V W! Hl J Prikkeldraad Het nieuwe verdrag met Duitschland Auto in het kanaal Gewettigde vraag Hubert Cuypers De „Pelikaan" op den terugweg WOENSDAG 27 DECEMBER Niet ontevreden Volkomen fair "f Plechtige Kerstviering Twee dames konden zich niet meer bevrijden en verdronken MGR. A. F. DIEPEN In 1934 herdenking van zijn gouden priesterfeest BENOEMINGEN In het Aartsbisdom DE BINNENVAART Rijkssteunregeling gevraagd Weer ijspret Mogen wij steunen? De huldiging met zijn Schola Can- torum bij zijn 60sten jaardag NA DEN SNEEUWSTORM DE ROOFOVERVAL TE WATERINGEN MR. DR. LOUIS REGOUT DR. A. J. RUTGERS Naar de Gentsche Universiteit Uit Medan vertrokken Hofbericht Piano-avond „Diligentia' Den Haag Zilveren bestaansjubileum Opheffing der gemeente Herpt R.K. Universiteit rijdag 15 December is na langdurige onderhandelingen de nieuwe regeling van het goederenverkeer tusschen Nederland en Duitschland tot stand geko men. De voorloopige inwerkingtreding van het verdrag, dat de wederzijdsche economi sche betrekkingen opnieuw regelt, is be paald op 1 Januari 1934. De dagbladen publiceerden reeds een op gave van datgene, wat door Nederland bij deze onderhandelingen is bereikt. Wij vree- zen echter, dat deze enumeratie zonder meer voor de meesten weinig zeggend is en stellen ons daarom voor de economische beteekenis van de door Duitschland gedane toezeggingen voor de verschillende takken van ons volksbestaan aan een nader onder zoek te onderwerpen. Voorop zij gesteld, dat het nieuwe verdrag voor niet langer geldt dan één jaar. Is dit met het oog op de zoo heilzame stabiliteit van den handel te betreuren, anderzijds maken de zoo sterk wisselende economische omstandigheden dit alleszins begrijpelijk. Het is echter te verwachten, dat het, even tueel gewijzigd naar den eisch des tijds, van jaar tot jaar zal worden verlengd. Onze eindconclusie over het bereikte kun nen wij niet beter weergeven dan door ons aan te sluiten bij de woorden van minister president Dr. Colijn: „Er blijven natuurlijk bij elke onderhandeling over handelsbetrek kingen onvervulde wenschen over, die men gaarne ingewilligd had gezien. Maar alle omstandigheden in aanmerking genomen, hebben wij geen reden tot ontevredenheid" Bezien wij éérst het bereikte t.a.v. onzen export van landbouwproducten, dan geeft met name het contingent voor de boter, dat wij in Duitschland mogen invoeren, reden tot tevredenheid. Voor de kaas is een ta riefreductie verkregen van gemiddeld 28.5 Rm. per 100 K.G. tot 20 Rm. Ook voor groen ten en met name voor de sla en de kool zijn bevredigende concessies gekregen, die vol gens het communiqué de mogelijkheid scheppen, dat de betreffende productietak- ken in stand kunnen worden gehouden. In de gegeven omstandigheden is dit reeds een mooi resultaat te noemen. Ook de produ centen van eieren hebben geen reden tot weeklagen, al kunnen van hen ook geen juichtonen worden verwacht. Alleszins behoorlijke resultaten zijn wij ders verkregen voor de boom- en bloem- kweekerijen. De verdragsrechten op de door dezen geleverde producten zijn veelal met 50 pCt. verlaagd. De visscherij heeft niet te klagen en de voor ons land zoo belang rijke export van spek is veilig gesteld door continuatie van het laatstgeldend invoer recht van 20 Rm. per 100 K.G. Niet alleen echter voor onzen agrarischen export is een en ander bereikt. Wat voor onze industrié verkregen is, wordt in het communique als volgt geresumeerd: „Voor den uitvoer van verscheiden niet- onbelangrijke industrieele artikelen werden verbeteringen bereikt. Voor steenkool werd bedongen, dat de Nederlandsche uitvoer naar Duitschland in een zekere evenredig heid met de vermeerdering van het verbruik aldaar zou kunnen toenemen. Ook werd de exportmogelijkheid van superfosfaat en zout verbeterd, terwijl tijdens de onderhandelin gen en onder toezicht van de deltgatie be vredigende