GROOTE HALFJAARLIJKSCHE OPRUIMING
Van de Mechanische Vogels
DE AZIATISCHE KUNST
J
i
Fa. DE VRIND BUS
GROOTE HOUTSTRAAT 135
TELEFOON 15499
Stratosfeervliegen
DE SCHRIFTKUNDE
Is zij eén wetenschap?
Een novum
Prof. Dr. A. von Le-Coq
ZATERDAG 23 DECEMBER
Kingsford Smith
Vlieger-noodlot
Een goed getuigschrift
fig. 7
Begrafenis-plechtigheden
Gevaarlijke bocht in den weg
Bergen op ZoomPutte
Leeszaalopleiding bij de R.K.
School v. Maatsch. Werk Sittard
Prof. dr. A. von Le-Coq, als bedouin ver
kleed gedurende zijn expeditie in Syrië
(1902)
Eiken Linnenkasten
Pracht eiken Dressoirs
Theemeubels v.a. 7.50
Opklapbedden v.a. ƒ10
Aupingmatdas v.af 13.50
Pracht Wollen
Tafelkleeden
Prima Leidsche Wollen
Dekens vanaf 5.75
Tapis Beige Karpetten
A. J. DE GRAAF
Het is onze persoonlijke meening, dat stra
tosfeervliegen hoe belangwekkend en
nuttig ook op zichzelf minder goed zal
zjjn voor de gezondheid in het algemeen, voor
de hersens en de zenuwen in het bijzonder van
piloten en passagiers, die van dezen superlatief
van het vliegen gebruik zullen gaan maken.
Theoretisch is het stratosfeervliegen zeker mo
gelijk en de technische moeilijkheden zullen
vermoedelijk vroeger of later wel te overwin
nen zijn. Waar wij echter het standpunt in
nemen dat door velen, helaas, als al te kin
derlijk en hopeloos ouderwetsch, met hoongelach
zal worden begroet dat een technische vin
ding dan alleen werkelijke waarde heeft wan
neer zij direct of indirect ertoe bijdraagt om
cultuurwaarden te scheppen en den mensch
gelukkiger en rijker, voller, te doen leven, wagen
wij het vooralsnog sterk te betwijfelen of het
stratosfeervliegen anders dan als uitzonde
ring voor wetenschappelijke en speciale doel
einden wel zin kan hebben.
Luchtlord Kingsford Smith, die op den lucht
weg EngelandAustralië zulke buitengewone
dingen gedaan heeft, heeft nog veel buitenge-
woner dingen gezegd naar aanleiding van de
stratosfeerroute voor hetzelfde traject. De edele
lord heeft den Australiërs meegedeeld, dat zij
reeds in 1963 dit is geen drukfout voor '36!
in twee dagen naar Engeland zullen vliegen.
Aan het eind onzer eeuw zal echter de afstand
van 10.000 mijlen, die beide eilanden scheidt,
in tien uur „genomen" worden waarvoor de
vliegtuigen een snelheid zullen moeten ontwik
kelen van 1000 mijl per uur, dat is bijna het
dubbele van 1000 K.M., de snelheid waarvoor
de Gordon-Bennetbeker is uitgeloofd en waar
van pas de eerste helft is overschreden.
De goede naam van luchtlord Kingsford
Smith wettigt de veronderstelling, dat hij zijn
opzienbarende hypothese bij zijn volle verstand
heeft neergeschreven en niet na het gebruik
van idem zooveel whisky-soda's of eenig andere
stimulans. Wij voor ons hopen van ganscher
harte, dat hij zich vergist. Niet alleen omdat
indien mylord onverhoopt gelijk zou hebben
onze aarde, die toch al zoo beschamend klein
ia. dan nog slechts een miserabel knikkertje zou
zijn, maar ook al omdat ze dan alleen nog be
woonbaar zou zijn voor supermenschen, wier
constitutie, hersens en zenuwstelsel dergelijke
verplaatsingen en al de gevolgen daaraan ver
bonden buiten de climatologische verande
ringen is er nog heel wat meer zonder schade
zouden kunnen verdragen. De tijdgenooten dier
supermenschen zullen vermoedelijk wel aan
minderwaardigheidscomplexen ten gronde gaan
voor zoover zij er niet in zullen slagen er
gens een afgelegen rustig hoekje te vinden, waar
het goed en rustig leven is ver van het leven
onder super-hoogdruk, dat superprofessoren,
supervllegers en andere super-wezens tot hun
eigen en anderer comfort voor elkaar zullen
hebben gedocterd.
Sir Smith profeteert: De mail van Australië
naar Engeland zal in 1963 hij geeft beang
stigend juist het jaartal aan! op 50.000 voet
hoogte worden overgebracht met een snelheid
van 1000 mijlen per uur. De ruimten voor be
manning en passagiers zullen hermetisch ge
sloten zijn, de passagiers zullen zuurstof in
ademen: geluid en vibratie zullen vrijwel ge
ëlimineerd zijn en aangezien er geen „weer" in
de stratosfeer is, zal niemand door remous
luchtziek zijn en het „weer en wind dienende"
een inhoudslooze phrase zijn geworden.
