeer daar het beroep op de Kroon automatisch 31 December vervalt. De begroo ting kan even goed vastgesteld worden. De heer EAAS vindt dit voorstel beter, maar hij is er voor, het terug te nemen. De heer REINALDA wil dit voorstel eerst in het Georganiseerd Overleg behandelen. Het is geheel anders, Wethouder SLINGENBERG meent, dat de zaak voldoende in het Georganiseerd Overleg bekeken is, het heeft geen zin er weer over te beginnen, het resultaat zal toch weer nul kom ma nul zijn. Het voorstel zal moeten worden aangenomen, anders kan de begrooting niet worden vastgesteld. Spr. zal ze dan niet by Ged. Staten indienen. De heer REINALDA: ze kan gerust sluitend gemaakt worden, de post onvoorzien is er toch Wethouder SLINGENBERG: dan komt er een minus op dien post en dat is zeer bezwaar lijk. De heer VISSER voelt niet voor terugzending naar het G. O., dit college schiet in de zaak te kort. De raad kan dus beslissen. Dit beaamt de heer Boes en ook de heer Kuiper. Wethouder SLINGENBERG zegt zijn post niet langer te zullen vervullen als het voorstel terug gewezen wordt. De heer BAAS zal nu tegen stemmen, de wethouder van financiën is hem te dierbaar. De heer REINALDA trekt na deze verklaring zijn voorstel in. Hij zal echter tegen het voor stel stemmen. De heer BOES vindt het voorstel aanneme lijk, evenals de heer VISSER. De A.-R. fractie zal ook voorstemmen, in het :be ang van den-.financieelen- toestaiid def" ge meente. De heer KUIPER meeht, dat kindertoeslag niet bij het eerste, maar bij het derde kind moet beginnen. Nu wordt ter wille van die eerste twee, de toeslag voor de grootere ge tallen ook gekort. Het voorstel van spreker was' daarom z. L beter. In de gegeven omstandig heden zal hjj echter het laatste voorstel aan vaarden. Wethouder SLINGENBERG is er van over tuigd, dat dit voorstel niemand bevredigt, het is dan ook een compromis. De heer KLEIN zal tegen blijven stemmen. De heer DE BRAAL deelt mede, dat hij tegen het ingediende voorstel was, maar niettemin voor zal stemmen, omdat de wethouder heeft gezegd, dat hij bij niet aannemen van het voorstel de verantwoordelijkheid voor de ge- meente-financiën niet langer kan dragen. De heer REINALDA acht het onjuist te zeg gen zooals de heer de Braai: „ik ben er niet voor, maar ik zal er toch mijn stem aan geven, omdat de wethouder gedreigd heeft." Het ar gument van den wethouder was bovendien on juist, want de begrooting kan ook zonder kor ting kindertoeslag sluitend gemaakt worden. Wethouder SLINGENBERG antwoordt, dat hij geen dreigement heeft geuit, maar zich kan voorstellen, dat men vóór stemt, indien het gemeentebelang zulks vraagt, ook al is men in zijn hart tegen het voorstel. Ook spreker zal zulks zeer zeker straks in de landsvergadering doen, indien de omstandigheden dat noodig maken. Het voorstel wordt met 21—13 stemmen aan genomen. Tegen de heeren Klein, Groenendaal, Peper, Reinalda, Overstegen, Meijers, Castri cum, v. Kessel, Scholl, Westerveld en de dames Hoekstra, Maarschall en v. Vliet. De heer VISSER zal tegen de begrooting stemmen, omdat het hoofdstuk werkloosheids voorziening niet naar sprekers genoegen is. waarboven ök weer „de maan deur d'n noten- lèèr schijnt." Waar alles nog eender is...., al leen de tafel is.... leeg! En even kijk ik naar boven de schouw, naar 't zuiveren Lieveneerke, da-d-alles hier meegeleefd hee. De tafel vol hee zien komen, en leeg zien worren en deur 't licht van de laamp spuit 'n weemoedig lachske over 't scherp en kunstig gesnejen