onderlinge regelingen werden getroffen door de belanghebbenden bij den handel in rijst en lijnolie." Verheugend is het, dat rechtstreeksche onderhandelingen tusschen belanghebben den buiten het verdrag hebben geleid tot verruimingen van onzen export van in dustrieele artikelen. Wij noemen dit ver heugend, omdat naar onze overtuiging hier nog een ruim arbeidsveld te bewerken valt. Tariefconcessies werden verder door Duitschland o.a. gedaan t.a.v. de navolgen de artikelen: kapok, aardbeienpulp, „ander gebak", gecondenseerde melk (melkstroop), glycerine, zout, zinkwit, lakvernissen en lak. superfosfaten, aardewerk en kabels. den. De ideale oplossing, die volgens ons hierin zou bestaan, dat Duitschland zich verbonden had naar Nederland geen goede ren meer te exporteeren die door middel van scrips kunstmatig in prijs zijn gedaald, is wel niet bereikt en was gezien de men taliteit, die bij onze Oosterburen bestaat eigenlijk ook niet te verwachten. Wat het communiqué terzake mededeelt geeft niet temin wel eenige reden tot voldoening. Overeengekomen is dan, dat Duitschland voor tal van in ons land geproduceerde ar tikelen van al te zeer prijsdrukkende me thoden (door middel van scrips, register- marken enz.) zal afzien. Duitschland schijnt de juistheid te heb ben erkend van ons standpunt, dat er tegenover ons als goudland geen aanleiding bestaat gebruik te maken van zijn „Aus- fuhrforderungsverfahren" als verweermid del tegen de onderbiedende valuta-concur- rentie. Duitschland wenscht echter en geheel onaannemelijk klinkt dit niet op voet van gelijkheid bij zijn export naar Nederland te kunnen concurreeren met het buitenland. De regeling, waartoe men t.a.v. dit punt tenslotte gekomen is, behelst nu het vol gende: 1. Duitschland verbindt zich, niet met behulp van scrips e.d. goederen tegen ver laagden prijs naar Nederland te exportee ren, wanneer die goederen gecontingenteerd zijn of tijdens den duur van het verdrag gecontingenteerd zullen worden. 2. Dezelfde houding zal Duitschland aan nemen t.a.v. een reeks, in het verdrag na der gespecificeerde, artikelen. Bovendien is de mogelijkheid opengelaten, deze lijst door latere onderhandelingen nog uit te breiden. •elke concessies heeft Nederland daar nu tegenover moeten stellen? Het schijnt wel vast te staan, dat de ge wijzigde Crisis-invoerwet goede diensten bij de onderhandelingen heeft bewezen. Zooals bekend, heeft de Regeering door deze wet de bevoegdheid gekregen boven het alge- meene contingent opzettelijk laag gehou den aan bepaalde landen bijzondere con tingenten toe te staan in ruil voor de door deze landen aan ons toegestane concessies. Op het gebied der contingenteering heeft ons land bijgevolg het pad der actieve han delspolitiek betreden. De totstandkoming van dit verdrag kunnen wij dan ook be schouwen als de eerste proeve eener geheel gewijzigde handelspolitiek. En voor een eer ste proeve is het resultaat wij zeiden het boven reeds niet kwaad te noemen. Het is duidelijk, dat de Duitschers op het terrein der contingenteering concessies hebben weten te bedingen. Het officieele communiqué doet hieromtrent nogal raad selachtig, waar het zegt, dat bij het afme ten der contingenten voor Duitsche indus trie-artikelen uiteraard met de belangen van den Duitschen invoer rekening werd gehouden. Ligt in deze zinsnede al eenige reden tot ongerustheid, deze wordt voor een deel weg genomen door de daarop volgende verzeke ring, dat niettemin nauwlettend zorg werd gedragei op de Nederlandsche markt afzet mogelijkheden voor noodlijdende Neder landsche industrieën vrij te houden, ter wijl ook in de toekomst de Neder landsche regeering uiteraard de vrijheid be houdt desnoodig zekere bescherming te ver- leenen. Een goed gevolg van dit verdrag zal hope lijk ook zijn, dat de hinderlijke en erger lijke concurrentie, die Duitschland onze in