Amerika bouwt drijvende eilanden HONIG'S BOUILLONBLOKJES th cms 6 voor lOcl vcor.de vrienden van den PANTER. IK MOEST JE DAT TOO! EENJ) EEC I HET KAPERSNEST WOR EEN VLIEGDIENST OVER DEN OCEAAN IN EIGEN JUS DE KLEINE SPOOKHUIS - De uittocht JOSEPH CONRAD WOENSDAG 6 DECEMBER Na 800 K. M. vliegen zou de voor raad brandstof aangevuld kunnen worden Het werk van Cord Indringsrs dood gevondsn Draadloos station bij Pretoria De steenen van Darius Belangrijke vondst in Persepolis Een vijftienjarige heldin Dagboek van Peter Tessem Nieuwe luchthaven te Valparaiso De Sovjets verkoopen oude schilderijen Nieuwe kabelbaan in de Abruzzen Katoen voor wegen aanleg Het gevaarlijkste gifgas AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Het bezoek van „Lucky Llndy" aan ons land ligt r.og versch in onze herinnering. Hij had voor dat bezoek gelegenheid, doordat hy toch den geheelen zomer heeft heen en weer gevlogen tusschen Europa en Amerika. Lindbergh onderzocht de Noordelijke vliegroute over Greenland, hij bezocht de Skandinavische Btaten en Rusland. Onmiddellijk doken wilde geruchten op: de invoering van een regelmatig vliegverkeer over de Noordpool zou voor de deur staan; Lindbergh zou zelf „vliegondememer" worden, enz. Die geruchten waren nu niet geheel in over eenstemming met de waarheid. Maar kolonel Lindbergh is tegenwoordig de groote autoriteit op het gebied van oceaanvluchten en iemand, die bevoegd is waardevolle adviezen te geven. Nu is er een industrieel Errett Lobban Cord, één van de weinigen in Amerika en de geheele wereM, die midden in de crisis fortuin gemaakt hebben. Autoliefhebber, coureur, constructeur met ideeën, zoo begon de carrière van den twin tigjarige. En de tegenslag is hem niet bespaard gebleven. In 1919 moest hU al zijn moed ver zamelen, om in het vreemde Chicago opnieuw te beginnen. In 1924, op 30-jarigen leeftyd, was hy zoo ver, dat hy een oude, slechtbestuurde practisch gekelderde autofabriek als directeur- generaal saneerde en tot nieuwe ontwikkeling bracht. Korten tijd later was hy reeds eigenaar van de industrie, die thans Aubum-Cord heet. Eenige andere fabrieken van luxe wagens vie len hem toe. Om tijd uit te kunnen sparen, leer de hij vliegen; uit geestdrift bleef hy by de aviatiek. Plotseling ontdekten, de concurrenten, dat Cord de meerderheid van de aandeelen der Stinson Aircraft Co. bezat. Welnu, dacht men, dat zal hem zeker ongeluk brengen, want vlieg tuigen bouwen is een gevaarlijke zaak. Ge vaarlek, ja, maar niet voor Cord. Want wederom binnen korten tijd produceerde hij meer dan de heift dsr Amerikaansche toestellen. En thans is hij de belangrijkste man by de „American Airways". Hy heeft in den bankier Vanderlip een goed vriend en bondgenoot. Onder den nieuwen president, in het teeken der Nira en der nieuwe economische politiek van Roosevelt, heeft Cord ook de New-York Shipbuilding Corporation tot nieuw leven ge bracht. Van het uitgebreide vlootbouwplan zijn hem tot dusverre twee lichte kruisers en vier torpedojagers ten deel gevallen een opdracht van vesrtig millieen dollar. En dat is nog slechts een begin, om, zooals Roosevelt ver klaard heeft, de oorlogsvloot geheel modem te maken. Het ziet er dus wel naar uit, dat Cord, de vliegtuig- en scheepsbouwer, in de eerste maan den niet over gebrek aan werk zal hebben te klagen. Voor den bouw van het eerste Amerikaansche dryvende eiland beeft het ministerie van han del anderhalf millioen dollar uitgetrokken. Vol gens de meening der deskundigen is dit een volkomen verliespost. Maar Co-rd interesseert zich voor de zaak en hij is geen gewoon jager naar winst; hij heeft den zin van het particu liere initiatief begrepen; werken, de wereld vooruitbrengen, het algemeen belang dienen. Zoo zal dus op da wsrf te Camden in New- Jersey binnenkort het eerste prcefeiland wor den gebouwd, een halven kilometer lang, met een systeem van pijlers en dryvers, die onge veer 20 mate.