V
W!
Hl
J
Prikkeldraad
Het nieuwe verdrag met Duitschland
Auto in het kanaal
Gewettigde vraag
Hubert Cuypers
De „Pelikaan" op
den terugweg
WOENSDAG 27 DECEMBER
Niet ontevreden
Volkomen fair
"f
Plechtige Kerstviering
Twee dames konden zich niet meer
bevrijden en verdronken
MGR. A. F. DIEPEN
In 1934 herdenking van zijn
gouden priesterfeest
BENOEMINGEN
In het Aartsbisdom
DE BINNENVAART
Rijkssteunregeling gevraagd
Weer ijspret
Mogen wij steunen?
De huldiging met zijn Schola Can-
torum bij zijn 60sten jaardag
NA DEN SNEEUWSTORM
DE ROOFOVERVAL TE
WATERINGEN
MR. DR. LOUIS REGOUT
DR. A. J. RUTGERS
Naar de Gentsche Universiteit
Uit Medan vertrokken
Hofbericht
Piano-avond „Diligentia'
Den Haag
Zilveren bestaansjubileum
Opheffing der gemeente Herpt
R.K. Universiteit
rijdag 15 December is na langdurige
onderhandelingen de nieuwe regeling
van het goederenverkeer tusschen
Nederland en Duitschland tot stand geko
men. De voorloopige inwerkingtreding van
het verdrag, dat de wederzijdsche economi
sche betrekkingen opnieuw regelt, is be
paald op 1 Januari 1934.
De dagbladen publiceerden reeds een op
gave van datgene, wat door Nederland bij
deze onderhandelingen is bereikt. Wij vree-
zen echter, dat deze enumeratie zonder
meer voor de meesten weinig zeggend is en
stellen ons daarom voor de economische
beteekenis van de door Duitschland gedane
toezeggingen voor de verschillende takken
van ons volksbestaan aan een nader onder
zoek te onderwerpen.
Voorop zij gesteld, dat het nieuwe verdrag
voor niet langer geldt dan één jaar. Is dit
met het oog op de zoo heilzame stabiliteit
van den handel te betreuren, anderzijds
maken de zoo sterk wisselende economische
omstandigheden dit alleszins begrijpelijk.
Het is echter te verwachten, dat het, even
tueel gewijzigd naar den eisch des tijds, van
jaar tot jaar zal worden verlengd.
Onze eindconclusie over het bereikte kun
nen wij niet beter weergeven dan door ons
aan te sluiten bij de woorden van minister
president Dr. Colijn: „Er blijven natuurlijk
bij elke onderhandeling over handelsbetrek
kingen onvervulde wenschen over, die men
gaarne ingewilligd had gezien. Maar alle
omstandigheden in aanmerking genomen,
hebben wij geen reden tot ontevredenheid"
Bezien wij éérst het bereikte t.a.v. onzen
export van landbouwproducten, dan geeft
met name het contingent voor de boter, dat
wij in Duitschland mogen invoeren, reden
tot tevredenheid. Voor de kaas is een ta
riefreductie verkregen van gemiddeld 28.5
Rm. per 100 K.G. tot 20 Rm. Ook voor groen
ten en met name voor de sla en de kool zijn
bevredigende concessies gekregen, die vol
gens het communiqué de mogelijkheid
scheppen, dat de betreffende productietak-
ken in stand kunnen worden gehouden. In
de gegeven omstandigheden is dit reeds een
mooi resultaat te noemen. Ook de produ
centen van eieren hebben geen reden tot
weeklagen, al kunnen van hen ook geen
juichtonen worden verwacht.
Alleszins behoorlijke resultaten zijn wij
ders verkregen voor de boom- en bloem-
kweekerijen. De verdragsrechten op de door
dezen geleverde producten zijn veelal met
50 pCt. verlaagd. De visscherij heeft niet
te klagen en de voor ons land zoo belang
rijke export van spek is veilig gesteld door
continuatie van het laatstgeldend invoer
recht van 20 Rm. per 100 K.G.
Niet alleen echter voor onzen agrarischen
export is een en ander bereikt. Wat voor
onze industrié verkregen is, wordt in het
communique als volgt geresumeerd:
„Voor den uitvoer van verscheiden niet-
onbelangrijke industrieele artikelen werden
verbeteringen bereikt. Voor steenkool werd
bedongen, dat de Nederlandsche uitvoer
naar Duitschland in een zekere evenredig
heid met de vermeerdering van het verbruik
aldaar zou kunnen toenemen. Ook werd de
exportmogelijkheid van superfosfaat en zout
verbeterd, terwijl tijdens de onderhandelin
gen en onder toezicht van de deltgatie be
vredigende onderlinge regelingen werden
getroffen door de belanghebbenden bij den
handel in rijst en lijnolie."
