Een Poolzee in eigen land
■KHI j H
3':'%
VAREN IN DEN MIST
Ittiiil
ÜP
mÊÊÊÊÊMmmSBÊÊÊBmmÊhm
-
„EEN
GEZONDE GEEST
DINSDAG 9 JANUARI
De tocht van Ijsbeeren „IJssel"
door het dichtgevroren
IJselmeer
Het doel bereikt!
Op zoek naar den Ketel
Blindemannetje in het ijs
In behouden haven
Na de „IJssel" de Friesland
Leden Radioraad
OMZETBELASTING
Vóór 1 Januari geïmporteerde goe
deren kunnen vrijgesteld worden
OVER HET IJSSELMEER
De „Friesland" te Amsterdam
MR. DR. TER PELKWIJK
ZEEMACHT IN INDIË
De wisseling in het commando
HULDIGING PELIKAAN-
BEMANNING
R.K. Begrafenisvereeniging
Aan de gevolgen overleden
POOLZEE IN EIGEN LAND
De „Ijsbeer" voor de haven van Kampen
ISTIZIN-TABLETTEM
Tramwegen Achterhoek
Bevordering van de samenwerking
EEN LOODS SPOORLOOS
VERDWENEN
Moest voor den Raad voor de
Scheepvaart verschijnen
VRACHTAUTO VERNIELD
Bestuurder ernstig gewond
opgenomen
Buurtverkeer UtrechtNaar den
Onder het ijs geschoten
Visscher met moeite gered
BENOEMINGEN
In het Aartsbisdom
DEGENKAMPIOENSCHAP
VOOR SCHERMPROFESSEURS
Foresto Paoli winnaar uit een
groep van tien schermers
STROOPERSDRAMA
De Pelikaan-uitzending
Broeders van St. Joseph
Leerling-verplegenden
DE TEELTBEPERKING VAN
HET RUNDVEE
Afname van vrouwelijke nuchtere
kalveren
PATER MAXIMUS O.M. CAP. t
Lector der philosophie te Udenhout
DE „CERES" ZAKT NOG
DIEPER WEG
Kansen tot lichten ongunstig
Auto tegen een boom
Lichamelijke Opvoeding
BOKSEN
VAN VLIET BLIJFT KAMPIOEN
VAN NEDERLAND
Bokswedstrijden in Den Haag
(Slot)
Op de kajuitbank van de „IJssel" hebben we
zoo goed geslapen als dat maar mogelijk was,
liggende tegen een scheepswand die met de
andere zijde langs het ijs schuurt en waartegen
de schotsen onophoudelijk met donderend ge
raas opbotsen.
Als wij weer wakker worden, is het licht. Tot
onze verwondering zwijgen de machines, en
als wij aan dek komen om de situatie te ver
kennen, vinden we ons omgeven door een
dichten nevel. We zien dat de „Ijsbeer" naast
de „IJssel" voor anker ligt in het ijs. Dat is
overigens alles wat we zien, want de geheele
omgeving is verder door den mist aan ons oog
onttrokken. Na de prachtig-heldere lucht, die
we gisteravond elf uur nog bewonderd hebben,
is dit een heele ontgoocheling; hoe kan het
weer zoo snel omslaan? Van de états-major van
de beide schepen, die krijgsraad houden, ver
nemen we dat den geheelen nacht is doorge
varen tot ongeveer vijf uur. Toen was door
den mist het zicht zoo slecht geworden, dat
men beloten had, de zaak stil te leggen en
het daglicht af te wachten.
Waar zyn we nu? Ja, wie kan
het zeggen? Het laatste houvast
dat we gisteravond hadden was het
vuur van Urk. Maar hoe ver we
daar nu voorbij zijn, valt met geen
mogelijkheid te zeggen. De lengte
van den weg dien men sindsdien
heeft afgelegd, nu eens met moeite,
dan weer iets vlotter zich een weg
banend door het ijs, is op geen kilo
meter nauwkeurig te schatten.
In den nanacht heeft men, aan bakboord,
nog een licht gezien, dat was de lichtboei die
hoort te liggen op vijf K M. ten Zuiden van
den Ketel, d i. de zes K.M. ver in zee vooruit
stekende mond van de IJsel nabij Kampen.
Men wist echter wel zeker, dat men zóóver
nog niet was, en moest daarom wel aannemen
dat de boei door het ijs van zijn anker was
losgeslagen en naar het Oosten was afgedre
ven. Op dat baken kon men dus ook niet af
gaan, maar toch giste men, dat we nu wel
vlak bij de Ketel zouden zijn.
De gebeurtenissen van dien dag zouden be
wijzen hoe ver we er nog naast waren.
