DE RAAD VAN STATE
Heffing der omzetbelasting
Prikkeldraad
Aantal leden en leef
tijdsgrens
Een uiteenzetting
i
Gemoedelijkheid
VRIJDAG 29 DECEMBER
De telefoon kreeg
de schuld
Het uitstel van aanbestedingen der
Nederlandsche Spoorwegen
had nog een andere
reden
Het weer op Zondag
Langzame overgang tot een nieuwe
vorst-periode. Voorloopig lichte
vorst met Oostelijken wind
OPHEFFING RECHTBANK TE TIEL
WIJZIGING DER LAGER
ONDERWIJSWET
HET INDISCHE TARIEF
KIND DOODGEREDEN
Het gebouw van de Arrondissements-Rechtbank te Tiel, welke
met ingang van 1 Januari wordt opgeheven
Aanslag op een meisje
Vier jaren geëischt
GOEDE VANGST
Pleidooi
Poging tot doodslag
Anderhalf jaar geëischt tegen een
smokkelaar, die op kom
miezen inreed
DOOR AFSLUITBOOMEN
GEREDEN
Uit nood ook de tweede hindernis
genomen
Onder de vraagstukken van staatkun
digen aard, die dit jaar ter sprake
zijn gekomen bij de algemeene be
schouwingen over de Rijksbegrooting be
hoort ook dit: of de Raad van State in ons
staatsbestel nog noodig of nuttig is en of
de tijd niet gekomen is, dat dit college be
hoort te worden opgeheven.
Waar de Grondwet in artikel 74 bepaalt,
dat er een Raad van State moet zijn, waar
van de samenstelling en bevoegdheid door
de wet geregeld worden, zou. opheffing al
leen kunnen geschieden bij een Grond
wetswijziging. Iets anders is de samenstel
ling, die wel gewijzigd zou kunnen worden,
waar deze bij de wet geregeld wordt, en als
zoodanig is dit vraagstuk actueel, zoodat
het aan een nader onderzoek kan worden
onderworpen, hetgeen door de regeering op
3 November j.l. is toegezegd.
In de Memorie van Antwoord op Hoofd
stuk II schrijft de minister:
De vraag, of wellicht door een vermin
dering van het aantal Staatsraden op
de uitgaven van den Raad kan worden
bezuinigd, is bij de Regeering in onder
zoek. Daarbij wordt tevens aandacht ge
schonken aan het vraagstuk van de leef
tijdsgrens.
Volgens de Grondwet is de Koning voor
zitter van den Raad van State en hebben de
Prins van Oranje en de dochter des Ko-
nings, i.e. dus Prinses Juliana, nadat hun
achttiende jaar is vervuld, van rechtswege
zitting in den Raad.
In de wet lezen we, dat de Raad van State
14 leden telt, die door den Koning voor hun
leven benoemd worden, evenals dat voor
kort het geval was met de leden van de
rechterlijke macht en de Rekenkamer.
Hierin kan (uitgenomen wat betreft de
benoeming, want deze is weer grondwet
telijk) wijziging gebracht worden.
Het voornaamste college van den Raad
van State is de afdeeling Geschillen van
Bestuur, die feitelijk niet gemist kan wor
den, tenzij die taak aan een ander college
waarbij men kan denken aan den Cen-
tralen Raad van Beroep wordt opge
dragen. Dit is echter niet aan de orde, want
van een opheffing van den Raad van State
is thans geen sprake.
Naast de afdeeling Geschillen van Be
stuur, waarvan de leden een salaris genie
ten, dat f 1500 hooger is dan dat van de
andere leden, heeft de Raad van State zich
gesplitst in een aantal interne commissies
ieder van drie leden. Het aantal commis
sies is op het oogenblik gelijk aan dat van
het aantal departementen. Deze commissies
brengen rapport uit over alle ontwerpen en
maatregelen van bestuur, die van de de
partementen uitgaan. De leden hebben zit
ting in verschillende commissies.
Nu is het niet voor betwisting vatbaar,
dat de oude colleges, waartoe ook de Raad
van State behoort, in vroeger tijden wel
wat breed zijn opgezet. We hebben het ge
zien bij de Rekenkamer waarvan het aan
tal leden tot voor enkele jaren nog zeven
bedroeg, hetwelk zonder eenig bezwaar voor
den gang van zaken kon worden terugge
bracht tot vijf en thans tot drie, terwijl ook
daar een leeftijdsgrens gesteld is van 70
jaar. Eerst is dat geschied voor de nieuw
te benoemen leden, maar thans geldt dit
voor allen. Hetzelfde heeft dit jaar plaats
gehad bij de rechterlijke macht.
