Wa
arom zwijgen dieren?
Stadsnieuws
MARIA STICHTING
VRIJDAG 22 DECEMBER
Hun ontbreekt de logica
Hij zwijgt bij gemis van intelligentie
NEDERLANDSCHE
DAGBLADPERS
F eestver gad ering
KONINGSVERJAARDAG TE AGRAM
MGR. G. BRANDSMA
Terug uit Rome
ZIJN VROEGERE VERLOOFDE
BESCHOTEN
Verdachte niet toerekenbaar?
BESTUURSRAAD R.K. VOLKS
BOND
HET NIEUWE BESTUUR VAN
DEN A.N. W. B.
Ingekrompen tot 35 leden
De K. R. O.-kalender
„Vrijwillige Arbeidsdienst"
REMBRANDT-THEATER
Leise flehen meine Lieder"
Omzetbelasting
VAN ONZE RECHTBANK
Uitspraken van Donderdag 21 Dec.
GEMEENTERAAD
UIT DEN OMTREK
UITBREIDING TE HAARLEM
MERMEER
Van de Badhoevebuurt
Verkeersveiligheid in
Haarlemmermeer
IEDEREN MIDDAG VAN
2-3 UUR POLIKLINIEK
Waarom spreken dieren niet? Omdat
de logica hun ontbreekt.
Dan is het zeker omgekeerd als bij de
menschen, hoor ik iemand zeggen, want die
spreken dikwijls meer, naarmate ze over minder
logica beschikken.
Ik geef toe, dat de menschelijke logica of
redeneerkunst vele ontsporingen vertoont, waar
bij de zwijgzaamheid der dieren gunstig af
steekt. Maar over deze afwijkingen willen wij
het nu eens niet hebben. Ook de grootste mi-
santhroop kan aan het menschengeslacht in
het algemeen het logisch denken niet ontzeg
gen. Hij, die daaraan oprecht twijfelt, meent
in de logica wellicht ik weet niet wat voor ver
heven wijsbegeerte te moeten zien, terwijl in
werkelijkheid de logica de eenvoudigste begin
selen van het menschelijk denken omvat. Deze
beginselen zijn ieder van ons bijgebracht op de
lagere school, toen ons de eerste onderscheidin
gen werden geleerd van de Nederlandsche taal.
Want taal is logica, en dat een dier niet spreekt,
hangt onverbrekelijk samen met het feit, dat
het geen logica heeft.
De eerste logica werd ons bijgebracht, toen
de meester ons leerde onderscheid maken tus-
schen het zelfstandig naamwoord en het werk
woord. Wij leerden daarmee onderscheiden tus-
schen het blijvende en het veranderlijke. Bij
voorbeeld: een boek was een ding, dat bleef,
dat zelfstandig bestond. Boek was dus een zelf
standig naamwoord. Daartegenover schrijven.
Dat was iets dat voorbijging, iets dat we deden,
een werk. Dus was schrijven een werkwoord.
Weinigen van ons zijn zich bewust geweest,
dat zij daarmee de grondslagen hadden gelegd
van de menschelijke denkleer of logica. Toch is
dat zoo. Met dit eerste onderscheid tusschen
zelfstandige naamwoorden en werkwoorden
hadden wij de wereld om ons heen opgelost in
twee helften, in twee categorieën: de blijvende
dingen of voorwerpen en de voorbijgaande din
gen of werkingen.
Maar daar bleef het niet bij. Eenmaal op het
pad van de grammatica, leerden we het bij
voeglijk naamwoord onderscheiden van het
zelfstandig naamwoord. „Het dikke boek." Het
boek was het ding dat bestond, het zelfstan
dige naamwoord: het dikke was niet iets op
zichzelf. Het was enkel maar een hoedanigheid
van het boek. Alweer een nuttige onderschei
ding: tusschen een ding en zijn hoedanigheden.
De wereld, eerst een overstelpende massa van
onbegrepen feiten, begint zich op te lossen in
logische categorieën, zooals de wijsgeeren het
hebben genoemd: zelfstandigheden, hoedanig
heden, werkingen. Nu kunnen we er zoo lang
zamerhand eens ordelijk over gaan praten!
Wat wij op school uitdrukkelijk leerden in
onze taalles, hadden we in de praktijk natuur
lijk allang van onze vader en moeder, broertjes
en zusjes geleerd. We konden allemaal al heel
aardig praten toen we op school kwamen, al
wisten we onze zinnen niet te ontleden. De
eerste geboorte van de logica nemen we dan
ook waar bij den kleuter, die van stamelen
overgaat tot praten. Stamelen is het onvolko
men uitdrukking geven van halfbegrepen in
drukken. Praten veronderstelt een behoorlijke
ordening van de gedachten.
Nu zal iemand zeggen, dat ook de dieren wel
een taaltje onder elkaar hebben en dat zij el
kander wonderwel verstaan. Een soort taaltje,
ja, dat hebben ze wel, maar daarmee is niet
gezegd, dat zij praten, d.w.z. geregelde gesprek
ken voeren. Ook de menschelijke zuigeling heeft
aanstonds zijn taaltje, om uitdrukking te geven
aan gevoelens en begeerten, maar dat is nog
geen Nederlandsche taal! Het zijn de natuur
lijke teekenen, waarmee het levend en voe
lend wezentje uiting geeft aan wat er in hem
omgaat, voornamelijk bestaande uit gekrijt in
verschillende toonaarden. Het is de natuurlijke
taal, die ook de dieren vertoonen, en waar. zij
nooit bovenuit komen, terwijl het menschenkind
al heel gauw meer doet dan enkel piepen,
schreeuwen of brullen. Het menschenkind leert
namelijk van zijn moeder andere teekenen ge
bruiken, dan de louter natuurlijke. Het leert
allengs de willekeurige teekenen van
de menschelijke taal.
