Bezuinigingen bij onderwijs
Prikkeldraad
Fijne manieren
Ambtenaren en de
politiek
Het verkeersfonds
MINISTER MARCHANT
ZEGT NIET VEEL
Vreemde klacht
WOENSDAG 13 DECEMBER
Oud-minister Waszink
bediend
STORMY WEATHERIN CALIFORNIË
Aan het strand te Long Beach werd een olietoren door een
wervelwind verwoest
WEER EEN GEMEENTE IN
MOEILIJKHEDEN
Werkverschaffing en steunverlee-
ning geven den doorslag
De mijnindustrie en de crisis
Louis Weterings
DE MERAPl WERKT
Aangeboden diensten.
FINANCIËN VAN DEN HAAG
Het recht der ouders
Een vreemde stelling
Het Internationale
Pooljaar
SCHIP AAN DEN GROND
ring uit het gemeentefonds meegerekend). B.
en W. achten den algemeenen economischen
toestand dermate bedenkelijk, dat zij eerst in
uiterste noodzaak aan de burgerij hoogere las
ten willen opleggen. Zij hebben ernstig onder
zocht, welke maatregelen in de eerste plaats
zouden moeten worden getroffen om zooveel
mogelijk voor den dienst 1934 tot bezuiniging
en besparing te komen.
Thans hebben zij een aantal voorstellen ter
bezuiniging op onderwijs ingediend.
B. en W. hebben voorts een ambtelijke com
missie ingesteld met opdracht, spoedig voor
stellen in te dienen betreffende een herzie
ning van salarissen en loonen, waarbij het ge-
heele gemeente-personeel, met uitzondering van
het onderwijzend personeel, zal worden betrok
ken. Daarbij zal er van worden uitgegaan, dat
op het totaalbedrag van de tegenwoordige be
zoldiging, rekening houdend met een aftres van
5 pet., berekend over een vol jaar, nog ten
minste ƒ500.000 zal worden bespaard.
T-n slotte zullen de opcenten op de gemeen
tefondsbelasting met 10 verhoogd moeten wor
den, terwijl ook de straatbelasting verhoogd zal
worden.
Het nationaal-socialisme schijnt in ons
land in het bijzonder haar kracht te
zoeken in verdachtmaking en laster. Wee
echter als een ander eens een forsch woord
gebruikt, dan klinkt het dadelijk, dat men wel
kan zien, dat hij door het Marxisme geïnfec
teerd is. De heeren zelf mogen alles zeggen,
want zij hebben het steeds over schandalen en
broodroof, over volksvergiftiging en ophitsing
alsof er in hun woordenboek geen andere uit
drukkingen voorkomen.
Het is in het weekblad van de N. S. B. intus-
schen precies als in de socialistische pers, welks
dagblad men vroeger ook wel noemde „Het
liegt". Deze pers mag alles, maar als een ander
orgaan iets schrijft tegen de beweging of een
aan de leiding onwelgevalligen uitleg geeft van
bepaalde zaken, dan is men dadelijk klaar met
sprekende koppen als: „Misleidende berichtge
ving, Weerlegde lasterpraat, Laster van Sint
Eloy.
Hoe hun eigen berichtgeving is en welke fijne
manieren ze er op na houden als het er om
gaat zieltjes te winnen voor de van Duitschland
Gezondheidstoestand sterk achter
uitgaande
gecopieerde beweging blijkt, als er in het or
gaan gescholden wordt op de varkenscentrale,
met het doel de slagers te winnen.
Twee weken geleden stond er in het orgaan
een groote plaat, met het bijschrift, dat be
halve de leider van de varkenscentrale ook de
zes hoofdinspecteurs allen directeur zijn van
baconfabrieken en dat de fabrikanten geduren
de de eerste 12 maanden als loonslachters der
f
crisis-varkens ruim drie millioen gulden extra
winst hadden gemaakt. In de Kamer is deze
kwestie natuurlijk ook ter sprake gekomen en
minister Verschuur heeft haar op grond van
een onderzoek door de rijksaccountants en door
te verklaren, dat hij zelf het contract had ge
maakt, op de meest krasse wijze tegengespro
ken:
„De geachte afgevaardigde de heer ÏJssel-
muiden schijnt van den een of ander wat in
lichtingen te hebben, maar die 80 cent winst
op afval behoort tot de fantasie. Alles te zamen
genomen is in 13 maanden door de baconbedrij-
ven gezamenlijk 5 ton winst gemaakt, dus dan
weet men wel, wat te denken van de 3 millioen,
die gestolen zijn uit de zakken.... laat men dit
zelf maar afmaken!"
