Bezuinigingen bij onderwijs Prikkeldraad Fijne manieren Ambtenaren en de politiek Het verkeersfonds MINISTER MARCHANT ZEGT NIET VEEL Vreemde klacht WOENSDAG 13 DECEMBER Oud-minister Waszink bediend STORMY WEATHERIN CALIFORNIË Aan het strand te Long Beach werd een olietoren door een wervelwind verwoest WEER EEN GEMEENTE IN MOEILIJKHEDEN Werkverschaffing en steunverlee- ning geven den doorslag De mijnindustrie en de crisis Louis Weterings DE MERAPl WERKT Aangeboden diensten. FINANCIËN VAN DEN HAAG Het recht der ouders Een vreemde stelling Het Internationale Pooljaar SCHIP AAN DEN GROND ring uit het gemeentefonds meegerekend). B. en W. achten den algemeenen economischen toestand dermate bedenkelijk, dat zij eerst in uiterste noodzaak aan de burgerij hoogere las ten willen opleggen. Zij hebben ernstig onder zocht, welke maatregelen in de eerste plaats zouden moeten worden getroffen om zooveel mogelijk voor den dienst 1934 tot bezuiniging en besparing te komen. Thans hebben zij een aantal voorstellen ter bezuiniging op onderwijs ingediend. B. en W. hebben voorts een ambtelijke com missie ingesteld met opdracht, spoedig voor stellen in te dienen betreffende een herzie ning van salarissen en loonen, waarbij het ge- heele gemeente-personeel, met uitzondering van het onderwijzend personeel, zal worden betrok ken. Daarbij zal er van worden uitgegaan, dat op het totaalbedrag van de tegenwoordige be zoldiging, rekening houdend met een aftres van 5 pet., berekend over een vol jaar, nog ten minste ƒ500.000 zal worden bespaard. T-n slotte zullen de opcenten op de gemeen tefondsbelasting met 10 verhoogd moeten wor den, terwijl ook de straatbelasting verhoogd zal worden. Het nationaal-socialisme schijnt in ons land in het bijzonder haar kracht te zoeken in verdachtmaking en laster. Wee echter als een ander eens een forsch woord gebruikt, dan klinkt het dadelijk, dat men wel kan zien, dat hij door het Marxisme geïnfec teerd is. De heeren zelf mogen alles zeggen, want zij hebben het steeds over schandalen en broodroof, over volksvergiftiging en ophitsing alsof er in hun woordenboek geen andere uit drukkingen voorkomen. Het is in het weekblad van de N. S. B. intus- schen precies als in de socialistische pers, welks dagblad men vroeger ook wel noemde „Het liegt". Deze pers mag alles, maar als een ander orgaan iets schrijft tegen de beweging of een aan de leiding onwelgevalligen uitleg geeft van bepaalde zaken, dan is men dadelijk klaar met sprekende koppen als: „Misleidende berichtge ving, Weerlegde lasterpraat, Laster van Sint Eloy. Hoe hun eigen berichtgeving is en welke fijne manieren ze er op na houden als het er om gaat zieltjes te winnen voor de van Duitschland Gezondheidstoestand sterk achter uitgaande gecopieerde beweging blijkt, als er in het or gaan gescholden wordt op de varkenscentrale, met het doel de slagers te winnen. Twee weken geleden stond er in het orgaan een groote plaat, met het bijschrift, dat be halve de leider van de varkenscentrale ook de zes hoofdinspecteurs allen directeur zijn van baconfabrieken en dat de fabrikanten geduren de de eerste 12 maanden als loonslachters der f crisis-varkens ruim drie millioen gulden extra winst hadden gemaakt. In de Kamer is deze kwestie natuurlijk ook ter sprake gekomen en minister Verschuur heeft haar op grond van een onderzoek door de rijksaccountants en door te verklaren, dat hij zelf het contract had ge maakt, op de meest krasse wijze tegengespro ken: „De geachte afgevaardigde de heer ÏJssel- muiden schijnt van den een of ander wat in lichtingen te hebben, maar die 80 cent winst op afval behoort tot de fantasie. Alles te zamen genomen is in 13 maanden door de