dustrie aandoet door middel van scrips, na et bovenvermelde samenvattend, on derschrijven wij gaarne de conclusie uit het officieele communiqué, dat beide regeeringen er in geslaagd zijn, on danks den zeer ongunstigen algemeenen toestand op de basis van ten deele handels politieke methoden een beiden partijen vol doening gevende regeling tot stand te bren gen. Tenslotte vermelden wij nog, dat dit maal onzerzijds vermoedelijk dit resultaat is be reikt zonder dat het bekende of beruchte crediet van 140 mill., dat in 1936 af loopt, tot inzet behoefde te worden gemaakt. Bij voorgaande gelegenheden hebben wij dit steeds als wapen het eenige dat wij toen bezaten moeten gebruiken om tenminste nog iets gedaan te krijgen. Dat zulks dit maal buiten beschouwing is kunnen blijven, moet waarschijnlijk mede worden geboekt op het credit onzer nieuwe handelspolitieke methode. De goede wil van weerszijden manifes teerde zich in het voornemen, een door beide Regeeringen samengestelde Commissie van regeeringsvertegenwoordigers te benoe men, die de actueele vraagstukken van con- tingenteeringspolitiek en andere vraagstuk ken, het ruilverkeer betreffende, zullen be spreken en zoo mogelijk afdoen onder uit schakeling van alle niet absoluut noodzake lijke formaliteiten. Vooral dit laatste lijkt ons belangrijk. De handel en „Bureaucra- tius" zijn de meest volslagen vijanden, en wij moeten er ten zeerste voor waken, dat door alle mogelijke formaliteiten de handei in dezen tijd niet verstart. Zal deze Commissie voornamelijk bestaan uit de leden der ambtelijke delegaties, die de onderhandelingen hebben gevoerd, daar naast zullen op de belangrijkste agrarische gebieden gemengde commissies uit de krin gen der belanghebbenden zelf worden in gesteld teneinde overeenstemming inzake nog opengebleven kwesties voor te bereiden. In de kringen van het bedrijfsleven heerscht over het algemeen een groote vol doening en waardeering voor het werk, dat de Nederlandsche delegatie onder leiding van den directeur van Handel en Nijverheid, Dr. Hirschfeld, in nauw contact met het be drijfsleven, heeft gepresteerd. Het feit, dal een drietal vertegenwoordigers uit het be drijfsleven aan de onderhandelingen heeft deelgenomen, heeft bovendien deze groote psychologische beteekenis, dat bij landbouw en nijverheid de overtuiging heerscht, dat met deskundigheid voor hun belangen is gewaakt. Dit is wel een groote vooruitgang, verge leken met het_ geruchtmakende verarag met Duitschland van 1925, dat zulk een groote ontevredenheid in het bedrijfsleven heeft verwekt. Is het resultaat niet zoodanig, dat aan alle rechtmatige verlangens is voldaan, de methode volgens welke werd gewerkt, is welhaast ideaal te noemen. Een volmaakte samenwerking tusschen het ambtelijke ele ment en de deskundige vertegenwoordigers der rechtstreeks bij het resultaat betrokke nen, is mogelijk gebleken. De uitslag bewijst ten volle de groote waarde daarvan. Het stemt tot verheugenis en het geeft hoop voor de toekomst dat onze handelspoli tieke „timmerkist" is aangevuld en dat wij „timmerlieden" blijken te bezitten, die met dé nieuwe gereedschappen weten te werken. Dr. J. A. M. VAN STAAY Op de H. Landstichting te Nijmegen Zondagmiddag hadden zich een paar duizend .Nijmegenaars en anderen vereenigd op het voorplein van de Canaculumkerk der Heilig Landstichting. Op bijzondere wijze werd dien namiddag Kerstmis herdacht en ingdleid door Drs Eyckeler, die in de kerk een indrukwek kende voorbeschouwing gaf over het feest van Kerstmis. De duizenden begaven zich vervol gens in stemmig licht van kerstlampen naar kjng hebben op de geboorte van Christus. Uit den mond van duizenden klonken vreugdevol de Kerstliederen op den langen weg naar het paleis van Koning Herodes, dat in een bosch- rijke omgeving van de Stichting staat opge steld. Op het binnenplein vereenigden