Donkere dagen voor Hongarije
DIAMANT
JECOVITOL
lid w/tfml van den dag
1
I HET KAPERSNEST I
DE RADEN-DICTATUUR
BAK- EN BRAADVET
HET BESTE
LIJDT SCHIPBREUK - Warbucks huurt een jacht
Z"M GEZOND
ZIJN
JOSEPH CONRAD
VRIJDAG 15 DECEMBER
Avonturen van graaf Albert
Apponyi tijdens de heer
schappij van Bela Kun
Prof. Adolf Ajkay"
22j ets
p. hall pond
45 ets
p. pond
Graaf Apponyi
Werkverruiming
Hoe de heer W. te Rotterdam
met zijn rheumatiek tobde
iiiiimiimimiiiiu!
GEIJKTE LEVERTRAAN
De omgekeerde wereld
Mijnheer warbucks verliest geen
alles in orded huur Pk. het vaar
tuig; DAM SEN/KDAARMEE KLA,
regelen niet uit nTUtCCLlteit
het oog verliezen.
Petrcleumproductie in
Rusland
VOOR
DE
NATIONALE
a DRANK J
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
De gedenkschriften van den Hongaarschen
staatsman Graaf Albert Apponyi zijn
nauwelijks van de pers en reeds is er
een waardevolle aanvulling op verschenen.
„Aquarellen over Apponyi" is geschreven door
den voormaligen directeur der domeinen en
bekenden politicus Julius Deme en behandelt
vooral het intiem leven van den onlangs ge
storven staatsman. Wij schrijven enkele pas
sages over uit een der boeiendste hoofdstukken
van dit merkwaardig boek: de avonturen van
Graaf Apponyi tijdens de raden-dictatuur van
den bolsjewiek Bela Kun.
Het bericht van de staatsomwenteling werd
Graaf Apponyi telegrafisch medegedeeld door
Graaf Michael Karolyi. De grafelijke familie
verbleef op haar landgoed in Eberhard. Toen
men er hem van in kennis stelde, dat Graaf
Karolyi de republiek had uitgeroepen, schudde
de grijze staatsman het hoofd en zeide:
„Hongarije een republiek? Maar dat is absurd"
Het duurde even voor hij zich wist te be-
heerschen. Dan sprak hij lang over het Ko
ninkrijk Hongarije en besloot dat de dynastie
te diep in het Hongaarsche volk geworteld was
om Hongarije tot een republiek te kunnen ver
vormen.
Gedurende de volgende weken werd de po
litieke toestand steeds ernstiger en de revolu-
tionnaire gezindheid won zienderoogen veld.
Een functionaris der socialistische party viel
de familie Apponyi herhaaldelijk lastig en pro
beerde vooral de gemoedsrust van den ouden
staatsman te verstoren. Vrijwel eiken nacht
werd er op het slot geschoten, zoodat men
nachten lang niet tot rust kwam.
In deze droeve dagen vertelt Julius Deme
sprak ik meermalen met Graaf Apponyi over
het bolsjewisme, en het is kenteekenend voor
hem dat hem nooit een leelijk woord over de
bolsjewieken ontsnapte.
Tenslotte werd de toestand onhoudbaar en
men drong er bij Graaf Apponyi en zijn familie
op aan, dat zij zouden vluchten. Deze raad
werd opgevolgd, inderhaast pakte men alles bij
elkaar wat strikt noodzakelijk was en bezwoer
mij Eberhard te verlaten, zoodra de bolsjewieken
mijn leven bedreigden. Wij wisten niet waar
Graaf Apponyi heentrok. Het vertrek vond in
de late avonduren plaats en wij dachten dat
hij wel, evenals de meeste Hongaarsche aris
tocraten, naar Weenen zou gaan. Eerst later
vernamen wij dat hij naar het bezit van Graaf
Karolyi in Stomsa getrokken was en na daar
eenige dagen vertoefd te hebben, langs allerlei
omwegen over Marchegg naar Weenen reisde.
Dit bericht berustte echter op een vergissing.
Graaf Karolyi en de zijnen waren naar Boeda
pest gegaan om te voorkomen dat hun paleis
in de Werböczstraat door de roode horden van
Bela Kun geplunderd zou worden.
