IN EN OM HAARLEM
R. S. STOKVIS*
TOONZALEN
R.S. STOKVIS IS GEREED
U TE ONTVANGEN....
DONDERDAG 14 DECEMBER
Het museum voor Kunst
nijverheid
K WA L IJ El ËN 80 CL
R. K. MIDDENSTAND5-
VEREENIGING
Het behoud van het gezond
Middenstandsbedrijf
VOOR DEN KANTONRECHTER
Op het kantje af
Zonder goede remmen
OOST EN WEST
Onder de oermenschen van Zuid-
Nieuw-Guinea
......de toonzalen zijn belangrijk uit
gebreid en gemoderniseerd; wijd staan
de deuren voor U open. Nergens kunt
U zoo prettig „winkelen", nergens zult
U zich meer op uw gemak gevoelen,
nergens vindt U zulke geweldige col
lecties op het gebied van sanitair,
haarden, gasfornuizen enz., in alle
mogelijke modellen en prijzen.
Dagelijks tot half zes, 's Zaterdags
tot één uur, bent U welkom in
KRUISWEG 61
HAARLEM
TRAJECT AMSTERDAM
UITHOORN
Geen motortreinen
VAN ONZE RECHTBANK
Uitspraken
De Fransche vischcontin-
genteering
Autodief
Geld verduisterd
Rijwieldief
Bloembollen
Nog een rijwiel
WERKTIJDEN IN WINKELS
Onderhoud gemeente-eigen
dommen
Schrijfmachine
Een Haarlemsche Luchtvaart Club
Personalia
IB®®""™, Tr cl Roodzegel 50 ct.
Groenzegel 05 ct.
JUNILEYEB VERKOOPCENTRALE N.V. - R0ITER0A».
DRAAIBRUG TE AALSMEER
Opheffing voorgesteld
Alg. Vereeniging van Gemeente
ambtenaren
Zonder buit vertrokken
Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Toen eenmaal besloten was, dat het Pavil
joen „Welgelegen" zou worden ingericht tot
Provinciale Griffie van Noord-Holland, was
daarmede tevens het verbanningsdecreet onder
teekend voor het Museum voor Kunstnijverheid,
dat bijna vijftig jaren in het voormalige paleis
van Koning Lodewijk een waardig onderdak
had gevonden. En het heeft niet veel gescheeld
of het Museum zou toen voorgoed uit Haarlem
verdwenen zijn, wijl, naar verluidde, in Amster
dam op het bezit van de verzameling groote
prjjs werd gesteld. De belangstelling der Haar
lemmers voor dit inderdaad merkwaardige mu
seum uitte zich echter in een grooten drang op
de gemeentelijke autoriteiten om het Museum
voor Haarlem te behouden en tenslotte deelde
de heer Mr. Bruch, toen wethouder van onder
wijs, kunsten en wetenschappen, mede, dat door
het Rijk en door het bestuur van de Maat
schappij voor Nijverheid de wenschelijkheid was
bepleit om het Museum onder te brengen in de
bekende Vleeschhal aan de Groote Markt te
Haarlem. De Raad van Haarlem verleende
daartoe zijn medewerking. In de Vleeschhal was
toen en is trouwens momenteel nóg het Rijks
archief gevestigd. Dit moest daar dus eerst uit
verdwijnen. Het lag in de bedoeling, dat onder
te brengen in het oude Gouvernementsgebouw
aan de Jansstraat. Zoodra dat zou zijn ge
schied, zou het Museum dan in de Vleeschhal
kunnen worden ondergebracht. Thans is de ver
bouwing van het oude Provinciehuis ln de Jans
straat zoo ver gevorderd, dat binnenkort het
Rijksarchief er heen zal verhuizen, zoodat op
nieuw de vraag van de huisvesting van het Mu
seum voor Kunstnijverheid acuut wordt.
Nadat het uit het Paviljoen verdreven was. is
het „opgeborgen" in de kelders van het stad
huis. „Opgeborgen" is wel het juiste woord, mits
men er niet de beteekenis aan hecht van „goed
verzorgd". Want „goed verzorgd" zijn de in
kisten en doozen verpakte kunstvoorwerpen al
lerminst. Men kan ze vinden in onooglijke gan
gen en kamers van het Pand en men behoeft
maar de deur in te gaan, tegenover het kantoor
yan den gemeente-ontvanger waar op een
bordje te lezen staat, dat daar het Museum is
gevestigd om zich angstig af te vragen hoe
veel de daar gedurende een zestal jnren be
waarde mooie dingen geleden moeten hebben
Van een bezoek door het publiek kon in die
jaren natuurlijk heelemaal niets komen. Hoog
stens kon gebruik worden gemaakt van de
prachtige, uitgebreide bibliotheek.
