BERNADETTE
SOUBIROUS
De exploitatie der Spoorwegen
ALLEEN
De noodlijdende
gemeenten
Plechtige Heilig-
verklaring
NIET TOESCHIETELIJK
GENOEG?
REVEILLON
IN ATLANTA
TE BRUSSEL
VRIJDAG 8
DECEMBER
Groote genaden werd het een
voudige meisje uit Lourdes
deelachtig
Toen de H. Maagd ver
scheen
De Lourdesgrot
Men moet den toestand der arbei
ders toch ook weer niet te
zwart schilderen, meent
minister Kalff
Waterstaat goedge
maakt
Tekort gemeentefonds
BAKKER VEROORDEELD
Zij werd een ander mensch
TWEEDE KAMER
De onbewaakte overweg
als U
Het weer op Zondag
Voorloopig nog vorst in het
vooruitzicht
Zusters Franciscanessen van het
klooster St. Franciscus
WEEKBLAD „ST. BAVO"
Het zal worden omgezet in een
14-daagsch tijdschrift
BEPERKING RIJST-INVOER
Werkverschaffing voor de
Zaanstreek?
STREMMING VERKEER
Em.-pastoor J. J. Peters
Boerderij afgebrand
Voor het leunen en steunen op
's Rijks kas zijn voorwaar
den noodig
Werkloozenzorg drukt
Heden heeft In de St. Pieterskerk te
Rome door Z. H. den Paus de plechtige
Heiligverklaring plaatsgehad van Bema-
dette Soubirous.
Dit voorjaar was het 75 jaar geleden, dat de
H. Maagd voor het eerst te Lourdes verscheen.
Het veertien-jarig dochtertje van een arbeider
uit het kleine Fransche stadje ging op den elf
den Februari 1858 hout sprokkelen aan de ri
vier in gezelschap van haar zusje en een buur
meisje. Bernadette durfde het beekje niet over
te steken, omdat zij de eenige van de drie was,
die kousen droeg. Juist was zij bezig haar kou
sen uit te trekken, toen zij in de verte het
Angelus hoorde luiden en op hetzelfde oogen-
blik vernam zij een gedruisch als van een ster
ken wind, die een komenden storm deed ver
moeden. Zij zag echter de boomen roerloos staan
in den heeten namiddag. Onmiddellijk daarop
nam zij weer hetzelfde gedruisch waar en voor
de tweede maal keek zy rond. Voor haar oogen,
boven een rotsspelonk, verscheen een vrouwe
lijke gestalte in lichten glans, gehuld in een
lang wit kleed met blauwen gordel en met de
voeten rustend op bloeiende rozestruiken. In
de samengevouwen handen droeg zij een rozen
krans met witte .kralen.
Bernadette zonk op haar knieën, wilde haar
rozenkrans nemen en gaan bidden, maar zij
kon zich nauwelijks bewegen van schrik. Ein
delijk gelukte het haar te bidden en na een
kwartier verdween de verschijning, die zich
later nog zeventien maal herhaalde in hetzelfde
jaar. Spoedig sprak Bernadette met de Vrouw,
die haar op 23 Februari de boodschap meegaf,
dat op de plaats der verschijning een kapel
moest worden gebouwd.
Twee dagen later kreeg Bernadette bevel in
de spelonk van de rots zand of slijk weg te
krabben, waarna een bron ontsprong, door de
verschijning voorspeld. Deze bron vloeit nog
steeds na 75 jaren en levert per dag meer dan
honderdduizend liter water. Precies een maand
later sprak de verschijning: „Ik ben de onbe
vlekte Ontvangenis." Twintigduizend menschen
waren toen aanwezig om te zien hc* Bernadette
de grot naderde.
De gevolgen van deze verschijningen waren
geweldig, het onbekende Lourdes kreeg een we
reldreputatie en vele wonderbare genezingen ge
schiedden.
Een der eerste wonderen betreft de genezing
van den beeldhouwer Bourriette, die sinds ja
ren een verminkt oog had. Dit oog bestreek hij
met water uit de bron en hü was direct en
volkomen genezen. Daarna volgde de genezing
van Lasserre, later hoofdredacteur van de „Hui
vers", die van blindheid genas en sindsdien een
geestdriftig verdediger was van Lourdes. Zoo
volgden de genezingen elkaar op en het volk
werd meer en meer tot geestdrift gebracht en
de aandacht van de heele wereld werd door de
wonderen van Lourdes in beslag genomen. De
Kerkelijke Overheid was natuurlijk uiterst voor
zichtig, een voorzichtigheid die op 28 Juli 1858
bij monde van den bisschop officieel tot uiting
kwam. Een commissie van deskundigen werd
ingesteld.
Nog altijd vloeit de stroom van pelgrims, die
elk jaar nog in grootte toeneemt.