Nu zou men verwachten van een man als de
heer Mussert die van zich zelf zegt, dat hij het
Nederlandsche volk tot een eenheid wil smeden
en wiens leidend beginsel voor de natie is, tucht,
orde en solidariteit, dat hij eerlijk den verspreiden
laster zou herroepen. Het tegendeel is het ge
val, want de woorden van den minister worden
verdraaid en men gaat voort met de verdacht
making.
In het orgaan van 9 December lezen we:
„Ons blad heeft van het begin af aan scherp
protest aangeteekend tegen de wijze, waarop de
varkenscentrale werkt. Deze artikelen hebben
zeer de aandacht getrokken van allen, die in
het bedrijf bekend zijn. De Minister heeft het
noodig gevonden in de Kamer mede te deelen,
dat het zoo erg niet was, en dat de heer Zwa
nenberg c.s. „slechts" vijf ton aan de zaak heeft
verdiend.
We geven dadelijk toe dat achter den naam
van den heer v. Zwanenberg staat c.s., maar
hoevelen zullen er zijn die daaruit begrijpen
dat deze winst niet alleen is gemaakt door dien
man. De minister heeft duidelijk gezegd de ge
zamenlijke baconbedrijven. Een juiste weergave
van 's ministers woorden blijft achterwege. Laat
staan dat er nu eens bij werd verteld dat deze
winst in 13 maanden gemaakt is door 21 fa
brieken in het land, een gemiddelde dus van
nog geen 25.000 gld. per fabriek, of wil men
het nog anders een winst van een gulden tot
een gulden vijftig per geslacht varken. Welke
slager doet het daarvoor?
Neen, men gaat verder, want een patroon in
een groote stad, dus geen baconfabrikant,
heeft zijn knecht verboden op de'vergaderingen
van de N. S. B. te lasteren over de varkens
centrale en daar voorgekomen schandalen, die
door den minister op de meest pertinente
wijze zijn ontkend, evenals reeds in begin No
vember door minister Colijn. Wat die patroon
nu gedaan heeft gaat alles te buiten, terwijl
men vergeet, dat in den heilstaat van het natio
naal-socialisme niemand een mond open mag
doen, wil hij niet direct werkloos worden. Dat
zijn hier nu schandalen en daarover wordt ge
schreven. „Hoe kan de minister beweren, dat
het zoo erg niet is, als men zelfs door brood
roof tracht den menschen den mond te snoe
ren?"
Wat die patroon gedaan heeft en wat de
groote kracht moet worden van het nationaal-
socialisme, men kijke maar over de grens,
wordt zonder meer maar weer geschreven op
het zondenregister van de varkenscentrale.
Het zijn fijna manieren, die men er op na
houdt om het huis van 'de N. S. B. op te bou
wen, maar sterk kan het niet zijn als het op
leugen en laster wordt opgetrokken.
De wijziging van het Ambtenaren
reglement voor de provincie
Utrecht aanvaard
De Provinciale Staten van Utrecht hebben
Dinsdagmiddag om. behandeld de wijziging
ambtenarenreglement. Zooals den lezers be
kend zal zijn, heeft deze wijziging betrekking
op het weren van revolutionnaixe elementen on
der het ambtenarencorps.
Jhr. Schorer (C.H.) diende een motie in
strekkende het bevel tot onthouding van po
litieke agitaties tegen het gezag te geven aan
alle provinciale ambtenaren, aangezien het voe
ren dezer agitaties het prestige der ambte
naren ernstig zal schaden. Tegelijkertijd waar
schuwde hij echter tegen een zoo invloedrijke
beweging als de N.S.B. reeds is, eenvoudig weg
te vagen, omdat zij in haar uitingen niet altijd
sympathiek aandoet.
De voorgestelde wijzigingen werden goedge
keurd met 29 tegen 7 stemmen. Onder de tegen
stemmers waren de Sociaal-Democraten.
De motie-Schorer werd aangenomen met 30
tegen 6 stemmen, tegen de Cociaal Democraten.