- beneden de oppervlakte komen, terwijl de hoogte boven het water 25 meter zal zyn. Overigens zal een dergeiyk dryvend eiland er niet zoozeer uitzien als een varend luxe hotel op de wüze der moderne oceaanreuzen. Veeleer zal het een groote bsnzine-installatie en repa ratiewerkplaats zyn. Weliswaar hebben ook de Amerikaansche vliegtuig-moederschepen een groote start- en landingsbaan. Maar de „Sar- ratoga" b.v. is niet by alle weersomstandigheden te manoeuvreeren; by storm moeten de vlieg tuigen beneden blyven en by het landen neemt het gevaar voor een ongeluk sneller toe dan de kracht van den wind. En juist in dergeiyke Ir de fouragepakhuizen v-n den heer Jetlesma te SI Nicolaasga wemelde het van ratten, die den eigenaar groote schade toeb ach en. Op aanraden van een drogis: werd een proef genomen met Rodent en het resultaat was verrassend. „Ik ben nu zoo goed als geheel van ratten bevrijd" schrijit genoemde heer ons daarna, „en had het geluk met é^n doosje 12C ratten te dooden." Zulke successen zijn niet zeld zaam, eiken dag doodt Rodent duizenden ratten en muizen. Indien dit onredie,te Uw eigendommen ver nielt, koop dan nog heden een doosje Rodent, gebruik het op de voorgeschreven manier en mor gen zult U van rat en muis bevrijd zijn. Enkele doos 50 ct, du.be'e doos 90 cl importeurs: Fa. B. Meindersma - Den Haag. B 4-> miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiimiitimiitiiiiMiiiiiiiiiiiM De Amerikaansche Minister van 1 Handel, Roper, heeft "bekend ge- 1 maakt, dat een trans-oceanische vliegdienst zal worden ingesteld, die I van drijvende eilanden, verankerd op 800 K.M. van elkaar, gebruik zal maken. ïiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiï kritieke situaties van storm en springvloed moet het dryvende eiland voor honderd pro cent capabel zyn. Juist dan zal de piloot op zyn tccht van Amerika naar Europa aangewezen zijn en ook redding vinden op het dryvende eiland, het vliegveld midden in den oceaan. De brug der vijf of zes eilanden (al naarmate sprake is van de route over de Azoren of die naar Ierland) zou een nieuwe myipaal in de geschiedenis van het wereldverkeer beteeker.en. De grootste moeilijkheid bij de vluchten was tot dusverre, dat altyd zooveel brandstof moest wor den meegenomen als maar eenigszins mogeiyk was. De cceaanvlieger moest op zijn eigen pro viand uitzuinigen; post nam hy slechts by wyze van curiosum mede; aan andere nuttige lading viel niet te denken. Maar de kwestie der renta biliteit kan veel optimistischer worden bekeken, wanneer steeds na 800 K.M. vliegen de voor raden kunnen worden aangevuld. Precies zoo is het met de snelheid en de veiligheid: hoe sneller men tot dusverre vloog, des te sterker steeg het verbruik en de gevaarkans. Ook de kans op ongelukken wordt qus door de dryven de eilanden veel geringer. Het ligt in het ka rakter van Roosevelt's werkverschaffingspro gram, dat alles, wat moet gebeuren tot verbe tering van den economischen toestand, snel moet geschieden. Een permanente luchtverbin- dirg zou de behoefte aan snel vervoer van post, vracht en passagiers stimuleeren. Het is ook een verleideiyk vooruitzicht voor hem, die haast heeft: in 48, 36, in 30 uur over den Atlantischen Oceaan. De regeering van de Unie van Zuid-Afrika heeft op instigatie van de nationale persorga nisatie voor Zuid-Afrika „Africopa" besloten een krachtig radio-station te laten bouwen te Roberts Heights by Pretoria. Het zal dan mo gelyk zyn, nieuws naar iederen hoek van de aarde over te brengen, onafhankehjk van par ticuliere telegraafmaatschappijen, en de betee- kenis van dit nieuwe draadlooze station is ge makkelijk te zien door het feit, dat