GROOTE HALFJAARLIJKSCHE OPRUIMING Van de Mechanische Vogels DE AZIATISCHE KUNST J i Fa. DE VRIND BUS GROOTE HOUTSTRAAT 135 TELEFOON 15499 Stratosfeervliegen DE SCHRIFTKUNDE Is zij eén wetenschap? Een novum Prof. Dr. A. von Le-Coq ZATERDAG 23 DECEMBER Kingsford Smith Vlieger-noodlot Een goed getuigschrift fig. 7 Begrafenis-plechtigheden Gevaarlijke bocht in den weg Bergen op ZoomPutte Leeszaalopleiding bij de R.K. School v. Maatsch. Werk Sittard Prof. dr. A. von Le-Coq, als bedouin ver kleed gedurende zijn expeditie in Syrië (1902) Eiken Linnenkasten Pracht eiken Dressoirs Theemeubels v.a. 7.50 Opklapbedden v.a. ƒ10 Aupingmatdas v.af 13.50 Pracht Wollen Tafelkleeden Prima Leidsche Wollen Dekens vanaf 5.75 Tapis Beige Karpetten A. J. DE GRAAF Het is onze persoonlijke meening, dat stra tosfeervliegen hoe belangwekkend en nuttig ook op zichzelf minder goed zal zjjn voor de gezondheid in het algemeen, voor de hersens en de zenuwen in het bijzonder van piloten en passagiers, die van dezen superlatief van het vliegen gebruik zullen gaan maken. Theoretisch is het stratosfeervliegen zeker mo gelijk en de technische moeilijkheden zullen vermoedelijk vroeger of later wel te overwin nen zijn. Waar wij echter het standpunt in nemen dat door velen, helaas, als al te kin derlijk en hopeloos ouderwetsch, met hoongelach zal worden begroet dat een technische vin ding dan alleen werkelijke waarde heeft wan neer zij direct of indirect ertoe bijdraagt om cultuurwaarden te scheppen en den mensch gelukkiger en rijker, voller, te doen leven, wagen wij het vooralsnog sterk te betwijfelen of het stratosfeervliegen anders dan als uitzonde ring voor wetenschappelijke en speciale doel einden wel zin kan hebben. Luchtlord Kingsford Smith, die op den lucht weg EngelandAustralië zulke buitengewone dingen gedaan heeft, heeft nog veel buitenge- woner dingen gezegd naar aanleiding van de stratosfeerroute voor hetzelfde traject. De edele lord heeft den Australiërs meegedeeld, dat zij reeds in 1963 dit is geen drukfout voor '36! in twee dagen naar Engeland zullen vliegen. Aan het eind onzer eeuw zal echter de afstand van 10.000 mijlen, die beide eilanden scheidt, in tien uur „genomen" worden waarvoor de vliegtuigen een snelheid zullen moeten ontwik kelen van 1000 mijl per uur, dat is bijna het dubbele van 1000 K.M., de snelheid waarvoor de Gordon-Bennetbeker is uitgeloofd en waar van pas de eerste helft is overschreden. De goede naam van luchtlord Kingsford Smith wettigt de veronderstelling, dat hij zijn opzienbarende hypothese bij zijn volle verstand heeft neergeschreven en niet na het gebruik van idem zooveel whisky-soda's of eenig andere stimulans. Wij voor ons hopen van ganscher harte, dat hij zich vergist. Niet alleen omdat indien mylord onverhoopt gelijk zou hebben onze aarde, die toch al zoo beschamend klein ia. dan nog slechts een miserabel knikkertje zou zijn, maar ook al omdat ze dan alleen nog be woonbaar zou zijn voor supermenschen, wier constitutie, hersens en zenuwstelsel dergelijke verplaatsingen en al de gevolgen daaraan ver bonden buiten de climatologische verande ringen is er nog heel wat meer zonder schade zouden kunnen verdragen. De tijdgenooten dier supermenschen zullen vermoedelijk wel aan minderwaardigheidscomplexen ten gronde gaan voor zoover zij er niet in zullen slagen er gens een afgelegen rustig hoekje te vinden, waar het goed en rustig leven is ver van het leven onder super-hoogdruk, dat superprofessoren, supervllegers en andere super-wezens tot hun eigen en anderer comfort voor elkaar zullen hebben gedocterd. Sir Smith profeteert: De mail van Australië naar Engeland zal in 1963 hij geeft beang stigend juist het jaartal aan! op 50.000 voet hoogte worden overgebracht met een snelheid van 1000 mijlen per uur. De ruimten voor be manning en passagiers zullen hermetisch ge sloten zijn, de passagiers zullen zuurstof in ademen: geluid en vibratie zullen vrijwel ge ëlimineerd zijn en aangezien er geen „weer" in de stratosfeer is, zal niemand door remous luchtziek zijn en het „weer en wind dienende" een inhoudslooze phrase zijn geworden. Op 50.000 voet zullen de passagiers