Rijksmiddelen in November Prikkeldraad Bondgenooten Roofoverval te Overschie Goederenwagens ontspoord De „Zilvermeeuw" niet vertrokken PELIKAANVALT IN MAANDAG 18 DECEMBER Een gunstige maand De a.s. Kerstdrukte Slachtoffer ernstig gewond Oorzaak onbekend Nachtelijke drukte Waanzinnige wereld Er zullen Zaterdag 23 en Dinsdag 26 dezer een aantal extra- breinen rijden Zaterdag 23 December Tweede Kerstdag IJS-ZONDAG ZONDER WEERGA BENOEMINGEN In het Bisdom Haarlem Er was Zondag geen bevroren plekje, dat niet benut werd! De daders, twee jongemannen, na een moeilijke achtervolging gegrepen De materieele schade is vrij aan zienlijk. Gelukkig geen per soonlijke ongelukken Getracht zal worden, toch een snelle Indië-vlucht te maken Hooge gasten Vertraging Midden-motor defect De „Pelikaan" start LIHTER AANGEVAREN De binnen-zijwand opengescheurd GEWOON VERKEER IN HET NOORDZEEKANAAL Niettegenstaande het vele drijf ijs KRAB GEEN PUISTJES OPEN Tragisch sterfgeval PRINSES JULIANA NAAR HET LOO HET IJS IN DE MAAS 101-Jarige overleden Toen wij vorig jaar half December schre ven over den rijksmiddelenstaat van No vember, was dat overzicht geheel in mi neur gesteld- Even somber als de donkere dagen voor Kerstmis toen waren, was óók onze visie op den toestand der rijksfinanciën. Het was alles donkerte, en naast heel weinig licht, véél diepe schaduw. Inderdaad leken toen de cijfers te vertellen dat óók bij ons naar het droeve voorbeeld van vele andere landen de financieele dé- bacle voor de deur stond. Had November 1932 niet 9K millioen gulden minder opgebracht dan haar voorgangster in 1931? Was daarmede niet het nadeelig saldo ten opzichte van 1931 ver meerderd tot 42 millioen en het dégrès ten op zichte der raming tot 16% millioen gestegen? Dit jaar echter kan het November-overzicht ln ietwat opgewekter toonaard gesteld zijn. Er is juist als in de natuur, nu meer licht, minder grauwheid en somberheid. Dit verschil ten goede komt natuurlijk op de eerste plaats voort uit de cijfers. Inplaats van een dégrès ten opzichte van het voorafgaande jaar, gaf November 1933 de niet onaanzienlijke stijging van ruim 4 millioen te zien. Ten opzichte van 1/12 der raming betee- kent de November-ontvangst van ƒ37.153.000 een accres van niet minder dan 5-3 millioen. Zoo is nu niet enkel zooals reeds enkele maanden geleden door ons werd voorspeld het nadeelig saldo ten opzichte der raming voor elf twaalfden van het jaar, niet boven 10 millioen gekomen, maar is er zelfs een kleine plus van ruim anderhalf millioen. En wat nog iets meer zegt, de vrij regel matige wijze, waarop in 3 maanden de achter stand op de raming werd ingehaald en omgezet in een zij het nog klein, voordeelig saldo, rechtvaardigt de voorspelling, dat December lm grossen Ganzen geen ander beeld zal toonen. Zoodat naar alle«fraarschynlijkheid het fis cale jaar 1933 niet minder zal opbrengen, dan minister de Geer in Augustus 1932 geraamd had. Waarbij dan nog opgemerkt mag worden, dat in dit jaar geen nieuwe middelen gecreëerd werden, welke nog niet in de raming waren verwerkt. Er is echter ook nog een andere reden, bijna zouden wij schrijven een meer psychologische, waarom de huidige Novemberstaat optimisti scher stemt dan zijn voorganger in 1932. Men herinnere zich, dat midzomer van vorig jaar enkele economen en niet de eerste de besten verkondigden, dat wij het dal van de conjunctuurgolf gepasseerd waren. Juist in die zomermaanden zou de kern der economische de pressie ons land gepasseerd zijn. Weliswaar kon in feite misschien nog niemand een opleving in zijn zaken constateeren, maar de voorspelling der economische weerprofeten was een stimulans om de toekomst lichter in te zien. Toen kwam inplaats van de verwachte hausse in het najaar de baisse. De bedrijvigheid ter beurze kwam tot staan, het