Wat is de waarde van uw auto? Prikkeldraad Frieslands veeteelt in crisistijd Onze steenkolen mI DE KAASEXPORT AANVARING OP DEN WATERWEG EEN MOEILIJK PROBLEEM TREINEN IN DEN MIST DONDERDAG 4 JANUARI In het algemeen is men tevreden over het werk der Crisis- Zuiv el-Centrale De boterpri js moet lager Caseïne Spoorwegtekorten Boter en margarine Eet melkbrood! De nieuwe regeling met Duitsch- land heeft in de mijnstreken groote teleurstelling gewekt Een gesloten deur RECRVTEN VOOR DE WINTERSPORT REGENT M. WIJTENBURG Heeft een operatie ondergaan Ans j o vis-merken Bedriegelijke nabootsing Controlemerken voor ansjovis CONTRo^ RIJKSTOEZIChT Er is heel wat geduld en oefening noodig, om de grond beginselen der ski-sport bij te brengen RUK5T0EZICHT Duitsch stoomschip zinkende KONINGIN EN PRINSES IN ZWITSERLAND Tot September van het vorig jaar reeds een nadeelig verschil van ruim 141/2 millioen Op IS Januari a.s. moet u het weten in verband met de aangifte voor de per- soneele belasting Vele voetangels en klemmen! De afschrijving Wie moet aangifte doen? Belastingvermindering Auto's buiten gebruik Ernstige botsing tusschen een rijdenden en stilstaand en goederentrein bij Winterswijk Achttien wagons uit de rails Het vertrek van den „Post jager" Orchideeën voor de Koningin aan boord DE WAALBRUGWERKEN TE NIJMEGEN Betonstortingen nog steeds stopgezet PATERS CAPUCIJNEN Een studiebeurs te Hees Onhoudbaar gebleken Mr. M. A. M. Waszink De toebtand onveranderd De „Pelikaan"-vliegers Op de heenreis aan groot gevaar ontsnapt DE „ZILVERMEEUW' Begin Februari weer in dienst PROF. DR. IR. KOOMANS JUBILEUM ALBERT KaLLER Meer nog dan met boter is in het buitenland het begrip „Hollandsch" verbonden met het begrip „kaas", het product dat overigens veel minder in Holland dan in Friesland geprodu ceerd wordt. De geijkte opvatting dat kaas uit Holland dient te komen is echter ook al niet veilig voor de tot de in het buitenland sterk veld winnende strooming, om alles in eigen land te maken, óók als dat veel moeilijker en veel duurder is. Zoo vonden we in een vakblad voor zuivel bereiding voor eenige maanden een adverten tie, waarin een firma in de Beiersche Algau een zuivelvakman zocht, die goed bekend is met het maken vanEdammer en Goudakaas- Dat de productie van deze kaassoorten daardoor op een veel „hooger" peil gebracht wordt, kan niet ontkend worden, doch of de kwaliteit van deze hoogland-Edammertjes tegen de aloude soort zal opwegen, lijkt ons toch te betwijfelen. Intusschen, al mag men hier en daar probeeren onze kaassoorten binnen de eigen landsgrenzen na te maken van buitenlandsche concurrentie heeft onze kaas veel minder te lijden dan onze boter. Waar we voor boter op de wereldmarkt de scherpe concurrentie ondervinden van andere veeteeltlanden Denemarken, Australië, Nieuw-Zeeland bevinden we ons op de wereldmarkt voor kaas, althans voor die soor ten, waarin wij een wereldnaam hebben, in het genot van een feitelijk monopolie. Wel wordt door Australië en Nieuw-Zeeland in vrij groote mate Cheddarkaas geproduceerd, doch deze verschilt zoozeer in smaak van de Hollandsche kaassoorten, dat zij niet beschouwd kan worden als een concurreerend artikel. Tot en met 1932 was dan ook onze kaasexport in véél mindere mate teruggeloopen dan onze boteruitvoer. Anderzijds is kaas vooral in het buiten land echter meer een luxe artikel dan boter, en heeft het totaal-verbruik daardoor een ster ker neiging om terug te loopen. Dies is ook hier de steun der regeering noodig, die gefi nancierd wordt uit het overschot van de hef fing op den binnenlandschen boter-verkoop. Op