zich de krestgangers, in het Atrium werd het evangelie van Kerstmis voorgelezen en tegelijk illustra tief voorgesteld. Het bezoek der Drie Konin gen aain Herodes en hun vraag waar den Koning der Joden geboren is, werd in histo rische beelden nader tot de menschen gebracht. Van hier togeni de duizenden naar de herberg, d'e herdersweide en de grot van Eethlehem, waar zij werden toegesproken door Pater Eyckele ren Pastoor Suys, die het Kerstgebeu ren beschreven en naar de plaatsen konden verwijzen in het Heilig Land, dat in Nijmeeg- sche omgeving een zoo waardige uitbeelding ge kregen heeft. In den d'aaropvolgenden nachtmis waren zoo talrijke geloovigen aanwezig, dat de Cenacu- lumkerk bijna te klein was om allen te be vatten. Waarschijnlijk tengevolge van de gladheid van den weg is een auto. bestuurd door den heer De Jong, komende uit de richting Sluis kil, tusschen deze plaats en Temeuzen in het kanaal van Temeuzen gereden. De bestuurder wist zich uit den auto te wer ken en kon door voorbijgangers op den wal worden getrokken. De echtgenoote van den heer De Jong en een tweede passagier mej. M. Leunis, wisten zich echter niet meer te bevrij den en zijn verdronken. Hedenochtend om zes uur konden de beide lijken worden geborgen. Z.H. Exc. Mgr. A. P. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch, herdenkt op 7 Juni van het komende jaar zijn vijftig-jarig priesterjubilé. Mgr. Diepen werd geboren te 's-Hertogen bosch 12 Maart 1860, priester gewijd in 1884 en werd in 1915 benoemd tot Coadjutor van Z. H. Exc. Mgr. W. van de Ven. In 1919 werd Z. H. Exc. Mgr. A. P. Diepen tot bisschop verheven, als opvolger van Z.H. Exc. Mgr. W. van de Ven. Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft met ingang van 27 December onder de bestaan de parochie van den H. Pancratius te Haaks bergen een nieuwe parochie opgericht onder de bescherming van de H. H. Bonifacius en Gezel len en benoemd tot pastoor aldaar den zeer- eerw. heer J. Brandsma; heeft voorts benoemd tot kape'aan te Arnhem (O. L. Vrouw Onbe vlekt Ontvangen) den weleerw. heer J. H. On land. Hoofdbestuur en Vereenigingsraad der Natio nale Schippers Vereeniging te Groningen, heb ben een telegram gezonden aan den Minister van Sociale Zaken, waarin o. m. wordt gecon stateerd, dat de financieele toestand der parti culiere binnenschippers na de inwerkingtre ding der Wet op de evenredige vrachtverdee- ling niet een zoodanige verbetering heeft on dergaan, dat verdere hulpvereeniging achter wege kan en mag blijven. De ervaring heeft echter geleerd, dat de steunverleening der Burgerlijke Armbesturen, voor velen van deze instanties reeds moeilijk te financieren, veel te wenschen overlaat en dat het Nationaal Crisis-Comité zich beroept op het bestaan van de Wet op de evenredige vracht- verdeeling, om hulp aan de binnenschippers af te wijzen. Gevraagd wordt daarom een Rijkssteunrege ling voor de particuliere binnenschippers in te voeren of opname in de thans bestaande steun regeling in ernstige overweging te nemen. Het Alkmaarsche meer is overal betrouwbaar en heeft goed ijs. Sinds de sociaal-democratische pers in ons land uitgroeide tot een macht van beteekenis en vooral sinds die pers haar macht op zoo ergerlijke wijze mis bruikte als in de dagen der „Zeven Provin ciën" is herhaaldelijk de vraag gesteld: is het wel tegenover de gemeenschap èn tegenover het eigen bedrijf èn tegenover den ondernemer persoonlijk verantwoord, dat niet-socialisten die verderfelijke pers steunen en blijven steunen met hun abon nementen en vooral met hun advertenties? Ontkend kan immers niet worden, dat die pers er dag in dag uit alles op zet om het „kapitalistische" bedrijfs- en zakenleven te ondermijnen: vooral de middenstand wordt door deze pers bestookt en al doet zij het nu en dan wel eens voorkomen, alsof ook de middenstanders bij de S. D. A. P. heil