IN EN OM HAARLEM R. S. STOKVIS* TOONZALEN R.S. STOKVIS IS GEREED U TE ONTVANGEN.... DONDERDAG 14 DECEMBER Het museum voor Kunst nijverheid K WA L IJ El ËN 80 CL R. K. MIDDENSTAND5- VEREENIGING Het behoud van het gezond Middenstandsbedrijf VOOR DEN KANTONRECHTER Op het kantje af Zonder goede remmen OOST EN WEST Onder de oermenschen van Zuid- Nieuw-Guinea ......de toonzalen zijn belangrijk uit gebreid en gemoderniseerd; wijd staan de deuren voor U open. Nergens kunt U zoo prettig „winkelen", nergens zult U zich meer op uw gemak gevoelen, nergens vindt U zulke geweldige col lecties op het gebied van sanitair, haarden, gasfornuizen enz., in alle mogelijke modellen en prijzen. Dagelijks tot half zes, 's Zaterdags tot één uur, bent U welkom in KRUISWEG 61 HAARLEM TRAJECT AMSTERDAM UITHOORN Geen motortreinen VAN ONZE RECHTBANK Uitspraken De Fransche vischcontin- genteering Autodief Geld verduisterd Rijwieldief Bloembollen Nog een rijwiel WERKTIJDEN IN WINKELS Onderhoud gemeente-eigen dommen Schrijfmachine Een Haarlemsche Luchtvaart Club Personalia IB®®""™, Tr cl Roodzegel 50 ct. Groenzegel 05 ct. JUNILEYEB VERKOOPCENTRALE N.V. - R0ITER0A». DRAAIBRUG TE AALSMEER Opheffing voorgesteld Alg. Vereeniging van Gemeente ambtenaren Zonder buit vertrokken Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Toen eenmaal besloten was, dat het Pavil joen „Welgelegen" zou worden ingericht tot Provinciale Griffie van Noord-Holland, was daarmede tevens het verbanningsdecreet onder teekend voor het Museum voor Kunstnijverheid, dat bijna vijftig jaren in het voormalige paleis van Koning Lodewijk een waardig onderdak had gevonden. En het heeft niet veel gescheeld of het Museum zou toen voorgoed uit Haarlem verdwenen zijn, wijl, naar verluidde, in Amster dam op het bezit van de verzameling groote prjjs werd gesteld. De belangstelling der Haar lemmers voor dit inderdaad merkwaardige mu seum uitte zich echter in een grooten drang op de gemeentelijke autoriteiten om het Museum voor Haarlem te behouden en tenslotte deelde de heer Mr. Bruch, toen wethouder van onder wijs, kunsten en wetenschappen, mede, dat door het Rijk en door het bestuur van de Maat schappij voor Nijverheid de wenschelijkheid was bepleit om het Museum onder te brengen in de bekende Vleeschhal aan de Groote Markt te Haarlem. De Raad van Haarlem verleende daartoe zijn medewerking. In de Vleeschhal was toen en is trouwens momenteel nóg het Rijks archief gevestigd. Dit moest daar dus eerst uit verdwijnen. Het lag in de bedoeling, dat onder te brengen in het oude Gouvernementsgebouw aan de Jansstraat. Zoodra dat zou zijn ge schied, zou het Museum dan in de Vleeschhal kunnen worden ondergebracht. Thans is de ver bouwing van het oude Provinciehuis ln de Jans straat zoo ver gevorderd, dat binnenkort het Rijksarchief er heen zal verhuizen, zoodat op nieuw de vraag van de huisvesting van het Mu seum voor Kunstnijverheid acuut wordt. Nadat het uit het Paviljoen verdreven was. is het „opgeborgen" in de kelders van het stad huis. „Opgeborgen" is wel het juiste woord, mits men er niet de beteekenis aan hecht van „goed verzorgd". Want „goed verzorgd" zijn de in kisten en doozen verpakte kunstvoorwerpen al lerminst. Men kan ze vinden in onooglijke gan gen en kamers van het Pand en men behoeft maar de deur in te gaan, tegenover het kantoor yan den gemeente-ontvanger waar op een bordje te lezen staat, dat daar het Museum is gevestigd om zich angstig af te vragen hoe veel de daar gedurende een zestal jnren be waarde mooie dingen geleden moeten hebben Van een bezoek door het publiek kon in die jaren natuurlijk heelemaal niets komen. Hoog stens kon gebruik worden gemaakt van de prachtige, uitgebreide bibliotheek. Het is echter nog geenszins zeker, dat het Museum nu uit zijn vergetelheid zal oprijzen, want het bestuur zal zich een dezer dagen nog moeten beraden of er aanleiding en vooral of er geld is, om de kunstvoorwerpen in de Vleeschhal onder te brengen. De heer Penaat, de vroegere directeur van het Museum, heeft bij een bezichtiging van de