Op 50.000 voet zullen de passagiers natuurlijk
weinig of niets van de dingen onder hen zien,
maar zij zullen de uren in comfort, zoo niet in
luxe, passeeren. Daar zullen eerste klas diners
en lunches geserveerd worden, draadlooze tele
fonie, telegrafie en televisie zullen voor up-to-
date afwisseling zorgen. Ouderwetsche passa
giers zullen hun toevlucht kunnen nemen tot
bridge, flirt of hun brevier al naar gelang
hun inborst, aanleg en staat.
Karachi denkt Smith zich als het Halfweg
voor beide richtingen tusschen Londen en Sid
ney. Hij meent dat bemanningen en passa
giers daar een genoeglijken dag van ontspan
ning zullen doorbengen tusschen de twee
Vliegdagen in. Men weet niet waar men zich
meer over verbazen moet over het zoo onver
wacht inschakelen van een rustdag door den
snelheidsmaniak of over de veronderstelling, dat
iemand, wie ook, langer dan drie seconden voor
zijn plezier in Karachi, de stad aan de Indus-
delta, zou zijn. Straks maakt deze fantast en
optimist er nog een Kurort van!
Merkwaardigerwijze wil hij ons ook nog doen
gelooven, dat wat hij den Australiërs en met
hen de wereld meedeelde, niet alleen zijn mee
ning is, doch van alle luchtexpei'ts van de heele
wereld „en van alle andere werelden" is beschei-
denlfjk weggelaten of uitgevallen.
In het jaar 2000, meent Sir Smith, zal het
stratosfeervliegen zulke vorderingen hebben ge
maakt, dat „Halfweg" zal kunnen vervallen en
een „ville morte" zal worden als eens Enkhui
zen, Hoorn enz. aan de Zuiderzee werden.
Weldadig doet het aan om mylord te hoo-
ren, wanneer hij uit de stratosfeer naar de
aarde en de werkelijkheid is teruggekeerd. Hij
spreekt dan over het normale vliegen en den
dienst op Australië door de „onderlucht", welke
de Engelschen in 1934 zullen openen. Hij is dan
wel erg naar omlaag getuimeld o.a. acht hij
het zijn taak om de Australiërs erop voor te be
reiden, dat zij niet moeten rekenen op hetzelfde
comfort, dat de K.L.M. biedt, de „wunderful
Dutch air-line", een wekelijkschen dienst, waar
voor hij den meesten eerbied heeft omdat hij
volgens hem zulk een voorbeeld van efficiency,
organisatie en snelheid is.
Inderdaad zal de Australische lijn iets geheel
anders geven dan de onze. waarlangs straks „de
vliegende slaapwagen" de passagiers zonder dat
zij het merken van het eene station naar het
andere brengen zal en in één rul-door naar In-
dië.
Van Croydon. Londens luchthaven, zal men
naar Parijs vliegen, daar overstappen en dan
via Basel naar Brindisi, daar per vliegboot over
de Middellandsche zee, dan in een Hercules
vliegtuig naar Singapore natuurlijk in étap
pen. In de Leeuwenstad aan straat Malacca
komt men pas terecht in het vliegtuig, dat de
Australische sectie zal vliegen.
Het vermoeden is niet uitgesloten, dat Sir
Smith zijn landgenooten heeft willen troosten
over de zeer middelmatige mogelijkheden, die de
Engelsche luchtmail op Australië in tegenstel
ling met „the flying Dutchman" straks brengen
zal en daarom maar een fanfare geblazen beeft
over de mogelijkheden van 1963 en 2000. Of zou
toch de whisky-soda het gedaan hebben?
Het vliegwezen vraagt nog al eens den cijns
des bloeds van zijn adepten. Dit is nu eenmaal
onvermijdelijk de zeil- en de stoomvaart heb
ben dit indertijd ook gedaan speciaal de zeil
vaart in de dagen der ontdekkingsreizen. Men
kan dus een deel van de dooden van de zeil
vaart op de ontdekkingsreizen overboeken en
veelal doet men dit dan ook. Even redelijk is
het om een deel der dooden van de luchtvaart
over te boeken op verkenningsreizen door de
lucht over streken waar de gronddienst enz. nog
niet in orde is. Juist bij die gelegenheden zijn de
kwade kansen het grootst. Zoo is nu pas het
noodlottig einde van twee Pransche vliegers be
kend geworden, die vanuit Dakar een vlucht
maakten en door een tornado gedwongen werden
ergens in Portugeesch Guinea een noodlanding
te maken. Helaas kwamen zjj niet voor het pa
leis van den gouverneur terecht maar een eindje
verder bij een stel anthropophagen in het bin
nenland. Deze menscheneters vonden dit nu
werkelijk zooiets als dat de gebraden vogels
hen in den mond vlogen. Hun kannibaalsche in
borst volgend, peuzelden zij met veel smaak de
vliegers na hun geslaagde noodlanding op het
verhaal vermeldt niet of zij ook constateerden
dat de vliegers naar benzine smaakten zooals de
matrozen vroeger naar jenever en pruimtabak,
zoodat de lekkerbekken onder de antropophagen
niet meeaten wanneer er weer een zeeman te
verorberen viel. Badinage part, het Portu-
geesche bestuur is nu druk bezig zoo mogelijk
de dischgenooten te pakken te krijgen om hen
op een dessert te onthalen, waar zij hun ieven
nog niet van gedroomd hebben.