baconbedrij- ven gezamenlijk 5 ton winst gemaakt, dus dan weet men wel, wat te denken van de 3 millioen, die gestolen zijn uit de zakken.... laat men dit zelf maar afmaken!" Nu zou men verwachten van een man als de heer Mussert die van zich zelf zegt, dat hij het Nederlandsche volk tot een eenheid wil smeden en wiens leidend beginsel voor de natie is, tucht, orde en solidariteit, dat hij eerlijk den verspreiden laster zou herroepen. Het tegendeel is het ge val, want de woorden van den minister worden verdraaid en men gaat voort met de verdacht making. In het orgaan van 9 December lezen we: „Ons blad heeft van het begin af aan scherp protest aangeteekend tegen de wijze, waarop de varkenscentrale werkt. Deze artikelen hebben zeer de aandacht getrokken van allen, die in het bedrijf bekend zijn. De Minister heeft het noodig gevonden in de Kamer mede te deelen, dat het zoo erg niet was, en dat de heer Zwa nenberg c.s. „slechts" vijf ton aan de zaak heeft verdiend. We geven dadelijk toe dat achter den naam van den heer v. Zwanenberg staat c.s., maar hoevelen zullen er zijn die daaruit begrijpen dat deze winst niet alleen is gemaakt door dien man. De minister heeft duidelijk gezegd de ge zamenlijke baconbedrijven. Een juiste weergave van 's ministers woorden blijft achterwege. Laat staan dat er nu eens bij werd verteld dat deze winst in 13 maanden gemaakt is door 21 fa brieken in het land, een gemiddelde dus van nog geen 25.000 gld. per fabriek, of wil men het nog anders een winst van een gulden tot een gulden vijftig per geslacht varken. Welke slager doet het daarvoor? Neen, men gaat verder, want een patroon in een groote stad, dus geen baconfabrikant, heeft zijn knecht verboden op de'vergaderingen van de N. S. B. te lasteren over de varkens centrale en daar voorgekomen schandalen, die door den minister op de meest pertinente wijze zijn ontkend, evenals reeds in begin No vember door minister Colijn. Wat die patroon nu gedaan heeft gaat alles te buiten, terwijl men vergeet, dat in den heilstaat van het natio naal-socialisme niemand een mond open mag doen, wil hij niet direct werkloos worden. Dat zijn hier nu schandalen en daarover wordt ge schreven. „Hoe kan de minister beweren, dat het zoo erg niet is, als men zelfs door brood roof tracht den menschen den mond te snoe ren?" Wat die patroon gedaan heeft en wat de groote kracht moet worden van het nationaal- socialisme, men kijke maar over de grens, wordt zonder meer maar weer geschreven op het zondenregister van de varkenscentrale. Het zijn fijna manieren, die men er op na houdt om het huis van 'de N. S. B. op te bou wen, maar sterk kan het niet zijn als het op leugen en laster wordt opgetrokken. De wijziging van het Ambtenaren reglement voor de provincie Utrecht aanvaard De Provinciale Staten van Utrecht hebben Dinsdagmiddag om. behandeld de wijziging ambtenarenreglement. Zooals den lezers be kend zal zijn, heeft deze wijziging betrekking op het weren van revolutionnaixe elementen on der het ambtenarencorps. Jhr. Schorer (C.H.) diende een motie in strekkende het bevel tot onthouding van po litieke agitaties tegen het gezag te geven aan alle provinciale ambtenaren, aangezien het voe ren dezer agitaties het prestige der ambte naren ernstig zal schaden. Tegelijkertijd waar schuwde hij echter tegen een zoo invloedrijke beweging als de N.S.B. reeds is, eenvoudig weg te vagen, omdat zij in haar uitingen niet altijd sympathiek aandoet. De voorgestelde wijzigingen werden goedge keurd met 29 tegen 7 stemmen. Onder de tegen stemmers waren de Sociaal-Democraten. De motie-Schorer werd aangenomen met 30 tegen 6 stemmen, tegen de Cociaal Democraten. De burgemeester van Roermond