Op de plaats der verschijning is sinds lang
de kerk verrezen, die door de Onbevlekte Ont
vangenis werd gevraagd. Vrijwel iedere bewoner
der beschaafde wereld, hetzij katholiek of niet,
kent den naam van Lourdes als den naam van
het genadeoord van Maria. Nog altijd houden
de genezingen aan en door duizenden wordt het
genade-oord Lourdes bezocht. De medische we
tenschap heeft zich op het „probleem" gewor
pen en staat verbaasd. De eenvoudige geloovi-
gen, zij, die Bernadette het naast staan, kennen
geen verbazing meer, doch gelooven en zijn
dankbaar
Over de verschijningen en het gedrag van
Bernadette zijn talrijke vrome verhalen in om
loop. Het meisje was de eenige, die de verschij
ning had waargenomen en toen zij van de
andere kinderen vernam dat dezen niets had
den gezien, wilde zij ook niets naders vertellen,
hoezeer de kinderen ook aandrongen. Thuis ge
komen, moest Bernadette mededeelingen doen
van wat ze gezien had. De familie stond echter
al heel ongeloovig tegenover het verhaal, Men
schreef het toe aan kinderfantasie en sprak er
verder niet meer over.
Kort daarop gingen de kinderen wederom naar
de rots, waar het wonder was geschied. Zij na
men enkele andere kinderen mede en uit angst
dat de verschijning wel eens des duivels zou
kunnen zijn, hadden zij ook wijwater uit de
kerk meegenomen. Toen Bernadette plotseling
uitriep dat de Vrouw weder aan haar verscheen,
keken de kinderen naar de aangewezen plaats,
doch ook nu zagen zij niets. Uit voorzorg plaats
ten zij toen een fleschje wijwater naast Berna
dette, in de hoop dat haar geen kwaad zou ge
schieden. Bernadette bad weer het rozenhoedje
en zoolang zij bad, bleef de verschijning. Maar
de kinderen werden bang en wilden weg en de
den, thuis gekomen, opnieuw het wonderlijke
verhaal. De .neeningen der bewoners van Lour
des liepen sterk uiteen. Sommigen dachten aan
de H. Maagd, anderen aan een ziel uit het vage
vuur, die behoefte had aan verlossend gebed
en toen Bernadette voor de derde maal terug
ging in den vroegen ochtend van 18 Februari,
was zij ook door groote menschen vergezeld. Zij
vroeg aan de verschijning of deze menschen
mochten blijven, hetgeen werd toegestaan. Toen
smeekte Bernadette dat de Vrouwe zou opschrij
ven wat zij had mede te deelen, maar de ver
schijning antwoordde dat zij niet behoefde op
te schrijven wat zij te zeggen had. Zij verzocht
echter het meisje om veertien dagen lang te
blijven komen. Bernadette beloofde dit, waarna
de Vrouw beloofde het kind gelukkig te zullen
maken in het andere leven.
Nu breidde de mare zich steeds sneller uit en
van alle kanten kwamen geloovigen en onge-
loovigen toestroomen in de hoop getuige te kun
nen zijn van het wonder.
Bernadette werd ook gehoord door den com
missaris van politie Jacomet, die haar liet ver
tellen wat zij gezien had. Het kind vreesde niet,
ofschoon zij zelfs met gevangenisstraf werd be
dreigd en zij deed rustig haar verhaal, zonder
in de war te raken. De commissaris slaagde er
dan ook absoluut niet in het kind bang te ma
ken. Bij den vader van het meisje had hij meer
succes, met het gevolg dat zij den volgenden
dag niet aan de grot verscheen, waar zich in-
tusschen een groote menigte had verzameld
Daarna ging zij echter weer regelmatig en ter
wijl de menigte gespannen toe ziet hoe een po
litieman het meisje bij de grot kwam over
vallen, spoedt Bernadette zich plotseling in de
grot, waar zij met beide handen in den grond
gaat graven. Men vreest dat zij krankzinnig is
geworden, maar ineens houdt zy op en begint
weer te bidden. Zij verklaarde later dat de ver
schijning haar verzocht had te drinken aan de
bron en zich te wasschen. Toen zij echter naar
het riviertje de Gave wilde gaan, riep de Vrouw
haar terug en wees haar naar den grond in de
grot.
Op 26 Februari moest Bernadette den grond
kussen en op 27 Februari krijgt zij bevel naar
de priesters te gaan en te zeggen dat zij een
kapel moesten bouwen ter plaatse waar de ver
schijning had gestraald.
Na den 4den Maart hielden de verschijningen
op en nu kwam de kwaadsprekerij los. Berna
dette bleef trouw komen, maar zij vernam niets
meer. Toen na enkele dagen de Vrouwe reeds
aanwezig was vóór het meisje de grot naderde,
vroeg zij eindelijk wie de verschijning was.
waarop zij een ontroerende stem hoorde, die de
woorden sprak: „Ik ben de Onbevlekte Ont
vangenis."
Door al deze feiten was de wereld echter niet
overtuigd en bleef twijfelen. Toen echter een
maal de pastoor van Lourdes zijn kerkelijke
overheden had ingelicht en een strenge kerke
lijke commissie van onderzoek was benoemd
volgde na korten tijd de plechtige verklaring,
dat de Onbevlekte Moedermaagd werkelijk aan
het meisje was verschenen.
Bernadette trad later in het klooster en stierf
in geur van heiligheid.
Wat de woorden van het eenvoudige meisje
niet konden bewerken, deden de wonderen, die
een heerlijke bevestiging waren van de verschij
ningen. Een van de meest treffende wonderen
is de genezing van den Vlaming Peter de Rud
der, die een boomstam op een van zijn beenen
had gekregen, waardoor het been brak. Het
begon geweldig te etteren, zoodat een normale
natuurlijke genezing vrijwel uitgesloten was.