zakenleven bleef even ongeanimeerd en het vleugje van opleving ging teloor in nog grooter slapte in handel en bedrijf- Dit alles weerspiegelde zich zóó duide lijk óók in de rijksontvangsten, dat den insider nog meer dan den buitenstaander de vrees om het hart sloeg. Dit jaar is het echter anders gegaan: 1933 gaf geen schijn-herleving, die later bleek voos te zijn- Men was nu langzamerhand in de stem ming gekomen, dat zelfs het ergste niet meer verbaasde. Deze mentaliteit leidde er toe, dat een niet verergeren van den toestand reeds als winst werd gevoeld. Een en ander gold vanzelf óók voor de lands- middelen. De eerste maanden van 1933 hadden ons gewoon gemaakt te rekenen op belangrijke nadeelige verschillen ten opzichte van vorig jaar en zelfs ten opzichte van de toch zoo voor zichtige ramingen. En wanneer nu de laatste maanden niet het sombere beeld vertoonden, dat we verwacht hadden, dan is dat op zichzelf reeds een reden voor gematigd optimisme. We chreven hierboven, dat de posten van dezen staat geen abnormale spron gen vertoonden. Een enkele maal is het immers ook voorheen wel eens voorgekomen, dat een bepaalde maand gunstig afstak by haar voorgangsters, maar dat vond dan z'n oorzaak in een of ander bijzonder feit. Zooals b v. vrees voor een aangekondigde belasting- of accijns- verhooging, navorderingen of vervroegde aan-^ slagen. Zóó is het echter in November niet geweest. Met een enkele uitzondering paraiseeren alle middelen met een normale opbrengst op de Novemberlyst. Dit ontslaat ons van de taak om de verschillende posten stuk voor stuk te be handelen. Slechts een paar eischen een kor te kantteekening. Daar is allereerst de Inkomstenbelasting. Met bijna ƒ5.900.000 maakt dit middel nog zoo'n slecht figuur niet. Zoo ergens, dan moet hier toch de daling der inkomens tot uitdrukking komen. Inderdaad is er een sprongsgewijze da ling merkbaar: in November 1931 droeg dit middel 11 millioen bij, in 1932 7% millioen, en nu nog geen 6 millioen. Maar daartegenover staat, dat de geraamde opbrengst over 11 maanden toch nog met 8 millioen overschreden wordt en dat niets het vermoeden wettigt, dat op 31 December dit accrès verminderd zal zijn. 't Kan natuurlijk zijn, dat de minister wat heel krap geraamd had, maar ook is te beden ken, dat verreweg het grootste deel der ont vangen 54 millioen kwam van de aanslagen 1932/1933, d.w.z. gerekend naar de inkomsten van 1931. Het feit, dat de November-opbrengst nu, an derhalf millioen lager is dan vorig jaar, wijst er op. dat de nieuwe aanslagen over 1933/1934 belangrijk lager zullen zijn, dan die van vorig jaar. Hoogst belangrijk voor onze schatkist zijn de Invoerrechten. In totaal is hieroy xn 11 maan den ontvangen bijna 85 millioen! Dat wij nu even boven de raming zijn geko men, is voor een belangrijk deel te danken aan de opcenten op deze invoerrechten. Deze op centen, vorig jaar „tijdelijk" ingesteld, zouden volgens de schatting van minister De Geer over een jaar opleveren ƒ10.500.000. En nu, na 11 maanden, is er reeds ƒ14.500.000 op ontvangen! Daarnaast herstellen zich ook de gewone in voerrechten, zoodat na deze maand voor het eerst het evenredig deel der raming overschre den wordt. Tenslotte nog iets over de Accijnzen. Vorige maal wezen wy op de enorme sommen, welke de suiker-consumenten moesten opbrengen. Ook nu weer werd aan accijns plus opcenten ruim 6 4 millioen ontvangen. Het totaal over 11 maan den is geklommen tot ruim 57 millioen! Zet hiernaast de inkomstenbelasting met 54 millioen, dan blijkt daaruit een wanverhouding tusschen directe en indirecte belasting. Waar de eerste in veel sterker mate met de draagkracht der belastingbetalers rekening kan houden dan de laatste, is iedere poging, om die verkeerde verhouding weer normaler te maken, toe te juichen. Wat speciaal de