SlAJV
ftj
|f 50. keerden wij heden uit I
ONZE 269e UITKEERING
j f76.520 i
Md im&aal mn den dag
Vernieuwingsactie in Oostenrijk
Frankrijk-Rusland
I HET KAPERSNEST
GRONDWETSHERZIENING
De herstelactie in
Amerika
Belgisch Kabinet
gewijzigd
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK
De bullebak
55 I Zijn belofte I
jaar. NEB Je
EP een!'.
PAK JE WEE
JOSEPH CONRAD
DONDERDAG 11 JANUARI
Dr. End er met zijn ontwerp gereed
gekomen. Instelling van
een cultuurkamer
Botsingen in Karinthië
Arrestaties in Karinthië
Oproep van Starhemberg
De meisjesopvoeding in
Italië
Nieuwe richtlijnen
NAXIONAUe
DRANK
Roosevelt's steun aan den nood-
lijdenden landbouw
De handelsovereenkomst wordt
heden onderteekend. Russi
sche orders in Frankryk
ingevolge de voor onze abonné's geldende
1 gratis-ongevallen-verzekering aan den Heer
Dr. L. N. VAN HUSSEN, Deurloostraat 126, A'dam
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
1 WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN I
1 aan onze verzekerde abonnes is uitgekeerd.
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS I
Van Cauwelaert en Pierlot er
in opgenomen
Overblijfselen van een
praehistorisch dier
Droevig ongeluk
DU IT SC HE KATHOLIEKEN
DAG
Schïtterlicht-signalen
Indianen, die wolken
krabbers bouwen
De zonen van den Irokeezenstam
hebben een groot uithou-
d ingsvermogen
CwEL ALLEMACHTIG
DAAR WILLENZEONS
warempel UIT ONZE
E/óEN LE6ERPLAA TS
JAGEN//KZAL P/EN
KNAAP EENS EVi
TJES BE ENEN
ATE/i MAKEN'
mak. hum/eld zkh ten minste)
De oorlog in het verre
Oosten
Groote vraag naar wapens en
munitie
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ROMAN VAN
.We begonnen samen zijn mantel te wrin
W KENEN, 10 Jan. Br. Ender is gereed geko
men met ztJn ontwerp voor de nieuwe Oosten-
rijksche grondwet en heeft heden aan Bonds
kanselier Dollfuss verslag uitgebracht. Volgens
de tot nog toe geschiedde publicaties faordt de
Nationale Raad vervangen door een Kamer,
waarin de vertegenwoordigers der vrije beroepen
en, in een of anderen vorm, ook de gezinsverte
genwoordigers zitting en stem zullen hebben.
De rechten van Bondspresident en regee
ring worden zóó bepaald, dat de grondslag van
een sterk staatsgezag verzekerd is. Daarbij blijft
echter de federalistische opbouw van den staat
behouden.
WEENEN, 10 Jan. (V. D.) Bondskanselier
Dollfuss heeft het opperbevel over de ctorm-
scharen op zich genomen en minister Dr. Schu-
schnigg als vertegenwoordigend leider aange
wezen.
KLAGENFURT, 10 Jan. (V. D.) In verband
met een dynamiet-aanslag op het kantoor van
het Christelijk-sociale „Kaerntener Tageblatt'
en op de drukkerij Carinthia is het tot botsin
gen gekomen met ontslagen leden van den ar
beidsdienst. Een persoon werd gedood, terwijl
twee verwondingen opliepen.
In de laatste dagen hebben in Karinthië we
der massa-arrestaties plaats gehad. De arres
tanten zijn overgebracht naar het concentratie
kamp Woellersdorf. Te Villach zijn 40 ontslagen
leden van den arbeidsdienst gearresteerd.
Naar van officieele zijde wordtmedegedeeld
is het optreden van de leden van de arbeids
kampen te wijten aan een van nat.-soc. zijde
uitgegeven instructie.