De meening, dat prophylactische luchtbom
bardementen die niemand het leven behoeven
te kosten een uiterst heilzaam medicament
zijn voor bergvolken en woestijnbewoners, wint
langzaam maar zeker veld. Natuurlijk zal het
nog wel eenigen tijd duren eer experts als Vliegen
en anderen van zijn kaliber dit ontdekt hebben
Onze vlieger-auteur Viruly geeft er zoo'n goed
getuigschrift van, dat het zonde en jammer zou
zijn daar niet eens speciaal de aandacht op te
vestigen. Hij kreeg gelegenheid het op te tee
kenen in het Engelsche vliegkamp van Shaïba,
waar hij tijdens een zandstorm, die hem belette
Bagdad te bereiken, „noodlandde".
Shaïba, ligt dicht bij Basra of Bassora dit
is te zoeken in de buurt van Ur, „het tro'sche
sieraad der Chaldeeën", waaruit Abraham zoo
vroegtijdig wegtrok. Dit Shaïba is geen dorpje,
zelfs geen vlek alleen een versterkt vliegkamp,
van waaruit de Engelschen met wat vliegtuigen
en luchtbommen zonder een kind kwaad te
doen orde en veiligheid in de woestijn garan
deeren.
De Bedwienensjeichs hebben nu eenmaal een
zwak voor het stelen van kameelen en vrouwen
ze zijn daarmee erfelijk belast, want dat heb
ben zij van vader op zoon gedaan sinds de dagen
van Abraham, den vriend van God, af.
Deze sport hebben Perzische satrapen, Turk-
sche en Egyptische sultans en weet-ik-wie-al
niet tevergeefs getracht hun af te leeren. In onze
dagen hebben de Engelschen het les geven over
genomen en, warempel, zij schijnen te zullen
slagen. Want niets schijnt zoo vermoeiend en
zenuwsloopend te zijn als telkens weer een bom
vlak bij je tent. Viruly hoorde daarvan een heel
aardige anecdote, waar gebeurd, van een der
officieren van Shaïba.
Ergens daar in de buurt had een sjeich het
ongewoon bont gemaakt iets hebben ze na
tuurlijk allen op hun kerfstok. Maar deze vorst
der woestijn had op werkelijk ongewone schaal
gemoord, kameelen en vrouwen gestolen en al
wat daar verder nog bijkwam.
Een zekere captain Earle reed er dood in zijn
eentje heen de laatste 50 Kilometer had hij
geen mensch bij zich. Alleen had hij maatrege
len genomen, dat een aantal bommenwerpers op
4000 Meter hoogte boven den sjeich zijn douar
rond zouden planeeren op het uur, dat hij daar
dacht aan te komen.
De sjeich was natuurlijk een en al verbazing
toen de Engelschman daar op eenmaal dood in
zijn eentje en vrijwel ongewapend zijn tenten
kamp binnen kwam rijden.
Earle vroeg hem te spreken en zei, dat het uit
moest zijn met het gezeur. Dat de gestolen vrou
wen en kameelen terug moesten worden gegeven
en da de boete twintig geweren was. En in dien
trant praatte hij alsof hij aan het hoofd van
duizend man was gekomen, die vlak achter hem
in bataille stonden.
Van zijn verbazing bekomen zei de sjeich dat
zijn verstand in de war was en dat de koning
van Engeland hem gestolen kon worden. Etizoo-
voort.
„Je moet 'ns goed opletten" zei de Engelschman;
hij nam een, lichtpistool van zijn heup „paf"
en een groene lichtkogel ging omhoog. De
bombardementsvliegtuigen, die op een plafond
van 4000 Meter zich planeerden te vervelen,
schoten direct als valken omlaag en lieten elk
drie bommen van 300 K.G. het stuk vallen op
precies 500 Meter van het tentenkamp.
Droogkomiek zijn Earle: „Als ik een roode
had geschoten, zouden ze voor onze voeten zijn
neergekomen en ik heb wel zin om het nog te
doen." Meteen had hij de roode lichtkogel al in
den loop. Maar hij hoefde hem niet af te schie
ten want de onhandelbare sjeich werd direct
een nette vent waarmee te praten viel.