Aanvankelijk ondervond men geen enkele
moeilijkheid. Dan kwam plots van bevriende
zijde het was in de eerste dagen van April
1919 de waarschuwing, dat Bela Kun de
arrestatie van Graaf Apponyi bevolen had De
Graaf en zijn zoon George verlieten oogenblik-
kelijk het paleis, brachten den nacht bij vrien
den door en namen den volgenden morgen den
eersten trein naar Stuhlweizenburg. De vrouwe
lijke leden der familie hadden eveneens een
veilig onderkomen gezocht. Graaf Apponyi had
zijn baard laten afscheren om niet herkend te
worden. Dit kon evenwel niet voorkomen, dat
hij in den trein door een rooden soldaat her
kend werd. Reeds leek alles verloren, toen de
man, die klaarblijkelijk niets van een bevel tot
arrestatie afwist, vriendelijk groette:
„Goeden morgen, excellentie."
Hij verliet den coupé zonder Graaf Apponyi
gevraagd te hebben hem zijn paspoort te laten
zien.
In Stuhlweizenburg verlieten de Graaf en
zijn zoon den trein om zich te voet naar de
bezitting van Graaf Alexander Kanolky te be
geven. Daar de toestand in Hongarije en vooral
in de Hongaarsche provincie, waar de moord-
benden van Tibor Szamuely huisden, steeds
dreigender werd, gaf Graaf Apponyi zich uit
voor professor Adolf Ajkay. Hij had een identi
teitsbewijs dat op dezen naam was gesteld. Hij
had dezen naam zoo gekozen, om niet in te
genspraak te komen met het monogram van
Albert Apponyi op zijn kleeren.
Een roode soldaat verklaarde zich bereid den
Graaf over den Donau te zetten. Vlak aan den
oever riep hem een andere roode soldaat toe:
„Halt!"
Zijn kameraad riep:
„Niet schieten! Deze man is mijn neef."
Met de grootste moeite wist het grafelijk
echtpaar Apponyi had intusschen zijn vrouw
weten te' bereiken enkele dagen later naar
Boedapest terug te keeren. Hij had van be
trouwbare zijde vernomen, dat er in de hoofd
stad een sterke tegen-revolutionnaire strooming
viel waar te nemen en daar wilde hij, ondanks
zijn hoogen leeftijd hij telde toen reeds drie-
en-zeventig jaren aan mee werken.
Hij had echter geen geluk. Waarschijnlijk
door verraad kwamen de rooden er achter dat
DE BEREIDINGSWIJZE STAAT OP
Graaf Apponyi in Boedapest verbleef. Op een
nacht werd hij door de terroristen van zijn
bed gelicht en overgebracht naar de Stein-
brucher gevangenis. De tusschenkomst der
Italiaansche missie, welke in die dagen te Boe
dapest verbleef, werkte niets uit en het duurde
weken voor Graaf Apponyi weer in vrijheid
werd gesteld.
De raden-dictatuur beleefde toen nog haar
grootsten bloei en dagelijks kon men Graaf
Apponyi tegen den middag post zien vatten
voor een of anderen winkel, waar hij vleesch- en
broodkaarten probeerde te bemachtigen.
Gewoonlijk werd hij vergezeld door zijn
vriend, den thans gestorven Graaf Elemer
Batthyany, en het was roerend te zien hoe
beide oude heeren elkander trouw bleven en
wederkeerig steunden in deze donkere dagen
der- Hongaarsche geschiedenis.
Op verzoek is eervol ontslagen met dank H.
M. Hirschfeld als lid der Rijkscommissie van
Advies voor Werkverruiming en is als zoodanig
benoemd G. J. Teppema, referendaris bij het
Departement v. Economische Zaken.
(Ingezonden Mededeeling)
Tot zijn vrouw ingreep
En reeds in twee weken zyn pijnen afnamen
„Ongeveer 4 5 jaar geleden heb ik U eens
geschreven over de schitterende werking, die
Kruschen Salts op mij had. Nu heeft mijn man
ongeveer een jaar geleden last gekregen van
rheumatiek: hij voelde den heelen dag pijn
in zijn arm. Vooral in bed had hy er veel last
van en kon soms niet slapen. Aan Kruschen
geloofde hy niet, al kende hij door mij de
beste resultaten. Hij heeft eens twee maanden
verschillende medicijnen geslikt, geen resul
taat; toen gemagnetiseerd, niets geen resul
taat; toen behandeld met ultra-violette stralen.
