T
Nieuwjaars voornemens
m
m
WE DRAGEN NOG EPAULETTEN
Dames^Nacfitjapoe
Nuttige wenken
Een aardig stelletje
fA
-
Sjir v
ilii'
met lange mouwen en hoogen boord
lllllllllllllillllllilllllllllllllIM
Een charmant toiletje
ÜluiiiiiM
]ID)E WOUW EM HAAK HU1SHOUDHVG
Er zal wel niemand zijn, die bij de jaar
wisseling niet het een of ander goed
of verstandig voornemen maakt! De
geheimzinnige nacht van den laatsten
December op den eersten Januari stemt
altijd weer wonderlijk ernstig en plechtig.
De tijd gaat altijd snel, maar op dien avond
vóélen we hem langs ons heen strijken.
Leek het niet gisteren, dat we hier den vo-
rigen keer samen zaten, wachtend op het
indrukwekkend slaan van twaalven, dat al
tijd weer even een rilling van ontroering
geeft, op het geknal der schoten buiten, 't
gefluit van booten en treinen? En als we
eens denken aan dien Nieuwjaarsdag van
vijf jaar geleden, is die dan niet grijpbaar,
belachelijk dichtbij? Wat is tien, twintig
jaar? Niets, een flits. Geen wonder, dat we
een beetje nadenkend gestemd worden.
En dan komen de goede voornemens!
Nieuwjaar lijkt altijd zoo'n prachtige ge
legenheid om een nieuw leven te beginnen!
We zijn nu nog juist op 'n leeftijd, bepein
zen we, waarop we onszelf nog veranderen
en beteren kunnen. Over een jaar of wat
gaat dat misschien niet meer; dan zitten
we tè veel vastgegroeid in gewoonten en
hebbelijkheden. Maar nu gaat 't nog wel. Er.
we nemen ons veel en velerlei voor: we zul
len eens wat vaker door de week naar de
kerk zien te komen, we zullen een vast per
centage van ons spaargeld voor goede wer
ken opzij leggen; we zullen van die
prikkelbaarheid afkomen, die er met de ja
ren niet beter op wordt, we zullen
Ook gewone goede voornemens van prac-
tischen aard maken we graag en veel: we
zullen meer en fikscher wandelen, onze
gezondheid heeft 't zoo dringend noodig. We
zullen ons uiterlijk beter verzorgen, er min
der huisbakken gaan uitzien, ons nooit ofte
nimmer meer eens een beetje laten gaan
Die onaantrekkelijke jurk, die zoo makke
lijk zit, zullen we weggeven; nooit meerden
heelen dag op warme slofjes zonder hak
ken blijven rondloopen; nooit meer "n
kraagje dragen dat 'n ietsje smoezelig is.
nooit meer berusten in onverzorgd haar.
We zullen geen planten meer laten dood
gaan uit pure nonchalance, geen verstel-
werkjes weken lang uitstellen; eens wat le
ven brengen in hQt sloome huiselijke me
nu O. o. wat zullen we veel. en wat dóén
we de eerste week van het nieuwe Jaar ook
veel. M^ar hoe zal het in Februari zijn? In
Maart??
Zulke Nieuwlaarsvoomemens zijn er om
niet nagekomen te worden, zee-een de pessi
misten. Och. gaat het eUen^'k zoo niet
met de me°ste voornemens, d'e we door
het jaar maken? Maar toch hoeven we niet
Het is o zoo prettig als wü in ons home
'n ff Zoo'n flöH-
rte a*/nfreyieed zWe. waar wil na ee-
danen axbeM. of vfs'to. yimnop
genoten van een kon thee. een babbeltl»
of <>en booy.
