Wa arom zwijgen dieren? Stadsnieuws MARIA STICHTING VRIJDAG 22 DECEMBER Hun ontbreekt de logica Hij zwijgt bij gemis van intelligentie NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS F eestver gad ering KONINGSVERJAARDAG TE AGRAM MGR. G. BRANDSMA Terug uit Rome ZIJN VROEGERE VERLOOFDE BESCHOTEN Verdachte niet toerekenbaar? BESTUURSRAAD R.K. VOLKS BOND HET NIEUWE BESTUUR VAN DEN A.N. W. B. Ingekrompen tot 35 leden De K. R. O.-kalender „Vrijwillige Arbeidsdienst" REMBRANDT-THEATER Leise flehen meine Lieder" Omzetbelasting VAN ONZE RECHTBANK Uitspraken van Donderdag 21 Dec. GEMEENTERAAD UIT DEN OMTREK UITBREIDING TE HAARLEM MERMEER Van de Badhoevebuurt Verkeersveiligheid in Haarlemmermeer IEDEREN MIDDAG VAN 2-3 UUR POLIKLINIEK Waarom spreken dieren niet? Omdat de logica hun ontbreekt. Dan is het zeker omgekeerd als bij de menschen, hoor ik iemand zeggen, want die spreken dikwijls meer, naarmate ze over minder logica beschikken. Ik geef toe, dat de menschelijke logica of redeneerkunst vele ontsporingen vertoont, waar bij de zwijgzaamheid der dieren gunstig af steekt. Maar over deze afwijkingen willen wij het nu eens niet hebben. Ook de grootste mi- santhroop kan aan het menschengeslacht in het algemeen het logisch denken niet ontzeg gen. Hij, die daaraan oprecht twijfelt, meent in de logica wellicht ik weet niet wat voor ver heven wijsbegeerte te moeten zien, terwijl in werkelijkheid de logica de eenvoudigste begin selen van het menschelijk denken omvat. Deze beginselen zijn ieder van ons bijgebracht op de lagere school, toen ons de eerste onderscheidin gen werden geleerd van de Nederlandsche taal. Want taal is logica, en dat een dier niet spreekt, hangt onverbrekelijk samen met het feit, dat het geen logica heeft. De eerste logica werd ons bijgebracht, toen de meester ons leerde onderscheid maken tus- schen het zelfstandig naamwoord en het werk woord. Wij leerden daarmee onderscheiden tus- schen het blijvende en het veranderlijke. Bij voorbeeld: een boek was een ding, dat bleef, dat zelfstandig bestond. Boek was dus een zelf standig naamwoord. Daartegenover schrijven. Dat was iets dat voorbijging, iets dat we deden, een werk. Dus was schrijven een werkwoord. Weinigen van ons zijn zich bewust geweest, dat zij daarmee de grondslagen hadden gelegd van de menschelijke denkleer of logica. Toch is dat zoo. Met dit eerste onderscheid tusschen zelfstandige naamwoorden en werkwoorden hadden wij de wereld om ons heen opgelost in twee helften, in twee categorieën: de blijvende dingen of voorwerpen en de voorbijgaande din gen of werkingen. Maar daar bleef het niet bij. Eenmaal op het pad van de grammatica, leerden we het bij voeglijk naamwoord onderscheiden van het zelfstandig naamwoord. „Het dikke boek." Het boek was het ding dat bestond, het zelfstan dige naamwoord: het dikke was niet iets op zichzelf. Het was enkel maar een hoedanigheid van het boek. Alweer een nuttige onderschei ding: tusschen een ding en zijn hoedanigheden. De wereld, eerst een overstelpende massa van onbegrepen feiten, begint zich op te lossen in logische categorieën, zooals de wijsgeeren het hebben genoemd: zelfstandigheden, hoedanig heden, werkingen. Nu kunnen we er zoo lang zamerhand eens ordelijk over gaan praten! Wat wij op school uitdrukkelijk leerden in onze taalles, hadden we in de praktijk natuur lijk allang van onze vader en moeder, broertjes en zusjes geleerd. We konden allemaal al heel aardig praten toen we op school kwamen, al wisten we onze zinnen niet te ontleden. De eerste geboorte van de logica nemen we dan ook waar bij den kleuter, die van stamelen overgaat tot praten. Stamelen is het onvolko men uitdrukking geven van halfbegrepen in drukken. Praten veronderstelt een behoorlijke ordening van de gedachten. Nu zal iemand zeggen, dat ook de dieren wel een taaltje onder elkaar hebben en dat zij el kander wonderwel verstaan. Een soort taaltje, ja, dat hebben ze wel, maar daarmee is niet gezegd, dat zij praten, d.w.z. geregelde gesprek ken voeren. Ook de menschelijke zuigeling heeft aanstonds zijn taaltje, om uitdrukking te geven aan gevoelens en begeerten, maar dat is nog geen Nederlandsche taal! Het zijn de natuur lijke teekenen, waarmee het levend en voe lend wezentje uiting geeft aan wat er in hem omgaat, voornamelijk bestaande uit gekrijt in verschillende toonaarden. Het is de natuurlijke taal, die ook de dieren vertoonen, en waar. zij nooit bovenuit komen, terwijl het menschenkind al heel gauw meer doet dan enkel piepen, schreeuwen of brullen. Het