De burgemeester van Roermond Mr. M. A.
M. Waszink, oud-minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen wiens toestand de laat
ste weken sterk achteruit is gegaan, is Dins
dagavond van de laatste H. Sacramenten voor
zien.
Dr. Colijn terug
De minister-president is hedenochtend uit
Zuid-Frankrijk te 's Gravenhage teruggekeerd
en heeft den gewonen ministerraad gepresi-
deerd.
De Raad der Drentsche gemeente Dalen heeft
de begrooting voor '34 sluitend weten te krijgen
met de heffing van 200 opcenten op de perso-
neele belasting, 100 opcenten op de Fondsbelas
ting en 50 op de Vermogensbelasting. Voor on
voorziene uitgaven is dan nog f 1196.beschik
baar. Evenwel is de gemeente niet in staat voor
een behoorlijke verzorging van de werkloozen
zorg be dragen, bij de door de Regeering ver
minderde bijdragen over 1934. Daarom hield de
Raad f 13.240 buiten de begrooting, in de hoop,
dat men er in slagen zal den Minister te over
tuigen, dat genoemd bedrag door de Regeering
moet worden betaald, wil de werkloozenverzor-
ging niet in het gedrang komen, daar de ge
meente haar belastingen niet hooger op kan
voeren en ook de bezuiniging op de uitgaven
niet meer mogelijk is.
De kosten van werkverschaffing en steun-
verleening zullen in 1933 ongeveer f 24.000.be
dragen of rond 18 pet. van alle gemeentelijke
ontvangsten voor den gewonen dienst.
Het bestuur van den R.K. Limburgschen
Werkliedenbond heeft een telegram gezonden
aan den Minister van Oeconomische Zaken
waarin, gezien het belang van het Limburgsche
mijnbedrijf voor het geheele land, doch vooral
voor de mijnstreek, de bijzondere aandacht van
den minister wordt gevraagd voor deze industrie
(Ingezonden Mededeeling)
Elk jaar opnieuw had zij
gesprongen handen en lippen
,,'t Was een gruwelijke last en het deed
geweldig zeer. Het bloed stond er altijd
voor. Allerlei huismiddeltjes deed ik er op.
Het beet geweldig, maar telkens kwamen
de kloven terug. Gewone huidcrêmes hiel
pen mij evenmin, Maar nu heb ik geen
last meer er van. Nu wrijf ik eiken ochtend
en avond Kloosterbalsem er op. Dat doet
géén zeer en de huid is en blijft prachtig
glad en gezond, ook al kom ik met mijn
handen vaak in het water. Het was een
uitkomst." Zoo schrijft ons Mej. H. d. J.
"te 's-H., wier origineele brief voor ieder ter
inzage ligt. Akker's Kloosterbalsem kost
per pot v. 20 Gr. 60 cent en v. 50 Gr. ƒ1.
en is overal verkrijgbaar. Onovertroffen bij
brand- en snijwonden. Ook ongeëvenaard
als wrijfmiddel bij rheumatiek, spit, enz.
De a.s. huldiging
Van het uitvoerend comité, dat zich vormt
om den heer Louis Weterings, directeur-hoofd
redacteur van de N. V. „Drukkerij De Spaarne-
stad", ter gelegenheid van zijn zilveren jubi
leum te huldigen, heeft professor dr. A. Steger,
lid der Eerste Kamer, het voorzitterschap op
zich genomen, terwijl er ook deel van uitmaakt
o.a. de voorzitter der Haarlemsche Journalisten
Vereemging de heer Primo, van welke vereeni-
ging de heer Weterings eere-voorzitter is. Tot
het eere-comité traden alreeds verschillende
vooraanstaande personen toe, o.a. Z. D. H. Mgr.
M. P. J. Möllmann, vicaris-generaal van het
Bisdom Haarlem, de hoogeerwaarde heeren
kanunnik mgr. dr. G. C. van Noort, deken van'
Amsterdam en eere-kanunnik H. C. J. Sondaal,
deken van Haarlem, Zijne Excellentie minister
mr. P. Verschuur, oud-collega van den jubila
ris; Zijne Excellentie Staatsraad jhr. mr. Ch.