Mr. M. A. M. Waszink, oud-minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen wiens toestand de laat ste weken sterk achteruit is gegaan, is Dins dagavond van de laatste H. Sacramenten voor zien. Dr. Colijn terug De minister-president is hedenochtend uit Zuid-Frankrijk te 's Gravenhage teruggekeerd en heeft den gewonen ministerraad gepresi- deerd. De Raad der Drentsche gemeente Dalen heeft de begrooting voor '34 sluitend weten te krijgen met de heffing van 200 opcenten op de perso- neele belasting, 100 opcenten op de Fondsbelas ting en 50 op de Vermogensbelasting. Voor on voorziene uitgaven is dan nog f 1196.beschik baar. Evenwel is de gemeente niet in staat voor een behoorlijke verzorging van de werkloozen zorg be dragen, bij de door de Regeering ver minderde bijdragen over 1934. Daarom hield de Raad f 13.240 buiten de begrooting, in de hoop, dat men er in slagen zal den Minister te over tuigen, dat genoemd bedrag door de Regeering moet worden betaald, wil de werkloozenverzor- ging niet in het gedrang komen, daar de ge meente haar belastingen niet hooger op kan voeren en ook de bezuiniging op de uitgaven niet meer mogelijk is. De kosten van werkverschaffing en steun- verleening zullen in 1933 ongeveer f 24.000.be dragen of rond 18 pet. van alle gemeentelijke ontvangsten voor den gewonen dienst. Het bestuur van den R.K. Limburgschen Werkliedenbond heeft een telegram gezonden aan den Minister van Oeconomische Zaken waarin, gezien het belang van het Limburgsche mijnbedrijf voor het geheele land, doch vooral voor de mijnstreek, de bijzondere aandacht van den minister wordt gevraagd voor deze industrie (Ingezonden Mededeeling) Elk jaar opnieuw had zij gesprongen handen en lippen ,,'t Was een gruwelijke last en het deed geweldig zeer. Het bloed stond er altijd voor. Allerlei huismiddeltjes deed ik er op. Het beet geweldig, maar telkens kwamen de kloven terug. Gewone huidcrêmes hiel pen mij evenmin, Maar nu heb ik geen last meer er van. Nu wrijf ik eiken ochtend en avond Kloosterbalsem er op. Dat doet géén zeer en de huid is en blijft prachtig glad en gezond, ook al kom ik met mijn handen vaak in het water. Het was een uitkomst." Zoo schrijft ons Mej. H. d. J. "te 's-H., wier origineele brief voor ieder ter inzage ligt. Akker's Kloosterbalsem kost per pot v. 20 Gr. 60 cent en v. 50 Gr. ƒ1. en is overal verkrijgbaar. Onovertroffen bij brand- en snijwonden. Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bij rheumatiek, spit, enz. De a.s. huldiging Van het uitvoerend comité, dat zich vormt om den heer Louis Weterings, directeur-hoofd redacteur van de N. V. „Drukkerij De Spaarne- stad", ter gelegenheid van zijn zilveren jubi leum te huldigen, heeft professor dr. A. Steger, lid der Eerste Kamer, het voorzitterschap op zich genomen, terwijl er ook deel van uitmaakt o.a. de voorzitter der Haarlemsche Journalisten Vereemging de heer Primo, van welke vereeni- ging de heer Weterings eere-voorzitter is. Tot het eere-comité traden alreeds verschillende vooraanstaande personen toe, o.a. Z. D. H. Mgr. M. P. J. Möllmann, vicaris-generaal van het Bisdom Haarlem, de hoogeerwaarde heeren kanunnik mgr. dr. G. C. van Noort, deken van' Amsterdam en eere-kanunnik H. C. J. Sondaal, deken van Haarlem, Zijne Excellentie minister mr. P. Verschuur, oud-collega van den jubila ris; Zijne Excellentie Staatsraad jhr. mr. Ch. Ruijs de Beerenbrouck, voorzitter der Tweede Kamer, oud-minister mr. P. L. M. Aalberse; de heer C. Maarschalk, burgemeester van Haar lem. mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, lid der Eerste Kamer, dr. L. J. Kortenhorst, lid der Tweede Kamer, e.a. Wegens den adventstijd is de huldiging tot medio Januari