gelaat, van da zuiveren beeldeke aan 't zwarte kruis. „Navond, Trui!" „Zegde niks, Trui?" „Zekers wel," maar d'r stem slaat wa-d-over van laank zwijgen. „Vroeg donker, wefke!" „D'n tüd van 't jaar, Dré." „D'n tijd van 't jaar, Trui; zie de maan schijnt...." en dan liet ik m'nen kalen kop zien aan d'r. „Veur mijn part scheen die maan nie," brom de Trui ontevrejen. „Zoude gij nog 's oppemuuw willen beginnen, wijf, as ge "t veur 't zeggen had?" En toen zag ik, amico, hoe ok heur oogen laanks de leege kaanten van de tafel dwaalden, toen naar boven de schouw en toen zee ze: „soms!" „Nouw, ee?" peste-n-ik. Trui knikte, d'r oogskes wieren wa rood. 'k Stopte m'n pepke. Trui schonk "nen lekker geurenden bak koffie in. „En gij, Dré?" „Ikke? En wa, Trui?" „Zoude gij oppemuuw „As 't mee jouw was, ja! Gèren Trui!" Trui zweeg. Maar d'r haand, waarmee ze de suiker in m'n kommeke lepelde, beefde 'n bietje en ze dee toen wel vier lepels van die zoetigheid in de kom. 'k Zee maar niks. Hij was nie te genieten. Veuls te zuut. Maar as oew ouwe Trui d'r liefde nog 's verklaren wil, ollee, dan, dan hee ze daar d'n suikerpot of zoowiets bij noodig en dan dan speurde maar nie zoow naauwl. Wethouder ROODENBURG betreurt dit be sluit van zijn fractiegenoot ten zeerste. De begrooting wordt daarna met 268 stem men aangenomen. Tegen stemden de heeren Visser (C.-H.), K'ein (R. K.), Peper (C.), Oversteegen (C.). Castricum (R. K.), Westerveld (S.D.A.P.) en de dames Hoekstra (R.K.) en Maarschal (S. D.A.P.). De kapitaaldienst wordt z. h. st. aangeno men. De heer DE BRAAL brengt als nestor dana aan den voorzitter voor dienst leiding gedurendt de avondzitting en als verdediger van de finan- cieele voorstellen. Hij spreekt de hoop uit, dat de afwezige leden, de heeren Koppes en Mars, spoedig hersteld mogen zijn. De VOORZITTER dankt voor de vriendelijke woorden en sluit zich bij den geuiten wensch gaarne aan. De Raad besluit: Te bepalen, dat voor het gedeelte der ge meente, gelegen ten zuiden van de Kleverlaan, ten westen van de Delft, ten oosten van de spoorbaan Haarlem-Uitgeest en ten noorden van de grens der gemeente Bloemendaal, zooais dit met grijze kleur en zwarte contourlijn is aangegeven op de bij dit besluit behoorende teekening, een plan van uitbreiding in voor bereiding is. De vergadering wordt daarna gesloten. Onder leiding van den voorzitter, dr. H. J. Lovink, kwam het hoofdbestuur in Den Haag in vergadering bijeen. Door de Akkerbouwcommissie was een sa menvattend rapport met betrekking tot de voor uitzichten der teelt van verschillende gewassen ingezonden. Wat de teelt der afzonderlijke gewassen be treft, kon het hoofdbestuur zich volkomen ver eenigen met hetgeen door de Commissie was voorgesteld. Het werd noodzakelijk geacht, dat de gehandhaafd blijft op 12.per 100 K.G. De algemeene toestand, n.l. de onzekerheid in de vooruitzichten, gevoegd bij de omstan digheid, dat de kosten als pachten, loonen, hy potheekrenten e. a. nog niet zijn gedaald tot het vooroorlogsche niveau, zijn oorzaak, dat men waar o. a. de overige granen nog niet tot het vooroorlogsche peil zijn gestegen thans niet tot prijsverlaging kan overgaan. Waar de oogst 1933 meer tarwe heeft op geleverd dan bij het thans bestaande maal- en mengpercentage van 35 pet. in het brood kan worden verbakken, zal moeten worden over gegaan tot verhooging van het maal- en meng percentage tot het wettelijk vastgestelde maxi mum. Tevens dient er hierbij op te worden gewe zen, dat de invoer van weeke tarwe