Intusschen zou het een heele toer zijn, om
den riviermond in den mist te vinden. Te negen
uur werd het anker gelicht. De ,,Beer" zou er
alleen op uit gaan, en als de monding gevon
den was, zou hij de „IJssel" komen ophalen.
Wij besloten, met de „Beer" mee te gaan
Schril gilden bij het vertrek de stoomfluiten
over de ijsvlakte, toen wij de silhouet van de
„IJssel" in den mist zagen vervagen. Toen pas
kwamen we op het idee, dat een pooltocht wel
eens geen onverdeeld genoegen zou kunnen zijn
Een enkel maal is zoo'n „ijzig" avontuur wel
aardig, maar je zou zoo toch geen maanden
bezig moeten blijven. De „Ijsbeer" volgt een
breede geul naar het N. O., langzaam, lang
zaam, want men kan amper honderd meter
vooruit zien. en kan ieder oogenblik op een der
dammen van het Keteldiep stooten. Aanhou
dend wordt de diepte van het water gepeild,
of men misschien den ondiepen drempel van den
Ketel kan voelen, maar de diepte blijft vijftien
voet: dat is te diep, en dus wordt rechtsom
keert gemaakt, terug naar de „IJssel" en dan
weer opnieuw vooruit, nu naar het Zuid-
Oosten.
Dien koers blijven we dan houden. De „IJs
sel" volgt thans weer, en langzaam gaan de
beide schepen vooruit, te midden van de ein-
delooze ijsvelden. Nu en dan moet de „Ijsbeer"
een eind achteruit varen, om de gemaakte geul
voor de „IJssel" te verbreeden. Want het ijs
heeft hier gekruid, en onder de ijslaag liggen
losse schotsen, die bij het uiteeenscheuren van
het fjsdek de geul terstond vullen. Het staat
nu ook wel vast, dat er van een geregelden
dienst door den eenmaal opengebroken vaar
geul niets kan komen, want het ijs ligt niet
stil. Harder dan gisteren waait de Zuid-Oos
ten wind en blaast al het ijs naar het Noord-
Westen van het IJselmeer. Het slop dat wij
maken, sluit zich weer achter ons, en wanneer
de ijsbreker hier of daar een barst in het ijs
maakt, zien we de randen al spoedig over el
kander heenschuiven. Ook de terugtocht zal
niet anders dan met een ijsbreker mogelijk
zijn.
De pieren van het Keteldiep, waarnaar we
zoeken, blijven intusschen onvindbaar. We tu
ren in alle richtingen, maar verder dan honderd
meter rondom ons kunnen we toch niet zien.
Telkens meent iemand hen te ontdekken in den
mist, maar altijd weer blijkt het een ijsrug of
een donkere plek in het ijs te zijn, en ook
het vaarwater wil maar niet ondieper worden.
Zoo varen we den heelen morgen door, als
verdwaalde poolreizigers. We krijgen nu ook
ijsbergen te zien, want het ijs is hier al flink
in beweging geweest. We zien stapels schotsen
van verscheidene meters hoog, en het wordt
een kunst op zichzelf voor den kapitein van
den ijsbreker, om die plekken, waar het ijs
dubbel ligt, te vermijden.
Tegen twaalf uur wordt gestopt en de motor
stilgezet, om te luisteren of we misschien mist-
seinen hooren. Want zoowel op Schokland als
aan den ingang van den Ketel staat een bel-
signaal. We spitsen de ooren, luisteren naar
alle kanten, maar niets is hoorbaar dan het
zachte gieren van den wind over het ijs.
Verder dus maar weer, steeds naar het Zuid-
Oosten toe. Na den middag trekt de mist wat
op, het wordt lichter, maar het landschap dat
zich voor onze oogen ontrolt is ijs, ijs en nog
eens ijs. We rekenen al uit: nog maar een
paar uurtjes, en dan wordt het weer donker,
en we vragen ons af, of het avontuur ons ook
nog onzen Zondag zal kosten. Somber turen
we naar den horizon vóór ons, vanuit de ruime,
maar slecht verwarmde stuurhut van de „Ijs
beer".
Dan plotseling het is over
tweeën een juichkreet van schip
per Brandsma. „Daar is de Ketel."
Allen springen we op, en ja, scherp
aan stuurboord zien we, zelfs vrij
duidelijk, de beide torens die aan
weerszijden den ingang van het
Keteldiep aangeven. Zóó duidelijk,
dat we ons verbazen, ze niet éérder
gezien te hebben. Onze koers was
dus goed geweest!
Juichend loeit de sirene om het blijde nieuws
aan de „IJssel" te melden, en met blijdschap
wordt het "roer omgegooid, zóó enthousiast
zelfs dat het te betwijfelen valt of de „IJssel"
ons in de scherpe bocht wel zal kunnen
volgen.
