De gemeenten in ons land
n
Een fabriek ligt stil....
Samenvoeging
Opbouw
WAAROM V THIEL
NIET DRAAIT
DONDERDAG 11 JANUARI
TEN BATE VAN HET PELIKAAN-COMIT
DE JAARBEURS TE UTRECHT
Ned. Katholiekendag
Oorsprongbevoegdheid en uit
oefening van het gezag
Houdt U aan het
BAYER-KRUIS!
Een speciale af deeling voor
uitvindingen
VERBODEN WAPENS NAAR
ONS LAND
Bestemd voor de N.S.B.?
De Kon. Begeer te Utrecht vervaardigt een gedenkpenning
in verband met de „Pelikaan"-vlucht
.UTRECHTSCH DAGBLAD"
Prof. dr. M. C. van Mourik
Broekman hoofdredacteur
Waarom dr. Ritter aftreedt
Het Visscherijbedrijf
Overeenstemmng bereikt inzake
de C.A.O.
EEN GEDENKPENNING
Bij den 25sten verjaardag van
Prinses Juliana
Een onderhoud met de directie van
de stilgelegde fabriek
Productie thans niet
mogelijk
Twee fabrieksbranden
Reeds in 1930 stilgelegd
Was het syndicaat
noodzakelijk?
Verder contingenteeren?
NATIONAAL HANZEBUREAU
Mr. F. J. H. Bach tot directeur
benoemd
VARKENS VOOR EIGEN
GEBRUIK
Klachten over de vergunning voor
accijnsvrij slachten
Handel op Dublin
Geen spreekuur
Bij diverse vraagstukken, met name
ook ten aanzien van de reorganisatie
der politie, stuit men op de aanwezig
heid van het grootste aantal kleine gemeen
ten in ons. land.
Cijfers zijn sprekend en het staatje, dat
de commissie WELTER geeft is waard hier
als introductie overgenomen te worden:
Bij de laatste volkstelling (31 Dec. 1930)
waren er 1078 gemeenten, welke naar het
zielental als volgt kunnen worden gegroe
peerd:
Aantal inwoners aantal gemeenten
500 en minder28
501—1000 140
1001—2000 231
2001—5000 375
5001—10.000 172
10.001—20.000 86
20.001—50.000 28
50.001—100.000 12
meer dan 100.000 6
Totaal 1.078
De commissie zegt met recht, dat het voor
de kleine eenheden steeds moeilijker wordt
de toenemende lasten van het overheids-
beheer te torsen en dat een van de mid
delen om in het groot aantal kleine ge
meenten verandering te brengen, natuur
lijk is, de samenvoeging van kleine daar
voor door hare ligging en structuur in aan
merking komende gemeenten tot één groo-
tere.
Waar dit practisch mogelijk is, zal deze
samenvoeging aldus de commissie op
ruimer schaal dan tot dusver geschiedde
aanbeveling verdienen.
In de „Maatschappijbelangen" van Dec.
1933 en in vorige nummers worden om
trent het resultaat der combinatie van eeni-
ge plattelandsgemeenten zeer slaande ge-
gegevens verstrekt. Zóó voor Eethen (de
samenvoeging van Drongelen, Genderen
en Meeuwen in 1923), SprangCapelle (de
samenvoeging van Sprang, Capelle
VrijhoeveCapelle 1923) en enkele andere.
Reeds eerder was door de Maatschappij
voor Nijverheid berekend, dat de besparing
op de salarissen van burgemeesters, secre
tarissen en ontvangers voor geheel Zuid-
Holland (met 35 gemeenten beneden de 1000
inwoners) bij een gemeentelijke gebiedsin-
deeling, als in Friesland lange jaren heeft
gegolden, een kwart millioen per jaar zou
bedragen.
Zeer juist meent de Maatschappij dat
hier in de publieke administratie arbeid
wordt verspild. En dat men er hier niet
komt met kleine, incidenteele veranderin
gen kan men haar volledig toegeven.
