HET VRIENDELIJKE GEZICHT VOOR SERRE OF e Meisjes-Nachtjapon M Ff DM S# 7 s Een snoezig winterhoedje OP VERZOEK Baby—truitje en luierbroekje Wij maken zelf onze strijkpatronen DE VROUW HEM i ii mi Het was in de kerk, dat ik 't opmerk te, en U moogt 't daarom gerust be neden critiek vinden, dat ik zoo verstrooid was. Wat niet wegneemt, dat 't zelf waarschijnlijk óók zoudt hebben moeten zien. t Was een voorvalletje van niets: een moeder verbood haar heel klein meisje, dat had zitten omkijken. Dat zoudt U ook ge daan hebben en ik ook, en wij allemaal, als we zoo'n heel klein meisje naast ons hadden gehad, met 'n bruin krullenhoofd- je, dat maar draaide en rekte en ongedurig deed. Maar 't was de manier waaróp, die de aandacht trok. Er was in 't gezicht van de moeder geen glimpje humor of begrijpen. Er was niet eens die geveinsde strengheid, die op 't kleintje indruk moet maken en die ieder ander volwassene zoo gemakkelijk door ziet. Er was niets dan wrevel, vitterigheid, snauwen zonder woorden. En achter zoo'n enkelen onderschepten blik, zoo'n glimp van 'n toevallig opgevan gen gelaatsuitdrukking, kan dan een com pleet visioen rijzen van de huishouding, waarin zoo'n vrouw den schepter zwaait: met snauwen gedresseerde kinderen, doods benauwd te mishagen, mokkende dienst boden, een echtgenoot, die het argumen teeren al lang heeft opgegeven en een hond die altijd kijkt of hij een tik verwacht. Kennen we niet allen van die vrouwen? In den grond hóuden ze van de haren; ze zouden radeloos zijn, wanneer ze haar man of een van de kinderen zouden moeten ver liezen. Maar zachtheid en soepelheid in den omgang schijnen ze daarom nog vol strekt niet noodig te vinden; de simpelste opmerkingen of mededeelingen worden op een ruzietoon geuit, de geringste onhan digheid of vergeetachtigheid wordt aan leiding tot uitvoerige verwijten en ser moenen. Stille, geruischlooze bewegingen kennen deze vrouwen niet. Als een gebelg de wervelwind stuiven ze door de kamer, zetten met grooten nadruk dingen op hun plaats, kloppen fel een met asch bemorst kleedje buiten het raam uit, deelen kopjes thee rond met de gratie van den sergeant van-de-week, die de tinnen bordjes stamp pot uitgeeft, zuchten veel en hoorbaar en trekken de deuren zeer krachtig dicht.... Ja, we kennen ze allemaal. Maar dat is nog geen reden om te verzuchten: Heer, ik dank U, dat ik niet ben zooals deze Heb ik dan ook niet gedaan, toen ik in 't Lof die moeder zoo irriteerend zag doen. Want we zijn wèl „zooals deze" alle maal; we mogen dan niet, zooals zij, een gewoonte maken van norsche ongeniet baarheid we hebben toch bijna allen wel eens ooit dergelijke buien. Kennen we misschien niet genoeg de on schatbare waarde van het vriendelijke ge zicht, en wat daar onafscheidelijk mee sa mengaat, de zachte, lieve stem, den har- telijken oogopslag, het rustgevend gebaar? Toch wel waar 't onszelf geldt, zijn we er zelfs buitengewoon gevoelig voor. Bevoordeelen we van twee even goede winkels niet steeds die, waar die opgewek te hulpvaardige juffrouw achter de toon bank staat, wie nooit iets teveel is, boven die andere, waar de verkoopster bijna vij andig begint te doen, wanneer we het eer ste dat ze aandragt niet onmiddellijk ne men? Wanneer we ongemeld even bij een kennis aanloopen om 'n informatie, voelen we ons dan niet verwarmd, wanneer de huisvrouw ons tegemoet komt met 'n ge zicht alsof onze