T Nieuwjaars voornemens m m WE DRAGEN NOG EPAULETTEN Dames^Nacfitjapoe Nuttige wenken Een aardig stelletje fA - Sjir v ilii' met lange mouwen en hoogen boord lllllllllllllillllllilllllllllllllIM Een charmant toiletje ÜluiiiiiM ]ID)E WOUW EM HAAK HU1SHOUDHVG Er zal wel niemand zijn, die bij de jaar wisseling niet het een of ander goed of verstandig voornemen maakt! De geheimzinnige nacht van den laatsten December op den eersten Januari stemt altijd weer wonderlijk ernstig en plechtig. De tijd gaat altijd snel, maar op dien avond vóélen we hem langs ons heen strijken. Leek het niet gisteren, dat we hier den vo- rigen keer samen zaten, wachtend op het indrukwekkend slaan van twaalven, dat al tijd weer even een rilling van ontroering geeft, op het geknal der schoten buiten, 't gefluit van booten en treinen? En als we eens denken aan dien Nieuwjaarsdag van vijf jaar geleden, is die dan niet grijpbaar, belachelijk dichtbij? Wat is tien, twintig jaar? Niets, een flits. Geen wonder, dat we een beetje nadenkend gestemd worden. En dan komen de goede voornemens! Nieuwjaar lijkt altijd zoo'n prachtige ge legenheid om een nieuw leven te beginnen! We zijn nu nog juist op 'n leeftijd, bepein zen we, waarop we onszelf nog veranderen en beteren kunnen. Over een jaar of wat gaat dat misschien niet meer; dan zitten we tè veel vastgegroeid in gewoonten en hebbelijkheden. Maar nu gaat 't nog wel. Er. we nemen ons veel en velerlei voor: we zul len eens wat vaker door de week naar de kerk zien te komen, we zullen een vast per centage van ons spaargeld voor goede wer ken opzij leggen; we zullen van die prikkelbaarheid afkomen, die er met de ja ren niet beter op wordt, we zullen Ook gewone goede voornemens van prac- tischen aard maken we graag en veel: we zullen meer en fikscher wandelen, onze gezondheid heeft 't zoo dringend noodig. We zullen ons uiterlijk beter verzorgen, er min der huisbakken gaan uitzien, ons nooit ofte nimmer meer eens een beetje laten gaan Die onaantrekkelijke jurk, die zoo makke lijk zit, zullen we weggeven; nooit meerden heelen dag op warme slofjes zonder hak ken blijven rondloopen; nooit meer "n kraagje dragen dat 'n ietsje smoezelig is. nooit meer berusten in onverzorgd haar. We zullen geen planten meer laten dood gaan uit pure nonchalance, geen verstel- werkjes weken lang uitstellen; eens wat le ven brengen in hQt sloome huiselijke me nu O. o. wat zullen we veel. en wat dóén we de eerste week van het nieuwe Jaar ook veel. M^ar hoe zal het in Februari zijn? In Maart?? Zulke Nieuwlaarsvoomemens zijn er om niet nagekomen te worden, zee-een de pessi misten. Och. gaat het eUen^'k zoo niet met de me°ste voornemens, d'e we door het jaar maken? Maar toch hoeven we niet Het is o zoo prettig als wü in ons home 'n ff Zoo'n flöH- rte a*/nfreyieed zWe. waar wil na ee- danen axbeM. of vfs'to. yimnop genoten van een kon thee. een babbeltl» of <>en booy. NT>t de meiibno^Hr>*y vrea«rt onze aan- d^cht. r°pn. 't t jtcrfc 5n tfo aaoVipp/^rvcr Een vroo^4v ypecpri 1n don cornaWomv-o-p s+ool, e°n d'to viap^ip ovor b°t rondo ^a- fo]Ho Pn drt+te JJnndo" ynoTrP-o yory fyn^ finpTM#» ppn tre^oWnr ppV»pp] V»r»rr*inirTCPrV mnof, 7 K^onvic pWirfnoo] pri rnod«i-n. Wat don kt TT V?n bof po^roiT) On tooVanlTlpt? TTöf fjg pedao"hf Vor\ w<t z'^dpri rnattlno^ gforo^pf niet V^on^pt"1. T^« «fnpfp fnod«rrip Klnn- ITlPn Irnritsori fxf f»oonn1?poor^ pf ppfl^Ardnnrd woeden. Fot eerstgenoemde is n*tnnrb*v VQo1 vnppr\ V-loiir de die iets lichter van tint is dan de ban den en festonneert met perlé zijde in de zelfde kleur. Het hart der bloem vult men met knoopjessteken van goudgele zijde. De lange, smalle