natuurlijk weinig of niets van de dingen onder hen zien, maar zij zullen de uren in comfort, zoo niet in luxe, passeeren. Daar zullen eerste klas diners en lunches geserveerd worden, draadlooze tele fonie, telegrafie en televisie zullen voor up-to- date afwisseling zorgen. Ouderwetsche passa giers zullen hun toevlucht kunnen nemen tot bridge, flirt of hun brevier al naar gelang hun inborst, aanleg en staat. Karachi denkt Smith zich als het Halfweg voor beide richtingen tusschen Londen en Sid ney. Hij meent dat bemanningen en passa giers daar een genoeglijken dag van ontspan ning zullen doorbengen tusschen de twee Vliegdagen in. Men weet niet waar men zich meer over verbazen moet over het zoo onver wacht inschakelen van een rustdag door den snelheidsmaniak of over de veronderstelling, dat iemand, wie ook, langer dan drie seconden voor zijn plezier in Karachi, de stad aan de Indus- delta, zou zijn. Straks maakt deze fantast en optimist er nog een Kurort van! Merkwaardigerwijze wil hij ons ook nog doen gelooven, dat wat hij den Australiërs en met hen de wereld meedeelde, niet alleen zijn mee ning is, doch van alle luchtexpei'ts van de heele wereld „en van alle andere werelden" is beschei- denlfjk weggelaten of uitgevallen. In het jaar 2000, meent Sir Smith, zal het stratosfeervliegen zulke vorderingen hebben ge maakt, dat „Halfweg" zal kunnen vervallen en een „ville morte" zal worden als eens Enkhui zen, Hoorn enz. aan de Zuiderzee werden. Weldadig doet het aan om mylord te hoo- ren, wanneer hij uit de stratosfeer naar de aarde en de werkelijkheid is teruggekeerd. Hij spreekt dan over het normale vliegen en den dienst op Australië door de „onderlucht", welke de Engelschen in 1934 zullen openen. Hij is dan wel erg naar omlaag getuimeld o.a. acht hij het zijn taak om de Australiërs erop voor te be reiden, dat zij niet moeten rekenen op hetzelfde comfort, dat de K.L.M. biedt, de „wunderful Dutch air-line", een wekelijkschen dienst, waar voor hij den meesten eerbied heeft omdat hij volgens hem zulk een voorbeeld van efficiency, organisatie en snelheid is. Inderdaad zal de Australische lijn iets geheel anders geven dan de onze. waarlangs straks „de vliegende slaapwagen" de passagiers zonder dat zij het merken van het eene station naar het andere brengen zal en in één rul-door naar In- dië. Van Croydon. Londens luchthaven, zal men naar Parijs vliegen, daar overstappen en dan via Basel naar Brindisi, daar per vliegboot over de Middellandsche zee, dan in een Hercules vliegtuig naar Singapore natuurlijk in étap pen. In de Leeuwenstad aan straat Malacca komt men pas terecht in het vliegtuig, dat de Australische sectie zal vliegen. Het vermoeden is niet uitgesloten, dat Sir Smith zijn landgenooten heeft willen troosten over de zeer middelmatige mogelijkheden, die de Engelsche luchtmail op Australië in tegenstel ling met „the flying Dutchman" straks brengen zal en daarom maar een fanfare geblazen beeft over de mogelijkheden van 1963 en 2000. Of zou toch de whisky-soda het gedaan hebben? Het vliegwezen vraagt nog al eens den cijns des bloeds van zijn adepten. Dit is nu eenmaal onvermijdelijk de zeil- en de stoomvaart heb ben dit indertijd ook gedaan speciaal de zeil vaart in de dagen der ontdekkingsreizen. Men kan dus een deel van de dooden van de zeil vaart op de ontdekkingsreizen overboeken en veelal doet men dit dan ook. Even redelijk is het om een deel der dooden van de luchtvaart over te boeken op verkenningsreizen door de lucht over streken waar de gronddienst enz. nog niet in orde is. Juist bij die gelegenheden zijn de kwade kansen het grootst. Zoo is nu pas het noodlottig einde van twee Pransche vliegers be kend geworden, die vanuit Dakar een vlucht maakten en door een tornado gedwongen werden ergens in Portugeesch Guinea een noodlanding te maken. Helaas kwamen zjj niet voor het pa leis van den gouverneur terecht maar een eindje verder bij een stel anthropophagen in het bin nenland. Deze menscheneters vonden dit nu werkelijk zooiets als dat de gebraden vogels hen in den mond vlogen. Hun kannibaalsche in borst volgend, peuzelden zij met veel smaak de