Nu de Regeering het vraagstuk van den
Raad van State onderzoekt, om dan te ko
men met een wetswijziging, meenen we dat
zonder bezwaar in gelijken geest kan wor
den gehandeld als bij de Rekenkamer. Daar'
is het aantal leden den eersten keer ge
bracht van 7 op 5 en zoo zou, ook zonder dat
de gang van zaken er onder behoefde te lij
den, het aantal leden van den Raad van
State om te beginnen gebracht kunnen wor
den van 14 op 10- Het werk voor de over
blijvende leden zou er niet noemenswaardig
door vermeerderen.
Ook de leeftijdsgrens is een kwestie, die
aandacht verdient. Van uit de Kamer zijn
stemmen gehoord, die deze grens zouden
willen zien bepaald op 65 of ten hoogste 70
jaar. Wij voelen het meest voor 70 jaar,
ook al vanwege de uniformiteit met ande
re colleges, al geven we dadelijk toe, dat er
ouderen zijn op wier advies meermalen hoo-
ge prijs wordt gesteld. Daarnaa!st staat
echter dat het vanzelfsprekend is, dat
mannen tot hun 70ste jaar vlotter werken
dan tachtig jarigen en ouderen, die thans
nog lid zijn van den Raad van State. Het
stellen van een leeftijdsgrens is daarom on
verbrekelijk verbonden aan de verminde
ring van het aantal leden; daarmede ver
valt tevens het grootste bezwaar tegen het
kleinere aantal.
We wachten in dezen tijd nu de Regeering
tijdens het reces van de Kamer weer volop
gelegenheid heeft tot onderzoek, met be
langstelling het resultaat daarvan af Heel
lang behoeft deze studie niet te duren te
meer daar een vermindering met vier le
den toch ook bezuiniging geeft al is deze
niet overweldigend. Op deze kleine bezuini
gingen moet echter ook worden gelet wil
men het groote tekort dat er nu eenmaal is,
opheffen.
Naar ons van bevoegde zijde wordt medege
deeld is het uitstel der reeds aangekondigde be
stedingen van de Nederlandsche Spoorwegen niet
te wijten aan de telefoonstoring te Amsterdam,
doch staat dit in verband met de in de vorige
week gevoerde actie tegen de inschrijvingen
van het Spoorwegbouwbedrijf.
Aangezien de Directie van genoemd bedrijf
heeft medegedeeld, dat zij op deze werken niet
zal inschrijven, is voor dit geval het bezwaar,
dat van aannemerszijde tegen inschrijven be
stond, opgeheven.
Daar de gegadigden van bovengenoemde me-
dedeeling eerst op den laatsten dag voor de
besteding kennis namen, waren zij met hunne
voorbereidingen niet gereed en heeft de Directie
der Nederlandsche Spoorwegen om die reden
de bestedingen uitgesteld.
Sedert het afbreken van de periode van stren
ge vorst is de algemeene luchtdrukverdeeling
en weerstoestand min of meer verward ge
weest. Het grootste gedeelte van de Westelijke
helft van Europa kwam onder den invloed te
staan van een gebied van lage luchtdrukking
met verschillende centra, die op een ongewone
en onregelmatige wijze van plaats verander
den. Daarbij trad over het algemeen een daling
der temperatuur in, die ons weer dicht bij een
nieuwe vorst-periode bracht. Het verloop der
algemeene en plaatselijke weersverschijnselen
gaf eveneens een verward beeld te zien en de
schommeling van de temperatuur om het vries
punt veroorzaakte bij den neerslag eveneens
een groote onregelmatigheid, zoodat wij achter
eenvolgens ijzel, regen en sneeuw te zien kre
gen.
Omstreeks het midden der week begon zich
een algemeene weerstoestand te ontwikkelen,
die een nieuwe vorst-periode meer waarschijn
lijk maakt, hoewel nog geen zekerheid bestaat
of en wanneer deze in West-Europa zal begin
nen. Uit het Russische gebied van zeer strenge
vorst brak zich midden der week een lucht
stroom van zeer lage temperatuur naar het
Westen baan, waarvan algemeen verwacht werd,
dat hij over het Oostzee-gebied naar het Wes
ten zal doordringen. Of deze zeer koude lucht
stroom ook Midden-Europa zal bereiken en
hier te lande nieuwe vorst zal brengen, hangt
grootendeels ervan af wat de depressie doet, die
over de Golf van Biskaye ligt. Deze is met
groote snelheid uit het Noord-Westen opgeko
men en trok onder toename in activiteit Don
derdag in Zuid-Oostelijke richting naar de
Middellandsche Zee en scheen over Midden-
Duitschland den weerstoestand te zullen gaar
beheerschen. Middelerwijl ontwikkelt zich over
de Noordelijke helft van Europa hooge druk.