Bijna op datzelfde oogenblik breekt de zon
door het nevelgordijn en werpt vanuit het
Westen reeds haar eerste bleeke stralen op
de ijsvlakte. In een wijde bocht varen we nu
Zuidwaarts, om de torens van het Keteldiep
heen, tot we ze bijna in elkanders verlengde
zien, want men kan den riviermond slechts
vanuit het Zuiden binmankomen. Maar ook
hier wegen de laatste loodjes het zwaarst:
het ijs is hier bijzonder ruw en dik, en drie
maal moet de „Beer" terugdeinzen en storm-
loopen, voor de laatste ijswal is stuk geram
meid.
Nog een laatste verrassing. De lucht wordt
weer hier en daar blauw, en als we nog slechts
eenige tientallen meters van den havonmond af
zijn, komt, als een overwinningbrengende vogel,
een zilvergewiekte K. L. M. Fokker uit het Oos
ten aanstormen. Het is de P. H. A. G. A.,
en het Hjkt of hij ons gezocht heeft, want op
slechts honderd meter hoogte beschrijft hij een
cirkel boven onze hoofden en de piloot wuift
met de hand- Met de stoomfluit beantwoorden
we den groet dan verdwijnt de machine
weer even snel als zij gekomen is.
Het is 2,40 uur, als de „Ijsbeer", na een
volbrachten tocht van 34 uur, tusschen de
beide havenhoofden door, het Keteldiep bin
nenglijdt, dat gelukkig vrij van ijs is. Als we
nog ongeveer twintig meter van den lichttoren
op de Zuidelijke pier verwijderd zijn de
mist is nu geheel opgetrokken bemerken we
met verbazing, dat het havenlicht.... brandt,
en als we goed luisteren, kunnen we ook het
belsignaal hooren. Geen wonder dat we daarin
den mist vergeefs naar hebben gezocht.
De signalen aan den ingang van
den Ketel zyn geheel en al onvol
doende. Van het belsein hoort men
op honderd meter afstand al niets
meer, en met het vuur is het al niet
veel beter. In tegenstelling met de
uitstekende signalen op Urk en op
den Hoek van het IJ, die men op
tien K.M. afstand kan waarnemen,
is de ingang van den IJsel bij slecht
zicht haast niet te vinden.
Het zou goed zijn, als daar eens
verbetering in kwam.
In het Keteldiep komt de „IJssel" even
langszij liggen en wij gaan over op het groote
schip. Ook daar alleen blijde gezichten over
de behouden thuiskomst.
Zoo is de mensch: als alles voorbij is, wordt
het avontuur pas mooi. In de kajuit drinken
we nog een kop thee, en dan landen we aan
de kade te Kampen, waar de twee schepen wat
leven brengen in de vredige rust van den
Zaterdagmiddag. Het zal wel niet veel voor
gekomen zijn dat een schip over den afstand
AmsterdamKampen 34 uur doet.
Eigenlijk is de opzet van den tocht, voor
goed een vaarweg over het IJselmeer open te
maken gelijk we al schreven, nit geslaagd.
Maar de „IJssel" tenminste is met haar zware
lading behouden overgekomen, en dat is kra
nig werk van de kapiteins der beide schepen,
de heeren Greve en Boxen. Wat gaat er nu
gebeuren? In Kampen lag de „Zuiderzee",
eveneens zwaar beladen al te wachten, en in
Lemmer ligt de „Friesland" gereed, om naar
Amsterdam gebracht te worden. Maar zoolang
het ijs in beweging is, blijft dat gevaarlijk
werk. Een beslissing kan nog niet genomen
worden.
Intusschen, na twee dagen zwerven eischt
ons de plicht weer op. Nauwelijks in Kampen
aangekomen, nemen wij haastig afscheid, en
snellen naar het station, om zoo spoedig mo
gelijk weer in Amsterdam te komen. Want de
krant wacht
Later vernamen we, dat de „Ijsbeer" Zater
dagavond nog, met een loods uit Kampen aan
boord, van Kampen is vertrokken om de
„Friesland" die op eigen kracht vanuit Lem
mer tot nabij Urk was doorgedrongen, verder
te helpen.
De geweldige ijsmassa's, die zich nabij Urk
hadden opgehoopt, maakten het convooi echter
zeer moeilijk. Eerst Zondagmiddag had de
„Ijsbeer" Urk bereikt, en Maandagmorgen wa
ren de schepen nog niet in Amsterdam.
Maandagmorgen heeft de „Geusau" die te
Urk ligt, wederom geprobeerd naar Kampen
te gaan. 's Morgens te omstreeks elf uur be
vond de „Geusau" zich op nog slechts korten
afstand van Urk in het ijs.
's Middags te twee uur is een vliegtuig met
post uit Amsterdam naar Urk vertrokken.
Bij K. B. zijn opnieuw benoemd tot leden van
den Radioraad: H. van Boeijen. lid van Ged.