Het gekrijt van den zuigeling wordt bepaald
door den natuurlijken bouw van het strotten
hoofd en omgeving, en daar alle menschen-
kinderen volgens hetzelfde plan zijn gebouwd,
lijkt het geschreeuw van alle zuigelingen der
beide halfronden van Oude en Nieuwe Wereld
opmerkelijk op elkaar. De jonggeborene zucht
niet in het Nederlandsch, krijscht niet in het
Italiaahsch, brult niet in het Duitsch. Maar nu
komt het merkwaardige. Zoodra het kind be
gint te praten, doet het dit wèl in het Neder
landsch, of wèl in de taal van Dante, of in die
van Goethe. Het is daarmee duidelijk, dat de
menschelijke spraak te werk gaat met wille
keurige teekenen, die niet eens zooals lachen
en huilen algemeen menschelijk zijn. Deze tee
kenen, de woorden, zijn voor elke volksgemeen
schap anders en we kunnen niet zeggen, dat
een Nederlander krachtens den bouw van zijn
strottenhoofd, zijn tong en zijn verhemelte,
enkel maar Nederlandsch kan spreken. Integen
deel, in den regel kan hij uitstekend Fransch,
Duitsch, Engelsch, Italiaansch, Spaansch Ieeren
en nog veel meer. Heeft hij eenigen tfjd in een
vreemd land gewoond, dan heeft hij zich in
de meeste gevallen ieder accent van de vreem
de taal eigen gemaakt en hij denkt op den duur
in de aangeleerde taal even vlot als in zijn
moedertaal. Hoe komt dat? Omdat ook zijn
moedertaal niet anders dan aangeleerd was,
een product van opvoeding en onderwijs. Was
de Nederlandsche taal ons van nature eigen,
met de geboorte meegegeven, dan zou het niet
mogelijk zijn, dat wij op den langen duur in
het buitenland het Nederlandsch verleerden.
En toch zijn daar voorbeelden te over van!
Maar wat is dan de taal der dieren? Want
zij zijn toch lang niet allemaal stom zooals de
visschen! Laten het dan louter natuurlijke tee
kenen zijn en geen willekeurig gevormde woor
den, waarin zij zich uiten, zij hebben toch even
goed verscheidenheid in hun repertoire. Uit den
aard der zaak gaat onze gedachte bij voorkeur
naar dc vogels, die terecht beroemd zijn om de
verscheidenheid van hun vocale prestaties. Ne
men wij eens de bekende merel of zwarte lijster
met zijn hei-gelen snavel. Wij hoeven hem niet
ver te zoeken, overal in onze stadstuinen heeft
hij zijn tenten opgeslagen. Met zijn sonoor ge
zang heeft hij zich een vooraanstaande plaats
veroverd onder de Nederlandsche zangvogels.
Maar let eens op, behalve zijn fluitend lied
houdt hij er nog allerlei andere roepen op na.
Een goed opmerker kan allereerst den lokroep
onderscheiden, waarmee op uitnoodigenden toon
de soortgenooten opmerkzaam worden gemaakt
op 's vogels aanwezigheid in het struweel. Dan
is er de felle en langgerekte angstroep, waar
onder het dier het hazenpad kiest en die ver
in den omtrek het gevaar bekend maakt, dat
het meerlenvolk bedreigt. Merkwaardig genoeg
heeft deze vogel ook nog een specialen avond-
roep, die hij bij het afnemen van den dag uren
lang kan zitten herhalen. Voor menschelijke
omwoners kan dit hevige en toch eentonige
tink-tink-tink geroep bepaald vermoeiend wor
den, heel anders dan de verkwikkende strofen
die de merel op gunstiger momenten met volle
tonen de avondlijke wereld instuurt. Voor den
vogel zijn dit allemaal spontane uitingen van
zijn innerljjken levenslust en levensdrang. Zelf
kiest hij de momenten niet, waarop hij zijn ge
luid doet hooren, zij worden voor hem bepaald
door den inwendigen toestand van zijn consti
tutie, ofwel de omstandigheden roepen een be
paalde natuurlijke reactie bij hem wakker. De
merel zegt niet tot zichzelf: nu ga ik eens een
nummertje zitten zingen. Evenmin als een zui
geling bij zichzelf het besluit maakt, om eens
een partijtje te gaan brullen.
Er is dus iets heel onpersoonlijks in de taal
van het dier. Het uit den kreet van zijn soort,
en alle soortgenooten in den omtrek spitsen de
ooren. Zij zijn als een mensch, die „help" roept
of „houdt den dief", zonder daamee een be
paalden voorbijganger aan te spreken. Of zij
zijn als iemand, die onder zijn bezigheid het
hoogste lied uitjubelt, uit louter levenslust. Dat
lied wordt gezongen voor niemand in het bij
zonder, maar ieder die het hoort, voelt er zich
door verblijd. We kunnen haast zeggen, dat er
geen zuiverder uiting is van het spontane leven
dan het lied, waarin mensch en dier gelijkelijk
den Schepper lofzingen om zijn gaven. De
vogels zijn hierin onze bevoorrechte rivalen.