vliegers na hun geslaagde noodlanding op het verhaal vermeldt niet of zij ook constateerden dat de vliegers naar benzine smaakten zooals de matrozen vroeger naar jenever en pruimtabak, zoodat de lekkerbekken onder de antropophagen niet meeaten wanneer er weer een zeeman te verorberen viel. Badinage part, het Portu- geesche bestuur is nu druk bezig zoo mogelijk de dischgenooten te pakken te krijgen om hen op een dessert te onthalen, waar zij hun ieven nog niet van gedroomd hebben. De meening, dat prophylactische luchtbom bardementen die niemand het leven behoeven te kosten een uiterst heilzaam medicament zijn voor bergvolken en woestijnbewoners, wint langzaam maar zeker veld. Natuurlijk zal het nog wel eenigen tijd duren eer experts als Vliegen en anderen van zijn kaliber dit ontdekt hebben Onze vlieger-auteur Viruly geeft er zoo'n goed getuigschrift van, dat het zonde en jammer zou zijn daar niet eens speciaal de aandacht op te vestigen. Hij kreeg gelegenheid het op te tee kenen in het Engelsche vliegkamp van Shaïba, waar hij tijdens een zandstorm, die hem belette Bagdad te bereiken, „noodlandde". Shaïba, ligt dicht bij Basra of Bassora dit is te zoeken in de buurt van Ur, „het tro'sche sieraad der Chaldeeën", waaruit Abraham zoo vroegtijdig wegtrok. Dit Shaïba is geen dorpje, zelfs geen vlek alleen een versterkt vliegkamp, van waaruit de Engelschen met wat vliegtuigen en luchtbommen zonder een kind kwaad te doen orde en veiligheid in de woestijn garan deeren. De Bedwienensjeichs hebben nu eenmaal een zwak voor het stelen van kameelen en vrouwen ze zijn daarmee erfelijk belast, want dat heb ben zij van vader op zoon gedaan sinds de dagen van Abraham, den vriend van God, af. Deze sport hebben Perzische satrapen, Turk- sche en Egyptische sultans en weet-ik-wie-al niet tevergeefs getracht hun af te leeren. In onze dagen hebben de Engelschen het les geven over genomen en, warempel, zij schijnen te zullen slagen. Want niets schijnt zoo vermoeiend en zenuwsloopend te zijn als telkens weer een bom vlak bij je tent. Viruly hoorde daarvan een heel aardige anecdote, waar gebeurd, van een der officieren van Shaïba. Ergens daar in de buurt had een sjeich het ongewoon bont gemaakt iets hebben ze na tuurlijk allen op hun kerfstok. Maar deze vorst der woestijn had op werkelijk ongewone schaal gemoord, kameelen en vrouwen gestolen en al wat daar verder nog bijkwam. Een zekere captain Earle reed er dood in zijn eentje heen de laatste 50 Kilometer had hij geen mensch bij zich. Alleen had hij maatrege len genomen, dat een aantal bommenwerpers op 4000 Meter hoogte boven den sjeich zijn douar rond zouden planeeren op het uur, dat hij daar dacht aan te komen. De sjeich was natuurlijk een en al verbazing toen de Engelschman daar op eenmaal dood in zijn eentje en vrijwel ongewapend zijn tenten kamp binnen kwam rijden. Earle vroeg hem te spreken en zei, dat het uit moest zijn met het gezeur. Dat de gestolen vrou wen en kameelen terug moesten worden gegeven en da de boete twintig geweren was. En in dien trant praatte hij alsof hij aan het hoofd van duizend man was gekomen, die vlak achter hem in bataille stonden. Van zijn verbazing bekomen zei de sjeich dat zijn verstand in de war was en dat de koning van Engeland hem gestolen kon worden. Etizoo- voort. „Je moet 'ns goed opletten" zei de Engelschman; hij nam een, lichtpistool van zijn heup „paf" en een groene lichtkogel ging omhoog. De bombardementsvliegtuigen, die op een plafond van 4000 Meter zich planeerden te vervelen, schoten direct als valken omlaag en lieten elk drie bommen van 300 K.G. het stuk vallen op precies 500 Meter van het tentenkamp. Droogkomiek zijn Earle: „Als ik een roode had geschoten, zouden ze voor onze voeten zijn neergekomen en ik heb wel zin om het nog te doen." Meteen had hij de roode lichtkogel al in den loop. Maar hij hoefde hem niet af te schie ten want de onhandelbare sjeich werd direct een nette vent waarmee te praten viel. Wie dit verhaal kan savoureeren, zal ook be grijpen waarom de Engelschen onder geen en kele voorwaarde afstand zullen doen van bom bardementsvliegtuigen voor politioneele doel