NT>t de meiibno^Hr>*y vrea«rt onze aan-
d^cht. r°pn. 't t jtcrfc 5n tfo aaoVipp/^rvcr
Een vroo^4v ypecpri 1n don cornaWomv-o-p
s+ool, e°n d'to viap^ip ovor b°t rondo ^a-
fo]Ho Pn drt+te
JJnndo" ynoTrP-o yory fyn^ finpTM#» ppn tre^oWnr
ppV»pp] V»r»rr*inirTCPrV mnof, 7
K^onvic pWirfnoo] pri rnod«i-n. Wat don kt TT
V?n bof po^roiT) On tooVanlTlpt? TTöf fjg
pedao"hf Vor\ w<t z'^dpri rnattlno^ gforo^pf
niet V^on^pt"1. T^« «fnpfp fnod«rrip Klnn-
ITlPn Irnritsori fxf f»oonn1?poor^ pf ppfl^Ardnnrd
woeden. Fot eerstgenoemde is n*tnnrb*v
VQo1 vnppr\ V-loiir
de die iets lichter van tint is dan de ban
den en festonneert met perlé zijde in de
zelfde kleur. Het hart der bloem vult men
met knoopjessteken van goudgele zijde. De
lange, smalle bladeren worden lichtgroen
gehouden, terwijl de rondjes tusschen de
bloemen met zwarte zijde geborduurd wor
den. Zoo'n garnituur kan men natuurlijk
ook in andere kleuren houden, naar eigen
smaak of passend bij de overige aanklee
ding van ons interieur. Naast bovenge
noemde kleuren geven de volgende een zeer
apart cachet: goud-geel, diep-lila en tango
De laatste kleur komt bizonder tot haar
recht als men inplaats van wit, citroengeel
matting kiest. Bij al de genoemde kleuren
houdt men echter de rondjes In 't zwart.
Wilt U een zeer apart, artistiek garni
tuur? Neem dan zwarte zijde met vuur-
rooden rand en bloemen en witte rondjes:
of roode zijde met witten rand en bloemen
en zwarte rondjes. De laatste twee combi
naties heb ik laten vervaardigen en de
keus tusschen deze twee was zoo moeilijk,
dat ik besloot.... ze alle twee voor me zelf
te behouden, ze waren tè mooi. Is dat geen
aansporing voor U, dames?
ETA TANGELDER.
heelemaal te wanhopen. Naast de vele ge
vallen, waarin we beschaamd moeten be
kennen, dat er toch weer zoo bitter weinig
van terecht is gekomen, staan toch ook an
dere. We kunnen toch allen wel wijzen op
een goede gewoonte die we trouw hebben
volgehouden, van den dag af, dat het wen-
schelijke ervan ons plots zoo helder voor
oogen stond. We hadden toch vroeger wel
een of ander gebrek, dat nu zelfs niet meer
zijn kop opsteekt! Als zooiets ons vroeger
gelukt is, dan moet het nu toch ook lukken,
dan behoeven we den moed niet op te
geven.
De groote en eigenlijk eenige vijand van
alle goede voornemens, de klip, waarop ze-
bij na alle stranden, is doodgewone slofheid.
sloomheid, slaperigheid. Na wakker ge
schud te zijn door den ernst van den Oude
jaarsdag en den Nieuwjaarsmorgen, dutten
de goede voornemens weer behaaglijk voor
een jaartje in. En omdat er niet zoo gauw
een nieuwe aansporing komt om te ont
waken, blijft dat maar zoo, maand in,
maand uit. Tot we een volgend jaar weer
met nieuwen ijver aan 't besluiten-nemen
gaan!
Als 't ons werkelijk ernst is met onze
voornemens, zijn er echter wel middeltjes
om ze wakker te houden, ook als de ver
manende jaarswisseling alweer lang achter
den rug is. Een heel simpel middeltje is
een doodgewone kalender! Zoo'n maand-
kalender met blokjes. Elke dag, waarop we
't voorgenomen goeds ook werkelijk heb
ben uitgevoerd, krijgt 'n blauw kruisje. Een
rood kruisje beteekent een terugval in de
fout die we onszelf zouden afleeren! Be
waar het blaadje van Januari, en kijk
daarna eens, hoe Februari verloopt! Is de
uitslag beduidend minder gunstig, dan
werkt dat als een soort van wekker-alarm,
'n even sterke prikkel tot ernstige herzie
ning als de heele Nieuwjaarsdag. Op die
manier maken we 't onzen voornemens on
mogelijk, voor langen tijd vredig in te slui
meren!
Over 't algemeen moeten we niet het be
sluit nemen, ons heele leven te beteren, van
nu af aan 'n volmaakt mensch, 'n „sterke
vrouw" te worden. Zoo'n voornemen klinkt
wel prachtig, maar 't heeft het minst le
vensvatbaarheid van allemaal! Omdat de
onuitvoerbaarheid ervan onzen goeden wil
al spoedig zóó ontmoedigt, dat we 't in z'n
geheel maar weer laten varen, zonder er
ook maar iets van vast te houden! Veel
beter is 't, één of hoogstens twee dingen
onderhanden te nemen één goede ge
woonte er bij, één onhebbelijke gewoonte er
af! Dat is te overzien, heeft daarom kans
van slagen. En als we met één zoo'n hoofd
punt werkelijk succes gehad hebben, zal 't
ons verrassen, hoe goed we plotsejing op
weg zijn om dat ideaal van de „sterke"
vrouw te benaderen, dat ons eerst zoo on
bereikbaar leek!