Vleeschhal als zijn meening te kennen gegeven, dat dit gebouw yoor 't Museum voor Kunstnijverheid totaal ongeschikt is. En inderdaad mist men er niet alleen alle comfort bezoekers van het Rijks archief kunnen dat getuigen maar het licht valt er zoo spaarzaam in de hokkerige kamers, dat de tentoongestelde voorwerpen er onmogelijk tot hun recht kunnen komen. Dat was in het mooie Paviljoen met zijn prachtige kamers en zalen anders. De Vleeschhal is waarschijnlijk ook te klein en het is de vraag of er genoeg geld voor de verhuizing is. De gemeenteraad heeft bij de laatste begrooting het subsidie van i 1000 zelfs geheel ingetrokken. Toch zou het jammer zijn, als het Museum voor Haarlem verloren ging. Het behoort tot de stoffage van onze stad. Wij kunnen cr bui ten, zeker, en men kan op goede gronden vol houden, dat er andere nuttige dingen zijn, die in dezen tyd eerder voor gemeentelijken gelde- ïyken steun in aanmerking komen. Maar wat zou er voor aantrekkeiyks in Haarlem over bleven als wij, na het verlies van het Koloniaal Museum, dat naar Amsterdam verhuisde, ook den zetel van Bloembollencultuur hadden ver loren, als wij den zetel van het Provinciaal Be stuur, dat de Hoofdstad ook naar zich toe wilde trekken, hadden verloren, als wij de H.O.V. moeten missen? Haarlem zou er zeker niet op vooruitgegaan zyn en op vooruitgang moet toch ieder burger bedacht zyn, die het goed meent met de stad van zyn inwoning. Het is daarom te hopen, dat het Museum Voor Kunstnyverheid voor Haarlem behouden biyft en de verzameling niet verdeeld wordt onder andere musea of nog erger: verkocht, misschien aan buitenlanders! Het Museum voor Kunstnyverheid is een Stichting der Maatschappij van Nijverheid en werd den 18 Juli 1877 tijdens het eeuwfeest der Maatschappy door wijlen Prins Hendrik der Nederlanden geopend. Het werd opgericht ter ontwikkeling van den kunstsmaak van het Ne- derlandsche volk en ter bevordering van de ver sierende kunsten en het kunstambacht. Het Museum is een levenswerk van wijlen den heer E. A. von Saher. Deze was te Breda geboren. Na verschillende omzwervingen in het buiten land, met het doel zich in de decoratieve kunst te bekwamen, kwam de jonge kunstenaar in ons vaderland terug, waar de belangstelling Voor het kunstambacht en kunst opnieuw was ontvlamd. Als gevolg daarvan had de Maat schappy van Nijverheid haar Museum op het Paviljoen gesticht en later de School voor Kunstnyverheid. In 1880 werd de heer van Saher tot directeur van de School en tot con servator van het Museum benoemd. Onder zyn hoede werden school en museum een succes. Het Museum werd langzamerhand aanmerkelijk vermeerderd, de school moest voortdurend wor den uitgebreid. Ter ontwikkeling van de belang stelling voor het Museum richtte de heer von Saher voortdurend tijdelijke tentoonstellingen in, waarvoor hy zich de grootste moeite gaarne getroostte. O.m. bezat het Museum een afdee- ling moderne kunst en een bezienswaardige col lectie Oostersche kunst, allerlei mooie stoffen tlit China, Japan, Perzië, kunst uit ons eigen Indië, Grieksche, Assyrische, Arabische kunst en specimina van kunst uit alle voorname tijd perken der kunstgeschiedenis. Vroeger was het Museum natuurlijk van groot belang als appendix van de School voor Bouw kunde, Versierende Kunsten en Kunstambach ten. De leerlingen deden er indrukken op, die zy hun leven lang niet zouden vergeten. Er zyn tallooze kunstenaars gevormd, wier naam in en buiten ons land een goeden klank heeft. Maar ook, nu de school al eenige jaren opge heven is, omdat zy niet meer paste in het ge heel van onderwys-instituten van ons land, heeft het Museum reden van bestaan. Het bezit er van moet door Haarlem op prijs worden ge steld, want het is nuttig den menschen mooie dingen te laten zien. Wie veel smaakvolle voor werpen ziet, leert langzamerhand het leelyke van het mooie onderscheiden, 't Gaat langzaam, maar de ontwikkeling komt en wanneer een maal zekere trap van smaakgevoel is bereikt, dan is de voldoening voor den bezitter er van meer waard dan een fortuin. Hy