uitgesteld. Op den dag zelf, Vrij dag 15 December, zal de jubilaris voor intiemen kring recipieeren in zijn woning Huize „Nijen- hove", Wagenweg 252 tie Haarlem. BANDOENG, 13 Dec. (Aneta) Gisteravond werd op 22 uur 15 een vrij hevige eruptie van den Merapi geconstateerd. De duur hiervan be droeg twaalf minuten. De top van den vul kaan is aan alle zijden met gloeiende blokken bedekt. Hedenmorgen om drie uur werd te Ba- badan een aschregen geconstateerd, terwijl dit verschijnsel om halfzes te Djokjakarta werd waargenomen. De seismograaf registreerde gisteren en eer- gisten een groot aantal bevingen, zoodat men op een eruptie was voorbereid. Tot dusver werd geen schade aangericht. Wij kunnen niet zeggen dat minister Kalff met zijn ontwerp tot instel ling van een verkeersfonds geluk kig is geweest; bij het lezen van de toe lichting toch ontkomt men niet aan den indruk, dat het fonds uitsluitend en alleen moet dienen om de spoorwergen uit de mi sère te halen. Het ontwerp gaat geheel uit van de denkbeelden, ontwikkeld door de commissie-Weiter en met de daarop uitge oefende kritiek is in het geheel geen reke ning gehouden. Dit is zeer te betreuren, want op deze wijze zal het verkeersfonds zich niet gauw in de sympathie kunnen verheugen van hen, die daaraan de groot ste bijdrage moeten leveren. Het verkeersfonds is een vinding van de spoorwegen en wat het ergste is, deze zul len er niet alleen groote bedragen uittrek ken ter dekking van de tekorten, maar er ook een bevoorrechte positie bij blijven in nemen. Volgens het ontwerp zal het beheer van het verkeersfonds worden opgedragen aan den minister van Waterstaat, die voor de geheele regeling van het verkeer verant woordelijk blijft. De groote kracht van al het werk, dat vanuit het verkeersfonds ver richt wordt, zal volgens den minister af hangen van de in te stellen centrale com missie van advies. Dit wordt dus een zeer invloedrijk college, want het zal maar zel den gebeuren, dat een minister het advies van deze commissie naast zich neer zal leg gen, zoodat het er praktisch op neer komt, dat deze heeren het geheele verkeer rege len en tevens beslissen over alle uit te voe ren werken ter verbetering van de wegen Je land en te water. Nu zou men in dezen tijd mogen ver wachten, dat een dergelijke verkeersraad voor een groot deel zou zijn samengesteld uit belanghebbenden bij het verkeer en het vervoer. Zij toch zijn met het Rijk, dat jaar lijks een bepaald bedrag stort in het fonds, degenen die het geld opbrengen. Een prachtgelegenheid om te komen tot een corporatieve samenwerking is hier on gebruikt gelaten, want de zoo belangrijke commissie van advies wordt een zuiver ambtelijk college. De daarin zitting heb bende ambtenaren zullen het vervoer over den weg, over het water en door de lucht regelen ten gerieve van de autobezitters, de Wielrijders, de scheepvaart en de lucht vaart, maar of de belanghebbenden met deze aangeboden diensten zoo ingenomen zullen zijn, betwijfelen we. Dat de minister niet zal nalaten met be langhebbenden overleg te plegen of te doen plegen ligt wel voor de hand, maar dat is niet wat juist in dezen tijd gevraagd wordt. Wie kennis neemt van punt 3 van artikel 4 van het ontwerp, waarin aan de commis sie van advies een groote macht gegeven Wordt, zal aan het overleg niet veel waarde hechten. Het ergerlijke is, dat de directie van de spoorwegen in de commissie een zeer bevoorrechte plaats inneemt. De commissie zal bestaan uit de hoofdamb tenaren van het departement van Water staat, die bij de verzorging van het verkeer betrokken zijn en zich meer in het bijzon der bezig houden met het verkeer over hit water, over de landwegen, over de spoor- en