BERNADETTE SOUBIROUS De exploitatie der Spoorwegen ALLEEN De noodlijdende gemeenten Plechtige Heilig- verklaring NIET TOESCHIETELIJK GENOEG? REVEILLON IN ATLANTA TE BRUSSEL VRIJDAG 8 DECEMBER Groote genaden werd het een voudige meisje uit Lourdes deelachtig Toen de H. Maagd ver scheen De Lourdesgrot Men moet den toestand der arbei ders toch ook weer niet te zwart schilderen, meent minister Kalff Waterstaat goedge maakt Tekort gemeentefonds BAKKER VEROORDEELD Zij werd een ander mensch TWEEDE KAMER De onbewaakte overweg als U Het weer op Zondag Voorloopig nog vorst in het vooruitzicht Zusters Franciscanessen van het klooster St. Franciscus WEEKBLAD „ST. BAVO" Het zal worden omgezet in een 14-daagsch tijdschrift BEPERKING RIJST-INVOER Werkverschaffing voor de Zaanstreek? STREMMING VERKEER Em.-pastoor J. J. Peters Boerderij afgebrand Voor het leunen en steunen op 's Rijks kas zijn voorwaar den noodig Werkloozenzorg drukt Heden heeft In de St. Pieterskerk te Rome door Z. H. den Paus de plechtige Heiligverklaring plaatsgehad van Bema- dette Soubirous. Dit voorjaar was het 75 jaar geleden, dat de H. Maagd voor het eerst te Lourdes verscheen. Het veertien-jarig dochtertje van een arbeider uit het kleine Fransche stadje ging op den elf den Februari 1858 hout sprokkelen aan de ri vier in gezelschap van haar zusje en een buur meisje. Bernadette durfde het beekje niet over te steken, omdat zij de eenige van de drie was, die kousen droeg. Juist was zij bezig haar kou sen uit te trekken, toen zij in de verte het Angelus hoorde luiden en op hetzelfde oogen- blik vernam zij een gedruisch als van een ster ken wind, die een komenden storm deed ver moeden. Zij zag echter de boomen roerloos staan in den heeten namiddag. Onmiddellijk daarop nam zij weer hetzelfde gedruisch waar en voor de tweede maal keek zy rond. Voor haar oogen, boven een rotsspelonk, verscheen een vrouwe lijke gestalte in lichten glans, gehuld in een lang wit kleed met blauwen gordel en met de voeten rustend op bloeiende rozestruiken. In de samengevouwen handen droeg zij een rozen krans met witte .kralen. Bernadette zonk op haar knieën, wilde haar rozenkrans nemen en gaan bidden, maar zij kon zich nauwelijks bewegen van schrik. Ein delijk gelukte het haar te bidden en na een kwartier verdween de verschijning, die zich later nog zeventien maal herhaalde in hetzelfde jaar. Spoedig sprak Bernadette met de Vrouw, die haar op 23 Februari de boodschap meegaf, dat op de plaats der verschijning een kapel moest worden gebouwd. Twee dagen later kreeg Bernadette bevel in de spelonk van de rots zand of slijk weg te krabben, waarna een bron ontsprong, door de verschijning voorspeld. Deze bron vloeit nog steeds na 75 jaren en levert per dag meer dan honderdduizend liter water. Precies een maand later sprak de verschijning: „Ik ben de onbe vlekte Ontvangenis." Twintigduizend menschen waren toen aanwezig om te zien hc* Bernadette de grot naderde. De gevolgen van deze verschijningen waren geweldig, het onbekende Lourdes kreeg een we reldreputatie en vele wonderbare genezingen ge schiedden. Een der eerste wonderen betreft de genezing van den beeldhouwer Bourriette, die sinds ja ren een verminkt oog had. Dit oog bestreek hij met water uit de bron en hü was direct en volkomen genezen. Daarna volgde de genezing van Lasserre, later hoofdredacteur van de „Hui vers", die van blindheid genas en sindsdien een geestdriftig verdediger was van Lourdes. Zoo volgden de genezingen elkaar op en het volk werd meer en meer tot geestdrift gebracht en de aandacht van de heele wereld werd door de wonderen van Lourdes in beslag genomen. De Kerkelijke Overheid was natuurlijk uiterst voor zichtig, een voorzichtigheid die op 28 Juli 1858 bij monde van den bisschop officieel tot uiting kwam. Een commissie van deskundigen werd ingesteld. Nog altijd vloeit de stroom van pelgrims, die elk jaar nog in grootte toeneemt. Op de plaats der verschijning is sinds lang de kerk verrezen, die door de Onbevlekte Ont vangenis werd gevraagd. Vrijwel iedere bewoner der beschaafde wereld, hetzij katholiek of niet, kent den naam van Lourdes als den naam van het genadeoord van Maria. Nog altijd houden de genezingen aan en door duizenden wordt het genade-oord Lourdes bezocht. De medische we tenschap heeft zich op het „probleem" gewor pen en staat verbaasd. De eenvoudige geloovi- gen, zij, die Bernadette het naast staan, kennen geen verbazing meer, doch gelooven en zijn