tamelijk ingewikkelde wijze wordt de netto-toeslag berekend, welke in evenredigheid met het vetgehalte 2.77 cent tot 7.48 cent per K g. bedraagt. Daarnaast zijn vele producten, met medewerking van de Centrale, die hiervoor een extra-vergoeding uitkeert, tot een vrijwillige productiebeperking gekomen. Zoo is de produc tie van de veertig Friesche, bij de „Frico" aan gesloten fabrieken, van 16 millioen k.g. in 1930 teruggebracht tot 13,5 millioen k.g. in 1932. Op deze wijze is het mogelijk geweest, op hooping van een onverkoopbaren voorraad kaas in de pakhuizen te voorkomen. Zelfs is men in belanghebbende kringen van oordeel, dat de buitenlandsche afzet van Hollandsche kaas nog ware uit te breiden, indien deze door een stel selmatige propaganda gesteund werd. Ook zijn proeven genomen met de productie van buiten landsche kaassoorten als Emmenthaler e.d., doch ook hiervoor is de goede tijd voorbij, hetgeen wel blijkt uit het feit dat Zwitserland, dat zich vroeger uitsluitend op kaasproductie speciali seerde en zijn boter uit het buitenland betrok, thans zijn eigen boter maakt, omdat de kaas export niet loonend genoeg is. Een andere wijze, waarop de Friesche veeteelt zich in stand hoopt te houden, is de vermeer derde productie van caseïne. Dit is de afge scheiden kaasstof uit de melk, die als grondstof wordt gebruikt voor de fabricage van knoopten, kunsthoorn, eboniet en dergelijke stoffen. Doch ook deze ontwikkelingsmogelijkheid der zuivel industrie is zeer beperkt en van weinig belang, daar caseïneproductie alleen bij lage melkprij zen loonend is. Over de wijze, waarop de Crisis-Zuivel-Cen- trale in het algemeen haar taak vervult, mag men zeker niet ontevreden zijn. Als alle crisis diensten heeft zij in dezen moeilijken tijd een buitengewoon zware en moeilijke taak. Slechts zou men de vrees kunnen uiten of zij door haar ingrijpen de Nederlandsche veeteelt niet leidt in banen, die al te zeer afwijken van den nor malen gang van zaken, en of daardoor later een terugkeer tot een vrijer bedrijfsleven op een lager prijsniveau niet al te zeer bemoeilijkt zal worden. Met name de boterprijs, die door de netto-heffing van f 0.70 per K.G. wel zeer wordt opgedreven, zou volgens het inzicht ook van deskun digen uit betrokken kringen wel voor verlaging in aanmerking kun nen komen, zoodat de totaalprijs van f 1.60 tot b.v. f 1.30 per K.G. verlaagd wordt. De binnenlandsche consumptie zou daardoor belangrijk kunnen toenemen, zelfs zoo, dat de netto opbrengst van het Crisisbotermerk zou kunnen stijgen. Het moet echter erkend wor den, dat de groote nadeelen van deze rege ling zouden neerkomen op de margarine industrie, die een groot deel van haar consu menten aan de goedkoope natuurboter zou ver liezen. Doch men voelt het in zuivelkringen als een onbillijkheid, dat koeien afgeslacht worden om de melkproductie te beperken, terwijl mar garine vrij kan worden aangemaakt. Dit laatste is echter slechts ten deele waar. De margarine-productie is in ons land sterk gecentraliseerd, en daardoor is het mogelijk dat in overleg met de regeering tot productie beperking wordt overgegaan, zonder dat ter stond formeel-dwingende besluiten worden af gekondigd. Dat margarine in feite niet vrjj kan worden aangemaakt, blijkt duidelijk uit de schaarschte die in de laatste maanden nu en dan zich in de détailverkoop hebben voorge daan. Een ander middel, waardoor de Nederland sche veeteelt een eind geholpen zou kunnen worden, is een grooter verbruik van melkbrood door de eigen bevolking. Met een doelmatige propaganda zou hier nog wel iets te bereiken zijn, vooral wanneer