Amerika bouwt drijvende eilanden
HONIG'S BOUILLONBLOKJES th cms 6 voor lOcl
vcor.de vrienden van
den PANTER. IK MOEST
JE DAT TOO! EENJ) EEC
I HET KAPERSNEST
WOR EEN VLIEGDIENST
OVER DEN OCEAAN
IN EIGEN JUS
DE KLEINE
SPOOKHUIS - De uittocht
JOSEPH CONRAD
WOENSDAG 6 DECEMBER
Na 800 K. M. vliegen zou de voor
raad brandstof aangevuld
kunnen worden
Het werk van Cord
Indringsrs dood gevondsn
Draadloos station bij
Pretoria
De steenen van Darius
Belangrijke vondst in Persepolis
Een vijftienjarige heldin
Dagboek van Peter
Tessem
Nieuwe luchthaven te
Valparaiso
De Sovjets verkoopen
oude schilderijen
Nieuwe kabelbaan in
de Abruzzen
Katoen voor wegen
aanleg
Het gevaarlijkste gifgas
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Het bezoek van „Lucky Llndy" aan ons
land ligt r.og versch in onze herinnering.
Hij had voor dat bezoek gelegenheid,
doordat hy toch den geheelen zomer heeft heen
en weer gevlogen tusschen Europa en Amerika.
Lindbergh onderzocht de Noordelijke vliegroute
over Greenland, hij bezocht de Skandinavische
Btaten en Rusland. Onmiddellijk doken wilde
geruchten op: de invoering van een regelmatig
vliegverkeer over de Noordpool zou voor de deur
staan; Lindbergh zou zelf „vliegondememer"
worden, enz.
Die geruchten waren nu niet geheel in over
eenstemming met de waarheid. Maar kolonel
Lindbergh is tegenwoordig de groote autoriteit
op het gebied van oceaanvluchten en iemand,
die bevoegd is waardevolle adviezen te geven.
Nu is er een industrieel Errett Lobban Cord,
één van de weinigen in Amerika en de geheele
wereM, die midden in de crisis fortuin gemaakt
hebben. Autoliefhebber, coureur, constructeur
met ideeën, zoo begon de carrière van den twin
tigjarige. En de tegenslag is hem niet bespaard
gebleven. In 1919 moest hU al zijn moed ver
zamelen, om in het vreemde Chicago opnieuw
te beginnen. In 1924, op 30-jarigen leeftyd, was
hy zoo ver, dat hy een oude, slechtbestuurde
practisch gekelderde autofabriek als directeur-
generaal saneerde en tot nieuwe ontwikkeling
bracht. Korten tijd later was hy reeds eigenaar
van de industrie, die thans Aubum-Cord heet.
Eenige andere fabrieken van luxe wagens vie
len hem toe. Om tijd uit te kunnen sparen, leer
de hij vliegen; uit geestdrift bleef hy by de
aviatiek.
Plotseling ontdekten, de concurrenten, dat
Cord de meerderheid van de aandeelen der
Stinson Aircraft Co. bezat. Welnu, dacht men,
dat zal hem zeker ongeluk brengen, want vlieg
tuigen bouwen is een gevaarlijke zaak. Ge
vaarlek, ja, maar niet voor Cord. Want wederom
binnen korten tijd produceerde hij meer dan de
heift dsr Amerikaansche toestellen.
En thans is hij de belangrijkste man by de
„American Airways". Hy heeft in den bankier
Vanderlip een goed vriend en bondgenoot.
Onder den nieuwen president, in het teeken
der Nira en der nieuwe economische politiek
van Roosevelt, heeft Cord ook de New-York
Shipbuilding Corporation tot nieuw leven ge
bracht. Van het uitgebreide vlootbouwplan zijn
hem tot dusverre twee lichte kruisers en vier
torpedojagers ten deel gevallen een opdracht
van vesrtig millieen dollar. En dat is nog
slechts een begin, om, zooals Roosevelt ver
klaard heeft, de oorlogsvloot geheel modem
te maken.
Het ziet er dus wel naar uit, dat Cord, de
vliegtuig- en scheepsbouwer, in de eerste maan
den niet over gebrek aan werk zal hebben te
klagen.
Voor den bouw van het eerste Amerikaansche
dryvende eiland beeft het ministerie van han
del anderhalf millioen dollar uitgetrokken. Vol
gens de meening der deskundigen is dit een
volkomen verliespost. Maar Co-rd interesseert
zich voor de zaak en hij is geen gewoon jager
naar winst; hij heeft den zin van het particu
liere initiatief begrepen; werken, de wereld
vooruitbrengen, het algemeen belang dienen.