Staten in de provincie Zuid-Holland, te Voor
burg, tevens voorzitter; L. J. Bakker, secretaris
van den Ned. Bond van personeel in Overheids
dienst, te Bussum; Mevr. B. Boon—van der
Starp, te 's-Gravenhage; A. J. da Costa, te Am
sterdam; D. Crommelin, directeur van het Zen
dingsbureau Oegstgeest, Aerdenhout, Bloemen-
öaal; mr. B. de Gaay Fortman, rechter in de
arrondissementsrechtbank te Amsterdam, se
cretaris-penningmeester van het Algemeen Ne-
derlandsch Verbond, te Amsterdam; prof. mr.
P. S. Gerbrandy. hoogleeraar aan de Vrije Uni
versiteit te Amsterdam, te Amsterdam; W.
Graadt van Roggen, secretaris-generaal der
Jaarbeurs, te trecht; mr. P. J. A. Kleene, amb
tenaar het 't Openbaar Ministerie by het kan
tongerecht te Roermond; prof. dr. J. Lindeboom,
hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit, te Gro
ningen; prof. W. Nolet, pastoor te Amsterdam;
prof. dr. J. Schmutzer, hoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht; J. W. de Vries,
hoofdbestuurder van de Nederlandsche Ver-
eeniging van Fabrieksarbeiders te Bussum; mr.
W. H. M. Werker, voorzitter van den Verzeke
ringsraad te 's-Gravenhage; zijn benoemd tot
leden van den Radio-Omroep Controle Com
missie: H. van Boeijen, voorzitter van den Ra
dioraad, te Voorburg, tevens voorzitter; mr.
W. J. Berger, advocaat-generaal by den Hoo-
gen Raad der Nederlanden, te 's-Gravenhage;
mr. P. E. Briët, advocaat en procureur, lid van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal, te Lei
den; mr. J. Th. Goossens, oud-president van het
Hooggerechtshof in Ned.-Indië; mr. E. N. van
Kieffens administrateur bij 't departement van
Buitenlandsche Zaken, chef van de afdeeling
Diplomatieke Zaken, te 's-Gravenhage; mr. W,
H. M. Werker, lid van den Radioraad, té 's-Gra-
venhage; en is aan den Radioraad en aan de
Radio-Omroep Controle Commissie als secre-
ris toegevoegd de hoofdcommies by het Hoofd
bestuur der Posteryen, Telegrafie en Telefonie
E. P. Weber.
Bij beschikking van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken werden voor het tijdvak
van 1 Januari 1934 tot en met 31 De
cember 1937 benoemd tot leden van de Al
gemeen Programma Commissie: H. van Boeijen,
voorzitter van den Radioraad, te Voorburg, te
vens voorzitter; Mevr. B. Boonvan der Starp;
prof. mr. P. S. Gerbrandy; prof. W. Nolet; J.
W. de Vries, allen leden van den Radioraad;
tot secretaris E. P. Weber, secretaris van den
Radioraad; tot leden van de Indië Programma
Commissie: H van Boeijen, voorzitter van den
Radioraad, tevens voorzitter; A. J. W. van An-
rooij, oud-hoofdinspecteur, hoofd van den dienst
van Scheepvaart in Ned-Indië en oud-voorzit
ter van den Bataviaschen Kunstkring,
te 's-Gravenhage; A. B. ten Berge, oud-lid van
den Volksraad, te Haarlem; O. M. Goedhart,
oud-gouverneur van Atjeh en Onderhoorighe-
den, te Den Haag; ds. F. Kleijn, Remon-
strantsch Predikant te 's-Gravenhage; H. Salo-
monson, directeur van het Persbureau „Aneta"
te 's-Gravenhage; prof. dr. J. Schmutzer, lid
van den Radioraad; J. E. Stokvis, oud-lid van
den Volksraad, te 's-Gravenhage; tot secretaris
E. P. Weber, secretaris van den Radioraad.
De minister van Financiën heeft bepaald, dat
fabrikanten, die in het bezit wenschen te ko
men van een vergunning, als bedoeld in art.
39bis der Omzetbelasting 1933 zich vóór 15 Ja
nuari a.s. met eUen daartoe strekkend ongeze
geld verzoekschrift tot den minister van Fi
nanciën moeten wenden.
By dit verzoek moet worden overgelegd een
opgave van de vóór 1 Januari 1934 geïmpor
teerde goederen, welke de fabrikant zonder be
taling van omzetbelasting wenscht af te leveren.