menschenkind leert namelijk van zijn moeder andere teekenen ge bruiken, dan de louter natuurlijke. Het leert allengs de willekeurige teekenen van de menschelijke taal. Het gekrijt van den zuigeling wordt bepaald door den natuurlijken bouw van het strotten hoofd en omgeving, en daar alle menschen- kinderen volgens hetzelfde plan zijn gebouwd, lijkt het geschreeuw van alle zuigelingen der beide halfronden van Oude en Nieuwe Wereld opmerkelijk op elkaar. De jonggeborene zucht niet in het Nederlandsch, krijscht niet in het Italiaahsch, brult niet in het Duitsch. Maar nu komt het merkwaardige. Zoodra het kind be gint te praten, doet het dit wèl in het Neder landsch, of wèl in de taal van Dante, of in die van Goethe. Het is daarmee duidelijk, dat de menschelijke spraak te werk gaat met wille keurige teekenen, die niet eens zooals lachen en huilen algemeen menschelijk zijn. Deze tee kenen, de woorden, zijn voor elke volksgemeen schap anders en we kunnen niet zeggen, dat een Nederlander krachtens den bouw van zijn strottenhoofd, zijn tong en zijn verhemelte, enkel maar Nederlandsch kan spreken. Integen deel, in den regel kan hij uitstekend Fransch, Duitsch, Engelsch, Italiaansch, Spaansch Ieeren en nog veel meer. Heeft hij eenigen tfjd in een vreemd land gewoond, dan heeft hij zich in de meeste gevallen ieder accent van de vreem de taal eigen gemaakt en hij denkt op den duur in de aangeleerde taal even vlot als in zijn moedertaal. Hoe komt dat? Omdat ook zijn moedertaal niet anders dan aangeleerd was, een product van opvoeding en onderwijs. Was de Nederlandsche taal ons van nature eigen, met de geboorte meegegeven, dan zou het niet mogelijk zijn, dat wij op den langen duur in het buitenland het Nederlandsch verleerden. En toch zijn daar voorbeelden te over van! Maar wat is dan de taal der dieren? Want zij zijn toch lang niet allemaal stom zooals de visschen! Laten het dan louter natuurlijke tee kenen zijn en geen willekeurig gevormde woor den, waarin zij zich uiten, zij hebben toch even goed verscheidenheid in hun repertoire. Uit den aard der zaak gaat onze gedachte bij voorkeur naar dc vogels, die terecht beroemd zijn om de verscheidenheid van hun vocale prestaties. Ne men wij eens de bekende merel of zwarte lijster met zijn hei-gelen snavel. Wij hoeven hem niet ver te zoeken, overal in onze stadstuinen heeft hij zijn tenten opgeslagen. Met zijn sonoor ge zang heeft hij zich een vooraanstaande plaats veroverd onder de Nederlandsche zangvogels. Maar let eens op, behalve zijn fluitend lied houdt hij er nog allerlei andere roepen op na. Een goed opmerker kan allereerst den lokroep onderscheiden, waarmee op uitnoodigenden toon de soortgenooten opmerkzaam worden gemaakt op 's vogels aanwezigheid in het struweel. Dan is er de felle en langgerekte angstroep, waar onder het dier het hazenpad kiest en die ver in den omtrek het gevaar bekend maakt, dat het meerlenvolk bedreigt. Merkwaardig genoeg heeft deze vogel ook nog een specialen avond- roep, die hij bij het afnemen van den dag uren lang kan zitten herhalen. Voor menschelijke omwoners kan dit hevige en toch eentonige tink-tink-tink geroep bepaald vermoeiend wor den, heel anders dan de verkwikkende strofen die de merel op gunstiger momenten met volle tonen de avondlijke wereld instuurt. Voor den vogel zijn dit allemaal spontane uitingen van zijn innerljjken levenslust en levensdrang. Zelf kiest hij de momenten niet, waarop hij zijn ge luid doet hooren, zij worden voor hem bepaald door den inwendigen toestand van zijn consti tutie, ofwel de omstandigheden roepen een be paalde natuurlijke reactie bij hem wakker. De merel zegt niet tot zichzelf: nu ga ik eens een nummertje zitten zingen. Evenmin als een zui geling bij zichzelf het besluit maakt, om eens een partijtje te gaan brullen. Er is dus iets heel onpersoonlijks in de taal van het dier. Het uit den kreet van zijn soort, en alle soortgenooten in den omtrek spitsen de ooren. Zij zijn als een mensch, die „help" roept of „houdt den dief", zonder daamee een be paalden voorbijganger aan te spreken. Of zij zijn als iemand, die onder zijn bezigheid het hoogste lied uitjubelt, uit louter levenslust. Dat lied wordt gezongen voor niemand in het bij zonder, maar ieder die het hoort, voelt er zich door verblijd. We kunnen haast zeggen, dat er geen zuiverder uiting is van het spontane leven dan het lied, waarin mensch en dier gelijkelijk den Schepper lofzingen om zijn gaven. De vogels zijn hierin onze bevoorrechte rivalen. Er zijn nog andere