Zou na een paar behandelingen beter zijn; het
heeft drie weken geduurd; een heele vei brande
arm was het eenige resultaat. Toen dacht ik
aan wat ik wel eens gelezen had: stiekum
's morgens wat Kruschen in zijn thee. Hij proef
de gelukkig niets, en na veertien dagen voelde
hij verlichting van pijn. Toen vertelde ik mijn
geheimpje en nu neemt hij al twee maanden
eiken morgen, zooals ik nog altijd doe, een
flink glas lauw water met een klein schepje
Kruschen Salts. Resultaat: na twee maanden
heelemaal zonder pijn. De pijn is langzaam
maar zeker minder geworden en nu heelemaal
weg. U begrijpt zijn dwepen met Kruschen
Salts. Wees ervan overtuigd, dat wij altijd en
overal Kruschen Salts als een wonder verheer
lijkten. Mevr. C. C. W. te H.
Elke „kleine, dagelijksche dosis" Kruschen
Salts is een wetenschappelijke combinatie van
minerale zouten, welke al Uw afvoer-organen
aansporen nieren en maag en deze ge
regeld aan 't werk houden, zooals de natuur dat
bedoeld heeft. Het gevolg van deze inwendige
zuiverheid is, dat verfrischt en vernieuwd bloed
door Uw aderen stroomt. Giftig urinezuur, dat
Uw rheumatische pijnen veroorzaakt, wordt
langs natuurlijken weg verwijderd en de pijnen
houden op. En als U voortgaat met „de kleine,
dagelijksche dosis" Kruschen Salts, zal Uw ge-
heele wezen lichaam en geest van deze
zuiverende verfrisschende werking den welda-
digen invloed ondervinden.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij
alle apothekers en drogisten k ƒ0 90 en 1.60
per flacon. Stralende gezondheid voor één cent
per dag.
Let op dat op het etiket op de flesch, zoowel
als op de buitenverpakking de naam Rowntree
Handels Maatschappij Amsterdam voorkomt.
iiiiiimimiiiiiiuiH
Als het wintert, heb je doorgaans,
Dat het ook een beetje vriest.
1 Zelfs wanneer men voor zich zeiven
Liever dooiend weer verkiest.
Officieel pas houdt de winter
d' Eenentwintig sten entree,
En de dagen, die daarvoor zijn,
Tellen feitelijk niet mee.
I Maar om u dan te doordringen,
I Dat het vriest, zelfs onverpoosd,
Blaast de wind met bolle wangen
Stormachtig uit Noord-Oost.
Kou is niets, maar deze koude
i Snijdend als een vlijmscherp mes,
Heeft misschien als kou-beginsel,
Centimeters ijs-succes,
Maar wij kleumen en bevriezen
En wat ook beslist bekoelt:
i Dat je nu je neus en ooren
En je voeten niet meer voelt.
En wat doe je als het wintert?
I En wat doe je als het vriest?
Als de Oostenwind aan koude
i Noch aan vinnigheid verliest?
i Als wij kuchen en wij hebben
i Zelfs de kachel volgegooid?
i Als de neus loopt als een kraantje, i
Niet bevroren, maar ontdooid?
Als je meer dan brïlleglazen,
Telkens maar je neusje zeemt? I
i Wel, dan is het maar het beste.
Dat j'een schoonen zakdoek neemt!
1 MARTIN BERDEN 1
(Nadruk varboden)
iuiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiMimiiiiwiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiii^
are wjj nos nie( a|tjjrt zeggen: ge
zond blijven. Vergroot Uw weerstandsver
mogen tegen griep en andere infectie-ziek
ten door middel van JECOVITOL. Geijkt
door een Nederlandsch Professor! Gewaar
borgd gehalte: minstens 50 eenheden Vita
mine A en 250 prophyl. 125 internat.)
eenheden Vitamine D.