De Rudder weigerde gevolg te geven aan het
aivdes van zijn dokter, om het been te laten
afzetten en werd geruimen tijd bedlegerig. De
doktoren, die het zieke been zagen, verklaarden
met nadruk dat genezing op normale wijze niet
mogelijk was. De breuk was zoo hevig en de
ettering zoo doortastend, dat de Rudder het
onderste, dus losse, deel van het been in alle
richtingen kon draaien, zonder dat het overige
deel van zijn lichaam bewoog. De mogelijkheid
van een natuurlijke genezing was beslist uit
gesloten.
Langer dan acht jaar bleef de ongelukkige
invalide. Op 7 April 1875 besloot hij ter bede
vaart te gaan naar Oostacker bij Brugge, waar
O. L. Vrouw van Lourdes werd vereerd. Onder
weg leed hij ontzettende pijnen en strompelend
op zijn krukken, maakte hij tweemaal den om
megang om de grot, terwijl hij bad en om ver
giffenis vroeg voor al zijn zonden. Plotseling
voelde hij een schok door zijn lichaam, wierp
zijn krukken weg en liep zonder steun verder.
Hij ging knielen voor het beeld van de Heilige
Maagd en deed nog enkele malen den omgang
om de grot. Peter de Rudder was genezen!
Het bericht van deze genezing verspreidde
zich spoedig door Vlaanderen en over de we
reld en geloovige zoowel als niet-geloovige art
sen kwamen de Rudder onderzoeken. Men kon
niet anders dan van een groot wonder getuigen.
Het been van den genezene bleef gedurende zijn
verder leven hij leefde nog drie en twintig
jaar gaaf en sterk. Na zijn overlijden werd
het lijk opgegraven en werden beide beenen
geamputeerd. De beenen werden van het vleesch
ontdaan en gefotografeerd. De breuk bleek nog
zichtbaar, maar was stevig gehecht.
DEN HAAG, 7 December 1933.
In haar avondvergadering ging de Tweede
Kamer met Waterstaat door. De afd. Spoor-
en Tramwegen verloor veel van haar belang
wekkendheid, doordat een voornaam onderdeel
van het in het Voorloopig Verlag aangesnedene
n.l. de kwestie van de verhouding tusschen
de Nederlandsche Spoorwegen en de N V. Spoor -
hout nog niet kon behandeld worden, omdat
de Minister met zijn schriftelijk antwoord te
dier zake juist even te laat was. Bovendien
heeft men het probleem van de algemeene
spoorwegpolitiek terecht verschoven naar de
behandeling van de begrooting van het Ver-
keersfonds.
De sociaal-democraat VAN BRAAMBEEK
roerde even dit probleem aan, omdat hij er
blijkbaar behoefte aan had, reeds thans te cri-
Dit wonderdadige geval heeft destijds veel
stof doen opwaaien in wetenschappelijke en
niet-wetenschappelijke kringen, maar is niet
het eenige. Tal van wonderlijke genezingen staan
hiernaast, meer dan voldoende om te mogen
spreken van de wonderen van Lourdes, ook al
mag men aannemen, dat niet iedere genezing
in het genade-oord een wonder van God ge
noemd mag worden.
In het genade-oord, waarvan de naam een
tooverklank heeft, zoowel voor de gezonden van
lichaam als voor zieken, vinden nog steeds jaar-
hiks ontelbaren troost en steun van de Heilige
Maagd Maria, die hier vijf en zeventig jaren
geleden aan Bernadette Soubirous verscheen.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzig'ng en
verhooging van de rijksbegrooting van finan
ciën, waaraan het volgende wordt ontleend:
De uitkeeringen aan gemeenten ten laste van
den dienst 1932/33 van het Gemeentefonds heb
ben de raming met ongeveer f 900.000 over
schreden, terwijl de ontvangsten uit belastin
gen ten bate van het Gemeentefonds, dienst
1932/33, waarschijnlijk f 7.300.000 beneden de
raming zullen blijven. Van het hierdoor ont
stane grootere tekort op het Gemeentefonds,
dienst 1932/33, ad f 8.200.000 komt 2/3 deel of
ongeveer f 5.470.000 ten laste van hoofdstuk VII
B, dienst 1932. Daar echter het tekort op het
Gemeentefonds, dienst 1931/32 ongeveer f300.030
beneden de ram'.ng is gebleven, is voor 1932
aanvulling noodig met f 5.170.000.
Aan rentedragende voorschotten aan de
Maatschappij ter behartiging van de Nationale
Scheepvaartbelangen werd over 1932 f 418.000
uitgekeerd.
De post rentedragende voorschotten ten be
hoeve van de credietverleening, bedoeld in de
Zuiderzeesteunwet, wordt verminderd met
f 449 000.
Wegens oorlogswinstbelasting wordt in 1932
ontvangen een som van f 5093.84, terwijl in to
taal een bedrag van f 163.451.50 is terugbetaald,
zoodat een tekort van f 158.357.66 ten laste van
de Rijksbegrooting moet worden gebracht.