kunnen vinden, een ieder, ook de eer lijke socialist, weet, dat de aanhaligheid der S. D. A. P. niets anders kan zijn dan "n soort apenliefde, bij de uitoefening waar van dg lievelingen worden doodgedrukt: de middenstand toch, zooals wij dien kennen en die als zoodanig liefst in betere con ditie dan thans wil blijven voortbestaan, past nu eenmaal niet in het socialistische heilstaat-systeem. Maar intusschen aanvaardt de roode ar beiderspers (natuurlijk!) wat gaarne de gel den van alle mogelijke middenstanders adverteerders, die blijkbaar nog al te wei nig beseffen, hoe zij hier hun graf helpen gravenmet hun eigen geld. Toch bezagen wij het vraagstuk alleen nog maar van den zakelijken, sociaal-eko- nomischen kant, van veel grooter belang is echter het feit, dat vele niet-socialisten met hun geld de roode arbeiderspers steu nen, ofschoon die pers hen dag in dag uit hoont en tegenwerkt niet alleen in hun handel en wandel, maar ook in de uit- leving van hun godsdienstige en politieke overtuiging. Heel raak heeft het neutrale weekblad „De Zakenwereld" het vraagstuk onlangs aan de orde gesteld: „Wat kan toch de reden zijn, dat ver schillende te goeder naam en faam bekend staande firma's en ondernemingen in een blad als „Het Volk", waarvan de heeren, die het volschrijven, hun grootste kracht zoeken in verdachtmakingen-, insinuaties en scheldpartijen, groote advertenties plaatsen en zoodoende want hier komt het toch in feite op neer genoemd blad helpen m stand houden en in staat stellen dag in dag uit zijn boosaardig geschrijf op straat te brengen? Men kan vrijwel geen nummer van de Arbeiderspers inzien, of men vindt daarin bijvoorbeeld schimp scheuten tegen het Katholieke geloof of tegen de Katholieken. In een nummer, dat voor mij ligt, vind ik bijvoorbeeld een artikel, dat den schoonen titel draagt van: „Katholiek geraaskal". Wat aanvallen op het Katholicisme betreft, hebben de „Op roerige Krabbels" van de hand des heeren. A. B. Kleerekooper zich een ware reputatie (doch vraag niet welke) verworven. Dit alles neemt echter niet weg, dat eeni ge groote en aanzienlijke Katholieke fir ma's meenen, ook „Het Volk" bij hun reclamecampagnes te moeten betrekken. Ik heb nu en dan wel eens gelegenheid ge had hen hierover te „interpelleeren". In principe waren zij het dan roerend met mij eens, dat hun geste feitelijk geen nobele was, maar(er was zooals altijd een „maar" bij) de firma A. voelde er niets voor haar advertenties op te schorten, wan neer de firma B. dit ook niet deed, en deze op haar beurt refereerde zich weer aan de firma C. Blijkbaar kon men onderling en tezamen niet tot het kloeke besluit komen de advertenties stop te zetten in een blad, dat heilige gevoelens met voeten trad. Strikt zakelijk genomen, aldus redeneert men, zoekt de fabrikant of winkelier ook voor zijn annonces een débouché: hij plaatst ze daar, waar hij denkt, dat ze gelezen wor den door het publiek, dat zijn artikelen noodig heeft. En in sommige gevallen schijnt dit inderdaad „Het Volk" te zijn. Hoe dit zijn moge, één ding staat wel vast: indien de groot-adverteerders zich terug trekken, zou het lot van een blad als „Het Volk" spoedig bezegeld zijn. Het valt toch moeilijk aan te nemen, dat de vak bonden zullen blijven voortgaan gaten te de verschillende Oostersche gebouwen, welke de in werking treding wel minder zal wor- over de Landstichting verspreid zijn en betrek- Gedurende de laatste twaalf jaar is het vooral of uitsluitend de „Schola Cantorum" geweest, die van Cuypers' meesterschap in den a cappella-zang getuigenis mocht afleggen. Deze zin van een voorwoord in het tekst boekje bij de uitvoering op den tweeden Kerst dag te Amsterdam is wel de meest passende inleiding tot een verslag, waarvan de superieure leiderskwaliteiten van Hub. Cuypers het onder werp uitmaken. Te meer wijl „Schola" o.m. voor het