Nieuwjaarsvoornemens hóéven niet tot
mislukking gedoemd te zijn! Een wakkere
wil logenstraft alle pessimisten!
S. A. T.
Omtrent de voorj aars- en zomermode
tasten wij nog in het duister. Wel zijn
er al nieuwe voorjaarshoeden, die 'n
groot contrast vormen met de voorgaande.
Zij hebben n.l. een van voren opgeslagen
rand. Of onze toiletten ook zulk 'n ingrij
pende verandering zullen ondergaan, is nog
niet zeker. De schouderversiering kan wel
niet meer worden uitgebreid, want sommi
ge japonnen zijn hierdoor werkelijk al een
beetje buiten proportie.
Voorloopig kunnen we ons nog wel aan
schouderepauletten wagen en vooral als ze
zóó zijn aangebracht, dat ze weer makke
lijk afgenomen kunnen worden.
Zoo zien we hier een jasje voor meisjes
van tien jaar met een kleine lichte bont
kraag en schouderepauletten, die wij er 'n
volgend seizoen af kunnen tornen. Wij heb
ben er 1.80 M. stof voor noodig van 140 c.M.
breedte (no. 654).
No. 574 is een japon van zwarte of don
kerblauwe crêpe, versierd met een grooten
kraag en ballons aan de mouwen van pa
relgrijze crêpe georgette. Deze zijn afge
werkt met twee ajournaadjes en een ge
schulpt biesje. In den rok zien wij 'n punt-
garneering, die doorloopt in de taille.
No. 627 is een mantel van kasha angora
met een bontsjaal van lichte vos. De schou
dervolant loopt van voren en van achteren
tot de taille door en mocht hij het volgend
jaar uit de mode raken, dan kunnen wij
den mantel natuurlijk ook zonder deze ver
siering dragen. Dit model is zeer eenvoudig
en zal dus wel in den smaak vallen bij haar,
die van plan zijn het zelf te maken.
POLA
„Van alle op deze bladzijde voorkomende modellen, die aan het mode
album „Winterweelde" ontleend zijn, kunnen bij Patronenkantoor „Panora",
Nassauplein 1, Haarlem, patronen besteld worden tegen den prijs van 35 ets.
voor mantels en japonnen, van 20 ets. voor rokken, kleine avondjasjes en
kinderkleeding."
Genomen maten: b.w. 94 c.M., lengte
vanaf den schouder pl.m. 130 c.M.
Benoodigd: 2.70 M. stof van 80 c.M.
breedte, 70 c.M. stof om af te werken. Ge
teekent het patroon, wat zeer eenvoudig ls.
op de aangegeven maten, waarna ge het op
de vaste lijnen uitknipt.
Vervolgens legt ge de pa
tronen op de stof, waar
na ge het geheel met één
c.M. naad uitknipt, ter
wijl ge onderaan nog 3
c.M. extra voor 'n zoom
bij rekent. Hierna kunt ge
de zijnaden en de beide
schoudernaden met een
platten naad verbinden.
Bij de ronding onder den
arm moet ge op gelijken
afstand een paar kleine
knipjes geven, daar an
ders de naad trekt. Ver
volgens maakt ge onder
aan den 3 c.M. breeden
zoom in. De korte mouwen
worden afgewerkt met een bies, welke ge
33 c.M. lang en 5 c.M. breed knipt. Het
5 c.M. breede naadje wordt gestikt, waarna
ge de bies op den verkeerden kant aan- en
op den goeden kant overstikt. Het strookje
langs de halslijn knipt ge 72 c.M. lang en
7 c.M. breed. Aan één kant maakt ge een
smal zoompje, ofwel laat men het ajouren,
waarna ge den anderen kant inrimpelt. t
Strookje wordt op den goeden kant opge
legd, midden op midden en de ruimte tot
voor aan de halspunt gelijk verdeelen. Van
de afwerkstof knipt ge een schuine
bies, welke 140 c.M. lang en 3 c.M. breed ls
Deze wordt op den verkeerden kant langs
den hals gestikt en op den
goeden kant overgenaaid,
zoodat de rafels van
kraagje en hals hiertus-
schen komen. Het restee-
rende gedeelte van de bies
wordt dubbel gestikt en
later gestrikt. De plooi
tjes worden op de aan
gegeven plaatsen 12 c.M.
lang en J4 c.M. diep in-
gestikt, terwijl onder het
laatste plooitje aan den
voorkant de ceintuur
wordt meegestikt. Deze
knipt ge 70 c.M. lang en 12
c.M. breed en werkt ge af
met een smal zoompje, terwijl de einden
puntig bijloopen. De ceintuur sluit op den
rug met een strik.