Wie dit verhaal kan savoureeren, zal ook be
grijpen waarom de Engelschen onder geen en
kele voorwaarde afstand zullen doen van bom
bardementsvliegtuigen voor politioneele doel
einden. Wie meer van deze verhalen lezen wil
van dergelijk kaliber en met onovertroffen
humor geschreven, leze eens Viruly's nieuwe
boek „We vlogen naar Indië" het beste
medicament tegen malaise-neurose, dat er se
dert lang in den handel is gebracht.
Ing. J. WING.
Doordat in een paar opzienbare rechtszaken
de schriftdeskundigen een belangrijke rol
hebben gespeeld, is de belangstelling voor
het werk van deze experts wakker geworden en
menigeen zal zich afgevraagd hebben, of de on
derzoekingen van schriftdeskundigen wel weten
schappelijk zijn, en vooral of ze bewijskracht
hebben.
Een feit is, dat de schriftkunde sinds eenige
jaren een wetenschappelijk karakter heeft aan
genomen, zoodat ze werkelijk in staat is, om
betrouwbaar werk te verrichten. In de praktijk
zal dit werk natuurlijk zijn beteekenis krijgen,
door den persoon, die het verricht heeft; pre
cies zoo, als het op ieder ander gebied het ge
val is. Maar een expert, dié nauwgezet werkt
en de schriftkunde werkelijk beheerscht, kan
onaantastbaar werk leveren.
Om nu een voorstelling te krijgen, hoe een
deskundige te werk gaat, willen wij eerst eenige
grondleggende weiten der schrijfbeweging aan
halen. Iedereen weet, dat het uiterlijk van- het
schrift afhankelijk is van de stemming, waar
in de schrijver verkeerd. Men zal in toorn an
ders schrijven, dan in een vroolijke stemming.
Een haastige brief ziet er anders uit, als b. v.
een zorgvuldig geschreven sollicitatie. En toch
is het voo den ter zake kundige gemakkelijk
genoeg, om vast te stellen, dat al deze schriftu
ren van dezelfden schrijver afkomstig zijn-.
Misschien is het voor een goed begrijpen het
beste, als de lezer, alvorens verder te lezen (om
niet door de volgenden uiteenzettingen beïn
vloed te worden) volgende kleine proef neemt.
Hij schrijve eerst ca. vijf regels in gewoon schrift
en vervolgens nog eens vijf en probeert bij deze
laatste vijf, zijn hand zooveel mogelijk te ver
draaien. B.v. schrijve hij recht in plaats van
hellend, klein in plaats van groot enz. Heeft
hij deze proeven bij de hand, dan trachte hij
ze aan de hand van de nu volgende regels te
vergelijken, en hij zal tot de ontdekking ko
men, dat ze niet zooveel van elkaar verschillen,
als hij wel gedacht heeft.
Iets wat een schrijver heel individueel eigen
is, zijn de onderbrekingen der schrijfactie. Men
vergelijke hiervoor ook fig. 1 en 2, die alle-
fig. 1 en 2
beide van denzelfden schrijver afkomstig zijn.
Men ziet heel duidelijk, (ik heb er een bijzonder
eenvoudig voorbeeld voor gekozen) dat na tel
kens drie lettere de schrijfactie onderbroken
wordt, zoowel in. het eerste als ook in het twee
de woord. Soortgelijke onderbrekingen zal de
lezer in zijn eigen proeven terug vinden. Hetzij
altijd na een hoofdletter, hetzij voor een be
paalde andere letter; maar het kan ook zijn,
dat in de proeven juist niet afgebroken is, dat
alle woorden in één trek geschreven zijn, wat
ook al weer een symptoom is. Vooropgesteld
natuurlijk, dat beide proeven werkelijk vloei
end geschreven en niet letter voor letter getee-
kend zijn-. Dit laatste is zonder moeite direct
tc herkennen en zou een falsaris onherroepelijk
verraden.
Een andere eigenaardigheid, die vrijwel
iedereen ontgaat, is de wijze, waarop de boven-
teekens geplaatst zijn, de i-punten en de t-
streepen. Zelfs in een verdraaid handschrift
behouden ze hun voor den schrijver typische
plaats: hoog of laag, voor de letter, waar ze bij
behooren of erachter. Vergelijkt u, mits u de
grootte van uw schrift heeft veranderd, de ver
houding der boven- en benedenhalen tot de
gewone kleine letters, dan zult u ontdekken, dat
u wel de grootte op zich zelf, maar niet de
verhouding veranderd hebt. Deze is een mensch
trouwens zoo eigen, dat het heel moeilijk, zoo
niet onmogelijk zal zijn, ze te veranderen, al
wordt er nog zooveel zorg aan besteed. Pig. 3
en 4 laten u dit duidelijk zien. Ofschoon 3 haast
Ovfxrd**-
andere, die andersom, alles in een n-trant met
alleen bogen boven (arkade-duktus) schrijven,
fig. 5
terwijl ook boven en beneden spits, zooals in
het duitsche schrift, voorkomt; zie fig. 6. Ook
fig. 3 en 4
tweemaal zoo groot is als 4, is de verhouding
der boven- en benedenhalen tot de kleine let
ters dezelfde gebleven. Verder kunnen wij nog
twee opmerkelijke verschijnselen aan dit voor
beeld waarnemen. Ten eerste, dat in beide ge
vallen de benedenhaal van de g aanzienlijk
langer is,, dan de bovenhaal van de k in het
eene en de bovenhalen van de 1 en de h in het
andere woord, afgezien van hun absolute groot
te. Ten tweede kunnen wij constateeren, dat in
beide gevallen de benedenhaal van de g meer
neiging tot hellen vertoont, dan de letters er
naast, ook neemt in beide voorbeelden de hel
ling naar het einde der woorden toe.