De vooruitzichten zijn in verband hiermede 'l
meest waarschijnlijk de volgende:
De depressie, waarvan het centrum in de om
geving ligt van het Noordelijk gedeelte van de
Golf van Biskaye en die onder opvulling naar
het Zuiden trekt, zal slechts langzamerhand
haar beteekenis voor den weerstoestand bij ons
verliezen. Bij langzaam stijgenden barometer
zal de wind waarschijnlijk een Oostelijke rich
ting behouden en misschien in kracht toene
men, in welk geval de temperatuur onder het
vriespunt zal dalen. Het is nog niet zeker of
het vóór Zondag sterk zal gaan vriezen, maar
de kans is groot, dat het toch binnen enkele
dagen tot eenige graden vorst zal komen. Bij
stijgenden barometer is sneeuw niet meer te
verwachten. De weersgesteldheid zal derhalve
tegen den week-overgang meer wintersch zijn
dan zij aan het begin was.
(Nadruk verboden).
In de Memorie van Antwoord aan de Eerste
Kamer, in zake deze ontwerpen, zegt de mi
nister o.m., dat het getal onderwijzers op wacht
geld boven 60 jaar op het oogenblik 147 is.
Dat door hem weinig rekening wordt gehou
den met de belangen der schoolbesturen, kan
de minister niet toegeven.
De Minister van Koloniën deelt in een Nota
aan de Eerste Kamer, naar aanleiding van het
verslag over het wetsontwerp tot wijziging van
het tarief van invoerrechten in Nederl.-Indië en
bestendiging voor het jaar 1934 van de tijde
lijke opcenten op het gewijzigd tarief, mede,
dat het ook den Minister aangenamer geweest
zoude zijn, wanneer hij zich niet door de drin
gende behoeften van de Indische geldmiddelen
voor de noodzakelijkheid gesteld had gezien den
in het wetsontwerp voorgestelden weg van ver
hooging der invoerrechten te betreden, van
welks nadeelen hij zich ten volle bewust is.
Het verleenen van voorkeursrechten in Ned.-
Indië voor Nederlandsche goederen stuit af op
de bezwaren, voortvloeiende uit art. 2 van het
Sumatraverdrag van 1871.
Donderdagmiddag is het twaalfjarig zoontje
van den vrachtrijder Heeze uit de buurtschap
Tonden bij Voorst, terwijl hij bij zijn vader op
een wagen, geladen met sintels, zat, onder het
rijden van den wagen gevallen.
Het kind kwam met het hoofd onder een der
zware voorwielen terecht en was onmiddellijk
dood.
Den 29en April van dit jaar heeft de 30-jarige
Duitsche musicus W. W. getracht een meisje
te Eindhoven, Corry R. met een revolver dood
te schieten. In ieder geval heeft hij in haar
richting geschoten, want W. zelf zegt, dat hij
niet de bedoeling had haar te dooden, noch te
verwonden.
Na zijn daad nam hij de wijk naar Luxemburg,
waar hij destijds in een strijkje speelde.
De Luxemburgsche regeering heeft hem vier
maanden later aan de Nederlandsche uitgele
verd.
Donderdag j.l. diende deze zaak voor de Bos
sche Rechtbank.
Het grootste gedeelte van den tijd werd in
beslag genomen door het verhaal van den Duit-
scher zelf. De man maakte een keurigen in
druk, was zeer beleefd, maar erg wijdloopig in
zijn uiteenzettingen. Hij spaarde geen détail van
de heele voorgeschiedenis en werd door den pre
sident, Mr. Ummels, herhaaldelijk aangemaand
zakelijk te blijven. Overigens luisterde de Recht
bank met groot geduld naar zijn zielig verhaal
van afgewezen minnaar.
HU vertelde van Hannover afkomstig te zijn,
geen vaste woonplaats te hebben, maar van
plaats tot plaats te zwerven als café-musicus.
Tijdens een verblijf in Eindhoven had hij het
meisje leeren kennen en haar meegenomen op
zijn reizen. Zij is 7 maanden bij hem gebleven.
Daarna is het meisje teruggegaan naar haar
moeder.
Hij kon haar echter niet vergeten en ging den
28en Maart naar Eindhoven, om haar, naar hij
zei, eenige dingen, die haar toebehoorden, te
brengen. Zij was toen aardig voor hem, ook de
moeder ontving hem vriendelijk en hij is met
Corry uitgegaan. Zij waren blij en opgewekt en
hebben samen gemusiceerd.
Toen kwam er opeens een politieagent, die
zei, dat hij het meisje kwam halen, om haar naar
een opvoedingsgesticht te brengen op verzoek
van de moeder. W. protesteerde daar tegen en
het meisje bleef thuis.