suiker betreft, verheugt ons bijzonder de toezegging van Mi nister Oud om de extra opcenten na Juli 1934 niet te continueeren. In het groote geheel is de opbrengst van den accijns op wijn vrijwel onbeteekenend. Toch is uit het verloop van dit middel wel een behar tigenswaardig lesje te trekken. In April 1932 is de wijnaccijns practisch ge sproken met 50 pet. verhoogd. De minister raamde de baten van deze ver hooging op 1% millioen. Inplaats echter van verhooging der baten, kwam over hoofdsom en opcenten een verlaging van bijna 1 millioen. Naast verminderd gebruik wegens de crisis, zal toch ook de nu al heel loonende fraude, oor zaak zijn geweest van deze niet-verwachte daling. Inplaats dus van verlichting voor de schat kist, bracht de accijnsverhooging een financieel nadeel en bovendien een geweldigen knak aan een eertijds bloeienden handel. Deze ervaring zal ongetwijfeld den minister nog wel eens in de gedachte komen, wanneer hij zijn plannen voor andere accijns verhoogingen b.v. die op tabak, nader uitwerkt. In den strijd tegen de gelijkstelling op onderwijsgebied zijn hoe zonderling het mo ge klinken de communisten en de antipa pistische groepen bondgenooten. Geen bondgenooten in den gebruikelijken zin des woords, die eenzelfde doel beoogen en door dezelfde drijfveren worden bewogen. Zij zijn, zooals ook de anti-clericalen van di verse pluimage, bondgenooten in het louter ne gatieve. Hun argumenten zijn zeer verschillend en hun wenschen aangaande karakter en inrichting der school niet minder. Maar hierin komen zij overeen, dat zij toornen tegen de gelijkstelling niet alleen, maar ook te gen het bestaan zelf der bizondere school. Het bleek weer bij de behandeling van hoofd stuk VI der Rijksbegrooting in de Tweede Ka mer. In de zitting van 12 dezer wees de communis tische afgevaardigde Wijnkoop de „zoogenaamde gelijkstelling" aan, als het „principe van de af braak" der openbare school. En hij liet daarop volgen, dat het openbaar onderwijs „de eenige grondslag voor goed onder wijs is." Hij ging daarom hevig tegen Minister Mar- chant te keer. Maar ook ds. Lingbeek en ds. Zandt waren niet malsch in hun oordeel! Eerstgenoemde qualificeerde de huidige on- derwijsregeling als „een Nederlandsche van het slechtste soort." Hij wilde een „nationale school", ingericht op een wijze, die ons ettelijke tientallen van ja ren zou achteruit zetten. En ds. Zandt zag kans „Rome en de revolu tie" weer eens in één adem te noemen, op de anti-revolutionnairen mitsgaders de coalitie af te geven en de stelling te verkondigen dat door het thans vigeerend stelsel „ongeloof en bijge loof" in hun onderwijs worden gesteund. Zoo vinden de heeren elkander in hun actie tegen de gelijkstelling en de bijzondere, niet het minst natuurlijk de katholieke school. Lag het aan hen en aan de partijen, of par tijtjes, die zy achter zich hebben, beide zouden zoo spoedig mogelijk verdwijnen, althans op geen erkenning en een dienovereenkomstige be handeling meer kunnen rekenen. En van de vrijheid der ouders kwam nog veel minder terecht, dan in den „goeden ouden tyd", toen de palstaanders van het oppermachtig doctrinair-liberalisme hoogty vierden. P. S. Naar wij vernemen laten de Nederlandsche Spoorwegen o.a. op Zaterdag 33 en Dinsdag 26 December a.s. in verband met de Kerstdrukte een aantal extra sneltreinen rijden. Allereerst vestigt men de aandacht op die treinen, welke reeds in de reisgidsen zijn ver meld. Vooral' wordt gewezen op die treinen, welke loopen op uren dat normaal geen trein voor die richting is ingelegd. Het publiek zal goed doen, den reisgids in deze te raadplegen. Gemakshalve geeft men ons de volgende treinen echter nog eens apart op, te weten: Sneltrein 114 Groningen V. 12.55, Zwolle V. 14.26 naar den Haag en Rotterdam, met aan sluiting te Amersfoort