Afgezien van de op school geleerde wijze van
verbinden, die sommige menschen blijven hou
den, zijn er, die alles in een u-trant, met alleen
bogen beneden (guirlande-duktus), fig. 5 en
fig. 6
dit zult u, mits u eigen, in het verdraaide schrift
terug vinden. Zelfs als u op deze verschijnselen
by het verdraaien gaat letten," zult u na een
misschien geslaagd begin, aan het einde van
langere woorden weer in uw gewone schrijfwijze
terug vallen, en het is onmogelijk alle verschijn
selen tegelijk te veranderen..
Trouwens is het een feit, dat bij vloeiend
schrift het veranderen van het gewone hand
schrift wel aan het begin lukt, maar niet tot
aan het einde vol te houden is. Misschien zal dit
voor het ongeschoolde en ongewapende oog niet
altijd even duidelijk zijn, maar toch is het zoo
en de ervaren deskundige zal het opmerken.
Natuurlijk kan ik in dit korte artikel niet
alle verschillende eigenschappen, die men bij
handschriften kan aantreffen, opnoemen, zoo
is er b.v. nog nauw schrift als de neerhalen van
de kleine n hooger zijn dan hun afstand van
elkaar, zie fig. 6 of wijd schrift, als deze afstand
grooter is dan de hoogte, zie fig. 7 en nog tal van
andere kenmerken. Maar op eenige steeds te-
rugkeerende verechijnselen wil ik u nog attent
maken.
Men kan heel gemakkelijk in een onnatuur
lijk schrift het tempo verlangzamen, maar nie
mand is in staat, om snel schrift te producee-
ren, als hij gewend is, langzaam te schrijven.
Snel voortgebracht schrift zal dus steeds min
der verdacht zijn als het langzame. Voor het
vaststellen van den graad van snelheid, waar
mede een bepaald schriftstuk geschreven werd,
staan ons nauwkeurige gegevens ter beschikking.
Het is, zonder dat er eenige twijfel rest, pre
cies uit te maken, of snel of langzaam geschre
ven werd.
Indien iemand, die gewoon rechts hellend
schrijft, dit opzettelijk verandert in links hel
lend schrift, zal hij dit evenveel graden doen,
als het eerst rechts hellend was.
Snel geschreven hellend schrift is wijd, als
men dit hellende schrift verandert in steil
schrift wordt het nauwer.
Afsluitend kan als algemeen geldige regel ge
zegd worden, dat een verdraaid handschrift on
willekeurig meer druk vertoont, dat het regel
matiger is, dat de nauwte toeneemt en de ver
bondenheid minder wordt. Neemt u maar eens
zelf de proef.
Naast deze voor iedereen begrijpelijke ken
merken zijn er nog een heele reeks andere, die
niet zonder voorkennis kunnen worden begre
pen, zoo b.v. het rythme, de individueele ken
merken e.a. Maar ook deze korte uiteenzetting
zal den lezer getoond hebben, dat met het ver
gelijken van enkele letters niets gedaan is,
maar dat het erop aankomt om het schrijven in
zijn geheel te zien en dat daarvoor grondige
kennis en veel ervaring noodig zijn.
C. P. W. ROHDE.
De bekende Delftsche Pastoor Hase schrijft
in het kerkelijk weekblad aldaar over een
initiatief, dat zeker in ruimeren kring be
kendheid verdient. De in die stad gevestigde
R.K. Begrafenisvereeniging „st. Marius" heeft
in haar bepalingen opgenomen, dat haar aange
slotenen bij voorkomende sterfgevallen recht op
gratis kerkzetting verkrijgen, voor alle gezins
leden, dus ook voor de kinderen. Ziehier een
bepaling, aldus Pastoor Hase. die bijzonder sym
pathiek mag heeten: immens een katholieke be
grafenis behoort vanuit de kerk te geschieden.
Maar men schrok daarbij vaak terug voor de
kosten, vooral als de bron van inkomsten in
een gezin niet erg groot was. Door een geringe
jaarlijksche bijdrage voorziet men daar nu op
de meest eenvoudige wijze in. Doch daarenboven
heeft het bestuur van deze vereeniging een veel
verdere strekking aan zijn bedoeling gegeven.