het prijsverschil tusschen water- en melkbrood, dat thans l'A cent per 400 gram bedraagt, door de bakkers werd te ruggebracht op 1 cent. De kosten van levens onderhoud worden door grooter melkbroodver- bruik niet kunstmatig opgedreven, doch tegen over de hoogere broodprijs staat de grootere voedzaamheid van het brood: men krijgt waar voor zijn geld. En, wat van groot belang is: onze veeteelt, onze boerenstand wordt er door geholpen in de uiterst moeilijke positie, waarin zij zich thans bevindt. In het bovenstaande gaven wij de voornaam ste moeilijkheden waarvoor de Friesche Zuivel bereiding zich thans geplaatst ziet. Zij vormen niet alleen slechts een deel van de zorgen, die den boer op het oogenblik het leven zuur maken. En de boerenstand is lang niet de eenige categorie die het thans hard te verant woorden heeft. In dezen tijd zien alle bevol kingsgroepen naar de regeering ennaar elkander, om steun in den strijd om het be staan. Het kunnen van de regeering is zeer beperkt, en zoo van die zijde hulp verleend wordt, komt het onvermijdelijken toch hierop neer. Bij de onderteekening van het Nederlandsch- Duitsche verdrag van 15 December 1933, rege lende het goederenverkeer tusschen beide ge noemde landen, is een overeenkomst getroffen betreffende den steenkolen in- en uitvoer, wel ke overeenkomst niet in het verdrag zelf is op genomen. De inhoud van deze overeenkomst komt op het volgende neer: De Duitsche steenkoleninvoer in Nederland is vrij (ongeacht natuurlijk de kolenconventie, die bij onderlinge overeenkomst tusschen de be langhebbenden in de steenkolenmijnen en -in dustrieën is geregeld). Mocht Nederland tot contingenteering van den steenkolen-invoer overgaan den zal aan Duitschland worden toegestaan de invoer van een hoeveelheid van 4.200.000 ton, terwijl de invoer van (Duitsche) bunkerkolen vrij zal blijven. Mocht het verbruik in Nederland grooter worden dan zal Duitschland door extra-contin genten in de gelegenheid worden gesteld om zijn aandeel in het verbruik, op de basis van het verbruik in 1932, relatief te vergrooten. De Nederlandsche invoer in Duitschland blijft bepaald op een hoeveelheid van 100.000 ton per maand. Stijgt het verbruik in Duitschland boven 8.000.000 ton per maand dan zal Neder land een extra-invoercontingent krijgen. De overschrijding van de acht-millioen-ton-grens wordt vastgesteld door een kolencommissaris. Duitschland heeft zich verplicht aan den af zet in Duitschland van de kolen, die mogen worden ingevoerd, geen moeilijkheden in den weg te leggen. Nederland heeft zich nog verplicht, het in voerrecht op steenkolen niet te verhoogen. Tot zoover de overeenkomst. Men mag wel aannemen, aldus de „Limburger Koerier", dat de delegatie, die namens onze Regeering de onderhandelingen heeft gevoerd, sterk heeft aan gedrongen op ietwat meer tegemoetkoming van Duitsche zijde. De Duitschers hielden echter op dit punt het been stijf. Zij wilden onder geen beding verder gaan. Ten gevolge van den slech ten toestand op de wereldmarkt heeft Duitsch land reeds een aantal ontginningszetels buiten bedrijf moeten stellen. De grens van de toelaat bare beperking der kolenproductie is? naar de meening van de Duitsche regeering, reeds over schreden. In die richting wil men geen stap verder gaan. Indien Nederland een betere regeling van de kolenkwestie zou hebben gemaakt tot een „con ditio sine qua non", dan zouden de onderhan delingen zijn vastgeloopen. Hier stond de Nederlandsche delegatie voor een gesloten deur. Intusschen is het resultaat voor onze mijn industrie wel zeer teleurstellend. In de komen de maanden zal