Het is echter nog geenszins zeker, dat het
Museum nu uit zijn vergetelheid zal oprijzen,
want het bestuur zal zich een dezer dagen nog
moeten beraden of er aanleiding en vooral of
er geld is, om de kunstvoorwerpen in de
Vleeschhal onder te brengen. De heer Penaat,
de vroegere directeur van het Museum, heeft
bij een bezichtiging van de Vleeschhal als zijn
meening te kennen gegeven, dat dit gebouw
yoor 't Museum voor Kunstnijverheid totaal
ongeschikt is. En inderdaad mist men er niet
alleen alle comfort bezoekers van het Rijks
archief kunnen dat getuigen maar het licht
valt er zoo spaarzaam in de hokkerige kamers,
dat de tentoongestelde voorwerpen er onmogelijk
tot hun recht kunnen komen. Dat was in het
mooie Paviljoen met zijn prachtige kamers en
zalen anders. De Vleeschhal is waarschijnlijk
ook te klein en het is de vraag of er genoeg geld
voor de verhuizing is. De gemeenteraad heeft
bij de laatste begrooting het subsidie van
i 1000 zelfs geheel ingetrokken.
Toch zou het jammer zijn, als het Museum
voor Haarlem verloren ging. Het behoort tot
de stoffage van onze stad. Wij kunnen cr bui
ten, zeker, en men kan op goede gronden vol
houden, dat er andere nuttige dingen zijn, die
in dezen tyd eerder voor gemeentelijken gelde-
ïyken steun in aanmerking komen. Maar wat
zou er voor aantrekkeiyks in Haarlem over
bleven als wij, na het verlies van het Koloniaal
Museum, dat naar Amsterdam verhuisde, ook
den zetel van Bloembollencultuur hadden ver
loren, als wij den zetel van het Provinciaal Be
stuur, dat de Hoofdstad ook naar zich toe wilde
trekken, hadden verloren, als wij de H.O.V.
moeten missen? Haarlem zou er zeker niet op
vooruitgegaan zyn en op vooruitgang moet toch
ieder burger bedacht zyn, die het goed meent
met de stad van zyn inwoning.
Het is daarom te hopen, dat het Museum
Voor Kunstnyverheid voor Haarlem behouden
biyft en de verzameling niet verdeeld wordt
onder andere musea of nog erger: verkocht,
misschien aan buitenlanders!
Het Museum voor Kunstnyverheid is een
Stichting der Maatschappij van Nijverheid en
werd den 18 Juli 1877 tijdens het eeuwfeest der
Maatschappy door wijlen Prins Hendrik der
Nederlanden geopend. Het werd opgericht ter
ontwikkeling van den kunstsmaak van het Ne-
derlandsche volk en ter bevordering van de ver
sierende kunsten en het kunstambacht. Het
Museum is een levenswerk van wijlen den heer
E. A. von Saher. Deze was te Breda geboren.
Na verschillende omzwervingen in het buiten
land, met het doel zich in de decoratieve kunst
te bekwamen, kwam de jonge kunstenaar in
ons vaderland terug, waar de belangstelling
Voor het kunstambacht en kunst opnieuw was
ontvlamd. Als gevolg daarvan had de Maat
schappy van Nijverheid haar Museum op het
Paviljoen gesticht en later de School voor
Kunstnyverheid. In 1880 werd de heer van
Saher tot directeur van de School en tot con
servator van het Museum benoemd. Onder zyn
hoede werden school en museum een succes.
Het Museum werd langzamerhand aanmerkelijk
vermeerderd, de school moest voortdurend wor
den uitgebreid. Ter ontwikkeling van de belang
stelling voor het Museum richtte de heer von
Saher voortdurend tijdelijke tentoonstellingen
in, waarvoor hy zich de grootste moeite gaarne
getroostte. O.m. bezat het Museum een afdee-
ling moderne kunst en een bezienswaardige col
lectie Oostersche kunst, allerlei mooie stoffen
tlit China, Japan, Perzië, kunst uit ons eigen
Indië, Grieksche, Assyrische, Arabische kunst en
specimina van kunst uit alle voorname tijd
perken der kunstgeschiedenis.
Vroeger was het Museum natuurlijk van groot
belang als appendix van de School voor Bouw
kunde, Versierende Kunsten en Kunstambach
ten. De leerlingen deden er indrukken op, die
zy hun leven lang niet zouden vergeten. Er zyn
tallooze kunstenaars gevormd, wier naam in
en buiten ons land een goeden klank heeft.
Maar ook, nu de school al eenige jaren opge
heven is, omdat zy niet meer paste in het ge
heel van onderwys-instituten van ons land,
heeft het Museum reden van bestaan. Het bezit
er van moet door Haarlem op prijs worden ge
steld, want het is nuttig den menschen mooie
dingen te laten zien. Wie veel smaakvolle voor
werpen ziet, leert langzamerhand het leelyke
van het mooie onderscheiden, 't Gaat langzaam,
maar de ontwikkeling komt en wanneer een
maal zekere trap van smaakgevoel is bereikt,
dan is de voldoening voor den bezitter er van
meer waard dan een fortuin. Hy leeft twee
maal, die nog wat anders dan zyn dagelyksche
omgeving weet te waardeeren.