Het besloot namelijk om alle armen en degenen
die de donatie zelf niet kunnen betalen, geheel
volgens denzelfden regel te behandelen en bij
eventueele sterfgevallen ook voor hen gratis
kerkzetting mogelijk te maken. Wat daarmee ge
wonnen wordt aan weldadige piëteit, blijkt het
duidelijkst bij de begrafenis van de kleine kin
deren der katholieken. Ook dit geldt een cul
tuurgoed.
Het christelijk voorbeeld der vereeniging heeft
op particulieren een dusdanigen indruk gemaakt,
dat in een recent geval iemand bij de uitvaart
van een kind uit een arm gezin het stipendium
voor de H. Mis voor zijn rekening nam. Ge
tracht wordt ook dit definitief te regelen.
,,St. Marius" verzorgde ook de verhooging der
plechtigheid bij de begrafenissen, door in de
kerk en op het kerkhof verklarende boekjes be
treffende de uitvaart aan alle deelnemers uit te
reiken, zoodat zij ook gemeenschappelijk aan de
gebeden deel kunnen nemen. Op den stichtings
dag der vereeniging wordt een plechtige Uit
vaart gehouden voor al degenen, die gedurende
dat verloopen jaar door hare zorgen begraven
zijn. Ook in de toerusting van haar personeel en
materieel streeft zij naar waardige verhooging
der plechtigheden, bijzonder in aesthetisch op
zicht. Vooral echter haar zorg om den armen hun
laatste rechten zoo schoon mogelijk te geven,
prijzen wij ter navolging aan!
Voor de Geschiedenis-wetenschap was de
dood van prof. dr. A. von Le-Coq, in
April 1930, een groot verlies! Er ging
een ideale helaas te weinig gekende ge
leerde heen; ideaal door een onbaatzuchtige
besteding van uitstekende talenten aan zijn
groot levensdoel! Hij was één der grootste pio
niers in 't probleem der cultuuruitwisseling tus
schen Europa en Azië en van de Hellenistisch-
Boeddhistische kunstontwikkeling vanuit
Gandhara over Indië naar Bali en over Oost-
Turkestan naar China. De studie van t Mani-
.chaeisme dankt aan hem 'n nieuwen schat van
origineel-manicheesche manuscripten uit de
woestijn van Sinkiang tegenwoordige naam
van O. T.), verzameld op zijn expedities! Want
Dr. von Le-Coq was veelzijdig werkzaam, door
zelf de noodige expedities te ondernemen om
materiaal te zoeken en bij zijn terugkeer met
onvermoeide energie dit alles te bestudeeren
en over de oudste verbindingen tusschen Oost
en West meer helderheid te brengen!
Wat was dan t probleem waaraan von Le-
Coq zich wijdde en de hypothese die hij op
stelde?.
Tot in de vorige eeuw werden de verschil
lende kunstcentra der oude wereld als onafhan
kelijk van elkaar gedachtZoo was in 't Westen
de Grieksche kunst eeuwenlang in bloei en
kwam bij 't verval de christelijke kunst uit haar
voort, die overvol van nieuwe ideeën en ob
jecten den algeheelen ondergang der heidensche
kunst voorkwam en als uit haar assche frisch
en jong te voorschijn trad!
In 't Zuiden was de Egyptische kunst, in t
Oosten de Indische en later ook de eigenaar
dige Chineesche en Japansche kunst. Hun on
derling groot verschil gaf den oppervlakkigen
beschouwer vanzelf den bedrieglijken indruk
van geheel zelfstandige ontwikkelingen! Vooral
daar nog niets bekend was van 'n „Cultuur-
brug", zooals Sven Hedin 1) het uitdrukt, waar
over de volkeren hun cultuur onderling uit
wisselden en de afzonderlijke gebieden zichzelf
verder ontwikkelden in geheel eigen richting,
nadat deze „brug" was weggeslagen!
Einde vorige eeuw kwam door onderzoekin
gen en vondsten de gedachte op, of ook niet de
Indische en Chineesche kunst afhankelijk waren
van de Grieksche, zooals de Westersche chris
telijke kunst! 't Nieuwe probleem vond zeer veel
interesse; van verschillende landen gingen ex
pedities uit naar Oost-Turkestan, om daar de
oplossing der verbinding te zoeken. Vooral de
baanbiekende tochten van Sven Hedin
(1894/6), deden een stroom van expedities los
breken! Vóór hem durfde nauwelijks iemand
dit gevaarlijk land betreden, waar 'n Adolf
Schlagintwelt, 'n Dutreuil de Rhins en Hay-
ward hun leven lieten. Sven Hedin wees den
weg en mocht door zijn succesvolle tochten aan-
toonen, dat onder t beheer der Chineezen 't
land in politiek opzicht rustiger en betrouw
baarder was geworden; zoo stuurden in 1898
de Russen Dr. Klementz naar Turfan. Van
19061909 was er de Pransche expeditie onder
Pelliot. Zelfs Japan stuurde er geleerden heen.