gevallen, waarin de mensch de taal der dieren tot de zijne maakt. Het zijn de zware oogenblikken, waarin zijn leven zelf op het spel staat. Daar verbleekt de menschelijke begrippentaal voor de taal van de natuur in doodsnood. Het gegil van den ver minkte bij een ongeluk dringt door tot iederen mensch heinde en ver en grijpt zijn innerlijkst wezen aan. Het is de taal van het gewonde mensch-dier, waarvoor geen ander mensch het oor kan sluiten. Het is opmerkelijk, hoe diep het ons schokt, wanneer wij een medemensch zich hooren uiten in deze taal der natuur. Niet enkel het gekerm van een getroffene, ook het ruwe gelach van den woesteling, ook het schor gebrul, waarmee mannen in blinde woede el kander te lijf gaan, treffen en vernederen ons in ons diepste wezen. Een oogenblik voelen wij ons verlaagd tot dat peil, waarop enkel de in- stlnkten spreken, en waar het menschelijk ver stand zijn heerschappij verloren heeft. Daar spreekt de mensch niet meer de woorden van den geest, waarmee hij de wereld domineert, maar is hij een stuk geworden van de redelooze natuur. Ieder voelt het hemelsbreed verschil tusschen deze taal der natuur en de taal der rede. Het is geen beleediging voor de dieren, als we hun uitingen vergelijken met de laagste helft der menschelijke natuur en constateeren, dat in hun taaltje alle teekenen ontbreken van de lo gische taal van den denkenden mensch. De weg naar hoogere beschaving en vooruitgang is hun daarmee ten eenen male versperd gebleven. L. BIJLMER. Woensdag is te Amsterdam door de Vereeni- ging de Nederl. Dagbladpers het 25-jarig be staan van de Vereeniging herdacht. Allereerst werd door bestuur en leden opwachting ge maakt bij het gemeentebestuur. De ontvangst had plaats in de koffiekamer van de raads leden. Daar waren aanwezig behalve de bur gemeester dr. W. de Vlugt, de wethouders mr, Kropman, Boissevain, dr. Vos, Rustige en Baas, benevens de gemeentesecretaris mr. van Lier. De burgemeester drukte den verschillenden leden de hand. Hij deed dat met de linkerhand, omdat "de rechter nog gevoelig was van het vele handen-geven van gisteren. De burgemeester heette bestuur en leden van de feestvierende vereeniging welkom. Het ver heugde hem, dat men er prijs op heeft ge steld dit zilveren feest in de hoofdstad te vieren en dat men de traditie handhaaft 1oor zijn opwachting te maken bij het gemeentebestuur. Spr. wijst op de nauwe verwantschap tusschen pers en overheid. Amsterdam heeft toch vroeger een dagblad uitgegeven, thans alleen een gemeenteblad, dat gelukkig geen aanspraak maken mag op dagblad. WU voelen ons daardoor nauw verwant met de dagbladpers. We behooren zelfs tot de vaste medewerkers der dagbladen. Immers de in het gemeenteblad opgenomen gemeentestukken worden overgenomen in dagbladen, af en toe zelfs met commentaar die niet in het ge meenteblad voorkomt. Gij hebt een buitengewoon moeilijke taak, als verantwoordelijke leiders van ondernemingen die een dagblad uitgeven. Gij hebt een product, dat dagelijks op de markt moet komen. Gij hebt uw inrichtingen aan te passen aan den tijd. Daarbij is het uw zorg, dat de journalistieke inhoud van uw bladen, waarop ge niet altijd dien invloed kunt oefenen die gij wel zult wen- schen, beantwoordt aan de behoeften zoo als gij die ziet. Gij zijt de motor die de beweging op gang houdt. Energieke journalisten zonder energieke directeuren zouden geen goed dag blad tot stand kunnen brengen. De burgemeester besloot met den wensche dat de herdenkings dag die voldoening zal schenken welke we waarvan verwachten en dat in het nieuwe tiid- perk dat tegemoet wordt gegaan, de vereeniging moge groeien en bloeien. De voorzitter der vereeniging, de heer J. W. Henny, dankte voor de ontvangst en sprak er zijn genoegen over uit, dat het gemeentebestuur aan de dagbladpers geen concurrentie gaat aandoen. Zonder eenige discussie, zoo ging spr. voort, werd aangenomen, dat het feest in Amsterdam zou worden gevierd. Dat was ook niet te ver wonderen, omdat het initiatief tot oprichting van de vereeniging in Amsterdam is genomen. Dit is een zeer gelukkig initiatief gebleken, want de vereeniging is uitgegroeid tot een be langrijke organisatie. Spr. besloot met de beste wenschen voor den bloei van Amsterdam. (Applaus). Nog eenigen tijd bleef men gezellig bijeen. Hierna gingen bestuur en leden naar Hotel de l'Europe waar een feestvergadering werd ge houden en des middags werd gerecipieerd. De voorzitter, de heer J. W. Henny, opende de vergadering met een herdenkingsrede. Hij bracht hulde aan