Bij Apothekers en Drogisten f -.75 p'. Fl:
BROCADES-«THEEMAN PHARMACIA
Chineesche zijderupskweekers worden tegen
woordig door een Italiaan in de moderne teelt
onderwezen. Hun leeraar, dr. Benito Mari,
werd door de regeering te Nanking in dienst
genomen. Zyn benoeming is een bewijs voor
de verandering der tijden. Italië is tegenwoordig
op de wereldmarkt China's gevaarlijkste con
current.
Volgens de overlevering werd het Chineesche
zijdemonopolie ontzenuwd door Marco Polo, den
beroemden ontdekkingsreiziger uit de dertiende
eeuw, die een paar zijderupsen in zijn baard
verstopte, en ze zoo uit Noord-China naar zijn
vaderland overbracht. Hij werd hierdoor stich
ter van de Italiaansche zijdekweekerij, die
thans China ten voorbeeld is.
Harry Cooper was een man, die een inbraak
tot in de puntjes voorbereidde, zoodat hij
op alle mogelijkheden was voorbereid,
maar die dan ook gewoonlijk een ongeloofelijke
brutaliteit en zelfverzekerdheid aan den dag
legde. Toen hij zich tegen den avond naar de
villa van generaal Blackburv begaf, wist hij dat
er in het huis geen sterveling te vinden zou
zijn. De generaal was voor enkele weken uit de
stad en had den naastbyzijnden politiepost ver
zocht een oogje in het zeil te houden.
Het was dus zaak voor Harry Cooper om de
regelmatig surveilleerende agenten te ontwijken.
Aan den anderen kant wilde hij op zijn ge
mak het geheele huis doorzoeken.
Zijn vindingrijkheid deed hem een plan aan
de hand, waarmede hij alle moeilijkheden kon
oplossen. Voor een geroutineerd inbreker als hij
was het niet moeilijk in den villatuin te komen,
zonder gezien te worden. De buitendeur was ook
al geen bezwaar, want hij had een goede col
lectie loopers tot zijn beschikking, waarmee het
moeilijkste slot in korten tijd was te openen.
Binnen in de breede marmeren gang rook
het muf. Zonder gerucht te maken opende Coo
per verscheidene deuren, waarna hij het slaap
vertrek van den afwezigen generaal betrad. Het
was nu zaak om vlug te handelen.
In een ommezien had hij een rokcostuum van
den generaal aangetrokken en een monocle in
het oog gezet. En het duurde ook niet lang
voordat hij de lintjes en ridderorden van den
generaal had gevonden en ze op de jas had be
vestigd.
In de werkkamer maakte hij het buffet open
en zette een karaf whiskey binnen het bereik.
Niet omdat hy van plan was ook maar iets te
drinken, doch omdat dit alles een rol moest
spelen in het comediespel, dat de omstandig
heden hem konden dwingen op te voeren.
Toen de voorbereidingen getroffen waren, stak
hij licht aan, na voor de veiligheid'nog eerst de
gordijnen dichtgeschoven te hebben.
Hij grinnikte van genoegen.
„Laat de heeren politie-agenten nu maar ko
men," mompelde hij. „Ze zullen wel vreemd op
kijken. Wanneer ze ontdekken dat de generaal
thuis is, maar ze zullen moeten erkennen dat
'n generaal mag doen en laten wat hij wil en
zeer zeker zijn vacantie mag onderbreken, om
een diner bij te gaan wonen van het officieren
corps."
Ondertusschen was het allerminst Cooper's
plan om op de een of andere manier de komst
van de politie te veroorzaken. Kon alles gedaan
worden zonder haar tusschenkomst, dan was
dat zooveel te beter.
Cooper begon nu een vrij systematisch on
derzoek, waarbij hij zorgvuldig alle kostbare en
makkelijk vervoerbare dingen bijeenbracht. Hij
haastte zich niet en vermeed alle wanorde.
Een kwartier was hij op deze manier bezig,
toen zijn ooren een gerucht opvingen dat van
het opengaan van een deur afkomstig was. Er
was iemand het huis binnengekomen.