Van het standpunt, dat de tegenwoor
dige Minister van Binnenlandsche Zaken
ten deze inneemt, zegt Z.E. zelf, dat het wel
als bekend mag worden ondersteld. Daar
heeft hij zeker gelijk in. Maar zeker is niet
minder, dat zijn standpunt teleurstellend is
en dat men niet zonder méér in dat stand
punt kan berusten. Hij gebruikt de bekende
departementale tirade dat „elk geval op
zichzelf dient te worden bezien". Een waar
heid als een rund!
Maar elk geval moet op zichzelf worden
bezien naar gezonde, oeconomische begin
selen. En welke zijn die?
Dat alle daarbij betrokken belangen
zooals de tweede ambtelijke clausule luidt
zorgvuldig tegen elkaar moeten worden af
gewogen wie ontkent dat?
In het bijeenbrengen van heterogene be
volkingsgroepen ziet de minister voorts een
bezwaar
Alsof er niet in de meeste gemeenten he
terogene volksgroepen worden aangetrof
fen en of dit in ons verscheurd vaderland
niet nagenoeg onvermijdelijk is.
Excellentie, dat alles is toch bijna lach
wekkend tegenover den ernst der tegen
woordige ellende!
Bij de pogingen tot combinatie zult U
natuurlijk bezwaren en zeer veel bezwaren
ondervinden. Belanghebbenden zijn ge
woonlijk ware virtuozen in het vinden van
bedenkingen.
Is er ooit een bezuinigingsmaatregel door
gezet zonder zeer zwaarwichtig voorgedra
gen bezwaren? Informeer U eens bij Uw
ambtgenoot van onderwijs! Er is nu een
maal in ons land, elders misschien even
min, geen bezuiniging te verkrijgen zonder
dat een ieder die meent eenig nadeel van
het voorgenomene te ondervinden in het
geweer komt.
Bij dat in het geweer komen vindt hij
dadelijk eenige kamerleden, eenige pers
mannen en eenige personeelorganisaties
klaar staan om het tegen de zaak en vóór
hem op te nemen.
De Minister wil zelfs geen aansporing aan
de Gedeputeerde Staten doen uitgaan om
voorstelling tot samenvoeging voor te be
reiden en dat wel onder het motto, dat er
geen reden is die colleges aan te wakkeren!
Excellentie, het is toch inderdaad wat
droevig. Alsof een centraal Bestuur, in
deze tijden vooral, niet goed zou doen i.e.
enkele beginselen te formuleeren en die op
lagere colleges los te laten, met opdracht
om aan de hand van die beginselen, binnen
een te stellen fatalen termijn, voorstellen
in te zenden!
Er is een ander middel, wellicht een nog
beter middel, en dat is een goede, veelzij
dig samengestelde commissie, aan wie die
beginselen als richtsnoer worden mede
gedeeld en die de opdracht krijgt bin
nen 6 maanden concreet en gemoti
veerd aan te geven, hoe een 400-tal kleine
gemeenten kunnen worden opgedoekt, bo
venaan plaatsend de samenvoegingen, die
het minste bezwaar opleveren en zoo afda
lend tot de laatste meest bezwaarlijke com
binatie.
Zoo ooit, dan is de tijd nu rijp om dezen,
een der vele knoopen door te hakken. Maar
één ding: Excellentie laat de commissie
niet uitsluitend, en zelfs niet in meerder
heid uit rechtstreeks en zijdelings belang
hebbenden bestaan, en bepaal vooral ook
categorisch een uitersten, krap gestelden
datum voor de inzending van het verslag.
Denk aan het Saguntum!
Op een paar punten moet ik tot slot nog
wijzen:
Argumenten omtrent de historisch ge
groeide gemeentelijke zelfstandigheden, die
de minister ook in het geding brengt, kun
nen vanzelfsprekend in een te publiceeren
rapport worden vermeld. Maar de historie
van een plaats verdwijnt niet met de ver
andering van de gemeentelijke grenzen,
noch met de gemeentelijke benaming. Zou
men de historie hier zwaar laten wegen,
dan zou er eigenlijk in deze materie zoowat
niets kunnen gebeuren.