leeft twee maal, die nog wat anders dan zyn dagelyksche omgeving weet te waardeeren. Het moet daarom iederen rechtgeaarden Haarlemmer spijten als het Museum voor Kunstnyverheid voor Haarlem verloren zou gaan. Het komt de cultureele ontwikkeling der Haarlemmers ten goede en het zal voor de re putatie van onze stad waardevol zyn. Voor de R.K. Middenstandsvereeniging hield mr. F. J. H. Bach in het café-restaurant Gebr. Bi'inkmann Woensdagavond een lezing over „Bescherming van den Middenstand; ordening in de Bedrijfstakken; en wat wil de Katholieke Middenstand in de crisis van het oogenblik?" De belangstelling was niet groot. De voorzitter, den heer Th. S. J. Kooy opende met een welkomswoord en wekte tot eenheid op om het Middenstandsprogramma te kunnen doorvoeren. Spr. deelde mede dat in medio Jan. een triduum zal gehouden worden in de St. Josephkerk te houden door kapelaan Van Bem- melen uit Delft. Mr. Bach, directeur van het Centraal Hanze- bureau verkreeg vervolgens het woord. Spr. zeide dat de R.K. Middenstand volledig klaar staat om de nieuwe problemen van den huidigen crisistijd te ondervangen. Spr. gaf in het kort den inhoud van het pro gram van den R.K. Middenstandsbond weer. Voor het behoud van den middenstand is me de noodig de ordening van het bedrijfsleven, zooals het uitroeien van beunhazen, die knagen aan den wortel van het bedrijfsleven. Daarom is een beperking van vestigingsmogelijkheid van nieuwe bedrijven noodzakelijk. De crisis heeft deze noodzakelijkheid nog verscherpt. Daarom kan niet gewacht worden tot de publiekrechte lijke bedrijfsorganisatie eenmaal gesticht is, maar moet dit thans al geschieden. De vakgroe pen moeten de eischen formuleeren waaraan de nieuw te vestigen ondernemingen moeten vol doen, welke natuurlijk evenzoo geldig zullen moeten zyn voor filialen van grootbedrijven, enz. Om in de oogenblikkelijken nood te voor zien heeft de R.K. Middenstand gevraagd stop zetting van de mogelijkheid tot vestiging van bedrijven enz., voor den tyd van twee jaren. Dit is vooral bedoeld als een wapen tegen den toevloed van de buitenlanden. Maar ook meerdere ordening van de distri butie-methoden is noodig, dus b.v. het tegengaan van oneerlijke concurrentie. De wettelijke maat regelen in dat opzicht zijn nog lang niet vol doende, wat spr. nader aantoonde. Behalve deze indirecte, vraagt de R.K. Mid denstand ook rechtstreeksche bescherming van het sociaal gezonde klein-bedrijf. Het klein-bedryf mag niet opgeofferd worden aan den kapitalistischen winsthonger van het grootbedrijf. Daarom dient ook om die reden de uitbreidingsmogelijkheid van grootbedrijf en coöperaties beperkt te worden tot die grens, welke economisch verantwoord is. Wij erkennen de beteekenis en het bestaansrecht in bepaalde gevallen van grootbedrijven en coöperaties., zei- de spr., maar die erkenning houdt ook genoem de beperking in. Concreet vastgesteld wil dit zeggen dat de uitbreiding en stichting van grootbedryven en coöperaties aan vergunning gebonden zal zyn met de voorwaarden dat het economisch nut van een dergelijk bedrijf of coö peratie positief zal zijn aangetoond. Dit is een eisch van gezonde sociale politiek. Natuurlijk kan de oplossing van alle vraag stukken, den middenstand betreffende, niet ge forceerd worden, maar daarom is een urgentie- progam samengesteld, uit punten waarvan de oplossing al te lang op zich laat wachten. De regeering heeft in dat opzicht veel te lang ge treuzeld. Spr. zette vervolgens uiteen hoe de regeering thans eindelijk maatregelen ontwerpt om den middenstand te helpen. Vervolgens beantwoordde spr. de vraag hoe 't komt dat de fascistische gedachten in midden standskringen slachtoffers heeft gemaakt. Het fascisme zal de middenstand niet kunnen hel pen. Dat heeft Duitschland bewezen. Voor ons Katholieken mag de sterke arm geen middel wezen om zichzelf een bevoorrechte positie te fe verschaffen. Bedrijfsordening is practisch en dringend noodzakelijk, maar de bedryfsorde- ning te verwezenlyke moeten de patroonsorga nisaties zich versterken. Beter