komst 'n onverwacht bui tenkansje voor haar was en verkild, wanneer dat gezicht slechts weinig enthou siaste verwondering uitdrukt? En als we eens nagaan, welke van onze vrienden we het allerliefst mogen, het warmst bewon deren, dan zullen we verrast ontdekken, dat 't stuk voor stuk menschen zijn met 'n onverstoorbare, ongekunstelde vriendelijk heid. Zouden we onzen huisgenooten iets, waarvan we zóó goed de waarde kennen, willen onthouden? De vriendelijke, opgewekte gelaatsuit drukking kan men zich eigen maken, als men er niet door de natuur mee begiftigd is. Sommige menschen noemen zooiets „poppenkast" en „aanstellerij'. Dat zou het ook zijn, wanneer 't een heel andere ge zindheid moest maskeeren, wanneer er niets van gemeend was. Maar we zullen toch niet willen beweren, dat we den onzen geen vriendelijk hart toedragen? Integen deel, een vriendelijk gezicht zou een veel getrouwer weerspiegeling zijn van onze ware gevoelens dan de ietwat ruwe stug heid, die enkel maar een slecht aanwend- sel van ons is. Heel de stemming, de atmosfeer in huis is afhankelijk van de gelaatsuitdrukking der huisvrouw. Er is niets veranderd, wan neer we vriendelijk kijken inplaats van wrevelig, verongelijkt en ongeduldig en toch, wat 'n verschil I Geluk en ongeluk lijken zulke groote woorden, zulke groote dingen, die met onbeduidende alledaag- sche oorzaken niets te maken hebben. Toch zijn ze daarvan in hooge mate afhanke lijk ze zijn een product van een on noemelijk aantal nietigheden, waaruit ze worden opgebouwd. Als daar zijn: 'n chro nisch onaangenaam óf een vriendelijk gezicht.... S. A. T. Genomen maten: b.w. 85 c.M., lengte 122 c.M., heupwijdte 100 c.M. Benoo- digd: 2.15 M. effen stof, 1.15 M. ge werkte stof, 80 c.M. smal lint, 2 M. breeder lint in dezelfde tint. Voordeeliger is het twee nachtjaponnen te maken. Van de een neemt ge dan het bovenstuk gewerkt en van de andere het geheele onderstuk. Dan hebt ge noodig 2.55 M. van elke stof, ook van 80 c.M. breedte. Ge teekent het pa troon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Hierna legt ge de patronen op de stof, waarna ge alles met een naad uitknipt, terwijl ge onderaen nog 3 c.M. extra voor zoom bijrekent. Het kraagje kunt ge aan den zijkant ter hoogte van de taillelijn wegknippen. Wanneer al les is geknipt, begint ge de zijnaden met 'n platten naad te verbinden, waarna ook de schoudernaden van het aparte bovenstuk. Onderaan in het bovenstuk maakt ge 'n in slag, waarna ge dit op de nachtjapon stikt en achteraan platstikt. Onderaan maakt ge een 3 c.M. breeden zoom in. Het ronde ge deelte van het armsgat werkt ge af met een schuin biesje naar den verkeerden kant, dat na afwerking één c.M. breed moet zijn. Het rechte gedeelte van 't arms gat werkt ge af met een schuin biesje van dezelfde stof als het kraagje en het onder ste gedeelte, terwijl ge dit c.M. eruit laat komen. Het kraagje, dat op vorm geknipt is, wordt langs den buitenomtrek gestikt, omgehaald, en door middel van een schuin biesje langs den hals gezet. De vetergaten, die één c.M. groot moeten zijn, moet ge precies in de taille, en wel 7 cM. van el kaar af, 3 y-, c.M. vanaf middenvoor te be ginnen. Het smalle lint knipt ge ongelijk in tweeën, waarna ge dit onder het kraagje even vastnaait, en het breede lint door de vetergaten rijgt, waarna ge dit op den rug laat sluiten. DINY De verschillende modeshows, die wij