Ten tijde der indien'ng van de begrooting
voor 1932 was niet bekend, dat tot kasgeldver
strekking aan gemeenten zou worden overge
gaan. Ten laste van het dienstjaar 1931 werd
verstrekt f 53.024.294.16, zoodat met het thans
gevraagde bedrag ad f 79.459.678 in totaal werd
opgenomen f 132.483.972.10. Van dit bedrag werd
in 1932 f 90.879 436.81 terug ontvangen en on
der de middelen geboekt, zoodat op ultimo 1932
de vordering op gemeenten wegens kasgeldlee-
r.ingen nog f 41.604.535.29 bedroeg.
Voor het Zwolsch Kantongerecht heeft een
bakker uit Zwollerkerspel terecht gestaan, die
's ochtends om acht uur brood had afgeleverd,
dat den vorigen dag was gebakken, doch
kunstmatig op temperatuur werd gehouden.
De kantonrechter verklaarde de nachtrust
van den bakker te willen beschermen, doch hij
was er niet voor, dat de menschen geplaagd
worden met oud brood aan het ontbijt.
De ambtenaar van het O. M., mr. F. A. Groe-
ninx v. Zoelen, achtte het ten laste gelegde,
afleveren van versch brood vóór tien uur des
morgens, bewezen en eischte twintig gulden
boete of twintig dagen hechtenis. De bakker
werd hierna veroordeeld tot zeven gulden boete
of zeven dagen hechtenis.
(Ingezonden Mededeeling)
en gaf het ook aan haar kleine meid.
„Alles heb ik geprobeerd, omdat ik zoo
benauwd werd door hoestbuien, dat ik
zelfs mijn bezigheden niet meer kon ver
richten. Ik was kortademig en leed daarbij
aan zware hoofdpijnen. Mijn man raadde
mij aan Abdijsiroop te koopen. Taaie slijm
kwam bij het gebruik los, waardoor de
ademhaling gemakkelijker werd. Ik heb de
behandeling een tijdje voortgezet en kan
verklaren met de Abdijsiroop een geheel
ander mensch te zijn geworden. Ook voor
mijn kleine meid gebruik ik het steeds
met goed resultaat." Zoo schrijft ons
Mevr. J. v. K. te M., wier origineele brief
voor ieder ter inzage ligt. Iedereen, die
van borstbenauwdheden te lijden heeft,
zal verstandig doen redding te zoeken bij
de vanouds beroemde Akker's Abdijsiroop.
Moeders vooral zullen goed doen Abdij
siroop aan hun kinderen te geven als zij
hebben kou gevat en overdag of 's nachts
beginnen te hoesten. Abdijsiroop heeft
een zuiverende, verzachtende werking op
de ademhalingsorganen, dank zij haar
bijzondere samenstelling uit kruiden
extracten. Thans per flesch 1.1.50
en 2.75. Alom verkrijgbaar. Abdijsiroop-
Bonbons („gestolde" Abdijsiroop) voor
buitenshuis 0.35 en 0.60 per doos.
tiseeren, dat men het weer op de loonen zoe
ken gaat. Maar Minister KALFF, aan wien men
goed bemerken kan, dat hij in deze materie
zeer thuis is, stelde daartegenover, dat ook an
dere maatregelen in voorbereiding zijn en dat
men den toestand der spoorwegarbeiders toch
ook weer niet tè zwart moet afschilderen, als de
minste onder hen op de goedkoopste plaats
toch nog altijd 24,— in de week verdient. Dat
er, zooals de Christelijk-Historische afgevaar
digde BAKKER bepleitte, bakens zullen moeten
worden verzet en dorre takken afgesneden, de
bewindsman heeft dat zelf reeds veel eerder
vooropgesteld.
Dat met den toestand der tramwegen ook de
toestand van het personeel in hun dienst pré
cair is, is natuurlijk bedroevend. Maar daarom,
aldus Minister Kalff, is er des te meer reden,
om alle reddingspogingen te wagen, ook al tref
fen die vaak personeelsbelangen.
Gemis aan coulance tegenover het publiek
had DUYMAER v. TWIST den spoorwegen ver
weten. Het komt ons voor, dat de Minister de
meerderheid van het publiek aan zijn zijde
hebben zal, als hij dit verwijt in dezen tijd af
wijst.
Zondagstreinen inlasschen moet niet worden
overdreven, dat geeft de bewindsman toe. Maar
het verkeer op Zondag stop zetten, zooals de
Kerstiaan VAN DIS weer bepleitte, gaat veel
te ver. Trouwens, de Minister is niet bevoegd,
het inlasschen van extra-treinen in de dienst-
regel'ng tegen te houden. De anti-revolutionnatr
v. DOBBEN DE BRUYN nam een gematigder
standpunt in dan de heer Van Dis.