Een zwaarder argument tegen combina
tie is gelegen in de ervaring, dat deze kan
leiden tot een onevenredige uitzetting der
uitgaven van de vereenigde gemeente voor
bestrating en verlichting enz. Dit heeft hier
en daar inderdaad plaats gehad.
Van nabij hebben we bijgewoond hoe bij
het voorafgaande overleg omtrent toevoe
ging van plattelands-randgemeenten aan
een provinciehoofdstad, aan de boerenbe
volking allerlei voordeelen, welke aan de
stadsbewoners ten deel vielen, werden
voorgespiegeld. De huidige ingewikkelde
formaliteiten aan de samenvoeging vooraf
gaand kunnen daartoe leiden. Het behoeft
echter geenszins.
En als ergens geen besparing kan wor
den verkregen vanwege een onvermijdelijke
ontzetting van uitgaven, dan zou daar ook
inderdaad in de huidige omstandigheden
de combinatie achterwege moeten worden
gelaten. Onvermijdelijk zal echter wel tot
de groote uitzonderingen behooren.
Inmiddels, de procedure voor de samen
voeging van gemeenten is zoodanig gecom
pliceerd, dat de vraag zich met klem op
dringt, of die niet kan worden vereenvou
digd.
Hoe zit dat in Duitschland, waar ten aan
zien van hergroepeering der gemeentelijke
gebieden zeer belangrijke dingen zijn tot
stand gebracht? O-O
Te 's-Hertogenbosch heeft zich onder voor
zitterschap van jhr. mr. P. van Meeuwen een
uitvoerend comité gevormd voor den Katholie
kendag, die aldaar zal gehouden worden op 23
en 24 Juni aanstaande. De heeren mr. H. G. Wa
genaar en mr. E. Lamers hebben zich met het
secretariaat belast; dr. G. de Gruyter treedt op
als penningmeester.
Het hoofdbestuur is er in geslaagd de vol
gende sprekers bereid te vinden voor de behan
deling van het onderwerp van den Katholieken
dag: Het Gezag.
pater dr. F. Vroom S.J., professor aan het Col
legium Berchmanianum te Nijmegen: Oorspronk
en bevoegdheid van het gezag';
Mgr. dr. G. C. van Noort, deken van Amster
dam: Uitoefening van het gezag in de kerk;
professor mr. P. W. Kamphuisen, hoogleeraar
aan de R. K. Universiteit te Nijmegen: Uitoefe
ning van het gezag in den Staat;
de heer A. C. de Bruyn, voorzitter van het
R. K. Werkliedenverbond in Nederland: Uit
oefening van het gezag in het huisgezin;
professor A. H. A. Kaag, hoogleeraar aan de
R. K. Handelshoogeschool te Tilburg: Uitoefe
ning van het gezag in bedrijf en onderneming.
Professor dr. F. A. Weve, hoogleeraar aan de
R. K. Handelshoogeschool te Tilburg, zal onder
de Pontificale Mis op Zondag 24 Juni een predi
katie houden.
In overweging is de voorbereiding van een de
monstratie voor het gezag, die na afloop van
den Katholiekendag in den namiddag van Zon
dag 24 Juni zal gehouden worden.
Als U een geneesmiddel
koopt, weiger dan elk risico
Als men U Aspirin aanbiedt
beneden den prijs, bedenk dan,
dat men, waar men met den
prijs knoeit, wellicht ook met
het geneesmiddel heeft geknoeid.