dankbaar Over de verschijningen en het gedrag van Bernadette zijn talrijke vrome verhalen in om loop. Het meisje was de eenige, die de verschij ning had waargenomen en toen zij van de andere kinderen vernam dat dezen niets had den gezien, wilde zij ook niets naders vertellen, hoezeer de kinderen ook aandrongen. Thuis ge komen, moest Bernadette mededeelingen doen van wat ze gezien had. De familie stond echter al heel ongeloovig tegenover het verhaal, Men schreef het toe aan kinderfantasie en sprak er verder niet meer over. Kort daarop gingen de kinderen wederom naar de rots, waar het wonder was geschied. Zij na men enkele andere kinderen mede en uit angst dat de verschijning wel eens des duivels zou kunnen zijn, hadden zij ook wijwater uit de kerk meegenomen. Toen Bernadette plotseling uitriep dat de Vrouw weder aan haar verscheen, keken de kinderen naar de aangewezen plaats, doch ook nu zagen zij niets. Uit voorzorg plaats ten zij toen een fleschje wijwater naast Berna dette, in de hoop dat haar geen kwaad zou ge schieden. Bernadette bad weer het rozenhoedje en zoolang zij bad, bleef de verschijning. Maar de kinderen werden bang en wilden weg en de den, thuis gekomen, opnieuw het wonderlijke verhaal. De .neeningen der bewoners van Lour des liepen sterk uiteen. Sommigen dachten aan de H. Maagd, anderen aan een ziel uit het vage vuur, die behoefte had aan verlossend gebed en toen Bernadette voor de derde maal terug ging in den vroegen ochtend van 18 Februari, was zij ook door groote menschen vergezeld. Zij vroeg aan de verschijning of deze menschen mochten blijven, hetgeen werd toegestaan. Toen smeekte Bernadette dat de Vrouwe zou opschrij ven wat zij had mede te deelen, maar de ver schijning antwoordde dat zij niet behoefde op te schrijven wat zij te zeggen had. Zij verzocht echter het meisje om veertien dagen lang te blijven komen. Bernadette beloofde dit, waarna de Vrouw beloofde het kind gelukkig te zullen maken in het andere leven. Nu breidde de mare zich steeds sneller uit en van alle kanten kwamen geloovigen en onge- loovigen toestroomen in de hoop getuige te kun nen zijn van het wonder. Bernadette werd ook gehoord door den com missaris van politie Jacomet, die haar liet ver tellen wat zij gezien had. Het kind vreesde niet, ofschoon zij zelfs met gevangenisstraf werd be dreigd en zij deed rustig haar verhaal, zonder in de war te raken. De commissaris slaagde er dan ook absoluut niet in het kind bang te ma ken. Bij den vader van het meisje had hij meer succes, met het gevolg dat zij den volgenden dag niet aan de grot verscheen, waar zich in- tusschen een groote menigte had verzameld Daarna ging zij echter weer regelmatig en ter wijl de menigte gespannen toe ziet hoe een po litieman het meisje bij de grot kwam over vallen, spoedt Bernadette zich plotseling in de grot, waar zij met beide handen in den grond gaat graven. Men vreest dat zij krankzinnig is geworden, maar ineens houdt zy op en begint weer te bidden. Zij verklaarde later dat de ver schijning haar verzocht had te drinken aan de bron en zich te wasschen. Toen zij echter naar het riviertje de Gave wilde gaan, riep de Vrouw haar terug en wees haar naar den grond in de grot. Op 26 Februari moest Bernadette den grond kussen en op 27 Februari krijgt zij bevel naar de priesters te gaan en te zeggen dat zij een kapel moesten bouwen ter plaatse waar de ver schijning had gestraald. Na den 4den Maart hielden de verschijningen op en nu kwam de kwaadsprekerij los. Berna dette bleef trouw komen, maar zij vernam niets meer. Toen na enkele dagen de Vrouwe reeds aanwezig was vóór het meisje de grot naderde, vroeg zij eindelijk wie de verschijning was. waarop zij een ontroerende stem hoorde, die de woorden sprak: „Ik ben de Onbevlekte Ont vangenis." Door al deze feiten was de wereld echter niet overtuigd en bleef twijfelen. Toen echter een maal de pastoor van Lourdes zijn kerkelijke overheden had ingelicht en een strenge kerke lijke commissie van onderzoek was benoemd volgde na korten tijd de plechtige verklaring, dat de Onbevlekte Moedermaagd werkelijk aan het meisje was verschenen. Bernadette trad later in het klooster en stierf in geur van heiligheid. Wat de woorden van het eenvoudige meisje niet konden bewerken, deden de wonderen, die een heerlijke bevestiging waren van de verschij ningen. Een van de meest treffende wonderen is de genezing van den Vlaming Peter de Rud der, die een boomstam op een van