„Ze zijn erg waakzaam, die agenten," glim
lachte hij. Energiek deed hij de deur open,
zoodat de lichtschijn ook een deel van de gang
verlichtte en riep:
„Hola daar! Wat voer je daar uit?"
De galm van zijn woorden bleef nog even na
klinken, want niets roerde zich.
Eenigszins van zijn stuk gebracht, deed Coo
per een paar stappen in de gang. En vóór hij
het kon verhinderen, had een stevige kerel hem
tegen den muur gedrukt en dreigde hem met
een revolver.
„Hou je mond," siste de vent hem toe, „an
ders zal je voelen dat ik met een revolver kan
omgaan."
Cooper bewoog zich niet. Het was een wei
nig onverwacht gekomen. Hoe had hij ook kun
nen denken dat een collega-inbreker juist op
hetzelfde tijdstip zich in de woning van generaal
Blackbury zou wagen, als hij.
Een collega? Dat was niet juist uitgedrukt.
De man was ontegenzeglijk van een lager
soort inbrekers dan hy zelf, maar wat hem
het meest onsympathiek maakte, was het feit
dat hij een revolver gebruikte. Harry Cooper
huldigde de beroepseer, die aan een inbreker
het gebruik van een revolver ontzegt. Een in
breker is geen aspirant-moordenaar!
Nee, een collega kon de man allerminst ge-
DAT 15 ME EEN LEVENTJE WAT
ZOU VADERTJE WARBUCKS STA AM
TE KIJKEN ALS NU WIS T DAT
IK EEN ZEILBOOT KOM BE5TUREM'
-T/JD met HET OPSPOREN
VAM ANNIE-
rHIEP /S HE 7
HIER NEB JE EeM
cheque KAPITEIN, zemd
Die maAR aan dem e/oe-
MAAR VAM HET JACHT
MO ZIJN JU EM JE
SCHEEPS VOLK IN MUM
-.ZORGER VOOR
AT'WE MORGEN BU 'J
/xAMBREKEN VAM DEN
O AC ZEE KIEZEN.
HET DOET ME PLEJZIER DAT IK.
DE HAND OP DIT JACHT HEB KUN
NEN LEGGEN. LAAT IK NU EVEN
DE MACHINES IN SPEC TBEREN ALS
MIJNHEER
WARBUCKS.
STOOMJACHT,
MUNHEER
WARBUCKS
HET /SEEM
ECHTE SNEL-
noemd worden. Hij trad bovendien nog bruut
op, terwijl hij toch in de meening moest ver-
keeren dat hy een werkelijken generaal van 't
Indische leger voor zich had.
Op ruwen toon eischte hij dat de generaal zijn
geld en kostbaarheden zou aanwijzen, wat Coo
per zoo gewillig mogelijk deed. Ondertusschen
hield hij de revolver scherp in het oog.
Eén oogenblik dwaalde de loop uit de richting
van het doel en in dat moment was het lot
van den inbreker bezegeld. Cooper's vuist schoot
uit en trof den revolver, juist even voordat het
wapen afging. Daarna wierp hij zich op den
onthutsten kerel en had hem in weinige oogen-
blikken weerloos en gebonden.
„Opletten, mijn zoon," zei hy grimmig. „Een
inbreker die te
haastig naar geld ,,,H|
zoekt, moet de
voorzorgsmaat- j-> j
En omdat je zoo
vriendelijk bent
geweest om met een revolver te dreigen, zal ik
meteen de politie opbellen."
Cooper voegde de daad by het woord. Hij
was werkelijk boos dat de man een revolver
had gebruikt. Binnen enkele oogenblikken had
hij verbinding met den politiepost.
„U spreekt met generaal Blackbury, ja
nee, dat hoeft u niet te verwonderen. Ik ben
overgekomen voor het galadiner van de
officieren van het zevende regiment in Wind
sor-hotel en nu tref ik in mijn huis een inbre
ker! Wat?Ja, hy zit netjes op een stoel,
gebonden en wel. Doe me een genoegen en
stuur een paar mannetjes om hem te halen."
Hij hoefde niet lang te wachten, tot een in
specteur en twee agenten zich kwamen aan
melden.