tramwegen en door de lucht, verder een ambtenaar aan te wijzen door den minister van Financiën en een voor het bedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, aan te wijzen door den minister van Binnenland- sche Zaken en dan ten slotte een vertegen woordiger van de directie der Nederlandsche spoorwegen. De spoorwegen hebben stem en zitten aan öe tafel, waarvoor de concurreerende be drijven, die het vervoer verrichten per auto of met een schip, gehoord worden. De commissie, dus ook de vertegenwoordi gers van de spoorwegen, heeft volgens het zooeven genoemde punt 3 van artikel 4 het recht inzage te eischen voor alle beschei den, rekeningen, boeken, enz. waaruit valt na te gaan, hoe het beheer, de exploitatie en de werking van de concurreerende on derneming geregeld is. Iedere onderneming is verplicht en dat wel volgens de wet alle inlichtingen te verstrekken. Het over leg wordt op deze wijze een verhoor, een onderzoek, waarbij de ondernemingen zich slechts te verantwoorden hebben. Het spoorwegbedrijf, de onderneming die groote tekorten heeft, is rechter in eigen zaak. Het zou ons zeer verwonderen, als de Kamer haar goedkeuring hechtte aan dezen opzet. Het is noodig, dat het verkeer als een geheel wordt gezien, maar dat kan even goed geschieden door belanghebbenden, die zeker in staat zijn vertegenwoordigers aan te wijzen voor het vervoer per auto, of voor de binnenscheepvaart en in een dergelijk college is natuurlijk ook plaats voor een vertegenwoordiger van de directie der Ne derlandsche spoorwegen. Zij moeten het samen eens worden, waarbij de ambtena ren dan de gewenschte voorlichting kun nen geven. Het verkeer is niet gediend met deze zoo gul aangeboden diensten van een ambtelijk college, aangeboden diensten waarvan men gerust veronderstellen mag, dat ze den belanghebbenden niet aange naam zijn. Nog 3 millioen tekort moet gedekt worden B. en W. van 's-Gravenhage hebben den raad een overzicht gegeven van de maatregelen, waardoor de op den dienst 1934 te verwachten tegenvallers h. i. dienen te worden gedekt. In totaal zal een dekking moeten worden gevon den van ƒ3.020.000 (de korting op de uitkee- De bewindsman heeft plechtig ver zekerd dat aan de grondslagen der huidige regeling niet zal worden geraakt Den Haag, 12 Dec. 1933. Minister Marchant heeft in zijn nieuwe waar digheid de fiets niet kunnen afzweren. Even voordat de Kamer in haar avondvergadering zich zetten ging aan de behandeling van zijne begrooting, zagen we hem door den lichtdoor- straalden mist en over de beijzelde klinkertjes op zijn trouwe karretje het Binnenhof over schieten. Als dat in den nacht, als hij over de dan eerst recht gladgeworden straten\ huis toe peddelt, maar geen ongelukken geeft! Soberheid. Dat woord komt dengene, die een dienaar der Kroon op zoo nederig vervoermid del ter Kamervergadering komen ziet, in de ge dachte. de voorgenomen bezuiniging van 15 millioen tot stand te brengen op een wijze, welke af braak tegenhoudt en integendeel opnieuw op bouwt. Een grondwet voor het onderwijs Dr. MOLLER, die van katholieke zijde ver trouwen uitsprak in de wijze, waarop deze be windsman dit werk gaat aanpakken, voorzag met andere afgevaardigden de heeren ZIJL STRA en TILANUS bijvoorbeeld dat er ko men zou een soort van grondwet voor het on derwijs in zijn geheel, waarop dan voor de ver schillende takken van onderwijs „organieke" wetten zouden volgen. Van die gedachte is men niet afkeerig, maar gaarne zouden wel velen hebben gezien, dat de Minister zich reeds nu wat concreter om trent zijn voornemens hadde uitgelaten. Daar door de heer KETELAAR gaf daarvan in zijne rede wel een sterk bewijs had de Kamer voor haar algemeene