Zoo zal dus op da wsrf te Camden in New-
Jersey binnenkort het eerste prcefeiland wor
den gebouwd, een halven kilometer lang, met
een systeem van pijlers en dryvers, die onge
veer 20 mate.- beneden de oppervlakte komen,
terwijl de hoogte boven het water 25 meter
zal zyn.
Overigens zal een dergeiyk dryvend eiland er
niet zoozeer uitzien als een varend luxe hotel
op de wüze der moderne oceaanreuzen. Veeleer
zal het een groote bsnzine-installatie en repa
ratiewerkplaats zyn. Weliswaar hebben ook de
Amerikaansche vliegtuig-moederschepen een
groote start- en landingsbaan. Maar de „Sar-
ratoga" b.v. is niet by alle weersomstandigheden
te manoeuvreeren; by storm moeten de vlieg
tuigen beneden blyven en by het landen neemt
het gevaar voor een ongeluk sneller toe dan
de kracht van den wind. En juist in dergeiyke
Ir de fouragepakhuizen v-n den heer Jetlesma te
SI Nicolaasga wemelde het van ratten, die den eigenaar
groote schade toeb ach en. Op aanraden van een
drogis: werd een proef genomen met Rodent en
het resultaat was verrassend. „Ik ben nu zoo goed
als geheel van ratten bevrijd" schrijit genoemde heer
ons daarna, „en had het geluk met é^n doosje 12C
ratten te dooden." Zulke successen zijn niet zeld
zaam, eiken dag doodt Rodent duizenden ratten en
muizen. Indien dit onredie,te Uw eigendommen ver
nielt, koop dan nog heden een doosje Rodent,
gebruik het op de voorgeschreven manier en mor
gen zult U van rat en muis bevrijd zijn. Enkele
doos 50 ct, du.be'e doos 90 cl importeurs: Fa.
B. Meindersma - Den Haag. B 4->
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiimiitimiitiiiiMiiiiiiiiiiiM
De Amerikaansche Minister van 1
Handel, Roper, heeft "bekend ge- 1
maakt, dat een trans-oceanische
vliegdienst zal worden ingesteld, die I
van drijvende eilanden, verankerd op
800 K.M. van elkaar, gebruik zal
maken.
ïiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiï
kritieke situaties van storm en springvloed
moet het dryvende eiland voor honderd pro
cent capabel zyn. Juist dan zal de piloot op zyn
tccht van Amerika naar Europa aangewezen
zijn en ook redding vinden op het dryvende
eiland, het vliegveld midden in den oceaan.
De brug der vijf of zes eilanden (al naarmate
sprake is van de route over de Azoren of die
naar Ierland) zou een nieuwe myipaal in de
geschiedenis van het wereldverkeer beteeker.en.
De grootste moeilijkheid bij de vluchten was tot
dusverre, dat altyd zooveel brandstof moest wor
den meegenomen als maar eenigszins mogeiyk
was. De cceaanvlieger moest op zijn eigen pro
viand uitzuinigen; post nam hy slechts by wyze
van curiosum mede; aan andere nuttige lading
viel niet te denken. Maar de kwestie der renta
biliteit kan veel optimistischer worden bekeken,
wanneer steeds na 800 K.M. vliegen de voor
raden kunnen worden aangevuld. Precies zoo
is het met de snelheid en de veiligheid: hoe
sneller men tot dusverre vloog, des te sterker
steeg het verbruik en de gevaarkans. Ook de
kans op ongelukken wordt qus door de dryven
de eilanden veel geringer. Het ligt in het ka
rakter van Roosevelt's werkverschaffingspro
gram, dat alles, wat moet gebeuren tot verbe
tering van den economischen toestand, snel
moet geschieden. Een permanente luchtverbin-
dirg zou de behoefte aan snel vervoer van post,
vracht en passagiers stimuleeren. Het is ook een
verleideiyk vooruitzicht voor hem, die haast
heeft: in 48, 36, in 30 uur over den Atlantischen
Oceaan.
De regeering van de Unie van Zuid-Afrika
heeft op instigatie van de nationale persorga
nisatie voor Zuid-Afrika „Africopa" besloten
een krachtig radio-station te laten bouwen te
Roberts Heights by Pretoria. Het zal dan mo
gelyk zyn, nieuws naar iederen hoek van de
aarde over te brengen, onafhankehjk van par
ticuliere telegraafmaatschappijen, en de betee-
kenis van dit nieuwe draadlooze station is ge
makkelijk te zien door het feit, dat niet alleen
de omvang van het afzetgebied voor het na
tionale persagentschap zal worden vergemak
kelijkt, doch dat voor den eersten keer Zuid-
Afrika en de Zuid-Afrikaansche journalistiek in
contact zal kunnen komen met welk land dan
ook.