„Prachtig," zei de inspecteur. „We hebben
den man zoo maar voor het meenemen. Het
spijt ons dat we de inbraak niet hebben kun
nen beletten, generaal. Ik hoop maar, dat hij
niets gestolen heeft."
„Daar heb ik hem de kans niet toegelaten,
lachte Cooper vroolijk, terwijl hij den inspec
teur de hand schudde. Op datzelfde moment
voelde hij iets kouds om zijn pols, er klikte iets
en hij wist dat de inspecteur hem een hand
boei had omgedaan.
Zoo onverwacht gebeurde het, dat Cooper
geheel van zijn stuk gebracht was.
„Hoe de zaak in elkaar zit weet ik niet," zei
de inspecteur, „maar een generaal ben je zeker
niet. Als je in het vervolg weer eens zoo iets
wilt uithalen, moet je onthouden, dat een gene
raal zijn ridderorden links draagt en niet rechts
zooals jij."
In de droge en dun bevolkte steppe van Ka-
sakstan is men thans begonnen met den bouw
van een pijpleiding, welke de grootste des lands
wordt.
De leiding zal loopen van de olievelden van
Emba naar de Kaspische Zee over een lengte
van 1000 K.M. naar de stad Orsk aan de midden-
Wolga.
Nog vóór het einde van dit jaar zal 420 K.M.
voltooid zyn. en het volgende jaar komt de bouw
gereed.
In het beg'n zal jaarlijks 500,000 ton petro
leum door de pijpleiding worden vervoerd, maar
de capaciteit zal worden opgevoerd tot ander
half millioen ton per jaar.
In Orsk is reeds een groote petroleum-raffi-
naderij in aanbouw, waarvan het eerste deel
einde 1935 gereel zal zyn.
De jaarproductie zal, wanneer het bedrijf
in vollen gang is, anderhalf millioen ton bedra
gen.
De pijpleiding en de raffinaderij zullen te
zamen tweehonderd millioen roebel kosten.
De uit te voeren werken zijn voor het dis
trict Emba van groote beteekenis, daar de ex
ploitatie van den bodem eerst thans met volle
kracht kan beginnen.
IFF F 'f op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen Dfhfifï bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/Ï bij een ongeval met OCfl bij verlies van een hand f 1 O C oy verlies van een Cfk bij een breuk van f Af\ bij verlies van lx
AllC Q.D01UIC S ongevallen verzekerd 'voor een der volgende uitkeerir.gen I OUU\J»m verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen OU»m doodeiyken afloop COU.m een voet of een oog# 1AO.- duim of wijsvinger 1 t/V.-been of arm# 'Tl/.- anderen vinger
gMiitiiiiiiiiimititmimmiiiiitiiimiiiiiiiiiniimiiitMimmmfiitfiiiiiiiu
ROMAN VAN
MlinilimimiiiiiMiiiiMMiiiiiimmMMMMmNiuMiuimimuiiuuiniuiu-
29
(Korte Inhoud van het voorafgaande: Kemp
een Engelschman uit Kent wükt met Carlos
Riego uit naar Jamaica, geholpen door den
verloofde van zitn zuster Veronica Ralph
Rooksbv Hier komt hy in kennis met den
rechter O' Brlen en met Don Ramon, die
Kemp willen overhalen dienst te nemen bil
zeeroovers. die Rio Medio als basis hebben
Als hu hier niet op ingaat wordt hU over.
weldlgd en aan boord van een schip ge
bracht Hli weet echter spoedig te ontsnap
pen en wordt opgepikt door een ander
schip dat hem naar Havanna zal meene
men NabH de Cubaansche kust worden zil
echter door zeeroovers die onder bevel staar,
van een vriend van Carlos Thomas de
Castro, overvallen John Kemp wordt ge
vangen eenomen en met het kaoerschln
naar Rlo Medio gebracht, waar hy gastvrij
ontvangen wordt door Don Balthasar. Hier
leidt men hem aan het sterfbed van Car
los).
Had hij een uitdagende beweging, een of
ander twijfelachtig gebaar gemaakt, dan zou ik
al dadeiyk op hem aangevlogen zijn, maar de
achtelooze manier waarop hy voor zich uit zag,
terwijl hy de hand met den kandelaar naar my
uitstrekte, sloeg hy mij met verbazing. Ik
nam de kaars eenvoudig van hem over. Met
een plechtige buiging voor Seraphina, stapte hy
terug.