Het moet daarom iederen rechtgeaarden
Haarlemmer spijten als het Museum voor
Kunstnyverheid voor Haarlem verloren zou
gaan. Het komt de cultureele ontwikkeling der
Haarlemmers ten goede en het zal voor de re
putatie van onze stad waardevol zyn.
Voor de R.K. Middenstandsvereeniging hield
mr. F. J. H. Bach in het café-restaurant Gebr.
Bi'inkmann Woensdagavond een lezing over
„Bescherming van den Middenstand; ordening
in de Bedrijfstakken; en wat wil de Katholieke
Middenstand in de crisis van het oogenblik?"
De belangstelling was niet groot.
De voorzitter, den heer Th. S. J. Kooy opende
met een welkomswoord en wekte tot eenheid op
om het Middenstandsprogramma te kunnen
doorvoeren. Spr. deelde mede dat in medio Jan.
een triduum zal gehouden worden in de St.
Josephkerk te houden door kapelaan Van Bem-
melen uit Delft.
Mr. Bach, directeur van het Centraal Hanze-
bureau verkreeg vervolgens het woord.
Spr. zeide dat de R.K. Middenstand volledig
klaar staat om de nieuwe problemen van den
huidigen crisistijd te ondervangen.
Spr. gaf in het kort den inhoud van het pro
gram van den R.K. Middenstandsbond weer.
Voor het behoud van den middenstand is me
de noodig de ordening van het bedrijfsleven,
zooals het uitroeien van beunhazen, die knagen
aan den wortel van het bedrijfsleven. Daarom
is een beperking van vestigingsmogelijkheid van
nieuwe bedrijven noodzakelijk. De crisis heeft
deze noodzakelijkheid nog verscherpt. Daarom
kan niet gewacht worden tot de publiekrechte
lijke bedrijfsorganisatie eenmaal gesticht is,
maar moet dit thans al geschieden. De vakgroe
pen moeten de eischen formuleeren waaraan de
nieuw te vestigen ondernemingen moeten vol
doen, welke natuurlijk evenzoo geldig zullen
moeten zyn voor filialen van grootbedrijven,
enz. Om in de oogenblikkelijken nood te voor
zien heeft de R.K. Middenstand gevraagd stop
zetting van de mogelijkheid tot vestiging van
bedrijven enz., voor den tyd van twee jaren.
Dit is vooral bedoeld als een wapen tegen den
toevloed van de buitenlanden.
Maar ook meerdere ordening van de distri
butie-methoden is noodig, dus b.v. het tegengaan
van oneerlijke concurrentie. De wettelijke maat
regelen in dat opzicht zijn nog lang niet vol
doende, wat spr. nader aantoonde.
Behalve deze indirecte, vraagt de R.K. Mid
denstand ook rechtstreeksche bescherming van
het sociaal gezonde klein-bedrijf.
Het klein-bedryf mag niet opgeofferd worden
aan den kapitalistischen winsthonger van het
grootbedrijf. Daarom dient ook om die reden de
uitbreidingsmogelijkheid van grootbedrijf en
coöperaties beperkt te worden tot die grens,
welke economisch verantwoord is. Wij erkennen
de beteekenis en het bestaansrecht in bepaalde
gevallen van grootbedrijven en coöperaties., zei-
de spr., maar die erkenning houdt ook genoem
de beperking in. Concreet vastgesteld wil dit
zeggen dat de uitbreiding en stichting van
grootbedryven en coöperaties aan vergunning
gebonden zal zyn met de voorwaarden dat het
economisch nut van een dergelijk bedrijf of coö
peratie positief zal zijn aangetoond.
Dit is een eisch van gezonde sociale politiek.
Natuurlijk kan de oplossing van alle vraag
stukken, den middenstand betreffende, niet ge
forceerd worden, maar daarom is een urgentie-
progam samengesteld, uit punten waarvan de
oplossing al te lang op zich laat wachten. De
regeering heeft in dat opzicht veel te lang ge
treuzeld. Spr. zette vervolgens uiteen hoe de
regeering thans eindelijk maatregelen ontwerpt
om den middenstand te helpen.
Vervolgens beantwoordde spr. de vraag hoe 't
komt dat de fascistische gedachten in midden
standskringen slachtoffers heeft gemaakt. Het
fascisme zal de middenstand niet kunnen hel
pen. Dat heeft Duitschland bewezen. Voor ons
Katholieken mag de sterke arm geen middel
wezen om zichzelf een bevoorrechte positie te
fe verschaffen. Bedrijfsordening is practisch
en dringend noodzakelijk, maar de bedryfsorde-
ning te verwezenlyke moeten de patroonsorga
nisaties zich versterken. Beter dan met de fas
cisten te heulen kunnen de middenstanders
deelnemen aan het katholieke openbare leven en
vooral aan de actie van de R.K. Staatsparty. De
R.K. Middenstand mist het recht om de R.K.