Zuid-Limburg daarvan de ge volgen ondervinden. De overeenkomst geldt, evenals het verdrag, tot eind 1934. Naar we vernemen, is regent M. W. A. Wijten- burg van het klein-'seminarie „Hageveld" te Heemstede in de Maria-stichting te Haarlem opgenomen voor het ondergaan van een blinde darm-operatie. De operatie is uitstekend geslaagd. De patiënt is goed vooruitgaande en zal de Mariastichting over enkele dagen weer als hersteld kunnen ver laten. Ten dienste van belanghebbenden bij de in- zouterij van en den handel in echte Nederland sche Ansjovis werd in 1913 te Amsterdam op gericht de Ansjovis-Controle-Vereeniging, wel ker Statuten bij Koninklijk Besluit van 9 April 1913 No. 80 werden goedgekeurd. Het doel van deze vereeniging was en is den afnemers en gebruikers van Nederlandsche ansjovis een afdoende waarborg te verstrekken voor de echtheid van de door hen aangekochte ansjovis. Daartoe wordt door de Vereeniging en daartoe van Rijkswege aangewezen ambte naren, een uitgebreide controle gehouden op de handelingen van zouters, handelaren en veem- houdcrs volgens richtlijnen in de Statuten, het Huishoudelijke Reglement en de door de re geering in 1915 uitgevaardigde rijksvoorschrif ten (vastgesteld op 14 April 1915) neergelegd. Voor afnemers-gebruikers is de waarborg zicht baar in den vorm van een waarborgmerk, dat op de vepakking der ansjovis is aangebracht. Dit waarborg- en controlemerk is door den Minister van Economische Zaken vastgesteld volgens de modellen die daarvan ten Departe- mente berusten. Deze modellen zijn voor klein- verpakking papiermerken, die op de blikjes of potjes worden geplakt en voor de groot-ver- GROOT-VERPAKKINGKleur: grijs met groene letters, wapens en teekens voor ver pakking in heele, halve en kwart-ankers (resp. 28, 14 en 7 K.G. visch) rood met gele letters, wapens en teekens voor verpakking in tonnen (4 ankers). pakking blikken merken, die met ijzerdraad om het vat worden vastgemaakt. De waarborgmerken worden vanwege den Inspecteur der Visscherijen verstrekt aan de Ansjovis-Controle-Vereeniging, die deze alléén aan haar leden uitreikt. Niet alle zouters en handelaren echter zijn lid van de Vereeniging. Het is nu gebleken, dat deze buitenstaanders op de verpakking hunner visch ook merken aanbrengen, die bij aandachtige beschouwing van de Rijkswaar- borgmerken verschillen, doch bij eersten oog opslag daarop gelijken. Hierbij heeft kennelijk KLEIN-VERPAKKING: Kleur: wit en blau we letters, wapens en teekens voor verpak king van minder dan anker visch. de bedoeling voorgezeten het merk der ver eeniging na te bootsen. Behalve fust-merken, worden door niet-leden ook merken voor klein- verpakking nagebootst. De Ansjovis-Controle- Vereeniging waarschuwt er voor dat visch, welker verpakking niet met het Rijkswaarborg- merk als boven afgebeeld, is voorzien, niet aan de controle-voorschriften der vereeniging is onderworpen en niet door de vereeniging of den Rijksambtenaar is gecontroleerd. De uitgaande Engelsche bananenboot „Cha- gres" is voor den Waterweg bij Hoek van Hol land in aanvaring gekomen met net Duitsche stoomschip „Ceres." Laatstgenoemd schip geeft noodseinen en is waarschijnlijk zinkende. De reddingsboot en sleepboot zijn uitgevaren. Er is dikke mist. Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana zijn hedenmorgen vroeg te Bazel aangekomen. Zij zijn onmiddellijk doorgereisd. De definitieve ontvangsten der Nederlandsche Spoorwegen over de maand September 1933 be droegen Reizigers 5.088.701.42; Bagage 120.172.49; post 260.000.—; Goederen 4.295.852.72; Lev. dieren 68.991.40; Diversen 142.531.