Er zijn nog andere gevallen, waarin de
mensch de taal der dieren tot de zijne maakt.
Het zijn de zware oogenblikken, waarin zijn
leven zelf op het spel staat. Daar verbleekt de
menschelijke begrippentaal voor de taal van de
natuur in doodsnood. Het gegil van den ver
minkte bij een ongeluk dringt door tot iederen
mensch heinde en ver en grijpt zijn innerlijkst
wezen aan. Het is de taal van het gewonde
mensch-dier, waarvoor geen ander mensch het
oor kan sluiten. Het is opmerkelijk, hoe diep
het ons schokt, wanneer wij een medemensch
zich hooren uiten in deze taal der natuur. Niet
enkel het gekerm van een getroffene, ook het
ruwe gelach van den woesteling, ook het schor
gebrul, waarmee mannen in blinde woede el
kander te lijf gaan, treffen en vernederen ons
in ons diepste wezen. Een oogenblik voelen wij
ons verlaagd tot dat peil, waarop enkel de in-
stlnkten spreken, en waar het menschelijk ver
stand zijn heerschappij verloren heeft. Daar
spreekt de mensch niet meer de woorden van
den geest, waarmee hij de wereld domineert,
maar is hij een stuk geworden van de redelooze
natuur.
Ieder voelt het hemelsbreed verschil tusschen
deze taal der natuur en de taal der rede. Het
is geen beleediging voor de dieren, als we hun
uitingen vergelijken met de laagste helft der
menschelijke natuur en constateeren, dat in
hun taaltje alle teekenen ontbreken van de lo
gische taal van den denkenden mensch. De weg
naar hoogere beschaving en vooruitgang is hun
daarmee ten eenen male versperd gebleven.
L. BIJLMER.
Woensdag is te Amsterdam door de Vereeni-
ging de Nederl. Dagbladpers het 25-jarig be
staan van de Vereeniging herdacht. Allereerst
werd door bestuur en leden opwachting ge
maakt bij het gemeentebestuur. De ontvangst
had plaats in de koffiekamer van de raads
leden. Daar waren aanwezig behalve de bur
gemeester dr. W. de Vlugt, de wethouders
mr, Kropman, Boissevain, dr. Vos, Rustige en
Baas, benevens de gemeentesecretaris mr. van
Lier.
De burgemeester drukte den verschillenden leden
de hand. Hij deed dat met de linkerhand,
omdat "de rechter nog gevoelig was van het
vele handen-geven van gisteren.
De burgemeester heette bestuur en leden van
de feestvierende vereeniging welkom. Het ver
heugde hem, dat men er prijs op heeft ge
steld dit zilveren feest in de hoofdstad te vieren
en dat men de traditie handhaaft 1oor zijn
opwachting te maken bij het gemeentebestuur.
Spr. wijst op de nauwe verwantschap tusschen
pers en overheid. Amsterdam heeft toch
vroeger een dagblad uitgegeven, thans alleen
een gemeenteblad, dat gelukkig geen aanspraak
maken mag op dagblad.
WU voelen ons daardoor nauw verwant met
de dagbladpers. We behooren zelfs tot de vaste
medewerkers der dagbladen. Immers de in het
gemeenteblad opgenomen gemeentestukken
worden overgenomen in dagbladen, af en toe
zelfs met commentaar die niet in het ge
meenteblad voorkomt.
Gij hebt een buitengewoon moeilijke taak,
als verantwoordelijke leiders van ondernemingen
die een dagblad uitgeven. Gij hebt een product,
dat dagelijks op de markt moet komen. Gij
hebt uw inrichtingen aan te passen aan den tijd.
Daarbij is het uw zorg, dat de journalistieke
inhoud van uw bladen, waarop ge niet altijd dien
invloed kunt oefenen die gij wel zult wen-
schen, beantwoordt aan de behoeften zoo als gij
die ziet. Gij zijt de motor die de beweging op
gang houdt. Energieke journalisten zonder
energieke directeuren zouden geen goed dag
blad tot stand kunnen brengen. De burgemeester
besloot met den wensche dat de herdenkings
dag die voldoening zal schenken welke we
waarvan verwachten en dat in het nieuwe tiid-
perk dat tegemoet wordt gegaan, de vereeniging
moge groeien en bloeien.
De voorzitter der vereeniging, de heer J. W.
Henny, dankte voor de ontvangst en sprak er
zijn genoegen over uit, dat het gemeentebestuur
aan de dagbladpers geen concurrentie gaat
aandoen.
Zonder eenige discussie, zoo ging spr. voort,
werd aangenomen, dat het feest in Amsterdam
zou worden gevierd. Dat was ook niet te ver
wonderen, omdat het initiatief tot oprichting
van de vereeniging in Amsterdam is genomen.
Dit is een zeer gelukkig initiatief gebleken,
want de vereeniging is uitgegroeid tot een be
langrijke organisatie. Spr. besloot met de beste
wenschen voor den bloei van Amsterdam.
(Applaus).
Nog eenigen tijd bleef men gezellig bijeen.
Hierna gingen bestuur en leden naar Hotel
de l'Europe waar een feestvergadering werd ge
houden en des middags werd gerecipieerd.
De voorzitter, de heer J. W. Henny, opende de
vergadering met een herdenkingsrede. Hij
bracht hulde aan de oprichters der Vereeniging
en ging in breede trekken na wat de vereeniging
in de afgeloopen 25 jaar heeft gedaan.