in ons land absoluut overbodig is. Zachte tarwe kan in voldoende mate in Nederland worden geteeld; elké invoer daarvan is een benadeeling van den Nederlandschen Landbouw. Zoo spoedig mogelijk dient dan ook de invoer van deze tarwe, die in 1932 nog pl.m. 100.000 ton be droeg, te worden gestopt. Stelt men de ge middelde opbrengst van 1 H.A. tarwe op 3 ton korrels, dan zouden zonder dien invoer 30.000 H.A. tarwe in Nederland meer geteeld kunnen worden. Onder de huidige omstandigheden is het een eisohi- dat de landbouw- over deze oppervlakte Voor zijn tarwéteelt kan beschikken en dus de bedoelde invoer geheel achterwege blijft. Bij de erwten werd er op gewezen, dat Ne derland ernstig bedreigd wordt door de door Frankrijk voorgenomen contingenteering van den invoer van dit product, aangezien ons land een zéér belangrijken export in dit artikel naar Frankrijk heeft. De prijzen zijn zeer fluctueerend en momen teel wederom beneden de ƒ10.—. Met het uit zicht op de contingenteering zal de prijs nog verder afbrokkelen; er zullen daarom maat regelen moeten worden genomen om den prijs der erwten op 10.— te handhaven. Ten aanzien van het overschot aan suiker bieten nam het hoofdbestuur het standpunt in. dat het in het belang van den Landbouw zal zijn, geen .overschrijving van de boven de ga rantie geteelde bieten in mindering van de voor 1934 toe te kennen garantie te bevorderen. Betreurd werd, dat de Memorie van Ant woord op het punt van de suikerbietensteun regeling zoo vaag ls; het hoofdbestuur vond hierin aanleiding met betrekking tot den te verwachten bietensteun in 1.934 geen hooge ver wachtingen te koesteren. Mede daarom is het niet gewenscht, bij voorbaat de teelt reeds te beperken door het overschrijven van in 1933 geteelde bieten naar 1934. Algemeen was men van oordeel, dat de gunstig heeft gewerkt, ook al levert de uitvoe ring daarvan.zeer vele en ernstige moeilijkheden op. Zonder deze steunregeling zouden de prij zen der aardappelen öf lager óf hoogstens ge lijk aan de prijzen van 1932 zijn geweest; een groot deel van het gewas zelfs onverkoopbaar zijn gebleken. Hoewel dan nog geen ioonende prijzen voor de aardappelteelt werden verkre- "n Uur later, as me bottrammen gegeten had den en Trui den boel had opgeruimd, dan vroeg ze: „vanavond nog werk Dré, in de schuur of in d'n stal?" 'k Schudde m'nen kop. ,,'t Is mooi gewist vandaag, Toeteloeris, 'k gaai rusten. Gif me de kraant maar asteblieft en m'nen tabakspot ok, as ge wilt." „Mooi, dan za 'k oew 's wa laten zien, Dré." En Trui naar 't opkamerke. Drie, vier keeren ging ze op en neer en lee telkens ingepakte rommel op de tafel, 'k Snapte de zaak. "k Stook 'n versche pijp aan, gong lekker schrijlings op m'n stoeltje zitten, m'nen kop op de leuning en m'n achterwerk teugen de wèrme plattebuis aan, fijn zat ik eersten raang op de tentoonstelling van Trui. Ze sjouwde op-en-neer, op-en-neer en laank- zamerhaand gong d'r gezicht twee felrooie klurkes krijgen van zenuwachtig getob. „Hè 'k nouw alles?" vroeg ze aan d'r eigen en ze vreef 's mee d'r haand over d'r gloeiend- heete gezicht. Amico, ik genoot. M'n pepke, m'nen wermen rug, Trui d'r geluk.... jawel horre, 'k had 't goed. bespeurd op d'n akker, ennigte uren ge lejen! De maan schéén deur de boomen! Toen moest ze nog in d'r „goeie" kast zijn, waar 'n paar groote platte doozen uitkwamen en toen scheen de zaak kompleet. Ze keek 's naar me. „De Sinterklaas veur ons kinders en de klein- kinders, Dré" en as 'n prinses wees ze