Staatspartij in gebreke te stellen, omdat hij
nooit medewerking aan deze party verleend
heeft.
Spr. zeide tenslotte er niet aan te twijfelen
dat het program van den R.K. Middenstand ver
wezenlijkt moet worden. Maar die verwezenlij
king hangt van U, R.K. Middenstanders af,
besloot spr.
De geestelijk adviseur, rector J. B. M. Timp
sprak tenslotte een kort, maar krachtig propa-
gandawoord voor deelneming aan het a.s. tri
duum in Januari.
Als sommige aanrijdingen niet nog juist be
trekkelijk goed afliepen, dan had het kanton
gerecht stellig niet van die „drukbezochte" (van
de zijde der beklaagden) zittingen.
Zoo een grensgeval moest ook dezen Woens
dagmorgen weer door den kantonrechter uit
gezocht worden.
Op 26 October J.I., juist toen hem een tram
gepasseerd was, passeerde een taxi-chauffeur
op zyn beurt een voor hem rijdenden auto.
Door deze manoeuvre schoot hy tusschen
twee auto's in, zoodat hy er aan beide zijden
een had.
Hierdoor ontstond een aanrijding.
Verdachte haakte met zyn bumper een der
naast hem rijdende auto's, die als er geen licht
mast gestaan had, waar hy tegen aan reed,
zeker in het water van de Leidschevaart terecht
gekomen was.
Verdachte gaf als oorzaak hiervan op, dat hy
moest uitwijken voor een wielrijder, die er vol
gens de getuigenverklaringen van den aange-
redene en een wisselwachter (die ook nog op
zij had moeten springen, anders was hy óók
overreden) niet geweest was.
De Ambtenaar van het O. M. wees in zijn er-
quisitoir op het gevaar, waarin verdachte nog
wel als beroepschauffeur de hem toevertrouwde
personen brengt. Het had maar een haar ge
scheeld of er was een menschenleven te be
treuren geweest. Hy eischte daarom, ondanks
dat verd. chauffeerde voor zijn beroep, buiten
een hechtenisstraf van veertien dagen, ontzeg
ging van de bevoegdheid om een motorrijtuig
te besturen voor den tijd van 9 maanden.
De kantonrechter wilde hem nog slechts een
waarschuwing geven en vonniste daarom alleen
met 5 dagen hechtenisstraf, hier uitdrukkelijk
bijvoegend, dat als verd. nog eens voor een
verkeersquaestie als deze terecht zou staan, hy
den maximum-ontzeggingstermijn er by opge
legd zou krijgen.
Een andere gevaarlijke weggebruiker was de
gene, die een vrachtauto, zwaar beladen met
papier, bestuurde en tegen een voor hem ry
denden wagen, die voor de tram stopte op den
hoek van de Tempeliersstraat, was aangereden.
Bij nader onderzoek was gebleken, dat de
voetrem van den auto niet en de handrem ter
nauwernood in orde was.
Tegen den verdachte, die niet verschenen was,
eischte de Ambtenaar van het O. B. voor de
aanrijding 20.boete of 10 dagen en voor
de remmen, die niet in orde waren, 40.of
40 dagen.
De kantonrechter veroordeelde den chauffeur
voor sub 1 tot 20.of 10 dagen en voor sub 2
tot ƒ25.of 10 dagen.
Voor de afdeeling Haarlem en Omstreken van
de Koninklijke Vereeniging „Oost en West"
hield pater H. Geurtjens, missionaris Woens
dagavond in den Schouwburg-Jansweg een
lezing over het onderwerp: „Onder de oer
menschen van Zuia-Nieuw-Guinea.
Nadat de voorzitter der vereeniging, de heer
v. Bueren, den pater met een kort woord had
ingeleid, ving deze aan met iets te vertellen
van de Kaja-Kaja's. De regeering van Neder
land moest toen c.a. 30 jaar geleden met
ontginning begonnen werd allereerst aan
vangen met dezen volksstam het koppensnellen
af te leeren.
Nieuw-Guinea, aldus spr., wordt door zeer
veel verschillende volksstammen bewoond. Er
worden wel een paar honderd talen gesproken,
die elk minstens meer van elkaar verschillen
dan Fransch en Hollandsch. De Kaja-Kaja's
zijn struisch en flink gebouwd. Voor dit volk
is „zwijn" geen scheldwoord, maar een graag
genoten onderscheiding. Hun voornaamste
opschik is de hoofdtooi. Hun levenswijze is
nog zeer primitief. Ze gebruiken steenen ge
reedschappen en wonen in zeer primitieve hut
ten, die beschut worden door bamboe-ojnhei-
ningen. Langs de Digoel-rivier huizen ze in
boom woningen.