WEENEN, 10 Jan. De bondslelder van de
Heimwehr, prins Starhemberg, spoort zrin vol
gelingen in een oproep aan. vol discipline en
taaie vastberadenheid te blijven, om daardoor
te zullen overwinnen. „Ik beloof u, voor geen
consequentie te zullen terugschrikken, wanneer
ik tot de overtuiging zou moeten komen, dat
gij misbruikt wordt en wij aangaande onze
doeleinden bedrogen worden. Ons strijdrioel ls
ROME, 10 Jan. CV. D.) Voor de physieke en
geestelijke opvoeding van Jonge Italiaansche
meisjes, die behooren tot de fascistische jeugd
groepen, zijn onlangs nieuwe richtlijnen uit
gegeven De lichamelijke opvoeding moet tot
doel hebben de weerstandskracht te vergrooten
en de aesthetlsche lijnen der jonge meisjes te
verbeteren, maar tegelijkertijd zal iedere nei
ging tot kampioenschappen worden vermeden,
welke ongunstig is voor het karakter en het
organisme van de vrouw. Jonge meisjes moeten
op waardige wijze worden opgevoed voor haar
taak als echtgenoote en moeder en in geval van
ziekte der ouders kunnen optreden.
de onbeperkte doorzetting der fascistische
iideeën-wereld op een aan ons vaderland aan
gepaste wijze" Verder wendt Starhemberg zich
scherp tegen het austro-bolsjewisme en de nat.-
socialisten en wekt hij op tot den strijd tegen
de corruptie, de saboteurs en de vijanden van
Oostenrijks vernieuwing.
WASHINGTON, 10 Jan. (Reuter). In een
speciale boodschap aan het Congres heeft pre
sident Roosevelt een amendement voorgesteld
op de wet tot financieele hulpverleening aan
den noodlijcenden landbouw, ten einde de re
geering in staat te stellen de hoofdsom te ga
randeeren van de uitgifte van schatkistbons
ter waarde van twee milliard dollar voor het
vernieuwen van hypotheken op de boerde
rijen, waarvan de interest reeds door de re
geering gegarandeerd was.
President Roosevelt heeft aan den Senaat
en het Huis van Afgevaardigden medegedeeld,
dat hij er van overtuigd is, dat de regeertna
de moreele verplichting heeft deze bons te
garandeeran, al nemen technisch gesproken
hierdoor de verplichtingen der regeering met
twee milliard dollar toe.
In ieder geval zijn de stukken, die thans
moeten worden uitgegeven, gedekt niet alleen
door het regeeringscrediet, doch tevens door
een tastbaar bezit van welomschreven waarde
Verder wordt bericht, dat Roosevelt heeft
verklaard voornemens te zijn, binnenkort aan
het Congres een bedrag van 1.166 millioen dol
lar te vragen, als aanvulling op de begrooting
van het loopende jaar. Op deze wijze hoopt
hij de noodige middelen te krijgen tot voort
zetting van de uitvoering van openbare en
andere werken.
PARIJS, 10 Jan. De Fransch-Russische
handelsovereenkomst, welke Woensdagmiddag
in het ministerie van handel is geparapheero
en Donderdagochtend om 11 uur op het mi
nisterie van Buitenlandsche Zaken zal worden
onderteekend, is van voorloopig karakter.
De Fransche regeering staat bij deze over
eenkomst toe, dat alle Russische producten, die
niet in concurrentie zijn met Fransche artike
len, aan het minimum-douanetarief zijn ge
bonden. Indien gevaar voor concurrentie op
treedt, zullen contingenten worden vastge
steld.
De Sovjetregeering verplicht zich in den
loop van een jaar in Frankrijk orders te plaat
sen tot een bedrag van 250 millioen francs.
Frankrijk zal de Sovjetregeering credieten
verleenen er. toestaan, dat een officieele han
delsvertegenwoordiging te Parijs gevestigd
wordt.