in 't begin van den winter bezochten, brachten mantelpakken met drie-- kwartmantels. Natuurlijk zien de manne quins er in ieder costume snoezig uit en dus ook in deze combinatie, 'n Driekwart mantel staat echter de meeste meisjes wat ouwelijk. Wij zouden haar dus bij voorkeur raden aan dames van middelbaren leeftijd. Het patronenkantoor „Panora" heeft hiervoor eenige aardige modellen. B.v. no. 587, dat gemaakt is van diagonal serge. De mantel heeft een typisch gesneden voor- en achterpand, waarover een klein cein tuurtje ligt. De losse sjaalkraag loopt on der een aangeknipte sluiting door. Het rok je heeft een diepe plooi op den voor- en zijnaad. Wij hebben er slechts 3 M. stof voor noodig van 140 c.M. breed. No. 588 heeft een heerenkraag, is licht getailleerd en heeft twee rijen knoopen. Het is een bijzonder chique model, doch daar het niet hoog aan den hals sluit, zullen we er wel een bont op moeten dragen. Ter afwisseling geven we hier ook nog 't model van een avondjasje. Wanneer wij 't met lange mouwen maken, kunnen wij het best eens aandoen zonder dat we nu juist in gala zijn. Alleen met de schouderklep- pen maakt het dadelijk meer den indruk van een avondjasje vooral als we het van fluweel maken. POLA Van alle op deze bladzijde voorkomende modellen, die aan het mode-album „Winterweelde" ontleend zijn, kunnen patronen besteld wor- den tegen den prijs van 35 ets. voor mantels en japonnen, van 20 ets. voor rokken, blouses, kleine avondjasjes en kinderkleeding. Ghocoladevla. Voor li eenvoudige cho coladevla neemt men, bij 1 L. melk, 3 lepels cacao, 3 lepels maizena en 6 lepels suiker. Maizena en chocoladepoeder worden met een deel van de melk goed aangemaakt, terwijl men de overige melk met de suiker laat koken. Als de melk kookt, roert men daar chocolade en maizena doorheen en men laat alles, onder roeren, eenige minu ten doorkoken. Wil men de chocoladevla iets fijner ma ken, dan neemt men er één of meer eie ren bij. De geklopte dooiers roert men er, van het vuur, doorheen, en daarna het stijf geklopte eiwit. Ook kan men het geslagen eiwit in hoopjes boven op den schotel leg gen, of wat nog mooier is natuurlijk, het in torentjes er op spuiten. Mousse au chocolat is weer een fijner chocoladetoetje. Men rekent hiervoor evenveel eieren als men personen aan tafel heeft, evenveel le pels cacao en tweemaal zooveel lepels suiker. Het eiwit wordt goed stijf geklopt. De cacao met de suiker roert men met 'n wei nig je water, boven 'n zacht vuurtje of bo ven wasem tot een en ander goed gesmol ten is. Van het vuur roert men er, als het even afgekoeld is, een voor een de eier dooiers door en tot slot het stijf geslagen eiwit. Men doet de mousse dan over in 'n gla zen schaal ofwel in kleine glazen of schaal tjes. In plaats van chocoladepoeder kan men ook reepen chocolade nemen, die men op den wasem laat smelten en glad roert. Men heeft dan slechts weinig suiker noodig. Mousse au chocolat met slagroom. Hier voor gebruikt men, bij een halven liter Er is niets dat een kamer zoo'n licht en zonnig cachet geeft als een linnen tafelkleed, dat met heldere spreken de kleuren geborduurd is. De serre of eet kamer vragen gewoonlijk om zoo'n aan kleeding om werkelijk gezelligheid te kun nen geven. Een zonnig licht vertrek schenkt vreugde en„ein bischen Freude können wir alle gebrauchen" zingt Renate Müller en zij heeft 't heusch bij 't rechte