Weiger beslist Aspirin beneden
den prijs of met geschonden ver
pakking Let goed op het Bayer-
kruis en op den oranje band 1
Uitsluitend ver
krijgbaar In d»
oranjeband-
buisiet van 20
'tabl. 70 ets. en
Tan de va,n 13 tot en met 22 Maart 1934 te
houden voorjaarsbeurs te Utrecht zal voor de
eerste maal een speciale afdeeling voor uitvin
dingen worden evrbonden. Deze afdeeling is
het resultaat van de samenwerking tusschen
den Bond van Octrooi- en Merkenhouders te
's Gravenhage en de Kon. Nederlandsche Jaar
beurs te Utrecht.
Het is de bedoeling om op deze wijze de uit
vinders in contact te brengen met het groote
aantal fabrikanten, dat regelmatig de jaar
beurs te Utrecht bezoekt, teneinde op deze
wijze de uitvinders in staat te stellen hun uit-
vindersrechen, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk
te koop aan te bieden, zonder dat hiermede
belangrijke onkosten zijn gemoeid.
De beslissing omtrent de toelating van uit
vindingen is in handen gelegd van een Com
missie, die door den Bond van Octrooi- en
Merkenhouders in overleg met de Kon. Neder
landers Jaarbeurs als volgt is samengesteld: Ir.
C. M. R. Davidson, J. Keyser, dr. J. C. van
Leeuwen, E. A. Sleewijk, mr. J. P. C. van
Velzen. Deze commissie, waarvan het secre
tariaat gevestigd is Alexanderplein 26 te 's Gra
venhage, zal de ingekomen aanvragen beoor-
deelen en de indeeling der expositie regelen.
Het lid van den Enschedeschen Gemeente
raad, de revolutionnair-socialist J. S. van
Schaick, heeft tot den burgemeester dier ge
meente de volgende vragen gericht, met het
verzoek deze in de eerstvolgende gemeente
raadszitting te willen beantwoorden:
1. Is het den Burgemeester bekend, dat in den
Iaatsten tijd herhaaldelijk zendingen verboden
wapens vanuit Duitschland, in Enschede wor
den ingevoerd?
2. Is het den Burgemeester bekend, dat als
lid van de Nationaal-socialistische beweging
bekend staande personen, deze wapens in ont
vangst nemen?
3. Is het den Burgemeester bekend, dat deze
wapens door deze leden van den N. S. B. wor
den geleverd aan andere leden van genoemde
organisatie?
4. Is het den Burgemeester bekend, dat in
Enschede werkzaam zijnde Duitschers deze wa
pens invoeren en aan bedoelde leden van den
N. S. B. afleveren?
5. Mocht de Burgemeester met deze feiten
bekend zijn, wil hij dan mededeelen, welke
maatregelen door hem tegen verboden wapen
handel zijn genomen?
6. Zoo de Burgemeester met deze aangele
genheden niet bekend is, wil hij dan kennis
nemen van de door ondergeteekende, bij af
zonderlijk schrijven aan hem kenbaar gemaak
te feiten?
7. Zoo ja, wil de Burgemeester hiernaar een
onderzoek doen instellen en die maatregelen
nemen, waardoor aan dit misdadig en gevaar
lijk bedrijf een einde wordt gemaakt?
8. Wil de Burgemeester mededeelen, of hij
bij juist bevinden der ter zijner kennis ge
brachte feiten het noodig oordeelt hiervan de
Regeering op de hoogte te stellen, opdat die
in staat zij stappen te doen bij de Duitsche
Overheid, waardoor van die zijde deze invoer
in ons land mede kan worden tegengegaan?
In plaats van den afgetreden hoofdredacteur
van het „Utr. Dgbld.", Dr. P. H. Ritter Jr., is de
heer W. Graadt van Roggen bereid gevonden
van 1 Februari 1934 af tijdelijk als hoofdredac
teur op te treden.
Met ingang van 1 April 1934 zal de redactio-
neele leiding van het blad komen in handen van
den heer dr. M. C. van Mourik Broekman als
hoofdredacteur en van den heer W. Graadt van
Roggen.