'v.'
DINY.
Een onzer leeraressen schrijft ons:
Inplaats van de altijd wat stugge slaapzakken
voor de baby's kunt u beter aanraden deze van
gewoon flanel te maken. Wanneer men dan 3
of 4 In voorraad heeft en de gebruikte lederen
dag waseht. kan men het er best mee stellen.
Even in de buitenlucht en dan desnoods by de
kachel drogen. Die slaapzakken dienen niet om
baby warm te maken, maar om het aftrappen
van de dekens die voor de warmte moeten
zorgen! te voorkomen. Daarom mag die slaap
zak niet nauw en niet stug zijn, omdat baby
er toch fijn ln trappelen kan.
Mag ik u ook nog even vertellen, hoe lk wol
len kleertjes enz. droog, die door „ophangen" rek
ken? Op den waschketel. waarin de kinderwasch
gekookt ls en die een heelen nacht heet blilft.
Ik leg er een schoonen, dunnen doek boven op en
dan het truitje of jurkje netjes ln het model, en
stevig tusschen een paar doeken uitgeknepen.
Des morgens is het droog of tenminste zoo, dat
het zonder vrees voor uitrekken opgehangen kan
worden buiten of op zolder.
Misschien zijn er nog moeders, die vooral
ln den winter het ook eens probeeren op deze
manier kleertjes droog te krijgen.
Een nieuw huis schoonmaken is een ver
velend werkje. Overal treft men ongerech
tigdheid aan en soms weet men werkelijk
niet, hoe men sommige zaken goed moet
reinigen.
Kalkvlekken op ruiten en tegels verwij
dert men met azijn. Lukt het den eersten
keer niet, dan probeert men 't eens met
warm zeepsop en daarna weer met azijn.
Verfvlekken en -spatten treft men overal
aan. Op de ruiten verwijdert men ze met
een scherp voorwerp, b.v. een scheermesje
of 'n kleinen schroevendraaier. Op andere
plaatsen gebruikt men terpentijn; indien
de vlekken er al lang op zitten, zal 't noo
dig zijn de terpentijn eerst te verwarmen
(au bain-marie, d.w.z. het fleschje indirect
verwarmen, door het in een pannetje heet
water te zetten). Ook verwarmde spiritus
kan goede diensten bewijzen. Vloeren
schrobt men met warm zeepsop, totdat het
water niet meer vuil wordt. Het houtwerk
moet men, daar de verf waarschijnlijk nog
versch is, vooral met koud water (met
azijn) reinigen; daardoor wordt de verf
hard en houdt het kleven op. Het verweer
de koperwerk zooals bel en brievenbus
wordt weer goed door het met een nat
doekje met Brusselsche aarde af te schu
ren.
In menig geval zal het tenslotte noodig
zijn de fonteintjes en closets met geest van
zout te reinigen of er overnacht een chloor -
oplossing in te laten staan.
Kachels kan men zeer vlug aanmaken,
door eenige in petroleum gedrenkte kran
ten te gebruiken. Nimmer mag men echter
eerst het papier aansteken en er dan pe
troleum op gieten! Kachels, die bij het aan
maken erg rooken, maken we het beste aan
door er met spiritus besprenkeld houtskool
voor te gebruiken.
Een v 1 huisvader kan voor zijn doch
tertje '1. rdigen poppenwagen maken -an
een houten trekkarretje, dat bij velen on
gebruikt op zolder staat. Het lange hand
vat wordt vervangen door een kort, waar
mede de kleine meid het wagentje beter
kan duwen. Het geheel krijgt een vroolijk
lakverfje en moeder maakt er van kleurige
cretonne kussentjes en een kapje voor! Het
geraamte voor de kap kan men maken van
pitriet of van stevig ijzerdraad.
Een oude babybox kan nog voor verschil
lende doeleinden gebruikt worden. Men
kan b.v. twee zijden ervan overtrekken met
een fleurig stofje en het geheel dan ais
schermpje voor den haard of kinderkamer
benutten. Ook leenen de zijden van een box
zich er voor om in horizontale richting als
droogrek gebruikt te worden.