Ruijs de Beerenbrouck, voorzitter der Tweede
Kamer, oud-minister mr. P. L. M. Aalberse; de
heer C. Maarschalk, burgemeester van Haar
lem. mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, lid der
Eerste Kamer, dr. L. J. Kortenhorst, lid der
Tweede Kamer, e.a.
Wegens den adventstijd is de huldiging tot
medio Januari uitgesteld. Op den dag zelf, Vrij
dag 15 December, zal de jubilaris voor intiemen
kring recipieeren in zijn woning Huize „Nijen-
hove", Wagenweg 252 tie Haarlem.
BANDOENG, 13 Dec. (Aneta) Gisteravond
werd op 22 uur 15 een vrij hevige eruptie van
den Merapi geconstateerd. De duur hiervan be
droeg twaalf minuten. De top van den vul
kaan is aan alle zijden met gloeiende blokken
bedekt. Hedenmorgen om drie uur werd te Ba-
badan een aschregen geconstateerd, terwijl dit
verschijnsel om halfzes te Djokjakarta werd
waargenomen.
De seismograaf registreerde gisteren en eer-
gisten een groot aantal bevingen, zoodat men
op een eruptie was voorbereid.
Tot dusver werd geen schade aangericht.
Wij kunnen niet zeggen dat minister
Kalff met zijn ontwerp tot instel
ling van een verkeersfonds geluk
kig is geweest; bij het lezen van de toe
lichting toch ontkomt men niet aan den
indruk, dat het fonds uitsluitend en alleen
moet dienen om de spoorwergen uit de mi
sère te halen. Het ontwerp gaat geheel uit
van de denkbeelden, ontwikkeld door de
commissie-Weiter en met de daarop uitge
oefende kritiek is in het geheel geen reke
ning gehouden. Dit is zeer te betreuren,
want op deze wijze zal het verkeersfonds
zich niet gauw in de sympathie kunnen
verheugen van hen, die daaraan de groot
ste bijdrage moeten leveren.
Het verkeersfonds is een vinding van de
spoorwegen en wat het ergste is, deze zul
len er niet alleen groote bedragen uittrek
ken ter dekking van de tekorten, maar er
ook een bevoorrechte positie bij blijven in
nemen.
Volgens het ontwerp zal het beheer van
het verkeersfonds worden opgedragen aan
den minister van Waterstaat, die voor de
geheele regeling van het verkeer verant
woordelijk blijft. De groote kracht van al
het werk, dat vanuit het verkeersfonds ver
richt wordt, zal volgens den minister af
hangen van de in te stellen centrale com
missie van advies. Dit wordt dus een zeer
invloedrijk college, want het zal maar zel
den gebeuren, dat een minister het advies
van deze commissie naast zich neer zal leg
gen, zoodat het er praktisch op neer komt,
dat deze heeren het geheele verkeer rege
len en tevens beslissen over alle uit te voe
ren werken ter verbetering van de wegen
Je land en te water.
Nu zou men in dezen tijd mogen ver
wachten, dat een dergelijke verkeersraad
voor een groot deel zou zijn samengesteld
uit belanghebbenden bij het verkeer en het
vervoer. Zij toch zijn met het Rijk, dat jaar
lijks een bepaald bedrag stort in het fonds,
degenen die het geld opbrengen.
Een prachtgelegenheid om te komen tot
een corporatieve samenwerking is hier on
gebruikt gelaten, want de zoo belangrijke
commissie van advies wordt een zuiver
ambtelijk college. De daarin zitting heb
bende ambtenaren zullen het vervoer over
den weg, over het water en door de lucht
regelen ten gerieve van de autobezitters, de
Wielrijders, de scheepvaart en de lucht
vaart, maar of de belanghebbenden met
deze aangeboden diensten zoo ingenomen
zullen zijn, betwijfelen we.
Dat de minister niet zal nalaten met be
langhebbenden overleg te plegen of te doen
plegen ligt wel voor de hand, maar dat is
niet wat juist in dezen tijd gevraagd wordt.
Wie kennis neemt van punt 3 van artikel
4 van het ontwerp, waarin aan de commis
sie van advies een groote macht gegeven
Wordt, zal aan het overleg niet veel waarde
hechten.
Het ergerlijke is, dat de directie van
de spoorwegen in de commissie een
zeer bevoorrechte plaats inneemt.