beschouwingen eigenlijk volstrekt geen houvast. Men verdiepte zich thans hoofdzakelijk in de vraag, of het in dezen benarden tijd wel het juiste moment was, om een geheel nieuwen opbouw van het onderwijs aan te vatten. Mejuffrouw GROENEWEG en van katholieke zijde ook de heer SURING, betwijfelden lat Zij hadden liever gezien, dat men zich nu maar voorloopig tevreden gesteld had met bezuinigin gen door diverse afzonderlijke maatregelen. en dit standpunt namen de heeren Tilanus en Ketelaar in is thans de stemming gunstig voor een reorganisatie in soberder trant. Dat standpunt is ook het standpunt van den Minister. Ook hij wenscht te profiteeren van het feit, dat de wind gedraaid is en dat er gehandeld dient te worden onder den dwang van het heilige moeten. Veel wijzer is de Kamer overigens over de voornemens van den heer Marchant die er zich wel wat gemakkelijk van afmaakte niet geworden. De heeren, zoo sprak hij, die iets hadden vermoed van een onderwijsgrondwet met haar organieke wetten voor de verschil lende takken van onderwijs, waren er nog het dichtst bü geweest. Maar wél kon hij plechtig verklaren, dat er aan de grondslagen van de huidige regeling niet zou worden geraakt. Op dezelfde basis kon z. i. een technisch an ders en goedkooper ontworpen gebouw wor den opgetrokken. Of echter den Minister ondanks zijn on getwijfeld goede bedoelingen wel heele- maal goed voor oogen staat, wat de juiste grondslagen van het tegenwoordige systeem zijn, daaraan gaat men wel even twijfelen, als hij in het algemeen verdedigt dit naar aan leiding van een geval, waarin stichting eener bijzondere school werd tegengehouden dat een bijzondere school niet tot stand moet komen, wanneer de kinderen, die daarop geplaatst zouden worden, zich vroeger steeds thuis hebben gevoeld op de openbare school of de bijzondere school van andere richting. Deze stelling in haar algemeenheid tast toch wel in principe het recht aan van de ouders, om zelf te beslissen, welk onderwijs hunne kinderen zullen volgen. De eenheidsschool De heeren WIJNKOOP, LINGBEEK en ZANDT heeft ook deze bewindsman weder in één adem behandeld. Terecht! Want zij willen alle drie de gedwongen eenheidsschool, al is die school dan bij de communisten de school der Godloochening en bij de beide dominees de school van den Bijbel, zooals zij althans dien Bijbel wenschen te interpreteeren. De Tilburgsche Hoogeschool Bij de afdeeling Hooger Onderwijs heeft de tevredenheidsverklaring van dr. Moller over 's ministers principieele bereidverklaring tot subsidilering van de R.K. Handelshoogeschool te Tilburg van verschillende zijden, o.a. van de heeren Tilanus, v.d. Heijde, Zandt en Wijn koop een tegenbetoog uitgelokt. Minister Marchant heeft echter, volgens mr. Boon, in tegenstelling met zijn eigen vroegere houding als Kamerlid, gehandhaafd, dat hij in beginsel geen bezwaar heeft tegen subsidiee- ring der Tilburgsche Handelshoogeschool. De Minister heeft eveneens verwijten moeten hooren en hier stonden de soc. democrati sche dominéé v. d. Heyde en de godloochenaar Wijnkoop hand aan hand over wat hij bij de opening der R.K. Universiteit gezegd heeft over het verband tusschen godsdienst en weten schap. Van anti-rev. zijde door den heer Zijl- stra en van katholieke zijde door mr. Gose- ling en dr. Moller, werd daartegenover den Minister hulde gebracht voor de moedige woor den door hem te Nijmegen gesproken. Minister Marchant heeft daarop zelf nog eens openlijk in de Tweede Kamer herhaald, dat het hem voor de borst stuitte als sommigen het minder erg beschouwen, wanneer een wetenschappe lijk man ook is een man van oprecht, sterk geloof. Ook mr. GOSELING had trouwens dan heer v. d. Heyde reeds