bladeren worden lichtgroen gehouden, terwijl de rondjes tusschen de bloemen met zwarte zijde geborduurd wor den. Zoo'n garnituur kan men natuurlijk ook in andere kleuren houden, naar eigen smaak of passend bij de overige aanklee ding van ons interieur. Naast bovenge noemde kleuren geven de volgende een zeer apart cachet: goud-geel, diep-lila en tango De laatste kleur komt bizonder tot haar recht als men inplaats van wit, citroengeel matting kiest. Bij al de genoemde kleuren houdt men echter de rondjes In 't zwart. Wilt U een zeer apart, artistiek garni tuur? Neem dan zwarte zijde met vuur- rooden rand en bloemen en witte rondjes: of roode zijde met witten rand en bloemen en zwarte rondjes. De laatste twee combi naties heb ik laten vervaardigen en de keus tusschen deze twee was zoo moeilijk, dat ik besloot.... ze alle twee voor me zelf te behouden, ze waren tè mooi. Is dat geen aansporing voor U, dames? ETA TANGELDER. heelemaal te wanhopen. Naast de vele ge vallen, waarin we beschaamd moeten be kennen, dat er toch weer zoo bitter weinig van terecht is gekomen, staan toch ook an dere. We kunnen toch allen wel wijzen op een goede gewoonte die we trouw hebben volgehouden, van den dag af, dat het wen- schelijke ervan ons plots zoo helder voor oogen stond. We hadden toch vroeger wel een of ander gebrek, dat nu zelfs niet meer zijn kop opsteekt! Als zooiets ons vroeger gelukt is, dan moet het nu toch ook lukken, dan behoeven we den moed niet op te geven. De groote en eigenlijk eenige vijand van alle goede voornemens, de klip, waarop ze- bij na alle stranden, is doodgewone slofheid. sloomheid, slaperigheid. Na wakker ge schud te zijn door den ernst van den Oude jaarsdag en den Nieuwjaarsmorgen, dutten de goede voornemens weer behaaglijk voor een jaartje in. En omdat er niet zoo gauw een nieuwe aansporing komt om te ont waken, blijft dat maar zoo, maand in, maand uit. Tot we een volgend jaar weer met nieuwen ijver aan 't besluiten-nemen gaan! Als 't ons werkelijk ernst is met onze voornemens, zijn er echter wel middeltjes om ze wakker te houden, ook als de ver manende jaarswisseling alweer lang achter den rug is. Een heel simpel middeltje is een doodgewone kalender! Zoo'n maand- kalender met blokjes. Elke dag, waarop we 't voorgenomen goeds ook werkelijk heb ben uitgevoerd, krijgt 'n blauw kruisje. Een rood kruisje beteekent een terugval in de fout die we onszelf zouden afleeren! Be waar het blaadje van Januari, en kijk daarna eens, hoe Februari verloopt! Is de uitslag beduidend minder gunstig, dan werkt dat als een soort van wekker-alarm, 'n even sterke prikkel tot ernstige herzie ning als de heele Nieuwjaarsdag. Op die manier maken we 't onzen voornemens on mogelijk, voor langen tijd vredig in te slui meren! Over 't algemeen moeten we niet het be sluit nemen, ons heele leven te beteren, van nu af aan 'n volmaakt mensch, 'n „sterke vrouw" te worden. Zoo'n voornemen klinkt wel prachtig, maar 't heeft het minst le vensvatbaarheid van allemaal! Omdat de onuitvoerbaarheid ervan onzen goeden wil al spoedig zóó ontmoedigt, dat we 't in z'n geheel maar weer laten varen, zonder er ook maar iets van vast te houden! Veel beter is 't, één of hoogstens twee dingen onderhanden te nemen één goede ge woonte er bij, één onhebbelijke gewoonte er af! Dat is te overzien, heeft daarom kans van slagen. En als we met één zoo'n hoofd punt werkelijk succes gehad hebben, zal 't ons verrassen, hoe goed we plotsejing op weg zijn om dat ideaal van de „sterke" vrouw te benaderen, dat ons eerst zoo on bereikbaar leek! Nieuwjaarsvoornemens hóéven niet tot mislukking gedoemd te zijn! Een wakkere