naar de volle tafel. Ik knikte. „Wanneer hedde da-d-in 's hemels naam allegaar veur mekaar gebrocht, Truike?" „Komt er niks opaan. Nouw za 'k 's uitpak ken!" En as ze In d'r zenuwachtigheid 'n touwke kapot trok en ik opstond om te helpen, dan drukte ze mijn neer, in m'nen stoel en zee: „blijf zitten, gij! Ik zal 't wel doen!" En 'n kwartierke later, amico, dan sting de tafel vol, staampende vol en toen, toen begost Trui 'n oogenblik zachtjes te vezelen. Net gen, kan toch gezegd worden, dat de aller grootste verliezen beteugeld zijn. Op advies der Akkerbouwcommissie besloot het hoofdbestuur tegenover het bouwverbod voor de Bravo althans dit jaar een afwijzend standpunt in te nemen, aangezien de telers zich thans reeds voorzien hebben van pootgoed. Als overgangsmaatregel is het met het oog op het vergevorderd seizoen gewenscht voor 1934 de teelt van Bravo's niet te verbieden. Mocht men op grond van het landsbelang in 1934 tot een bouwverbod willen besluiten, zoo is het noodzakelijk dat hieraan tijdig vóór den uitzet bekendheid worde gegeven. Zeer uitvoerig werd vervolgens van gedach ten gewisseld over den Tuinbouw in verband met het communiqué van den Regeeringscom- missaris, den heer Valstar, over de beperking van de teelt van Tuinbouwgewassen op land bouwbedrijven. Het hoofdbestuur had hierover de meening der afdeelingen gevraagd. Uit de ingekomen antwoorden bleek, dat de Land bouwbedrijven boven de 20 H.A. in Noord- en Zuid-Holland zich absoluut tegen 't verbod van de teelt van tuinbouwgewassen op deze bedrij ven verklaren, terwijl de kleinere tuinbouw bedrijven in Noord-Holland zich wel in groote lijnen met het plan-Valstar kunnen vereeni gen, mits elk bedrijf op zich zelf bekeken worde en er rekening worde gehouden met alle be- drijfsbijzonderheden. Tegen de noodzakelijkheid van beper king der aardbeienteelt op de eilanden IJsselmonde, Hoeksche Waard en Rozen burg kan worden aangevoerd, dat door de exporteurs - de uitvoer niet ongunstig wordt beoordeeld. Over het algemeen heeft de oppervlakte land, welke met aardbeien was bezet, op genoemde eilanden geen uitbreiding ondergaan. Waar de opbrengst van oudere aardbeiplanten geringer is dan die van de jongere, kan men in dit verband dus wijzen op een reeds plaats gehad hebbende inkrim ping der teelt door natuurlijke omstandighe den. Wil men Nederland dan ook in de gele genheid laten aan de vraag van zijn afzetge bied te kunnen blijven voldoen, zoo is het niet gewenscht, de reeds aanmerkelijk ingekrompen teelt nog verder te beperken. Mocht evenwel toch tot eenige beperking moeten worden overgegaan, zoo zijn de betrok ken landbouwbedrijven niet ongenegen zulks in 1934 te doen, mits de inkrimping geleidelijk geschiede en op de vrijkomende grenden Ioo nende akkerbouwproducten kunnen worden verbouwd. Voor Noord-Holland werd er de aandacht op gevestigd, dat de Noord-Oostelijke polders gaar ne in de gelegenheid zullen blijven, kool te kunnen telen voor de tuinders van den Lan- gendijk, daar ook de suikerbietenteelt geen gunstige perspectieven biedt en kool als vrucht- wisselingsgewas hier zeer goed kan worden in geschakeld. Bovendien is de mogelijke teelt van kool in de polders een voordeel voor de Langendijk- tuinders, daar zij geen koolsoorten op hun gronden meer kunnen telen, die geschikt zijn als bewaarkool te kunnen dienen. Op grond van de naar voren gebrachte be zwaren kwam het hoofdbestuur tot de conclusie, dat de in het communiqué aangegeven richt lijnen onaanvaardbaar zijn, daar