De Minister van Posteryen en Telegrafie, Se
nator Clarkson, wiens departement, in samen
werking met dat vcor defensie deelneemt aan
den bouw van een station te Roberts Heights,
heeft de pers er officieel van op de hoogte ge
steld dat het nieuwe station krachtig genoeg
zal zijn, om contact tot stand te brengen met
ieder deel van de wereld en in staat zal zyn
minstens 2400 woorden per dag over te bren
gen.
De assistent van het Oostersche Instituut
der universiteit van Chicago, dr. Pr. Krefter.
heeft by de uitgravingen in de oude hoofdstad
van Perzië Persepolis die op last van het in
stituut verricht werden een ontdekking ge
daan, die van het grootste belang is voor de
wetenschap der oudheid. Onder de ruïnen dezer
wereldstad uit den ouden tyd, die in den loop
van den arbeid welke reeds tientallen jaren
duurt, bloot gelegd werden vond dr. Krefter
kort geleden twee hoeksteenen van het paleis
van Darius, een vierkant gebouw van 65 meter
middellijn, die by het bouwen als grondsteenen
gelegd waren. Binnen in deze hoeksteenen
werden twee platen gevonden, de eene van
goud de andere van zilver; niet dikker dan
l'/j milimeter, waarop in drie talen een in
scriptie geschreven staat: in het oud-Perz'sch,
het Elamitisch en het Babylonisch. De letter-
lyke vertaling van den tekst luidt als volgt:
„Darius, de grootkoning, koning der konin
gen, koning der Perzen, zoon van Hystase en
Achemeneus, Darius, de koning zegt: Dit is
het koninkryk waarover myne macht zich uit
strekt, van het land der Saksen, die in de
streek van Sogd wonen, tot Kusj en van den
Indus tot Ibarda, het koninkrijk dat mij door
Auramosda (Omuza) den grootsten der goden,
gpgeven is. Moge Auramozda het voor my en
myne dynastie behouden."
Behalve dit waardevol document uit een der
grootste perioden van den Ouden Tyd, heeft
cr. Krefter nog vier gouden munten gevon
den, die eens op bevel van koning Croesus van
Lydië bekend uit talryke sprookjes en legen
den vervaardigd zyn.
Genoemde koning is beroemd door de uit
spraak van het orakel Delphi, dat op zijn vraag
of hij den oorlog beginnen zou een antwoord
gaf, dat voor tweeërlei uitleg vatbaar is.
„Wanneer gy over den Habys gaat, zult gy
een groot ryk vernietigen."
De Camegie-Stichting heeft een mooi gou
den horloge met inscriptie en een gift van
ƒ600.uitgereikt aan Gunhild Leimer, een
Zweedsch meisje, voor haar heldenmoed, toen
zij haar vyf jaar jongere zusjes en broertjes
van een jammerlijken dood heeft gered.
Gunhild, die pas vijftien jaar is, was op de
bovenverdieping van het huis, da kleintjes be
neden, toen op de benedenverdieping plotseling
brand uitbrak, zy nam de kinderen een voor
een bij de hand, leunde zoover mogelyk uit
een raam en liet de kleintjes zoo naar beneden
vallen om ze te redden. Een tien-jarig meisje
echter weigerde den sprong te wagen.
Ofschoon de vlammen reeds dreigend nader-
by lekten en dichte rookwolken een verstikken-
den damp verspreidden, nam Grunhild zich nog
den noodigen tyd om haar zusje door middel
van een laken naar beneden te laten zakken
Toen zy zelf voor den sprong gereed was, was
zy reeds zoo overdekt met brandwonden en
verblind door den rook, dat zy den afstand,
welke haar van den beganen grond scheidde,
verkeerd schatte. Zy viel op haar rug en brak
haar ruggegraat, met het gevolg dat zy voor
haar leven kreupel zal zyn.
De toelage stelt het moedige meisje In staat
zich door een specialist te laten behandelen en
een vak te leeren, dat het haar mogelyk zal
maken haar brood te verdienen.
H.HIII llllillillli
Als wij strakjes vleesch gaan koopen,
I Wel, dan zeggen u en ik
Tot den slager: 'k wil een pondje 1
Biefstuk in regeeringsblik!