dan met de fas cisten te heulen kunnen de middenstanders deelnemen aan het katholieke openbare leven en vooral aan de actie van de R.K. Staatsparty. De R.K. Middenstand mist het recht om de R.K. Staatspartij in gebreke te stellen, omdat hij nooit medewerking aan deze party verleend heeft. Spr. zeide tenslotte er niet aan te twijfelen dat het program van den R.K. Middenstand ver wezenlijkt moet worden. Maar die verwezenlij king hangt van U, R.K. Middenstanders af, besloot spr. De geestelijk adviseur, rector J. B. M. Timp sprak tenslotte een kort, maar krachtig propa- gandawoord voor deelneming aan het a.s. tri duum in Januari. Als sommige aanrijdingen niet nog juist be trekkelijk goed afliepen, dan had het kanton gerecht stellig niet van die „drukbezochte" (van de zijde der beklaagden) zittingen. Zoo een grensgeval moest ook dezen Woens dagmorgen weer door den kantonrechter uit gezocht worden. Op 26 October J.I., juist toen hem een tram gepasseerd was, passeerde een taxi-chauffeur op zyn beurt een voor hem rijdenden auto. Door deze manoeuvre schoot hy tusschen twee auto's in, zoodat hy er aan beide zijden een had. Hierdoor ontstond een aanrijding. Verdachte haakte met zyn bumper een der naast hem rijdende auto's, die als er geen licht mast gestaan had, waar hy tegen aan reed, zeker in het water van de Leidschevaart terecht gekomen was. Verdachte gaf als oorzaak hiervan op, dat hy moest uitwijken voor een wielrijder, die er vol gens de getuigenverklaringen van den aange- redene en een wisselwachter (die ook nog op zij had moeten springen, anders was hy óók overreden) niet geweest was. De Ambtenaar van het O. M. wees in zijn er- quisitoir op het gevaar, waarin verdachte nog wel als beroepschauffeur de hem toevertrouwde personen brengt. Het had maar een haar ge scheeld of er was een menschenleven te be treuren geweest. Hy eischte daarom, ondanks dat verd. chauffeerde voor zijn beroep, buiten een hechtenisstraf van veertien dagen, ontzeg ging van de bevoegdheid om een motorrijtuig te besturen voor den tijd van 9 maanden. De kantonrechter wilde hem nog slechts een waarschuwing geven en vonniste daarom alleen met 5 dagen hechtenisstraf, hier uitdrukkelijk bijvoegend, dat als verd. nog eens voor een verkeersquaestie als deze terecht zou staan, hy den maximum-ontzeggingstermijn er by opge legd zou krijgen. Een andere gevaarlijke weggebruiker was de gene, die een vrachtauto, zwaar beladen met papier, bestuurde en tegen een voor hem ry denden wagen, die voor de tram stopte op den hoek van de Tempeliersstraat, was aangereden. Bij nader onderzoek was gebleken, dat de voetrem van den auto niet en de handrem ter nauwernood in orde was. Tegen den verdachte, die niet verschenen was, eischte de Ambtenaar van het O. B. voor de aanrijding 20.boete of 10 dagen en voor de remmen, die niet in orde waren, 40.of 40 dagen. De kantonrechter veroordeelde den chauffeur voor sub 1 tot 20.of 10 dagen en voor sub 2 tot ƒ25.of 10 dagen. Voor de afdeeling Haarlem en Omstreken van de Koninklijke Vereeniging „Oost en West" hield pater H. Geurtjens, missionaris Woens dagavond in den Schouwburg-Jansweg een lezing over het onderwerp: „Onder de oer menschen van Zuia-Nieuw-Guinea. Nadat de voorzitter der vereeniging, de heer v. Bueren, den pater met een kort woord had ingeleid, ving deze aan met iets te vertellen van de Kaja-Kaja's. De regeering van Neder land moest toen c.a. 30 jaar geleden met ontginning begonnen werd allereerst aan vangen met dezen volksstam het koppensnellen af te leeren. Nieuw-Guinea, aldus spr., wordt door zeer veel verschillende volksstammen bewoond. Er worden wel een paar honderd talen gesproken, die elk minstens meer van elkaar verschillen dan Fransch en Hollandsch. De Kaja-Kaja's zijn struisch en flink gebouwd. Voor dit volk is „zwijn" geen scheldwoord, maar een graag genoten onderscheiding. Hun voornaamste opschik is de hoofdtooi. Hun levenswijze is nog zeer primitief. Ze gebruiken steenen ge reedschappen en wonen in zeer primitieve hut ten, die beschut worden door