De ongelukken bij de onbewaakte overwegen
schrijft deze Minister niet ten onrechte zuiver
ian de roekeloosheid van de betrokken automo
bilisten toe. Qverigens zinken ssjj in het niet bij
gevierd hebt, weet U
wat R e v e i 11 o n IS
Speciale menu's Schitterende attractiën
Volledig pension in luxe-kamers met
privé-bad f 6.-. Tijdige bestelling gewenscht
De verrassende weerkundige gebeurtenissen
hebben in de laatste week een zeer snel verloop
gehad. Na lichte vorst is vrij strenge vorst ge
komen en deze heeft weer plaats moeten maken
voor dooi en tenslotte is de dooi weer verdron
gen door vorst. Dit lijkt alles zeer vreemd maar
hing toch geheel samen met de verdere onwik-
keling van den winterweerstoestand in het groot
ste gedeelte van Europa. De kort durende dooi
van Woensdag en Donderdag was een niet al
gemeen verbreide onderbreking van de vorst
periode, die een gevolg was van het voorbij
stroomen van een warmere luchtmassa van Zu'd-
Zweden over de Westelijke Oostzee, Noord-
west-Duitschland en ons land naar het Zuiden
en Zuidwesten, een korte episode in een lange
geschiedenis. Deze korte dooiperiode toch schijnt
den winterweerstoestand niet blijvend afgebro
ken te hebben want nadat een tamelijk warme
luchtstroom van Westelijken oorsprong in het
midden der week de vorst uit Scandinavië had
verdreven ontwikkelde zich daar opnieuw een
gebied van hoogen druk en strenge vorst, zoodat
tijdens het opmaken van dit overzicht de lucht
druk hoog was over de geheele Noordelijke helft
van Europa en laag over Rusland en het Zuiden
van ons werelddeel.
Deze luchtdruk verdeeling is voor sterke vorst
in Centraal-Europa gunstiger dan een week ge
leden en ongeveer gelijk aan die van Zaterdag
j.l., echter met d!t verschil, dat toen een zeer
diepe depressie ten ZW. van IJsland lag. Er is
dus veel minder kans, dat de weerstoestand van
uit het Westen gestoord zal worden.
Tengevolge van de sterke drukstijging over de
Noordelijke helft van Europa kwam tegen Don
derdag weer een stormachtige Noordoosten wind
door, die dien dag van Zuid-Finland over de
Oostzee tot het Engelsche Kanaal woei en veel
koude lucht uit het West-Russische gebied van
strenge vorst naar West-Europa voerde. Binnen
het gebied van dezen luchtstroom daalde de
temperatuur weer aanzienlijk en zoo trad ook
in ons land opnieuw vorst in.
De vraag is nu wat wij hiervan verwachten
kunnen.
Allereerst natuurlijk een terugkeer van de
vorstperiode, waarschijnlijk ingeleid door een
sterken Oostenwind, die een of twee dagen,
hoogstens drie kan duren. Overigens zijn de
naaste vooruitzichten onzeker. Of het tot stren
ge vorst zal komen of dat t' slechts matig zal
vriezen, is heel moeilijk te zeggen. Dit zal nog
grootendeels afhangen van den bewolk'ngsgraad
daar bij helderen hemel de nachtelijke uitstra
ling tot sterke temperatuurdaling aanleiding
kan geven. De bewolking kan echter niet lang
vooruit voorspeld worden.
Overigens is de algemeene weerstoestand, hoe
gunstig ook voor matige tot strenge vorst, nog
niet stabiel en kan weer na enkele dagen de
aanvoer van zeer koude lucht uit het Oosten
worden afgesneden door een warmen stroom die
over het Noorden van Scandinavië naar Fin
land zal gaan vloeien en die gisteren reeds in
het hooge Noorden de temperatuur deed stijgen.
Een herhaling dus van de gebeurtenissen van
het begin der week. De opn'euw optredende
vorst zalmen dus nog niet als het begin van een
langdurige en onafgebroken vorstperiode moeten
beschouwen.
Dit alles neemt niet weg, dat in de afgeloopen
week de algemeene weerstoestand opnieuw en
belangrijk gunstiger is geworden voor een vorst
periode in Oost- en Ce'ntraal-Europa waarvan
ons land waarschijnlijk veel invloed zal onder
vinden.
(Nadruk verboden).
De Vereeniging der Zusters Franciscanessen
van het klooster St. Franciscus te Aerdenhout,
gemeente Bloemendaal (Alverna) wenscht een
obligatieleening aan te gaan groot 120.000
nominaal, tegen een rente van 5 pCt. tegen
een koers van uitgifte van 99% pCt.
de andere ongelukken op den weg. En een be
veiligingssysteem door automatische signalen
technisch zeer goed mogelijk zou een uit
gave eischen van anderhalf millioen.
Dat de derde klasse niet aan behoorlijke
eischen voldoet, die klacht vindt de Minis .er
in den mond van Kamerleden, die gewend zijn
eerste te reizen, niet zoo onverklaarbaar. Doch,
aldus de bewindsman, vergelijk haar maar eens
met het comfort en de ru.mte in een autobus!
De eerste klasse afschaffen ook een wensch
heeft zijn bezwaren. Zij brengt nog steeds
314 millioen op. En opheffing moet bovendien
leiden tot een bezwaarlijke nieuwe indeeling
der tarieven.
Overigens was hetgeen door afgevaardigden
als de heeren VAN KEMPEN, DROP, DE
VRIES, AMELINK en VERVOORN werd te
berde gebracht, tè klein goed, dan dat de Mi
nister er diep op in behoefte te gaan. Hij toon
de zich behalve een deskundig een welwillend
man, maar de financiën zetten ook hem voor
moeilijkheden.
Na een eveneens weinig belangrijk debatje
over de afdeeling scheepvaart Mevr. BAK
KER—NORT en de heeren VAN DIS, BRAU-
riGAM en TERPSTRA namen daaraan deel
vroeg de afdeeling Mijnwezen iets langer
tijd, omdat tegelijk daarmede de begrooting der
Staatsmijnen werd behandeld.