In afwachting van het verleenen van be
doelde vergunning is de fabrikant bevoegd die
vóór 1 Januari geïmporteerde goederen af te
leveren, zonder dat de factuur, welke op de le
vering betrekking heeft, wordt voorzien van
het voorgeschreven zegel, terwijl op de facturen
van de af te leveren goederen, alsmede op de
te bewaren dubbelen, uitdrukkelijk melding
moet worden gemaakt van het feit, dat leve
ring zonder berekening van omzetbelasting ge
schiedt op grond van daartoe bekomen (c.q. in
afwachting van een gevraagde) vergunning van
den minister van Financiën.
De vergunningen zullen gelet op den aard
van elk bedrijf en met inachtneming van een
voor dit bedrijf vast te stellen normalen voor
raad, verleend worden voor een tijdvak van ten
hoogste zes maanden.
In bijzondere gevallen kan, op verzoek van
den fabrikant, de vastgestelde termijn worden
verlengd.
i
Het ss. „Friesland", dat Zaterdagmiddag van
Lemmer vertrokken is, is Maandagmiddag ach
ter den ijsbreker „Ijsbeer" in de haven van
Amsterdam aangekomen.
Het door den heer Vliegen namens den Haag-
schen raad aan den heengaanden gemeente
secretaris aangeboden geschenk is een zilveren
vloeidrukker, met het wapen van 's Graven-
hage in den knop en met de inscriptie: „Aan
mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk, secretaris van
's Gravenhage, 19191934, ter herinnering door
den Gemeenteraad".
BATAVIA, 8 Jan. (Aneta) De nieuwe com
mandant der zeemacht in Ned.-Indië, de
Schout bij Nacht M. H. Duim, wordt op 22
Februari as. per „Sibajak" te Tandjong-Priok
verwacht.
De aftredende commandant der zeemacht,
de vice-admiraal J. F. Osten, is voornemens
op 28 Feoruari a.s. per „Johan de Witt" naar
Holland terug te keeren.
De K. L. M. meldt:
Voor de plechtige huldiging van de beman
ning van de Pelikaan op Woensdag 10 dezer
in het Koloniaal Instituut te Amsterdam zijn
voor de aula geen kaarten meer beschikbaar.
Op schriftelijke aanvraag zijn nog een be
perkt aantal kaarten voor de hal verkrygbaar.
Het bestuur van de Liturgische Vereeniging
in het Bisdom Haarlem, welk bestuur dezer da
gen te Delft vergaderde, nam met belangstel
ling kennis van het doel en den opzet der R.K.
Begrafenisvereeniging ,,St. Marius" aldaar: het
doen begraven van alle overleden katholieken,
óók de armste, van uit hun parochiekerk. Bij
monde van den president den hoogeerw. heer
Mgr. H. J. M. Taskin, heeft het dan ook ge
noemde organisatie geluk gewenscht met haar
prachtige bedoeling, welke niet slechts tot na
volging in andere parochies in het Bisdom, doch
vooral tot steun uit eigen omgeving aanspraak
maakt.
De 66-jarige Burhenne uit Tegelen, die Zater
dag j.l. tusschen Belfeld en Tegelen bij een aan
rijding door een auto werd gegrepen en in zorg-
wekkenden toestand naar het ziekenhuis te Te
gelen moest worden overgebracht, is in den
nacht van Zondag op Maandag aan de bekomen
verwondingen overleden.
in 'n gezond lichaam I" Geen
goede gezondheid zonder ge-
regelden stoelgang. Gebruik
bij trage ontlasting
Verkrijgbaar bij apothekers
en drogisten
Aan de Memorie van Antwoord aan de Eer
ste Kamer inzake het ontwerp van wet tot be
vordering van de samenwerking van tramwe
gen in den Achterhoek van Gelderland wordt
ontleend:
Ook de Regeering zou de voorkeur hebben
gegeven aan volledige samensmelting, doch in
aanmerking nemende, dat een der maatschap-
Pijen financieel onafhankelijk is en haar gun
stige positie begrijpelijkerwijze niet wenscht op
te offeren aan de belangen van een andere
onderneming, mag men de voorgestelde oplos
sing beschouwen als de gunstigste, die te berei
ken viel. Hierbij moge worden gewezen op het
feit, dat reeds ongeveer gedurende twintig jaar
de fusie van de tramwegen in den Achterhoek
aan de orde is, zonder dat in dit opzicht iets kon
worden bereikt.
Voor critiek ten opzichte van verschil in be
handeling van directie en personeel der Tram
weg-Maatschappij Zutphen—Emmerik is, naar
de meening van de Regeering geen plaats. De
rechtspositie van het personeel is geregeld in
het Reglement Dienstvoorwaarden en het ligt
in de bedoeling dit volledig toe te passen, terwijl
omtrent herplaatsing, zoodra daartoe gelegen
heid mocht bestaan, een regeling is getroffen
tusschen de beide maatschappijen. De rechts
positie van de directie van ZutphenEmmerik
is niet geregeld, doch het komt niet minder dan
behoorlijk voor, dat de directie, voor wie her
plaatsing bij het trambedrijf uitgesloten moet
worden geacht, een billijke schadeloosstelling
ontvangt. Hetgeen in dat opzicht billijk mag
worden geacht, moet, mits binnen redelijke gren
zen, aan het inzicht van de beide ondernemin
gen worden overgelaten. Voor de den 14en De
cember toegezegde poging met betrekking tot
het overleg van de directie der Geldersche
Tramweg Maatschappij met de vakvereenigin-
gen heeft de Minister van Waterstaat nog geen
gelegenheid kunnen vinden.