niet alleen de omvang van het afzetgebied voor het na tionale persagentschap zal worden vergemak kelijkt, doch dat voor den eersten keer Zuid- Afrika en de Zuid-Afrikaansche journalistiek in contact zal kunnen komen met welk land dan ook. De Minister van Posteryen en Telegrafie, Se nator Clarkson, wiens departement, in samen werking met dat vcor defensie deelneemt aan den bouw van een station te Roberts Heights, heeft de pers er officieel van op de hoogte ge steld dat het nieuwe station krachtig genoeg zal zijn, om contact tot stand te brengen met ieder deel van de wereld en in staat zal zyn minstens 2400 woorden per dag over te bren gen. De assistent van het Oostersche Instituut der universiteit van Chicago, dr. Pr. Krefter. heeft by de uitgravingen in de oude hoofdstad van Perzië Persepolis die op last van het in stituut verricht werden een ontdekking ge daan, die van het grootste belang is voor de wetenschap der oudheid. Onder de ruïnen dezer wereldstad uit den ouden tyd, die in den loop van den arbeid welke reeds tientallen jaren duurt, bloot gelegd werden vond dr. Krefter kort geleden twee hoeksteenen van het paleis van Darius, een vierkant gebouw van 65 meter middellijn, die by het bouwen als grondsteenen gelegd waren. Binnen in deze hoeksteenen werden twee platen gevonden, de eene van goud de andere van zilver; niet dikker dan l'/j milimeter, waarop in drie talen een in scriptie geschreven staat: in het oud-Perz'sch, het Elamitisch en het Babylonisch. De letter- lyke vertaling van den tekst luidt als volgt: „Darius, de grootkoning, koning der konin gen, koning der Perzen, zoon van Hystase en Achemeneus, Darius, de koning zegt: Dit is het koninkryk waarover myne macht zich uit strekt, van het land der Saksen, die in de streek van Sogd wonen, tot Kusj en van den Indus tot Ibarda, het koninkrijk dat mij door Auramosda (Omuza) den grootsten der goden, gpgeven is. Moge Auramozda het voor my en myne dynastie behouden." Behalve dit waardevol document uit een der grootste perioden van den Ouden Tyd, heeft cr. Krefter nog vier gouden munten gevon den, die eens op bevel van koning Croesus van Lydië bekend uit talryke sprookjes en legen den vervaardigd zyn. Genoemde koning is beroemd door de uit spraak van het orakel Delphi, dat op zijn vraag of hij den oorlog beginnen zou een antwoord gaf, dat voor tweeërlei uitleg vatbaar is. „Wanneer gy over den Habys gaat, zult gy een groot ryk vernietigen." De Camegie-Stichting heeft een mooi gou den horloge met inscriptie en een gift van ƒ600.uitgereikt aan Gunhild Leimer, een Zweedsch meisje, voor haar heldenmoed, toen zij haar vyf jaar jongere zusjes en broertjes van een jammerlijken dood heeft gered. Gunhild, die pas vijftien jaar is, was op de bovenverdieping van het huis, da kleintjes be neden, toen op de benedenverdieping plotseling brand uitbrak, zy nam de kinderen een voor een bij de hand, leunde zoover mogelyk uit een raam en liet de kleintjes zoo naar beneden vallen om ze te redden. Een tien-jarig meisje echter weigerde den sprong te wagen. Ofschoon de vlammen reeds dreigend nader- by lekten en dichte rookwolken een verstikken- den damp verspreidden, nam Grunhild zich nog den noodigen tyd om haar zusje door middel van een laken naar beneden te laten zakken Toen zy zelf voor den sprong gereed was, was zy reeds zoo overdekt met brandwonden en verblind door den rook, dat zy den afstand, welke haar van den beganen grond scheidde, verkeerd schatte. Zy viel op haar rug en brak haar ruggegraat, met het gevolg dat zy voor haar leven kreupel zal zyn. De toelage stelt het moedige meisje In staat zich door een specialist te laten behandelen en een vak te leeren, dat het haar mogelyk zal maken haar brood te verdienen. H.HIII llllillillli Als wij strakjes vleesch gaan koopen, I