wil logenstraft alle pessimisten! S. A. T. Omtrent de voorj aars- en zomermode tasten wij nog in het duister. Wel zijn er al nieuwe voorjaarshoeden, die 'n groot contrast vormen met de voorgaande. Zij hebben n.l. een van voren opgeslagen rand. Of onze toiletten ook zulk 'n ingrij pende verandering zullen ondergaan, is nog niet zeker. De schouderversiering kan wel niet meer worden uitgebreid, want sommi ge japonnen zijn hierdoor werkelijk al een beetje buiten proportie. Voorloopig kunnen we ons nog wel aan schouderepauletten wagen en vooral als ze zóó zijn aangebracht, dat ze weer makke lijk afgenomen kunnen worden. Zoo zien we hier een jasje voor meisjes van tien jaar met een kleine lichte bont kraag en schouderepauletten, die wij er 'n volgend seizoen af kunnen tornen. Wij heb ben er 1.80 M. stof voor noodig van 140 c.M. breedte (no. 654). No. 574 is een japon van zwarte of don kerblauwe crêpe, versierd met een grooten kraag en ballons aan de mouwen van pa relgrijze crêpe georgette. Deze zijn afge werkt met twee ajournaadjes en een ge schulpt biesje. In den rok zien wij 'n punt- garneering, die doorloopt in de taille. No. 627 is een mantel van kasha angora met een bontsjaal van lichte vos. De schou dervolant loopt van voren en van achteren tot de taille door en mocht hij het volgend jaar uit de mode raken, dan kunnen wij den mantel natuurlijk ook zonder deze ver siering dragen. Dit model is zeer eenvoudig en zal dus wel in den smaak vallen bij haar, die van plan zijn het zelf te maken. POLA „Van alle op deze bladzijde voorkomende modellen, die aan het mode album „Winterweelde" ontleend zijn, kunnen bij Patronenkantoor „Panora", Nassauplein 1, Haarlem, patronen besteld worden tegen den prijs van 35 ets. voor mantels en japonnen, van 20 ets. voor rokken, kleine avondjasjes en kinderkleeding." Genomen maten: b.w. 94 c.M., lengte vanaf den schouder pl.m. 130 c.M. Benoodigd: 2.70 M. stof van 80 c.M. breedte, 70 c.M. stof om af te werken. Ge teekent het patroon, wat zeer eenvoudig ls. op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Vervolgens legt ge de pa tronen op de stof, waar na ge het geheel met één c.M. naad uitknipt, ter wijl ge onderaan nog 3 c.M. extra voor 'n zoom bij rekent. Hierna kunt ge de zijnaden en de beide schoudernaden met een platten naad verbinden. Bij de ronding onder den arm moet ge op gelijken afstand een paar kleine knipjes geven, daar an ders de naad trekt. Ver volgens maakt ge onder aan den 3 c.M. breeden zoom in. De korte mouwen worden afgewerkt met een bies, welke ge 33 c.M. lang en 5 c.M. breed knipt. Het 5 c.M. breede naadje wordt gestikt, waarna ge de bies op den verkeerden kant aan- en op den goeden kant overstikt. Het strookje langs de halslijn knipt ge 72 c.M. lang en 7 c.M. breed. Aan één kant maakt ge een smal zoompje, ofwel laat men het ajouren, waarna ge den anderen kant inrimpelt. t Strookje wordt op den goeden kant opge legd, midden op midden en de ruimte tot voor aan de halspunt gelijk verdeelen. Van de afwerkstof knipt ge een schuine bies, welke 140 c.M. lang en 3 c.M. breed ls Deze wordt op den verkeerden kant langs den hals gestikt en op den goeden kant overgenaaid, zoodat de rafels van kraagje en hals hiertus- schen komen. Het restee- rende gedeelte van de bies wordt dubbel gestikt en later gestrikt. De plooi tjes worden op de aan gegeven plaatsen 12 c.M. lang en J4 c.M. diep in- gestikt, terwijl onder het laatste plooitje aan den voorkant de ceintuur wordt meegestikt. Deze knipt ge 70 c.M. lang en 12 c.M. breed en werkt ge af met een smal zoompje, terwijl de einden puntig bijloopen. De ceintuur sluit op den rug met een strik. 