o. m. geen rekening is gehouden met den historischen groei der bedrijven, als gevolg waarvan voor vele bedrijven de tuinbouw zoodanig' met het landbouwgedeelte van het bedrijf is samen gesmolten, dat deze twee deelen te zamen één ondeelbaar geheel vormen, waarbij in een van de deelen niet kan worden ingegrepen, zonder het geheele bedrijf in ernstig gevaar te bren gen of ten gronde te richten. Besloten werd deze overwegingen ter kennis te brengen van het K. N. L. C. Betreurd werd, dat de verschillende organi saties van belanghebbenden niet tot overeen stemming hebben kunnen geraken inzake het by de drie Centrale Landbouw-Organisaties in gediende rapport over de consumptiemelkrege- ling. In verband hiermede werd medegedeeld, dat herhaaldelijk geconfereerd is over de af dracht van een halven cent per liter, welken de melkveilingen verplicht zijn te betalen, doch ondanks de daaraan bestede moeite is nog geen resultaat bereikt. Bij de bespreking van den werd opgemerkt, dat blijkens de Maandstatis- tiek van den In-, Uit- en Doorvoer over Oc tober 1933 de invoer van Denemarken in ons land een waarde vertegenwoordigde van 4.861.000 gulden, waartegenover een uitvoer van Nederland naar Denemarken staat tot een waarde van 4.248.000 gulden. Onder dit laatste bedrag is mede begrepen een bedrag van 226.000 gulden aan zilver in baren We kunnen derhalve concludeeren, dat De nemarken voor bijna 1 millioen gulden in ons land méér invoert dan de waarde der naar Denemarken uitgevoerde goederen bedraagt. Volgens deze gegevens is de handelsbalans dus passief en zal het waar ons eigen vee in blik wordt verwerkt aanbeveling verdienen, den invoer van Deensch vleesch sterk te be perken. Nadat nog een aantal Ingekomen stukken waren afgehandeld, o. m. het verzoek der af- deeling Hoorn, pogingen in het werk te willen stellen, tot behoud der Landbouwhuishoud- school te Hoorn, op welk verzoek het hoofd bestuur gunstig besliste, werd de vergadering door den voorzitter gesloten. asof ze baang was, dat de kinders wakker zou- wen worren! Ik zee maar niks. Waant effen droomde ze d'r eigen twintig jaren jonger, zoow as ik daar. straks op m'nen akker en da-d-had ze wel ver diend aan al d'r moeiten en uitgaven. „Witte waar 'k nog de meeste last mee heb g'ad, Dré, om te krijgen?" „Nouw?" „Hier, mee deuzen artistendas veur onzen Dré. En Ipj draagt deus stippels zoow gèren, da wèèt ik! En toen 'k In lest zag, toen was z'nen das zoow sloeberig en vettig, Tc docht, witte- wa, Wies zal daar moeite mee hebben in Am sterdam, 'k zal bjj ons in de stad er 's naar uitzien." „En 't is oew gelukt!" „Mee veel moeite," lachte ze: „maar hier is d'n leste uit die zaak!" 'n Uur laank pakte ze uit. Ditte-n-is veur die, datte veur heur, afijn, om in de wèèr te geraken! „Dré, gij helpt toch mee, om er pakskes van te maken?" „Tuurlijk, wefke! Beginnen? Ja?" En zoow wier 't nog "nen kollesaal drukken avond, amico! Maar mijn moeilijkheid is nouw, om veur Trui wa moois te vinden. Iets waar "k ze 'n heel, heel groot plazier mee doei! Wèl hee ze al gèzeed: „en wa jouw betreft, gift nie te veul geld meer uit, 't is nouw welle- kes gewist," maar zij krijgt iets schoons! Ziet de maan schijnt deur de boomen, mak kers staakt oew wild geraas!" 'k Had 't wel in de gaten, toen 'k nog op d'n akker was. Da maantje, da maantje, t scheen aanders, dan aanders! Dèèr! Veul groeten van Trui en as altij gin horke minder van oewen toet a voe DRA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 3