einden. Wie meer van deze verhalen lezen wil van dergelijk kaliber en met onovertroffen humor geschreven, leze eens Viruly's nieuwe boek „We vlogen naar Indië" het beste medicament tegen malaise-neurose, dat er se dert lang in den handel is gebracht. Ing. J. WING. Doordat in een paar opzienbare rechtszaken de schriftdeskundigen een belangrijke rol hebben gespeeld, is de belangstelling voor het werk van deze experts wakker geworden en menigeen zal zich afgevraagd hebben, of de on derzoekingen van schriftdeskundigen wel weten schappelijk zijn, en vooral of ze bewijskracht hebben. Een feit is, dat de schriftkunde sinds eenige jaren een wetenschappelijk karakter heeft aan genomen, zoodat ze werkelijk in staat is, om betrouwbaar werk te verrichten. In de praktijk zal dit werk natuurlijk zijn beteekenis krijgen, door den persoon, die het verricht heeft; pre cies zoo, als het op ieder ander gebied het ge val is. Maar een expert, dié nauwgezet werkt en de schriftkunde werkelijk beheerscht, kan onaantastbaar werk leveren. Om nu een voorstelling te krijgen, hoe een deskundige te werk gaat, willen wij eerst eenige grondleggende weiten der schrijfbeweging aan halen. Iedereen weet, dat het uiterlijk van- het schrift afhankelijk is van de stemming, waar in de schrijver verkeerd. Men zal in toorn an ders schrijven, dan in een vroolijke stemming. Een haastige brief ziet er anders uit, als b. v. een zorgvuldig geschreven sollicitatie. En toch is het voo den ter zake kundige gemakkelijk genoeg, om vast te stellen, dat al deze schriftu ren van dezelfden schrijver afkomstig zijn-. Misschien is het voor een goed begrijpen het beste, als de lezer, alvorens verder te lezen (om niet door de volgenden uiteenzettingen beïn vloed te worden) volgende kleine proef neemt. Hij schrijve eerst ca. vijf regels in gewoon schrift en vervolgens nog eens vijf en probeert bij deze laatste vijf, zijn hand zooveel mogelijk te ver draaien. B.v. schrijve hij recht in plaats van hellend, klein in plaats van groot enz. Heeft hij deze proeven bij de hand, dan trachte hij ze aan de hand van de nu volgende regels te vergelijken, en hij zal tot de ontdekking ko men, dat ze niet zooveel van elkaar verschillen, als hij wel gedacht heeft. Iets wat een schrijver heel individueel eigen is, zijn de onderbrekingen der schrijfactie. Men vergelijke hiervoor ook fig. 1 en 2, die alle- fig. 1 en 2 beide van denzelfden schrijver afkomstig zijn. Men ziet heel duidelijk, (ik heb er een bijzonder eenvoudig voorbeeld voor gekozen) dat na tel kens drie lettere de schrijfactie onderbroken wordt, zoowel in. het eerste als ook in het twee de woord. Soortgelijke onderbrekingen zal de lezer in zijn eigen proeven terug vinden. Hetzij altijd na een hoofdletter, hetzij voor een be paalde andere letter; maar het kan ook zijn, dat in de proeven juist niet afgebroken is, dat alle woorden in één trek geschreven zijn, wat ook al weer een symptoom is. Vooropgesteld natuurlijk, dat beide proeven werkelijk vloei end geschreven en niet letter voor letter getee- kend zijn-. Dit laatste is zonder moeite direct tc herkennen en zou een falsaris onherroepelijk verraden. Een andere eigenaardigheid, die vrijwel iedereen ontgaat, is de wijze, waarop de boven- teekens geplaatst zijn, de i-punten en de t- streepen. Zelfs in een verdraaid handschrift behouden ze hun voor den schrijver typische plaats: hoog of laag, voor de letter, waar ze bij behooren of erachter. Vergelijkt u, mits u de grootte van uw schrift heeft veranderd, de ver houding der boven- en benedenhalen tot de gewone kleine letters, dan zult u ontdekken, dat u wel de grootte op zich zelf, maar niet de verhouding veranderd hebt. Deze is een mensch trouwens zoo eigen, dat het heel moeilijk, zoo niet onmogelijk zal zijn, ze te veranderen, al wordt er nog zooveel zorg aan besteed. Pig. 3 en 4 laten u dit duidelijk zien. Ofschoon 3 haast Ovfxrd**- andere, die andersom, alles in een n-trant met alleen bogen boven (arkade-duktus) schrijven, fig. 5 terwijl ook boven en beneden spits, zooals in het duitsche schrift, voorkomt; zie fig. 6. Ook fig. 3 en 4 tweemaal zoo groot is als 4, is de