De Fransche regeering zal een handelsatta
ché benoemen te Moskou. Het verdrag bevat
voorts een aantal clausules op het gebied van
de scheepvaart.
iiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
TiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiï
BRUSSEL, 10 Jan. De Minister van Binnen-
landsche Zaken, Poullet, en de Minister van
Maatschappelijke Voorzorg en Volksgezondheid,
Carton de Wiart. zijn afgetreden.
De koning heeft F. van Cauwelaert voorzitter
van de Vlaamsche rechterzijde en oud-burge
meester van Antwerpen, benoemd tot Minister
van Nationale Economie, een nieuw departe
ment, terwijl de katholieke senator voor Luxem
burg. Pierlot, benoemd is tot Minister van Bin-
nenlandsche Zaken en Volksgezondheid.
Sociale voorzorg wordt met het departement
van arbeid, dat onder leiding staat van Isacer,
vereenigd, terwijl nijverheid van dat departe
ment wordt afgescheiden. De dienst van den
middenstand wordt afgescheiden van het
ministerie van landbouw. Nijverheid, dienst van
den middenstand en binnenandsche handel
vormen tezamen het nieuwe departement van
nationale economie. De nieuwe ministers worden
morgen beëedigd.
Bij graafwerk voor het bouwen van een kerk
te Lucca in Italië zijn overblijfselen van een
voorhistorisch dier gevonden. Het dier moet
ongeveer twintig meter lang geweest zijn.
De vondst is naar het geologisch instituut te
Pisa vervoerd ter bestudeering.
KONINGSBERGEN, 10 Jan. In het dorp Thu-
rowken in het district Osterode heeft een droe
vig ongeluk plaats gehad. De vrouw, van den
landbouwer Golombiewski had de kachel in de
slaapkamer van haar kinderen aangestoken,
doch de kachel te vroeg afgesloten. In den loop
van den nacht vormde zich daardoor kool-
monoxyde en toen de moeder den volgenden
ochtend de kinderen wilde wekken, vond zij ze
alle drie dood. De kinderen waren 5, 14 en 16
jaar oud.
GLEIWITZ, 10 Jan. (V.D.). Dit jaar zal de
Duitsche Katholiekendag te Gleiwitz worden
gehouden. De juiste datum zal in Februari
worden vastgesteld op een bijeenkomst te Ber
lijn.
Ter gelegenheid van den Katholiekendag zal
een tentoonstelling van Christelijke kunst
worden gehouden.
De directie der spoorwegen in Tsjeeho-Slo-
wakije doet proefnemingen met schitterlichten,
die in plaats van signaallichten en semaphoren
vooral in de nabijheid der :W.;'n, gebruikt zou
den kunnen worden. De voordeelen van schit
terlichten bestaan hierin, dat zij opvallender
dan rustig lichtende signalen zijn en veel eerder
de opmerkzaamheid der machinisten en ook
van het wegpersoneel trekken. Verder onder
scheiden zij zich beter van de talrijke lichtrecla
mes, die in en om de steden steeds talrijker
voorkomen en den machinist gemakkelijk mis
leiden kunnen.
Door het spoorwegongeluk bij Parijs, dat
hoogstwaarschijnlijk voor het grootste deel te
wijten is aan het onvoldoende werken der
spoorwegsignalen, winnen deze pogingen zeer
aan actualiteit.
DE BEREIDINGSWIJZE STAAT OP
Wil je met me trouwen?"
„Neen!"
„Maar waarom dan niet? Zeg dan ten
minste waarom niet."
Zij zweeg. Hij werd kwaad. Gramstorig sloeg
hij met z'n stok op de boomen langs den weg.
„Ik wil je tot mijn vrouw!" riep hij en keek
haar strak in 't bleeke -gezicht. Zij schudde
langzaam haar hoofd.
„Ik ben niet vroolijk," zei ze; „ik ben niet
amusant. Ik ben een stil mensch met een beetje
liefde voor mijn werk, voor de kinderen in m'n
klas. Maar ik kan nooit een goede vrouw voor
je zijn."
Haar grijze oogen waren strak op hem gericht.