Van Katholieken kant heeft de heer HER
MANS opnieuw gewezen op de moeilijke posi
tie onzer mijnen en op de noodzakelijkheid om
ook bij het sluiten van handelsverdragen met
haar belangen ter dege rekening te houden.
Zoowel door hem als'later ook door zijn frac
tie-genoot, den oud-minister van Waterstaat,
Ir. BONGAERTS, werd er op aangedrongen,
dat er meer ordening kome in het mijnbedrijf,
doordat men een wettelijke grondslag geve aan
de contact-commissie.
Ook de soc.-democraat DROP en de Vrty-
heidsbonder Ir. LOUWES namen aan de ge-
dachtenwisse'ing over de mijnen deel.
Gemoedelijk en coulant heeft miniscer KALFF
ook bij deze afdeeling toegezegd, dat hij de
hem verstrekte adviezen en de voorgelegde wen-
schen met den meesten ernst zou overwegen.
Na de begrooting van de Staatsmijnen en
van het Staatsvisrchersha ver bedrijf te IJmui-
den werd ook de hoofdbegrooting van Water
staat zelf zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
Aan de vereeniging voornoemd behooren het
klooster Alverna aan den Vogelenzangscheweg
te Aerdenhout, alsmede het welbekende R. K.
Ziekenhuis de Mariastichting aan de Kamper
laan te Haarlem, benevens het R. K. Zieken
huis te IJmuiden-Velsen en diverse kleinere in
richtingen.
De opbrengst der obligatieleening zal door
debitrice onder goedkeuring harer Kerkelijke
Overheid worden aangewend tot aflossing van
een bestaande leening, waarvoor tot grooter dan
het af te lossen bedrag Pauselijke goedkeuring
is verleend. Hierdoor wordt een zeer belangrijk
financieel voordeel verkregen.
De leening is verdeeld in 60 obligatiën van
1000 en 120 obligatiën van 500.De obli
gatiën luiden aan toonder en zijn voorzien van
halfjaarlijksche coupons verschijnende 1 Janu
ari en 1 Juli. De eerste coupon verschijnt 1 Juli
1934.
De leening zal a pari worden afgelost door
middel van inkoop of van uitloting in uiterlijk
zes jaren als volgt: telkens op den len Januari
van de jaren 1935, 1936, 1937, 1938, 1939 en 1940
een zesde deel der leening of 20.000.nomi
naal. Het recht wordt voorbehouden om te allen
tijde tot versterkte of vervroegde aflossing over
te gaan.
De inschrijving is van heden af opengesteld
bij „De Spaarnebank N.V." te Haarlem, Amster
dam en Beverwijk en voorts bij bankiers en
commissionnairs in effecten.
De storting op de toegewezen obligatiën moet
geschieden ten kantore van inschrijving op
Dinsdag 2 Januari 1934 tegen inontvangstname
der obligatiën.
Bij latere storting moet 5 pCt. rente van 1
Januari 1934 af worden bijbetaald.
Aan een mededeeling in het weekblad „St.
Bavo" betreffende verandering van vorm en
over de verschijning ontleenen we het volgende:
Het was reeds enkele jaren ons verlangen, om
Sint Bavo in een mooier en degelijker vorm te
doen binnen komen in de huiskamers der le
den.
Dit verlangen zal met den 37en jaargang wer
kelijkheid worden: we zullen „St. Bavo" in een
geheel anderen vorm en in een keurig kleed
doen verschijnen. We hopen daardoor ,de lezers
zeer zeker te gerieven, daar twijfelen we geen
oogenblik aan. En niemand zal het ons daar
om kwalijk nemen, dat dan niet elke week. maar
om de twee weken „Sint Bavo" bij u b.nnen-
komt
De Bisschop verleende voor de verandering
zijn zeer gewaardeerde goedkeuring.
Er wordt met deze verandering, behalve het
pleïzier dat we den leden van het Liefdewerk
doen, ook nog een ander goed bereikt, en wel:
de baten die dan op de exploitatie van „Sint
Bavo" voor de arme parochies zullen worden
gewonnen, zullen veel grooter kunnen zijn, wel
zeker minstens twee maal meer dan anders.
Mochten we verleden jaar f 2000.afdragen
aan den Bisschop, met de nieuwe uitgave heb
ben we een goede zekerheid f 5000.te kun
nen opbrengen.
Ook het bewaren van een heelen jaargang zal
gemakkelijker zijn, waarom we natuurlijk aan
het einde van het jaar ook banden beschik
baar zullen stellen tegen een matigen prijs. De
26 afleveringen vormen dan een keurig boek
deel in uw huisbibliotheek.
Dit alles, wat we u hier nu hebben meege
deeld is niet een sprong in de lucht; men be
hoeft zjjn handen niet in elkaar te slaan en te
zeggen: hoe is 't mogelijk in dezen tijd, zulk
een groo'.e onkosten te maken. We zijn heele-
maal verantwoord en gedekt. Alléén is er
voordeel te behalen voor het Liefdewerk voor
de arme parochies, en daar gaat het per slot
toch maar om.