eind. En waar ter wereld kunnen wij huisvrouwen meer vreug de vinden dan in ons eigen home, waar wij driekwart van ons leven doorbrengen, 't Is geen rechtgeaarde Hollandsche vrouw, wier hart niet opengaat bij 't zien van haar keurige, welverzorgde woning. Al is ons nestje nog zoo klein, het kan en móét er zonnig zijn. Heeft mijn korte „preek" doel getroffen? Zóó, dat U direct gaat beginnen om één der twee hierbij af gebeelde tafelkleeden te vervaardi gen? Ze zijn alle twee bewerkt met vlug opschietende motieven, zoodat zij maar weinig beslag leggen op uw kostbaren tijd. Het eerste model be staat uit wit linnen en is door mid del van opendradenwerk in ruiten verdeeld. Maar niet aleen open- i dradenwerk, ook een geborduurd sier randje doet dezelfde diensten. In ieder vierkant komt nu een bloem-motief, dat men kan appliceeren of borduren. Besluit men tot de eerstgenoemde werkwijze, dan knipt men de bloem uit gekleurd linnen en festonneert ze in de ruiten. Erg aardig is het ook als men de groote bloemen in ap- plicatiewerk en de kleinere in borduurwerk uitvoert, wat tevens veel gemakkelijker is. De bloemen van ons model zijn allen licht lila met citroengele harten, maar men kan natuurlijk iedere gewenschte kleur kiezen. Het zou ook heel mooi kunnen worden als men iedere bloem in een andere kleur ver vaardigde, mits de kleuren harmonieeren. Maar zoo'n kleursamenstelling is lang niet ieders zaak en dient goed overwogen, bi zonder daar het hier nogal groote bloemen betreft. Een enkele slecht gekozen kleur zou aan de fijnheid of de frischheid van ons kleed afbreuk hunnen doen. Om zulks te voor komen, geef ik hierbij eenige samenstellin gen op. Lila, geel, roestrood of oranje, blauw, donkerbruin; verder: rood, zwart, citroengeel. Ons tweede model bestaat uit crème linnen en vertoont 'n rand en middenstuk vol sterretjes in een bonte mengeling. Hier geen angstig overwegen welke kleur, iedere kleur is mooi; hoe bonter hoe fraaier. Al leen de omtrek, welke in schulpen is gewerkt, wordt met zwart garen gefestonneerd. Ook de kleine moe zen tussehen de sterren zijn zwart. Men kan den rand en het midden stuk aflijnen door een open zoom of door een gewonen kettingsteek. Ik behoef zeker niet te zeggen dat alle garen, 't welk wij voor deze tafel kleeden gebruiken, wasch-, licht- en zonecht moet zijn; dat weten mijn lezeressen natuurlijk zelf weL ETA TANGELDER slagroom, 4 afgestreken eetlepels cacao en 1 ons poedersuiker. Men laat de chocolade poeder en de suiker, in een theekopje vol melk, oplossen boven wasem en laat dit mengsel geheel koud worden. De slagroom wordt goed stijf geklopt, waarna men er voorzichtig de afgekoelde chocoladebrei doorheen roert. Men doet de massa over in een glazen schaal i of in kleine dessertschaaltjes en garneert het gerecht met torentjes van slagroom of geslagen eiwit. Bij een en ander kan men droge wafel tjes presenteeren. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL Men breit met aluminium naalden no. 3. Dit eenvoudige modelletje wordt gebreid in de breedte. Men begint aan den voorkant. Voor de kleinste maat zet men 45 st. op; voor de 2e maat 55 st. Men breit voor de eerste maat 40 ribbels, voor de tweede 46 ribbels; resp. dus 80 toeren of 92 toeren rechts. Dan heeft men de helft van het broekje gebreid en men kant 20 st. af voor het split aan den onderkant. Men breit ver der de naald uit en breit weer terug op al de st. Aan den onderkant zet men dan weer 20 st. bij op en breit nu, voor de twee de helft van het broekje, evenveel ribbels als voor de eerste. Nu kant men, beginnen de aan den bovenkant, zooveel steken af, dat er nog 20 st. overblijven. Op deze 20 st. breit men 18 ribbels voor het kruisje. Dit vierkantje wordt nu met de nog open drie kanten in het split genaaid, de voor naad wordt dichtgenaaid en het broekje is klaar. Alleen haakt men langs den boven kant nog 'n gaatjestoer voor het doorhalen van een elastiekje. Zoo men wil kan men ook de openingen voor de beentjes nog met 'n enkel toertje omhaken. Baby-truitje. Naalden no. 2of 3. 56 st. opzetten en een boordje breien van blok jes 2 r. 2 aver. Na 2 toeren laat men dus telkens den st. verspringen, door r. boven aver, te breien en omgekeerd. Als men zoo 6 blokjes boven elkaar heeft, breit men ver der rechts, tot men 32 ribbels heeft ge breid. Dan begint men te meerderen voor de mouwtjes. Hiervoor zet men, aan 't ein de van elke naald, 2 st. bij op, tot men aan eiken kant 7 keer 2 st. heeft gemeerderd. Daarna zet men, aan het einde van de eerstvolgende 2 naalden 22 st. bij op voor de mouwtjes. Men heeft dan in het geheel 128 st. op de naald. Men breit hierop 12 ribbels, waarna men de halsopening maakt. 50 st. breien, 28 st. afkanten en op de over gebleven 50 st. 12 ribbels breien. Nu breekt men den draad af. Men zet 13 st. op 4 daarvan moeten dienen voor 'q overslagje en breit vervolgens de 50 st. die waren blijven staan, beginnende bij het split, dus aan den binnenkant van het werk. Men breit ook hier 12 ribbels, waarna men alle steken weer op één naald neemt. Daarbij worden echter de 4 st., die voor 't overslagje bestemd waren, af gekant. Heeft men alle st. weer op de naald, dan worden, in de eerstvolgende 2 toeren, aan het begin van de naald 22 st. afgekant voor de mouwtjes en vervolgens mindert men, aan het begin van elke naald, 2 st. voor de okseltjes, tot er weer 56 st. op de naald zijn Hierop breit men weer 32 ribbels en ver volgens de boord van 6 blokjes 2 r. 2 aver, voor den onderkant. Afkanten. Aan den onderkant van de mouwtjes neemt men de steken op en men breit daar op een boordje van 4 blokjes, dat wordt omgeslagen. Het halsje omhaakt men nog met 1 of 2 toertjes, waarbij men in het split 'n paar lusjes haakt en aan den anderen kant knoopjes aannaait. Tot slot de zijnaden dichtnaaien. Dit truitje is de kleinste baby-maat. Voor de tweede maat zet men 70 st. op en breit naar evenredigheid meer toeren. De kinderkousjes. Van Mej. C. V. uit Hillegom ontving ik nog een patroon van kinderkousjes uit dameskousen te knippen, ongeveer hetzelfde als in deze rubriek in- tusschen reeds werd opgenomen. Mijn bes ten dank niettemin aan de vriendelijke lezeres voor haar gewaardeerde medewer king. DORA. Oude luiers kunnen nog voor allerlei din gen gebruikt worden: Van de badstoffen maken we waschhandjes, dweilen, enz. De tetra-luiers leveren door hun soepel weef sel goede verbandstof en.... wrijflappen, terwijl de meest populaire oogjesstof- luiers voor slabbetjes (met een aardig kruis steekmotiefje), poetsdoeken, enz. geschikt is. Zelfs hebben oude oogjesstofluiers eens voor voeringlijfje voor een klein plooirokje gediend. Langzamerhand komen onze vilthoeden weer voor den dag. Afgedankte exemplaren leenen zich nog voor allerlei handwerkjes, zooals tafelmatjes, als men ze met kleurig D.M.C.