't Meeste succes hadden echter de vier groote
Duitsche expedities (1902/03, 1904/05, 1905/7,
1913/14) uitgezonden door het Museum für
Völkerkunde onder beheer eèner eigen „Turfan-
Komitee". De leiding van de eerste en derde
expeditie was in handen van Dr. A. Grünwedel;
174 kisten (gemiddeld van 55 K.G.) aan muur
schilderingen, handschriften en beelden werden
er geborgen. Prof. Dr. A- von Le-Coq ondernam
de tweede en vierde expeditie met het groote
succes van. 259 kisten (gemiddeld 100 K.G.).
Het mag hier vermeld, dat het enorme succes
der Duitsche expedities voor een groot deel
afhing van den teehnischen leider, den heer
Th. Bartus!
In Berlijn volgde 'n jarenlang werken van
sorteeren, opstellen en bestudeeren en werd
steeds duidelijker hoe 'n Hellenistisch-Boeddhis-
tische strooming vanuit Gandhora (tusschen
Afghanistan en Kashmir) Oost-Turkestan is
binnengetrokken, dat toen een tijdperk van
hooge cultuur en beschaving beleefde. Mocht
't te veel zijn om Turkestan de „Bakermat" der
menschheid te noemen (Fr. von Schwarz: „Tur
kestan" Preiburg 1900), daar de oudste ge
schiedenis ons nog te duister is; in ieder geval
was Oost-Turkestan in latere jaren het „kruis
punt" der menschheid; 'n vruchtbaar gebied,
waarover de weg van vele volken gegaan is.
Waar Oost-Turkestan nu meer 'n nomadenland
schijnt te zijn, waren er vroeger nog meer
groote en rijke steden met hoogstaande kunst;
al was deze dan niet oorspronkelijk, maar in
gevoerd.
Gandhara was n.l. (326 v. Chr.) door soldaten
van Alexander den Grooten overstroomd en er
ontstond 'n Hellenistische cultuur, 'n Eeuw la
ter (242) begint in t aangrenzend land t Boed
dhisme z'n expansiegeest uit te vieren en wint
het de Indische stammen van 'tGandhara-
gebied voor de hooge idealen van den grooten
Asceet, 't Kunstzinnige volk, dat van de ge
loofsverkondiger geen afbeelding van Boeddha
ontvangen had, schiep zelf 'n Boeddha-type uit
de Hellenistische voorstelling van den God
Apollo. En mèt de Boeddhistische propaganda
trok ook de Hellenistische kunstvoorstelling
mee naar 't Noorden; zelfs zien wü deze voor
stelling ook met de tweede Missie naar het
Oosten meegaan, naar Siam en den O. I. Ar
chipel.
Toen later Oost-Turkestan door China be
heerd werd, bleef na t terugdringen van t In
dische volkselement, de Hellenistisch-Boeddhis-
tische kunst toch bestaan, maar trad langzaam
de Mongoolsche gezichtsuitdrukking naar vo
ren, en ontwikkelde zich meer en meer de Chi
neesche kunstvormen, die zich over China,
Korea en Japan verspreidden!
Zoo laat de bestudeering der cultuurresten
van Turkestan dit land zien als de „Cultuur-
brug" van West naar Oost. Die verbinding werd
weggeslagen toen de noodzakelijke irrigatie van
het land achterwege bleef bij de groote troe-
penhchting van Tschinggis Chan, en vooral
later, toen het zinnelijk Mohammedanisme zich
als 'n vuilnisstroom uitstortte over dit land van
schilderkunst in goud en zilver en Manicheesche
miniaturen.
Vóór mij liggen de kostbare reproducties van
beeldhouwwerk en plastiek uit Gandhara en
Oost-Turkestan, neergelegd in „Buddhistische
Spatantike I."2) 'tls de eerste band van de
zevendeelige serie, door bemiddeling van mevr.
E. von Le-Coq welwillend in leen afgestaan
met de bedoeling: „Es ware nun wirklich Zeit,
dass meines Mannes Werke in Holland we-
nigstens ein Mal vertreten waren!".... daar ook
Holland den grooten werker nog niet kende.