En dan gaan wij heel tevreden
i Met een deeltje over straat
Van de koeien, die haar leven
I Moesten laten voor den Staat.
i Niet in urn, maar in een blikje
Koopen wij het souvenir
I Van het door de ivreede crisis
Afgeslachte offerdier!
En het stof'lijk overblijfsel
Noemt men op het blik aldus:
i „Rundvleesch"dat tot uw gerieve
Is „gestoomd in eigen jus!"
Zijt u echter iets ter tale,
Dan, onmiddellijk, zegt u
Voor dat jus, geen jus, natuurlijk,
-Maar u leest: in eigen sju!
Sju, dat zeg je, jus, dat schrijf je,
Zijt u nu een beetje knap i
En u gaat dit Fransch vertalen,
Dan zegt u: in eigen sap!
O, die vreemde, vreemde 'woorden!
't Buitenissige, dat staat,
Zelfs ook op een blik van Neerlands
En Regeerings-fabrikaat!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Een Sovjet-Russische expeditie die in Lenin
grad is teruggekeerd heeft op Kaap Chelyush-
kin een dagboek gevonden van Peter Tessem,
een Noor, die lid was van Amundsen's Noord-
pool-expeditie met de „Maude."
Tessem vond daarbij den dood, maar het
dagboek bevat waardevolle mededeelingen in
den vorm van berichten voor Amundsen over
een tocht per slede naar de Alexis-eilanden en
Kaap Chelyushkin.
De aanteekeningen zyn uitstekend leesbaar,
hoewel zy met een gewoon potlood zyn ge
schreven.
$td mfaal van dag
De regeering heeft besloten te Valparaiso een
luchthaven aan te leggen en heeft een commis
sie van deskundigen benoemd om de meest ge
schikte plaats hiervoor uit te kiezen.
In verband met de veelvuldig voorkomende
misten vanaf de zeezyde zal het vliegveld op
een hooggelegen terrein achter de stad worden
aangelegd.
Vermoedelyk zal men hiervoor het golfter
rein van de Britsche kolonie te Valparaiso ge
bruiken.
Volgens berichten uit Moskou heeft de Sov-
jetregeering besloten nog meer schilderijen van
oude meesters uit de musea te Leningrad te
Moskou te verkoopen.
Vertegenwoordigers van Amerikaansche kunst
instellingen zijn reeds uitgenoodigd naar Mos
kou te komen en ter plaatse onderhandelingen
over den aankoop te voeren.
Professor Gallman had zijn ganschen mid
dag verprutst. Van werken was niets ge
komen, hoewel het toch hard noodig was.
Geen wonder dan ook dat hij in een zeer prik
kelbare stemming zijn studeerkamer verliet en
de gang doorwandelde.
Toen hij langs den kapstok liep, viel zijn oog
op den hoed.
„Wel, wat drommel!," bromde de professor
en werkelijk hij mocht brommen, want de hoed
ontsierde de heele gang. Het was een oud
model ronde vilthoed, die te vettig was om aan
te pakken en een waardig pronkstuk zou ge
weest zyn op het stapeltje oude kleeren van
een tweedehands marktkoopman. De kleur was
waarschijnlijk eens zwart geweest, maar thans
was zij groen met bruine vegen.
„Wel, wat drommel!" zei de professor ander
maal.
„Wat doet dat ding hier? Ik zou wel eens
willen weten van wie dat oude lor is?"
Van hemzelf was de hoed niet, om de dood
eenvoudige reden dat de professor slechts één
hoed bezat en dan nog een bolhoed. Van Josef.
den huisknecht, kon hy ook moeilijk aannemen
dat hij met het vod over straat zou loopen.
Josef stond bekend als de netheid zelve.
De professor kon het raadsel niet ontwarren,
maar hij nam een kloek besluit, greep den hoed
van den kapstokhaak en smeet hpm het raam
uit.
De hoed zeilde met een sierlijken zwaai over
de straat, rolde van het trottoir af en bleef in
een modderplas liggen.
Even later kwam er een klein, sjofel mannetje
voorbij. Zoo een van de talloozen die schijn
baar dag en nacht langs 's Heeren wegen zwal
ken. Hij raapte den hoed op, maakte hem een
beetje schoon en vervolgde zyn weg.
Professor Galman had van dit alles niets
gezien. Hij had dadelyk het venster weer ge
sloten, want het was najaar en er joeg een
gure wind door de straat.
Zijn resolute daad had echter niet het resul
taat dat hij er van verwachtte. Door den hoed
op straat te gooien, meende hij het lor uit zijn
gedachten te bannen, maar juist het tegen
overgestelde was het geval. Zijn gedachten ble
ven er aan hangen als een puzzelaar aan zyn
kruiswoordenraadsel. De groote vraag: van wien
die hoed was? bleef hem onverdroten bezig
houden.