—- 1° to taal f 9.976.249.03. In September 1932 f 11.704.738.82, hetgeen een nadeelig verschil beteekent van 1.728.489.79. De definitieve ontvangsten van Januari tot er> met September 1932 bedroegen 107.026.079.80 tpgen 92.393.539.84 in hetzelfde tijdvak van 1933, Een nadeelig verschil dus van 14.632.539.96. Het nieuwe jaar is nauwelijks een paar weken oud of de schatkist vraagt uw aandacht voor de personeele belasting. Men vraagt u om maar even zonder slag of stoot in te vullen hoeveel uw auto waard is. En als eenige richtlijn daar bij wordt u dan verteld, dat u een zoodanig be drag moet opgeven als bij verkoop onder nor male omstandigheden ter plaatse daartoe ge schikt zou kunnen worden bedongen. U kunt er niet mee volstaan, door te zeggen, dat de om standigheden thans allerminst normaal zijn, want, wanneer u niet weet hoeveel uw auto waard is, dap weet de fiscus wel raad. want dan vult hij het bedrag voor u in. De kosten hiervan bedragen 10 pet. belastingverhooging. Wanneer u de waarde te laag aangeeft, wordt uw aanslag verhoogd met 10 pet. van het ver schil tusschen uw schatting en de officieele taxatie, terwijl het niet aangeven gestraft wordt met verdubbeling der belasting. En ofschoon u in het algemeen liever heele- maal niet leest over belasting, zoo geven wij u toch thans den raad, om dit artikel wél door te nemen. Een gewaarschuwd man telt voor twee èn„de fiscus is tóch duurder." Na tuurlijk moogt u telken jare een zeker bedrag aftrekken voor waardevermindering. Een be paald percentage is daarvoor niet vastgesteld; aldus schrijft ons de A.N.W.B.-Toeristenbond voor Nederland. Wie een fonkelnieuwen auto gekocht heeft, mag onmiddellijk, tenminste 10 en (globaal) ten hoogste 20 25 pet. van den catalogusprijs aftrekken. Op een auto, welke circa een jaar oud is, mag 30 a 40 pet. worden afgeschreven; dit percentage is voor de vol gende jaren ongeveer als volgt: na twee jaren aftrekken 30 40 pet., na drie jaren 50 a 60 pet., na vier jaren 70 80 pet. Een moeilijkheid hierbij is dikwijls de korting, welke bij het aan schaffen verleend wordt, terwijl voorts natuur lijk van belang zijn het aantal afgelegde kilo meters en het al dan niet courant zijn van den bewusten wagen. Men ziet hieruit wel, dat er heel wat bij komt kijken voor een goede aan gifte, welke noch te hoog noch te laag is, de Belastinginspectie passeert. Meer en meer ma ken dan ook de leden van de groote verkeers- vereenigingea gebruik van den specialen belas ting-taxatiedienst. De personeele belasting wordt geheven we gens het hier te lande houden van een motor rijtuig (auto, motorrijwiel). Onder „houder" wordt in dit verband verstaan degeen. die krach tens overeenkomst de beschikking heeft over een motorrijtuig van een ander, onverschillig of dit steeds hetzelfde is. Alléén, wanneer men over een korter tijdvak dan 21 dagen de be schikking over het motorrijtuig heeft, is men geen houder in den zin der wet. Toch is het niet altijd de houder zelf, die het „beschrijvingsbiljet" onderteekent. Wanneer deze namelijk inwonend is in het gezin, moet het gezinshoofd de aangifte doen; in gevallen van twijfel beslist de inspecteur, aan wien „deze eer" te beurt zal vallen. In vroeger jaren was het heel eenvoudig om het belastingbedrag te bepalen, toen toch was er één uniform Rijkstarief (weliswaar met wis selende opcenten). Sedert de nieuwe financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten tot stand is gekomen, zijn de gemeenten bevoegd van het Rijkstarief af te wijken, van deze be voegdheid is een zoodanig ruim gebruik ge maakt, dat thans in de eene plaats