Vervolgens dischte spreker eenige eigenaar
dige psychologische eigenschappen der Kaja-
Kaja's op, wat betreft wijze van lijkbezorging
en voeding.
Ook in den drogen tijd liggen de dorpen
altijd in een grooten waterplas, dit laatste uit
strategische overwegingen.
Het hoofdvoeösel wordt verkregen van den
sago boom en wordt in de „keuken" met klei-
ballen bewerkt.
Gebrek lijden deze menschen niet. Ze hebben
overvloed van wild en visch. Hun genotmid
delen zijn betelpruim en „borrel".
Deze laatste is geen bedwelmende, maar een
verdoovende drank. Als glaasje doet de schaal
van een cocosnoot dienst. Het leven van dit
volk is echter rauw en hard. By ziekte ster
ven ze meestal den hongerdood, omdat ze hun
zwaren kost (ander voedsel kennen ze niet)
niet kunnen verstuwen.
De eenige rechtspraak is nog: oog om oog,
tand om tand. Ook op zedelijk gebied zijn ze
diep gezonken. Toch hebben ze een diep zede
lijk bewustzijn en een zeer ontwikkeld schaam
tegevoel. Met enkele voorbeelden lichtte spr. dit
toe. Ook van een koppensneltocht wist spr.
interessante bijzonderheden te vertellen.
Na de pauze verduidelijkte spreker zijn
lezing met lichtbeelden, die met evenveel be
langstelling gevolgd werden als het gesproken
woord.
De dank voor dezen leerzamen en genotvollen
avond uitte zich in een gul applaus en een
hartelyk dankwoord van den voorzitter.
Wy lezen in „De Forens":
De afd. Nieuwer-Amstel heeft de vraag ge
steld of de plannen tot invoering van motor-
treinen op het traject Amsterdam—Uithoorn
spoedig zullen wordpn uitgevoerd.
Men deelde ons echter mede, dat dit voor-
loopig nog niet zal gebeuren. Er is eerst wel
over gedacht om die geheele lijn van dubbel
spoor te voorzien en ook verder de inrichting te
modemiseeren, maar de financieele resultaten
van de lijnen in de Haarlemmermeer zyn in den
laatsten tijd van dien aard, dat men er niet
toe kan overgaan.
Het materieel van de bestaande motortreinen
is trouwens niet zoo bijzonder aanbevelenswaar
dig de motoren zijn verre van geruischloos
en de inrichting niet erg comfortabel en het
zou dus geen groote verbetering zyn, indien men
deze treinen op de lijnen in de Haarlemmermeer
zou invoeren.
Twee weken geleden stond een 29-jarig be
drijfsleider van een IJmuidensch filiaal van
een visscherymaatschappij voor de Haarlemsche
rechtbank terecht, omdat hij in de maanden
Juni en Juli j.l. het aantal K G. visch, dat naar
Frankrijk geëxporteerd was, in zyn consignatie-
boek had verhoogd, waardoor het opgeschreven
kwantum visch grooter werd dan de Fransche
afnemers in werkelijkheid hadden ontvangen.
De officier eischte zes maanden gevangenis
straf. De verdediger mr. W. F. H. Zegers pleitte
voor een voorw. veroordeeling. De rechtbank
veroordeelde den bedrijfsleider tot een geldboete
van f 250 subs. 50 dagen hechtenis.
Voorts stond terecht de 47-jarige Zandvoor-
ter, die in Augustus 1932 de opbrengst van den
verkoop van een auto ter waarde van 1700,
welke hem niet toebehoorde, niet aan den recht
hebbende had afgegeven. De eisch luidde zes
maanden gvangenisstraf. De verdediger mr. B.
W. Stomps pleitte vrijspraak.
De rechtbank besloot, de stukken terug te zen
den naar den rechter-commissaris.
De 30-jarige H. R., zonder vaste woonplaats,
thans gedetineerd, had op 12 October j.l. een
bankbiljet van 25 ter wisseling ontvangen van
een Deensch matroos, maar dit zonder meer
maar gehouden. Hy stond deswege voor de
rechtbank terecht en tegen hem werd 8 maan
den gevangenisstraf geëischt. De verdediger mr.
G. W. E. Pliester pleitte vrijspraak subs, cle
mentie. De uitspraak luidde hedenmorgen:
drie maanden gevangenisstraf met aftrek van
preventief.
Een 38-jarig zeeman, zonder bekende woon
plaats, thans gedetineerd, had op 18 October j.l.
de fiets van een 14-jarig scholier, die een wo
ning was binnengegaan, weggenomen en later
ook de fiets van een kapper in de Warmoes
straat. De officier van justitie had één jaar en
drie maanden gevangenisstraf geëischt. De ver
dediger mr. L. H. Cohen pleitte clementie. De
zeeman werd hedenmorgen veroordeeld tot
Acht maanden gevangenisstraf met aftrek
van preventief.