Vervolgens werd op voorstel van den voor
zitter een telegram van hulde aan H. M. de Ko
ningin gezonden.
De heer H. Nügh. penningmeester der Ver
eeniging en nestor van het bestuur bood den
voorzitter een bronzen vaas aan met een bloe
menhulde aan mevrouw Henny, die bezorgd is
aan de woning van den heer Henny en overhan
digde voorts den voorzitter een legpenning in
den vorm van een presse-papier.
De heer Sprenger, nestor der leden, herin
nerde aan de oprichting der Vereeniging in de
achterzaal van het Bible Hotel te Amsterdam.
Hij dankte het bestuur voor al hetgeen het in
het thans afgesloten tijdperk voor de leden heeft
gedaan.
De heer A. Heldring bood vervolgens namens
de oud-bestuursleden het bestuur een tweetal
aschbakken met inscriptie aan, bestemd voor de
bestuurstafel.
De heer J. Funke, een der oudste leden, sprak
nog woorden van herinnering en dank, waarop
de voorzitter namens het bestuur en daarna per
soonlijk voor de ^ele woorden van hartelijkheid
en vriendschap en voor de aangeboden geschen
ken dankte.
De vergadering werd hierna gesloten.
Tijdens de nu volgende receptie kwamen vele
het bestuur gelukwenschen
Onder de verschillende geschenken het Jubi-
leerend bestuur bij de receptie aangeboden was
ook een van de N. V. Drukinkt en Verffabriek
„Amhemia" te Arnhem n.l. een Ozon-ventilator
zooals die door het technisch handelsbureau
„Otesco" van den heer O. Schiff te 's-Graven-
hage wordt ingevoerd. Deze gaf een demonstra
tie met dit voor vergaderlokalen en dergelijke
ruimten zeer practisch aparaat dat actieve
zuurstof ontwikkelt.
Bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan der
Vereeniging van uitgevers van dagbladen „De
Nederlandsche Dagbladpers", is een jubileum
nummer van de Mededeelingen der vereeniging
verschenen met talrijke bijdragen, portretten
en andere illustraties. Een bijlage bevat de por
tretten van de drie oud-voorzitters, de heeren
A. G. Boissevain (19081922), Chr. A. Vie-
weg (1922—1929) en J. C. Peereboom (1929—
1930).
De tegenwoordige voorzitter de heer J. W.
Henny, opent het nummer met een herinnering
aan de werkzaamheid der vereeniging in de
afgeloopen kwarteeuw.
De heer Ferd. J. A. M. Wierdels, oud-direc
teur van „De Tijd" vertelt hoe in December
1908 de vereeniging tot stand is gekomen. Hij
en de heer A. G. Boissevain pleegden overleg
over iets, waar zij beiden als dagbladdirecteu
ren belang bij hadden. In Palais Royal, bij het
plengen van een offer aan den accijns op het
gedistilleerd, ontstond het denkbeeld, dat er
behoefte bestond aan een vakvereeniging voor
de uitgeverij van dagbladen en dan voor het
heele vaderland. Op de stichtingsvergadering,
21 December 1908, waren 37 directeuren aan
wezig en drie, die verhinderd waren, hadden
ingestemd met het plan. Van de oprichters
zijn thans nog lid, de heeren H. Kuypers, H.
G. W. Sprenger en W. J. Schillemans. Bij de
drie oudste leden mag nog de heer R. Haze-
winke! worden geteld, die niet aanwezig was.
doch dadelijk instemming had betuigd. Eenige
der oprichters, die niet meer lid zijn, behooren
nog tot de levenden. De heer Boissevain werd
voorzitter, de heer Wierdels secrtaris. Ook de
heer Wierdels gaat in zijn artikel de bemoeiin
gen der vereeniging na, op het gebied van het
advertentiewezen tijdens den oorlog hij geeft
interessante bijzonderheden inzake de uit
slagen van Kamerverkiezingen, enz. Toen de
vereeniging er eenmaal was, is haar nut ge
bleken.
Het nummer bevat voorts bijdragen van den
heer H. Nijgh, penningmeester der vereeniging.
De heeren Hans en Vesters brengen sympathie
betuigingen van de zijde der journalisten, de
heer Kuypers, die van de katholieke collega's.
De heer E. de Lang schrijft een bijdrage
over de ontwikkeling der techniek gedurende 25
jaar in 't Nederlandsche courantenbedrijf. Bij
dragen op verschillend terrein, waarmede zelfs
een over de ethische normen in een kranten-
bedrijf voltooien het geheel.
Gaarne voegen wij bij deze gelegenheid onze'
gelukwenschen aan de jubileerende vereeniging
bij die welke in dit gedenkboekje liggen opge
tast.
De receptie in l'Europe te Amsterdam was
gisteren druk bezocht. Door den voorzitter van
den A. N. W. B., den heer Edo Bergsma, w<erd
nog een herinneringsmedaille aangeboden en
door den heer Coppens een voorzittershamer;
de-gelukwenschen van het bestuur van den Bond
van erkende advertenliebureaux voegden zich
bij de vele andere.
Aan het feestdiner 's avonds werd den heer
J. W. Henny, voorzitter der vereeniging, meege
deeld, dat H. M. de Koningin hem benoemd
had tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Aan den maaltijd zaten o.a. aan Z. K. H
Prins Hendrik, de ministers Verschuur en Mar-
chant, burgemeester De Vlugt e. a. Het woord
werd gevoerd door den voorzitter, den heer
Henny, door minister Verschuur en burgemees
ter De Vlugt e. a.