„Jawel kind," zei hij weer en raakte even
baar arm. „Ik houd van je, zooals je bent. Toen
ik je voor het eerst zag, wist ik het dadelijk. Al
les trekt mij van je aan; je heele zijn, je spre
ken, je gezichtjeHij brak af, „ik heb je
immers lief en ik vind alles van je goed en
mooi."
,,Je kent m'n leven hier op 't dorp," ant
woordde ze, „Je kent m'n heele trieste leven.
Jaar in jaar uit gezorgd voor allen thuis. Ge
loof maar, dat drukt een stempel op je hart.
Ik heb te veel verdriet gehad, nooit een groot,
fel verdriet, maar allemaal kleine verdrietjes
en m'n leven was nooit blij. Ik heb nooit een
zonnig, fleurig tehuis gehad, waar ik altijd zoo
naar verlangde. O. vroeger schreef ik verhaal
tjes van een kind, dat een goed, warm tehuis
had, met lieve ouders, die elkaar hartelijk lief
hadden. En 's avonds in bed las ik ze over,
enhaar stem stokte en wilde niet verder.
„Och, zwijg toch!" riep hij, ,,in 'shemels naam,
zwijg toch. I k zal je het tehuis geven, waar
je zoo naar verlangd hebt. Ik zal alles goed en
zonnig maken voor jou. Ik zal je op de handen
dragen door het leven!" Hij sloeg z'n arm om
haar leest. „Toe, kind, word mijn vrouw."
Zij keek naar hem op. Haar lippen trilden.
Hij boog zich snel tot haar over en kuste haar.
Toen hij haar los liet, voelde zij zich nameloos
alleen en ellendig. Met gebogen hoofd liep ze
verder.
De weg was hard en droog. 'tWas winter en
het vroor stevig. Ze drukte de handen in elkaar.
Tranen liepen langs haar gezicht. Hij nam haar
arm en legde dien in den zijnen.
„Mijn meisje," zei hij teeder.
De boomen stonden strak en stil boven hun
hoofden gebogen. Het land was grauw. In de
verte stak een spitse toren af tegen de grijs
blauwe vrieslucht; zoo liepen ze zwijgend een
poosje voort. Toen trok ze haar arm langzaam
los.
„Ik zal probeeren of ik het je kan uitleggen,
maar je zult het niet begrijpen, jij, die in weelde
bent groot gebracht door een lieve, goede moe
der; die toen gestudeerd hebt hier en in het
buitenland, die zooveel gereisd hebt en dan altijd
geleefd hebt zonder zorg. geen zorg voor je
werkkring, geen zorg voor je naam, voor je huis,
voor Je eer, voor hen die je liefhad. Jij kunt dit
niet begrijpen, waarom, nu eindelijk het geluk
aan mijn deur klopt, ik het afwijs.
Toen ik van de H.B.S. kwam, was juist m'n
vader overleden. Door den oorlog verloren we
al ons geld. Ik ben toen met een spoedcursus
gauw onderwijzeres geworden en daarna hier
benoemd. Moeder en ik gingen samen wonen.
We moesten altijd zuinig aandoen, om mijn
broer te laten studeeren en zus de huishoud
school te laten bezoeken. Ik leerde intusschen
voor een akte; niets dan dorre, schoolsche wijs
heid; ik, die in de letteren had willen studee
ren. En dan wilden de menschen je nog zoo
graag een beetje meer naar beneden drukken.
Allemaal kleinigheden, waar ze ons mee grief
den. En later ging m'n zus in betrekking en
kon ze maar niet wennen bij de menschen, waar
ze nu ondergeschikt was, en die ze vroeger niet
bij haar kennissen zou hebben gerekend. En m'n
broer had ook z'n moeilijkheden en op mij kwam
alles neer, want je kent moeder, ze is alleen
voor het practische, voor het werk dat ze doet
met haar handen. In die jaren ben ik het stille,
gesloten mensch geworden, dat ik nu ben. Al
m'n vroolijke moed was weg en m'n illusie van
een zonnig leven, waarin je je krachten en ta
lenten kon meten met anderen, waarin je je
ontplooien zou tot een vrij groot mensch. Maar
ik heb altijd met ijzeren wil gestreefd naar het
doel. En nu zijn we er dan door.