eerst uitvoerde een mis van den „Rijn- landschen Palestrina", mgr. Franz Nekes, en wel als een daad van piëteit jegens den leer meester van Cuypers in kerkmuziek gedurende diens studietijd aan het St. Gregoriushuis te Aken in de jaren 18891891. Op het moment, dat Schola's hooggeëerde en vereerde aanvoerder het podium betrad, verhief het talrijk publiek, hetwelk de kleine zaal van het Concertgebouw in Amsterdam vulde, zich van zijn zitplaats en juichte den meester hartelijk toe. Het knapenkoor hief aan „Puer natus est no bis" met afwisseling der mannenstemmen. Jan Nieland begeleidde aan het harmonium. De sequens „Verbum bonum" volgde en toen hief het koor aan Kyrie, Gloria, Sanctus, Benedic- tus en Agnus Dei van Fr. Nekes. De kleine zaal bleek toch geen ruimte genoeg te bieden aan de forsche stemmengangen van dit schoone werk, maar de toonhoogte en de onderlinge verhouding bleven gehandhaafd en hier bleek al zeer duidelijk, welke eminente krachten er in dit ensemble staan. Vooral nobel klonken de klein-koren. Na oud-Nederl. Napolitaansche en Catalaansche Kerstliederen, keurig door net knapenkoor gezongen met fantasiebegeleiding door den leider, werd het eerste deel van het concert afgesloten door het gemengd koor met „Dies Santificatus" van Joannes a Cruce. Pauze. Hubert Cuypers meende zich te vew(j- deren, maar dat ging niet door, een forsche figuur verhief zich op het podium: Ik heb de opdracht u in arrest te stellen en u hier vast te houden vanwege uw 60-ste verjaring. Het was de bekende declamator Alph. Laudy, die in gezellige, vroolijke en geestige woordkunst zijn mooi malsch Limburgsch proza en dialec tische poëzie wijdde aan Cuypers' verjaardag. Wat zou er, zoo sprak ongeveer de woordkun stenaar, van u, Cuypers, geworden zijn zonder Schola Cantorum? Namens dit „Schola", waar van gij de muzikale vader zijt, uit naam van cud en jong bied ik u deze penteekening (Cuy pers' portret) en een krans van laurieren. En omdat gij, Roomsch-Katholieke, maar ook Nederlandsche maestro, naar onzen zin den laatsten tijd te hard gewerkt hebt, bieden wij u als Schola's mentor in deze enveloppe een lijst van prima hotels. Ga heen en volg deze opgave in de grootste nauwgezetheid en het zal u duidelijk worden, dat gij op reis zijt naar Italië. Na de stellige belofte van den dirigent zich volgens deze vermaning te zullen gedragen, kwam een jeugdig spreker uit naam van Scho la's jeugdafdeeling een bloemstuk aanbieden. We hadden wel met ons allen willen spreken om u te eeren en te huldigen, maar u heeft ons wel opgeleid als zangertjes, maar het en semble-spreken heeft u ons niet onderwezen. De jarige beloof": een spreekkoor. „De Vereenigde Zangers" boden bij monde van den praeses ^en krans in herinnering aan de schoone dagen van 't concours te Scheve- ningen, waar Hub. Cuypers de aandacht op zich vestigde van heel Nederland in tegenwoor digheid van Hare Majesteit, onze geëerbiedigde Koningin. En toen de Sint Agnesparochie een bloem- suk had geoffreerd en heel de zaal zich gereed maakte tot een reuze-ovatie, riep de jubilaris: Pauze, verbrak de hechtenis en spoedde zich naar de koffiezaal. Het tweede gedeelte van 't concert bevatte Duitsche, Fransche en Boheemsche Kerstlie deren, waarvan „Noël Wallon" al zeer bijzonder de aandacht tro't als schoonheid der compo sitie en door keurige vertolking. Het solokoor trok hierbij buitengewoon de belangstelling der vele muziekliefhebbers, spe ciaal der vereerders der vocale kunst, die hierbij zich aansluiten met een con amore. Ad muitos annos aan den zestig-jarigen kun stenaar. ANTON TER STEEGE In de stilte van den morgen verheft zich het besneeuwde Christusbeeld in de Beiersche bergen stoppen tot de laatste cent uit hun kassen verdwenen is." Het wil ons voorkomen, dat het weekblad „De Zakenwereld" een goed werk deed door den vinger te leggen op een