Mm breit met aluminium naalden no.
3. Als men daarbij 6)4 steek op de
2)4 c.M. krijgt wordt de pullover on
der de armen 95 c.M. wijd, bij de hieronder
opgegeven hoeveelheid steken en toeren.
Men begint aan den onderkant van het
voorpand, waarvoor men 116 st. opzet en
breit eerst 10 c.M. 1 r. 1 aver, voor den
boord. Dan begint het patroon, dat uit 2
toeren bestaat:
le toer: 1 r., 1 aver. Verder 4 r., 2 aver,
tot de laatste 6 st. Dan: 4 r., 1 aver., 1 r.
2e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st.,
1 r.
Deze beide toeren herhaalt men tot men
ongeveer 32 c.M. heeft gebreid van het be
gin af, eindigend met den tweeden toer.
Dan begint men aan de armsgaten als
volgt:
le toer: 6 st. afkanten, verder ln patroon
breien.
2e toer: 6 st. afkan ten, 1 r., aver, tot den
laatsten st., 1 r.
Verder breit men ln patroon door, waar
bij men, om den anderen toer, aan weers
kanten van de naald 1 st. mindert tot er
nog 90 st. overblijven. Dan breit men ver
der zonder minderen tot het werk, van het
begin af, ongeveer 45 c.M. lang is, eindigend
met 'n aver. toer.
Nu breit men den eersten schouder op de
eerste 30 st. van de naald als volgt:
le toer: 1 r., 4 keer: 4 r., 2 aver., 5 r.;
omkeeren.
2e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st.,
1 r.
3e toer: ln patroon breien tot de laatste
3 st., dan: 2 st. samenbr., 1 r.
4e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r.
Beide laatste toeren herhaalt men nog
twee keer.
9e toer: In patroon breien.
Nu wordt de schouder afgeschuind op
deze manier:
le toer: 1 r., aver, tot de laatste 9 st., om
keeren.
2e toer: In patroon breien tot het einde.
3e toer: 1 r., aver, tot de laatste 18 st.;
omkeeren.
4e toer: als de 2e. Afkanten.
Met den rechterkant van het werk naar
zich toe, brengt men nu de middelste 30 st.
van het breiwerk op 'n naald met 2 pun
ten en dan breit men op de laatste 30 st.
den tweeden schouder als volgt:
le toer: ln patroon breien.
2e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r.
3e toer: 1 r., 2 st. samenbr.; verder in
patroon.
4e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 1 r.
Beide laatste toeren twee keer herhalen.
Dan schuint men den schouder af.
le toer: In patroon breien tot de laatste 9
st.; omkeeren.
2e toer: aver, tot den laatsten st., 1 r.
3e toer: In patroon breien tot de laatste
18 st., omkeeren.
4e toer: aver, tot den laatsten st., 1 r.
5e toer: In patroon breien tot het einde
van den toer. Afkanten.
De rug. 116 st. opzetten en precies eender
breien als bij het voorpand tot de arms
gaten bij den rug even hoog zijn als bij t
voorpand, eindigend met een aver. toer.
Dan schuint men den schouder af.
le toer: In patroon breien tot de laatste
9 st., omkeeren.
2e toer: Aver, tot de laatste 9 st., om
keeren.
3e toer: In patroon breien tot de laatste
18 st., omkeeren.
4e toer: Aver, tot de laatste 18 st.; om
keeren.
5e toer: In patroon breien tot de laatste
27 st.. omkeeren.
6e toer; Aver, tot de laatste 27 st., om
keeren.
7e toer: In patroon breien tot het einde
van den toer.
8e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st.,
1 r.
9e toer: 27 st. af kan ten; in patroon breier
tot het einde van den toer.
le toer: 27 st. afkanten; 1 r., aver, tot
den laatsten st., 1 r.
Nu naait men de beide schoudernaden
dicht, waarna men op 3 naalden de steken
m het rond opneemt voor den boord. Men
neemt daarvoor de eerste 15 st. van het
voorpand op 1 naald. Met een 2e naald
breit men de volgende 15 st. en dan nog 12
st. opzij van den schouder. Met 'n derde
naald breit men de 30 st. van den rug
en met een 4e naald breit men weer 12 st.
opzij van den schouder en de overgebleven
15 st. van het voorpand. Men breit dan, ln
de rondte, 1 r., 1 aver, tot de boord onge
veer 12 c.M. hoog is.