Moeder en ik wonen stil in ons eigen huisje,
zus heeft een uitstekenden man en m'n broer
xeist de heele wereld door en is tot eer en
aanzien geraakt. Maar nu kan ik niet anders
meer dan stil zoo voortleven. Ik ben te moe, om
het geluk nu nog te begrijpen."
Hij had haar dikwijls in de rede willen val
len, maar ze was onverstoorbaar doorgegaan.
„Nu weet ik niets meer wat je zou kunnen
overtuigen," eindigde zij.
„Och, kind." sprak hij; „als we maar eerst
getrouwd waren, dan zou je een ander mensch
worden."
„Ik wil geen ander mensch meer worden," en
zij richtte zich wat strakker op.
Maar hij kwam: ,,We hooren bij elkaar, voel
je dat ook niet?"
Toen was ze getroffen. „Ja," zei ze, „dat ge
loof ik ook. Als
ik maar zoo was
als vroeger."
Hij begon in te j
gen en z'n ge-
sicht stond strak
en wanhopig.
„Als jij m'n vrouw niet wordt, dan is het leven
me niets meer waard."
Ze bleef onbewogen.
„Dan ga ik dadelijk naar Monte-Carlo en
verspeel en verboemel m'n leven."
„Dat mag je niet," zei ze hevig en pakte met
beide handen z'n arm. Groot en dreigend zagen
haar grijze oogen hem aan.
„Ja, zoo zijn Jullie vrouwen," sprak hij, even
naar haar fel gezichtje ziende en toen weer
recht voor zich. „Eerst iemand tot wanhoop
brengen en dan zeggen: ,JDat mag je niet.
Neen," hij weerde haar handen af. „M'n leven
is verspeeld. Dag kind
Zij wrong de handen: „O, als ik toch maar
eens rustig kon nadenken over allesdan
Hij drong naderbij.
„Zou je dan...." Z'n oogen lichtten, ze knikte.
„Wanneer zal ik dan terug komen?" vroeg hij..
Hij pakte haar gezicht tusschen z'n handen
en kuste haar.
„Liefste.... ik hou zooveel van je. We hoo
ren by elkaar, vind je niet?"
Verlangen naar geluk straalde in haar oogen.
„Wanneer zal ik je komen halen, liefste?"
„Over een half jaar dan?" zei ze vermoeid.
De duisternis viel in.
„Dag kind," zei hij zacht, toen ze bij haar
huis waren.
Ze knikte en stak langzaam den sleutel in
het slot.
Een half jaar later was hij dit voorval in zijn
leven geheel vergeten.
De Sjoeknawega-Indianen, die eens den
bleekgezichten den weg wezen in het Noorden
van Canada, komen thans uit hun gebieden
om werkzaam te zijn bij den bouw van wolken
krabbers, bruggen, fabrieken en havens. Deze
zonen van den Irokeezenstam werken zij aan
zij met de meest ervaren blanken aan de uit
breiding van de haven St. John in Nieuw-
Brunswijk. Zij hebben in de laatste dertig of
veertig jaar zich ontwikkeld tot voortreffelijke
arbeiders, die vooral uitstekend werk leveren
bij den staalbouw. Zij hebben in de koude zwaar
werk te verrichten maar hun ijzeren zenuwen,
hun uithoudingsvermogen en hun handigheid
helpen hen over de moeilijkheden heen. Wan
neer ergens een wolkenkrabber wordt neergezet
of een ander bouwwerk wordt begonnen, ko
men ze uit hun hutten, velen in hun auto's,
anderen per trein of te voet, om iets te ver
dienen.