wondeplek. Natuurlijk is de zaak niet zoo eenvoudig als zij er- uit ziet: de vraag kan gesteld worden, of een niet-socialist een deel van het publiek van zijn reclame- invloed moet uitsluiten, voor zoover en omdat die reclame zou dienen te geschieden via de roode pers. Erkend moet natuurlijk worden, dat de niet-socialistische adverteerder een hem vijandige pers steunt, en wij betwijfelen, of hij voor zich zelf wel eens de werkelijk heid gerealiseerd heeft, n.l. deze, dat hij door middel van den aan die pers verleenden steun in zijn onafhankelijk middenstandsbestaan bedreigd wordt, zóó ernstig, dat dit gevaar voor hem grooter moet blijken dan het nadeel, geleden door wat minder reclame invloed. Hij versterkt zijn doodsvijand! Tot zoover alweer de zakelijke, de soci- aal-ekonomische zijde van het probleem. Bezien wij de zaak echter godsdienstig en politiek, kortom: principieel, dan doemt terstond de gewetensvraag op: mogen wij door middel van ons, op zichzelf neutrale geld medewerken aan en tot iets positief-kwaads? Maken b.v. principieel-katholieken zich niet schuldig aan „coöperatio" door de roode pers, welke den godsdienst en den invloed van den godsdienst in de politiek zoo heftig bestrijdt, te steunen, zij het dan ook met heel andere onschuldige be doelingen? Naar onze meening staan katholieke groot-adverteerders, die de sociaal-demo cratische pers steunen, voor een groote verantwoordelijkheid, die echter door ie der persoonlijk na raadpleging van het geweten gedragen moet worden. Bij de opening der R.K. Handelshooge- school te Tilburg heeft Mgr. de Aartsbis schop het beginsel belicht van de katho lieke koopmans-moraal. Zij mag nooit tegen Kerk en geloofsleer gerichte ondernemingen dienen, ze heeft in handel en wandel een voorbeeld van goede zeden te geven ook in haar relaties. Het is, dunkt ons, duidelijk genoeg. De daders in hooger beroep veroordeeld De 27-jarige varensgezel H. L. en de 27-ja- rige koopman H. L. W. G. zijn door de recht bank te 's Gravenhage veroordeeld resp. tot acht jaar en vijf jaren gevangenisstraf. Eerstgenoemde wegens den in den nacht van 21 op 22 Mei gepleegden roofoverval op den 81-jarigen L. Krispijn in zijn woning aan de schooliaan te Wateringen. G. wegens uitlok king van dit misdrijf. In hooger beroep heeft het gerechtshof te 's Gravenhage met verbetering van de gron den het vonnis ten aanzien van Z. bevestigd en eveneens met verbetering van de fronden G. veroordeeld tot vier jaar en tien maanden gevangenisstraf. Pauselijke onderscheiding Mr. Dr. Louis Regout, directeur der aarde werkfabriek „Mosa" te Maastricht, is door Z. H. de Paus begiftigd met de orde van den H. Gregorius ter gelegenheid van het vijtfigjarig bestaansfeest der „Mosa". In de Zaterdag gehouden vergadering der N. V. „Mosa" werd besloten als feestcadeau 10.000 onder het geheele personeel te ver- deelen en 10.000 te storten in de Ziekenkas en een Onderling Pensioenfonds op te richten. Dr. A. J. Rutgers, verbonden aan het Na tuurkundig Laboratorium der Universiteit van Amsterdam, heeft bij Koninklijk besluit van den Koning der Belgen opdracht gekregen om in de faculteit der wetenschappen den Nederlandschen cursus in de Fhysische Scheikunde aan de Universiteit te Gent, te doceeren. Japan heeft de Nederlandsche Textielproduc ten met één gebaar met een Oostersch- geheimzinnig gebaar van de Oost-Indi sche markten weggevaagd! De goedzakkige lankmoedigheid der Indische regeering, naast de weinig-snuggere mentaliteit van zekere Nederlandsche industrieelen bood den Japanners een pracht-gelegenheid om hun slag te slaan.... Nou! en waaróm zouden ze niet!7 Op het moment komt er in koloniën en moe derland een lichte neiging op om een heel klein beetje meer ruggegraat te toonen. Vandaar, dat ons land de vorige week eervol bezoek kreeg van een Japansche textieldelegatie om de Holland- sche