naar Amsterdam. Snel trein 121 Amsterdam V. 15.01, Amersfoort V. 16.01 naar Nunspeet, Zwolle, Meppel, Hooge- veen, Assen en Groningen, te Amersfoort aan sluiting overnemende van en gevende op snel trein 163 Den Haag S S. V. 14.19, Rotterdam Maas V. 14.25, naar richting Apeldoorn, Hen gelo, welke trein extra naar Enschede A. 18.09 wordt doorgevoerd. Verder de snelle extra ver bindingen van Rotterdam D.P. V. 14.46 en V. 16.15 per trein 21 en 3061 naar Zeeland en snel trein 253 van Amsterdam W.P. V. 13.55 naar Arnhem en Nijmegen en sneltrein 255 van Am sterdam W.P. V. 15.12, den Haag S.S. V. 14.37 en Rotterdam Maas V. 14.43 naar Arnhem. Snel trein 86 Maastricht V. 12.42 naar Amsterdam W.P. Sneltrein 169 den Haag S.S. V. 14.57, Rot terdam Maas V. 15.02 over Utrecht naar Deven ter zal extra doorgevoerd worden naar Almelo (A. 17.50). Bovendien worden de volgende extra verbin dingen gemaakt niet in den reisgids voorkomen de: Amsterdam V. 15.42, Apeldoorn A. 16.53, stopt niet onderweg: voortrein 307 Utrecht V. 13.32 gaat via 's Bosch, Tilburg, Breda, Roosendaal door naar Antwerpen. Doorgaande sneltrein ZeelandGroote cen tra. Vlissingen V. 18.42, Middelburg V. 18.52, Goes V. 19.11, KruiningenIerseke V. 19.25, Bergen op Zoom V. 19.48, Rotterdam D.P. A. 20.50, den Haag H.SM. A. 21.17, Haarlem A. 21.52, Amsterdam C.S. A. 22.11 (stopt niet tus schen Bergen op Zoom en Rotterdam D.P.) en op dienzelfden avond. Twenteden HaagRotterdam over Utrecht zonder overstappen: Almelo V. 2029, Deventer V. 21.08, Apeldoorn V. 21.26, Amersfoort A. 22.03 (aansluiting met overstappen op extra trein naar Amsterdam C.S., Utrecht A. 22.29, Woer den A. 22.50, Gouda A. 23.06, den Haag S.S. A. 23.33, Rotterdam Maas A. 23.36. Verder een groot aantal voor- en volgtreinen, welke het publiek op de betrokken stations van zelf zal opmerken. Op Maandag 25 December, Eerste Kerstdag, laten de N. S. vier goedkoope treinen 2e en 3e kl. loopen en wel: van Zeeland en Westbrabant naar Rotter dam, Den Haag, Haarlem en Amsterdam; van Gelderland naar Den Haag of Amsterdam; van Noordbrabant naar Amsterdam of Den Haag en van Noord-Holland naar Amsterdam, Den Haag Rotterdam. De verkoop der goedkoope treinkaartjes aan de vertrekstations en hierbij betrokken reis- bureaux is reeds geopend; strooibiljetten met pryzen en dienstregelingen kosteloos verkrijg baar aldaar. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft opgericht een nieuwe parochie te Schiebroek, onder den titel van H. Apostel Paulus en be noemd tot eersten pastoor van die parochie den weleerw. heer A. Bekkering. Zaterdagavond te kwart voor elf heeft te Overschie een roofoverval plaats gehad, waarbij het slachtoffer ernstig is gewond. De 58-jarige Le Large, die te Rotterdam een loterijkantoor houdt, keerde in den avond als naar gewoonte per fiets terug naar zyn woning aan de Schans te Overschie. Toen hij op het donkere weggetje tegenover de Rotterdamsche tol langs de Schie reed, sprongen uit het duister twee mannen te voorschijn. Eén van hen sloeg Le Large met een grooten knuppel eenige ma len op het hoofd, terwijl de ander hem vast hield. Le Large had een tasch met geld bij zich, hetgeen de aanvallers moeten hebben geweten Door het hulpgeroep van den aangevallene werd de 22-jarige A. van der Ende, Wonende te Schie dam, op het gevecht opmerkzaam gemaakt. Bij zijn nadering vluchtten de roovers. Le Large kon den nieuwaangekomene nog mededeelen, dat zijn belagers op één fiets waren weggere den. Daarna raakte hy buiten bewustzijn. Van der Ende stelde een vervolging in en by de hulpbrug in den nieuwen rijksweg zag hij de daders zeventig meter voor zich rijden. Hij haalde hen in en reed dwars tegen hun rijwiel, waardoor zij kwamen te vallen. Zij stonden echter onmiddellijk weer op om er opnieuw vandoor te gaan. Dit