Met groote feestelijkheden werd te Agram de 45e verjaardag van Koning
Alexander 11 van Joego-Slavië gevierdDe menschenmenigte voor het oude
paleis hij de huldigingsplechtigheid
Na zijn bezoek aan Rome is Z. H. Exc. Mon
seigneur G. Brandsma in het vaderland terug
gekeerd en Woensdagavond in den Carmel te
Nijmegen aangekomen. Zaterdag zal Z. H. Exc..
gelijk reeds is medegedeeld, de H. Wijdingen toe
dienen in het Minderbroedersklooster „Alver
na". Daarna vertrekt Monseigneur naar het Mis
siehuis te Roosendaal, waar hij de Kerstdagen
doorbrengt.
Het adres voor correspondentie met Z. H. Exc.
gedurende zijn verblijf in Nederland is het Mis
siehuis te Roosendaal.
i
Op tweeden Pinksterdag van dit jaar had de
33-jarige koopman H. v. M. zijn vroegere ver
loofde, mej. M. M. met haar zuster in de Colo-
niastraat te Rotterdam opgewacht en op bei
den met een revolver geschoten.
Bij de behandeling der zaak voor de Rotter-
damsche rechtbank had het O. M. twaalf jarëfo
gevangenisstraf geëischt.
De rechtbank heeft thans beslist, dat ver
dachte eerst zes weken in een psychiatrische
inrichting moet worden opgenomen om een on
derzoek naar zijn geestvermogens te doen in
stellen.
Als gevolg van de dezer dagen gehouden ver
kiezingen is het Algemeen Bestuur van den
A. N. W. B. Toeristenbond voor Nederland, dat
volgens een reeds eerder genomen besluit zou
worden ingekrompen tot 35 leden, thans sa
mengesteld als volgt:
Van de aftredende leden werden herkozen
de heeren: H. J. van der Aa," te Amsterdam;
Th. C. P. M. Kolfschoten, te Edam; Mr. H. J.
J. Post te Amsterdam; C. H. Cordes te Utrecht;
N. C. de Ruijter te Utrecht; Mr. W. A. C. van
Dam te Rotterdam; A. G. H. Opscholtens te
's Gravenhage; Ph. J. Callenfels te Terneuzen;
Mr. H. Doorenbos te Middelburg; J. W. Schuur
man te Domburg; J. M. van der Heyde te Ois-
terwijk; J. L. Roborgh te 's-Hertogenbosch; M.
H. Th. Jaspers te Klimmen; B. W. Kraake te
Arnhem; P. H. F. Wierts te Apeldoorn; E. Pool
te Hengelo (O.)Dr. H. J. van de Stadt te
Hattem; J. Bergmans te Borger; J. van Hulst
te Harlingen; G. Ritmeester te Leeuwarden;
Dr. D. H. Posthumus te Sneek (sinds de ver
kiezing overleden), S. Meihuizen H.Wzn. te Gro
ningen; A. Onnes Fzn. te Groningenen R. Post
van Leggelo te Groningen.
Als nieuwe leden werden gekozen de heeren
J. Maas te Meerssen, G. Hakvoort te Meppel
en J. Boerema te Lonneker, allen Bondscon-
suls, alsmede de heeren H. de Bordes, Burge
meester van Bussum; E. D. van Dissel, direc
teur van het Staatsboschbeheer; Ch. Redelé,
directeur der Bicuitfabriek „Victoria" te Dord
recht; M. A. G. van der Leeuw (de bekende
luchttoerist)Mr. H. J. M. Loeff, burgemees
ter van Vught; Jhr. Mr. W. Michiels van Kes-
senich, Burgemeester van Beek (Limburg); H.
F. M. E. Graaf van Limburg Stirum, burge
meester van Brummen en voorzitter van „Het
Oranje Kruis" en Jhr. Mr. F. H. van Kinschot,
burgemeester van Zuidlaren.
De Katholieke Radio-Omroep heeft evenals
vorige jaren weer een fraaien kalender uitgege
ven, die de aandacht trekt door de reproduc
ties naar origineels van den Franschen etser
Luigini.
De twaalf afzonderlijke op het bloc aange
brachte maandbladen geven door een cirkel om
den datum op overzichtelijke wijze de uitzend-
van de nieuwste foto's van het omroepbedrijf.
Elke K.R.O.-luisteraar zal dezen kalender wil
len bezitten.
Onder presidium van den heer J. Ph. H.
Castricum had Donderdagavond in het ge
bouw St. Bawo de maandelijksche bestuurs
raad plaats van den R. K. Volksbond.
Allereerst werden eenige ingekomen stukken
behandeld. De R. K. Volksbond had een
schrijven gezonden aan B. en W. om Kerstuit-
keering ook hier toe te staan. Door B. en W.
was bericht gezonden van afwijzende beschik
king.
De voorzitter leidde dan den spreker van
dezen avond in met een hartelijk welkomst
woord, zijn vreugde uitend over diens bereid
willigheid, een onderwerp, dat hij reeds voor
de Katholieke Jonge Werkgevers behandeld
had, ook te willen bespreken in den bestuurs
raad.