Dezen keer hield ik hem de kaars vlak voor
het gezicht. Hy was kalm en kleurloos; zyn
oogen waren nadenkend op den grond gericht,
als in diepe, rustige overweging verslonden.
Maar eensklaps bemerkte ik den krampachtigen
greep van zyn hand om den zoom van zyn jas.
Het was of ik toevallig in het binnenste van
dien man gezien had naar de kracht van
zyn illusies zyn verlangen, zyn hartstocht.
Nu moet hy op my aanvliegen, dacht ik, met
schrikwekkend overtuigende zekerheid. Nu. Al
myn spieren beantwoordden, zich spannend,
den oproep van die strydgedachte.
Hij zeide: „Wilt u mij die kaars niet
geven?"
Ik begreep dat hy myn overgave vroeg.
„Ik zag u liever sterven," was myn ant
woord.
Hij hief het hoofd op; het licht weerkaatste
in zijn oogen. „O, ik zal niet sterven." zei hy,
met onderdrukte stem en voortdurend dien echt
vreemdsoortigen zweem van humor od zijn ge
zicht. „Maar het is een kleinigheid; en u bent
jong; het is misschien nog de moeite waard te
trachten my te believen voor dezen keer."
Voor ik kon antwoorden, hoorde ik Sera
phina van eenigen afstand gejaagd roepen:
„Don Juan, uw arm."
Haar stem. die een beetje onvast klonk, deed
my O'Brien vergeten, en, hem den rug toekèe-
rend. yide ik op haar toe. Zij had myn steun
noodig; voor ons uit strompelde La Chica, met
de kaarsen, kreunend:
„Madre de Dios! Wat zal er nu van ons wor
den! O, wat zal er nu van ons worden!"
„U weet wat hy my gevraagd had hem te
laten doen," begon Seraphina haastig te spre
ken. „Ik heb geantwoord: neen, geef de kaars
aan myn neef. Daarop zeide hy: Wenscht u
dat werkelyk, Senorita. Onze vriendschap is
ouder. Ik herhaalde: Geef de kaars aan myn
neef, senor.Hy zei toen heel wreed: Om
wille van den jongen man zelf, denk na, seno
rita.... Hij wachtte even, voor hy opnieuw vroeg:
Zal ik het hem overgeven?Ik voelde den
dood om myn hart, en al myn vrees voor u,
zat hier." Met een vlugge beweging van haar
hand, die onder de zwarte kant verdween,
raakte zij haar mooien hals. „En omdat ik niet
kon spreken heb ik Don Juan, u heeft my
juist uw leven aangeboden heb ik Miseri-
cordia!Wat kon ik anders doen? Ik heb
met myn hoofd „ja" geknikt."
In de ontroering, gejaagdheid, en zaligheid,
die myn onmetelyke dankbaarheid omgaf,
drukte ik haar hand vertrouwelyk tegen myn
zijde, alsof wy twee gelieven waren op een
kalmen avond, samen wandelend door een laan.
„Als u dat teeken niet gegeven had zou het
erger dan de dood geweest zyn in mijn
hart," zeide ik. „Ook my vroeg hy afstand te
doen van myn vertrouwen, myn licht."
Wy wandelden langzaam verder, terwyi hst
geruisch van de fontein beneden in het groote
vierkant van donkerte aan onze linkerhand,
en het gesteun van La Chica de eenige geluiden
waren, die ons plotseling zwygen vergezelden.
„Dat was zyn bedoeling ermee," zei de be-
tooverende stem naast my. „En u heeft gewei
gerd, dat toont uw moed."
„Niet uit zelfzuchtige beweegredenen, zeide
ik," verward alstof heel de groote onzekerheid van
myn geest gewekt was door den klank, die myn
hart zooveel zaligheid bracht, „Myn dapperheid
oeteekent niets."
„Het heeft my nieuwen moed gegeven,"
zeide ze.
„U had geen behoefte aan meer," zeide ik
ernstig.
„O, ik was zoo heel alleen. Het ls moeilyk
om Zy aarzelde.