Verheugend is het, dat rechtstreeksche
onderhandelingen tusschen belanghebben
den buiten het verdrag hebben geleid tot
verruimingen van onzen export van in
dustrieele artikelen. Wij noemen dit ver
heugend, omdat naar onze overtuiging hier
nog een ruim arbeidsveld te bewerken valt.
Tariefconcessies werden verder door
Duitschland o.a. gedaan t.a.v. de navolgen
de artikelen: kapok, aardbeienpulp, „ander
gebak", gecondenseerde melk (melkstroop),
glycerine, zout, zinkwit, lakvernissen en lak.
superfosfaten, aardewerk en kabels.
den. De ideale oplossing, die volgens ons
hierin zou bestaan, dat Duitschland zich
verbonden had naar Nederland geen goede
ren meer te exporteeren die door middel
van scrips kunstmatig in prijs zijn gedaald,
is wel niet bereikt en was gezien de men
taliteit, die bij onze Oosterburen bestaat
eigenlijk ook niet te verwachten. Wat het
communiqué terzake mededeelt geeft niet
temin wel eenige reden tot voldoening.
Overeengekomen is dan, dat Duitschland
voor tal van in ons land geproduceerde ar
tikelen van al te zeer prijsdrukkende me
thoden (door middel van scrips, register-
marken enz.) zal afzien.
Duitschland schijnt de juistheid te heb
ben erkend van ons standpunt, dat er
tegenover ons als goudland geen aanleiding
bestaat gebruik te maken van zijn „Aus-
fuhrforderungsverfahren" als verweermid
del tegen de onderbiedende valuta-concur-
rentie. Duitschland wenscht echter en
geheel onaannemelijk klinkt dit niet op
voet van gelijkheid bij zijn export naar
Nederland te kunnen concurreeren met het
buitenland.
De regeling, waartoe men t.a.v. dit punt
tenslotte gekomen is, behelst nu het vol
gende:
1. Duitschland verbindt zich, niet met
behulp van scrips e.d. goederen tegen ver
laagden prijs naar Nederland te exportee
ren, wanneer die goederen gecontingenteerd
zijn of tijdens den duur van het verdrag
gecontingenteerd zullen worden.
2. Dezelfde houding zal Duitschland aan
nemen t.a.v. een reeks, in het verdrag na
der gespecificeerde, artikelen. Bovendien is
de mogelijkheid opengelaten, deze lijst door
latere onderhandelingen nog uit te breiden.
•elke concessies heeft Nederland daar
nu tegenover moeten stellen? Het
schijnt wel vast te staan, dat de ge
wijzigde Crisis-invoerwet goede diensten bij
de onderhandelingen heeft bewezen. Zooals
bekend, heeft de Regeering door deze wet
de bevoegdheid gekregen boven het alge-
meene contingent opzettelijk laag gehou
den aan bepaalde landen bijzondere con
tingenten toe te staan in ruil voor de door
deze landen aan ons toegestane concessies.
Op het gebied der contingenteering heeft
ons land bijgevolg het pad der actieve han
delspolitiek betreden. De totstandkoming
van dit verdrag kunnen wij dan ook be
schouwen als de eerste proeve eener geheel
gewijzigde handelspolitiek. En voor een eer
ste proeve is het resultaat wij zeiden het
boven reeds niet kwaad te noemen.
Het is duidelijk, dat de Duitschers op het
terrein der contingenteering concessies
hebben weten te bedingen. Het officieele
communiqué doet hieromtrent nogal raad
selachtig, waar het zegt, dat bij het afme
ten der contingenten voor Duitsche indus
trie-artikelen uiteraard met de belangen
van den Duitschen invoer rekening werd
gehouden.
Ligt in deze zinsnede al eenige reden tot
ongerustheid, deze wordt voor een deel weg
genomen door de daarop volgende verzeke
ring, dat niettemin nauwlettend zorg werd
gedragei op de Nederlandsche markt afzet
mogelijkheden voor noodlijdende Neder
landsche industrieën vrij te houden, ter
wijl ook in de toekomst de Neder
landsche regeering uiteraard de vrijheid be
houdt desnoodig zekere bescherming te ver-
leenen.