herhaalde zich eenige ma len, totdat Van der Ende assistentie kreeg van eenige personen, die bezig waren bij een auto, waarmede eenige uren vroeger een ongeval had plaats gehad. Deze slaagden er in, de vluchte lingen te grijpen en aan inmiddels gealarmeer de politie van Overschie over te leveren. De daders werden naar het politiebureau overge bracht. Zij bleken te zijn de 19-jarige meubel maker J. B. te Rotterdam en de 20-jarige los- werkman B. P., eveneens te Rotterdam. De eer ste heeft reeds een volledige bekentenis afge legd. Veertien dagen geleden hadden zij het slachtoffer ook reeds opgewacht, doch toen wa ren de omstandigheden minder gunstig. Le Large is verbonden door den politie-dokter van Overschie, Dr. Donkersloot, en daarna naar zijn huis vervoerd. Dr. Donkersloot stond niet toe, dat hij verhoord werd, daar zijn toestand ernstig is. Hij heeft zware hoofdwonden opge- loopen. Omtrent den roofoverval te Overschie verne men wij nader dat Zondagmorgen omstreeks half twaalf de Officier van Justitie bij de Arron dissementsrechtbank te Rotterdam zich naar den burgemeester en den inspecteur van politie te Overschie heeft begeven om den overval te re- construeeren. Ter plaatse werd nog een boks beugel met punten gevonden, welke door één der daders was weggeworpen. Het bleek, dat de dikke knuppel speciaal voor dezen overval was bijgewerkt. Daar het slachtoffer, toen de daders hem sloegen, de handen boven het hoofd hield, zijn zijn armen ernstig gewond. De ongelukkige wordt thuis verpleegd, doch kan nog steeds niet wor den gehoord, daar zyn toestand ernstig is. De verdachten hebben beiden bekend en ne men een zeer onverschillige houding aan. Zondagmiddag omstreeks één uur heeft onder Zwijndrecht een ontsporing plaats gehad van een tiental wagens van een goederentrein. Ver moedelijk door een verkeerden wisselstand zijn n.l. onder de buurtschap Pieterman twee wagons van een goederentrein komende van Zwijn drecht, uit de rails geloopen. De andere goede renwagens reden tegen de twee wagons, die dwars over de rails kxfamen te staan, waardoor ook deze wagens ontspoorden. Persoonlijke on gelukken kwamen hierbij niet voor. De mate rieele schade is vry aanzienlijk en van sommige goederenwagens is niet veel meer over. Men probeerde zoo spoedig mogelijk de rails vrij te maken, maar 't mocht in den loop van den dag niet gelukken den chaos op te ruimen. Het ver keer DordrechtRotterdam moest dan ook over één lijn worden geleid. De spoorrails ter plaatse zijn vernield. Omtrent de ontsporing van den goederentrein vernemen wij nader, dat deze is geschied op een wissel, welke verbinding vormt tusschen het hoofdspoor en een z.g. inhaalspoorj nabij den post Oud-Zwijndrecht. De goederentrein, welke op weg was van Dordrecht naar Rotterdam moest op dat inhaalspoor wachten, totdat een personentrein gepasseerd was. De oorzaak van de ontsporing is nog geheel onbekend. Het feit, dat reeds twintig wagons den wissel hadden gepasseerd, voordat de ontsporing plaats greep, bewijst wel, dat er aan een verkeerden wissel stand, waarvan aanvankelijk sprake was, niet moet worden gedacht. Een aantal goederenwa gens is ernstig beschadigd. Van sommige zijn de bakken van de onderstellen losgeraakt en gedeeltelijk ingedrukt. Een olietankwagen, welke in den trein liepj kwam er goed af. Over het algemeen liepen ook de vervoerde goederen weinig schade op. Enkele der ontspoorde wagons waren geladen met gedroogde pulp. De opruimingswerkzaamheden waren in den laten avond nog in vollen gang. rf Maandagnacht, halft twee De hoofdstad is in diepe rust, maar haar vlieghaven Schiphol schijnt een reprise te belo ven van hetgeen zich daar afspeelde in den nacht van 8 op 9 December, den nacht van den „Postjager". Het décor: licht, leven en bedrijvigheid is on geveer hetzelfde, maar