Ten einde raad besloot hij zijn licht op te ste
ken bij Joseph.
De huisknecht was juist bezig in de keuken
een serie schoenen te poetsen. Hy droeg een
bont schort om zich niet vuil te maken.
„Josef," begon de professor plechtig, alsof
hy het Orakel van Delphi ging raadplegen, „ik
heb op den kapstok een ouden hoed gevonden.
Een groen, vettig ding. Een vuil lor. Weet je
ook van wien dat ding is?"
Als uit een automaat kwam het antwoord:
„Van meneer Veltman, den pianoleeraar, pro
fessor!"
„Van den piano-leeraar....?"
„Ja, professor!"
„O ja, natuurlijkda's waar ook! Dank je
wel, Josef!" en de professor haastte zich om
uit de keuken weg te komen.
Buiten Josef's domein gekomen, verviel de
professor echter tot een halve vertwyfeling.
Goeie genade! Daar had hy den hoed van den
pianoleeraar weggesmeten! Vlug keek hij het
raam uit of hij den hoed misschien nog kon
ontdekken, maar dat leverde geen resultaat op.
„Zeldzaam ongelukkig!" mompelde de profes
sor,Had ik toch kunnen weten, dat meneer
Veltman vanmiddag aan de kleine Annie piano
les geeft!"
Tot overmaat van ramp hoorde hy juist den
muziekleeraar een kamer uitkomen, druk pra
tend met zyn kleine leerlinge.
De professor verschoot van kleur. Hy nam
vlug het eenige middel te baat, dat hem uit een
netelige positie kon bevrijden. Hy rende naar
zijn studeerkamer en verschanste zich daar.
Struisvogelpolitiek? Ja, maar vindt er maar
eens wat andera op!
Het hart klopte den professor in de keel, toen
hij den muziekleeraar de gang hoorde ingaan.
„Je moet goed je best doen, Annie," hoorde
hij hem zeggen, „des te eerder zyn we van die
vervelende oefeningen verlost. Ik geef toe dat
PRACHT/O, M'N MANNEN
KOMEfi NU IN CONTACT M£T
DIE VAN MACK! DAAR O AA T
YR7,{ÉÉN AAN P/F Kt PEL 5 IA TB
iHiÓF/TFMW 7JEN WAT EROEBUUPr
VwEL JAAP, IK NOOR DAK
JEOE STAD VERLAAT]
Ra tis 't bette ha tjb
KUNT DOEN DEZE PLAAT
VREEOEUJK QNQEZBiD
OE LDKAALTREiH VERTREKT OM B3Q
MAARTE SNELTREINK0MTNA TWtN-
no minuten aan 't kro/s punt.
LK DENKPAT D£ NEEETE/M
\VAIMe KORNUITEN AAH'T KRO/k
{nUMT ZULLEN Z/JN.
N JULLIE KUNNEN DAAR
NEEM/ETWEü. WANNEER
JEPENKT MIJ SARD
JULUE KUNNEN
LOKAALTRB/N WACHTEN Al
JE WILT
WACHTEN:
IK DENK ER
N/ETAAN.
MMIIIIIIIIimiMIMIIIIIM,,,,
het een saai werkje is, maar ja, daar is nu een.
maal niets aan te doen."
Lieeraar en leerlinge stapten door de gang.
De professor hield zijn adem in. Nu moesten ze
in de vestibule zijn gekomen.
en wat die twee kruisen betreft, dat is
in het eerst wel een beetje lastig, maar...."
Hij hield op.
„Wel, ik dacht toch werkelijk
„Mist u iets, meneer Veltman," vroeg Annie.
„Mijn hoed, kind, mijn hoed. Ik was er hei
lig van overtuigd, dat ik hem aan den kapstok
had gehangen en nu is hy verdwenen."
Ze zochten in
alle hoeken, i
maar het hoofd- I T?p hnprt
deksel was niet \RDen nOEU
„Enfin, niets I vliegt op straat
aan te doen,"
berustte meneer
Veltman.
„Dan zal ik maar zóó weggaan. Die hoed komt
een anderen keer nog wel terecht."
„Maar dat gaat toch niet, meneer?" protes
teerde het meisje, ,,u zult kou vatten! Nee, dat
gebeurt niet. U kunt beter dezen hoed nemen."
Na nog wat tegenstribbelen, gaf de piano
leeraar too en verdween.
„God zij dank!" zuchtte de professor. „Het
gevaar is geweken."