Een goed gevolg van dit verdrag zal hope
lijk ook zijn, dat de hinderlijke en erger
lijke concurrentie, die Duitschland onze in
dustrie aandoet door middel van scrips, na
et bovenvermelde samenvattend, on
derschrijven wij gaarne de conclusie
uit het officieele communiqué, dat
beide regeeringen er in geslaagd zijn, on
danks den zeer ongunstigen algemeenen
toestand op de basis van ten deele handels
politieke methoden een beiden partijen vol
doening gevende regeling tot stand te bren
gen.
Tenslotte vermelden wij nog, dat dit maal
onzerzijds vermoedelijk dit resultaat is be
reikt zonder dat het bekende of beruchte
crediet van 140 mill., dat in 1936 af
loopt, tot inzet behoefde te worden gemaakt.
Bij voorgaande gelegenheden hebben wij dit
steeds als wapen het eenige dat wij toen
bezaten moeten gebruiken om tenminste
nog iets gedaan te krijgen. Dat zulks dit
maal buiten beschouwing is kunnen blijven,
moet waarschijnlijk mede worden geboekt
op het credit onzer nieuwe handelspolitieke
methode.
De goede wil van weerszijden manifes
teerde zich in het voornemen, een door
beide Regeeringen samengestelde Commissie
van regeeringsvertegenwoordigers te benoe
men, die de actueele vraagstukken van con-
tingenteeringspolitiek en andere vraagstuk
ken, het ruilverkeer betreffende, zullen be
spreken en zoo mogelijk afdoen onder uit
schakeling van alle niet absoluut noodzake
lijke formaliteiten. Vooral dit laatste lijkt
ons belangrijk. De handel en „Bureaucra-
tius" zijn de meest volslagen vijanden, en
wij moeten er ten zeerste voor waken, dat
door alle mogelijke formaliteiten de handei
in dezen tijd niet verstart.
Zal deze Commissie voornamelijk bestaan
uit de leden der ambtelijke delegaties, die
de onderhandelingen hebben gevoerd, daar
naast zullen op de belangrijkste agrarische
gebieden gemengde commissies uit de krin
gen der belanghebbenden zelf worden in
gesteld teneinde overeenstemming inzake
nog opengebleven kwesties voor te bereiden.
In de kringen van het bedrijfsleven
heerscht over het algemeen een groote vol
doening en waardeering voor het werk, dat
de Nederlandsche delegatie onder leiding
van den directeur van Handel en Nijverheid,
Dr. Hirschfeld, in nauw contact met het be
drijfsleven, heeft gepresteerd. Het feit, dal
een drietal vertegenwoordigers uit het be
drijfsleven aan de onderhandelingen heeft
deelgenomen, heeft bovendien deze groote
psychologische beteekenis, dat bij landbouw
en nijverheid de overtuiging heerscht, dat
met deskundigheid voor hun belangen is
gewaakt.
Dit is wel een groote vooruitgang, verge
leken met het_ geruchtmakende verarag
met Duitschland van 1925, dat zulk een
groote ontevredenheid in het bedrijfsleven
heeft verwekt.
Is het resultaat niet zoodanig, dat aan
alle rechtmatige verlangens is voldaan, de
methode volgens welke werd gewerkt, is
welhaast ideaal te noemen. Een volmaakte
samenwerking tusschen het ambtelijke ele
ment en de deskundige vertegenwoordigers
der rechtstreeks bij het resultaat betrokke
nen, is mogelijk gebleken. De uitslag bewijst
ten volle de groote waarde daarvan. Het
stemt tot verheugenis en het geeft hoop
voor de toekomst dat onze handelspoli
tieke „timmerkist" is aangevuld en dat wij
„timmerlieden" blijken te bezitten, die met
dé nieuwe gereedschappen weten te werken.
Dr. J. A. M. VAN STAAY
Op de H. Landstichting te
Nijmegen
Zondagmiddag hadden zich een paar duizend
.Nijmegenaars en anderen vereenigd op het
voorplein van de Canaculumkerk der Heilig
Landstichting. Op bijzondere wijze werd dien
namiddag Kerstmis herdacht en ingdleid door
Drs Eyckeler, die in de kerk een indrukwek
kende voorbeschouwing gaf over het feest van
Kerstmis. De duizenden begaven zich vervol
gens in stemmig licht van kerstlampen naar
kjng hebben op de geboorte van Christus. Uit
den mond van duizenden klonken vreugdevol
de Kerstliederen op den langen weg naar het
paleis van Koning Herodes, dat in een bosch-
rijke omgeving van de Stichting staat opge
steld. Op het binnenplein vereenigden zich de
krestgangers, in het Atrium werd het evangelie
van Kerstmis voorgelezen en tegelijk illustra
tief voorgesteld. Het bezoek der Drie Konin
gen aain Herodes en hun vraag waar den
Koning der Joden geboren is, werd in histo
rische beelden nader tot de menschen gebracht.