ÏZ/JK D/EN KLEI
NEN PAZKER EENS
U/JZ/r DAAROP
z/i nukken En
PISPUTEERTNET
W/U y. MAAR D/E
15 DLADóENOEó
OM HEN TE WO O PP
TE STAAN ZIE.WAT
EEN STPUKA6ES
V/AT ZULLEN WE NU DOEN
W/M? KIJK DIEN óPOOTEN
BULLEBAK EENS AAN ZELFS
SAN Dy /S N/ET OP Z'N. OE -
V DN ZIJD/O
De China Weekly Revue bespreekt in een
artikel de afzet-mogelijkheid van wapens in
het Verre Oosten.
Het blad is van oordeel, dat de Chineesc'ne
woelingen een goede zaak zijn voor Engeland,
Amerika, Frankrijk en Tsjecho-Slowakye. Van
Augustus 1932 tot Augustus 1933 heeft Engeland
46 millioen patronen geleverd, ontelbare machi
ne-geweren en strijdwagens, terwijl de Nanking-
regeering in den laatsten tijd voor 200.000 pond
sterling aan munitie en ander oorlogstuig in de
Vereenigde Staten heeft besteld. Binnenkort
verwacht men de levering van 36 tanks en twee
vliegtuigen, elk met twee mitrailleurs. Ook Ja
pan heeft groote Chlneesche bestellingen en
voert ongeveer voor 400 millioen yen wapens en
munitie in China in.
All 1 '1 op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 9f]f]f] hij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7Cf) bü een ongeval met O Cf] by verlies van een hand OC oij verlies van een Cf] bij een breuk van Af] by verlies van 'n
A116 CtDOTUlG S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerir.gen Ul/l/lf," verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f OVm" doodeiyken afloop# 6wi/«" een voet of een oog# Jl A O» duim of wijsvinger t#l/«_been of arm/ Tl/»" anderen vinger
eiitiiiimiiiiiiittfiiniitiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiHiMiiiiiiimimiiiiimiime
ill ui mum until ■■■mini ii uiniiiiiiiiiiiiiiiiiitittt minium i iiiiiiiiiiiuh'*
(Korte Inhoud "an het voorafgaande: Kemp.
een Engelschman uit Kent wijkt met Carlos
Riego uit naar Jamaica, geholpen door den
verloofde van zMn zuster Veronica Ralph
Rooksbv Hier komt bil tn kennis met den
rechter O'Brien en met Don Ramon, die
Kemp willen overhalen dienst te nemen bil
zeeroovers die Rlo Medio als basis hebben
Kempt vlucht, maar wordt later weer door
de zeeroovers gevangen genomen en naar
Rlo Medio gebracht, waar hii gastvr»
ontvangen wordt door Don Balthasar
Hier leidt men hem aan het sterfbed van
Carlos Het gepeupel elscht de uitlevering
van Kemp en doet als Carlos luist gestor
ven ls een aanval op het huls. waarbu Don
Balthasar door een kogel wordt getroffen
en stervend Ineen zakt Als tildens de be
grafenisplechtigheden de aandacht afgeleid
ls vlucht Kemp met Don Balthasar's doch
ter Seraflna en wordt opgenomen op het En-
gelsche schip „Lion". De Engelsche koop
vaarder wordt echter achtervolgd en Kemp
verlaat met Serafina en Castro tijdeiyk het
schip, dat hen later weer zal oppikken.)
Het gelukte my in den klemmenden woelenden
greep van bet zandige water, dat zwaar om
mijn knieën kolkte, staande, te biyven. Het
bleef van achteren aan myn beenen rukken,
terwijl ik over de smalle zandbank waadde, en
met een zekerheid, die ingeving leek, de juiste
plaatsen koos om mijn voet neer te zetten met
uitdaging van al de macht der elementen.
Eindelijk kwamen we aan land, juist op tijd
om Castro een laatste helpende hand te reiken;
hij met zijn korte gestalte had al de macht van
het water moeten doorstaan en, uitgeput
dreigde hij het op te geven.
Maar waarheen te gaan? Wat nu te doen?...
In welke richting naar een schuilplaats zoeken?