zijn beenen had gekregen, waardoor het been brak. Het begon geweldig te etteren, zoodat een normale natuurlijke genezing vrijwel uitgesloten was. De Rudder weigerde gevolg te geven aan het aivdes van zijn dokter, om het been te laten afzetten en werd geruimen tijd bedlegerig. De doktoren, die het zieke been zagen, verklaarden met nadruk dat genezing op normale wijze niet mogelijk was. De breuk was zoo hevig en de ettering zoo doortastend, dat de Rudder het onderste, dus losse, deel van het been in alle richtingen kon draaien, zonder dat het overige deel van zijn lichaam bewoog. De mogelijkheid van een natuurlijke genezing was beslist uit gesloten. Langer dan acht jaar bleef de ongelukkige invalide. Op 7 April 1875 besloot hij ter bede vaart te gaan naar Oostacker bij Brugge, waar O. L. Vrouw van Lourdes werd vereerd. Onder weg leed hij ontzettende pijnen en strompelend op zijn krukken, maakte hij tweemaal den om megang om de grot, terwijl hij bad en om ver giffenis vroeg voor al zijn zonden. Plotseling voelde hij een schok door zijn lichaam, wierp zijn krukken weg en liep zonder steun verder. Hij ging knielen voor het beeld van de Heilige Maagd en deed nog enkele malen den omgang om de grot. Peter de Rudder was genezen! Het bericht van deze genezing verspreidde zich spoedig door Vlaanderen en over de we reld en geloovige zoowel als niet-geloovige art sen kwamen de Rudder onderzoeken. Men kon niet anders dan van een groot wonder getuigen. Het been van den genezene bleef gedurende zijn verder leven hij leefde nog drie en twintig jaar gaaf en sterk. Na zijn overlijden werd het lijk opgegraven en werden beide beenen geamputeerd. De beenen werden van het vleesch ontdaan en gefotografeerd. De breuk bleek nog zichtbaar, maar was stevig gehecht. DEN HAAG, 7 December 1933. In haar avondvergadering ging de Tweede Kamer met Waterstaat door. De afd. Spoor- en Tramwegen verloor veel van haar belang wekkendheid, doordat een voornaam onderdeel van het in het Voorloopig Verlag aangesnedene n.l. de kwestie van de verhouding tusschen de Nederlandsche Spoorwegen en de N V. Spoor - hout nog niet kon behandeld worden, omdat de Minister met zijn schriftelijk antwoord te dier zake juist even te laat was. Bovendien heeft men het probleem van de algemeene spoorwegpolitiek terecht verschoven naar de behandeling van de begrooting van het Ver- keersfonds. De sociaal-democraat VAN BRAAMBEEK roerde even dit probleem aan, omdat hij er blijkbaar behoefte aan had, reeds thans te cri- Dit wonderdadige geval heeft destijds veel stof doen opwaaien in wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke kringen, maar is niet het eenige. Tal van wonderlijke genezingen staan hiernaast, meer dan voldoende om te mogen spreken van de wonderen van Lourdes, ook al mag men aannemen, dat niet iedere genezing in het genade-oord een wonder van God ge noemd mag worden. In het genade-oord, waarvan de naam een tooverklank heeft, zoowel voor de gezonden van lichaam als voor zieken, vinden nog steeds jaar- hiks ontelbaren troost en steun van de Heilige Maagd Maria, die hier vijf en zeventig jaren geleden aan Bernadette Soubirous verscheen. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzig'ng en verhooging van de rijksbegrooting van finan ciën, waaraan het volgende wordt ontleend: De uitkeeringen aan gemeenten ten laste van den dienst 1932/33 van het Gemeentefonds heb ben de raming met ongeveer f 900.000 over schreden, terwijl de ontvangsten uit belastin gen ten bate van het Gemeentefonds, dienst 1932/33, waarschijnlijk f 7.300.000 beneden de raming zullen blijven. Van het hierdoor ont stane grootere tekort op het Gemeentefonds, dienst 1932/33, ad f 8.200.000 komt 2/3 deel of ongeveer f 5.470.000 ten laste van hoofdstuk VII B, dienst 1932. Daar echter het tekort op het Gemeentefonds, dienst 1931/32 ongeveer f300.030 beneden de ram'.ng is gebleven, is voor 1932 aanvulling noodig met f 5.170.000. Aan rentedragende voorschotten aan de Maatschappij ter behartiging van de Nationale Scheepvaartbelangen werd over 1932 f 418.000 uitgekeerd. De post rentedragende voorschotten ten be hoeve van de credietverleening, bedoeld in de Zuiderzeesteunwet, wordt verminderd met f 449 000. Wegens oorlogswinstbelasting wordt in 1932 ontvangen een som van f 5093.84, terwijl in to taal een bedrag van f 163.451.50 is terugbetaald, zoodat een tekort van f 158.357.66 ten laste van de Rijksbegrooting moet worden gebracht. Ten