Van hier togeni de duizenden naar de herberg,
d'e herdersweide en de grot van Eethlehem,
waar zij werden toegesproken door Pater
Eyckele ren Pastoor Suys, die het Kerstgebeu
ren beschreven en naar de plaatsen konden
verwijzen in het Heilig Land, dat in Nijmeeg-
sche omgeving een zoo waardige uitbeelding ge
kregen heeft.
In den d'aaropvolgenden nachtmis waren zoo
talrijke geloovigen aanwezig, dat de Cenacu-
lumkerk bijna te klein was om allen te be
vatten.
Waarschijnlijk tengevolge van de gladheid
van den weg is een auto. bestuurd door den
heer De Jong, komende uit de richting Sluis
kil, tusschen deze plaats en Temeuzen in het
kanaal van Temeuzen gereden.
De bestuurder wist zich uit den auto te wer
ken en kon door voorbijgangers op den wal
worden getrokken. De echtgenoote van den
heer De Jong en een tweede passagier mej. M.
Leunis, wisten zich echter niet meer te bevrij
den en zijn verdronken. Hedenochtend om zes
uur konden de beide lijken worden geborgen.
Z.H. Exc. Mgr. A. P. Diepen, bisschop van
's-Hertogenbosch, herdenkt op 7 Juni van het
komende jaar zijn vijftig-jarig priesterjubilé.
Mgr. Diepen werd geboren te 's-Hertogen
bosch 12 Maart 1860, priester gewijd in 1884 en
werd in 1915 benoemd tot Coadjutor van Z. H.
Exc. Mgr. W. van de Ven.
In 1919 werd Z. H. Exc. Mgr. A. P. Diepen tot
bisschop verheven, als opvolger van Z.H. Exc.
Mgr. W. van de Ven.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft
met ingang van 27 December onder de bestaan
de parochie van den H. Pancratius te Haaks
bergen een nieuwe parochie opgericht onder de
bescherming van de H. H. Bonifacius en Gezel
len en benoemd tot pastoor aldaar den zeer-
eerw. heer J. Brandsma; heeft voorts benoemd
tot kape'aan te Arnhem (O. L. Vrouw Onbe
vlekt Ontvangen) den weleerw. heer J. H. On
land.
Hoofdbestuur en Vereenigingsraad der Natio
nale Schippers Vereeniging te Groningen, heb
ben een telegram gezonden aan den Minister
van Sociale Zaken, waarin o. m. wordt gecon
stateerd, dat de financieele toestand der parti
culiere binnenschippers na de inwerkingtre
ding der Wet op de evenredige vrachtverdee-
ling niet een zoodanige verbetering heeft on
dergaan, dat verdere hulpvereeniging achter
wege kan en mag blijven.
De ervaring heeft echter geleerd, dat de
steunverleening der Burgerlijke Armbesturen,
voor velen van deze instanties reeds moeilijk te
financieren, veel te wenschen overlaat en dat
het Nationaal Crisis-Comité zich beroept op het
bestaan van de Wet op de evenredige vracht-
verdeeling, om hulp aan de binnenschippers af
te wijzen.
Gevraagd wordt daarom een Rijkssteunrege
ling voor de particuliere binnenschippers in te
voeren of opname in de thans bestaande steun
regeling in ernstige overweging te nemen.
Het Alkmaarsche meer is overal betrouwbaar
en heeft goed ijs.
Sinds de sociaal-democratische pers in
ons land uitgroeide tot een macht van
beteekenis en vooral sinds die pers
haar macht op zoo ergerlijke wijze mis
bruikte als in de dagen der „Zeven Provin
ciën" is herhaaldelijk de vraag gesteld:
is het wel tegenover de gemeenschap èn
tegenover het eigen bedrijf èn tegenover
den ondernemer persoonlijk verantwoord,
dat niet-socialisten die verderfelijke pers
steunen en blijven steunen met hun abon
nementen en vooral met hun advertenties?
Ontkend kan immers niet worden, dat die
pers er dag in dag uit alles op zet om het
„kapitalistische" bedrijfs- en zakenleven te
ondermijnen: vooral de middenstand wordt
door deze pers bestookt en al doet zij het
nu en dan wel eens voorkomen, alsof ook
de middenstanders bij de S. D. A. P. heil
kunnen vinden, een ieder, ook de eer
lijke socialist, weet, dat de aanhaligheid der
S. D. A. P. niets anders kan zijn dan "n
soort apenliefde, bij de uitoefening waar
van dg lievelingen worden doodgedrukt: de
middenstand toch, zooals wij dien kennen
en die als zoodanig liefst in betere con
ditie dan thans wil blijven voortbestaan,
past nu eenmaal niet in het socialistische
heilstaat-systeem.