bamboe-ojnhei- ningen. Langs de Digoel-rivier huizen ze in boom woningen. Vervolgens dischte spreker eenige eigenaar dige psychologische eigenschappen der Kaja- Kaja's op, wat betreft wijze van lijkbezorging en voeding. Ook in den drogen tijd liggen de dorpen altijd in een grooten waterplas, dit laatste uit strategische overwegingen. Het hoofdvoeösel wordt verkregen van den sago boom en wordt in de „keuken" met klei- ballen bewerkt. Gebrek lijden deze menschen niet. Ze hebben overvloed van wild en visch. Hun genotmid delen zijn betelpruim en „borrel". Deze laatste is geen bedwelmende, maar een verdoovende drank. Als glaasje doet de schaal van een cocosnoot dienst. Het leven van dit volk is echter rauw en hard. By ziekte ster ven ze meestal den hongerdood, omdat ze hun zwaren kost (ander voedsel kennen ze niet) niet kunnen verstuwen. De eenige rechtspraak is nog: oog om oog, tand om tand. Ook op zedelijk gebied zijn ze diep gezonken. Toch hebben ze een diep zede lijk bewustzijn en een zeer ontwikkeld schaam tegevoel. Met enkele voorbeelden lichtte spr. dit toe. Ook van een koppensneltocht wist spr. interessante bijzonderheden te vertellen. Na de pauze verduidelijkte spreker zijn lezing met lichtbeelden, die met evenveel be langstelling gevolgd werden als het gesproken woord. De dank voor dezen leerzamen en genotvollen avond uitte zich in een gul applaus en een hartelyk dankwoord van den voorzitter. Wy lezen in „De Forens": De afd. Nieuwer-Amstel heeft de vraag ge steld of de plannen tot invoering van motor- treinen op het traject Amsterdam—Uithoorn spoedig zullen wordpn uitgevoerd. Men deelde ons echter mede, dat dit voor- loopig nog niet zal gebeuren. Er is eerst wel over gedacht om die geheele lijn van dubbel spoor te voorzien en ook verder de inrichting te modemiseeren, maar de financieele resultaten van de lijnen in de Haarlemmermeer zyn in den laatsten tijd van dien aard, dat men er niet toe kan overgaan. Het materieel van de bestaande motortreinen is trouwens niet zoo bijzonder aanbevelenswaar dig de motoren zijn verre van geruischloos en de inrichting niet erg comfortabel en het zou dus geen groote verbetering zyn, indien men deze treinen op de lijnen in de Haarlemmermeer zou invoeren. Twee weken geleden stond een 29-jarig be drijfsleider van een IJmuidensch filiaal van een visscherymaatschappij voor de Haarlemsche rechtbank terecht, omdat hij in de maanden Juni en Juli j.l. het aantal K G. visch, dat naar Frankrijk geëxporteerd was, in zyn consignatie- boek had verhoogd, waardoor het opgeschreven kwantum visch grooter werd dan de Fransche afnemers in werkelijkheid hadden ontvangen. De officier eischte zes maanden gevangenis straf. De verdediger mr. W. F. H. Zegers pleitte voor een voorw. veroordeeling. De rechtbank veroordeelde den bedrijfsleider tot een geldboete van f 250 subs. 50 dagen hechtenis. Voorts stond terecht de 47-jarige Zandvoor- ter, die in Augustus 1932 de opbrengst van den verkoop van een auto ter waarde van 1700, welke hem niet toebehoorde, niet aan den recht hebbende had afgegeven. De eisch luidde zes maanden gvangenisstraf. De verdediger mr. B. W. Stomps pleitte vrijspraak. De rechtbank besloot, de stukken terug te zen den naar den rechter-commissaris. De 30-jarige H. R., zonder vaste woonplaats, thans gedetineerd, had op 12 October j.l. een bankbiljet van 25 ter wisseling ontvangen van een Deensch matroos, maar dit zonder meer maar gehouden. Hy stond deswege voor de rechtbank terecht en tegen hem werd 8 maan den gevangenisstraf geëischt. De verdediger mr. G. W. E. Pliester pleitte vrijspraak subs, cle mentie. De uitspraak luidde hedenmorgen: drie maanden gevangenisstraf met aftrek van preventief. Een 38-jarig zeeman, zonder bekende woon plaats, thans gedetineerd, had op 18 October j.l. de fiets van een 14-jarig scholier, die een wo ning was binnengegaan, weggenomen en later ook de fiets van een kapper in de Warmoes straat. De officier van justitie had één jaar en drie maanden gevangenisstraf geëischt. De ver dediger mr. L. H. Cohen pleitte