de oprichters der Vereeniging en ging in breede trekken na wat de vereeniging in de afgeloopen 25 jaar heeft gedaan. Vervolgens werd op voorstel van den voor zitter een telegram van hulde aan H. M. de Ko ningin gezonden. De heer H. Nügh. penningmeester der Ver eeniging en nestor van het bestuur bood den voorzitter een bronzen vaas aan met een bloe menhulde aan mevrouw Henny, die bezorgd is aan de woning van den heer Henny en overhan digde voorts den voorzitter een legpenning in den vorm van een presse-papier. De heer Sprenger, nestor der leden, herin nerde aan de oprichting der Vereeniging in de achterzaal van het Bible Hotel te Amsterdam. Hij dankte het bestuur voor al hetgeen het in het thans afgesloten tijdperk voor de leden heeft gedaan. De heer A. Heldring bood vervolgens namens de oud-bestuursleden het bestuur een tweetal aschbakken met inscriptie aan, bestemd voor de bestuurstafel. De heer J. Funke, een der oudste leden, sprak nog woorden van herinnering en dank, waarop de voorzitter namens het bestuur en daarna per soonlijk voor de ^ele woorden van hartelijkheid en vriendschap en voor de aangeboden geschen ken dankte. De vergadering werd hierna gesloten. Tijdens de nu volgende receptie kwamen vele het bestuur gelukwenschen Onder de verschillende geschenken het Jubi- leerend bestuur bij de receptie aangeboden was ook een van de N. V. Drukinkt en Verffabriek „Amhemia" te Arnhem n.l. een Ozon-ventilator zooals die door het technisch handelsbureau „Otesco" van den heer O. Schiff te 's-Graven- hage wordt ingevoerd. Deze gaf een demonstra tie met dit voor vergaderlokalen en dergelijke ruimten zeer practisch aparaat dat actieve zuurstof ontwikkelt. Bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan der Vereeniging van uitgevers van dagbladen „De Nederlandsche Dagbladpers", is een jubileum nummer van de Mededeelingen der vereeniging verschenen met talrijke bijdragen, portretten en andere illustraties. Een bijlage bevat de por tretten van de drie oud-voorzitters, de heeren A. G. Boissevain (19081922), Chr. A. Vie- weg (1922—1929) en J. C. Peereboom (1929— 1930). De tegenwoordige voorzitter de heer J. W. Henny, opent het nummer met een herinnering aan de werkzaamheid der vereeniging in de afgeloopen kwarteeuw. De heer Ferd. J. A. M. Wierdels, oud-direc teur van „De Tijd" vertelt hoe in December 1908 de vereeniging tot stand is gekomen. Hij en de heer A. G. Boissevain pleegden overleg over iets, waar zij beiden als dagbladdirecteu ren belang bij hadden. In Palais Royal, bij het plengen van een offer aan den accijns op het gedistilleerd, ontstond het denkbeeld, dat er behoefte bestond aan een vakvereeniging voor de uitgeverij van dagbladen en dan voor het heele vaderland. Op de stichtingsvergadering, 21 December 1908, waren 37 directeuren aan wezig en drie, die verhinderd waren, hadden ingestemd met het plan. Van de oprichters zijn thans nog lid, de heeren H. Kuypers, H. G. W. Sprenger en W. J. Schillemans. Bij de drie oudste leden mag nog de heer R. Haze- winke! worden geteld, die niet aanwezig was. doch dadelijk instemming had betuigd. Eenige der oprichters, die niet meer lid zijn, behooren nog tot de levenden. De heer Boissevain werd voorzitter, de heer Wierdels secrtaris. Ook de heer Wierdels gaat in zijn artikel de bemoeiin gen der vereeniging na, op het gebied van het advertentiewezen tijdens den oorlog hij geeft interessante bijzonderheden inzake de uit slagen van Kamerverkiezingen, enz. Toen de vereeniging er eenmaal was, is haar nut ge bleken. Het nummer bevat voorts bijdragen van den heer H. Nijgh, penningmeester der vereeniging. De heeren Hans en Vesters brengen sympathie betuigingen van de zijde der journalisten, de heer Kuypers, die van de katholieke collega's. De heer E. de Lang schrijft een bijdrage over de ontwikkeling der techniek gedurende 25 jaar in 't Nederlandsche courantenbedrijf. Bij dragen op verschillend terrein, waarmede zelfs een over de ethische normen in een kranten- bedrijf voltooien het geheel. Gaarne voegen wij bij deze gelegenheid onze' gelukwenschen aan de jubileerende vereeniging bij die welke in dit gedenkboekje liggen opge tast. De receptie in l'Europe te Amsterdam was gisteren druk bezocht. Door den voorzitter van den A. N. W. B., den heer Edo Bergsma, w<erd nog een herinneringsmedaille aangeboden en door den heer Coppens een voorzittershamer; de-gelukwenschen van het bestuur van den Bond van erkende advertenliebureaux voegden zich bij de vele andere. Aan het feestdiner 's avonds werd