Met de meening van de leden, die van oor
deel waren, dat de beoogde samenwerking de
verdere exploitatie der bestaande tramdiensten
zal moeten waarborgen, met dien verstande, dat
het Rijk geen tekorten op de exploitatie zal heb
ben te dekken in den vorm van rentelooze
voorschotten, wordt gaarne ingestemd.
De bedoeling van de voorgestelde regeling is
geen andere dan dat het Rijk rente en aflos
sing van de leening van ƒ600.000 waarborgt,
doch dat tekorten op de exploitatie, zoo die zich
mochten voordoen, door de maatschappijen zelve
worden gedragen.
Sinds eenige dagen wordt te Maassluis een
loods vermist, die in een brief, welken hij heeft
achter gelaten mededeelde, niet meer terug te
komen.
De loods zou over enkele dagen voor den Raad
voor de Scheepvaart moeten verschijnen in ver
band met een aanvaring welke onlangs tijdens
mist op de Maas bij Rotterdam heeft plaats ge
had, waarbij een der schepen door den loods
werd bestuurd. Bij deze aanvaring is een kok
van het aangevaren schip zoodanig gewond, dat
hij is overleden.
Op den Rijksweg tusschen Maastricht en
Beek, ter plaatse genaamd „Moorveld", heeft
Zondagmiddag omstreeks half zes een ernstig
ongeval plaats gehad.
Een zware vrachtauto slipte en vloog tegen
een boom. Tengevolge van den geweldigen schok
vloog de vrachtauto om en werd geheel ver
nield. De onbekende bestuurder bevond zich on
der de wagenresten. Een passeerende dokter, de
heer Timmermans, verleende direct assistentie,
waarna de uit Meerssen ontboden dokter, de
heer van Ankel, den zwaar gewonden bestuur
der, die bewusteloos was, deed overbrengen
naar het Ziekenhuis Calvariënberg te Maas
tricht.
Op den gewonde is een adres-aanduiding ge
vonden, vermeldend den naam J. J. de la R„
20 jaar, Hoensbroek.
Zondagnacht was de bestuurder, wiens toe
stand zorgwekkend is, nog steeds bewusteloos.
Ingaande Zondag 14 Januari a. s. zal het
buurtverkeerbaanvak UtrechtHilversum, wor-
1 den uitgebreid tot Naarden—Bussum.
Nu de Reeuwyksche en Sluipwyksche plassen
reeds weken toegevroren liggen, wordt in den
laatsten tijd druk gefleurd. De fleur is, zooals
bekend, een lijn met vischaas, die in een kleine
driehoekige bijt wordt neergelaten om snoek te
vangen. Op de plas 's Gravenkoop, gemeente
Reeuwijk, heeft bij het fleuren een ongeval
plaats gehad, dat ernstige gevolgen had kunnen
hebben. Toen de visschers H. D. B. en T. v. d.
St., uit Sluipwijk, in den vroegen morgen van
Maandag 8 Januari de fleur inhaalden, brak
het ys plotseling af en beiden verdwenen in de
diepte. Slechts met de grootste moeite wist H.
D. B. zich te redden. T. v. d- St. was echter
onder het ijs geschoten. H. D. B. heeft toen zijn
makker een langen stok toegestoken, dien de
drenkeling wist te vatten. Op deze wijze is ook,
hoewel met groote moeite, de tweede drenkeling
gered kunnen worden.
Het fleuren zal thans door den aanhoudenden
dooi wel een spoedig einde vinden, evenals het
visschen in den nacht, als bij de bijten lichtjes
worden gezet; een wijze van visschen, die in de
laatste dagen druk en allerwegen wordt beoe
fend.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft
benoemd tot Leeraar aan het Klein-Seminarie
te Culemborg den weeleerw. heer drs. W. H. L.
Verhoeven; tot kapelaan te Zwolle (H. Joseph)
den weleerw. heer Th. W. Egberts en tot assistent
te Balk den weleerw. heer Th. Scholten.
Onder groote belangstelling zijn te Leiden
de aangekondigde kampioenschappen op degen
voor professeurs gehouden, uitgeschreven door
den Nederlandschen Bond van Schermleeraren.