'v.' DINY. Een onzer leeraressen schrijft ons: Inplaats van de altijd wat stugge slaapzakken voor de baby's kunt u beter aanraden deze van gewoon flanel te maken. Wanneer men dan 3 of 4 In voorraad heeft en de gebruikte lederen dag waseht. kan men het er best mee stellen. Even in de buitenlucht en dan desnoods by de kachel drogen. Die slaapzakken dienen niet om baby warm te maken, maar om het aftrappen van de dekens die voor de warmte moeten zorgen! te voorkomen. Daarom mag die slaap zak niet nauw en niet stug zijn, omdat baby er toch fijn ln trappelen kan. Mag ik u ook nog even vertellen, hoe lk wol len kleertjes enz. droog, die door „ophangen" rek ken? Op den waschketel. waarin de kinderwasch gekookt ls en die een heelen nacht heet blilft. Ik leg er een schoonen, dunnen doek boven op en dan het truitje of jurkje netjes ln het model, en stevig tusschen een paar doeken uitgeknepen. Des morgens is het droog of tenminste zoo, dat het zonder vrees voor uitrekken opgehangen kan worden buiten of op zolder. Misschien zijn er nog moeders, die vooral ln den winter het ook eens probeeren op deze manier kleertjes droog te krijgen. Een nieuw huis schoonmaken is een ver velend werkje. Overal treft men ongerech tigdheid aan en soms weet men werkelijk niet, hoe men sommige zaken goed moet reinigen. Kalkvlekken op ruiten en tegels verwij dert men met azijn. Lukt het den eersten keer niet, dan probeert men 't eens met warm zeepsop en daarna weer met azijn. Verfvlekken en -spatten treft men overal aan. Op de ruiten verwijdert men ze met een scherp voorwerp, b.v. een scheermesje of 'n kleinen schroevendraaier. Op andere plaatsen gebruikt men terpentijn; indien de vlekken er al lang op zitten, zal 't noo dig zijn de terpentijn eerst te verwarmen (au bain-marie, d.w.z. het fleschje indirect verwarmen, door het in een pannetje heet water te zetten). Ook verwarmde spiritus kan goede diensten bewijzen. Vloeren schrobt men met warm zeepsop, totdat het water niet meer vuil wordt. Het houtwerk moet men, daar de verf waarschijnlijk nog versch is, vooral met koud water (met azijn) reinigen; daardoor wordt de verf hard en houdt het kleven op. Het verweer de koperwerk zooals bel en brievenbus wordt weer goed door het met een nat doekje met Brusselsche aarde af te schu ren. In menig geval zal het tenslotte noodig zijn de fonteintjes en closets met geest van zout te reinigen of er overnacht een chloor - oplossing in te laten staan. Kachels kan men zeer vlug aanmaken, door eenige in petroleum gedrenkte kran ten te gebruiken. Nimmer mag men echter eerst het papier aansteken en er dan pe troleum op gieten! Kachels, die bij het aan maken erg rooken, maken we het beste aan door er met spiritus besprenkeld houtskool voor te gebruiken. Een v 1 huisvader kan voor zijn doch tertje '1. rdigen poppenwagen maken -an een houten trekkarretje, dat bij velen on gebruikt op zolder staat. Het lange hand vat wordt vervangen door een kort, waar mede de kleine meid het wagentje beter kan duwen. Het geheel krijgt een vroolijk lakverfje en moeder maakt er van kleurige cretonne kussentjes en een kapje voor! Het geraamte voor de kap kan men maken van pitriet of van stevig ijzerdraad. Een oude babybox kan nog voor verschil lende doeleinden gebruikt worden. Men kan b.v. twee zijden ervan overtrekken met een fleurig stofje en het geheel dan ais schermpje voor den haard of kinderkamer benutten. Ook leenen de zijden van een box zich er voor om in horizontale richting als droogrek gebruikt te worden. Mm breit met aluminium naalden no. 3. Als men daarbij 6)4 steek op de 2)4 c.M. krijgt wordt de pullover