den heer J. W. Henny, voorzitter der vereeniging, meege deeld, dat H. M. de Koningin hem benoemd had tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. Aan den maaltijd zaten o.a. aan Z. K. H Prins Hendrik, de ministers Verschuur en Mar- chant, burgemeester De Vlugt e. a. Het woord werd gevoerd door den voorzitter, den heer Henny, door minister Verschuur en burgemees ter De Vlugt e. a. Met groote feestelijkheden werd te Agram de 45e verjaardag van Koning Alexander 11 van Joego-Slavië gevierdDe menschenmenigte voor het oude paleis hij de huldigingsplechtigheid Na zijn bezoek aan Rome is Z. H. Exc. Mon seigneur G. Brandsma in het vaderland terug gekeerd en Woensdagavond in den Carmel te Nijmegen aangekomen. Zaterdag zal Z. H. Exc.. gelijk reeds is medegedeeld, de H. Wijdingen toe dienen in het Minderbroedersklooster „Alver na". Daarna vertrekt Monseigneur naar het Mis siehuis te Roosendaal, waar hij de Kerstdagen doorbrengt. Het adres voor correspondentie met Z. H. Exc. gedurende zijn verblijf in Nederland is het Mis siehuis te Roosendaal. i Op tweeden Pinksterdag van dit jaar had de 33-jarige koopman H. v. M. zijn vroegere ver loofde, mej. M. M. met haar zuster in de Colo- niastraat te Rotterdam opgewacht en op bei den met een revolver geschoten. Bij de behandeling der zaak voor de Rotter- damsche rechtbank had het O. M. twaalf jarëfo gevangenisstraf geëischt. De rechtbank heeft thans beslist, dat ver dachte eerst zes weken in een psychiatrische inrichting moet worden opgenomen om een on derzoek naar zijn geestvermogens te doen in stellen. Als gevolg van de dezer dagen gehouden ver kiezingen is het Algemeen Bestuur van den A. N. W. B. Toeristenbond voor Nederland, dat volgens een reeds eerder genomen besluit zou worden ingekrompen tot 35 leden, thans sa mengesteld als volgt: Van de aftredende leden werden herkozen de heeren: H. J. van der Aa," te Amsterdam; Th. C. P. M. Kolfschoten, te Edam; Mr. H. J. J. Post te Amsterdam; C. H. Cordes te Utrecht; N. C. de Ruijter te Utrecht; Mr. W. A. C. van Dam te Rotterdam; A. G. H. Opscholtens te 's Gravenhage; Ph. J. Callenfels te Terneuzen; Mr. H. Doorenbos te Middelburg; J. W. Schuur man te Domburg; J. M. van der Heyde te Ois- terwijk; J. L. Roborgh te 's-Hertogenbosch; M. H. Th. Jaspers te Klimmen; B. W. Kraake te Arnhem; P. H. F. Wierts te Apeldoorn; E. Pool te Hengelo (O.)Dr. H. J. van de Stadt te Hattem; J. Bergmans te Borger; J. van Hulst te Harlingen; G. Ritmeester te Leeuwarden; Dr. D. H. Posthumus te Sneek (sinds de ver kiezing overleden), S. Meihuizen H.Wzn. te Gro ningen; A. Onnes Fzn. te Groningenen R. Post van Leggelo te Groningen. Als nieuwe leden werden gekozen de heeren J. Maas te Meerssen, G. Hakvoort te Meppel en J. Boerema te Lonneker, allen Bondscon- suls, alsmede de heeren H. de Bordes, Burge meester van Bussum; E. D. van Dissel, direc teur van het Staatsboschbeheer; Ch. Redelé, directeur der Bicuitfabriek „Victoria" te Dord recht; M. A. G. van der Leeuw (de bekende luchttoerist)Mr. H. J. M. Loeff, burgemees ter van Vught; Jhr. Mr. W. Michiels van Kes- senich, Burgemeester van Beek (Limburg); H. F. M. E. Graaf van Limburg Stirum, burge meester van Brummen en voorzitter van „Het Oranje Kruis" en Jhr. Mr. F. H. van Kinschot, burgemeester van Zuidlaren. De Katholieke Radio-Omroep heeft evenals vorige jaren weer een fraaien kalender uitgege ven, die de aandacht trekt door de reproduc ties naar origineels van den Franschen etser Luigini. De twaalf afzonderlijke op het bloc aange brachte maandbladen geven door een cirkel om den datum op overzichtelijke wijze de uitzend- van de nieuwste foto's van het omroepbedrijf. Elke K.R.O.-luisteraar zal dezen kalender wil len bezitten. Onder presidium van den heer J. Ph. H. Castricum had Donderdagavond in het ge bouw St. Bawo de maandelijksche bestuurs raad plaats van den R. K. Volksbond. Allereerst werden eenige ingekomen stukken behandeld. De R. K. Volksbond had een schrijven gezonden aan B. en W. om Kerstuit- keering ook hier toe te staan. Door B. en W. was bericht gezonden van afwijzende beschik king. De voorzitter leidde dan den spreker van dezen avond in met een hartelijk welkomst woord, zijn vreugde uitend over diens bereid willigheid, een onderwerp, dat hij reeds voor de Katholieke Jonge Werkgevers behandeld had, ook te willen bespreken in den bestuurs raad. Hierna was het woord aan den heer J. A. I- M. Brandenburg, lid van de Katholieke Jonge Werkgevers Vereeniging, tot het houden van zijn inleiding over „Vrijwillige