Hij pakte zyn aetentasch en propte er 'n paar
boeken in. Het werd tijd om de stad in fe gaan.
In de vestibule wachtte hem echter een kleine
verrassing. Zijn hoed was verdwenen.
„Annie!" riep hy boos. Annie, wat heb je
met mijn hoed uitgevoerd?"
„Gunst!" deed Annie verbaasd, „was die hoed
van u? Ik heb hem aan meneer Veltman ge
leend."
Een gevaarlyk thema, dacht de professor,
daar viel beter over te zwygen.
„Weet je dan niet een anderen hoed voor
me? Ik kan toch niet zóó de straat opgaan?"
Annie rommelde in de kast, waar verschei
dene afgedankte kleedingstukken hun laatste
dagen sleten. Hoeden waren er niet veel. Maar
ten laatste kwam ze triomfantelyk met een
ouden zwarten stroohoed aandragen.
„Astubiieft," zei ze. ,,'t Is tenminste beter dan
niets.
En er bleef den professor niets anders over
dan het ding maar op zijn hoofd te zetten.
Vlug verliet hij het huis. Maar niet vlug ge
noeg om niet opgemerkt te worden door den
concierge, die met een buurvrouw stond te pra
ten.
„Kyk nou eens!" zei de buurvrouw.
De concierge haalde de schouders op.
,,'t Is een professor," zei ze dan, „en die heb
ben altijd wat bizonders. Maar als hy in het
najaar met een strooien hoed voor gek wil loo
pen, nou, lèèt hem!"
Naar gemeld wordt zal binnenkort een nieu
we kabe'baan, welke de stad Aquilla met den
Gran Sasso d'Italia verbindt, in gebruik wor
den genomen. Het traject, door het centrum
der Abruzzen, wordt in 16 minuten afgelegd.
Deze verbinding is o. a. daarom als een by-
zondere aanwinst te beschouwen, omdat op deze
wijze ook minder geroutineerde bergtoeristen
toegang hebben tot dit grootsche landschap
met zijn prachtige panorama's. Ook de voor
treffelijke wintersportterreinen in dit gebied
kunnen op die manier gemakkelijk worden be
reikt. Een tiental toppen, ter hoogte van onge
veer 3000 M., omgeeft de uitgestrekte hoog
vlakte, en men kan hier enkele uren sporens
van Rome van November tot Juni winter
sport beoefenen.
In verscheidene staten van Amerika wordt
geëxperimenteerd met het gebruik van een ka-
tcenfabrikaat voor het prepareeren van opper
vlakten van geteerde wegen over een funda
ment van aarde.
In Georgia werd er een weg van een halve
mijl mee oelegd. In Louisiana zijn twee en een
halve mijl zoo behandeld en het is te verwach
ten dat, wanneer de wegen tegen verkeersproe-
ven bestand zullen blijken, een reductie van
ongeveer 170 per mijl zal kunnen worden be
spaard op de kosten van te restaureeren land
wegen.
De Engelsche brigade-generaal Grozier ver
klaarde in een rede te Londen, dat de Engel
sche regeering In het bezit was van het ge
vaarlijkste gifgas, dat bestond. Er was nog een
tweede groote mogendheid, die in het bezit van
eenzelfde gas was. Technici en wetenschappe-
lyke onderzoekers hebben vergeefs gepoogd een
gasmasker tegen dit nieuwe gas te construeeren.
MIJ I 'J op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen OI) ft ft bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7C/I bij een ongeval met O Et ft bij verlies van een hand IOC olj verlies van een Cft bij een breuk van yl ft bij verlies van 'n
jflllC QuOflflS S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen T %H/UU»m verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen T i üoodelljkeu afloop/ een voet of een oog# duim of wijsvinger Uv, been of arm/ Tu< anderen vinger
0i in minimin mi iiiiiiiiiiihiiiii mum iiiHiiiiimiinmiiiiiiiimiMWiiu
ROMAN VAN
Ti,,,
21
(Korte Inhoud van het voorafgaande: Kemp,
een Engelschman uit Kent wijkt met Carlos
Riego 'n vriend van den verloofde van zijn
zuster Veronica. Ralph Rooksby, uit naar
Jamaica. Hier komt hy ln kennis met den
rechter O' Brlen en met Don Ramon, die
Kemp willen overhalen dienst te nemen bil
zeeroovers, die Rlo Medio als basis hebben.