Dr. A. von Le-Coq gaf deze rijk geïllustreer
de boeken uit, om deskundigen en kunstenaars
't materiaal van t Aziatisch kunstprobleem zelf
ter oplossing in handen te geven. Zijn 7 folio
banden bij Dietrich Reimer verschenen (Ber
lijn 1922/33), geven in prachtige reproducties
weer, wat anders slechts in de groote verza
meling van 't Museum für Völkenkunde bestu
deerd kon worden. De eerste bandDie Plas
tik wil met duidelijke weergave van beeld- en
reliëfwerk den invloed doen zien van het Hel
lenisme met zijn Apollo-type. Behalve de 45
groote reproducties is er een korte beschrij
ving in opgenomen van de kunstgeschiedenis
van Gandhara en Oost-Turkestan; zooals die
boven is weergegeven. Een chronologische lijst
vergelijkt de geschiedkundige feiten van Grie
kenland, de Iranische landen, Indië en China,
in hun relatie met O-Turkestan. Een ander
artikel geeft eep kort overzicht "van de weten
schappelijke ondernemingen in dit land. De
tweedê band bevat een rijkdom aan reproduc
ties van de kunstvolle Manicheesche hand
schriften en boekrollen in goud ensierlijk
schrift geschreven, 't Beschrijft een tweede
kunststrooming in Oost-Turkestan, die onge
veer twee eeuwen na Christus, begon door de
propaganda van Mani, een fantastischen gods
dienststichter en kunstschilder, 't Derde deel
over de muurschilderingen van de groote Boed
dhistische kloostercomplexen, zooals bij Kyzyl
en Turfan. Het 4e, 5e en 6e deel zijn geïllus
treerde aanvullingen op één en twee.
Voor de geschiedenis der kunst- en cultuur
verhoudingen der volkeren onderling is von
Le-Coq's oeuvre niet alleen pionierswerk, maar
ook 'n verzameling van kostbaar materiaal, dat
de historici in staat stelt geheel oorspronkelijk
werk te leveren over de oudste uitwisseling en
overerving van cultuur, tls een terrein van
oorspronkelijk denken en zoeken. Zoo dacht er
ook von Le-Coq over als hij in het voorwoord
van den eersten band schrijft: Dann aber
soil es eine Materialien-Sammlung sein für
Gelehrte, denen es u. a. einen Baustein liefern
soil zu den Fundamenten der noch zu schrei
benden wissenschaftlichen Kunstgeschichte
Mittel-, Süd- und Ost-Asiens
Toch schijnt dit kostbaar levenswerk niet zijn
doel bereikt te hebben; hoe moest hij immers
enkele jaren later in zijn „Bilderatlas" schrij
ven: „....aber diese genauen, im Lichtdruck
und anderen zuverlassigen Verfahren erschiene-
nen, Wiedergaben sind zerstreut in vielen gros
sen, kostspieligen und vergriffenen Prachtwer
ken, deren gelehrte Titel der Allgemeinheit
wenig sagen und die sich meist im Besitz von
Gelehrten und Kunstsammlern befinden
(Einleitung)de „Bilderatlas" heeft namelijk
het doel: den wichtigen Stoff in möglich-
ster Zusammenfassung 11 e n mit den erwahn-
ten Studiën* beschaftigten Kreisen zuganglich
machen und die Mitarbeit von Fachmannem
auf diesen Gebieten in die Wege leiten....".
Prof. Dr. A. von Le-Coq mocht zijn levens
werk niet voltooien
Tamelijk onbekend, maar buitengewoon hoog
geschat door de geleerden op Manicheesch en
Boeddhistisch kunstgebied, stierf hij te Berlijn
den 21sten April 1930. De laatste band zou, zijn
Weduwe Mevr. El. von Le-Coq, met finan-
cieelen steun uit Duitschland, Frankrijk en
Amerika, uitgeven als een waardig „In Me-
moriam" aan den grooten geleerde!
W. v. BEKKUM S.V.D.
Missiehuis Teteringen
1) „Die Buddhistische Spatantike"; artikel
in D. AUg. Z. Nr. 563/64, 30/11 "24.
2) Dr. A. von Le-Coq noemt zijn werk: „Bud
dhistische Spatantike", analoog met von Sy-
bels' benaming der vroeg-christelijke kunst als:
„Christliche Antike".
Naar aanleiding van een desbetreffend ver
zoek van den A.N.W.B. en de K.N.A.C. aan den
Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat
in Noord-Brabant, zijn verticale witte banden
aangebracht op de boomen aan de buitenzijde
van een voor het verkeer gevaarlijke bocht in
den weg Bergen op Zoom—Putte ten Noorden
van Hoogerheide.
Zooals ook elders in ons land, zal de R. K. Op
leiding tot leeszaal-assistente aan de school voor
Maatschappelijk Werk te Sittard uitgebreid
worden tot een drie-jarige; 'n vooropleidings
jaar, waarin alleen practisch gewerkt wordt op
de leeszaal ter plaatse wordt aan de 2-jarige
opleiding toegevoegd. Voor dit jaar zal 'n over
gangsmaatregel getroffen worden, zoodat zich
nog tot Maart leerlingen voor den komenden
cursus kunnen opgeven.
1
Speciale aanbieding
Prima uitvoering vanaf 34
vanaf ƒ22.
met gezondheidsmatras. Origin.
150 X 180 12.25
Warmer dan twee andere
Juist ontvangen:
K. V. T. zoomloos 1934
Ruime sorteering:
Haard- en Ligf auteuilt j es
vanaf ƒ9.75 - Iets bijzonders
Alléén: Korte Spaame 25 rffl
Compl. Woninginr. Telef. 15847 1
Adres voor het betere genre j