Zij heeft hem later naar den trein gebracht
en h(j ging naar Luxemburg, waar hij werkte.
Uit Luxemburg schreef hij haar verschil
lende malen, en het meisje hem en het eind was,
dat Corry hem mededeelde, dat zij iedere re
latie wenschte te verbreffen.
Verdachte ging toen weer naar Eindhoven,
maar, waarschijnlijk onder invloed van de moe-
In den nacht van 10 op 11 Dec. j. 1. is door
het indrukken van een ruit ingebroken in het
clubhuis van de voetbalvereeniging N. A. C.
te Princenhage. Ontvreemd werden sigaren, si
garetten en een hoeveelheid chocolade.
Het is thans aan de politie te Princenha
ge, die geen moeite spaarde elk spoor nauw
gezet te volgen, mogen gelukken de beide da
ders in te rekenen. Het bleken te zijn de 22-
jarige M. A. ui Princenhage en de 22-jarige
H. v. H. uit Breda.
Het bleek tevens, dat de politie hierdoor de
hand had gelegd op de bedrijvers van een
diefstal begin December gepleegd in het club
huis der padvindsters, dat geplaatst is aan
den Overascheweg te Princenhage. Hier werd
toen een electrische melkkoker ontvreemd.
Beide aangehoudenen legden een volledige
bekentenis af. Zij werden ingesloten en zullen
ter beschikking van den Officier van Justitie
worden gesteld.
In aansluiting bij het bovenstaande kunnen
wij nog mededeelen, dat de derde van het
driemanschap zich bij de politie heeft gemeld.
De twee in den morgen reeds aangehouden
personen legden een volledige bekentenis af,
den sigarettendiefstal aan den Ginnekenweg
te hebben gepleegd.
In een hooischuur te Princenhage hadden
ze den gestolen voorraad sigaretten verborgen.
De drie thans in arrest gestelden zijn H
d. R., C. de R. en G. D. allen uit Princenhage
afkomstig. Zij zullen ter beschikking van den
Officier van Justitie worden gesteld.
In verband met den toestand van 's Rijks
financiën heeft de wetgever het noodig ge
acht met ingang van 1 Januari 1934 een be
lasting te heffen wegens levering van verschil
lende soorten roerende goederen. De wet tot hef
fing van een omzetbelasting heeft een tijdelijk
karakter, aangezien bepaald is, dat zij met in
gang van 1 Januari 1939 vervalt. Naast de hef
fing eener omzetbelasting behelst zij een rege
ling voor de heffing eener weeldeverteringsbe-
lasting.
Als aequivalent van de weeldeverteringsbelas-
ting wordt over de z.g. weelde-artikelen een hoo-
gere omzetbelasting geheven. De omzetbelasting
bedraagt 4 pCt. van den verkoopprijs der goe
deren; de belasting voor de weelde-artikelen be
draagt 10 pCt. De belasting wordt niet bij iede-
ren omzet, doch slechts bij één omzet geheven.
De wet huldigt derhalve het stelsel der eenma
lige heffing. Deze eenmalige heffing kan op ver
schillende wijzen worden toegepast. Uit de ver
schillende heffingsmethoden als daar zijn: le
heffing bij den consument, 2e heffing bij de
bron (fabrikant), 3e heffing bij den verkoop aan
den kleinhandelaar heeft de wetgever gekozen
die van de heffing bij de bron.
Aan de belasting zijn onderworpen de leverin
gen hier te lande door fabrikanten van in het
vrije verkeer zijnde goederen krachtens overeen
komst van koop en verkoop. De huurkoop wordt
ten deze met een overeenkomst van koop en ver
koop gelijkgesteld.
Opgemerkt zij dat de belasting alleen ver
schuldigd is voor lichamelijke roerende zaken. De
levering van waardepapieren valt niet onder de
-heffing.
Over vergoedingen, welke worden genoten voor
diensten en andere prestatiën, is geen belasting
verschuldigd. Ook het „auteursrecht" valt niet
onder de lichamelijke roerende goederen.
We zagen reeds dat de belasting verschuldigd
is door den fabrikant, die de goederen levert. De
kooper is hoofdelijk voor de belasting mede aan
sprakelijk, voor zoover hij niet kan aantoonen
haar te hebben betaald. In de gevallen, waarin
de fabrikant verplicht is aan den kooper een
factuur uit te reiken, is hij tevens verplicht de
belasting in rekening te brengen aan den koo
per. Deze laatste is gehouden de belasting tege
lijk met den koopprijs of bij betaling in gedeel
ten uiterlijk tegelijk met het laatste gedeelte
van den koopprijs aan den fabrikant te voldoen.