De commissie zal bestaan uit de hoofdamb
tenaren van het departement van Water
staat, die bij de verzorging van het verkeer
betrokken zijn en zich meer in het bijzon
der bezig houden met het verkeer over hit
water, over de landwegen, over de spoor-
en tramwegen en door de lucht, verder een
ambtenaar aan te wijzen door den minister
van Financiën en een voor het bedrijf der
Posterijen, Telegrafie en Telefonie, aan te
wijzen door den minister van Binnenland-
sche Zaken en dan ten slotte een vertegen
woordiger van de directie der Nederlandsche
spoorwegen.
De spoorwegen hebben stem en zitten aan
öe tafel, waarvoor de concurreerende be
drijven, die het vervoer verrichten per auto
of met een schip, gehoord worden.
De commissie, dus ook de vertegenwoordi
gers van de spoorwegen, heeft volgens het
zooeven genoemde punt 3 van artikel 4 het
recht inzage te eischen voor alle beschei
den, rekeningen, boeken, enz. waaruit valt
na te gaan, hoe het beheer, de exploitatie
en de werking van de concurreerende on
derneming geregeld is. Iedere onderneming
is verplicht en dat wel volgens de wet
alle inlichtingen te verstrekken. Het over
leg wordt op deze wijze een verhoor, een
onderzoek, waarbij de ondernemingen zich
slechts te verantwoorden hebben. Het
spoorwegbedrijf, de onderneming die groote
tekorten heeft, is rechter in eigen zaak. Het
zou ons zeer verwonderen, als de Kamer
haar goedkeuring hechtte aan dezen opzet.
Het is noodig, dat het verkeer als een
geheel wordt gezien, maar dat kan even
goed geschieden door belanghebbenden, die
zeker in staat zijn vertegenwoordigers aan
te wijzen voor het vervoer per auto, of voor
de binnenscheepvaart en in een dergelijk
college is natuurlijk ook plaats voor een
vertegenwoordiger van de directie der Ne
derlandsche spoorwegen. Zij moeten het
samen eens worden, waarbij de ambtena
ren dan de gewenschte voorlichting kun
nen geven. Het verkeer is niet gediend met
deze zoo gul aangeboden diensten van een
ambtelijk college, aangeboden diensten
waarvan men gerust veronderstellen mag,
dat ze den belanghebbenden niet aange
naam zijn.
Nog 3 millioen tekort moet
gedekt worden
B. en W. van 's-Gravenhage hebben den raad
een overzicht gegeven van de maatregelen,
waardoor de op den dienst 1934 te verwachten
tegenvallers h. i. dienen te worden gedekt. In
totaal zal een dekking moeten worden gevon
den van ƒ3.020.000 (de korting op de uitkee-
De bewindsman heeft plechtig ver
zekerd dat aan de grondslagen
der huidige regeling niet
zal worden geraakt
Den Haag, 12 Dec. 1933.
Minister Marchant heeft in zijn nieuwe waar
digheid de fiets niet kunnen afzweren. Even
voordat de Kamer in haar avondvergadering
zich zetten ging aan de behandeling van zijne
begrooting, zagen we hem door den lichtdoor-
straalden mist en over de beijzelde klinkertjes
op zijn trouwe karretje het Binnenhof over
schieten. Als dat in den nacht, als hij over
de dan eerst recht gladgeworden straten\ huis
toe peddelt, maar geen ongelukken geeft!
Soberheid. Dat woord komt dengene, die een
dienaar der Kroon op zoo nederig vervoermid
del ter Kamervergadering komen ziet, in de ge
dachte.
de voorgenomen bezuiniging van 15 millioen
tot stand te brengen op een wijze, welke af
braak tegenhoudt en integendeel opnieuw op
bouwt.
Een grondwet voor het
onderwijs
Dr. MOLLER, die van katholieke zijde ver
trouwen uitsprak in de wijze, waarop deze be
windsman dit werk gaat aanpakken, voorzag
met andere afgevaardigden de heeren ZIJL
STRA en TILANUS bijvoorbeeld dat er ko
men zou een soort van grondwet voor het on
derwijs in zijn geheel, waarop dan voor de ver
schillende takken van onderwijs „organieke"
wetten zouden volgen.