verhouding der boven- en benedenhalen tot de kleine let ters dezelfde gebleven. Verder kunnen wij nog twee opmerkelijke verschijnselen aan dit voor beeld waarnemen. Ten eerste, dat in beide ge vallen de benedenhaal van de g aanzienlijk langer is,, dan de bovenhaal van de k in het eene en de bovenhalen van de 1 en de h in het andere woord, afgezien van hun absolute groot te. Ten tweede kunnen wij constateeren, dat in beide gevallen de benedenhaal van de g meer neiging tot hellen vertoont, dan de letters er naast, ook neemt in beide voorbeelden de hel ling naar het einde der woorden toe. Afgezien van de op school geleerde wijze van verbinden, die sommige menschen blijven hou den, zijn er, die alles in een u-trant, met alleen bogen beneden (guirlande-duktus), fig. 5 en fig. 6 dit zult u, mits u eigen, in het verdraaide schrift terug vinden. Zelfs als u op deze verschijnselen by het verdraaien gaat letten," zult u na een misschien geslaagd begin, aan het einde van langere woorden weer in uw gewone schrijfwijze terug vallen, en het is onmogelijk alle verschijn selen tegelijk te veranderen.. Trouwens is het een feit, dat bij vloeiend schrift het veranderen van het gewone hand schrift wel aan het begin lukt, maar niet tot aan het einde vol te houden is. Misschien zal dit voor het ongeschoolde en ongewapende oog niet altijd even duidelijk zijn, maar toch is het zoo en de ervaren deskundige zal het opmerken. Natuurlijk kan ik in dit korte artikel niet alle verschillende eigenschappen, die men bij handschriften kan aantreffen, opnoemen, zoo is er b.v. nog nauw schrift als de neerhalen van de kleine n hooger zijn dan hun afstand van elkaar, zie fig. 6 of wijd schrift, als deze afstand grooter is dan de hoogte, zie fig. 7 en nog tal van andere kenmerken. Maar op eenige steeds te- rugkeerende verechijnselen wil ik u nog attent maken. Men kan heel gemakkelijk in een onnatuur lijk schrift het tempo verlangzamen, maar nie mand is in staat, om snel schrift te producee- ren, als hij gewend is, langzaam te schrijven. Snel voortgebracht schrift zal dus steeds min der verdacht zijn als het langzame. Voor het vaststellen van den graad van snelheid, waar mede een bepaald schriftstuk geschreven werd, staan ons nauwkeurige gegevens ter beschikking. Het is, zonder dat er eenige twijfel rest, pre cies uit te maken, of snel of langzaam geschre ven werd. Indien iemand, die gewoon rechts hellend schrijft, dit opzettelijk verandert in links hel lend schrift, zal hij dit evenveel graden doen, als het eerst rechts hellend was. Snel geschreven hellend schrift is wijd, als men dit hellende schrift verandert in steil schrift wordt het nauwer. Afsluitend kan als algemeen geldige regel ge zegd worden, dat een verdraaid handschrift on willekeurig meer druk vertoont, dat het regel matiger is, dat de nauwte toeneemt en de ver bondenheid minder wordt. Neemt u maar eens zelf de proef. Naast deze voor iedereen begrijpelijke ken merken zijn er nog een heele reeks andere, die niet zonder voorkennis kunnen worden begre pen, zoo b.v. het rythme, de individueele ken merken e.a. Maar ook deze korte uiteenzetting zal den lezer getoond hebben, dat met het ver gelijken van enkele letters niets gedaan is, maar dat het erop aankomt om het schrijven in zijn geheel te zien en dat daarvoor grondige kennis en veel ervaring noodig zijn. C. P. W. ROHDE. De bekende Delftsche Pastoor Hase schrijft in het kerkelijk weekblad aldaar over een initiatief, dat zeker in ruimeren kring be kendheid verdient. De in die stad gevestigde R.K. Begrafenisvereeniging „st. Marius" heeft in haar bepalingen opgenomen, dat haar aange slotenen bij voorkomende sterfgevallen recht op gratis kerkzetting verkrijgen, voor alle gezins leden, dus ook voor de kinderen. Ziehier een bepaling, aldus Pastoor Hase. die bijzonder sym pathiek mag heeten: immens een katholieke be grafenis behoort vanuit de kerk te geschieden. Maar men schrok daarbij vaak terug voor de kosten, vooral als de bron van inkomsten in een gezin niet erg groot was. Door een geringe jaarlijksche bijdrage voorziet men daar nu op de meest eenvoudige wijze in. Doch daarenboven heeft