Hiervoor hadden tien deelnemers ingeschreven,
n.l. J. van Mierloo, Amersfoort; D. Gijsberti
Hodenpijl, Leiden; Th. Stam, Den Helder; M.
Leek, Den Haag; F. Paoli, Amsterdam; A. C.
Kruit, Breda; B. I. Carels, Arnhem; E. Spronk,
Utrecht; Th. A. Joha, K.M.A. Breda; en j. C.
Paape, Den Haag.
De eindstand is:
gew. part. ontv. tr. geg. tr. pt.
1. F. Paoli
8
16
26
16
2. E. Spronk
6**
16
26
14
3. J. v. Mierloo
6
15
22
12
4. Th. Stam
5*
16
22
11
5. B. J. Carels
4*
19
20
9
6. M. Leek
3**
22
21
8
7. D. Gijsberti Hod.
3
22
15
6
8. J. C. Paape
3
22
14
6
9. T. L. Joha
3
22
13
6
10. H. C. Kuit
1
24
15
2
Coup double.
De Hooge Raad heeft Maandag verworpen
het cassatieberoep van C. N„ die in de duinen
onder Wassenaar aan het stroopen zijnde, werd
aangetroffen door een jachtopziener, op wien
hij eenige schoten zou hebben gelost en deswege
door het Hof te 's Gravenhage is veroordeeld
tot drie jaar en zes maanden.
BATAVIA. 8 Jan. (Aneta) De Bataviasche
Radio-Vereeniging ontving per luchtpost 350
zeer enthousiaste betuigingen van bijval naar
aanleiding van de door die vereeniging ver
zorgde uitzending van het ooggetuigeverslag
van het vertrek van het vliegtuig der K.LJVL
de Pelikaan van Tjililitan.
Naar wij vernemen, zal het noviciaat van de
Broeders van St. Joseph overgebracht worden
van Heel naar Heerlen. In verband hiermede
wordt het gebouwen-complex der Broeders aan
de Gasthuisstraat te Heerlen uitgebreid met een
vleugel.
Bij Kon. Besluit is bepaald, dat de jaarlyk-
sche bezoldiging van de leerling-verplegenden
bij Rijksverplegingsinrichtingen bedraagt: bij
den aanvang ƒ855; by toelating tot het tweede
gedeelte van den opleidingscursus ƒ925 en bij
toelating tot het laatste gedeelte van dien cur
sus 990.
De jaarlijksche bezoldiging van de leerling-
verplegenden, die het wettelijk beschermd di
ploma, hetzij voor de gewone ziekenverpleging
(diploma A), hetzij voor de verpleging van ze
nuwzieken en krankzinnigen (diploma B> heb
ben verworven, bedraagt, zoolang zij nog niet
tot verpleger (ster) zijn benoemd ƒ995.
Op voormelde bedragen wordt voor het genot
van kost en inwoning een korting toegepast
van 540 per jaar.
De Crisis-rundveecentrale maakt bekend, dat
het in haar voornemen ligt binnen korten tijd
over te gaan tot het afnemen van vrouwelijke
nuchtere kalveren.
Deze afname houdt verband met de doorvoe
ring van het teeltregelingsplan, hetwelk ten
doel heeft het totaal aantal over te houden kal
veren te beperken.
Nader zal worden bekend gemaakt op welk
tijdstip de levering zal kunnen beginnen en te
gen welke prijzen de afname zal geschieden.
Het is wenschelijk dat van de zijde der vee
houders een voldoend aantal dezer kalveren ge
leverd wordt, opdat ook ten aanzien van de leve
ring van vrouwelijke nuchtere kalveren dwin
gende maatregelen achterwege kunnen blijven.
De aangiftekaarten voor levering va nvee aan
de Crisis-Rundveecentrale zullen vanaf het
oogenblik der instelling van de districts-com-
missies van de Gewestelijke Rundveecentrales
verkrijgbaar gesteld worden bij de secretarissen
van de districtscommisies.
Tevens blijven zij verkrijgbaar bij de plaat
selijke zaakvoerders der Nederlandsche Varkens
centrale, zooals zulks tot dusverer het geval was.
In het Capucijnerklooster te Udenhout is
Maandagmorgen overmleden de hoogeerw. Pa
ter Maximus, Lector der philosophie. Pater
Maximus werd geboren te Asten 23 Mei 1881.
Na zijn studiereis gemaakt te hebben op het
Seraphijnsch Seminarie der Paters Capucijnen
te Langeweg trad hij 4 October 1899 in de Orde
der Capucijnen. Den 23 December 1905 werd hij
priester gewijd. Na voleinding zijner studies
werd hij benoemd tot Lector der philosophie,
welk ambt hij nog steeds bekleedde. In Sep
tember 1932 vierde hij onder algemeene belang
stelling het zeldzaam jubilé van zijn vijf en
twintig jarig Lectoraat. Tevens wijdde P. Ma
ximus zich met grooten ijver aan de zielzorg.