tijde der indien'ng van de begrooting voor 1932 was niet bekend, dat tot kasgeldver strekking aan gemeenten zou worden overge gaan. Ten laste van het dienstjaar 1931 werd verstrekt f 53.024.294.16, zoodat met het thans gevraagde bedrag ad f 79.459.678 in totaal werd opgenomen f 132.483.972.10. Van dit bedrag werd in 1932 f 90.879 436.81 terug ontvangen en on der de middelen geboekt, zoodat op ultimo 1932 de vordering op gemeenten wegens kasgeldlee- r.ingen nog f 41.604.535.29 bedroeg. Voor het Zwolsch Kantongerecht heeft een bakker uit Zwollerkerspel terecht gestaan, die 's ochtends om acht uur brood had afgeleverd, dat den vorigen dag was gebakken, doch kunstmatig op temperatuur werd gehouden. De kantonrechter verklaarde de nachtrust van den bakker te willen beschermen, doch hij was er niet voor, dat de menschen geplaagd worden met oud brood aan het ontbijt. De ambtenaar van het O. M., mr. F. A. Groe- ninx v. Zoelen, achtte het ten laste gelegde, afleveren van versch brood vóór tien uur des morgens, bewezen en eischte twintig gulden boete of twintig dagen hechtenis. De bakker werd hierna veroordeeld tot zeven gulden boete of zeven dagen hechtenis. (Ingezonden Mededeeling) en gaf het ook aan haar kleine meid. „Alles heb ik geprobeerd, omdat ik zoo benauwd werd door hoestbuien, dat ik zelfs mijn bezigheden niet meer kon ver richten. Ik was kortademig en leed daarbij aan zware hoofdpijnen. Mijn man raadde mij aan Abdijsiroop te koopen. Taaie slijm kwam bij het gebruik los, waardoor de ademhaling gemakkelijker werd. Ik heb de behandeling een tijdje voortgezet en kan verklaren met de Abdijsiroop een geheel ander mensch te zijn geworden. Ook voor mijn kleine meid gebruik ik het steeds met goed resultaat." Zoo schrijft ons Mevr. J. v. K. te M., wier origineele brief voor ieder ter inzage ligt. Iedereen, die van borstbenauwdheden te lijden heeft, zal verstandig doen redding te zoeken bij de vanouds beroemde Akker's Abdijsiroop. Moeders vooral zullen goed doen Abdij siroop aan hun kinderen te geven als zij hebben kou gevat en overdag of 's nachts beginnen te hoesten. Abdijsiroop heeft een zuiverende, verzachtende werking op de ademhalingsorganen, dank zij haar bijzondere samenstelling uit kruiden extracten. Thans per flesch 1.1.50 en 2.75. Alom verkrijgbaar. Abdijsiroop- Bonbons („gestolde" Abdijsiroop) voor buitenshuis 0.35 en 0.60 per doos. tiseeren, dat men het weer op de loonen zoe ken gaat. Maar Minister KALFF, aan wien men goed bemerken kan, dat hij in deze materie zeer thuis is, stelde daartegenover, dat ook an dere maatregelen in voorbereiding zijn en dat men den toestand der spoorwegarbeiders toch ook weer niet tè zwart moet afschilderen, als de minste onder hen op de goedkoopste plaats toch nog altijd 24,— in de week verdient. Dat er, zooals de Christelijk-Historische afgevaar digde BAKKER bepleitte, bakens zullen moeten worden verzet en dorre takken afgesneden, de bewindsman heeft dat zelf reeds veel eerder vooropgesteld. Dat met den toestand der tramwegen ook de toestand van het personeel in hun dienst pré cair is, is natuurlijk bedroevend. Maar daarom, aldus Minister Kalff, is er des te meer reden, om alle reddingspogingen te wagen, ook al tref fen die vaak personeelsbelangen. Gemis aan coulance tegenover het publiek had DUYMAER v. TWIST den spoorwegen ver weten. Het komt ons voor, dat de Minister de meerderheid van het publiek aan zijn zijde hebben zal, als hij dit verwijt in dezen tijd af wijst. Zondagstreinen inlasschen moet niet worden overdreven, dat geeft de bewindsman toe. Maar het verkeer op Zondag stop zetten, zooals de Kerstiaan VAN DIS weer bepleitte, gaat veel te ver. Trouwens, de Minister is niet bevoegd, het inlasschen van extra-treinen in de dienst- regel'ng tegen te houden. De anti-revolutionnatr v. DOBBEN DE BRUYN nam een gematigder standpunt in dan de heer Van Dis. De ongelukken bij de onbewaakte overwegen schrijft deze Minister niet ten onrechte zuiver ian de roekeloosheid van de betrokken automo bilisten toe. Qverigens zinken ssjj in het niet bij gevierd hebt, weet U wat R e v e i 11 o n IS Speciale menu's Schitterende attractiën Volledig pension in luxe-kamers met privé-bad f 6.