clementie. De zeeman werd hedenmorgen veroordeeld tot Acht maanden gevangenisstraf met aftrek van preventief. De gedetineerde Haarlemmers W. H. v. S. en M. T. stonden twee weken geleden voor de rechtbank terecht, omdat zy verdacht werden in den nacht van 21 Oct. j.l. zes zakken gevuld te hebben met bloembollen, afkomstig van een opslagplaats van ter vernietiging bestemde bloembollen te Heemstede. De eisch luidde te gen den eersten verdachte één jaar en tegen den tweeden drie maanden gevangenisstraf. De verdediger mr. van Eek pleitte vrijspraak. De bollen lagen op de vuilnisbelt, behooren dus aan niemand toe en kunnen dus ook niet gestolen worden, zeide hy. De uitspraak luidde resp. 7 en 6 maanden ge vangenisstraf met aftrek van preventief. Tegen den Haarlemmer J. G„ die een rywiel verduisterd had, eischte de officier van justitie 8 maanden gevangenisstraf met aftrek van pre ventief. De verdediger mr. Ali Cohen had vry spraak subs, clementie gevraagd. De rechtbank veroordeelde den Haarlemmer tot acht maan den gevangenisstraf met aftrek van preventief. De hoofdinspecteur van den arbeid, hoofd van het 6e district der arbeidsinspectie, Ir. J. R. J. Huygens, deelt ons mede, dat in verband met de a.s. feestdagen voor winkelpersoneel van 18 jaar en ouder de hieronder genoemde werkty- den zyn toegestaan: 1. in alle winkels van 18 tot en met 23 Decem ber hoogstens 11 uur per dag en 62 uren per week (deze uren mogen liggen tusschen voor middags 5 en namiddag 10 uur). 2. in brood-, banket-, suikerwerk- en choco lade-winkels bovendien op de Zondagen 24 en 31 December 9'A uur per dag (tusschen voor middag 5 en namiddag 8 uur); in deze winkels mag in het tydvak 31 December tot en met 6 Januari in totaal 62 uren arbeid worden ver richt. De wekelijksche rusttijd van 32 uren blijft gehandhaafd. Voor alle winkels blijft de verplichting tot het geven van den vrijen halven dag van kracht. Winkel-bedienden beneden 18 jaar mogen niet na 8 uur namiddag en niet langer dan 9K- uur per dag en 53 uren per week arbeid verrichten. Op een naast de arbeidslijst op te hangen pa- pierinoeten de veranderde werk- en rusttijden voor het personeel van 18 jaar en ouder worden aangegeven; indien dit wordt nagelaten, mag van de toegestane overuren geen gebruik wor den gemaakt. Vanwege den directeur van Openbare Wer ken, alhier werd in het raadhuis alhier aan besteed: het dagelijksch onderhoud van de stedelijke eigendommen gedurende het tydvak van den dag der gunning tot en met 31 Decem ber 1934. Ingekomen waren 6 biljetten. Laagste in schrijvers zijn Gebr. Brakel voor perceel I 419, perceel II 1547, voor de massa 1916 Ook werd aanbesteed het onderhouden van stookgereedschappen gedurende het tydvak van den dag der gunning tot en met 31 Decem ber 1934. Ingekomen waren 8 biljetten, waarvan 3 on geldig. Laagste inschrijver voor perceel I, G. v. Zanten voor 3150, voor perceel II, B. Klaasse voor 1942 en voor perceel III, J. Wemper voor 660. In den nacht van 23 September j.l. had een persoon een schrijfmachine uit de fabriek „Hol- landia" te Velsen ontvreemd en aan den 33- jarigen zeeman M. N. uit IJmuiden en den 24- jarigen zeeman L. v. d. G. uit Velsen gegeven, die de machine had verkocht en de opbrengst samen gedeeld. De officier van justitie had te gen ieder der helers 5 maanden gevangenisstraf geëischt. De verdediger mr. M. A. van Eek pleitte voor een voorwaardelijke veroordeeling. De zeelieden werden veroordeeld resp. tot drie en twee maanden gevangenisstraf met aftrek van preventief. Men schrijft ons: De luchtvaart, in welken vorm ook, is nog allerminst volmaakt, in verhouding met wat er te bereiken valt, doch staat veeleer pas in het begin van haar ontwikkeling. Zoo is dus de luchtvaart een zaak van de toekomst en dan in de eerste plaats van de jeugd, de draagster der toekomst. Werd de luchtvaart tot nog toe uitsluitend door volwassenen beoefend, thans kloppen wy jongeren aan de poort van het luchtvaartrijk en wenschen opengedaan te worden. Dank zii jeugdig enthousiasme, is dat klop pen niet vergeefsch