Wel, dan zeggen u en ik Tot den slager: 'k wil een pondje 1 Biefstuk in regeeringsblik! En dan gaan wij heel tevreden i Met een deeltje over straat Van de koeien, die haar leven I Moesten laten voor den Staat. i Niet in urn, maar in een blikje Koopen wij het souvenir I Van het door de ivreede crisis Afgeslachte offerdier! En het stof'lijk overblijfsel Noemt men op het blik aldus: i „Rundvleesch"dat tot uw gerieve Is „gestoomd in eigen jus!" Zijt u echter iets ter tale, Dan, onmiddellijk, zegt u Voor dat jus, geen jus, natuurlijk, -Maar u leest: in eigen sju! Sju, dat zeg je, jus, dat schrijf je, Zijt u nu een beetje knap i En u gaat dit Fransch vertalen, Dan zegt u: in eigen sap! O, die vreemde, vreemde 'woorden! 't Buitenissige, dat staat, Zelfs ook op een blik van Neerlands En Regeerings-fabrikaat! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) Een Sovjet-Russische expeditie die in Lenin grad is teruggekeerd heeft op Kaap Chelyush- kin een dagboek gevonden van Peter Tessem, een Noor, die lid was van Amundsen's Noord- pool-expeditie met de „Maude." Tessem vond daarbij den dood, maar het dagboek bevat waardevolle mededeelingen in den vorm van berichten voor Amundsen over een tocht per slede naar de Alexis-eilanden en Kaap Chelyushkin. De aanteekeningen zyn uitstekend leesbaar, hoewel zy met een gewoon potlood zyn ge schreven. $td mfaal van dag De regeering heeft besloten te Valparaiso een luchthaven aan te leggen en heeft een commis sie van deskundigen benoemd om de meest ge schikte plaats hiervoor uit te kiezen. In verband met de veelvuldig voorkomende misten vanaf de zeezyde zal het vliegveld op een hooggelegen terrein achter de stad worden aangelegd. Vermoedelyk zal men hiervoor het golfter rein van de Britsche kolonie te Valparaiso ge bruiken. Volgens berichten uit Moskou heeft de Sov- jetregeering besloten nog meer schilderijen van oude meesters uit de musea te Leningrad te Moskou te verkoopen. Vertegenwoordigers van Amerikaansche kunst instellingen zijn reeds uitgenoodigd naar Mos kou te komen en ter plaatse onderhandelingen over den aankoop te voeren. Professor Gallman had zijn ganschen mid dag verprutst. Van werken was niets ge komen, hoewel het toch hard noodig was. Geen wonder dan ook dat hij in een zeer prik kelbare stemming zijn studeerkamer verliet en de gang doorwandelde. Toen hij langs den kapstok liep, viel zijn oog op den hoed. „Wel, wat drommel!," bromde de professor en werkelijk hij mocht brommen, want de hoed ontsierde de heele gang. Het was een oud model ronde vilthoed, die te vettig was om aan te pakken en een waardig pronkstuk zou ge weest zyn op het stapeltje oude kleeren van een tweedehands marktkoopman. De kleur was waarschijnlijk eens zwart geweest, maar thans was zij groen met bruine vegen. „Wel, wat drommel!" zei de professor ander maal. „Wat doet dat ding hier? Ik zou wel eens willen weten van wie dat oude lor is?" Van hemzelf was de hoed niet, om de dood eenvoudige reden dat de professor slechts één hoed bezat en dan nog een bolhoed. Van Josef. den huisknecht, kon hy ook moeilijk aannemen dat hij met het vod over straat zou loopen. Josef stond bekend als de netheid zelve. De professor kon het raadsel niet ontwarren, maar hij nam een kloek besluit, greep den hoed van den kapstokhaak en smeet hpm het raam uit. De hoed zeilde met een sierlijken zwaai over de straat, rolde van het trottoir af en bleef in een modderplas liggen. Even later kwam er een klein, sjofel mannetje voorbij. Zoo een van de talloozen die schijn baar dag en nacht langs 's Heeren wegen zwal ken. Hij raapte den hoed op, maakte hem een beetje schoon en vervolgde zyn weg. Professor Galman had van dit alles niets gezien. Hij had dadelyk het venster weer ge sloten, want het was najaar en er joeg een gure wind