-. Tijdige bestelling gewenscht De verrassende weerkundige gebeurtenissen hebben in de laatste week een zeer snel verloop gehad. Na lichte vorst is vrij strenge vorst ge komen en deze heeft weer plaats moeten maken voor dooi en tenslotte is de dooi weer verdron gen door vorst. Dit lijkt alles zeer vreemd maar hing toch geheel samen met de verdere onwik- keling van den winterweerstoestand in het groot ste gedeelte van Europa. De kort durende dooi van Woensdag en Donderdag was een niet al gemeen verbreide onderbreking van de vorst periode, die een gevolg was van het voorbij stroomen van een warmere luchtmassa van Zu'd- Zweden over de Westelijke Oostzee, Noord- west-Duitschland en ons land naar het Zuiden en Zuidwesten, een korte episode in een lange geschiedenis. Deze korte dooiperiode toch schijnt den winterweerstoestand niet blijvend afgebro ken te hebben want nadat een tamelijk warme luchtstroom van Westelijken oorsprong in het midden der week de vorst uit Scandinavië had verdreven ontwikkelde zich daar opnieuw een gebied van hoogen druk en strenge vorst, zoodat tijdens het opmaken van dit overzicht de lucht druk hoog was over de geheele Noordelijke helft van Europa en laag over Rusland en het Zuiden van ons werelddeel. Deze luchtdruk verdeeling is voor sterke vorst in Centraal-Europa gunstiger dan een week ge leden en ongeveer gelijk aan die van Zaterdag j.l., echter met d!t verschil, dat toen een zeer diepe depressie ten ZW. van IJsland lag. Er is dus veel minder kans, dat de weerstoestand van uit het Westen gestoord zal worden. Tengevolge van de sterke drukstijging over de Noordelijke helft van Europa kwam tegen Don derdag weer een stormachtige Noordoosten wind door, die dien dag van Zuid-Finland over de Oostzee tot het Engelsche Kanaal woei en veel koude lucht uit het West-Russische gebied van strenge vorst naar West-Europa voerde. Binnen het gebied van dezen luchtstroom daalde de temperatuur weer aanzienlijk en zoo trad ook in ons land opnieuw vorst in. De vraag is nu wat wij hiervan verwachten kunnen. Allereerst natuurlijk een terugkeer van de vorstperiode, waarschijnlijk ingeleid door een sterken Oostenwind, die een of twee dagen, hoogstens drie kan duren. Overigens zijn de naaste vooruitzichten onzeker. Of het tot stren ge vorst zal komen of dat t' slechts matig zal vriezen, is heel moeilijk te zeggen. Dit zal nog grootendeels afhangen van den bewolk'ngsgraad daar bij helderen hemel de nachtelijke uitstra ling tot sterke temperatuurdaling aanleiding kan geven. De bewolking kan echter niet lang vooruit voorspeld worden. Overigens is de algemeene weerstoestand, hoe gunstig ook voor matige tot strenge vorst, nog niet stabiel en kan weer na enkele dagen de aanvoer van zeer koude lucht uit het Oosten worden afgesneden door een warmen stroom die over het Noorden van Scandinavië naar Fin land zal gaan vloeien en die gisteren reeds in het hooge Noorden de temperatuur deed stijgen. Een herhaling dus van de gebeurtenissen van het begin der week. De opn'euw optredende vorst zalmen dus nog niet als het begin van een langdurige en onafgebroken vorstperiode moeten beschouwen. Dit alles neemt niet weg, dat in de afgeloopen week de algemeene weerstoestand opnieuw en belangrijk gunstiger is geworden voor een vorst periode in Oost- en Ce'ntraal-Europa waarvan ons land waarschijnlijk veel invloed zal onder vinden. (Nadruk verboden). De Vereeniging der Zusters Franciscanessen van het klooster St. Franciscus te Aerdenhout, gemeente Bloemendaal (Alverna) wenscht een obligatieleening aan te gaan groot 120.000 nominaal, tegen een rente van 5 pCt. tegen een koers van uitgifte van 99% pCt. de andere ongelukken op den weg. En een be veiligingssysteem door automatische signalen technisch zeer goed mogelijk zou een uit gave eischen van anderhalf millioen. Dat de derde klasse niet aan behoorlijke eischen voldoet, die klacht vindt de Minis .er in den mond van Kamerleden, die gewend zijn eerste te reizen, niet zoo onverklaarbaar. Doch, aldus de bewindsman, vergelijk haar maar eens met het comfort en de ru.mte in een autobus! De eerste klasse afschaffen ook een wensch heeft zijn bezwaren. Zij brengt nog steeds 314 millioen op. En opheffing moet bovendien leiden tot een bezwaarlijke nieuwe indeeling der tarieven. Overigens was hetgeen door afgevaardigden als de heeren VAN KEMPEN, DROP, DE VRIES, AMELINK en VERVOORN werd te berde gebracht, tè klein goed, dan dat de Mi nister er diep op in behoefte te gaan. Hij toon de zich behalve een deskundig een welwillend man, maar de financiën zetten ook hem voor moeilijkheden. Na een eveneens weinig belangrijk debatje over de afdeeling scheepvaart Mevr. BAK KER—NORT en de heeren VAN DIS, BRAU- riGAM en TERPSTRA namen daaraan deel vroeg de afdeeling Mijnwezen iets langer tijd, omdat tegelijk daarmede de begrooting der Staatsmijnen werd behandeld. Van Katholieken kant heeft de heer HER MANS opnieuw gewezen op de moeilijke posi tie onzer mijnen en op de noodzakelijkheid om ook bij het sluiten van handelsverdragen met haar belangen ter dege rekening te houden. Zoowel door hem als'later ook door zijn frac tie-genoot, den oud-minister van Waterstaat, Ir. BONGAERTS, werd er op aangedrongen, dat er meer ordening kome in het mijnbedrijf, doordat men een wettelijke grondslag geve aan de contact-commissie. Ook de soc.