het bestuur van deze vereeniging een veel verdere strekking aan zijn bedoeling gegeven. Het besloot namelijk om alle armen en degenen die de donatie zelf niet kunnen betalen, geheel volgens denzelfden regel te behandelen en bij eventueele sterfgevallen ook voor hen gratis kerkzetting mogelijk te maken. Wat daarmee ge wonnen wordt aan weldadige piëteit, blijkt het duidelijkst bij de begrafenis van de kleine kin deren der katholieken. Ook dit geldt een cul tuurgoed. Het christelijk voorbeeld der vereeniging heeft op particulieren een dusdanigen indruk gemaakt, dat in een recent geval iemand bij de uitvaart van een kind uit een arm gezin het stipendium voor de H. Mis voor zijn rekening nam. Ge tracht wordt ook dit definitief te regelen. ,,St. Marius" verzorgde ook de verhooging der plechtigheid bij de begrafenissen, door in de kerk en op het kerkhof verklarende boekjes be treffende de uitvaart aan alle deelnemers uit te reiken, zoodat zij ook gemeenschappelijk aan de gebeden deel kunnen nemen. Op den stichtings dag der vereeniging wordt een plechtige Uit vaart gehouden voor al degenen, die gedurende dat verloopen jaar door hare zorgen begraven zijn. Ook in de toerusting van haar personeel en materieel streeft zij naar waardige verhooging der plechtigheden, bijzonder in aesthetisch op zicht. Vooral echter haar zorg om den armen hun laatste rechten zoo schoon mogelijk te geven, prijzen wij ter navolging aan! Voor de Geschiedenis-wetenschap was de dood van prof. dr. A. von Le-Coq, in April 1930, een groot verlies! Er ging een ideale helaas te weinig gekende ge leerde heen; ideaal door een onbaatzuchtige besteding van uitstekende talenten aan zijn groot levensdoel! Hij was één der grootste pio niers in 't probleem der cultuuruitwisseling tus schen Europa en Azië en van de Hellenistisch- Boeddhistische kunstontwikkeling vanuit Gandhara over Indië naar Bali en over Oost- Turkestan naar China. De studie van t Mani- .chaeisme dankt aan hem 'n nieuwen schat van origineel-manicheesche manuscripten uit de woestijn van Sinkiang tegenwoordige naam van O. T.), verzameld op zijn expedities! Want Dr. von Le-Coq was veelzijdig werkzaam, door zelf de noodige expedities te ondernemen om materiaal te zoeken en bij zijn terugkeer met onvermoeide energie dit alles te bestudeeren en over de oudste verbindingen tusschen Oost en West meer helderheid te brengen! Wat was dan t probleem waaraan von Le- Coq zich wijdde en de hypothese die hij op stelde?. Tot in de vorige eeuw werden de verschil lende kunstcentra der oude wereld als onafhan kelijk van elkaar gedachtZoo was in 't Westen de Grieksche kunst eeuwenlang in bloei en kwam bij 't verval de christelijke kunst uit haar voort, die overvol van nieuwe ideeën en ob jecten den algeheelen ondergang der heidensche kunst voorkwam en als uit haar assche frisch en jong te voorschijn trad! In 't Zuiden was de Egyptische kunst, in t Oosten de Indische en later ook de eigenaar dige Chineesche en Japansche kunst. Hun on derling groot verschil gaf den oppervlakkigen beschouwer vanzelf den bedrieglijken indruk van geheel zelfstandige ontwikkelingen! Vooral daar nog niets bekend was van 'n „Cultuur- brug", zooals Sven Hedin 1) het uitdrukt, waar over de volkeren hun cultuur onderling uit wisselden en de afzonderlijke gebieden zichzelf verder ontwikkelden in geheel eigen richting, nadat deze „brug" was weggeslagen! Einde vorige eeuw kwam door onderzoekin gen en vondsten de gedachte op, of ook niet de Indische en Chineesche kunst afhankelijk waren van de Grieksche, zooals de Westersche chris telijke kunst! 't Nieuwe probleem vond zeer veel interesse; van verschillende landen gingen ex pedities uit naar Oost-Turkestan, om daar de oplossing der verbinding te zoeken. Vooral de baanbiekende tochten van Sven Hedin (1894/6), deden een stroom van expedities los breken! Vóór hem durfde nauwelijks iemand dit gevaarlijk land betreden, waar 'n Adolf Schlagintwelt, 'n Dutreuil de Rhins en Hay- ward hun leven lieten. Sven Hedin wees den weg en mocht door zijn succesvolle tochten aan- toonen, dat onder t beheer der Chineezen 't land in politiek opzicht rustiger en betrouw baarder was geworden; zoo stuurden in 1898 de Russen Dr. Klementz naar Turfan. Van 19061909 was er de Pransche expeditie onder Pelliot. Zelfs Japan stuurde er geleerden heen. 