Naar het „Ned. Weekblad voor Kruideniers
waren" verneemt, heeft de Meelcentrale een
circulaire aan alle rijatimporteurs verzonden
van den volgenden inhoud:
,,Ik verzoek u, mij omgaand een gespec'ficeer-
de opgave van uw nog niet afgewerkte rijstim-
portcontracten in te zenden. Noodzakelijk is,
dat u daarbij vermeldt den contractdatum, het
land van herkomst en gradeering.
Voor contracten, afgesloten op of na den len
December, kan ik u geen garantie geven, dat
ik deze partijen van u koop.
Ik maak u er extra opmerkzaam op, dat u
zult moeten kunnen aantoonen, dat deze con
tracten bonafide zijn afgesloten".
Uit deze circulaire leidt het blad met vrij
groote zekerheid af, dat zeer binnen kort tot
contingenteer ng van den invoer van gepelde
rijst zal worden overgegaan.
Vermoedelijk zullen vóór 1 December afge
sloten contracten op normale wijze kunnen
worden afgewikkeld, d.w.z. ingevoerd tegen be
taling van de bestaande crisisheffing ad 1.
per 100 K.G.
De door deze circulaire geschapen toestand
maakt evenwel op dit moment het aangaan van
nieuwe contracten onmogelijk.
Zooal geen invoerverbod voor gepelde rijst,
dan beteekent ze toch een te verwachten hoo-
gere crisisheffing.
De ondergrond van deze plannen is den in
voer van ongepelde rijst en daardoor de werk
gelegenheid in de Zaanstreek te bevorderen.
De K. N. A. C. deelt mede, dat ten aanzien
van het verkeer over de verschillende rivieren
en dergelijke de toestand van Donderdagmid
dag 5 uur was als volgt:
De overgang is normaal voor de volgende
ponten, veren en schipbruggen: Amerongen
Eek en Wiel, Arnhem Schipbrug, Culemborg
Schalkwijk, Deventer Schipbrug, Doesburg
Schipbrug, DordrechtZwijndrecht, Dordrecht-
Fapendrecht, Gorinchem-Sleeuwiik, Moerdijk,
Numansdorp-Willemstad, Nijmegen-Lent, Rhe-
den-Lienden, Tiel-Wamel, Vreeswijk-Vianen,
(schipbrug) Wageningen, Zijpe-Anna Jacoba
en Pannerden-Doornenburg.
Schipbrug Empel-Hedel weggenomen. Over
tocht per veerpont.
Verkeer gestremd: Pontveer Schoonhoven
Gelkenes, alleen voor auto's.
Met ingang van Vrijdagochtend wordt de
dienst weer normaal hervat.
Veer Alblasserdam-Ridderkerk, alleen des
nachts. Stoombootdienst EnkhuizenStavoren.
In den ouderdom van 72 jaren is te Elden
op huize „Osterveld" overleden de Weleerw.
heer J. J. Peters, rustend-pastoor van Irnsum
De overledene werd 21 Mei 1861 te Duiven
geboren en 15 Januari 1888 priester gewijd.
Achtereenvolgens was hij assistent te Ever-
dingen; kapelaan te Kleinemeer en te Delden;
pastoor te Nieuw-Amsterdam en te Irnsum.
Vermoedelijk door een lek in den schoorsteen
is de boerderij van G. J. Vrielink te West-Gees
teren onder de gemeente Tubbergen, tot den
grond toe afgebrand. Het vee is geheel gered,
terwijl de inboedel gedeeltelijk verloren ging.
Alles was laag verzekerd.
Verschenen is het voorloopig verslag der
commissie van rapporteurs uit de Eerste Ky
mer over de wetsontwerpen tot steun aan noo<*
lijdende gemeenten en tot vermindering det
uitkeering, bedoeld in artikel 3 onder b, der
wet van 15 Juli 1929 en wijziging der wet ve<*
18 Maart 1832.
Hieraan wordt het volgende ontleend:
Sommige ieden maakten de opmerking, rut
zy, hoewel vrijwel alle gemeenten door aan
neming van dit wetsontwerp voor schier onop
losbare moeilijkheden zullen worden geplaatst
zich nochtans niet daartegen zuilen verzetten,
omdat h.i. al het mogelijke moet worden ge
daan om de financiee'e positie des Rijks te
handhaven. Zij wilden daarom het vraagstuk
van de gemeentelijke autonomie buiten geding
laten, aangezien het hier crisismaatregelen be
treft en mag worden aangenomen, dat zoo
spoedig mogelijk de normale verhoudingen zul
len worden hersteld.
Enkele andere leden achtten deze nieuwe
aantasting van de gemeentelijke autonomie zoo
ernstig, dat zij die niet buiten beschouwing
konden laten. Noch de noodzaak noch de wen-
sche'ijkheid van de steeds verder gaande cen
tralisatie werd door deze leden ingezien.
Deze leden betoogden, dat de schuld goed
deels bij het centraal gezag zelf ligt; steeds
worden meer uitgaven op de schouders der ge
meenten gelegd, met name ten aanzien van de
kosten, verbonden aan de voorziening in de
gevolgen der werkloosheid laadt de staat te
veel lasten op de gemeenten; hierdoor worden
de budgetten van tal van gemeenten totaal
ontwricht. Is het wonder, zoo vroegen deze
leden, dat het aantal noodlijdende gemeenten
steeds stijgt en er meer en meer zijn, die het
niet langer zonder Rijkshulp kunnen doen en
moeten zij dan voor die hulp wat nog van hare
autonomie restte, goeddeels prijsgeven?