Maar intusschen aanvaardt de roode ar
beiderspers (natuurlijk!) wat gaarne de gel
den van alle mogelijke middenstanders
adverteerders, die blijkbaar nog al te wei
nig beseffen, hoe zij hier hun graf helpen
gravenmet hun eigen geld.
Toch bezagen wij het vraagstuk alleen
nog maar van den zakelijken, sociaal-eko-
nomischen kant, van veel grooter belang
is echter het feit, dat vele niet-socialisten
met hun geld de roode arbeiderspers steu
nen, ofschoon die pers hen dag in dag uit
hoont en tegenwerkt niet alleen in hun
handel en wandel, maar ook in de uit-
leving van hun godsdienstige en politieke
overtuiging.
Heel raak heeft het neutrale weekblad
„De Zakenwereld" het vraagstuk onlangs
aan de orde gesteld:
„Wat kan toch de reden zijn, dat ver
schillende te goeder naam en faam bekend
staande firma's en ondernemingen in een
blad als „Het Volk", waarvan de heeren,
die het volschrijven, hun grootste kracht
zoeken in verdachtmakingen-, insinuaties
en scheldpartijen, groote advertenties
plaatsen en zoodoende want hier komt
het toch in feite op neer genoemd blad
helpen m stand houden en in staat stellen
dag in dag uit zijn boosaardig geschrijf
op straat te brengen? Men kan vrijwel geen
nummer van de Arbeiderspers inzien, of
men vindt daarin bijvoorbeeld schimp
scheuten tegen het Katholieke geloof of
tegen de Katholieken. In een nummer,
dat voor mij ligt, vind ik bijvoorbeeld een
artikel, dat den schoonen titel draagt van:
„Katholiek geraaskal". Wat aanvallen op
het Katholicisme betreft, hebben de „Op
roerige Krabbels" van de hand des heeren.
A. B. Kleerekooper zich een ware reputatie
(doch vraag niet welke) verworven.
Dit alles neemt echter niet weg, dat eeni
ge groote en aanzienlijke Katholieke fir
ma's meenen, ook „Het Volk" bij hun
reclamecampagnes te moeten betrekken.
Ik heb nu en dan wel eens gelegenheid ge
had hen hierover te „interpelleeren". In
principe waren zij het dan roerend met mij
eens, dat hun geste feitelijk geen nobele
was, maar(er was zooals altijd een
„maar" bij) de firma A. voelde er niets
voor haar advertenties op te schorten, wan
neer de firma B. dit ook niet deed, en deze
op haar beurt refereerde zich weer aan de
firma C. Blijkbaar kon men onderling en
tezamen niet tot het kloeke besluit komen
de advertenties stop te zetten in een blad,
dat heilige gevoelens met voeten trad. Strikt
zakelijk genomen, aldus redeneert men,
zoekt de fabrikant of winkelier ook voor
zijn annonces een débouché: hij plaatst ze
daar, waar hij denkt, dat ze gelezen wor
den door het publiek, dat zijn artikelen
noodig heeft. En in sommige gevallen
schijnt dit inderdaad „Het Volk" te zijn.
Hoe dit zijn moge, één ding staat wel
vast: indien de groot-adverteerders zich
terug trekken, zou het lot van een blad als
„Het Volk" spoedig bezegeld zijn. Het valt
toch moeilijk aan te nemen, dat de vak
bonden zullen blijven voortgaan gaten te
de verschillende Oostersche gebouwen, welke
de in werking treding wel minder zal wor- over de Landstichting verspreid zijn en betrek-
Gedurende de laatste twaalf jaar is het
vooral of uitsluitend de „Schola Cantorum"
geweest, die van Cuypers' meesterschap in den
a cappella-zang getuigenis mocht afleggen.
Deze zin van een voorwoord in het tekst
boekje bij de uitvoering op den tweeden Kerst
dag te Amsterdam is wel de meest passende
inleiding tot een verslag, waarvan de superieure
leiderskwaliteiten van Hub. Cuypers het onder
werp uitmaken. Te meer wijl „Schola" o.m.
voor het eerst uitvoerde een mis van den „Rijn-
landschen Palestrina", mgr. Franz Nekes, en
wel als een daad van piëteit jegens den leer
meester van Cuypers in kerkmuziek gedurende
diens studietijd aan het St. Gregoriushuis te
Aken in de jaren 18891891.