De fabrikant welke de goederen uit zijn be
drijfsvoorraad voor eigen gebruik aanwendt,
moet over de verkoopwaarde daarvan belasting
betalen.
De heffing blijft beperkt tot levering van goe
deren en wordt dus niet uitgestrekt tot vergoe
dingen, welke worden genoten voor diensten en
andere prestatiën. Voor goederen, die in com
missie of in consignatie worden gegeven, vangt
de belastingplichtigheid eerst aan op het tijd
stip, waarop vaststaat, dat de goederen inder
daad zijn verkocht.
Een der belangrijkste vraagstukken bij de re
geling van een omzetbelasting is, dat van de
vrijstellingen. Bij het stelsel van eenmalige hef
fing zijn drie groepen van goederen, die voor
vrijstelling in aanmerking komen:
le de grondstoffen en halffabrikaten;
2e de noodzakelijkste levensbehoeften;
3e de goederen ten aanzien waarvan de hef
fing om praktische redenen moeilijk uitvoer
baar is.
Aanvaarding van de eenmalige heffing, wer
kende als algemeene verbruiksbelasting, brengt
in de eerste plaats mede uitschakeling van
grondstoffen en halffabrikaten.
Alleen worden belast de voor gebruik gereed
zijnde producten; de grondstoffen en halffabri
katen treft men in het eindproduct, m. a. w. het
door den fabrikant afgeleverde eindproduct is
aan de belasting onderworpen.
De noodzakelijkste levensbehoeften zijn vrij
als: aardappelen, brood, geneesmiddelen, groen
ten, graan, rund- en varkensvet, spek, zout,
eieren in de schaal, enz.
Een gekookt ei is bij den verkoop belastingvrij,
maar bij verkoop van een gebakken ei is belas
ting verschuldigd. Voor de vaststelling van de
verschuldigde omzetbelasting moet uit de admi
nistratie blijken, welk deel van den verkoopprijs
geacht moet worden door den restaurateur als
fabrikant aan zich zelf als kleinhandelaar voor
het gebakken ei in rekening moet worden ge
bracht. Hieruit blijkt wel, rlat het systeem van
heffing bij de bron niet zoo heel eenvoudig is.
Als goederen, waarvan de heffing om prac-
tische redenen is nagelaten, noemen We enkele
artikelen van land- en tuinbouw, zooals bloem
bollen, versche bloemen, gras, hooi, stroo, mest
stoffen, planten, boomen, doode en levende die
ren.
Het vee op de markt is vrij, maar de slager, als
fabrikant van biefstukjes, rollade etc. moet om
zetbelasting betalen.
Dag- en weekbladen, tijdschriften en boeken
zijn met het oog op de cultureele belangen vrij
gesteld.
Het systeem van heffing bij de bron is zooda
nig in de wet uitgewerkt, dat als regel de be
lasting wordt geheven over het bedrag, waarvoor
de goederen door den fabrikant aan den hande
laar worden verkocht, dus van den groothan-
delsprijs. De detaillist-niet-fabrikant zal dus zijn
prijs met 4 pCt. van den groothandelsprijs moe
ten verhoogen om zich schadeloos te stellen voor
de van hem gevorderde omzetbelasting.
De fabrikant, die tevens détaillist is, zou ech
ter omzetbelasting moeten betalen van den
kleinhandelsprijs, den prijs, dien hij als winke
lier aan zijn klanten in rekening brengt. In dit
geval zou de omzetbelasting dus bedragen 4 pCt.
van den détailprijs, wat uiteraard belangrijk
meer is dan 4 pCt. van den groothandelsprijs,
omdat in den détailprijs behalve de winst van
den winkelier, ook de distributiekosfcen zijn be
grepen.
Ten einde deze onbillijkheid weg te nemen is
in de wet de bepaling opgenomen dat de minis
ter van financiën onder door hem te stellen
voorwaarden kan toestaan, dat de overdracht van
goederen uit de fabrieksafdeeling naar de han-
delsafdeeling van dezelfde onderneming wordt
beschouwd als een levering, echter uitsluitend
in het geval, dat de fabrikant tevens het be
roep van handelaar uitoefent.
Zoo zal de banketbakker zijn bakkerij gaarne
beschouwd Willen zien als de fabrieksafdeeling
en rijn winkel als de handelsafdeeling. De om
zetbelasting kan dan berekend worden over den
prijs, waarvoor de goederen naar de handels
afdeeling worden overgedragen, Welke prijs
uiteraard minder bedraagt dan de verkoopprijs,
welken de handelsafdeeling aan particulieren
in rekening brengt.
Dit voorbeeld geldt niet alleen voor banketbak
kerijen maar ook voor tal van andere bedrijven.