De mouwen: Men begint aan den boven
kant, waarvoor men 46 st. opzet,
le toer: 4 r„ 2 aver., aan het einde 4 r.,
2 st. bij opzetten.
2e toer: 1 r., aver, tot den laatsten st., 2
st. bij opzetten.
Men breit zoo door,
in patroon, aan het ein
de van eiken toer 2 st.
bij opzettend, tot men 82
st. op de naald heeft.
Dan breit men 11 toe
ren, in patroon, recht
door, waarna men be
gint te minderen. In
den volgenden en ver
der in eiken 12den toer
breit men daarvoor, aan
weerskanten van de
naald, 2 st. samen tot er
nog 62 .st. overblijven.
5 toeren zonder min
deren. In den daarop-
volgenden toer breit
men: 1 r., 1 aver. Ver-
1 der: 4 r, 2 st. aver„ sa-
menbr. tot de laatste 6 st. Dan 4 r„ 2 r., aa-
menbreien.
Tot slot breit men voor de manchet 7
8 c.M. 1 r. 1 aver. Afkanten.
De mouwen worden dan ingenaaid, waar
na men het breiwerk strijkt onder 'n voch-
tigen doek, eer men de zijnaden dicht-
naait.
DORA
We maken het taschje van zijde of
stof, de voering wordt op dezelfde
maat geknipt, terwijl tusschen de
voering en de zijde een stevig stukje gaas
komt. De voering en de zijde wordt rond
om 1 cJM. grooter genomen voor den om
slag; de zijkanten worden dichtgemaakt.
Het bandje kan aan één stuk geknipt wor
den, de overslag wordt puntig. Voor het
motief behoeft geen strijkpatroon gemaakt
te worden, want de roosjes zijn eenvoudig
cirkeltjes, welke in een cirkel van 5 c.M.
middellijn komen. Op een zwarten onder
grond, b.v. van ribzijde, komen rose roosjes
mooi uit. De cirkeltjes worden in vakjes
verdeeld in a, b, c (zie kleine teekening).
Het vakje a wordt rood-rose, het vakje b
wordt diep rose, het vakje c wordt bleek-
rose.
U bewerkt alle roosjes met een platten
steek. De groote cirkel wordt bewerkt met
den knoopsgatensteek; rondom wordt het
taschje eveneens met een knoopsgaten-
steek bewerkt.
Het platte reepje aan den achterkant van
het taschje, om het aan de hand te dragen,
bestaat uit twee laagjes stof met een stuk
je gaas in het midden. Dit reepje wordt
aangezet gelijk met het omwerken van
den rand. Bij het taschje behoort een
bijpassend étui voor uw flap-jack, en een
étui voor kam en spiegel. U neemt de maat
van uw poederdoos en neemt de stof rond
om 1 c.M. ruimer. De beide cirkels zijn be
werkt met het motief van het taschje. U
borduurt de beide cirkels, en maakt ze dan
met den knoopsgatensteek tegen elkaar,
doch laat een kwart van boven open. Wan
neer men het flap-jack wil voeren, dan
worden deze cirkels 1 c.M. grooter genomen
voor den inslag en de beide cirkels worden
eerst gevoerd, alvorens het zakje in elkaar
gemaakt wordt. U koopt eerst een kamme
tje en een smal onbreekbaar spiegeltje, al
vorens U het bijpasende étui gaat maken.
De beide kanten worden geknipt voor het
zakje, dat van onder in een zuiveren cirkel
uitloopt.
De overslag wordt aangeknipt; de voering
evenals bij het flap-jack-zak je eerst tegen -
genaaid met linnen ertusschen en daarna
worden voor- en achterkant tegen elkaar
gewerkt met den knoopsgatensteek. Bij het
omwerken met dezen steek wordt onderaan
een cirkel opgewerkt. Deze cirkel wordt
eerst geborduurd met het roosjes-motief,
daarna gevoerd, waarbij tevens een cirkel
van linnen wordt tusschengewerkt. Deze
cirkel komt onderaan; de onder- en zij
kanten komen nu vast te zitten door de
randbewerking. De bovenkant blijft los, om
het spiegeltje in te kunnen doen. Deze kant
wordt eveneens met den knoopsgatensteek
afgewerkt. Een kwast kan tenslotte aan t
werkstukje gezet worden voor verslering.
De overslag sluit met een drukknoop en
een sierknoopje buiten op.
ANEMOON