Hierna was het woord aan den heer J. A. I-
M. Brandenburg, lid van de Katholieke Jonge
Werkgevers Vereeniging, tot het houden van
zijn inleiding over „Vrijwillige Arbeidsdienst".
In een kort voorwoord stelde spr. met vreugde
vast, dat in Haarlem iets aan het komen is
van de daadwerkelijke samenwerking tusschen
arbeiders en werkgevers zij het jonge werk
gevers en dat deze samenwerking niet louter
berust op de behandeling van practische pun
ten, waartoe een urgente noodzakelijkheid leid
de, maar op ideëelen grond.
In zijn inleiding zei spr. o.a- het volgende:
In onze wereld is elke verhouding zoek, en
dat kan ook niet anders, want de norm: God,
is zoekgeraakt. Een sprekend voorbeeld daarvan
is de durende werkloosheid bij overvloed van
producten en uitersten eenvoud van vervoer en
bereiding. Een oplossing is nog niet gevonden,
en die kan tenslotte ook slechts liggen in de
teruggave van de wereld aan God.
Funest is 't echter, om het eind van deze z.g.
„crisis" te gaan zitten afwachten, in de hoop,
dat dan de werkloosheid ook wel voorbij zal zijn.
Dat is oorzaak en gevolg omdraaien. Willen wij
tot betere toestanden komen, dan moet de
werkloosheid opgeheven worden niet omgekeerd.
Het beste gebeurt dit in een organische maat
schappij, maar we kunnen ook trachten, gelei
delijk tot die maatschappij te komen door de
werkloosheid te bestrijden met een organisatie,
die pasklaar is voor die komende maatschappij-
vorming, en daarop stuwend richt.
Als zoodanig ziet spr. den vrljwilligen arbeids
dienst.
Om hiervan een eenigszins duidelijk beeld te
geven, nam spr. de gedachten van zijn gehoor
mee naar Duitschland, waar een georganiseerde
V.A.D. bestaat.
Daarin onderscheidt spr. drie elementen,
waaruit ook 't woord bestaat: vrijwillig, arbeid,
dienst, en op elk dezer drie ging hij dan dieper
in.
Spr. ging na. hoe in ons land de werkloosheid
bestreden wordt, en kwam tot de gevolgtrekking
dat de financieele, langzamerhand ook de mo-
reele gevolgen op voor andere landen voorbeel
dige wijze bestreden worden, maar dat de werk
loosheid-zelf daarmee niet te lijf wordt gegaan.
Terwijl de werkverschaffing wel een deeltje
werkloosheid wegneemt, maar door het element
dwang, dat erin ligt, te ver staat van normalen
arbeid, om ooit groot en afdoend resultaat te
hebben.
Het leek spr. mogelijk verder te gaan, dan
thans in Duitschland gebeurt, door de V. A. D.
namelijk op te richten in aansluiting op en in
combinatie met de bestaande ontwikkelings
cursussen voor werkloozen, waardoor het effect
grooter en algemeener wordt.
Spr. wilde zich niet tot de jeugdwerkloosheid
beperken, al verdedigde hij wel den voorrang
van de jongeren boven de ouderen, waar het
V. A. D. betreft.
Dan ging hij nog dieper in op het theoretische
element, en beschouwde daarbij speciaal de
structuurveranderingen, die een V. A. D. zou
teweegbrengen. Hij toonde aan, dat wij ook hier
binnen het kader van Quadragesimo blijven.
Met een oproep, om deze V. A. D. te zien als
een Volksbelang en als een Katholiek Ideaal,
besloot spr. zijn inleiding.
De rede had een leerzame gedachtenwisseling
tot gevolg, waaraan werd deelgenomen o.a.
door den geestelijken adviseur, rector J. B. M
Timp en den centraal secretaris, den heer A.
Angenent.
De heer Brandenburg mocht een dankbaar
applaus en een hartelijk dankwoord van den
voorzitter in ontvangst nemen.
Medegedeeld werd, dat de R. K. Coöperatieve
Woningbouwvereeniging „De Spaarnestad" deze
week officieel ontbonden was, daar het niet
mogelijk was met de bestaande wettelijke rege
lingen voort te werken.
De voorzitter had het bestuur hartelijk dank
gebracht voor de vele werkzaamheden en be
moeiingen, in het belang der leden verricht.
De leden van spoor- en tram ,,St. Raphaël"
hadden, als ieder jaar, een som bijeenge'»:acht,
van ruim 200.als Kerstgave voor de werk
loozen.
De aanvulling van het bestuur en de perio
dieke verkiezing werden uitgesteld tot Februari.
Hierna sluiting.