voor het zelfde motorrijtuig haast vijfmaal zooveel wordt betaald als elders. Een tarieven-overzicht kan hier dus niet worden gegeven. Wie dienaan gaande nadere inlichtingen mocht wenschen. doet het beste zich te wenden tot den betref- fenden inspecteur der Directe Belastingen (afd. Personeele belasting). De personeele. belasting is een „welstands- belasting," hieruit volgt, dat vrachtauto's, zie kenauto's en dergelijke voertuigen van deze heffing vrijgesteld zijn. Voor het gebruik van een auto uitsluitend of nagenoeg uitsluitend in de uitoefening van bedrijf, wordt de belasting tot de helft verminderd. Het is van belang te bedenken, dat deze bepaling vroeger luidde: uitsluitend of hoofdzakelijk; sindsdien is de inschrijving aanmerkelijk verscherpt, waaruit volgt, dat het gebruik anders dan voc beroep of bedrijf zéér bijkomstig moet zijn. Vaste re gels zijn hiervoor niet gegeven, wanneer iemand zijn auto gebruikt om daarmede naar zijn kan toor en weder naar huis te rijden, dan geldt dit niet voor de vermindering. In elk speciaal geval beslist de inspecteur. De belasting wordt tot een kwart verminderd voor auto's, welke in een verhuurbedrijf worden gebezigd, terwijl mo torrijtuigen, welke uitsluitend gebezigd worden in het bedrijf van of handelaar in motorrijtui gen, vrijgesteld zijn, mits zij deel van den han delsvoorraad uitmaken. Tenslotte noemen wij nog de rijwielen met hulpmotor, waarvoor even eeens geen personeele belasting verschuldigd is. Het is mogelijk ontheffing te verkrijgen voor motorrijtuigen, welke gedurende het geheele belastingjaar (dat aan het kalenderjaar gelijk is) niet worden gebruikt. Men moet hiervoor toch aangifte doen en is verplicht vóór 15 Jan. aan den inspecteur mede te deelen, dat men zijn auto of motorrijwiel niet gebruikt. Het voertuig moet dan gedeeltelijk gedemonteerd worden (wielen afnemen), terwijl het in een bepaalde bergplaats of garage moet blijven staan. Verplaatsing is alleen toegestaan na voorafgaand overleg met de belastinginspectie. Het aantal „opgelegde" auto's wordt ook in verband met de tijdsomstandigheden en de steeds stijgende belastingen, hoe langer hoe grooter. Wie van deze ontheffing profiteeren wil, moet er dus vlug bij zijn! In dit verband lijkt het ons nuttig, aldus de A.N.W.B.-Toeristenbond voor Nederland, om nog even te wijzen op de wegenbelasting, welke, zooals men weet, per jaar of per kwartaal vol daan kan worden. (Helaas ontbreekt nog steeds de mogelijkheid om per maand te betalen, in welke lacune vooral in deze slechte tijden reeds lang voorzien had moeten zijn!). Restitutie van wegenbelasting kan men verkrijgen voor de nog niet ingegane kwartalen; op kwartaalkaarten wordt dus nimmer iets terugbetaald. Zooals men weet, moet de wegenbelasting steeds voor uit voldaan worden, omdat men zonder wegen- belastingkaart niet rijden mag. Bij afschaffing van den wagen kan ontheffing van personeele belasting verkregen worden voor de nog niet ingetreden maanden, mits men in hetzelfde be lastingjaar niet wederom een motorrijtuig ter beschikking zal krijgen. Hedennacht om ongeveer half drie heeft op het station Didam een botsing plaats gehad tusschen twee goederentreinen. In den dikken mist is een goederentrein, ko mende uit de richting Winterswijk, naar schat ting met een vaart van ongeveer veertig K.M., op een stilstaanden goederentrein ingereden. Een der wagons kantelde en 18 wagens vlogen door den heVigen schok uit de rails. De materieele schade aan de locomotieven en de wagens is zeer groot, verschillende zijn let terlijk gekraakt of in elkaar geschoven. De half versplinterde