-democraat DROP en de Vrty- heidsbonder Ir. LOUWES namen aan de ge- dachtenwisse'ing over de mijnen deel. Gemoedelijk en coulant heeft miniscer KALFF ook bij deze afdeeling toegezegd, dat hij de hem verstrekte adviezen en de voorgelegde wen- schen met den meesten ernst zou overwegen. Na de begrooting van de Staatsmijnen en van het Staatsvisrchersha ver bedrijf te IJmui- den werd ook de hoofdbegrooting van Water staat zelf zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. Aan de vereeniging voornoemd behooren het klooster Alverna aan den Vogelenzangscheweg te Aerdenhout, alsmede het welbekende R. K. Ziekenhuis de Mariastichting aan de Kamper laan te Haarlem, benevens het R. K. Zieken huis te IJmuiden-Velsen en diverse kleinere in richtingen. De opbrengst der obligatieleening zal door debitrice onder goedkeuring harer Kerkelijke Overheid worden aangewend tot aflossing van een bestaande leening, waarvoor tot grooter dan het af te lossen bedrag Pauselijke goedkeuring is verleend. Hierdoor wordt een zeer belangrijk financieel voordeel verkregen. De leening is verdeeld in 60 obligatiën van 1000 en 120 obligatiën van 500.De obli gatiën luiden aan toonder en zijn voorzien van halfjaarlijksche coupons verschijnende 1 Janu ari en 1 Juli. De eerste coupon verschijnt 1 Juli 1934. De leening zal a pari worden afgelost door middel van inkoop of van uitloting in uiterlijk zes jaren als volgt: telkens op den len Januari van de jaren 1935, 1936, 1937, 1938, 1939 en 1940 een zesde deel der leening of 20.000.nomi naal. Het recht wordt voorbehouden om te allen tijde tot versterkte of vervroegde aflossing over te gaan. De inschrijving is van heden af opengesteld bij „De Spaarnebank N.V." te Haarlem, Amster dam en Beverwijk en voorts bij bankiers en commissionnairs in effecten. De storting op de toegewezen obligatiën moet geschieden ten kantore van inschrijving op Dinsdag 2 Januari 1934 tegen inontvangstname der obligatiën. Bij latere storting moet 5 pCt. rente van 1 Januari 1934 af worden bijbetaald. Aan een mededeeling in het weekblad „St. Bavo" betreffende verandering van vorm en over de verschijning ontleenen we het volgende: Het was reeds enkele jaren ons verlangen, om Sint Bavo in een mooier en degelijker vorm te doen binnen komen in de huiskamers der le den. Dit verlangen zal met den 37en jaargang wer kelijkheid worden: we zullen „St. Bavo" in een geheel anderen vorm en in een keurig kleed doen verschijnen. We hopen daardoor ,de lezers zeer zeker te gerieven, daar twijfelen we geen oogenblik aan. En niemand zal het ons daar om kwalijk nemen, dat dan niet elke week. maar om de twee weken „Sint Bavo" bij u b.nnen- komt De Bisschop verleende voor de verandering zijn zeer gewaardeerde goedkeuring. Er wordt met deze verandering, behalve het pleïzier dat we den leden van het Liefdewerk doen, ook nog een ander goed bereikt, en wel: de baten die dan op de exploitatie van „Sint Bavo" voor de arme parochies zullen worden gewonnen, zullen veel grooter kunnen zijn, wel zeker minstens twee maal meer dan anders. Mochten we verleden jaar f 2000.afdragen aan den Bisschop, met de nieuwe uitgave heb ben we een goede zekerheid f 5000.te kun nen opbrengen. Ook het bewaren van een heelen jaargang zal gemakkelijker zijn, waarom we natuurlijk aan het einde van het jaar ook banden beschik baar zullen stellen tegen een matigen prijs. De 26 afleveringen vormen dan een keurig boek deel in uw huisbibliotheek. Dit alles, wat we u hier nu hebben meege deeld is niet een sprong in de lucht; men be hoeft zjjn handen niet in elkaar te slaan en te zeggen: hoe is 't mogelijk in dezen tijd, zulk een groo'.e onkosten te maken. We zijn heele- maal verantwoord en gedekt. Alléén is er voordeel te behalen voor het Liefdewerk voor de arme parochies, en daar gaat het per slot toch maar