Als regisseur blijkt Willy Forst zoo niet even
goed, dan toch zeker beter te voldoen dan als
acteur. In ieder geval was het een verrassing
te zien, wat hij van het eerste beroep terecht
bracht. Leise flehen meine Lieder is een ge
zellig vriendelijk thema en het kwam in hoofd
zaak op de uitwerking aan, of men er al dan
niet door gepakt werd. Verschillende malen
heeft men reeds belangrijke episoden uit Schu
berts leven verfilmd of er tooneelstukken van
gemaakt. Meestal waren het echter oncontro
leerbare, romantische „Liebesgeschichten" met
een twljfelachigen waarheidsgrond. We zullen
de laatsten zijn, om te beweren, dat dit thans
niet het geval is, maar in ieder geval is deze
film gebaseerd op Schuberts onvoltooide Sym-
phonie in B-mineur, een magistraal werk van
den grooten componist. Men geeft thans een
zeer plausibele reden op voor dit niet afge
maakte werk en al is het dan ook fantasie, het
is niet zoo onmogelijk, dat het niet waar had
kunnen zijn. Schubert sukkelde nog al met de
liefde, dat is een bekend feit en daarom is die
voorstelling van zaken zooals die hier gegeven
wordt heelemaal niet zoo gek. Volgens deze his
torie werd die Symphonie niet voltooid omdat
Schubert toen hij zijn eersten concertavond bij
Gravin Kinsky zou geven, in zijn spel onderbroken
werd door een luiden lach van een jonge dame
en dat was juist op het moment dat hij al
spelende ee nslot voor zijn symphonie in zich
voelde rijpen. Schubert verliet oogenblikkelljk
het huis, waarin hij zich in zijn kunst belee-
digd voelde, en als echte kunstenaar hield hij
geen rekening met de materieele nadeelen, wel
ke een dergelijk onverwacht vertrek voor hem
had. Later wordt het jonge meisje, dat een
dochter is van den Hongaarschen Graaf Es-
terhazy bewust, wat zij gedaan heeft en zij
zorgt, dat Schubert een aanstelling krijgt als
haar muziekleeraar. Er groeit dan een groote
liefde tusschen deze twee, doch de graaf komt
tusschen beide, zendt Schubert weer naar zijn
land terug en bewerkstelligt dan vlug een hu
welijk van zijn dochter met een Honved-offi-
cier. Als Schubert door een zuster van de
bruid wordt gewaarschuwd en hals over kop
terugkeert, blijkt het jonge paar al gehuwd
te zijn en dan verneemt hij tevens dat zij tot
dezen echt door haar vader werd gedwongen.
Dan gaat hij het niet bijster gelukkige meis
je gelukwenschen en biedt haar als huwelijks
geschenk zijn voltooide symphonie aan, en
speelt haar deze voor.
Als hij dan aan die passage komt welke zij
indertijd door gelach had onderbroken, valt zij
in zwijm. En dan offert Schubert voor haar het
laatste gedeelte van die Symphonie op en ver
scheurt het.
Men ziet het, het is erg begrijpelijk, logisch
en volkomen aanvaardbaar. Willy Forst heeft
zeer zorgvuldig gewerkt en dankbaar gebruik
gemaakt van de heerlijke Schubert-melodieën.
Want al is dan ook het symphonie-thema het
voornaamste, dat neemt toch niet weg, dat men
er ruimte genoeg in open gelaten heeft, om er
ook nog andere Schubert-composities in te ver
werken.
Hans Jaray geeft een uitstekende creatie van
Schubert. Rustig en natuurlijk zonder aanstel
lerij, precies de gedachte welke men van dezen
componist gehad kon hebben. Martha Eggerth.
als steeds een allerliefst persoontje, maakt
eveneens als het jonge gravinnetje geen slecht
figuur, terwijl Louise Ullrich dient genoemd te
worden voor haar innig spel als dochter van
den pandjeshouder..
Als geheel genomen is het dan ook een zeer
genoeglijke film, die een schrille tegenstelling
vormt met haar lugubere voorgangster. Maar
dat kon men voor de Kerstweek dan ook wel
niet anders verwachten.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Haarlem en Omstreken deelt mede, dat be
langhebbenden zich vóór 1 Januari kunnen
wenden tot den Inspecteur van Invoerrechten
en Accijnzen in hun ressort, teneinde vrijstel
ling van Omzetbelasting te verkrijgen voor goe
deren benoodigd voor emballage e.d.
Woensdag 27 December zal de heer F. J.
Sikkens, inspecteur van de Invoerrechten en
Accijnsen in het ressort Haarlem op verzoek
van de Kamer voor bestuurderen van midden
standsorganisaties en hoofden, van groote be
drijven een uiteenzetting geven omtrent de Om
zetbelasting, in hotel „Lion d'Or", Kruisweg 36,.
Haarlem.
Voor het geval een verzoek tot bijwoning
dezer uiteenzetting een belanghebbende orga
nisatie niet heeft bereikt, zijn bestuurderen
gaarne welkom.
Men wordt echter verzocht van zijn komst
mededeeling te doen aan het Secretariaat van
de Kamer, Nassauplein 6, Haarlem, tel. 15254.
J. J. v. d. W„ metselaar, wonende te Amster
dam. Vrijgesproken.
A. v. E., los werkman, wonende te Zaandam.
Appèl overtr. Alg. Politieverordening van Zaan
dam f 20.boete subs. 12 dagen hecht. o. v.
H. K., bakkersknecht, wonende te Wijk aan
Zee en Duin. Mishandeling, f 75.— boete subs.
30 dagen hecht. o. v. en toewijzing civiele vor
dering tot een bedrag van f 53.10.
C. S., veehouder, wonende te Assèndelft. Vrij
gesproken.
P. R„ melkboer, wonende te Oostzaan Ap
pèl overtr. Motor- en Rfjwielwet. Strafbaar ver
klaard zonder toepassing van eenige straf.
Vergadering van den Raad der gemeente
Haarlem op Woensdag 27 December 1933, des
namiddags ten l'A ure, zoo noodig voort te
zetten des avonds ten 8 ure, in de Statenzaal
(Prinsenhof).