geweest. We hebben slechts te kijken naar de Amsterdamsche Luchtvaart Club, om te ervaren dat hetgeen de jeugd wil, inderdaad bereikt wordt. Immers deze ver eeniging telt momenteel 112 leden, terwijl de club op 24 Juni 1933 is opgericht. Wy, Haarlemmers, mogen niet achter bly- ven, ook hier bestaat dat verlangen om ingewijd te worden in de geheimen der luchtvaart, er actief deel aan te nemen. Wy richten dit artikel aan alle jongens en meisjes van 1421 jaar. De op te richten club heeft ten doel, de luchvaart te bevorderen en er belangstelling voor te wekken. Zy tracht dit doel te bereiken door: a). het actief deelnemen aan de vliegsport. b). het bouwen van en experimenteeren met vliegtuigmodellen. c). het houden en organiseeren van lezingen, filmvoorstellingen, excursies en tentoonstellin gen. d). het in omloop brengen van lectuur (tyd- schriften, leesportefeuille). Jongelui, die hiervoor belangstelling gevoe len, gelieven zich schriftelijk op te geven bij: A. J. Sips, Emmastraat 28 met opgave van naam, adres en leeftijd. We zullen dan verder in overleg en samen werking met de propaganda-afdeeling van de Ned. Ver. van Jeugd Luchvaart Clubs binnen kort een ledenvergadering beleggen, die U nog verder zal worden aangekondigd. Na een ruim 30-jarige dienstvervulling is aan de heeren H. Verbruggen en C. v. d. Steeg, poli- tie-agenten hier ter stede, eervol ontslag ver leend met ingang van 16 December. Zy zyn in het genot van pensioen gesteld. Als onderdeel van de werken tot aanleg van den provincialen weg van Heemstede over Hoofddorp en Aalsmeer naar Uithoorn is in dien weg over de Oostelijke ringvaart van den Haarlemmermeerpolder by Aalsmeer eene be weegbare brug van ruime afmetingen gebouwd. Aangezien deze brug op slechts geringen af stand is gelegen van de draaibrug over de ring vaart tegenover de Kanaalstraat te Aalsmeer, moet het noodzakelijk worden geacht, dat de laatstbedoelde overbrugging, welke bij den Haarlemmermeerpolder in beheer en onderhoud is, wordt opgeheven. Immers ae aanwezigheid van twee bruggen op zóó geringen afstand van elkander zou voor het scheepvaartverkeer eene te groote belem mering opleveren. Waar de bovenvermelde draaibrug zoowel we gens hare beperkte doorvaarthoogte (pl.m. 1.29 M.) als wegens de geringe breedte van de doorvaartruimte (8.05 M.) by lange na niet vol doet aan de eischen, welke ten aanzien van bruggen over een vaarwater als het onderhavige dienen te worden gesteld, bestaat te gegronder reden om tot opheffing van deze brug over te gaan. Het zou trouwens, ook uit een economisch oogpunt bezien, niet verantwoord zyn te ach ten, indien naast de nieuwe overbrugging de oude draaibrug, welke eveneens voortdurende bediening en geregeld onderhoud zou blijven vorderen, gehandhaafd zou worden. Ter voldoening aan de voorschriften van de artikelen 7 e. v. van de Wegenwet, welke regelen inhouden omtrent het aan het openbaar ver keer onttrekken van wegen waaronder bly- kens artikel 1 der wet ook bruggen vallen hebben wy, alvorens te dezer zake eene beslis sing van Uwe Vergadering uit te lokken, het voornemen tot opheffing van de brug ter ken nis gebracht van de belanghebbenden en hen in de gelegenheid gesteld hunne eventueele be zwaren daartegen by Uwe Vergadering in te dienen. Als gevolg hiervan is een zevental bezwaar schriften ingekomen, welke hierachter zyn af gedrukt en welke alle hierop neerkomen, dat adressanten, van meening, dat het vervallen van de bestaande brug groot ongerief en voor velen zelfs ernstige schade zal veroorzaken aan Uwe Vergadering verzoeken niet te besluiten tot onttrekking van de brug aan het openbaar verkeer. Met betrekking tot hetgeen in elk der be zwaarschriften is naar voren gebracht, merken wy het navolgende op. B. en W. van Aalsmeer brengen onder de aandacht van Uwe Vergadering, dat de oude brug van den Haarlemmermeerpolder een di- recten toegang biedt tot de kern van het dorp, in het bijzonder tot de winkelstraten, genaamd de Zijdstraat en de Dorpsstraat, en uit dien hoofde een belangrijken factor vormt in