't Meeste succes hadden echter de vier groote Duitsche expedities (1902/03, 1904/05, 1905/7, 1913/14) uitgezonden door het Museum für Völkerkunde onder beheer eèner eigen „Turfan- Komitee". De leiding van de eerste en derde expeditie was in handen van Dr. A. Grünwedel; 174 kisten (gemiddeld van 55 K.G.) aan muur schilderingen, handschriften en beelden werden er geborgen. Prof. Dr. A- von Le-Coq ondernam de tweede en vierde expeditie met het groote succes van. 259 kisten (gemiddeld 100 K.G.). Het mag hier vermeld, dat het enorme succes der Duitsche expedities voor een groot deel afhing van den teehnischen leider, den heer Th. Bartus! In Berlijn volgde 'n jarenlang werken van sorteeren, opstellen en bestudeeren en werd steeds duidelijker hoe 'n Hellenistisch-Boeddhis- tische strooming vanuit Gandhora (tusschen Afghanistan en Kashmir) Oost-Turkestan is binnengetrokken, dat toen een tijdperk van hooge cultuur en beschaving beleefde. Mocht 't te veel zijn om Turkestan de „Bakermat" der menschheid te noemen (Fr. von Schwarz: „Tur kestan" Preiburg 1900), daar de oudste ge schiedenis ons nog te duister is; in ieder geval was Oost-Turkestan in latere jaren het „kruis punt" der menschheid; 'n vruchtbaar gebied, waarover de weg van vele volken gegaan is. Waar Oost-Turkestan nu meer 'n nomadenland schijnt te zijn, waren er vroeger nog meer groote en rijke steden met hoogstaande kunst; al was deze dan niet oorspronkelijk, maar in gevoerd. Gandhara was n.l. (326 v. Chr.) door soldaten van Alexander den Grooten overstroomd en er ontstond 'n Hellenistische cultuur, 'n Eeuw la ter (242) begint in t aangrenzend land t Boed dhisme z'n expansiegeest uit te vieren en wint het de Indische stammen van 'tGandhara- gebied voor de hooge idealen van den grooten Asceet, 't Kunstzinnige volk, dat van de ge loofsverkondiger geen afbeelding van Boeddha ontvangen had, schiep zelf 'n Boeddha-type uit de Hellenistische voorstelling van den God Apollo. En mèt de Boeddhistische propaganda trok ook de Hellenistische kunstvoorstelling mee naar 't Noorden; zelfs zien wü deze voor stelling ook met de tweede Missie naar het Oosten meegaan, naar Siam en den O. I. Ar chipel. Toen later Oost-Turkestan door China be heerd werd, bleef na t terugdringen van t In dische volkselement, de Hellenistisch-Boeddhis- tische kunst toch bestaan, maar trad langzaam de Mongoolsche gezichtsuitdrukking naar vo ren, en ontwikkelde zich meer en meer de Chi neesche kunstvormen, die zich over China, Korea en Japan verspreidden! Zoo laat de bestudeering der cultuurresten van Turkestan dit land zien als de „Cultuur- brug" van West naar Oost. Die verbinding werd weggeslagen toen de noodzakelijke irrigatie van het land achterwege bleef bij de groote troe- penhchting van Tschinggis Chan, en vooral later, toen het zinnelijk Mohammedanisme zich als 'n vuilnisstroom uitstortte over dit land van schilderkunst in goud en zilver en Manicheesche miniaturen. Vóór mij liggen de kostbare reproducties van beeldhouwwerk en plastiek uit Gandhara en Oost-Turkestan, neergelegd in „Buddhistische Spatantike I."2) 'tls de eerste band van de zevendeelige serie, door bemiddeling van mevr. E. von Le-Coq welwillend in leen afgestaan met de bedoeling: „Es ware nun wirklich Zeit, dass meines Mannes Werke in Holland we- nigstens ein Mal vertreten waren!".... daar ook Holland den grooten werker nog niet kende. Dr. A. von Le-Coq gaf deze rijk geïllustreer de boeken uit, om deskundigen en kunstenaars 't materiaal van t Aziatisch kunstprobleem zelf ter oplossing in handen te geven. Zijn 7 folio banden bij Dietrich Reimer verschenen (Ber lijn 1922/33), geven in prachtige reproducties weer, wat anders slechts in de groote verza meling van 't Museum für Völkenkunde bestu deerd kon worden. De eerste bandDie Plas tik wil met duidelijke weergave van beeld- en reliëfwerk den invloed doen zien van het Hel lenisme met zijn Apollo-type. Behalve de 45 groote reproducties is