trein uit de richting Winterswijk kwam dwars over de baan te staan, welke bij net station Didam driedubbel spoor heeft en versperde alle verkeer. Hedenmorgen om zes uur arriveerde het ber gingsmateriaal van de Nederlandsche Spoor wegen en met behulp van een zwaren bok heeft men tot in den vroegen namiddag moe ten werken om de baan weer vrij te krijgen. Het personenvervoer ondervond gedurende dien tijd eenige vertraging. Op de plaats des onheils moesten de treinen stoppen, de passa giers uitstappen, om hun reis met een verder staand treintje te kunnen vervolgen. Over de oorzaak kon officieel nog niets wor den medegedeeld, daar er echter een zware mist hing, afgewisseld door motregen, zal het weer wel mede een rol gespeeld hebben bij de botsing. Gelukkig kwamen geen persoonlijke ongelukken voor. De mail voor den „Postjager" stijgt gestadig. Batavia had om 11 uur v.m. 50 kilogram post bijeen. Het meerendeel wordt eerst in den loop van den avond verwacht. De oud-hoofdkantoor-chef van de P. T. T„ de heer J. van Brero, een bekend orchideeën- kweeker, schonk aan H. M. de Koningin een verzameling orchideeën, welke de „Postjager" meeneemt. Het werk aan den pijlerbouw van de Waal brug ligt wat betreft het betonstorten en het metselwerk nog altijd stil. Sinds begin van December moest men dit werk vanwege de vorst reeds stopzetten. En volgens berichten van het meteorologisch in stituut te De Bilt, dat nog vorst in uitzicht stelt, zal er vooreerst wel geen beton gestort worden. In de maand Januari van het vorig jaar moest het werk eveneens opgeschort worden vanwege de vorst, zoodat er een achterstand in beton- en metselwerk bestaat van een kleine twee maanden, welke stagnatie van arbeid de aannemer kon wijten aan force majeure. Aan pijler A aan den Lentschen kant is men nu wel weer begonnen met het aanbren gen van den stalen damwand. De groote pijler aan Lentsche zijde moet vol gens bestek op 1 Maart a.s. klaar zijn. De twee de pijler aan den Nijmeegschen oever op 15 September 1934. De brug moet 1 Maart 1935 opgeleverd zijn. Naar men ons uit goede bron mededeelt, hebben de Paters Capucijnen, tot nu toe voor- loopig gehuisvest in de Van Oldenbarneveldt- straat no. 42 te Nijmegen, een perceel aange kocht in Hees, aan de Dorpstraat no. 49. Genoemd perceel omvat een oud heerenhuis, in eenvoudigen stijl opgetrokken, benevens een groot stuk tuin. Het is de bedoeling aldaar het studiehuis voor de studenten, die aan de R.K. Universiteit studeeren, in te richten. Overste is Pater Benevenutus van Venray. Het is merkwaardig, zooals tegenwoordig van sociaal-democratische zijde bij herhaling de nadruk wordt gelegd op de „nationale eenheid" en de „nationale ge dachte". „Het Volk" schreef dezer dagen in een hoofd artikel, dat strijders voor nationale eenheid in de sociaal-democratie een krachtige bondge- noote zouden kunnen vinden „ter verwezen lijking van de nationale gedachte in haar meest nobelen vorm." En in een ander artikel van hetzelfde blad kon men lezen, dat, al is de socialistische ge dachte dezelfde gebleven, de (socialistische) beweging „ouder en wijzer" is geworden. „In 1914" aldus de schrijver van dat artikel „is zij op wreede wijze tot de erken ning gekomen van de ontzaglijke kracht van het nationaal gevoel." In het Communistische Manifest schreven de grondleggers van de socialistische theorie de uitspraak neer: „de arbeiders hebben geen vaderland." En nu beweert „Het Volk" wel, dat alleen een „oppervlakkig lezer van het „Manifest" daar uit kan afleiden, dat de beteekenis van de natie door bedoelde grondleggers werd ont kend, en dat