Arbeidsdienst". In een kort voorwoord stelde spr. met vreugde vast, dat in Haarlem iets aan het komen is van de daadwerkelijke samenwerking tusschen arbeiders en werkgevers zij het jonge werk gevers en dat deze samenwerking niet louter berust op de behandeling van practische pun ten, waartoe een urgente noodzakelijkheid leid de, maar op ideëelen grond. In zijn inleiding zei spr. o.a- het volgende: In onze wereld is elke verhouding zoek, en dat kan ook niet anders, want de norm: God, is zoekgeraakt. Een sprekend voorbeeld daarvan is de durende werkloosheid bij overvloed van producten en uitersten eenvoud van vervoer en bereiding. Een oplossing is nog niet gevonden, en die kan tenslotte ook slechts liggen in de teruggave van de wereld aan God. Funest is 't echter, om het eind van deze z.g. „crisis" te gaan zitten afwachten, in de hoop, dat dan de werkloosheid ook wel voorbij zal zijn. Dat is oorzaak en gevolg omdraaien. Willen wij tot betere toestanden komen, dan moet de werkloosheid opgeheven worden niet omgekeerd. Het beste gebeurt dit in een organische maat schappij, maar we kunnen ook trachten, gelei delijk tot die maatschappij te komen door de werkloosheid te bestrijden met een organisatie, die pasklaar is voor die komende maatschappij- vorming, en daarop stuwend richt. Als zoodanig ziet spr. den vrljwilligen arbeids dienst. Om hiervan een eenigszins duidelijk beeld te geven, nam spr. de gedachten van zijn gehoor mee naar Duitschland, waar een georganiseerde V.A.D. bestaat. Daarin onderscheidt spr. drie elementen, waaruit ook 't woord bestaat: vrijwillig, arbeid, dienst, en op elk dezer drie ging hij dan dieper in. Spr. ging na. hoe in ons land de werkloosheid bestreden wordt, en kwam tot de gevolgtrekking dat de financieele, langzamerhand ook de mo- reele gevolgen op voor andere landen voorbeel dige wijze bestreden worden, maar dat de werk loosheid-zelf daarmee niet te lijf wordt gegaan. Terwijl de werkverschaffing wel een deeltje werkloosheid wegneemt, maar door het element dwang, dat erin ligt, te ver staat van normalen arbeid, om ooit groot en afdoend resultaat te hebben. Het leek spr. mogelijk verder te gaan, dan thans in Duitschland gebeurt, door de V. A. D. namelijk op te richten in aansluiting op en in combinatie met de bestaande ontwikkelings cursussen voor werkloozen, waardoor het effect grooter en algemeener wordt. Spr. wilde zich niet tot de jeugdwerkloosheid beperken, al verdedigde hij wel den voorrang van de jongeren boven de ouderen, waar het V. A. D. betreft. Dan ging hij nog dieper in op het theoretische element, en beschouwde daarbij speciaal de structuurveranderingen, die een V. A. D. zou teweegbrengen. Hij toonde aan, dat wij ook hier binnen het kader van Quadragesimo blijven. Met een oproep, om deze V. A. D. te zien als een Volksbelang en als een Katholiek Ideaal, besloot spr. zijn inleiding. De rede had een leerzame gedachtenwisseling tot gevolg, waaraan werd deelgenomen o.a. door den geestelijken adviseur, rector J. B. M Timp en den centraal secretaris, den heer A. Angenent. De heer Brandenburg mocht een dankbaar applaus en een hartelijk dankwoord van den voorzitter in ontvangst nemen. Medegedeeld werd, dat de R. K. Coöperatieve Woningbouwvereeniging „De Spaarnestad" deze week officieel ontbonden was, daar het niet mogelijk was met de bestaande wettelijke rege lingen voort te werken. De voorzitter had het bestuur hartelijk dank gebracht voor de vele werkzaamheden en be moeiingen, in het belang der leden verricht. De leden van spoor- en tram ,,St. Raphaël" hadden, als ieder jaar, een som bijeenge'»:acht, van ruim 200.als Kerstgave voor de werk loozen. De aanvulling van het bestuur en de perio dieke verkiezing werden uitgesteld tot Februari. Hierna sluiting. Als regisseur blijkt Willy Forst zoo niet even goed, dan toch zeker beter te voldoen dan als acteur. In ieder geval was het een verrassing te zien, wat hij van het eerste beroep terecht bracht. Leise flehen meine Lieder is een ge zellig vriendelijk thema en het kwam in hoofd zaak op de uitwerking aan, of men er al dan niet door gepakt werd. Verschillende malen heeft men reeds belangrijke episoden uit Schu berts leven verfilmd of er tooneelstukken van gemaakt. Meestal waren het echter oncontro leerbare, romantische „Liebesgeschichten" met een twljfelachigen waarheidsgrond. We zullen de laatsten zijn, om te beweren, dat dit thans niet het geval is, maar in ieder geval is deze film gebaseerd op Schuberts onvoltooide Sym- phonie in B-mineur, een magistraal