het stuk, dat wordt op gevoerd, is anders. Want dit is de nacht van de „Zilvermeeuw" en derhalve ook van de on derneming, voor welke deze nieuwe stoere Fok ker-vogel de jongste aanwinst beteekent: de Kon. Luchtvaart Mij. Nog staat hij, de F 20, met zijn drie Wright- motoren van 600 700 P.K. elk en met zijn intrekbaar landings-gestel als een dood en oogenschijnlijk onhandelbaar gevaarte in den grooten, gesloten hangar. Maar wij zijn, met vele anderen koude en slaap trotseerend, naar dit tot ver over de landsgrenzen bekende plekje Nederland gekomen om de „Zilvermeeuw" te zien trillen van leven en haar onder het geda ver van haar motoren te zien wegrazen in het nachtelijk duister voor haar Kerstvlucht naar Indië. Een incidenteele vlucht, welke misschien een recordvlucht zal worden, en daarom is het dat aan den inzet daarvan meer publiciteit en meer belangstelling mag worden toegekend dan aan de tot een bericht gerantsoeneerde vermelding van het vertrek der „gewone" postvliegtuigen; een rantsoen, dat al klinkt het ietwat para doxaal de K.L.M. overigens tot eer strekt. Dit zijn mede de uren van de piloten I. Smir noff en P. Soer, wien door hun superieuren in vol vertrouwen de verantwoordelijke taak is op gelegd om de vlucht van de „Zilvermeeuw" een eclatant succes te doen worden; dit zijn ook de uren van C. H. van Beukering en J. H. M. Gros- feld, die resp. als radiotelegrafist en mecanicien hun bekwaamheid voor 100 pet. in dienst zullen stellen van dit vliegevenement. En dies heerscht wij zeiden het reeds leven en bedrijvigheid op Schiphol en voltrekt zich in dezen matig kouden nacht het onge- wekte gedoe, dat passend en onmisbaar is in het kader van een dergelijk interessant gebeuren. Er is de hooge officieele belangstelling door de aanwezigheid van den Minister van Binnen- landsche Zaken, Z. Exc. Mr. de Wilde, den direc teur-generaal der P.T.T., ir. Damme; wij zien verder binnen de warme beschutting van het restaurant tal van andere belangstellenden, o.w. verscheidene dames. De chef der K.L.M. op Schiphol, de heer Thomson, is druk in de weer met het hooge bezoek, waarvoor een afzonderlijke tafel is ge reserveerd. Nu en dan zien wij ook het vrien delijke gelaat van havenmeester Dellaert en van den chef van den technischen dienst op Waal haven, den heer Guillonard. Alleen de hoofdpersonen, de bemanning van de „Zilvermeeuw" en haar opperste chef, de heer Plesman, zijn zoo om en bij kwart voor twee nog onzichtbaar. De vlieghaven zelf ligt eenzaam onder een donkere wade verborgen, wachtend op wat er gebeuren gaat. Slechts hier en daar ziet men enkele lichten. Het kwik in den thermometer staat slechts weinig onder nul; het is volkomen windstil en het licht der sterren is door een zwart wolkenfloers aan het oog onttrokken. De belangstelling groeit naarmate het uur van vertrek nadert. In den hangar is men bezig de post in de „Zilvermeeuw" te laden; dertig zware zakken. Inmiddels is ook de heer Plesman ge arriveerd en dadelijk gaat zyn uitnoodiging naar de hoogste autoriteiten onder de belang stellenden om met hem het trotsche vliegtuig aan een inspectie te onderwerpen. Voor de an dere aanwezigen blijft dit gebied voorloopig taboe. Te twee uur wordt de groote Fokkerloods, die de Zilvermeeuw herbergt, ook voor andere be langstellenden vrijgegeven en zij maken daar zoo'n ruim gebruik van, dat de heer Thomson moeite heeft hen weer met een zacht lijntje weg te werken, opdat zij hen, die zich ambtshalve met de machine hebben bezig te houden, niet in hun werk zullen hinderen. De hemel is inmiddels helder geworden. Te half drie concentreert zich de grootste drukte er zijn zeker een paar honderd belang stellenden in de hal van het stationsgebouw, alsook in en bij het restaurant. Wij zien o.m. nog den heer Wurfbain, voorzitter van den Raad