door de straat. Zijn resolute daad had echter niet het resul taat dat hij er van verwachtte. Door den hoed op straat te gooien, meende hij het lor uit zijn gedachten te bannen, maar juist het tegen overgestelde was het geval. Zijn gedachten ble ven er aan hangen als een puzzelaar aan zyn kruiswoordenraadsel. De groote vraag: van wien die hoed was? bleef hem onverdroten bezig houden. Ten einde raad besloot hij zijn licht op te ste ken bij Joseph. De huisknecht was juist bezig in de keuken een serie schoenen te poetsen. Hy droeg een bont schort om zich niet vuil te maken. „Josef," begon de professor plechtig, alsof hy het Orakel van Delphi ging raadplegen, „ik heb op den kapstok een ouden hoed gevonden. Een groen, vettig ding. Een vuil lor. Weet je ook van wien dat ding is?" Als uit een automaat kwam het antwoord: „Van meneer Veltman, den pianoleeraar, pro fessor!" „Van den piano-leeraar....?" „Ja, professor!" „O ja, natuurlijkda's waar ook! Dank je wel, Josef!" en de professor haastte zich om uit de keuken weg te komen. Buiten Josef's domein gekomen, verviel de professor echter tot een halve vertwyfeling. Goeie genade! Daar had hy den hoed van den pianoleeraar weggesmeten! Vlug keek hij het raam uit of hij den hoed misschien nog kon ontdekken, maar dat leverde geen resultaat op. „Zeldzaam ongelukkig!" mompelde de profes sor,Had ik toch kunnen weten, dat meneer Veltman vanmiddag aan de kleine Annie piano les geeft!" Tot overmaat van ramp hoorde hy juist den muziekleeraar een kamer uitkomen, druk pra tend met zyn kleine leerlinge. De professor verschoot van kleur. Hy nam vlug het eenige middel te baat, dat hem uit een netelige positie kon bevrijden. Hy rende naar zijn studeerkamer en verschanste zich daar. Struisvogelpolitiek? Ja, maar vindt er maar eens wat andera op! Het hart klopte den professor in de keel, toen hij den muziekleeraar de gang hoorde ingaan. „Je moet goed je best doen, Annie," hoorde hij hem zeggen, „des te eerder zyn we van die vervelende oefeningen verlost. Ik geef toe dat PRACHT/O, M'N MANNEN KOMEfi NU IN CONTACT M£T DIE VAN MACK! DAAR O AA T YR7,{ÉÉN AAN P/F Kt PEL 5 IA TB iHiÓF/TFMW 7JEN WAT EROEBUUPr VwEL JAAP, IK NOOR DAK JEOE STAD VERLAAT] Ra tis 't bette ha tjb KUNT DOEN DEZE PLAAT VREEOEUJK QNQEZBiD OE LDKAALTREiH VERTREKT OM B3Q MAARTE SNELTREINK0MTNA TWtN- no minuten aan 't kro/s punt. LK DENKPAT D£ NEEETE/M \VAIMe KORNUITEN AAH'T KRO/k {nUMT ZULLEN Z/JN. N JULLIE KUNNEN DAAR NEEM/ETWEü. WANNEER JEPENKT MIJ SARD JULUE KUNNEN LOKAALTRB/N WACHTEN Al JE WILT WACHTEN: IK DENK ER N/ETAAN. MMIIIIIIIIimiMIMIIIIIM,,,, het een saai werkje is, maar ja, daar is nu een. maal niets aan te doen." Lieeraar en leerlinge stapten door de gang. De professor hield zijn adem in. Nu moesten ze in de vestibule zijn gekomen. en wat die twee kruisen betreft, dat is in het eerst wel een beetje lastig, maar...." Hij hield op. „Wel, ik dacht toch werkelijk „Mist u iets, meneer Veltman," vroeg Annie. „Mijn hoed, kind, mijn hoed. Ik was er hei lig van overtuigd, dat ik hem aan den kapstok had gehangen en nu is hy verdwenen." Ze zochten in alle hoeken, i maar het hoofd- I T?p hnprt deksel was niet \RDen nOEU „Enfin, niets I vliegt op straat aan te doen," berustte meneer Veltman. „Dan zal ik maar zóó weggaan. Die hoed komt een anderen keer nog wel terecht." „Maar dat gaat toch niet, meneer?" protes teerde het meisje, ,,u zult kou vatten! Nee, dat gebeurt niet. U kunt beter dezen hoed nemen." Na nog wat tegenstribbelen, gaf de piano leeraar too en verdween. „God zij dank!" zuchtte de professor. „Het gevaar is geweken." Hij pakte zyn aetentasch en propte er 'n paar boeken in. Het werd tijd om de stad in fe gaan. In de vestibule wachtte hem echter een kleine verrassing. Zijn hoed was verdwenen. „Annie!" riep hy