Een hevige hartaandoening, welke zich sedert
eenigen tijd openbaarde, dwong hem sedert
eenige weken tot rusten. Op oudejaarsavond
werden hem de laatste H.H. Sacramenten toe
gediend.
Het voor den Waterweg te Hoek van Holland
gezonken Duitsche sa. „Ceres" is tengevolge van
den sterken golfslag nog dieper weggezonken.
Het schip is nu pl.m. een meter dieper ver
zakt, zoodat het nu flink in het zand ligt. Hier
door zijn de kansen om het schip te lichten nog
ongunstiger geworden en het is dan ook niet on
waarschijnlijk, dat de reederij er geen moeite
voor zal doen, zoodat de taak aan den Rijks
waterstaat wordt overgedragen. De twee drij
vende bokken, die Zaterdag in den Waterweg
ligplaats hadden genomen voor event, bergings
werk, zyn Maandag weer naar binnen gegaan,
zoodat er blijkbaar nog geen plannen toe zijn.
Uit veiligheid voor de scheepvaart heeft het
loodswezen een wrak-lichtboei bij het gezonken
schip gelegd.
De twintig-jarige Jan van Rooy uit Hoens
broek, die Zondagnamiddag met een splinter-
nieuwen Chevrolet-vrachtauto tegen een boom
botste en in zorgwekkenden toestand werd over
gebracht naar het ziekenhuis te Maastricht, is
in den loop van Maandag tot bewustzijn geko
men. Er is eenige verbetering in zijn toestand
ingetreden.
By K. B. is met ingang van 1 Januari 1934
eervol ontslag verleend aan:
a. prof. dr. F. J. J. Buytendyk, Groningen,
als lid en voorzitter van het Algemeen College
van advies voor de lichamelijke opvoeding;
b. P. Otto, Bloemendaal als lid en secretaris
van genoemd college met dankbetuiging voor de
door hem in die hoedanigheden bewezen
diensten;
c. dr. F. S. van Bouwdijk Bastiaanse,
's-Gravenhage; prof. R. Casimir 's-Graven
hage; dr. W. P. Hubert van Blijenburgh,
Bilthoven; P. W. Scharroo, Amersfoort: J.
Warner, Zwolle; J. M. J. Korpershoek,
Rotterdam; prof. dr. B. Brouwer, Amsterdam;
A. H. Gerhard, Amsterdam; C. W. de Visser,
Bloemendaal; J. G. Suring, Maarssen, als
leden van genoemd college, met dankbetuiging
aan ieder voor de door hem in die hoedanig
heid bewezen diensten;
opnieuw benoemd tot lid en voorzitter van
genoemd college: prof. dr. F. J. J. Buytendyk.
Groningen;
benoemd tot leden van genoemd college:
dr. J. H. O. Reys, 's-Gravenhage, voorzitter
van liet Koninklijk Nederlandsch Gymnastiek-
Verbond; mr. A. baron Schimmelpenninok van
der Oye, 's-Gravenhage, voorzitter van het
Nederlandsch Olympisch Comité, Federatie voor
Lichaamsvaardigheid; dr. K. H. van Schagen,
Amsterdam; R. IJzer, Haarlem; J. Custers,
Eindhoven.
In den ierentuin te Den Haag vond Maan
dagavond onder zeer groote belangstelling een
aantal bokswedstrijden plaats, waarbij o.m. een
ontmoeting werd gehouden tusschen Beb Don-
naars (Den Haag) als uitdager en Arie van Vliet
(Rotterdam) als titelhouder om het middenge-
wichtkampioenschap van Nederland. De strijd
ging over 15 ronden van 3 minuten.
Beide boksers wogen 70 K.G. De beide vorige
ontmoetingen tusschen dit tweetal eindigden in
een puntenoverwinning voor van Vliet.
De partij van gisteravond was aanvankelijk
uiterst vinnig. Donnars was op de afstand de
meerdere, doch van Vliet zoent het steeds in
lijf en Hjf werk, waarbij zijn grootere ringrou-
tine hem eenig voordeel gaf.
Langen tijd ging de strijd gelijk op. Tijdens
een inzinking van Donnaars in de 5e en 6e ronde
kreeg van Vliet eenig overwicht. Donnaars her
stelde zich goed en weer in het gevecht gelijk op.
Langzamerhand kwam van Vliet echter meer
in den aanval, waardoor hij punten kon verza
melen. Tot een knock out bracht hij het echter
niet.
Donnaars wilde tegen het einde een k. o. for-
ceeren, doch slaagde hierin evenmin. Van Vliet
werd winnaar verklaard op punten, en blijft dus
in het bezit van den titeL