van Beheer der K.L.M., ir. Stephens, directeur der Fokker-fabrieken en nog andere persoon lijkheden. De heer v. d. Pol, chef van de expeditie van het Amsterdamsche 'postkantoor deelt ons mede, dat de „Zilvermeeuw" 31000 lichte poststukken meevoert. De bemanning van het vliegtuig laat zich thans ook zien en trekt uiteraard de be langstelling der aanwezigen. Geduldig wacht men het oogenblik af, dat de „Zilvermeeuw" tot voor het restaurant zal wor den gereden; intusschen heeft de pers gelegen heid zich te verheugen over de mededeeling van den heer Plesman, dat er geen toespraken bij het vertrek zullen worden gehouden. Het geduld der wachtenden wordt wel op de proef gesteld.... Tegen 3 uur is de nachtverlichting van het vliegveld gedeeltelijk ontstoken; de verkeers toren laat een groote, lichtende X zien, welke het ruim betegelde platform schier daghelder verlicht. Inmiddels is bekend geworden dat het ver trek van de „Zilvermeeuw", dat op drie uur was vastgesteld, ernstige vertraging ondervindt door het feit dat in den midden-motor een defect is geconstateerd. Met man en macht wordt ge werkt om het euvel te herstellen. De deuren van de groote Fokkerloods gaan weer dicht Dan komt plotseling, te ruim kwart over vier, de verrassing van den nacht! De heer Plesman dringt zich door de dichte menigte, die voor het restaurant op het platform samengepakt staat en, op de balustrade klim mend, deelt hy mede dat de „Zilvermeeuw" door het defect aan den middenmotor niet starten kan en dat de „Pelikaan" in de plaats van dit vliegtuig met dezelfde bemanning de Kerstvlucht aanvaarden zal, zulks in overleg met den Minister en den directeur-generaal der P.T.T. Getracht zal worden zeide hy ook met de „Pelikaan" een snelle vlucht naar Indië te maken en de retourvlucht op den vastgestelden datum, 27 December, te doen plaats vinden. Noch de K.L.M., noch de technische dienst, hebben eenige schuld aan dezen ernstigen te genvaller, aldus spr. In den middenmotor was ook vroeger al een storing ontdekt en we mogen bly zijn zoo zeide hy dat het euvel van het oogenblik nog in Amsterdam aan den dag is gekomen. De bemanning zal aan boord van de „Peli kaan" een zwaardere taak hebben, dan het geval ware geweest indien zy met de „Zilvermeeuw" had kunnen vertrekken. Wij laten het aan haar over, hoe zy die taak zal opknappen, maar ik verzoek u allen, dezen kranigen menschen, als zij over enkele minuten met de „Pelikaan" van hier vertrekken zullen, op krachtige wijze blijk te willen geven van uw sympathie jegens hen! (Daverend applaus). Terwijl de heer Plesman spreekt zyn de voorbereidingen met de „ingevallen" machine reeds tot een goed einde gebracht. Verbluffend snel zijn de postzakken en de bagage der be- r anning in de „Pelikaan" overgeladen en te half vyf is deze onder warme toejuichingen der honderden belangstellenden haar Indië- vlucht begonnen Goede reis en behouden terugkeer! De rubriek „Gemengd Nieuws", ongetwij feld de meest populaire in iedere courant, staat nogal eens bloot aan sarcastische aanvallen van de zijde der intellectueelen, die er boven meenen te staan. De Engelsche schrijver en filosoof Chesterton, die evenals zijn landgenoot Shaw graag in de contra-mine is, behoort evenwel tot de warmste verdedigers van dat journalistiek „gemengd voer", omdat uit geen andere rubriek zooveel levenswijsheid, menschenkennis en wereldinzicht te putten is. Ook in deze paradoxale uitspraak zit onge twijfeld een kern van waarheid. Wij moeten telkens weer aan die woorden van Chesterton denken bij het afgrazen van dit nieuwsterrein. Zoo ook dezer dagen, toen een der ochtendbladen onder „Gemengd Nieuws" een bericht gaf over het onder Engelsch man daat staande Middellandsche-zee-eiland Cyprus, een bericht van den volgenden inhoud: „Tengevolge van de reeds twee jaar