Het is niet noodzakelijk, dat de fabrieksafdee
ling en de handelsafdeeling absoluut geschei
den ruimten zijn. De woorden „fabrieksafdee
ling" en „handelsafdeeling" willen alleen zeg
gen, dat de zaak als het ware bestaat uit twee
onderdeelen.
De belasting wordt berekend van den ver
koopprijs, dien de fabrikant bij de levering be
dingt. Onder verkoopprijs verstaat de wet den
prijs, verhoogd met de kosten, die de kooper
aan den verkooper voldoet, echter zonder kosten
van verpakking, voor zoover deze tegen den in
rekening gebrachten prijs wordt teruggenomen.
Zijn in den verkoopprijs begrepen kosten van
vracht of assurantie, dan kunnen deze voor de
berekening van de belasting in mindering wor
den gebracht.
De verschuldigde belasting moet betaald wor
den door middel van plakzegels, ter waarde van
de belasting welke de fabrikant aan de factuur
hecht en daarna voor herhaald gebruik onge
schikt maakt.
Bij algemeenen maatregel van bestuur zullen
nog bepalingen worden vastgesteld omtrent
vorm, kleur en waarde van de zegels, de Wijze
van verkrijgbaarstelling en van betaling en de
wijze waarop de zegels moeten worden gebruikt
en voor herhaald gebruik ongeschikt gemaakt.
der aldus verdachte wilde zij hem niet
meer. Toch is ze nog met hem meegegaan naar
zijn hotel, waar rij een kopje koffie met hem
gedronken heeft.
Den volgenden dag is hij bezocht door een
rechercheur van politie, die hem naar den trein
bracht en zei, dat hij niet meer in Nederland
mocht komen.
Weer is er gecorrespondeerd en tenslotte
schreef W., dat hij zich wilde dooden en een
revolver gekocht had. Hij kocht ook inderdaad
een revolver, maar durfde die niet op zichzelf
richten.
Toen is hij tenslotte den 29en naar Eindho
ven gegaan, zocht het meisje op, dreigde eerst
haar te zufen dooden met de woorden: ik schiet
jou en mij dood en schoot toen op haar. Twee
schoten had hij gelost, verklaarde hij, in haar
richting, maar over haar heen, daar hij haar
schrik wilde aanjagen. Verdachte eindigde zijn
verhaal met de woorden: ik heb er berouw van.
De Rechtbank hoorde nu eerst den psychiater,
Dr. Casparie uit Den Bosch, die een uitvoerig
rapport had overgelegd. De deskundige schetste
hem als een romantisch fantast met weinig fond
en staande buiten het maatschappelijk leven.
Door zijn succes als café-musicus is hij gaan
Hjden aan zelfoverschatting.
Hy stond sterk onder den invloed van het
meisje. Zijn aanslag is ongeveer dezelfde als die
van Don José op Carmen.
Toen het meisje hem onaangenaam heeft af
gewezen, is hij naar haar toegegaan met de ge
dachte: to be or not to be. Dan is er bij zoo
iemand geen kalm overleg aanwezig. Het koopen
van den revolver is ook ingegeven door roman
tische fantasie.
In ieder geval, besloot de deskundige, is W.
toerekeningsvatbaar, zelfs niet verminderd.
Het meisje, Corry R., als getuige gehoord, ver
klaarde dat zij de verhouding niet durfde ver
breken uit angst voor W. Zij wilde het uitmaken,
omdat W. niet wettig gescheiden was.
Den laatsten keer toen zij alleen waren, was
W. zeer opgewonden, liet haar den revolver zien
en schoot er tenslotte mee. Hij richtte duidelijk
op haar. Na het eerste schot vluchtte zij en hij
zond haar twee schoten na.
De president vroeg verdachte, of die verkla
ring z.i. juist was.
Verdachte antwoordde daarop met een kort:
nein!
Antje Smits, de moeder van het meisje, beves
tigde het verhaal van het meisje. Zij kwam toe-
loopen, toen haar dochter riep: moeder hij schiet
me dood! Getuige had gezien, dat W. op haar
dochter schoot.
Nog eenige getuigen werden gehoord, o.a. een
wapenhandelaar uit Luxemburg, die verklaarde
dat W. het wapen bij hem had gekocht, wat
verdachte overigens bevestigde. Het was een zeer
deugdelijke browning van kaliber 6.35.
Requisitoir
Mr. Dubois nam daarop requisitoir. Poging tot
moord kan zeer goed aangenomen worden,
meende de officier, maar hij liet dit vallen,
voornamelijk naar aanleiding van de verklarin
gen van den psychiater, dat W. 'n romantisch
fantast is met een te hoogen dunk van zichzelf.