deze grondleggers zich slechts hebben gekeerd tegen „de nationale afzonde ring, tegen de onderlinge tegenstellingen, de onderlinge vijandschap tusschen de volken." Maar wanneer de uitspraak slechts deze be teekenis had gehad, waarom noemde de Fran- sche partijgenoot Jaurès haar dan naar „Het Volk" zelf memoreert „een jeugdige onbezonnenheid, een oppervlakkige brutali teit"? Waarheid is, dat het socialisme ook op dit punt fiasco heeft gemaakt. Het internationalisme van zijne grondleggers en theoretici is even onhoudbaar gebleken, als hun leer van den klassenstrijd, om van ver dere vergissingen maar te zwijgen. Zoowel over het een, als over het ander beeft de ervaring haar vonnis gestreken. En wanneer de redactie van „Het Volk" thans schrijft, dat de socialistische beweging „den overmoed, de illusies van de jeugd" heeft ver loren, dan is dit slechts een verbloemde er kenning van het geleden échec en een totaal mislukte poging om de gedwongen koersver andering voor te stellen als een vrije daaa, die met de beginselen niets te maken heeft. Naar wij vernemen is in den toestand van Oud-MinisteT Waszink, die gelijk bekend, in het ziekenhuis te Roermond is opgenomenj nog steeds weinig verandering gekomep. De patiënt blijft voordurend zorg wekken. Men bericht aan de „Bossche Courant": De „Pelikaan" maakte haar tweede étappe op de heenreis. Het was nacht en de navigatie als gevolg daarvan extra moeilijk. Soer stuurde, terwijl Smirnoff een dutje deed. Opeens meent de mecanicien onder zich een schurend geluid te hooren. Hij vliegt naar de cockpit en doet een ruk aan het hoogte-roer, zoodat de machine een scherpe opwaartsche manoeuvre maakt. Groote consternatie in de machine. Met zoek lichten werd de buik van het vliegtuig ge ïnspecteerd en daarbij kwam men tot de ont stellende ontdekking, dat er boomtakjes aan het landingsgestel zaten. Men vreesde aan vankelijk, dat dit beschadigd kon zijn, waardoor de landing uiterst gevaarlijk zou worden. Een nader onderzoek stelde de bemanning wat ge rust, hoewel men zonder eenige zekerheid bleef. Men begrijpt onder welk een spanning aan het einde van deze étappe werd geland. Er deed zich gelukkig niets voor, maar het was toch een dubbeltje op z'n kant. Toen men op het vliegveld een onderzoek kon instellen, bleken er denne-takjes aan het landingsgestel te zitten. Men was dus over een bosch gevlogen en wel zóó laag, dat het een bloot toeval is dat men er heelhuids is afgekomen! Naar wij vernemen hoopt men met het onder zoek van de motoren der „Zilvermeeuw" om streeks het einde dezer maand gereed te zijn. De herstellingen geschieden in de werkplaatsen op Waalhaven. Verwacht mag worden, dat de „Zilvermeeuw" begin Februari weer in dienst wordt genomen. Dr. ir. N. Koomans, die benoemd werd tot tijdelijk buitengewoon hoogleeraar aan de Tech nische Hoogeschool te Delft, om onderwijs te geven :u de electrotechniek, is thans hoofd ingenieur der telegrafie en telefonie, te Den Haag. Hij werd vooral bekend door zijn verrichtingen op het gebied van radio-telegrafie en telefonie. Dat er een radio-telefonische verbinding tot stand kwam tusschen Nederland en Indië is grootendeels zijn werk. Zooals bekend hoopt de heer Albert Kaller te Utrecht Zaterdag 6 Januari a.s. zijn zilve ren journalisten-jubileum te herdenken. Wij vernemen nog, dat het feest in intiemen kring zal gevierd worden. De jubilaris zal gaar ne a.s. Zaterdagmiddag van 35 uur aan be langstellenden gelegenheid geven te zijnen huize, Pieter Saenredamstraat 22, tot het aan bieden van gelukwenschen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 7