er een korte beschrij ving in opgenomen van de kunstgeschiedenis van Gandhara en Oost-Turkestan; zooals die boven is weergegeven. Een chronologische lijst vergelijkt de geschiedkundige feiten van Grie kenland, de Iranische landen, Indië en China, in hun relatie met O-Turkestan. Een ander artikel geeft eep kort overzicht "van de weten schappelijke ondernemingen in dit land. De tweedê band bevat een rijkdom aan reproduc ties van de kunstvolle Manicheesche hand schriften en boekrollen in goud ensierlijk schrift geschreven, 't Beschrijft een tweede kunststrooming in Oost-Turkestan, die onge veer twee eeuwen na Christus, begon door de propaganda van Mani, een fantastischen gods dienststichter en kunstschilder, 't Derde deel over de muurschilderingen van de groote Boed dhistische kloostercomplexen, zooals bij Kyzyl en Turfan. Het 4e, 5e en 6e deel zijn geïllus treerde aanvullingen op één en twee. Voor de geschiedenis der kunst- en cultuur verhoudingen der volkeren onderling is von Le-Coq's oeuvre niet alleen pionierswerk, maar ook 'n verzameling van kostbaar materiaal, dat de historici in staat stelt geheel oorspronkelijk werk te leveren over de oudste uitwisseling en overerving van cultuur, tls een terrein van oorspronkelijk denken en zoeken. Zoo dacht er ook von Le-Coq over als hij in het voorwoord van den eersten band schrijft: Dann aber soil es eine Materialien-Sammlung sein für Gelehrte, denen es u. a. einen Baustein liefern soil zu den Fundamenten der noch zu schrei benden wissenschaftlichen Kunstgeschichte Mittel-, Süd- und Ost-Asiens Toch schijnt dit kostbaar levenswerk niet zijn doel bereikt te hebben; hoe moest hij immers enkele jaren later in zijn „Bilderatlas" schrij ven: „....aber diese genauen, im Lichtdruck und anderen zuverlassigen Verfahren erschiene- nen, Wiedergaben sind zerstreut in vielen gros sen, kostspieligen und vergriffenen Prachtwer ken, deren gelehrte Titel der Allgemeinheit wenig sagen und die sich meist im Besitz von Gelehrten und Kunstsammlern befinden (Einleitung)de „Bilderatlas" heeft namelijk het doel: den wichtigen Stoff in möglich- ster Zusammenfassung 11 e n mit den erwahn- ten Studiën* beschaftigten Kreisen zuganglich machen und die Mitarbeit von Fachmannem auf diesen Gebieten in die Wege leiten....". Prof. Dr. A. von Le-Coq mocht zijn levens werk niet voltooien Tamelijk onbekend, maar buitengewoon hoog geschat door de geleerden op Manicheesch en Boeddhistisch kunstgebied, stierf hij te Berlijn den 21sten April 1930. De laatste band zou, zijn Weduwe Mevr. El. von Le-Coq, met finan- cieelen steun uit Duitschland, Frankrijk en Amerika, uitgeven als een waardig „In Me- moriam" aan den grooten geleerde! W. v. BEKKUM S.V.D. Missiehuis Teteringen 1) „Die Buddhistische Spatantike"; artikel in D. AUg. Z. Nr. 563/64, 30/11 "24. 2) Dr. A. von Le-Coq noemt zijn werk: „Bud dhistische Spatantike", analoog met von Sy- bels' benaming der vroeg-christelijke kunst als: „Christliche Antike". Naar aanleiding van een desbetreffend ver zoek van den A.N.W.B. en de K.N.A.C. aan den Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat in Noord-Brabant, zijn verticale witte banden aangebracht op de boomen aan de buitenzijde van een voor het verkeer gevaarlijke bocht in den weg Bergen op Zoom—Putte ten Noorden van Hoogerheide. Zooals ook elders in ons land, zal de R. K. Op leiding tot leeszaal-assistente aan de school voor Maatschappelijk Werk te Sittard uitgebreid worden tot een drie-jarige; 'n vooropleidings jaar, waarin alleen practisch gewerkt wordt op de leeszaal ter plaatse wordt aan de 2-jarige opleiding toegevoegd. Voor dit jaar zal 'n over gangsmaatregel getroffen worden, zoodat zich nog tot Maart leerlingen voor den komenden cursus kunnen opgeven. 1 Speciale aanbieding Prima uitvoering vanaf 34 vanaf ƒ22. met gezondheidsmatras. Origin. 150 X 180 12.25 Warmer dan twee andere Juist ontvangen: K. V. T. zoomloos 1934 Ruime sorteering: Haard- en Ligf auteuilt j es vanaf ƒ9.75 - Iets bijzonders Alléén: Korte Spaame 25 rffl Compl. Woninginr. Telef. 15847 1 Adres voor het betere genre j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 13