het plaatselijk economisch leven. Het leiden in an dere banen, óók van het plaatselijke verkeer, zou naar de meening van Burgemeester en Wet houders een gevoeligen slag beteekenen voor de winkelzaken in het centrum der gemeente. Volgens een van onzentwege ingesteld onder zoek bevinden zich in de Zijdstraat 55, in den Stationsweg (gelegen in het verlengde van de Zydstraat) 4, in de Dorpsstraat 21 en in 'de Ka naalstraat 2 winkelzaken. Naar onze meening worden de gevolgen van de opheffing der oude brug door het gemeente bestuur te donker geschilderd. Van het door gaande verkeer hebben de winkelzaken geen of nagenoeg geen voordeel; het plaatselyke ver keer aan de Aalsmeersche zyde van de Ring vaart zal by opheffing van de oude brug in het geheel niet gewijzigd worden. Alleen zullen degenen, die aan den Aalsmeerderdyk ten Zuid- Westen van de oude brug wonen, eenig ongerief ondervinden by het doen van inkoopen te Aalsmeer, doordat zy een afstand van ten hoog ste 1 K.M., dus heen en terug ten hoogste 2 K.M. meer zullen moeten afleggen, hetgeen neerkomt op ruim 20 minuten langer loopen en nog geen tien minuten langer fietsen. Het is ondenkbaar, dat bedoelde bewoners met het oog op dezen omweg er toe zouden overgaan voortaan in Hoofddorp, dat ruim 5 K.M. ver is gelegen, of elders hunne inkoopen te doen. Niet uitgesloten is, dat in de toekomst wel licht meer winkelzaken aan den Aalsmeerder dyk en in de omgeving van den provincialen weg zullen worden gevestigd. Dit kan echter o. i. op zichzelf niet als bezwaar tegen de opheffing van de oude brug worden aangevoerd. Er moge nog op worden gewezen, dat by op heffing van de oude brug alleen de nauwelijks 150 meter lange Kanaalstraat, waarin, zooals boven reeds werd medegedeeld, slechts 2 winkel zaken zyn gevestigd, in eene doodloopende straat zal veranderen. Ook zal niet uit het oog mogen worden verloren, dat tengevolge van den bouw van de nieuwe provinciale brug het plaat selijk verkeer in de Dorpsstraat eer drukker dan minder druk zal worden. Volledigheidshalve zy ten slotte nog opge merkt, dat deze brug en de nieuwe provinciale weg volkomen passen in het gemeentelijk uit breidingsplan, waarvan zij een weloverwogen onderdeel vormen. Op eenzelfde wyze behandelen Ged. Staten de andere ingebrachte bezwaren. Men schryft ons: De Algemeene Vereeniging van Gemeente Ambtenaren in Nederland, afd. Haarlem, hield Dinsdagavond haar jaarlijksche gezellige bijeen komst. Ditmaal werd de avond doorgebracht met kienspel. Door een speciale regeling der Kiencommissie was het mogelijk gemaakt dat een ieder met een prys of prijsje naar huis kon gaan, echter was alles in verband met de tijdsomstandigheden in bescheiden vorm gehouden. De zeer groote op komst, reeds direct bij den aanvang, beloofde een welslagen van den avond. Een der leden, de heer Kuyper, amateur hu- morist-dichter-zanger vulde de pauzen tusschen de kienronden met zeer geestige, puntige en toe passelijke liederen, waarvoor hy een hartelyk en welverdiend applaus in ontvangst mocht nemen. De echtgenoote van den voorzitter, mevr. Goedhart, was na een langdurige ziekte eveneens aanwezig en werd met een bloemstuk verwel komd, als öank voor den grooten steun, welken zy den hardwerkenden voorzitter steeds geeft. De geheele avond kenmerkte zich door een in tiem gezellige sfeer. Ter afwisseling werden door den humorist nog eenige pianostukjes ten beste gegeven, ter begeleiding van een dansje voor de jongeren. Alles bij elkander genomen was deze avond een groot succes en een dank bare belooning voor de vele bemoeiingen der Kiencommissie. Dinsdagavond is tijdens de afwezigheid van de bewoners ingebroken bij den heer R. aan den Aalsmeerderdyk to Haarlemmermeer. Door een raam omhoog te schuiven zijn de in brekers binnen gekomen. Alles haalden zij over hoop, zelfs de bedden werden gekeerd, maar zij konden niets van hun gading vinden. Vermoedelijk zijn de heeren in hun werk ge stoord, toen de bewoners thuis kwamen, en toen op de vlucht geslagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9