harde noten te kraken ge geven terzake van diens volslagen misvattingen zoowel omtrent het katholieke geloof als om trent de wetenschap. En later heeft dr. Moller daaraan nog een uitnemend betoog toegevoegd. Deze redevoeringen, geïmproviseerd in het mid dernachtelijk uur, verdienen nalezing in de Handelingen. Evenzoo het betoog van minister Marchant daarna tegenover ds. Zandt over de vertroos ting, die kan liggen in muziek en kunst. De Kamer heeft daarna nog de afdeeling Voorbereidend Hooger en Middelbaar onderwijs afgehandeld, waarbij vooral 's ministers plan nen ten aanzien van de inspectie besproken werd. De heer Marchant heeft nog eens be toogd, dat hij daarvoor aan all round men schen en niet op de eerste plaats aan enkele classici behoefte heeft. J Eeen klaaglijk geluid klinkt uit Delft in „Het Volk" door: in de oude Prinsen- stad overleed een agent-correspondent van de „Arbeiderspers", wiens staat van dienst daaraan twijfelen wij geen oogenblik onder de partjjgenooten natuurlijk groot ontzag heeft afgedwongen; dies wilden de Delftsche soc. democraten den makker eeren door zijn stoffe lijk overschot naar rde gebouw van de „Arbei derspers" over te brengen en de roode vlag halfstok te doen waaien van het gebouw. Over het uitsteken van die vlag is tevoren begrijpelijkerwijze nogal het een en ander te doen geweest. „Het Volk" zelf meldt daaromtrent: „Zondag was reeds aan de politie ge vraagd, of deze vlag kon worden uitge stoken. De politie meende, dat in verband met het uniformverbod geen toestemming kon worden gegeven, maar stelde zich in verbinding met het departement van justitie, om zekerheid te hebben. In Den Haag stelde men zich op het standpunt, dat het uniformverbod het uitsteken van een roode vlag ook in dit geval verbood. De voorzitter van onze Delftsche raads fractie, pg. Dom. heeft daarop den bur gemeester van Delft met een en ander in kennis gesteld en hem verzocht, alsnog toestemming te geven. De burgemeester verleende, als hoofd der politie, deze toe stemming, zoodat Maandagmiddag de vlag werd uitgestoken." Wat is er nu verder gebeurd en wat is het eigenlijk, dat de verontwaardiging van ,,Het Volk" zoozeer gewekt heeft? In den nacht is de inimicus homo, de vijan dige mensch, gekomen en heeft de vlag met haken verscheurd, waarna de politie de vlag in beslag genomen heeft en erop uit getogen is om den enkel- of meervoudigen vlaggen- verdelger te pakken te krijgen. „Het Volk"-«preekt van „een wandaad', van „groote verontwaardiging over dit laffe schand- stuk", van „schennende handen" enz. Wij denken er niet aan, dit stukje balda digheid, deze vernieling van een anders eigen dom goed te praten, maar toch zit er iets scheefs aan het geval, toch is de Delftsche S. D. A. P. tot op zekere hoogte zelf de oor zaak van datgene, waarover men thans zoo verontwaardigd is. De vraag dringt zich op: waarom moeten de sociaal-demokraten toch altijd peuteren aan het gezag? Wanneer toch de Delftsche politie èn Den Haag beide ver klaren, dat het uitsteken van de roode vlag in verband met het uniformverbod ontoelaat baar is, waarom moet dan nog dank zij een omver-te-praten burgemeester doorge zet worden, dat de verboden roode vlag wap pert? 't Is altijd zooiets met de heeren. Het werk van de Nederlandsche expeditie De heer H. P. Th. van Lohuizen hield Dins dagavond. 