Als hy hier niet op Ingaat, wordt hyover
weldigd en aan boord van een schip ge
bracht. Hy weet echter spoedig te ontsnap
pen en wordt opgepikt door een ander
schip dat hem naar Havanna zal meene
men. Nabil de Cubaansche kust worden zy
echter door zeeroovers, die onder bevel staan
van een vriend van Carlos, Thomas de
Castro, overvallen. John Kemp wordt ge
vangen genomen en met het kaperschip
naar Rio Medio gebracht).
VIJFDE HOOFDSTUK
Tegen twee uur in den middag liepen we de
baai van Rio Medio binnen. Ik was naar dek
gegaan, teen Tomas Castro zyn dutje gedaan
had. Z'en wilde ik! Juist toen ik aan dek ver
scheen maakte het schip een heftige wending
en mij aan de reeling vastklemmend, zag ik in
een warreling, hooge, bruine heuvels, zacht
nederglooiend naar een strook vlak land, dat
door een gordel donkergreen gewas van het
water gescheiden werd; kleine rozige huizen
vierkanten lagen hier en daar neergeworpen
tegen den heuvelwand, tusschen de palmboo-
men, die daar stonden als mannen in hoog gras,
en verder in een diepe vallei zilvergrijze hutten
met donkere daken; een groote blinkende
kerkgevel, zeer lang en smal, stak er boven
uit, als een pyramide toeloopend en met zeven
openingen voor klokken, waarvan er slechts drie
bezet waren. Zooals het daar slapend lag in
het zonlicht, zag het stadje er uit, of net eeuwen
was verborgen geweest in de plooien van eei.
verzonken land.
By het ankeren stond Tomas naast me in
weemoedig zwygen; hy gromde af en toe wat
en spuwde in het water.
Kom z-i ik. „Wat beteekent het toch al
lemaal?'' Wat moet ik hier?"
faomber haalde hij de schouders op. ..Als uwe
hoogheid het niet weet, wie dan wel?" ant
woordde hy. „Ik heb niet uit te maken, waarom
de menschen hier willen komen."
„Breng me dan naar Carlos," zei lk. „Ik moet
opheldering hebben."
Castro keek mij achterdochtig aan„U zult
hem toch niet opwinden?" vroeg hy. „Ik heb
menschen gekend, die plotseling dood bleven,
als ze er zoo aan toe waren."
Terwijl we naar land roeiden, begon hy my
de huizen der voorname ingezetenen aan te
wijzen. In de zeventiende eeuw was Rlo Medio
een der voornaamste havens der Antillen ge
weest, maar had moeten wyken voor Havana,
daar z'n haven de groote moderne schepen niet
kon opnemen. Nu was er geen handel meer,
geen leven.... niets meer, behalve een bis
schop, een groot klooster en 'n paar rustende
ambtenaren van Havana. Een groote nederzet
ting havelooze stroo en leemhutten lag westelijk
van de kathedraal. Casa Riego was een ont-
zagiyk paleis met vensters als schietgaten en den
voorgevel gekeerd naar zee. Don Balthasar
bezat practisch de geheele stad en al het om
ringende land en zou, waren zijn leeftijd en
zwakte geen beletsel geweest, als een absolute
vorst hebben kunnen regeeren.
Hij had in Havana gewoond, maar nu, in zijn
ouderdom, had hy zich teruggetrokken in zyn
paleis te Rio, waar hij sinscLen nog slechts
tweemaal den voet buiten de deur gezet had.
Dat was geweest, wanneer officieele plechtig
heden van buitengewoon gewicht, zooals de uit
levering van piraten, de tegenwoordigheid ver-
eischten van iemand van zyn waardigheid en
stand.
Overgens had hy opgesloten geleefd ln zijn
paleis; in Rio Medio was er voor hem niets te
bezoeken.
Zyn intendant O'Brien, werd er verteld, be
schouwde hij als zijn oogappel; hij had zijn
invloed aangewend om hem tot rechter van
het Hof van Marine benoemd te krygen. De
oude Don zelf wist waarschynlijk niets van de
zeeroovers. Al sedert de dagen van Columbus
was de baai door boekaniers gebruikt; maar hij
keurde ze geen ernstige aandacht waardig;
misschien had hy ze wel nooit gezien, wat
Tomas Castro stellig meende.
Ik kon niet twyfelen aan de oprechtheid
waarmee dit alles verteld werd.
„O, u dacht dat ik een zeeroover was!" pre
velde hyVoor een dag, ja cm een
Riego van dienst te zyn, myn vriend ja!