Zou er wel een of ander onderdak in de buurt
zijn? Hoe zouden wij het bereiken? Hoe kon
den we, trouwens vooruitkomen?Castro wist
echter een schuilplaats: en dit weter.d en
misschien ook zijn klaarblijkelijke bekendheid
met de topografie van de streek, maakte, dat
we hem met ontembaar vertrouwen door den
storm volgden.
We gingen over een vlakte van ruw gras.
aan de eene zijde begrensd door een steile hel
ling.
Castro ondersteunde met my Seraphina,
maar dikwijls moest hij ons verlaten om naar
den weg te zoeken. Inderdaad was er een half
vergaan pad, dat tegen den minst stellen der
beide wanden opkronkelde; en wij strompelden
onzen gids na. Het pad was erg steil en de
laatste honderd meter bijna onbegaanbaar. We
volbrachten dit stuk letterlijk op handen en
voeten. De losgewoelde steenen vielen onder
onze voeten weg, onhoorbaar als stuifzwam-
men.
Boven aangekomen, trachtte ik met mijn
lichaam een beschutting te vox-men voor
Seraphina,
De wind floot en gierde over ons heen.
„Vooruit! Vamos!.... Het ergste is nog vóór
ons," gilde Castro me in het oor, „laat ons
gaan!" riep hij. „Moed, senorita!''
Er was een oogenblik van rust. Zelfs de don
der was in de verte weggerommeld, kwijnend
tot dof gebrom. Castro liet zich vlak voor me
op zijn knieën vallen.
„Hier is het,'" hoorde ik hem kreunen.
Ik zette Seraphina, die ik weer in mijn armen
gedragen had, neer. Een schichtende vuurflits
spleet het dikke wolkdak. Ik deinsde terug van
den rand.
„Wat! Hier!" gilde ik.
„Senor Si! Er is daar een spelonk bene
den."
Langs den rand der rots zag ik een soort
richel uitsteken.
Het was een soort kroonlijst, die langs den
wand van den afgrond beneden voerde als een
trap langs den buitenmuur van een huis. En
ruwweg leek dit ook een trap, met lange hel
lende treden, nat van den regen.
„Por Dios, senor laat ons hier niet blijven
denken, of we zullen omkomen in dien orkaan."
Hij huilde, maakte gebaren, gilde met al de
kracht van zijn longen. Hij kende die tor
nado's. Krachtige beesten werden "s ochtends
vaak dood in de velden gevonden. Dit was nog
maar het begin. Het bliksemlicht toonde zijn
knielende gedaante, het gretig, angstig opge
heven gezicht en een vinger, die in den af
grond wees.
gen als om het water er uit te persen. Op die
manier was een soox-t kort touw gevormd, ter
dikte van een kabel, en het dalen begon.
„Kijk niet achter je, kijk niet," gilde Castro.
De eerste passen omlaag waren verschrikke
lijk, maar zoodra ons hoofd gedaald was bene
den den rand van de hoogvlakte, ging het
beter, want we hadden ons omgedraaid naar
de rots, om zijdelings voort te bewegen, be
hoedzaam wachtend na eiken stap, alsof we in
de gebroken ruwheid van den rotswand naar
sporen zochten van geheimzinnige inscripties.
Castro ging met het eene uiteinde van den
gewrongen mantel in de hand voorop; ik hield
het andere eind vast; en tusschen ons in deed
Seraphina dezelfde bewegingen als wy. met het
„touw" tegen haar rug, haar haren losfladde-
rend hoog in den wind en haar bleek, strak
gelaat als dood naar de rots gewend. Ik zag
de betrokken, stilte van haar trekken, haar wijd
open oogen starend op drie duim afstand van
de lagen der rots. De Inspanning, die onze
voorzichtigheid vergde, was ontzettend. Het
weten van den afgrond achter mij moet me
beïnvloed hebben. Verklaar het zooals ge Wilt,
zeven maal gedurende dien tocht naar omlaag,
voelde ik, dat ik de macht over myn zinnen
verloor en kwam het verlangen my achterover
te werpen. De twygen der struiken die iets
beneden den buitenrand van ons pad groeiden,
sloegen tegen mijn kuiten.