autoriteiten en belanghebbenden uit te hoo- ren. De Japansche heeren zijn met veel strijkages ontvangen: een lunch stond voor hen gereed en ieder gedroeg zich, of Nederland van hun gunst afhing en niet omgekeerd. Enfin; wanneer men in het kasstük van „Scheerder of Schaap" voor laatstgenoemd slachtoffer wil spelen, moet men misschien wel erg rolvast zijn. De pers is óók al op de delegatie aangestevend. Mijnheer Okada zei o.m. met het onschuldigst gezicht ter wereld, dat Japan van den prins geen kwaad weet en dat de gedelegeerden niets anders zouden doen dan in afwachtende houding luis teren. Wat de Japansche katoentjes-concurrentie in Ned. Oost-Indië en eventueele maatregelen van regeeringszijde daartegen betreft: op geruch ten wilde de delegatie niet afgaan. De heer Okada wees er op wederom hield hij bewon derenswaardig zijn lachen dat de Japansche concurrentie volkomen fair Was. Nu moet men weten, dat Japan om te con curreeren zijn betaalmiddel den Yen met eventjes 60 pCt. in waarde heeft verminderd. Nu moet men weten, dat de Japansche arbeiders gedwongen worden tégen hongerloonen een sla- venbestaan van onbeperkten arbeidsduur te lei den. Nu moet men verder weten naar hardop gefluisterd wordt dat de Japansche fabrikan ten niet aarzelen, de aldus verkregen goederen met fabrieksmerken van andere landen te voor zien. Zoo onthulde dezer dagen het Engelsch Parlementslid Procter, dat op Japansche ka toentjes brutaalweg „Made in Lancashire" ge drukt staat en dat even vrijmoedig alle elders geweven stoffen worden nagemaakt. In een ernstig periodiek zagen wij Jap an naar aanleiding hiervan ervan beschuldigd, dat het „een handelspolitiek van piraten" volgt. Toch zegt de Japansche delegatie: wij voeren een concurrentie die fair is; toch gaat men met dezulken nog praten als met gelijken. Het zal allemaal wel uitermate diplomatiek en voorzichtig zijn, doch wij voor ons weten ze ker, dat, wanneer de Nederlandsche en Indische regeerings-„zijde" zoo zacht en soepel wordt ge houden Japan onzen overzeeschen bezittingen in den vollen zin des woords van katoen zal blijven geven. Alle feestelijke lunches en suikerzoete compli menten ten spijt! Bij de K. L. M. is bericht ontvangen, dat de „Pelikaan" op den terugweg naar Nederland» te 1.35 uur Amsterd. Tijd op het vliegveld te Me dan is aangekomen en te 2.30 uur uit Medan is vertrokken. De boottrein GenuaNederland De speciale boottrein met passagiers en post, in aansluiting op het s.s. „Johan de Witt" zal hedenmorgen om 10.20 uur van Genua vertrek ken. Aankomst Donderdagmorgen 28 Dec. om 7.02 te Zevenaar, 7.57 te Arnhem, 8.46 te Utrecht C.S., 9.45 te 's-Gravenhage S.S., 9.29 te Amsterdam W.P. 9.51 te Amsterdam C.S. en 9.56 te Rotterdam (Maas) Z. K. H. de Prins heeft heden den nieuwen vlootvoogd in Ned. Indië, schout-bij-nacht M. H. van Duim in particuliere audiëntie ont vangen. Butterfly met Theiko Kiwa 28 December zal de N.V. Italiaansche Oper^ in den Stadsschouwburg te Amsterdam een op voering geven van Madame Butterfly, Japansche tragedie in 3 acten van L. Illica en G. Giacosa, muziek van Giacomo Puccini. Speciaal voor de vertolking van de titelrol in deze opera is als gast geëngageerd de beroemde Japansche zan geres Theiko Kiwa. In bovengenoemde opvoering zal naast haar als solist optreden Pietro Mariottl (Pin- kerton). Op 28 Dec. as., des avonds om 8 uur, geeft mevr. Gusta Bru.vn—Koch een piano-avond in „Diligentia" te Den Haag met medewerking van Max Orobio de Castro. Te Zeeland (Brabantsche Maaskant) zal op 17 Januari a.s. het zilveren bestaansjubileum worden gevierd van de Coöp. Zuivelfabriek al daar. De gemeenteraad van Herpt besloot accoord te gaan met het wetsontwerp tot opheffing dier gemeente. NIJMEGEN. Geslaagd voor doctoraal-examen in de rechten de heer J. T. Engels te Arnhem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9