„Om alleen te leven," voleindigde Ik.
„Alleen te sterven nog erger," fluisterde zy
met een nieuwe schuchterheid van toon. „Het ls
vreeselijk. Wees op uwe hoede, Don Juan, by de
liefde Gods, want ik kan niet
Wij hielden stil.
„Anne Don Carlos!" zeide ze. „Ik voelde een
groote genegenheid voor hem. Ik was bang dat
ze van mij wilden, hem te trouwen. Hy had uw
zuster lief."
„Hy heeft het haar nooit gezegd," prevelde
ik. „Ik vraag my af of ze het wel ooit vermoed
heeft."
„Hy was arm, zonder tehuis, ziek alreeds, In
een vreemd land."
„We hielden allemaal van hem, thuis," zeide
ik.
„Hy heeft haar nooit gevraagd," lispelde zy.
En misschien maar hy heeft haar nooit
gevraagd."
„U bent heel goed voor hem geweest," zeide
ik; „dit had hy van u niet mogen vragen.
Natuurlyk begreep ik heel goed.Ik hoop, dat
u ook begrypt, dat ik
„Senor, neef," barstte zU plotseling los,
„denkt u, dat ik zou hebben toegestemd, enkel
uit genegenheid voor hem?"
„Senorita," riep ik uit, „ik ben arm, zonder
thuis, in een vreemd land. Hoe kan ik geloo-
ven? Hoe kan ik het durven droomen? tenzy
uw eigen stem
„Dan sta ik u toe te vragen.... Vraag, Don
Juan."
Ik viel op m'n eene knie, en, plotseling haar
arm uitstrekkend, drukte zy haar hand tegen
mijn lippen. Van beneden af verlicht kreeg het
schilderachtig aspect van haar gestalte iets van
bovenaardsehe gratie: de ongewone opwaart-
sche schaduwen bekleedden haar schoonheid
met een nieuwe geheimzinnigheid van bekoring.
Een minuut verliep. Ik kon haar snelle adem
haling hooren boven mjj en opstaande, hield ik
haar beide handen omvat.
„Hoe weinig dagen zyn we pas samen."
fluisterde zy. „Juan, ik ben er verlegen mee."
„Ik heb de dagen niet geteld. Aityd heb ik
Ie gekend. Zoolang ik my kan herinneren heb ik
van je gedroomd al dagen, maanden, een
jaar myn heele leven."
Het schokkend gebons van een zware deur.
die ergens werd toegeworpen, vulde de gangen
rondom de binnenplaats met de klinkende ver
maning van ons gevaar.
„O! We vergaten het!"
Ik hoorde haar stem en voelde haar gestalte
!n myn armen. Aan mü'n oor spraken haar
lippen:
„Denk er aan, Juan. Twee levens maar,
slechts één dood."
En zoo vlug was zy verdwenen, dat het leek
of zy door het hout van de massieve paneelen
was heengedrongen.
Ik nam een der kandelaars van den gronden
lichtte my bij naar myn kamer. Ik liep als op
lucht, stormachtig bewogen lucht, in een gevoel
van onrust en opgetogenheid.
De kaarsen van den kandelaber in myn
kamer waren uitgegaan. Op een tafeltje zette
ik myn twee kandelaars waarvan de beide
vlammetjes het vertrek tot aan de zoldering
vulden met schaduwen.
Met opzet had ik de deur van myn kamer
opengelaten, om hem te laten weten, dat ik
terug was en klaar stond voor hem. Ik nam
een lang, recht zwaard, een soort rapier, met
een opengewerkt gevest. Het was een onhandig
wapen en erg stomp; maar, het had nog een
punt en ik was bereid ermee te schermen tegen
over de heele wereld. Ik daagde myn vyanden
uit.... Maar geen vyand verscheen en by het
licht van twee kaarsen, met een zwaard in de
hand gaf ik my over aan bespiegelingen over
de toekomst.
Die had iets stelligs, en tegelykertyd *m«1
onzekers Ik zwierf er in rond als een ziel button
de poorten van het paradys met de verwachting
van zegen en de smart buitengesloten te zyn.
(Wordt vervolgd)