werk van den grooten componist. Men geeft thans een zeer plausibele reden op voor dit niet afge maakte werk en al is het dan ook fantasie, het is niet zoo onmogelijk, dat het niet waar had kunnen zijn. Schubert sukkelde nog al met de liefde, dat is een bekend feit en daarom is die voorstelling van zaken zooals die hier gegeven wordt heelemaal niet zoo gek. Volgens deze his torie werd die Symphonie niet voltooid omdat Schubert toen hij zijn eersten concertavond bij Gravin Kinsky zou geven, in zijn spel onderbroken werd door een luiden lach van een jonge dame en dat was juist op het moment dat hij al spelende ee nslot voor zijn symphonie in zich voelde rijpen. Schubert verliet oogenblikkelljk het huis, waarin hij zich in zijn kunst belee- digd voelde, en als echte kunstenaar hield hij geen rekening met de materieele nadeelen, wel ke een dergelijk onverwacht vertrek voor hem had. Later wordt het jonge meisje, dat een dochter is van den Hongaarschen Graaf Es- terhazy bewust, wat zij gedaan heeft en zij zorgt, dat Schubert een aanstelling krijgt als haar muziekleeraar. Er groeit dan een groote liefde tusschen deze twee, doch de graaf komt tusschen beide, zendt Schubert weer naar zijn land terug en bewerkstelligt dan vlug een hu welijk van zijn dochter met een Honved-offi- cier. Als Schubert door een zuster van de bruid wordt gewaarschuwd en hals over kop terugkeert, blijkt het jonge paar al gehuwd te zijn en dan verneemt hij tevens dat zij tot dezen echt door haar vader werd gedwongen. Dan gaat hij het niet bijster gelukkige meis je gelukwenschen en biedt haar als huwelijks geschenk zijn voltooide symphonie aan, en speelt haar deze voor. Als hij dan aan die passage komt welke zij indertijd door gelach had onderbroken, valt zij in zwijm. En dan offert Schubert voor haar het laatste gedeelte van die Symphonie op en ver scheurt het. Men ziet het, het is erg begrijpelijk, logisch en volkomen aanvaardbaar. Willy Forst heeft zeer zorgvuldig gewerkt en dankbaar gebruik gemaakt van de heerlijke Schubert-melodieën. Want al is dan ook het symphonie-thema het voornaamste, dat neemt toch niet weg, dat men er ruimte genoeg in open gelaten heeft, om er ook nog andere Schubert-composities in te ver werken. Hans Jaray geeft een uitstekende creatie van Schubert. Rustig en natuurlijk zonder aanstel lerij, precies de gedachte welke men van dezen componist gehad kon hebben. Martha Eggerth. als steeds een allerliefst persoontje, maakt eveneens als het jonge gravinnetje geen slecht figuur, terwijl Louise Ullrich dient genoemd te worden voor haar innig spel als dochter van den pandjeshouder.. Als geheel genomen is het dan ook een zeer genoeglijke film, die een schrille tegenstelling vormt met haar lugubere voorgangster. Maar dat kon men voor de Kerstweek dan ook wel niet anders verwachten. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken deelt mede, dat be langhebbenden zich vóór 1 Januari kunnen wenden tot den Inspecteur van Invoerrechten en Accijnzen in hun ressort, teneinde vrijstel ling van Omzetbelasting te verkrijgen voor goe deren benoodigd voor emballage e.d. Woensdag 27 December zal de heer F. J. Sikkens, inspecteur van de Invoerrechten en Accijnsen in het ressort Haarlem op verzoek van de Kamer voor bestuurderen van midden standsorganisaties en hoofden, van groote be drijven een uiteenzetting geven omtrent de Om zetbelasting, in hotel „Lion d'Or", Kruisweg 36,. Haarlem. Voor het geval een verzoek tot bijwoning dezer uiteenzetting een belanghebbende orga nisatie niet heeft bereikt, zijn bestuurderen gaarne welkom. Men wordt echter verzocht van zijn komst mededeeling te doen aan het Secretariaat van de Kamer, Nassauplein 6, Haarlem, tel. 15254. J. J. v. d. W„ metselaar, wonende te Amster dam. Vrijgesproken. A. v. E., los werkman, wonende te Zaandam. Appèl overtr. Alg. Politieverordening van Zaan dam f 20.boete subs. 12 dagen hecht. o. v. H. K., bakkersknecht, wonende te Wijk aan Zee en Duin. Mishandeling, f 75.— boete subs. 30 dagen hecht. o. v. en toewijzing civiele vor dering tot een bedrag van f 53.10. C. S., veehouder, wonende te Assèndelft. Vrij gesproken. P. R„ melkboer, wonende te Oostzaan Ap pèl overtr. Motor- en Rfjwielwet. Strafbaar ver klaard zonder toepassing van eenige straf. Vergadering van den Raad der gemeente Haarlem op Woensdag 27 December 1933, des namiddags ten l'A ure, zoo noodig voort te zetten des avonds ten 8 ure, in de Statenzaal (Prinsenhof). Aan de orde zal worden gesteld: 1. Mededeelingen en ingekomen stukken (liggen ter inzage). Procesverbaal opneming kas en boeken gemeente-ontvanger. Verzoekschrift mevrouw E. W. P. TrollVan Schalk om ont slag als vakonderwijzeres in Nuttige Handwer ken. Alsvoren mej. M. G. Botman. 