boos. Annie, wat heb je met mijn hoed uitgevoerd?" „Gunst!" deed Annie verbaasd, „was die hoed van u? Ik heb hem aan meneer Veltman ge leend." Een gevaarlyk thema, dacht de professor, daar viel beter over te zwygen. „Weet je dan niet een anderen hoed voor me? Ik kan toch niet zóó de straat opgaan?" Annie rommelde in de kast, waar verschei dene afgedankte kleedingstukken hun laatste dagen sleten. Hoeden waren er niet veel. Maar ten laatste kwam ze triomfantelyk met een ouden zwarten stroohoed aandragen. „Astubiieft," zei ze. ,,'t Is tenminste beter dan niets. En er bleef den professor niets anders over dan het ding maar op zijn hoofd te zetten. Vlug verliet hij het huis. Maar niet vlug ge noeg om niet opgemerkt te worden door den concierge, die met een buurvrouw stond te pra ten. „Kyk nou eens!" zei de buurvrouw. De concierge haalde de schouders op. ,,'t Is een professor," zei ze dan, „en die heb ben altijd wat bizonders. Maar als hy in het najaar met een strooien hoed voor gek wil loo pen, nou, lèèt hem!" Naar gemeld wordt zal binnenkort een nieu we kabe'baan, welke de stad Aquilla met den Gran Sasso d'Italia verbindt, in gebruik wor den genomen. Het traject, door het centrum der Abruzzen, wordt in 16 minuten afgelegd. Deze verbinding is o. a. daarom als een by- zondere aanwinst te beschouwen, omdat op deze wijze ook minder geroutineerde bergtoeristen toegang hebben tot dit grootsche landschap met zijn prachtige panorama's. Ook de voor treffelijke wintersportterreinen in dit gebied kunnen op die manier gemakkelijk worden be reikt. Een tiental toppen, ter hoogte van onge veer 3000 M., omgeeft de uitgestrekte hoog vlakte, en men kan hier enkele uren sporens van Rome van November tot Juni winter sport beoefenen. In verscheidene staten van Amerika wordt geëxperimenteerd met het gebruik van een ka- tcenfabrikaat voor het prepareeren van opper vlakten van geteerde wegen over een funda ment van aarde. In Georgia werd er een weg van een halve mijl mee oelegd. In Louisiana zijn twee en een halve mijl zoo behandeld en het is te verwach ten dat, wanneer de wegen tegen verkeersproe- ven bestand zullen blijken, een reductie van ongeveer 170 per mijl zal kunnen worden be spaard op de kosten van te restaureeren land wegen. De Engelsche brigade-generaal Grozier ver klaarde in een rede te Londen, dat de Engel sche regeering In het bezit was van het ge vaarlijkste gifgas, dat bestond. Er was nog een tweede groote mogendheid, die in het bezit van eenzelfde gas was. Technici en wetenschappe- lyke onderzoekers hebben vergeefs gepoogd een gasmasker tegen dit nieuwe gas te construeeren. MIJ I 'J op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen OI) ft ft bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7C/I bij een ongeval met O Et ft bij verlies van een hand IOC olj verlies van een Cft bij een breuk van yl ft bij verlies van 'n jflllC QuOflflS S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen T %H/UU»m verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen T i üoodelljkeu afloop/ een voet of een oog# duim of wijsvinger Uv, been of arm/ Tu< anderen vinger 0i in minimin mi iiiiiiiiiiihiiiii mum iiiHiiiiimiinmiiiiiiiimiMWiiu ROMAN VAN Ti,,, 21 (Korte Inhoud van het voorafgaande: Kemp, een Engelschman uit Kent wijkt met Carlos Riego 'n vriend van den verloofde van zijn zuster Veronica. Ralph Rooksby, uit naar Jamaica. Hier komt hy ln kennis met den rechter O' Brlen en met Don Ramon, die Kemp willen overhalen dienst te nemen bil zeeroovers, die Rlo Medio als basis hebben. Als hy hier niet op Ingaat, wordt hyover weldigd en aan boord van een schip ge bracht. Hy weet echter spoedig te ontsnap pen en wordt opgepikt door een ander schip dat hem naar Havanna zal meene men. Nabil de Cubaansche kust worden zy echter door