Castro hield stil. De kroonlijst eindigde als
'n gebroken trap, die op niats uitloopt, 'n Hoog,
smal gewelf stond zwart in dt, rots, met een
minstens drie voet hoogen drempel. Castro
klom er over; toen hij aan den anderen kant
overeind stond, werden zijn hoofd en romp
bij eiken bliksemflits tusschen de binnenmuren
verblindend verlicht. Ziende, dat ik Seraphina
omvatte, gilde hy:
„Oppassen, senor! 't Is de dood, als u wan
kelt."
Ik tilde haar op en reikte haar over. als
was zij een kind; maar nauwelijks was ik
zelf binnen of ik voelde de kracht uit al mijn
leden wijken zooals water uit een omgekeerd
vat vloeit. Ik zou op dat oogenblik zelfs geer
speelgoedpop hebben kunnen tillen. Maar zfj
zeide dadelijk met een wild, gejaagd lachje:
„Juan ik zal nooit terug durven"
Ik drukte haar zwijgend tegen mijn borst.
Castro ging voorop. Het was een nauwe
gang; heel den weg raakten onze ellebogen de
wanden. Tomas sloeg geregeld zijn vuursteen,
vonken vielen van zijn hand. Wij voelden een
koelte, een besef van ruimte alsof we een
nieuwe wereld waren binnengedrongen. Zijn
stem gebood ons naar links te wenden en riep
daarna door het duister: „Stilstaan!"
Maar waar was Castro gebleven? WU hoor
den krakende, ritselende geluiden en zacht ge
mompel; vonken lichtten op nu hier, aan daar.
wy durfden geen voet verzetten. Er waren
misschien steile verhevenheden en diepe kuilen
in die spelonk. Plotseling ontdekten wy onzen
gezel op handen en voeten bezig zyn wangen
op te blazen boven een klein vuurtje ontstoken
in een hoop dorre takjes en bladeren.
Nu zagen wij ons verbiyf, een verblilf van
donkerte, geweldig maar niet indrukwekkend J
Zwakke luchtstroomen, die langs ons gezicht
streken, gaven ons het gevoel onder den blooten
hemel te zyn van een nacht, zoo zwart als we
ooit hadden meegemaakt. De stem giug er m
verloren zonder weerklank als in een open
vlakte; de rook van ons vuur dreef schuins
weg, doortinteld niet roode vonken, en bleef
verderop langzaam voortslepen als onder de
wolken van een sterrenlooze lucht. Ten slotte
ontsnapte de walm waarschijnlyk door enkels
onzichtbare spleten in het rostgewelf. Slechts
op een plek verlichtte het vuurje een gedeelte
van den rulgen muur, waar soms de schaduw
van ons lichaam opdook, onze bewegingen
nabootste en dan weer snel omlaagschoot.
Overal elders kon de blinde duisternis van het
gewelf, te oordeelen naar de weerkaatsing der
vlammen, zich nog wel mijlen en mijlen uit
strekken.
Castro noemde dit waarschyniyk. Hy maakte
my opmerkzaam op de helling van den grond,
die diep en ver naar beneden afliep. Myien
ver ongetwijfeld. Niemand wist het, niemand
had ooit het einde er van gezien'. Deze spelonk
was al van oudsher bekend. Dat kreupelhout,
die dorre bladeren, die een zacht rustbed voor
„hare excellentie" zouden vormen, waren Jaren
geleden opgehoopt, 'misschien door menschen.
die sedert lang gestorven waren. „Je moest dat
brandhout zien. Die groote stapels taKkebossen
hadden al zoo gebonden gelegen, toen hy voor
het eerst op die plaats geweest was. Coramba!
wat 'n werk! Wat 'n moeite! Maar wy mochten
de heiligen er wel voor danken.
.(Wordt vervolgd)