Op het moment, dat Schola's hooggeëerde
en vereerde aanvoerder het podium betrad,
verhief het talrijk publiek, hetwelk de kleine
zaal van het Concertgebouw in Amsterdam
vulde, zich van zijn zitplaats en juichte den
meester hartelijk toe.
Het knapenkoor hief aan „Puer natus est no
bis" met afwisseling der mannenstemmen. Jan
Nieland begeleidde aan het harmonium. De
sequens „Verbum bonum" volgde en toen hief
het koor aan Kyrie, Gloria, Sanctus, Benedic-
tus en Agnus Dei van Fr. Nekes. De kleine zaal
bleek toch geen ruimte genoeg te bieden aan
de forsche stemmengangen van dit schoone
werk, maar de toonhoogte en de onderlinge
verhouding bleven gehandhaafd en hier bleek
al zeer duidelijk, welke eminente krachten er
in dit ensemble staan. Vooral nobel klonken de
klein-koren. Na oud-Nederl. Napolitaansche en
Catalaansche Kerstliederen, keurig door net
knapenkoor gezongen met fantasiebegeleiding
door den leider, werd het eerste deel van het
concert afgesloten door het gemengd koor met
„Dies Santificatus" van Joannes a Cruce.
Pauze.
Hubert Cuypers meende zich te vew(j-
deren, maar dat ging niet door, een forsche
figuur verhief zich op het podium: Ik heb de
opdracht u in arrest te stellen en u hier vast
te houden vanwege uw 60-ste verjaring.
Het was de bekende declamator Alph. Laudy,
die in gezellige, vroolijke en geestige woordkunst
zijn mooi malsch Limburgsch proza en dialec
tische poëzie wijdde aan Cuypers' verjaardag.
Wat zou er, zoo sprak ongeveer de woordkun
stenaar, van u, Cuypers, geworden zijn zonder
Schola Cantorum? Namens dit „Schola", waar
van gij de muzikale vader zijt, uit naam van
cud en jong bied ik u deze penteekening (Cuy
pers' portret) en een krans van laurieren.
En omdat gij, Roomsch-Katholieke, maar ook
Nederlandsche maestro, naar onzen zin den
laatsten tijd te hard gewerkt hebt, bieden wij
u als Schola's mentor in deze enveloppe een
lijst van prima hotels. Ga heen en volg deze
opgave in de grootste nauwgezetheid en het
zal u duidelijk worden, dat gij op reis zijt naar
Italië.
Na de stellige belofte van den dirigent zich
volgens deze vermaning te zullen gedragen,
kwam een jeugdig spreker uit naam van Scho
la's jeugdafdeeling een bloemstuk aanbieden.
We hadden wel met ons allen willen spreken
om u te eeren en te huldigen, maar u heeft
ons wel opgeleid als zangertjes, maar het en
semble-spreken heeft u ons niet onderwezen.
De jarige beloof": een spreekkoor.
„De Vereenigde Zangers" boden bij monde
van den praeses ^en krans in herinnering aan
de schoone dagen van 't concours te Scheve-
ningen, waar Hub. Cuypers de aandacht op
zich vestigde van heel Nederland in tegenwoor
digheid van Hare Majesteit, onze geëerbiedigde
Koningin.
En toen de Sint Agnesparochie een bloem-
suk had geoffreerd en heel de zaal zich gereed
maakte tot een reuze-ovatie, riep de jubilaris:
Pauze, verbrak de hechtenis en spoedde zich
naar de koffiezaal.
Het tweede gedeelte van 't concert bevatte
Duitsche, Fransche en Boheemsche Kerstlie
deren, waarvan „Noël Wallon" al zeer bijzonder
de aandacht tro't als schoonheid der compo
sitie en door keurige vertolking.
Het solokoor trok hierbij buitengewoon de
belangstelling der vele muziekliefhebbers, spe
ciaal der vereerders der vocale kunst, die hierbij
zich aansluiten met een con amore.
Ad muitos annos aan den zestig-jarigen kun
stenaar. ANTON TER STEEGE
In de stilte van den morgen verheft zich
het besneeuwde Christusbeeld in de
Beiersche bergen
stoppen tot de laatste cent uit hun kassen
verdwenen is."
Het wil ons voorkomen, dat het weekblad
„De Zakenwereld" een goed werk deed door
den vinger te leggen op een wondeplek.
Natuurlijk is de zaak niet zoo eenvoudig
als zij er- uit ziet: de vraag kan gesteld
worden, of een niet-socialist een deel van
het publiek van zijn reclame- invloed moet
uitsluiten, voor zoover en omdat die
reclame zou dienen te geschieden via de
roode pers.