aan houdende droogte heerscht op Cyprus een nij pend voedseltekort. In vele streken eten de boeren gras, wortelen en hout om zich voor den hongerdood te vrijwaren. Eens vruchtbare velden liggen thans stoffig en droog onder den brandenden hemel. De planten zijn verdord. De boeren hebben geen georganiseerde hulp verleening, waartoe zij zich kunnen richten. Op Cyprus bestaan geen weeshuizen of instel lingen van liefdadigheid. Bijna iederen avond worden op de wegen auto's en voetgangers door gewapende bandieten overvallen. De hoofdwegen worden thans bewaakt door pa trouilles bereden politie en het detachement Engelsche troepen is uit Limassol gedirigeerd om soortgelijken dienst te verrichten op den Weg van Larnada naar Nicosia". Wij weten niet, wat die extra-militaire actie Engeland zal kosten, maar wél weten wij, dat de hongerlijdende bevolking door die uitgaven niet wordt gevoed en dat de noodtoestand er bestendigd bij blijft. Waarom toch koopt Engeland voor het thans aan machtsvertoon bestede geld geen schip met graan, waarvan er overal elders te veel is en heeft het wél tot heil van Cyprus groote som men over voor „kruit en lood", waarvan er in Engeland zelf zoo'n tekort is, dat voor aanmaak daarvan de oorlogsbegrooting met acht millioen pond moet worden verhoogd? Waarom handelt men toch zoo krankzinnig, zullen de uitgevaste bewoners van Cyprus vra gen, die aan kogels en sabelhouwen heelemaal geen behoefte voelen, maar wel door honger tot wanhoopsdaden worden gedreven. Wij weten er geen antwoord op; het is alles verbijsterend! Men kan er zeker van zyn, dat indien bovengenoemde absurditeit aan de En gelsche autoriteiten onder de oogen Werd ge bracht, zy, in navolging van haar meeste col lega's, de handen zouden opheffen om te be zweren, dat het vraagstuk veel moeilijker is dan men denkt; om na deze geijkte verontschuldiging voort te gaan met niets doen. Wat inderdaad minder ingewikkeld isr. Het Finsche s.s. „Atlanten", dat op weg was van Temeuzen naar Gent, is tengevolge van een defect aan den stuurketting bij het passee- ren van de Hoeksche Brug bij Terneuzen, in aanvaring gekomen met den lichter „Teja" van de Nederlandsche Transport Maatschappij te Rotterdam. De binnenzijwand van de „Teja" is hierbij opengescheurd. De „Atlanten" heeft haar reis voortgezet. De „Teja" blijft te Terneuzen om gerepareerd te worden. Ofschoon er in 't Noordzeekanaal veel dryf- ijs ligt, ondervindt het groote scheepvaartver keer weinig hinder. Het pontverkeer te Velsen geschiedt op nor male wijze. Naast de steigers van de óude ket tingponten ligt een sleepboot van den Water staat, en een reserve-pont, die met haar schroe ven het water vóór den aanlegsteiger vry van ys houden. Zaterdagmorgen krabde de 15-jarige zoon van de familie Van A., wonende aan de Haven straat te Heemstede, een puistje stuk aan zyn lip, met het noodlottig gevolg, dat bloedver giftiging ontstond. Geneeskundige behandeling baatte niet. Zaterdagavond is het knaapje overleden. H.K.H. Prinses Juliana zal deze week eenige dagen op Het Loo doorbrengen om evenals vo rige jaren met de leerlingen van den landbouw- liuishoudkunde-cursus te Uddel en met ouden van dagen en zieken uit die omgeving Kerst feest te vieren. De Maas had zich Zondag ook vastgezet aan de Stuwbrug. Alleen voor het stadje Grave is nog open water met veel dryfijs. In Cuyck en Katwijk wandelt men in groep jes van ongeveer twintig personen over de ri vier. Te Santpoort is in den hoogen ouderdom van 101 jaar overleden de wed Elisabeth Peters, oudste inwoonster der gemeente Velsen. In Juni van het vorige jaar heeft zy onder groote belangstelling haar lOOsten geboortedag gevierd. De oude dame heeft by die gelegen heid nog enkele woorden yoor de geluidsfilm gesproken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5