om. Naar het „Ned. Weekblad voor Kruideniers waren" verneemt, heeft de Meelcentrale een circulaire aan alle rijatimporteurs verzonden van den volgenden inhoud: ,,Ik verzoek u, mij omgaand een gespec'ficeer- de opgave van uw nog niet afgewerkte rijstim- portcontracten in te zenden. Noodzakelijk is, dat u daarbij vermeldt den contractdatum, het land van herkomst en gradeering. Voor contracten, afgesloten op of na den len December, kan ik u geen garantie geven, dat ik deze partijen van u koop. Ik maak u er extra opmerkzaam op, dat u zult moeten kunnen aantoonen, dat deze con tracten bonafide zijn afgesloten". Uit deze circulaire leidt het blad met vrij groote zekerheid af, dat zeer binnen kort tot contingenteer ng van den invoer van gepelde rijst zal worden overgegaan. Vermoedelijk zullen vóór 1 December afge sloten contracten op normale wijze kunnen worden afgewikkeld, d.w.z. ingevoerd tegen be taling van de bestaande crisisheffing ad 1. per 100 K.G. De door deze circulaire geschapen toestand maakt evenwel op dit moment het aangaan van nieuwe contracten onmogelijk. Zooal geen invoerverbod voor gepelde rijst, dan beteekent ze toch een te verwachten hoo- gere crisisheffing. De ondergrond van deze plannen is den in voer van ongepelde rijst en daardoor de werk gelegenheid in de Zaanstreek te bevorderen. De K. N. A. C. deelt mede, dat ten aanzien van het verkeer over de verschillende rivieren en dergelijke de toestand van Donderdagmid dag 5 uur was als volgt: De overgang is normaal voor de volgende ponten, veren en schipbruggen: Amerongen Eek en Wiel, Arnhem Schipbrug, Culemborg Schalkwijk, Deventer Schipbrug, Doesburg Schipbrug, DordrechtZwijndrecht, Dordrecht- Fapendrecht, Gorinchem-Sleeuwiik, Moerdijk, Numansdorp-Willemstad, Nijmegen-Lent, Rhe- den-Lienden, Tiel-Wamel, Vreeswijk-Vianen, (schipbrug) Wageningen, Zijpe-Anna Jacoba en Pannerden-Doornenburg. Schipbrug Empel-Hedel weggenomen. Over tocht per veerpont. Verkeer gestremd: Pontveer Schoonhoven Gelkenes, alleen voor auto's. Met ingang van Vrijdagochtend wordt de dienst weer normaal hervat. Veer Alblasserdam-Ridderkerk, alleen des nachts. Stoombootdienst EnkhuizenStavoren. In den ouderdom van 72 jaren is te Elden op huize „Osterveld" overleden de Weleerw. heer J. J. Peters, rustend-pastoor van Irnsum De overledene werd 21 Mei 1861 te Duiven geboren en 15 Januari 1888 priester gewijd. Achtereenvolgens was hij assistent te Ever- dingen; kapelaan te Kleinemeer en te Delden; pastoor te Nieuw-Amsterdam en te Irnsum. Vermoedelijk door een lek in den schoorsteen is de boerderij van G. J. Vrielink te West-Gees teren onder de gemeente Tubbergen, tot den grond toe afgebrand. Het vee is geheel gered, terwijl de inboedel gedeeltelijk verloren ging. Alles was laag verzekerd. Verschenen is het voorloopig verslag der commissie van rapporteurs uit de Eerste Ky mer over de wetsontwerpen tot steun aan noo<* lijdende gemeenten en tot vermindering det uitkeering, bedoeld in artikel 3 onder b, der wet van 15 Juli 1929 en wijziging der wet ve<* 18 Maart 1832. Hieraan wordt het volgende ontleend: Sommige ieden maakten de opmerking, rut zy, hoewel vrijwel alle gemeenten door aan neming van dit wetsontwerp voor schier onop losbare moeilijkheden zullen worden geplaatst zich nochtans niet daartegen zuilen verzetten, omdat h.i. al het mogelijke moet worden ge daan om de financiee'e positie des Rijks te handhaven. Zij wilden daarom het vraagstuk van de gemeentelijke autonomie buiten geding laten, aangezien het hier crisismaatregelen be treft en mag worden aangenomen, dat zoo spoedig mogelijk de normale verhoudingen zul len worden hersteld. Enkele andere leden achtten deze nieuwe aantasting van de gemeentelijke autonomie zoo ernstig, dat zij die niet buiten beschouwing konden laten. Noch de noodzaak noch de wen- sche'ijkheid van de steeds verder gaande cen tralisatie werd door deze leden ingezien. Deze leden betoogden, dat de schuld goed deels bij het centraal gezag zelf ligt; steeds worden meer uitgaven op de schouders der ge meenten gelegd, met name ten aanzien van de kosten, verbonden aan de voorziening in de gevolgen der werkloosheid laadt de staat te veel lasten op de gemeenten; hierdoor worden de budgetten van tal van gemeenten totaal ontwricht. Is het wonder, zoo vroegen deze leden, dat het aantal noodlijdende gemeenten steeds stijgt en er meer en meer zijn, die het niet langer zonder Rijkshulp kunnen doen en moeten zij dan