Erkend moet natuurlijk worden, dat de
niet-socialistische adverteerder een hem
vijandige pers steunt, en wij betwijfelen,
of hij voor zich zelf wel eens de werkelijk
heid gerealiseerd heeft, n.l. deze, dat hij door
middel van den aan die pers verleenden steun
in zijn onafhankelijk middenstandsbestaan
bedreigd wordt, zóó ernstig, dat dit gevaar
voor hem grooter moet blijken dan het
nadeel, geleden door wat minder reclame
invloed.
Hij versterkt zijn doodsvijand!
Tot zoover alweer de zakelijke, de soci-
aal-ekonomische zijde van het probleem.
Bezien wij de zaak echter godsdienstig
en politiek, kortom: principieel, dan doemt
terstond de gewetensvraag op:
mogen wij door middel van ons, op
zichzelf neutrale geld medewerken aan en
tot iets positief-kwaads?
Maken b.v. principieel-katholieken zich
niet schuldig aan „coöperatio" door de
roode pers, welke den godsdienst en den
invloed van den godsdienst in de politiek
zoo heftig bestrijdt, te steunen, zij het dan
ook met heel andere onschuldige be
doelingen?
Naar onze meening staan katholieke
groot-adverteerders, die de sociaal-demo
cratische pers steunen, voor een groote
verantwoordelijkheid, die echter door ie
der persoonlijk na raadpleging van het
geweten gedragen moet worden.
Bij de opening der R.K. Handelshooge-
school te Tilburg heeft Mgr. de Aartsbis
schop het beginsel belicht van de katho
lieke koopmans-moraal. Zij mag nooit tegen
Kerk en geloofsleer gerichte ondernemingen
dienen, ze heeft in handel en wandel een
voorbeeld van goede zeden te geven ook in
haar relaties.
Het is, dunkt ons, duidelijk genoeg.
De daders in hooger beroep
veroordeeld
De 27-jarige varensgezel H. L. en de 27-ja-
rige koopman H. L. W. G. zijn door de recht
bank te 's Gravenhage veroordeeld resp. tot
acht jaar en vijf jaren gevangenisstraf.
Eerstgenoemde wegens den in den nacht van
21 op 22 Mei gepleegden roofoverval op den
81-jarigen L. Krispijn in zijn woning aan de
schooliaan te Wateringen. G. wegens uitlok
king van dit misdrijf.
In hooger beroep heeft het gerechtshof te
's Gravenhage met verbetering van de gron
den het vonnis ten aanzien van Z. bevestigd
en eveneens met verbetering van de fronden
G. veroordeeld tot vier jaar en tien maanden
gevangenisstraf.
Pauselijke onderscheiding
Mr. Dr. Louis Regout, directeur der aarde
werkfabriek „Mosa" te Maastricht, is door Z. H.
de Paus begiftigd met de orde van den H.
Gregorius ter gelegenheid van het vijtfigjarig
bestaansfeest der „Mosa".
In de Zaterdag gehouden vergadering der
N. V. „Mosa" werd besloten als feestcadeau
10.000 onder het geheele personeel te ver-
deelen en 10.000 te storten in de Ziekenkas
en een Onderling Pensioenfonds op te richten.
Dr. A. J. Rutgers, verbonden aan het Na
tuurkundig Laboratorium der Universiteit van
Amsterdam, heeft bij Koninklijk besluit van den
Koning der Belgen opdracht gekregen om in de
faculteit der wetenschappen den Nederlandschen
cursus in de Fhysische Scheikunde aan de
Universiteit te Gent, te doceeren.
Japan heeft de Nederlandsche Textielproduc
ten met één gebaar met een Oostersch-
geheimzinnig gebaar van de Oost-Indi
sche markten weggevaagd!
De goedzakkige lankmoedigheid der Indische
regeering, naast de weinig-snuggere mentaliteit
van zekere Nederlandsche industrieelen bood den
Japanners een pracht-gelegenheid om hun slag
te slaan.... Nou! en waaróm zouden ze niet!7
Op het moment komt er in koloniën en moe
derland een lichte neiging op om een heel klein
beetje meer ruggegraat te toonen. Vandaar, dat
ons land de vorige week eervol bezoek kreeg van
een Japansche textieldelegatie om de Holland-
sche autoriteiten en belanghebbenden uit te hoo-
ren.