-garen omhaakt, baby-schoentjes of enkele zooltjes voor kinderschoenen, aan- vattertjes bij den theepot, kinderspeelgoed, b.v. beestjes ervan knippen of voor appli catie-materiaaL De mogelijkheid om zelf strijkpatronen te maken, was tot nu toe weinig be kend, en het doet ons juist daarom een groot pleizier, dat we onze lezeressen nu met die mogelijkheid vertrouwd kunnen maken. Tot nu toe konden we onze teekening dan desnoods met behulp van carbon papier op het goed overbrengen, doch de gemakkelijke manier door strijkpatronen konden we alleen, als we de strijkpatronen in den winkel gingen koopen. En zelfs met die strijkpatronen waren we er dan nog niet, want wilden we een groot kleed ma ken, met een rand van bloemen, dan had den we verschillende patronen noodig, daar we elk patroon slechts eenmaal konden ge bruiken. De bedrukte kleeden, waarnaar we de voorbeelden kunnen borduren zijn aardig duur, en dus is het zelf maken van de patronen werkelijk een uitkomst. Wij zullen U ook zoo nu en dan aardige teekeningen voor de patronen leeren ma ken, en verder voor hen, die dit nog te moeilijk vinden, zullen we een strijkpa- troon beschikbaar stellen voor 25 ct. aan postzegels, van het handwerk, dat in de krant behandeld wordt. Eén strijkpatroon is dan voldoende voor U, omdat U zelf de teekeningen opnieuw kunt overhalen, wan neer de verf van het strijkpatroon op de stof is overgebracht, met een niet te heeten bout. We beginnen U met het oog op het a.s. St. Nicolaasfeest acht bordenkleedjes te la ten maken met onderstaand motief, te teekenen op een stevig stukje vloei-papier. U kunt voor de madeliefjes een cent ge bruiken en die omtrekken; de zes punt- blaadjes worden op gelijken afstand, begin nende van het middelpunt, ingeteekend, en U trekt zoo een heelen rand. De bloem blaadjes zijn langwerpig en U doet goed daar een blaadje van te knippen, van kar ton, en dit te gebruiken, om regelmatig om te trekken. U verdeelt ze zooals op het voorbeeld aangegeven. Staat de geheele teekening in potlood op het vloeipapier, dan maakt U het volgende mengseltje, bijv. in een eier dopje. Doe 1 theelepeltje poeder-suiker en 1 theelepeltje fijn afgeschraapt blauwsel in het eierdopje en voeg driekwart theelepel tje koud water erbij. U roert een en ander goed, totdat de suiker opgelost is en alles goed vermengd is tot een verfpapje. *Die verf nu kan opgebracht worden over de geteekende lijnen, met een fijn penseeltje. Om goed succes te verkrijgen moet ge regeld onder het werk geroerd worden. Wanneer U een vlek maakt met de blauwe verf dan neemt U oogenblikkelijk 'n doek je met een weinig melk ej U haalt er vlug de vlek mede af. Want laten we deze vlek op het strijkpatroon zitten, dan wordt de vlek op uw goed overgedrukt. De beste resultaten verkrijgt men door *t geverfde patroon goed te laten drogen, en het te gebruiken voor overbrenging op uw handwerk, niet later dan 10 uur na de be schildering. Oude, gebruikte patronen kunt U weer opnieuw beschilderen. De kleedjes kunnen met een eenvoudi- gen steek geborduurd worden in een fris- sche kleur en rondom voor afwerking ge festonneerd, of omwerkt met waschecht band. ANEMOON Verkleurd koper, zooals b.v. bel en brie venbus van een huis, dat lang heeft leeg- gestaan, wordt weer blank door 't te schu ren met nat zand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 10