zeeroovers, die onder bevel staan van een vriend van Carlos, Thomas de Castro, overvallen. John Kemp wordt ge vangen genomen en met het kaperschip naar Rio Medio gebracht). VIJFDE HOOFDSTUK Tegen twee uur in den middag liepen we de baai van Rio Medio binnen. Ik was naar dek gegaan, teen Tomas Castro zyn dutje gedaan had. Z'en wilde ik! Juist toen ik aan dek ver scheen maakte het schip een heftige wending en mij aan de reeling vastklemmend, zag ik in een warreling, hooge, bruine heuvels, zacht nederglooiend naar een strook vlak land, dat door een gordel donkergreen gewas van het water gescheiden werd; kleine rozige huizen vierkanten lagen hier en daar neergeworpen tegen den heuvelwand, tusschen de palmboo- men, die daar stonden als mannen in hoog gras, en verder in een diepe vallei zilvergrijze hutten met donkere daken; een groote blinkende kerkgevel, zeer lang en smal, stak er boven uit, als een pyramide toeloopend en met zeven openingen voor klokken, waarvan er slechts drie bezet waren. Zooals het daar slapend lag in het zonlicht, zag het stadje er uit, of net eeuwen was verborgen geweest in de plooien van eei. verzonken land. By het ankeren stond Tomas naast me in weemoedig zwygen; hy gromde af en toe wat en spuwde in het water. Kom z-i ik. „Wat beteekent het toch al lemaal?'' Wat moet ik hier?" faomber haalde hij de schouders op. ..Als uwe hoogheid het niet weet, wie dan wel?" ant woordde hy. „Ik heb niet uit te maken, waarom de menschen hier willen komen." „Breng me dan naar Carlos," zei lk. „Ik moet opheldering hebben." Castro keek mij achterdochtig aan„U zult hem toch niet opwinden?" vroeg hy. „Ik heb menschen gekend, die plotseling dood bleven, als ze er zoo aan toe waren." Terwijl we naar land roeiden, begon hy my de huizen der voorname ingezetenen aan te wijzen. In de zeventiende eeuw was Rlo Medio een der voornaamste havens der Antillen ge weest, maar had moeten wyken voor Havana, daar z'n haven de groote moderne schepen niet kon opnemen. Nu was er geen handel meer, geen leven.... niets meer, behalve een bis schop, een groot klooster en 'n paar rustende ambtenaren van Havana. Een groote nederzet ting havelooze stroo en leemhutten lag westelijk van de kathedraal. Casa Riego was een ont- zagiyk paleis met vensters als schietgaten en den voorgevel gekeerd naar zee. Don Balthasar bezat practisch de geheele stad en al het om ringende land en zou, waren zijn leeftijd en zwakte geen beletsel geweest, als een absolute vorst hebben kunnen regeeren. Hij had in Havana gewoond, maar nu, in zijn ouderdom, had hy zich teruggetrokken in zyn paleis te Rio, waar hij sinscLen nog slechts tweemaal den voet buiten de deur gezet had. Dat was geweest, wanneer officieele plechtig heden van buitengewoon gewicht, zooals de uit levering van piraten, de tegenwoordigheid ver- eischten van iemand van zyn waardigheid en stand. Overgens had hy opgesloten geleefd ln zijn paleis; in Rio Medio was er voor hem niets te bezoeken. Zyn intendant O'Brien, werd er verteld, be schouwde hij als zijn oogappel; hij had zijn invloed aangewend om hem tot rechter van het Hof van Marine benoemd te krygen. De oude Don zelf wist waarschynlijk niets van de zeeroovers. Al sedert de dagen van Columbus was de baai door boekaniers gebruikt; maar hij keurde ze geen ernstige aandacht waardig; misschien had hy ze wel nooit gezien, wat Tomas Castro stellig meende. Ik kon niet twyfelen aan de oprechtheid waarmee dit alles verteld werd. „O, u dacht dat ik een zeeroover was!" pre velde hyVoor een dag, ja cm een Riego van dienst te zyn, myn vriend ja! Daarenboven, ik haat dien vleier, dien inten dant, dien konkelaar, dien zoetsappigen Juez dien O'Brien. Eén, die geleden heeft voor het geloof! Que Picardia! Heb ik ook niet gele den.... voor het geloof. Ik ben