De gedetineerde Haarlemmers W. H. v. S. en
M. T. stonden twee weken geleden voor de
rechtbank terecht, omdat zy verdacht werden
in den nacht van 21 Oct. j.l. zes zakken gevuld
te hebben met bloembollen, afkomstig van een
opslagplaats van ter vernietiging bestemde
bloembollen te Heemstede. De eisch luidde te
gen den eersten verdachte één jaar en tegen
den tweeden drie maanden gevangenisstraf. De
verdediger mr. van Eek pleitte vrijspraak. De
bollen lagen op de vuilnisbelt, behooren dus aan
niemand toe en kunnen dus ook niet gestolen
worden, zeide hy.
De uitspraak luidde resp. 7 en 6 maanden ge
vangenisstraf met aftrek van preventief.
Tegen den Haarlemmer J. G„ die een rywiel
verduisterd had, eischte de officier van justitie
8 maanden gevangenisstraf met aftrek van pre
ventief. De verdediger mr. Ali Cohen had vry
spraak subs, clementie gevraagd. De rechtbank
veroordeelde den Haarlemmer tot acht maan
den gevangenisstraf met aftrek van preventief.
De hoofdinspecteur van den arbeid, hoofd van
het 6e district der arbeidsinspectie, Ir. J. R. J.
Huygens, deelt ons mede, dat in verband met
de a.s. feestdagen voor winkelpersoneel van 18
jaar en ouder de hieronder genoemde werkty-
den zyn toegestaan:
1. in alle winkels van 18 tot en met 23 Decem
ber hoogstens 11 uur per dag en 62 uren per
week (deze uren mogen liggen tusschen voor
middags 5 en namiddag 10 uur).
2. in brood-, banket-, suikerwerk- en choco
lade-winkels bovendien op de Zondagen 24 en
31 December 9'A uur per dag (tusschen voor
middag 5 en namiddag 8 uur); in deze winkels
mag in het tydvak 31 December tot en met 6
Januari in totaal 62 uren arbeid worden ver
richt. De wekelijksche rusttijd van 32 uren blijft
gehandhaafd.
Voor alle winkels blijft de verplichting tot het
geven van den vrijen halven dag van kracht.
Winkel-bedienden beneden 18 jaar mogen niet
na 8 uur namiddag en niet langer dan 9K- uur
per dag en 53 uren per week arbeid verrichten.
Op een naast de arbeidslijst op te hangen pa-
pierinoeten de veranderde werk- en rusttijden
voor het personeel van 18 jaar en ouder worden
aangegeven; indien dit wordt nagelaten, mag
van de toegestane overuren geen gebruik wor
den gemaakt.
Vanwege den directeur van Openbare Wer
ken, alhier werd in het raadhuis alhier aan
besteed: het dagelijksch onderhoud van de
stedelijke eigendommen gedurende het tydvak
van den dag der gunning tot en met 31 Decem
ber 1934.
Ingekomen waren 6 biljetten. Laagste in
schrijvers zijn Gebr. Brakel voor perceel I
419, perceel II 1547, voor de massa 1916
Ook werd aanbesteed het onderhouden van
stookgereedschappen gedurende het tydvak
van den dag der gunning tot en met 31 Decem
ber 1934.
Ingekomen waren 8 biljetten, waarvan 3 on
geldig. Laagste inschrijver voor perceel I, G. v.
Zanten voor 3150, voor perceel II, B. Klaasse
voor 1942 en voor perceel III, J. Wemper
voor 660.
In den nacht van 23 September j.l. had een
persoon een schrijfmachine uit de fabriek „Hol-
landia" te Velsen ontvreemd en aan den 33-
jarigen zeeman M. N. uit IJmuiden en den 24-
jarigen zeeman L. v. d. G. uit Velsen gegeven,
die de machine had verkocht en de opbrengst
samen gedeeld. De officier van justitie had te
gen ieder der helers 5 maanden gevangenisstraf
geëischt. De verdediger mr. M. A. van Eek
pleitte voor een voorwaardelijke veroordeeling.
De zeelieden werden veroordeeld resp. tot drie
en twee maanden gevangenisstraf met aftrek
van preventief.
Men schrijft ons:
De luchtvaart, in welken vorm ook, is nog
allerminst volmaakt, in verhouding met wat
er te bereiken valt, doch staat veeleer pas in
het begin van haar ontwikkeling.
Zoo is dus de luchtvaart een zaak van de
toekomst en dan in de eerste plaats van de
jeugd, de draagster der toekomst.
Werd de luchtvaart tot nog toe uitsluitend
door volwassenen beoefend, thans kloppen wy
jongeren aan de poort van het luchtvaartrijk
en wenschen opengedaan te worden.