Van die gedachte is men niet afkeerig, maar
gaarne zouden wel velen hebben gezien, dat
de Minister zich reeds nu wat concreter om
trent zijn voornemens hadde uitgelaten. Daar
door de heer KETELAAR gaf daarvan in
zijne rede wel een sterk bewijs had de Kamer
voor haar algemeene beschouwingen eigenlijk
volstrekt geen houvast. Men verdiepte zich
thans hoofdzakelijk in de vraag, of het in dezen
benarden tijd wel het juiste moment was, om
een geheel nieuwen opbouw van het onderwijs
aan te vatten.
Mejuffrouw GROENEWEG en van katholieke
zijde ook de heer SURING, betwijfelden lat
Zij hadden liever gezien, dat men zich nu maar
voorloopig tevreden gesteld had met bezuinigin
gen door diverse afzonderlijke maatregelen.
en dit standpunt namen de heeren Tilanus en
Ketelaar in is thans de stemming gunstig
voor een reorganisatie in soberder trant.
Dat standpunt is ook het standpunt van den
Minister. Ook hij wenscht te profiteeren van
het feit, dat de wind gedraaid is en dat er
gehandeld dient te worden onder den dwang
van het heilige moeten.
Veel wijzer is de Kamer overigens over de
voornemens van den heer Marchant die er
zich wel wat gemakkelijk van afmaakte niet
geworden. De heeren, zoo sprak hij, die iets
hadden vermoed van een onderwijsgrondwet
met haar organieke wetten voor de verschil
lende takken van onderwijs, waren er nog het
dichtst bü geweest.
Maar wél kon hij plechtig verklaren, dat er
aan de grondslagen van de huidige regeling
niet zou worden geraakt.
Op dezelfde basis kon z. i. een technisch an
ders en goedkooper ontworpen gebouw wor
den opgetrokken.
Of echter den Minister ondanks zijn on
getwijfeld goede bedoelingen wel heele-
maal goed voor oogen staat, wat de juiste
grondslagen van het tegenwoordige systeem
zijn, daaraan gaat men wel even twijfelen, als
hij in het algemeen verdedigt dit naar aan
leiding van een geval, waarin stichting eener
bijzondere school werd tegengehouden
dat een bijzondere school niet tot stand
moet komen, wanneer de kinderen, die daarop
geplaatst zouden worden, zich vroeger steeds
thuis hebben gevoeld op de openbare school of
de bijzondere school van andere richting. Deze
stelling in haar algemeenheid tast toch wel in
principe het recht aan van de ouders, om zelf
te beslissen, welk onderwijs hunne kinderen
zullen volgen.
De eenheidsschool
De heeren WIJNKOOP, LINGBEEK en
ZANDT heeft ook deze bewindsman weder in
één adem behandeld. Terecht! Want zij willen
alle drie de gedwongen eenheidsschool, al is
die school dan bij de communisten de school
der Godloochening en bij de beide dominees de
school van den Bijbel, zooals zij althans dien
Bijbel wenschen te interpreteeren.
De Tilburgsche Hoogeschool
Bij de afdeeling Hooger Onderwijs heeft de
tevredenheidsverklaring van dr. Moller over
's ministers principieele bereidverklaring tot
subsidilering van de R.K. Handelshoogeschool
te Tilburg van verschillende zijden, o.a. van
de heeren Tilanus, v.d. Heijde, Zandt en Wijn
koop een tegenbetoog uitgelokt.
Minister Marchant heeft echter, volgens mr.
Boon, in tegenstelling met zijn eigen vroegere
houding als Kamerlid, gehandhaafd, dat hij
in beginsel geen bezwaar heeft tegen subsidiee-
ring der Tilburgsche Handelshoogeschool.
De Minister heeft eveneens verwijten moeten
hooren en hier stonden de soc. democrati
sche dominéé v. d. Heyde en de godloochenaar
Wijnkoop hand aan hand over wat hij bij
de opening der R.K. Universiteit gezegd heeft
over het verband tusschen godsdienst en weten
schap. Van anti-rev. zijde door den heer Zijl-
stra en van katholieke zijde door mr. Gose-
ling en dr. Moller, werd daartegenover den
Minister hulde gebracht voor de moedige woor
den door hem te Nijmegen gesproken. Minister
Marchant heeft daarop zelf nog eens openlijk
in de Tweede Kamer herhaald, dat het hem
voor de borst stuitte als sommigen het minder
erg beschouwen, wanneer een wetenschappe
lijk man ook is een man van oprecht, sterk
geloof.