on der de armen 95 c.M. wijd, bij de hieronder opgegeven hoeveelheid steken en toeren. Men begint aan den onderkant van het voorpand, waarvoor men 116 st. opzet en breit eerst 10 c.M. 1 r. 1 aver, voor den boord. Dan begint het patroon, dat uit 2 toeren bestaat: le toer: 1 r., 1 aver. Verder 4 r., 2 aver, tot de laatste 6 st. Dan: 4 r., 1 aver., 1 r. 2e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r. Deze beide toeren herhaalt men tot men ongeveer 32 c.M. heeft gebreid van het be gin af, eindigend met den tweeden toer. Dan begint men aan de armsgaten als volgt: le toer: 6 st. afkanten, verder ln patroon breien. 2e toer: 6 st. afkan ten, 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r. Verder breit men ln patroon door, waar bij men, om den anderen toer, aan weers kanten van de naald 1 st. mindert tot er nog 90 st. overblijven. Dan breit men ver der zonder minderen tot het werk, van het begin af, ongeveer 45 c.M. lang is, eindigend met 'n aver. toer. Nu breit men den eersten schouder op de eerste 30 st. van de naald als volgt: le toer: 1 r., 4 keer: 4 r., 2 aver., 5 r.; omkeeren. 2e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r. 3e toer: ln patroon breien tot de laatste 3 st., dan: 2 st. samenbr., 1 r. 4e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r. Beide laatste toeren herhaalt men nog twee keer. 9e toer: In patroon breien. Nu wordt de schouder afgeschuind op deze manier: le toer: 1 r., aver, tot de laatste 9 st., om keeren. 2e toer: In patroon breien tot het einde. 3e toer: 1 r., aver, tot de laatste 18 st.; omkeeren. 4e toer: als de 2e. Afkanten. Met den rechterkant van het werk naar zich toe, brengt men nu de middelste 30 st. van het breiwerk op 'n naald met 2 pun ten en dan breit men op de laatste 30 st. den tweeden schouder als volgt: le toer: ln patroon breien. 2e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r. 3e toer: 1 r., 2 st. samenbr.; verder in patroon. 4e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r. Beide laatste toeren twee keer herhalen. Dan schuint men den schouder af. le toer: In patroon breien tot de laatste 9 st.; omkeeren. 2e toer: aver, tot den laatsten st., 1 r. 3e toer: In patroon breien tot de laatste 18 st., omkeeren. 4e toer: aver, tot den laatsten st., 1 r. 5e toer: In patroon breien tot het einde van den toer. Afkanten. De rug. 116 st. opzetten en precies eender breien als bij het voorpand tot de arms gaten bij den rug even hoog zijn als bij t voorpand, eindigend met een aver. toer. Dan schuint men den schouder af. le toer: In patroon breien tot de laatste 9 st., omkeeren. 2e toer: Aver, tot de laatste 9 st., om keeren. 3e toer: In patroon breien tot de laatste 18 st., omkeeren. 4e toer: Aver, tot de laatste 18 st.; om keeren. 5e toer: In patroon breien tot de laatste 27 st.. omkeeren. 6e toer; Aver, tot de laatste 27 st., om keeren. 7e toer: In patroon breien tot het einde van den toer. 8e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r. 9e toer: 27 st. af kan ten; in patroon breier tot het einde van den toer. le toer: 27 st. afkanten; 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r. Nu naait men de beide schoudernaden dicht, waarna men op 3 naalden de steken m het rond opneemt voor den boord. Men neemt daarvoor de eerste 15 st. van het voorpand op 1 naald. Met een 2e naald breit men de volgende 15 st. en dan nog 12 st. opzij van den schouder. Met 'n derde naald breit men de 30 st. van den rug en met een 4e naald breit men weer 12 st. opzij van den schouder en de overgebleven 15 st. van het voorpand. Men breit dan, ln de rondte, 1 r., 1 aver, tot de boord onge veer 12 c.M. hoog is. De mouwen: Men begint aan den boven kant, waarvoor men 46 st. opzet, le toer: 4 r„ 2 aver., aan het einde 4 r., 2 st. bij opzetten. 