De Japansche heeren zijn met veel strijkages
ontvangen: een lunch stond voor hen gereed
en ieder gedroeg zich, of Nederland van hun
gunst afhing en niet omgekeerd. Enfin; wanneer
men in het kasstük van „Scheerder of Schaap"
voor laatstgenoemd slachtoffer wil spelen, moet
men misschien wel erg rolvast zijn.
De pers is óók al op de delegatie aangestevend.
Mijnheer Okada zei o.m. met het onschuldigst
gezicht ter wereld, dat Japan van den prins geen
kwaad weet en dat de gedelegeerden niets anders
zouden doen dan in afwachtende houding luis
teren. Wat de Japansche katoentjes-concurrentie
in Ned. Oost-Indië en eventueele maatregelen
van regeeringszijde daartegen betreft: op geruch
ten wilde de delegatie niet afgaan. De heer
Okada wees er op wederom hield hij bewon
derenswaardig zijn lachen dat de Japansche
concurrentie volkomen fair Was.
Nu moet men weten, dat Japan om te con
curreeren zijn betaalmiddel den Yen met
eventjes 60 pCt. in waarde heeft verminderd. Nu
moet men weten, dat de Japansche arbeiders
gedwongen worden tégen hongerloonen een sla-
venbestaan van onbeperkten arbeidsduur te lei
den. Nu moet men verder weten naar hardop
gefluisterd wordt dat de Japansche fabrikan
ten niet aarzelen, de aldus verkregen goederen
met fabrieksmerken van andere landen te voor
zien. Zoo onthulde dezer dagen het Engelsch
Parlementslid Procter, dat op Japansche ka
toentjes brutaalweg „Made in Lancashire" ge
drukt staat en dat even vrijmoedig alle elders
geweven stoffen worden nagemaakt.
In een ernstig periodiek zagen wij Jap an naar
aanleiding hiervan ervan beschuldigd, dat het
„een handelspolitiek van piraten" volgt.
Toch zegt de Japansche delegatie: wij voeren
een concurrentie die fair is; toch gaat men met
dezulken nog praten als met gelijken.
Het zal allemaal wel uitermate diplomatiek
en voorzichtig zijn, doch wij voor ons weten ze
ker, dat, wanneer de Nederlandsche en Indische
regeerings-„zijde" zoo zacht en soepel wordt ge
houden Japan onzen overzeeschen bezittingen in
den vollen zin des woords van katoen zal blijven
geven.
Alle feestelijke lunches en suikerzoete compli
menten ten spijt!
Bij de K. L. M. is bericht ontvangen, dat de
„Pelikaan" op den terugweg naar Nederland» te
1.35 uur Amsterd. Tijd op het vliegveld te Me
dan is aangekomen en te 2.30 uur uit Medan
is vertrokken.
De boottrein GenuaNederland
De speciale boottrein met passagiers en post,
in aansluiting op het s.s. „Johan de Witt" zal
hedenmorgen om 10.20 uur van Genua vertrek
ken. Aankomst Donderdagmorgen 28 Dec. om
7.02 te Zevenaar, 7.57 te Arnhem, 8.46 te
Utrecht C.S., 9.45 te 's-Gravenhage S.S., 9.29
te Amsterdam W.P. 9.51 te Amsterdam C.S. en
9.56 te Rotterdam (Maas)
Z. K. H. de Prins heeft heden den nieuwen
vlootvoogd in Ned. Indië, schout-bij-nacht M.
H. van Duim in particuliere audiëntie ont
vangen.
Butterfly met Theiko Kiwa
28 December zal de N.V. Italiaansche Oper^
in den Stadsschouwburg te Amsterdam een op
voering geven van Madame Butterfly, Japansche
tragedie in 3 acten van L. Illica en G. Giacosa,
muziek van Giacomo Puccini. Speciaal voor de
vertolking van de titelrol in deze opera is als
gast geëngageerd de beroemde Japansche zan
geres Theiko Kiwa.
In bovengenoemde opvoering zal naast haar
als solist optreden Pietro Mariottl (Pin-
kerton).
Op 28 Dec. as., des avonds om 8 uur, geeft
mevr. Gusta Bru.vn—Koch een piano-avond in
„Diligentia" te Den Haag met medewerking
van Max Orobio de Castro.
Te Zeeland (Brabantsche Maaskant) zal op
17 Januari a.s. het zilveren bestaansjubileum
worden gevierd van de Coöp. Zuivelfabriek al
daar.
De gemeenteraad van Herpt besloot accoord
te gaan met het wetsontwerp tot opheffing
dier gemeente.
NIJMEGEN. Geslaagd voor doctoraal-examen
in de rechten de heer J. T. Engels te Arnhem.