Ook mr. GOSELING had trouwens dan heer
v. d. Heyde reeds harde noten te kraken ge
geven terzake van diens volslagen misvattingen
zoowel omtrent het katholieke geloof als om
trent de wetenschap. En later heeft dr. Moller
daaraan nog een uitnemend betoog toegevoegd.
Deze redevoeringen, geïmproviseerd in het mid
dernachtelijk uur, verdienen nalezing in de
Handelingen.
Evenzoo het betoog van minister Marchant
daarna tegenover ds. Zandt over de vertroos
ting, die kan liggen in muziek en kunst.
De Kamer heeft daarna nog de afdeeling
Voorbereidend Hooger en Middelbaar onderwijs
afgehandeld, waarbij vooral 's ministers plan
nen ten aanzien van de inspectie besproken
werd. De heer Marchant heeft nog eens be
toogd, dat hij daarvoor aan all round men
schen en niet op de eerste plaats aan enkele
classici behoefte heeft. J
Eeen klaaglijk geluid klinkt uit Delft in
„Het Volk" door: in de oude Prinsen-
stad overleed een agent-correspondent
van de „Arbeiderspers", wiens staat van dienst
daaraan twijfelen wij geen oogenblik
onder de partjjgenooten natuurlijk groot ontzag
heeft afgedwongen; dies wilden de Delftsche soc.
democraten den makker eeren door zijn stoffe
lijk overschot naar rde gebouw van de „Arbei
derspers" over te brengen en de roode vlag
halfstok te doen waaien van het gebouw.
Over het uitsteken van die vlag is tevoren
begrijpelijkerwijze nogal het een en ander te
doen geweest.
„Het Volk" zelf meldt daaromtrent:
„Zondag was reeds aan de politie ge
vraagd, of deze vlag kon worden uitge
stoken. De politie meende, dat in verband
met het uniformverbod geen toestemming
kon worden gegeven, maar stelde zich in
verbinding met het departement van
justitie, om zekerheid te hebben. In Den
Haag stelde men zich op het standpunt,
dat het uniformverbod het uitsteken van
een roode vlag ook in dit geval verbood.
De voorzitter van onze Delftsche raads
fractie, pg. Dom. heeft daarop den bur
gemeester van Delft met een en ander in
kennis gesteld en hem verzocht, alsnog
toestemming te geven. De burgemeester
verleende, als hoofd der politie, deze toe
stemming, zoodat Maandagmiddag de
vlag werd uitgestoken."
Wat is er nu verder gebeurd en wat is het
eigenlijk, dat de verontwaardiging van ,,Het
Volk" zoozeer gewekt heeft?
In den nacht is de inimicus homo, de vijan
dige mensch, gekomen en heeft de vlag met
haken verscheurd, waarna de politie de vlag
in beslag genomen heeft en erop uit getogen
is om den enkel- of meervoudigen vlaggen-
verdelger te pakken te krijgen.
„Het Volk"-«preekt van „een wandaad', van
„groote verontwaardiging over dit laffe schand-
stuk", van „schennende handen" enz.
Wij denken er niet aan, dit stukje balda
digheid, deze vernieling van een anders eigen
dom goed te praten, maar toch zit er iets
scheefs aan het geval, toch is de Delftsche
S. D. A. P. tot op zekere hoogte zelf de oor
zaak van datgene, waarover men thans zoo
verontwaardigd is.
De vraag dringt zich op:
waarom moeten de sociaal-demokraten toch
altijd peuteren aan het gezag? Wanneer toch
de Delftsche politie èn Den Haag beide ver
klaren, dat het uitsteken van de roode vlag
in verband met het uniformverbod ontoelaat
baar is, waarom moet dan nog dank zij
een omver-te-praten burgemeester doorge
zet worden, dat de verboden roode vlag wap
pert?
't Is altijd zooiets met de heeren.
Het werk van de Nederlandsche
expeditie
De heer H. P. Th. van Lohuizen hield Dins
dagavond. 12 December, in de aula der Neder
landsche Handels-Hoogeschool te Rotterdam
voor het Koninklijk Nederlandsch Aardrijks
kundig Genootschap een voordracht over- „Het
werk van de Nederlandsche Pooljaar-expeditie
te Angmagssalik", met lichtbeelden toegelicht.