Aan de orde zal worden gesteld:
1. Mededeelingen en ingekomen stukken
(liggen ter inzage). Procesverbaal opneming kas
en boeken gemeente-ontvanger. Verzoekschrift
mevrouw E. W. P. TrollVan Schalk om ont
slag als vakonderwijzeres in Nuttige Handwer
ken. Alsvoren mej. M. G. Botman. 2. Ie Supple
toir kohier Straatbelasting enz. 1933. 3. Vrijstel
ling art. 29, 2a der Bouwverordening. 4. Op
heffing Gezondheidscommissie. 5. Subsidie bij
zondere school buitengewoon L. O. Nic. v. d.
Laanstraat. 6. Onteigening perceelsgedeelte
Antoniestraat. 7. Overdracht en ruiling grond
nabij Ten Katestraat. 8. Aanvaarding van voor
straat bestemden grond nabtf Roerdompstraat.
9. Verkoop grond: a. Dolftjnstraat (fa. P. van
Cittert Zoon); b. Zaanenstraat (A. P. Win-
nubst)c. Buitenrustlaan („Vlietsorg")d. Van
Nesstraat (A. J. van Gijn); e. Neptunusstraat
(H. Mulder). 10. Wijziging no. 6 vervangende
detail 11 uitbreidingsplan „Noord". 11. Uitbrei
ding leerplan Prot. Cr. Nijverheidsschool. 12.
Wijziging aantal Commissies tot wering van
schoolverzuim. 13. Verzoekschrift J. A. Trjjsse-
naar inzake toekenning uitkeering na ont
slag. 14. Wijziging verordening keuringsdienst
van vee en vleesch. 15. Verzoekschrift afd.
Haarlem Nieuwen Ned. Bond van Koffiehuis
houders en Slijters inzake intrekking tapver-
bod op Zondagmorgen. 16 Wijziging tarief ver-
pleegkosten St. Elisabeth's of Groote Gasthuis.
17. Wijziging verordening salarieering perso
neel Buitengewoon L. O. 18 Opheffing functie
reserve-onderwijzeres Buitengewoon L. O. 19.
Vermindering leerkrachten dagopenluchtsehool.
afc t?o 0$
Naar wij vernemen is het voorloopig vast
gestelde uitbreidingsplan voor de bebouwing van
de Badhoevebuurt en omgeving zoo goed als ge
reed en zal het weldra ter visie worden gelegd.
Zoodra de vorst geëindigd is, kunnen de werk
zaamheden worden voortgezet voor den aanleg
van twee nieuwe wegen, waarmee men op het
terrein van de Amsterdamsche Rijtuigmaat
schappij enkele weken geleden begonnen is.
Wanneer onze inlichtingen juist zijn, ligt het
in het voornemen van de directie van bovenge
noemde maatschappij om daarna het wegennet
nog verder uit te breiden, zoodat verschillende
bouwrijpe perceelen grond kunnen worden
aangeboden aan gegadigden, die bij de tegen
woordige zeer lage prijzen van de bouwmate
rialen nog willen probeeren in het stichten van
woonhuizen een goede geldbelegging te vinden.
Er is in den laatsten tijd rondom de Bad
hoeveboerderij reeds zooveel gebouwd, dat het
verrezen huizen-complex al op een dorp begint
te gelijken en zeker zal dit nog sterker het ge
val worden, wanneer er in het volgend jaar
schuin tegenover de mooi gelegen gemeente
school nog een kerkgebouw zal verrijzen.
Het is misschien goed nog eens te herinne
ren, dat het gemeentebestuur van Haarlemmer
meer door de directie van de Amsterdamsche
Rijtuigmaatschappij in staat is gesteld om kos
teloos ter beschikking te stellen een perceel
grond tot een zoodanige oppervlakte als noo
dig is voor de stichting van een kerkgebouw met
of zonder pastorie.
De gelegenheid om zich aan te melden ein
digt op Zondag 31 December 1933, zoodat het
kort dag wordt.
Alle teekeningen en verzoeken moeten onge-
teekend worden ingezonden bij den burgemeester
te Hoofddorp en alleen naam en adres van den
afzender moet in een afzonderlijke enveloppe
worden bijgevoegd onder aanduiding van een
bepaald motto of nummer.
De voorwaarde, waarop dit perceel grond ver
leden jaar voor dit doel kosteloos is beschik
baar gesteld, luidt dat het door burgemeester en
wethouders mag worden weggegeven aan die
kerkelijke gemeente, welke zich daarvoor bin
nen den gestelden termijn aanmeldt, terwijl de
teekeningen van gevel en oppervlakte van het
te stichten gebouw uit een oogpunt van alge-
meenen welstand naar het oordeel van B. en
W. de voorkeur verdienen.
Eenigen tijd geleden vestigden de A. N. W. B.
en de K. N. A. C. de aandacht van den be
trokken districtscommandant van de Rijks-
veldwacht op de omstandigheid, dat de veilig
heid van het verkeer in de Haarlemmermeer
in gevaar werd gebracht doordat tal van voer
tuigen, inzonderheid die door dieren getrokken,
des avonds reden zonder eenige verlichting.
Naar aanleiding hiervan werd bericht ont
vangen, dat in de maand November door den
verkeersdienst per auto van de Rljksveldwacht
in de Haarlemmermeer bijzonder toezicht is ge
houden tegen de bedoelde overtredingen. Er
werd een 30-tal procecssen-verbaal opgemaakt
en een ongeveer gelijk aantal waarschuwingen
gegeven.
Aan het verzoek zal blijvend aandacht worden
geschonken.