2. Ie Supple toir kohier Straatbelasting enz. 1933. 3. Vrijstel ling art. 29, 2a der Bouwverordening. 4. Op heffing Gezondheidscommissie. 5. Subsidie bij zondere school buitengewoon L. O. Nic. v. d. Laanstraat. 6. Onteigening perceelsgedeelte Antoniestraat. 7. Overdracht en ruiling grond nabij Ten Katestraat. 8. Aanvaarding van voor straat bestemden grond nabtf Roerdompstraat. 9. Verkoop grond: a. Dolftjnstraat (fa. P. van Cittert Zoon); b. Zaanenstraat (A. P. Win- nubst)c. Buitenrustlaan („Vlietsorg")d. Van Nesstraat (A. J. van Gijn); e. Neptunusstraat (H. Mulder). 10. Wijziging no. 6 vervangende detail 11 uitbreidingsplan „Noord". 11. Uitbrei ding leerplan Prot. Cr. Nijverheidsschool. 12. Wijziging aantal Commissies tot wering van schoolverzuim. 13. Verzoekschrift J. A. Trjjsse- naar inzake toekenning uitkeering na ont slag. 14. Wijziging verordening keuringsdienst van vee en vleesch. 15. Verzoekschrift afd. Haarlem Nieuwen Ned. Bond van Koffiehuis houders en Slijters inzake intrekking tapver- bod op Zondagmorgen. 16 Wijziging tarief ver- pleegkosten St. Elisabeth's of Groote Gasthuis. 17. Wijziging verordening salarieering perso neel Buitengewoon L. O. 18 Opheffing functie reserve-onderwijzeres Buitengewoon L. O. 19. Vermindering leerkrachten dagopenluchtsehool. afc t?o 0$ Naar wij vernemen is het voorloopig vast gestelde uitbreidingsplan voor de bebouwing van de Badhoevebuurt en omgeving zoo goed als ge reed en zal het weldra ter visie worden gelegd. Zoodra de vorst geëindigd is, kunnen de werk zaamheden worden voortgezet voor den aanleg van twee nieuwe wegen, waarmee men op het terrein van de Amsterdamsche Rijtuigmaat schappij enkele weken geleden begonnen is. Wanneer onze inlichtingen juist zijn, ligt het in het voornemen van de directie van bovenge noemde maatschappij om daarna het wegennet nog verder uit te breiden, zoodat verschillende bouwrijpe perceelen grond kunnen worden aangeboden aan gegadigden, die bij de tegen woordige zeer lage prijzen van de bouwmate rialen nog willen probeeren in het stichten van woonhuizen een goede geldbelegging te vinden. Er is in den laatsten tijd rondom de Bad hoeveboerderij reeds zooveel gebouwd, dat het verrezen huizen-complex al op een dorp begint te gelijken en zeker zal dit nog sterker het ge val worden, wanneer er in het volgend jaar schuin tegenover de mooi gelegen gemeente school nog een kerkgebouw zal verrijzen. Het is misschien goed nog eens te herinne ren, dat het gemeentebestuur van Haarlemmer meer door de directie van de Amsterdamsche Rijtuigmaatschappij in staat is gesteld om kos teloos ter beschikking te stellen een perceel grond tot een zoodanige oppervlakte als noo dig is voor de stichting van een kerkgebouw met of zonder pastorie. De gelegenheid om zich aan te melden ein digt op Zondag 31 December 1933, zoodat het kort dag wordt. Alle teekeningen en verzoeken moeten onge- teekend worden ingezonden bij den burgemeester te Hoofddorp en alleen naam en adres van den afzender moet in een afzonderlijke enveloppe worden bijgevoegd onder aanduiding van een bepaald motto of nummer. De voorwaarde, waarop dit perceel grond ver leden jaar voor dit doel kosteloos is beschik baar gesteld, luidt dat het door burgemeester en wethouders mag worden weggegeven aan die kerkelijke gemeente, welke zich daarvoor bin nen den gestelden termijn aanmeldt, terwijl de teekeningen van gevel en oppervlakte van het te stichten gebouw uit een oogpunt van alge- meenen welstand naar het oordeel van B. en W. de voorkeur verdienen. Eenigen tijd geleden vestigden de A. N. W. B. en de K. N. A. C. de aandacht van den be trokken districtscommandant van de Rijks- veldwacht op de omstandigheid, dat de veilig heid van het verkeer in de Haarlemmermeer in gevaar werd gebracht doordat tal van voer tuigen, inzonderheid die door dieren getrokken, des avonds reden zonder eenige verlichting. Naar aanleiding hiervan werd bericht ont vangen, dat in de maand November door den verkeersdienst per auto van de Rljksveldwacht in de Haarlemmermeer bijzonder toezicht is ge houden tegen de bedoelde overtredingen. Er werd een 30-tal procecssen-verbaal opgemaakt en een ongeveer gelijk aantal waarschuwingen gegeven. Aan het verzoek zal blijvend aandacht worden geschonken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 3