Spr. beschouwde verdachte als een typeerend
mislukkeling van den tegenwoordigen tijd. Hij
denkt van alles te kennen, maar bij een eenigs-
zins diepgaander onderzoek blijkt zijn kennis
zeer oppervlakkig.
Daarbij overwoog spr. ook, dat alles, wat van de
andere zijde gedaan is, geen 18 karaats is, zelfs
veel minder.
Maar dat neemt niet weg, dat verdachte een
misdadige poging gedaan heeft, weshalve spr.
de veroordeeling van verdachte vroeg tot 4 jaar
gevangenisstraf met aftrek van de 8 maanden
preventief.
De verdedigster, Mr. Emma Lion, vroeg scherp
de aandacht voor de houding van het meisje
dat een typisch vrouwelijk spel heeft gespeeld:
den man aangehaald toen hij niet wou en afge-
stooten toen hij wel wou.
Zij kon niet aannemen, dat de verdachte wer
kelijk het meisje heeft willen dooden of zelfs
maar verwonden. Dat ligt niejf in zijn aard. Zijn
daad is te verklaren uit de groote opwinding,
die zich van hem had meester gemaakt.
Dit alles leidde pl. ertoe, de Rechtbank een
zeer milde straf te vragen voor dezen ongeluk-
kigen man, die nu alleen moet boeten.
De Rechtbank bepaalde de uitspraak op 10
Januari.
Voor de Bossche Rechtbank stond terecht de
21-jarige monteur uit Wellerlooi A. G. F. G.,
gedetineerd, wien ten laste was gelegd, dat hij
op 24 October 1933 te Well getracht heeft, de
kommiezen B. Prins en P. Hartog van het leven
te beproeven door, toen deze kommiezen hem
stopteekens gaven, opzettelijk op hen in te rij
den, zijnde evenwel dit misdrijf niet voltooid,
doordat de kommiezen opzij sprongen.
Dus: weer een smokkelaar, die is doorgere
den.
Verdachte gaf toe met een vrachtauto het
douanekantoor aan de Wellsche Hut te zijn
voorbijgereden. Hij had boter in rijn auto. Op
den weg zag hij den kommies Veenstra staan, die
hem het stopteeken gaf. Hij reed echter door,
omdat hij smokkelwaar in zijn auto had. Iets
verder zaten twee personen naast elkaar ge
knield op den weg. Ook dat waren kommiezen
naar hij zag. Hij herkende ze als Hartog en
Prins. Prins zat geknield op den weg met het
geweer in den aanslag. Hij minderde vaart,
maar bleef doorrijden. De kommiezen sprongen
opzij.
De president, Mr. Ummels, vroeg hem, wat hij
zou gedaan hebben, als de kommiezen niet opzij
waren gesprongen.
Verdachte antwoordde, dat hij dan er langs
We rijn voor enkele dagen alweer een
raadseltje rijker geworden:
Is de brand in de Amsterdamsche
telephooncentrale aangestoken? Of is de brand
vanzelf ontstaan?
't Zal met dit raadseltje wellicht precies een
der gaan als met het Rijksdagbrand-mysterie:
we zullen waarschijnlijk levenslang naar de op
lossing kunnen blijven.... raden.
Wat intusschen niet wegneemt, dat de brand
in de telephooncentrale verschillende omstan
digheden in aanmerking genomen een ver
dacht geval genoemd moet worden en een sfeer
van verdenking heeft geschapen, bij velen een
gevoel van onzekerheid, van onveiligheid heeft
gewekt.
Is het personeel in overheidsdienst betrouw
baar?
Ziedaar de belangrijkste vraag.
Zoo zou het dus niet alleen van groot belang
zijn te weten, of de brand wel, maar ook of hij
niet is aangestoken.
Dit katastrophale geval van brand heeft me
nigeen tot de verbazingwekkende ontdekking
gebracht van het voorheen steeds als doodge
woon beschouwd feit, dat kernpunten in het
maatschappelijk leven als daar is de aller
belangrijkste telephooncentrale van 'n stad als
Amsterdam in Nederland niet geregeld be
waakt worden.
Wij, Nederlanders, houden heelemaal niet
van militair en politioneel vertoon: zelfs de oud
tijds zoo geliefde parade is in de decadentie ge
komen.
Bewaakt worden in Nederland (behalve dan
enkele koninklijke gebouwten, waar geen kip
komt kakelen) alleen maar de centen: voor het
gebouw van de Nederlandsche Bank te Am
sterdam loopt geregeld een welbewapende, ste
vige politie-agent op en neer.
Symboliek?