Weer andere leden meenden dat het streven
der Regeering wel degelijk gericht schijnt te
zijn op eea b'ijvende centralisatie van het ge
meentelijk beheer hetgeen zij verderfelijk acht
ten.
Hiertegenover erkenden vele leden, dat de
zorg voor de werkloozen zwaar drukt, maar de
financieele moeilijkheden mogen niet uitslui
tend daaraan worden toegeschreven en waar
het leunen en steunen op 's Rijks kas steeds
toeneemt en ook voor den staat het leenings-
vermogen ender de tegenwoordige omstandig
heden zeer beperkt is, moeten aan deze soort
steunverleening wel nauwkeurig omlijnde voor
waarden worden gesteld.
Deze leden achtten het wenschelijk dat de
Regeering een wettelijke regeling in overwe
ging zou nemen betreffende het aandeel door
het Rijk te dragen in de geldelijke gevolgen
van de werkloosheidsvoorziening.
Eenige ieden zouden gaarne vernemen hoe
de regeering zich voorstelt die gemeenten te
helpen, welke een zeker bedrag van de begroo
ting voor 1934 ongedekt zullen moeten laten.
Verscheidene leden zouden mede gaarne wor
den ingelicht aangaande de gedragslijn, welke
de regeering zich voorstelt te volgen tegenover
gemeenten, die zu'len blijken door de voorge
stelde kortingen en verlagingen der uitkeering
inzake werkloozensteun niet tot een sluitende
begrooting te kunnen komen. De Regeering
heeft medegedeeld, dat zij haar deficit zullen
mogen „uitstooten". Beteekent dit zoo werd
gevraagd, dat zij die uitgestooten bedragen op
haren kapitaalsdienst zullen mogen brengen?
De regeering heeft dit in het algemeen wel
afgewezen, doch ge'dt deze afwijzing ook voor
gemeenten, die geheel buiten hun schuld
noodlijdend zijn geworden? Of zal de regee
ring, zoo vroegen deze leden verder, de ge
meenten voor die uitgestooten bedragen subsi
dieeren?
Ten aanzien van het tweede wetsontwerp
werd met nadruk op den voorgrond gesteld,
dat dit een voor het Rijk te gemakke'ijke wijze
van bezuinigen is. Ware het gemeentefonds
grooter geworden, dan men in 1929 vermoedde,
dan zou naar hun meening, de Regeering ze
ker geen recht der gemeenten erkend hebben
op hoogere uitkeering en zou het surplus in
het fonds zijn gebleven. Neemt men in aan
merking dat de gemeenten voor tal van zware
crisisuitgaven staan en dat daartegenover haar
vrijheid van beweging op het gebied der be
lastingen zeer is beperkt, dan zal bfj het zoe
ken naar de oorzaken van de financieele moei
lijkheden, waarin de gemeenten verkeeren, de
Regeering bezwaariyk vrijuit gaan.
Deze critlek bleef anderzyds niet zohder te
genspraak. Er werd op gewezen, dat mag wor
den aangenomen, dat de gemeenten, ondanks
de voorgestelde vermindering, er ten gevolge
van de wet van 1829 thans nog beter voor
staan dan wanneer zy in hoofdzaak op eigen
belastingopbrengst waren aangewezen.
De wijze, waarop de Regeering heeft ge
meend te moeten voorste'len de nadere voor
zieningen te treffen, ontmoette by verscheide
ne leden bedenking.
zy meenden, dat het de voorkeur zou heb
ben verdiend om nu zulke belangryke bedragen
aan de gemeenten worden onthouden, waarop
zy ook by het opmaken hare begrooting voor
1934 hadden gemeend te mogen rekenen, een
nieuwe regeling voor te stellen, waarby het
gemeenteiyk belastinggebied wordt verruimd.
Zij wezen bijvoorbeeld op het scheppen van de
mogelijkheid van het heffen van opcenten op
de omzetbelasting en verhooging van het be
staande tarief der fondsbelasting.
Nu door de regeering L> medegedeeld, dat de
zoo zeer gewyzigde omstandigheden een wij
ziging van het stelsel der wet van 1929 nood-
zakeiyk maken, en dat de wyze, waarop de in
komsten van het gemeentefonds over de ge
meenten moeten worden verdeeld, opnieuw on
der de oogen moet worden gezien, wenschten
eenige leden het vertrouwen uit te spreken,
dat de regeering by die verdeeling er voor zal
weten te waken, dat de goed beheerde gemeen
ten niet in een nadeelige positie worden ge
bracht tegenover de gemeenten, welker beheer
te wenscheti overlaat en die mede daardoor m
financieele moeiiykheden zyn komen te ver
keeren.
Ten s'otte werd door enkele leden verklaard,
dat zy alvorens hun stem te bepalen, gaarne
zouden vernemen, of de regeering bereid is niet
uitsluitend rekening te houden met de RIjks-
financiën, maar ook ernstig rekening zal nou-
houden met de financieele moeilijkheid, waar
in verschillende gemeentebesturen buiten hun
schuld verkeeren.