12 December, in de aula der Neder landsche Handels-Hoogeschool te Rotterdam voor het Koninklijk Nederlandsch Aardrijks kundig Genootschap een voordracht over- „Het werk van de Nederlandsche Pooljaar-expeditie te Angmagssalik", met lichtbeelden toegelicht. De spreker werd ingeleid door den heer J. J. Kloppert, secretaris van de Commissie voor Rotterdam, die er zijn voldoening over uitsprak, dat, trots de slechte tijden, het Nederlandsche aandeel in de onderzoekingen van het Tweede Internationale Pooljaar tot een goed einde was gebracht. Na een korte uiteenzetting omtrent het doel van het Tweede Internationale Pooljaar en de taak van de Nederlandsche expeditie, die van 1 Augustus 1932 tot 10 September 1933 werkte in Angmagssalik (Oost-Groenland), ging spre ker eerst verder in op het wetenschappelijk werk van de deelnemers. In de eerste plaats werden genoemd de waar nemingen op de gebieden van het aardmagnetis me en het poollicht, welke (hoewel den minsten tijd in beslag nemend) de voornaamste bijdra gen van bet station in het internationale plan, zooals dit oorspronkelijk was, vormden Daar naast werd het een en ander verteld van de radiowaarnemingen, die zich niet alleen be perkten tot het beluisteren van verschillende ultrakortegolfstations, maar die vnl. bestonden uit hoogtebepalingen van reflecteerende lagen (zooals Kenelly-Heaviside laag)hierbij kwam ook weer het waarschijnlijke verband tusschen deze lagen, het poollicht en het aardmagnetis me ter sprake. De meteorologische waarnemingen bestonden vnl. uit de regelmatige (3-uurlijksche) observa ties van de verschillende meteorologische ele menten, wolken-waarnemingen, bepalingen van den wind in de hoogere atmosfeerlagen en het doen van metingen over zonnestraling en aan de optische verschijnselen in den damp kring. Via het huishoudelijk werk van de expeditie leden kwam spreker toen te spreken over de Groenlandsche bevolking in het Angmagssalik- district. Hier werden nog een 800-tal raszui vere Eskimo's aangetroffen. Aan de hand van verschillende kunstproducten, die o.a. nog wel uitingen zijn van den oorspronkelijken gods dienst, en daarnaast eenige voorbeelden van de gebruikte kleeding, werd een indruk gegeven van het leven van deze menschen. Na eenige indrukken over de hoogtijdagen in het Groenlandsche leven, kwamen nog de Deensche ambtenaren, het Deensche bestuur en de verhouding Denen-Noorwegen inzake Groenland ter sprake. Besloten werd met eenige mededeelingen over meer algemeen-geophysische verschijnselen uit het district en over de bruikbaarheid van de vliegroute over Groenland. Met een uitgebreide collectie lichtbeelden en eenige ethnografica werd het gesprokene toe gelicht. Het van Rotterdam komende Duitsche s.s. „Laerche" geraakte Dinsdagavond omstreeks elf uur bij het binnenloopen van de nieuwe haven te Terneuzen op den westelijken haven berm, aan den grond. Sleepbootassistentie was spoedig ter plaatse. Om twaalf uur gelukte het den sleepbooten „Astrid", „Baltic" en „Raymond" het schip weer in diep water te brengen, waar na het de reis naar Gent kon voortzetten. Soberheid. In dat teeken staat thans ook, tengevolge van den ongunst der tijden en de groote plannen van dezen bewindman, de be raadslaging over de onderwijsbegrooting. Er zijn reeds incidenteel verschillende maatregelen tot bezuiniging tot stand gekomen en in zijne Memorie van Antwoord heeft de Minister mede gedeeld, dat hij voornemens is, „door recon structie van het onderwijsbestel in zijn geheel" Met den anti-revolutionnair Zijlstra was de heer Suring het eens, dat door de methode, die de Minister volgen gaat. zoowel de bezui niging als de reconstructie niet bevorderd wordt. Doordat de reconstructie noodzakelijker wijze veel tijd vraagt, wordt de bezuiniging ver schoven en door de bezuiniging ten bedrage van een tevoren vastgestelde som met de recon structie te verbinden, brengt men in dezen laatsten arbeid een element, dat een verkeerden invloed oefenen kan. yan den anderen kant

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5