voor die hulp wat nog van hare autonomie restte, goeddeels prijsgeven? Weer andere leden meenden dat het streven der Regeering wel degelijk gericht schijnt te zijn op eea b'ijvende centralisatie van het ge meentelijk beheer hetgeen zij verderfelijk acht ten. Hiertegenover erkenden vele leden, dat de zorg voor de werkloozen zwaar drukt, maar de financieele moeilijkheden mogen niet uitslui tend daaraan worden toegeschreven en waar het leunen en steunen op 's Rijks kas steeds toeneemt en ook voor den staat het leenings- vermogen ender de tegenwoordige omstandig heden zeer beperkt is, moeten aan deze soort steunverleening wel nauwkeurig omlijnde voor waarden worden gesteld. Deze leden achtten het wenschelijk dat de Regeering een wettelijke regeling in overwe ging zou nemen betreffende het aandeel door het Rijk te dragen in de geldelijke gevolgen van de werkloosheidsvoorziening. Eenige ieden zouden gaarne vernemen hoe de regeering zich voorstelt die gemeenten te helpen, welke een zeker bedrag van de begroo ting voor 1934 ongedekt zullen moeten laten. Verscheidene leden zouden mede gaarne wor den ingelicht aangaande de gedragslijn, welke de regeering zich voorstelt te volgen tegenover gemeenten, die zu'len blijken door de voorge stelde kortingen en verlagingen der uitkeering inzake werkloozensteun niet tot een sluitende begrooting te kunnen komen. De Regeering heeft medegedeeld, dat zij haar deficit zullen mogen „uitstooten". Beteekent dit zoo werd gevraagd, dat zij die uitgestooten bedragen op haren kapitaalsdienst zullen mogen brengen? De regeering heeft dit in het algemeen wel afgewezen, doch ge'dt deze afwijzing ook voor gemeenten, die geheel buiten hun schuld noodlijdend zijn geworden? Of zal de regee ring, zoo vroegen deze leden verder, de ge meenten voor die uitgestooten bedragen subsi dieeren? Ten aanzien van het tweede wetsontwerp werd met nadruk op den voorgrond gesteld, dat dit een voor het Rijk te gemakke'ijke wijze van bezuinigen is. Ware het gemeentefonds grooter geworden, dan men in 1929 vermoedde, dan zou naar hun meening, de Regeering ze ker geen recht der gemeenten erkend hebben op hoogere uitkeering en zou het surplus in het fonds zijn gebleven. Neemt men in aan merking dat de gemeenten voor tal van zware crisisuitgaven staan en dat daartegenover haar vrijheid van beweging op het gebied der be lastingen zeer is beperkt, dan zal bfj het zoe ken naar de oorzaken van de financieele moei lijkheden, waarin de gemeenten verkeeren, de Regeering bezwaariyk vrijuit gaan. Deze critlek bleef anderzyds niet zohder te genspraak. Er werd op gewezen, dat mag wor den aangenomen, dat de gemeenten, ondanks de voorgestelde vermindering, er ten gevolge van de wet van 1829 thans nog beter voor staan dan wanneer zy in hoofdzaak op eigen belastingopbrengst waren aangewezen. De wijze, waarop de Regeering heeft ge meend te moeten voorste'len de nadere voor zieningen te treffen, ontmoette by verscheide ne leden bedenking. zy meenden, dat het de voorkeur zou heb ben verdiend om nu zulke belangryke bedragen aan de gemeenten worden onthouden, waarop zy ook by het opmaken hare begrooting voor 1934 hadden gemeend te mogen rekenen, een nieuwe regeling voor te stellen, waarby het gemeenteiyk belastinggebied wordt verruimd. Zij wezen bijvoorbeeld op het scheppen van de mogelijkheid van het heffen van opcenten op de omzetbelasting en verhooging van het be staande tarief der fondsbelasting. Nu door de regeering L> medegedeeld, dat de zoo zeer gewyzigde omstandigheden een wij ziging van het stelsel der wet van 1929 nood- zakeiyk maken, en dat de wyze, waarop de in komsten van het gemeentefonds over de ge meenten moeten worden verdeeld, opnieuw on der de oogen moet worden gezien, wenschten eenige leden het vertrouwen uit te spreken, dat de regeering by die verdeeling er voor zal weten te waken, dat de goed beheerde gemeen ten niet in een nadeelige positie worden ge bracht tegenover de gemeenten, welker beheer te wenscheti overlaat en die mede daardoor m financieele moeiiykheden zyn komen te ver keeren. Ten s'otte werd door enkele leden verklaard, dat zy alvorens hun stem te bepalen, gaarne zouden vernemen, of de regeering bereid is niet uitsluitend rekening te houden met de RIjks- financiën, maar ook ernstig rekening zal nou- houden met de financieele moeilijkheid, waar in verschillende gemeentebesturen buiten hun schuld verkeeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9