Dank zii jeugdig enthousiasme, is dat klop
pen niet vergeefsch geweest. We hebben slechts
te kijken naar de Amsterdamsche Luchtvaart
Club, om te ervaren dat hetgeen de jeugd
wil, inderdaad bereikt wordt. Immers deze ver
eeniging telt momenteel 112 leden, terwijl de
club op 24 Juni 1933 is opgericht.
Wy, Haarlemmers, mogen niet achter bly-
ven, ook hier bestaat dat verlangen om ingewijd
te worden in de geheimen der luchtvaart, er
actief deel aan te nemen.
Wy richten dit artikel aan alle jongens en
meisjes van 1421 jaar. De op te richten club
heeft ten doel, de luchvaart te bevorderen en
er belangstelling voor te wekken.
Zy tracht dit doel te bereiken door:
a). het actief deelnemen aan de vliegsport.
b). het bouwen van en experimenteeren met
vliegtuigmodellen.
c). het houden en organiseeren van lezingen,
filmvoorstellingen, excursies en tentoonstellin
gen.
d). het in omloop brengen van lectuur (tyd-
schriften, leesportefeuille).
Jongelui, die hiervoor belangstelling gevoe
len, gelieven zich schriftelijk op te geven bij:
A. J. Sips, Emmastraat 28 met opgave van
naam, adres en leeftijd.
We zullen dan verder in overleg en samen
werking met de propaganda-afdeeling van de
Ned. Ver. van Jeugd Luchvaart Clubs binnen
kort een ledenvergadering beleggen, die U nog
verder zal worden aangekondigd.
Na een ruim 30-jarige dienstvervulling is aan
de heeren H. Verbruggen en C. v. d. Steeg, poli-
tie-agenten hier ter stede, eervol ontslag ver
leend met ingang van 16 December. Zy zyn in
het genot van pensioen gesteld.
Als onderdeel van de werken tot aanleg van
den provincialen weg van Heemstede over
Hoofddorp en Aalsmeer naar Uithoorn is in
dien weg over de Oostelijke ringvaart van den
Haarlemmermeerpolder by Aalsmeer eene be
weegbare brug van ruime afmetingen gebouwd.
Aangezien deze brug op slechts geringen af
stand is gelegen van de draaibrug over de ring
vaart tegenover de Kanaalstraat te Aalsmeer,
moet het noodzakelijk worden geacht, dat de
laatstbedoelde overbrugging, welke bij den
Haarlemmermeerpolder in beheer en onderhoud
is, wordt opgeheven.
Immers ae aanwezigheid van twee bruggen
op zóó geringen afstand van elkander zou voor
het scheepvaartverkeer eene te groote belem
mering opleveren.
Waar de bovenvermelde draaibrug zoowel we
gens hare beperkte doorvaarthoogte (pl.m.
1.29 M.) als wegens de geringe breedte van de
doorvaartruimte (8.05 M.) by lange na niet vol
doet aan de eischen, welke ten aanzien van
bruggen over een vaarwater als het onderhavige
dienen te worden gesteld, bestaat te gegronder
reden om tot opheffing van deze brug over te
gaan.
Het zou trouwens, ook uit een economisch
oogpunt bezien, niet verantwoord zyn te ach
ten, indien naast de nieuwe overbrugging de
oude draaibrug, welke eveneens voortdurende
bediening en geregeld onderhoud zou blijven
vorderen, gehandhaafd zou worden.
Ter voldoening aan de voorschriften van de
artikelen 7 e. v. van de Wegenwet, welke regelen
inhouden omtrent het aan het openbaar ver
keer onttrekken van wegen waaronder bly-
kens artikel 1 der wet ook bruggen vallen
hebben wy, alvorens te dezer zake eene beslis
sing van Uwe Vergadering uit te lokken, het
voornemen tot opheffing van de brug ter ken
nis gebracht van de belanghebbenden en hen
in de gelegenheid gesteld hunne eventueele be
zwaren daartegen by Uwe Vergadering in te
dienen.
Als gevolg hiervan is een zevental bezwaar
schriften ingekomen, welke hierachter zyn af
gedrukt en welke alle hierop neerkomen, dat
adressanten, van meening, dat het vervallen
van de bestaande brug groot ongerief en voor
velen zelfs ernstige schade zal veroorzaken aan
Uwe Vergadering verzoeken niet te besluiten
tot onttrekking van de brug aan het openbaar
verkeer.
Met betrekking tot hetgeen in elk der be
zwaarschriften is naar voren gebracht, merken
wy het navolgende op.