2e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 2 st. bij opzetten. Men breit zoo door, in patroon, aan het ein de van eiken toer 2 st. bij opzettend, tot men 82 st. op de naald heeft. Dan breit men 11 toe ren, in patroon, recht door, waarna men be gint te minderen. In den volgenden en ver der in eiken 12den toer breit men daarvoor, aan weerskanten van de naald, 2 st. samen tot er nog 62 .st. overblijven. 5 toeren zonder min deren. In den daarop- volgenden toer breit men: 1 r., 1 aver. Ver- 1 der: 4 r, 2 st. aver„ sa- menbr. tot de laatste 6 st. Dan 4 r„ 2 r., aa- menbreien. Tot slot breit men voor de manchet 7 8 c.M. 1 r. 1 aver. Afkanten. De mouwen worden dan ingenaaid, waar na men het breiwerk strijkt onder 'n voch- tigen doek, eer men de zijnaden dicht- naait. DORA We maken het taschje van zijde of stof, de voering wordt op dezelfde maat geknipt, terwijl tusschen de voering en de zijde een stevig stukje gaas komt. De voering en de zijde wordt rond om 1 cJM. grooter genomen voor den om slag; de zijkanten worden dichtgemaakt. Het bandje kan aan één stuk geknipt wor den, de overslag wordt puntig. Voor het motief behoeft geen strijkpatroon gemaakt te worden, want de roosjes zijn eenvoudig cirkeltjes, welke in een cirkel van 5 c.M. middellijn komen. Op een zwarten onder grond, b.v. van ribzijde, komen rose roosjes mooi uit. De cirkeltjes worden in vakjes verdeeld in a, b, c (zie kleine teekening). Het vakje a wordt rood-rose, het vakje b wordt diep rose, het vakje c wordt bleek- rose. U bewerkt alle roosjes met een platten steek. De groote cirkel wordt bewerkt met den knoopsgatensteek; rondom wordt het taschje eveneens met een knoopsgaten- steek bewerkt. Het platte reepje aan den achterkant van het taschje, om het aan de hand te dragen, bestaat uit twee laagjes stof met een stuk je gaas in het midden. Dit reepje wordt aangezet gelijk met het omwerken van den rand. Bij het taschje behoort een bijpassend étui voor uw flap-jack, en een étui voor kam en spiegel. U neemt de maat van uw poederdoos en neemt de stof rond om 1 c.M. ruimer. De beide cirkels zijn be werkt met het motief van het taschje. U borduurt de beide cirkels, en maakt ze dan met den knoopsgatensteek tegen elkaar, doch laat een kwart van boven open. Wan neer men het flap-jack wil voeren, dan worden deze cirkels 1 c.M. grooter genomen voor den inslag en de beide cirkels worden eerst gevoerd, alvorens het zakje in elkaar gemaakt wordt. U koopt eerst een kamme tje en een smal onbreekbaar spiegeltje, al vorens U het bijpasende étui gaat maken. De beide kanten worden geknipt voor het zakje, dat van onder in een zuiveren cirkel uitloopt. De overslag wordt aangeknipt; de voering evenals bij het flap-jack-zak je eerst tegen - genaaid met linnen ertusschen en daarna worden voor- en achterkant tegen elkaar gewerkt met den knoopsgatensteek. Bij het omwerken met dezen steek wordt onderaan een cirkel opgewerkt. Deze cirkel wordt eerst geborduurd met het roosjes-motief, daarna gevoerd, waarbij tevens een cirkel van linnen wordt tusschengewerkt. Deze cirkel komt onderaan; de onder- en zij kanten komen nu vast te zitten door de randbewerking. De bovenkant blijft los, om het spiegeltje in te kunnen doen. Deze kant wordt eveneens met den knoopsgatensteek afgewerkt. Een kwast kan tenslotte aan t werkstukje gezet worden voor verslering. De overslag sluit met een drukknoop en een sierknoopje buiten op. ANEMOON

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 14