de vertrouwde nederige vriend der Riego's. Maar misschien denkt u wel, dat Don Balthasar zeif een piraat ïsl Hy, die in zyn aderen het bloed heeft van den Cid Compeador; wiens voorouders al sinds de dagen van Chrlstophorus zelf dit halve eiland in bezit gehad hebben...." Wy traden 't sombere paleis binnen door een machtige poort en beklommen een breede trap. In een hooge kamer, die uitkomt op de galery rondom de binnenplaats van Casa Riego. lag Carlos in een groet ledikant. Na Tomas Castro die met een vuilen vingernagel behoedzaam de groote schitterend! mahoniehou i n paneelen had staan afkrabben, te hebben weggeduwd, stond ik voor hem. „Verduiveld, Carlos!" zeide ik. „Dat is de derde keer, dat je zoo verraderlyk doet. Wat wil je toch met me?" Je kon je goed voorstellen dat hij een af stammeling was van den Cid Compeador, als je enkel maar naar hem keek, zooals hij daar lag, zonder een siddering in zijn trekken, zyn gelaat vlekkeloos wit, eenigszins blauwachtig, by gemis aan bloed, met al den adel des doods er op, als de albasten beeltenis van een ridder in een oude kathedraal. Op de rood-fluweeien bedgordijnen was een reusachtig met zij Je ge werkt wapen aangebracht, omgeven door een krans, met het gouden schaap aan den ring. Het schild was opgelegd met een ontelbaar aan tal vakjes met klimmende beren, rennende luipaarden, lelies, kasteelen arenden, han en armen. Langzaam opende hy de oogen en een stille, kwynende glimlach van buitengewone voldoening kwam op zijn gelaat. „Ach, Juan," zei hij, „se bienvienido, wees welkom, wees welkom." Castro greep my ruw bij den schouder en staarde my aan met vurige, gele oogen. „Spreek niet ruw tegen hem, Engelsch beest, zei hij. „Hy ligt zoo goed als op sterven." „Neen, je kunt gerust zyn," antwoordde ik, ik zie het...." Eerst was ik achterdochtig geweest; het had comedie kunnen zijn om mij te vermurwen.... Maar het was onmogelyk, die blauwe tint te veinzen, dat ingevallen gezicht rondom den neus en die kalme rust, die door niet veel dingen meer te verstoren viel. Er was geen twijfel aan. Carlos was doodziek. „Verraderlijk, neen je moest komen," zei hy plotseling. „Ik heb je noodig. Ik ben blij, be;te Juan." Met een lange, magere hand wuif de hy mij even toe. „Je zult niet lang boos zijn. Het moest gedaan worden de middelen moet je maar vergeven." Zyn toon was zoo opgeruimd, zoo heel niet klagend, dat het nauwelyks te gelooven was, dat die van hem kwam. „Je kon niet slechter gehandeld hebben, als je me wrok had toegedragen, Carlos," zeide ik. „Ik zou ook een verklaring willen hebben. Maar,daar ik je niet wensch te dooden „O neen, o neen," zei hij; „in een minuut zal ik het je vertellen." In een zilveren kom, die naast het bed stond, liet hij een gouden balletje vallen. Het klonk als een groote klokEen zuster met wyduitstaanda kap. kwam naar hem toe met een gouden bekertje, waaruit hij, een weinig opry- zend, haastig dronk. Teen ging de zuster het vertrek uit. gevolgd door Castro, die my een laatsten woesten blik van zyn gele oogen toe wierp. Carlos glimlachte. „Ze trachten my het heengaan gemakkeiyk te maken," zeide hy. „Vamos! De peluw is zacht voor wie bemind wordt." Hy sloot de oogen. Plotseling zei hy: „Waarom moet je my alleen haten, John Kemp? Wat heb ik gedaan." God weet, dat ik je niet haat, Carlos," ant woordde ik. „Jij hebt my altyd gewantrouwd," zei hy. ,En toch sta ik je misschien nader dan velen van je landgenooten. ik heb je altijd 't goede gewenschf, en my heb je altijd gehaat en ge wantrouwd. Van het allereerste begin heb je mij gewantrouwd. Waarom?" Het was nutteloos het te ontkennen: hij had de buitengewone ongeloovigheid van zijn ras.... Ik herinnerde my, hoe ik hem thuis als Jongen verafgood had. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 10