B. en W. van Aalsmeer brengen onder de
aandacht van Uwe Vergadering, dat de oude
brug van den Haarlemmermeerpolder een di-
recten toegang biedt tot de kern van het dorp,
in het bijzonder tot de winkelstraten, genaamd
de Zijdstraat en de Dorpsstraat, en uit dien
hoofde een belangrijken factor vormt in het
plaatselijk economisch leven. Het leiden in an
dere banen, óók van het plaatselijke verkeer,
zou naar de meening van Burgemeester en Wet
houders een gevoeligen slag beteekenen voor de
winkelzaken in het centrum der gemeente.
Volgens een van onzentwege ingesteld onder
zoek bevinden zich in de Zijdstraat 55, in den
Stationsweg (gelegen in het verlengde van de
Zydstraat) 4, in de Dorpsstraat 21 en in 'de Ka
naalstraat 2 winkelzaken.
Naar onze meening worden de gevolgen van
de opheffing der oude brug door het gemeente
bestuur te donker geschilderd. Van het door
gaande verkeer hebben de winkelzaken geen of
nagenoeg geen voordeel; het plaatselyke ver
keer aan de Aalsmeersche zyde van de Ring
vaart zal by opheffing van de oude brug in
het geheel niet gewijzigd worden. Alleen zullen
degenen, die aan den Aalsmeerderdyk ten Zuid-
Westen van de oude brug wonen, eenig ongerief
ondervinden by het doen van inkoopen te
Aalsmeer, doordat zy een afstand van ten hoog
ste 1 K.M., dus heen en terug ten hoogste 2
K.M. meer zullen moeten afleggen, hetgeen
neerkomt op ruim 20 minuten langer loopen en
nog geen tien minuten langer fietsen.
Het is ondenkbaar, dat bedoelde bewoners
met het oog op dezen omweg er toe zouden
overgaan voortaan in Hoofddorp, dat ruim 5
K.M. ver is gelegen, of elders hunne inkoopen
te doen.
Niet uitgesloten is, dat in de toekomst wel
licht meer winkelzaken aan den Aalsmeerder
dyk en in de omgeving van den provincialen
weg zullen worden gevestigd. Dit kan echter o. i.
op zichzelf niet als bezwaar tegen de opheffing
van de oude brug worden aangevoerd.
Er moge nog op worden gewezen, dat by op
heffing van de oude brug alleen de nauwelijks
150 meter lange Kanaalstraat, waarin, zooals
boven reeds werd medegedeeld, slechts 2 winkel
zaken zyn gevestigd, in eene doodloopende
straat zal veranderen. Ook zal niet uit het oog
mogen worden verloren, dat tengevolge van den
bouw van de nieuwe provinciale brug het plaat
selijk verkeer in de Dorpsstraat eer drukker dan
minder druk zal worden.
Volledigheidshalve zy ten slotte nog opge
merkt, dat deze brug en de nieuwe provinciale
weg volkomen passen in het gemeentelijk uit
breidingsplan, waarvan zij een weloverwogen
onderdeel vormen.
Op eenzelfde wyze behandelen Ged. Staten
de andere ingebrachte bezwaren.
Men schryft ons:
De Algemeene Vereeniging van Gemeente
Ambtenaren in Nederland, afd. Haarlem, hield
Dinsdagavond haar jaarlijksche gezellige bijeen
komst. Ditmaal werd de avond doorgebracht met
kienspel.
Door een speciale regeling der Kiencommissie
was het mogelijk gemaakt dat een ieder met een
prys of prijsje naar huis kon gaan, echter was
alles in verband met de tijdsomstandigheden in
bescheiden vorm gehouden. De zeer groote op
komst, reeds direct bij den aanvang, beloofde
een welslagen van den avond.
Een der leden, de heer Kuyper, amateur hu-
morist-dichter-zanger vulde de pauzen tusschen
de kienronden met zeer geestige, puntige en toe
passelijke liederen, waarvoor hy een hartelyk
en welverdiend applaus in ontvangst mocht
nemen. De echtgenoote van den voorzitter, mevr.
Goedhart, was na een langdurige ziekte eveneens
aanwezig en werd met een bloemstuk verwel
komd, als öank voor den grooten steun, welken
zy den hardwerkenden voorzitter steeds geeft.
De geheele avond kenmerkte zich door een in
tiem gezellige sfeer. Ter afwisseling werden
door den humorist nog eenige pianostukjes ten
beste gegeven, ter begeleiding van een dansje
voor de jongeren. Alles bij elkander genomen
was deze avond een groot succes en een dank
bare belooning voor de vele bemoeiingen der
Kiencommissie.
Dinsdagavond is tijdens de afwezigheid van
de bewoners ingebroken bij den heer R. aan
den Aalsmeerderdyk to Haarlemmermeer.
Door een raam omhoog te schuiven zijn de in
brekers binnen gekomen. Alles haalden zij over
hoop, zelfs de bedden werden gekeerd, maar zij
konden niets van hun gading vinden.
Vermoedelijk zijn de heeren in hun werk ge
stoord, toen de bewoners thuis kwamen, en
toen op de vlucht geslagen.