Daarenboven, ik haat dien vleier, dien inten
dant, dien konkelaar, dien zoetsappigen Juez
dien O'Brien. Eén, die geleden heeft voor het
geloof! Que Picardia! Heb ik ook niet gele
den.... voor het geloof. Ik ben de vertrouwde
nederige vriend der Riego's. Maar misschien
denkt u wel, dat Don Balthasar zeif een
piraat ïsl Hy, die in zyn aderen het bloed
heeft van den Cid Compeador; wiens voorouders
al sinds de dagen van Chrlstophorus zelf dit
halve eiland in bezit gehad hebben...."
Wy traden 't sombere paleis binnen door een
machtige poort en beklommen een breede trap.
In een hooge kamer, die uitkomt op de galery
rondom de binnenplaats van Casa Riego. lag
Carlos in een groet ledikant. Na Tomas Castro
die met een vuilen vingernagel behoedzaam de
groote schitterend! mahoniehou i n paneelen
had staan afkrabben, te hebben weggeduwd,
stond ik voor hem.
„Verduiveld, Carlos!" zeide ik. „Dat is de
derde keer, dat je zoo verraderlyk doet. Wat
wil je toch met me?"
Je kon je goed voorstellen dat hij een af
stammeling was van den Cid Compeador, als
je enkel maar naar hem keek, zooals hij daar
lag, zonder een siddering in zijn trekken, zyn
gelaat vlekkeloos wit, eenigszins blauwachtig,
by gemis aan bloed, met al den adel des doods
er op, als de albasten beeltenis van een ridder
in een oude kathedraal. Op de rood-fluweeien
bedgordijnen was een reusachtig met zij Je ge
werkt wapen aangebracht, omgeven door een
krans, met het gouden schaap aan den ring.
Het schild was opgelegd met een ontelbaar aan
tal vakjes met klimmende beren, rennende
luipaarden, lelies, kasteelen arenden, han
en armen. Langzaam opende hy de oogen en
een stille, kwynende glimlach van buitengewone
voldoening kwam op zijn gelaat.
„Ach, Juan," zei hij, „se bienvienido, wees
welkom, wees welkom."
Castro greep my ruw bij den schouder en
staarde my aan met vurige, gele oogen.
„Spreek niet ruw tegen hem, Engelsch beest,
zei hij. „Hy ligt zoo goed als op sterven."
„Neen, je kunt gerust zyn," antwoordde ik,
ik zie het...."
Eerst was ik achterdochtig geweest; het had
comedie kunnen zijn om mij te vermurwen....
Maar het was onmogelyk, die blauwe tint te
veinzen, dat ingevallen gezicht rondom den neus
en die kalme rust, die door niet veel dingen
meer te verstoren viel. Er was geen twijfel aan.
Carlos was doodziek.
„Verraderlijk, neen je moest komen," zei
hy plotseling. „Ik heb je noodig. Ik ben blij,
be;te Juan." Met een lange, magere hand wuif
de hy mij even toe. „Je zult niet lang boos
zijn. Het moest gedaan worden de middelen
moet je maar vergeven."
Zyn toon was zoo opgeruimd, zoo heel niet
klagend, dat het nauwelyks te gelooven was,
dat die van hem kwam.
„Je kon niet slechter gehandeld hebben, als
je me wrok had toegedragen, Carlos," zeide ik.
„Ik zou ook een verklaring willen hebben.
Maar,daar ik je niet wensch te dooden
„O neen, o neen," zei hij; „in een minuut
zal ik het je vertellen."
In een zilveren kom, die naast het bed stond,
liet hij een gouden balletje vallen. Het
klonk als een groote klokEen zuster met
wyduitstaanda kap. kwam naar hem toe met een
gouden bekertje, waaruit hij, een weinig opry-
zend, haastig dronk. Teen ging de zuster het
vertrek uit. gevolgd door Castro, die my een
laatsten woesten blik van zyn gele oogen toe
wierp. Carlos glimlachte.
„Ze trachten my het heengaan gemakkeiyk
te maken," zeide hy. „Vamos! De peluw is zacht
voor wie bemind wordt." Hy sloot de oogen.
Plotseling zei hy: „Waarom moet je my alleen
haten, John Kemp? Wat heb ik gedaan."
God weet, dat ik je niet haat, Carlos," ant
woordde ik.
„Jij hebt my altyd gewantrouwd," zei hy.
,En toch sta ik je misschien nader dan velen
van je landgenooten. ik heb je altijd 't goede
gewenschf, en my heb je altijd gehaat en ge
wantrouwd. Van het allereerste begin heb je
mij gewantrouwd. Waarom?"
Het was nutteloos het te ontkennen: hij had
de buitengewone ongeloovigheid van zijn ras....
Ik herinnerde my, hoe ik hem thuis als Jongen
verafgood had.
(Wordt vervolgd)