Wij houden, behalve van onze centen, bóvenal
van de gemoedelijkheid, een gemoedelijkheid,
welke zich naar wij onlangs konden consta-
teeren o.a. demonstreert in het feit, dat de
eerste de beste vreemdeling soms geruimen tijd
in en om de gebouwen van den Staatszender
Kootwijk kan rondwandelen en.... de hevigste
aanslagen plegen, zonder ook maar 'n werkman
netje te ontmoeten!
Hollandsche gemoedelijkheid!
We houden ervan.
Maar men kan ook te gemoedelijk zijn.
zou zijn gereden. Er was plaats genoeg om te
passeeren op den 8 meter breeden weg. Het is
nooit zijn bedoeling geweest, de koimmiezen om
ver te rijden.
Pres.: Prins heeft geschoten, heb jle dat ge
hoord?
Verdachte: Ja, ik heb schieten gehoord.
Pres.: U bent toch doorgereden.
Verdachte: Er langs, omdat ik smokkelwaar
had.
Getuige P. Hartogs, kommies te Well, had met
Prins en Veenstra een afspraak gemaakt. Veen
stra zou zich posteeren tusschen de grens en
zijn twee collega's en als er iets verdachts voor
bij ging, schieten, om te waarschuwen. Hij heeft
dat, toen G. hem voorbijging, ook gedaan. Prins
en hij zijn toen midden op den weg gaan zitten
en Prins heeft eenige schoten gelost. De auto
reed door en kwam dichterbij. Toen heeft ge
tuige zijn collega gewaarschuwd oprij te sprin
gen en rij maakten, dat zij van den weg af kwa
men.
President: Moést Prins overreden worden, als
hy niet opzij ging?
Get.: Er was ruimte. Maar G. reed recht op
Prins in. Toen hij nog 20 meter weg was, spron
gen zij opzij.
Zq schoten den auto na, toen deze gepasseerd
was, maar de wagen reed door.
Verdachte staat bekend als smokkelaar per
fiets.
Getuigen Veenstra en Prins legden verkla
ringen af van ongeveer gelijke strekking.
De president vroeg nog aan den kommies
Prins: Komt het vaak voor, dat ze doorrijden?
Waarop getuige: Ze stoppen tegenwoordig
nooit meer!
En de officier: Het wordt hoog tyd, dat die
heeren dat eens afleeren.
Mr. Dubois nam dan requisitoir en meende,
dat deze poging tot doodslag juist een typisch
geval is van dolus eventualis.
De man moest begrijpen, dat, als de kommie
zen niet opzij gaan, hy hen doodrydt of althans
zwaar verwondt. Want snel opzij gaan met een
Buick '25 is op dien afstand niet mogeiyk. Bo
vendien zijn de remmen van een primitief type.
Biyft in ieder geval de bedreiging. Waar den
laatsten tijd die mooie heeren smokkelaars maar
raak rijden, moet daar een eind aan komen en
spr. eischte l'/2 jaar gevangenisstraf.
De verdediger, Mr. Roobol te Amsterdam,
meende', dat het smokkelen een sportief bedryf
is. Smokkelaars zijn geen misdadigers. Daarom
betreurde pl. het, dat het processen-verbaal
regent, waarin dien menschen maar poging tot
doodslag wordt ten laste gelegd. Dat is niet juist,
want men laat zich niet overreden. Ook de po
litie niet en dat weten immers de smokkelaars.
Pl. bestreed de meening van den Officier, dat
het noodzakeiyk zou zijn, dat de kommiezen
werden omver gereden, als rij niet opzy gingen.
Afstand zoowel als breedte was groot genoeg
om te passeeren.
Er is geen bedreiging ook, daar de hiervoor
noodige woorden en gebaren uit art. 323 Alg.
Wet ontbreken.
Pl. vroeg vrijspraak over de geheele linie en
onmiddeliyke invryheidstelling van verdachte.
Mr. Dubois verzette zich daartegen met
kracht.
Met art. 323 Algemeene Wet heeft het O.M.
niets te maken als het bedreiging ten laste legt.
Het heeft te maken met het Wetboek van Straf-
iecht.
Het zou mooi zijn als politie en kommiezen
beleefd opzy zouden moeten gaan voor de hee
ren smokkelaars. Waar biyft dan het gezag?
De Rechtbank vond geen termen aanwezig
om aan het verzoek van den verdediger te vol
doen en bepaalde de uitspraak op 10 Januari.
Hedenmorgen is een vrachtauto merk Chevro
let der Firma Woudenberg te Delft door de ge
sloten spoorwegboomen gereden, bij het station
Huis ter Heide. Toen de eerste afsluitboomh
stuk gereden was, nam de chauffeur uit nood
de tweede ook maar, omdat op dat moment de
trein naderde. De afsluitboomen werden totaal
vernield, terwijl de auto ernstig beschadigd werd.
De chauffeur kwam met den schrik yrij.