De spreker werd ingeleid door den heer J. J.
Kloppert, secretaris van de Commissie voor
Rotterdam, die er zijn voldoening over uitsprak,
dat, trots de slechte tijden, het Nederlandsche
aandeel in de onderzoekingen van het Tweede
Internationale Pooljaar tot een goed einde was
gebracht.
Na een korte uiteenzetting omtrent het doel
van het Tweede Internationale Pooljaar en de
taak van de Nederlandsche expeditie, die van
1 Augustus 1932 tot 10 September 1933 werkte
in Angmagssalik (Oost-Groenland), ging spre
ker eerst verder in op het wetenschappelijk
werk van de deelnemers.
In de eerste plaats werden genoemd de waar
nemingen op de gebieden van het aardmagnetis
me en het poollicht, welke (hoewel den minsten
tijd in beslag nemend) de voornaamste bijdra
gen van bet station in het internationale plan,
zooals dit oorspronkelijk was, vormden Daar
naast werd het een en ander verteld van de
radiowaarnemingen, die zich niet alleen be
perkten tot het beluisteren van verschillende
ultrakortegolfstations, maar die vnl. bestonden
uit hoogtebepalingen van reflecteerende lagen
(zooals Kenelly-Heaviside laag)hierbij kwam
ook weer het waarschijnlijke verband tusschen
deze lagen, het poollicht en het aardmagnetis
me ter sprake.
De meteorologische waarnemingen bestonden
vnl. uit de regelmatige (3-uurlijksche) observa
ties van de verschillende meteorologische ele
menten, wolken-waarnemingen, bepalingen
van den wind in de hoogere atmosfeerlagen en
het doen van metingen over zonnestraling en
aan de optische verschijnselen in den damp
kring.
Via het huishoudelijk werk van de expeditie
leden kwam spreker toen te spreken over de
Groenlandsche bevolking in het Angmagssalik-
district. Hier werden nog een 800-tal raszui
vere Eskimo's aangetroffen. Aan de hand van
verschillende kunstproducten, die o.a. nog wel
uitingen zijn van den oorspronkelijken gods
dienst, en daarnaast eenige voorbeelden van de
gebruikte kleeding, werd een indruk gegeven
van het leven van deze menschen.
Na eenige indrukken over de hoogtijdagen
in het Groenlandsche leven, kwamen nog de
Deensche ambtenaren, het Deensche bestuur
en de verhouding Denen-Noorwegen inzake
Groenland ter sprake.
Besloten werd met eenige mededeelingen over
meer algemeen-geophysische verschijnselen uit
het district en over de bruikbaarheid van de
vliegroute over Groenland.
Met een uitgebreide collectie lichtbeelden en
eenige ethnografica werd het gesprokene toe
gelicht.
Het van Rotterdam komende Duitsche s.s.
„Laerche" geraakte Dinsdagavond omstreeks
elf uur bij het binnenloopen van de nieuwe
haven te Terneuzen op den westelijken haven
berm, aan den grond. Sleepbootassistentie was
spoedig ter plaatse. Om twaalf uur gelukte het
den sleepbooten „Astrid", „Baltic" en „Raymond"
het schip weer in diep water te brengen, waar
na het de reis naar Gent kon voortzetten.
Soberheid. In dat teeken staat thans ook,
tengevolge van den ongunst der tijden en de
groote plannen van dezen bewindman, de be
raadslaging over de onderwijsbegrooting. Er
zijn reeds incidenteel verschillende maatregelen
tot bezuiniging tot stand gekomen en in zijne
Memorie van Antwoord heeft de Minister mede
gedeeld, dat hij voornemens is, „door recon
structie van het onderwijsbestel in zijn geheel"
Met den anti-revolutionnair Zijlstra was de
heer Suring het eens, dat door de methode,
die de Minister volgen gaat. zoowel de bezui
niging als de reconstructie niet bevorderd
wordt. Doordat de reconstructie noodzakelijker
wijze veel tijd vraagt, wordt de bezuiniging ver
schoven en door de bezuiniging ten bedrage van
een tevoren vastgestelde som met de recon
structie te verbinden, brengt men in dezen
laatsten arbeid een element, dat een verkeerden
invloed oefenen kan. yan den anderen kant