In een persoonlijk woord in het ochtendblad
van het Utrechtsch Dagblad van heden deelt dr.
P. H. Ritter Jr. de reden van zijn aftreden als
hoofdredacteur mee.
Wij meldden reeds, dat zijn heengaan verband
hield met tal van nevenfuncties en thans schrijft
Dr, Ritter in het blad, dat vijftien jaren onder
zijn eiding heeft gestaan, dat hij had e kiezen
ussehen zijn hoofdredacteurschap en zijn vele
publicistische werkzaamheden, waarvan zijn
functie bij de A. V. R. O. de kern vormt.
Het Utr. Dagblad vermeldt verder, dat de heer
W. Graadt van Roggen van 1 Februari 1934 af
tijdelijk als hoofdredacteur op zal treden.
De heer Graadt van Roggen is, zooals men
weet secretaris-generaal van den Raad van Be
heer der Kon. Ned. Jaarbeurs en was vroeger
reeds hoofdredacteur van het Utr. Dagblad.
Met ingang van 1 Apil 1934 zal de redactio-
neele leiding van het dagblad komen in handen
van den heer prof. Dr. M. C. van Mourik Broek
man als hoofdredacteur en van den heer W.
Graadt van Roggen.
Naar wij vernemen is thans overeenstemming
bereikt over het nieuw te sluiten contract in het
zee visscherijbedrijf.
De besturen van den Christelijken Zeelieden-
bond en van de IJmuider Federatie (afdeeling
van den Centralen Bond van Transportarbei
ders) hebben Woensdag aan het bestuur van de
Reedersvereeniging te IJmuiden telefonisch
medegedeeld, dat zij met de uiteindelijke gedane
voorstellen accoord gaan.
De wijzigingen van de oorspronkelijk gedane
voorstellen komen op het volgende neer:
Voorgesteld was om de gages te verlagen met
f 15 per maand vboor den tweeden machinist,
stuurman, matroos, kok, stoker en tremmer en
met f 25 per maand voor den machinist.
Deze verlagingen zijn verminderd met f 3.75
voor den machinist, stoker, en den matroos, met
f 2.25 voor den stuurman en tweeden machinist
en met f 3.25 voor den kok en tremmer.
Het loon van den schipper blijft 4 pet. van de
besommingen tot f 50.000 en 5 pet. van de be
sommingen die daar boven uitgaan. Het garan
tieloon der schippers is verlaagd van f 2000 tot
f 1500.
Wanneer niet met Fransch patent gevaren
wordt, krijgen de kust booten drie matrozen. In
het andere geval krijgen zij er een lichtmatroos
bij, waarvoor de gage is vastgesteld op f 40 tot
f 50 per maand.
Bij de vaststelling van de besommingen
wordt het halve losloon afgetrokken in tegen
stelling met he oorspronkelijke voorsel, waarbij
he geheele losoon in mindering werd gebracht.
Naar men ons mededeelt, wordt ter gelegen
heid van den 25sten verjaardag van H. K. H.
Prinses Juliana door de „Koninklijke-Begeer"
te Voorschoten een herinneringspenning ver
vaardigd, op de voorzijde waarvan de beelde
naar van H. K. H. naar één van de aller
laatste, niet in den handel zijnde foto's, ver
vaardigd door het foto-atelier Ziegler, te
's-Gravenhage.
Het ligt in de bedoeling, dezen penning te
vervaardigen ter grootte van 6 en 4 c.M., als
legpenning en als pressepapier, alsmede, in den
vorm van kinderdraagpenning ter grootte van
25 m.m.
In het verlaten kantoorgebouw, waar nog
slechts een enkele portier dienst doet, werden
wy ontvangen door de directie der N. V. Van
Thiel's Draadnagelfabriek.
Als inleiding tot het onderhoud dat wij had
den aangevraagd werd ons de leegstaande fa
briek getoond: eerst de bergplaatsen, waar nog
eenige voorraden liggen opgeslagen, dan de
werkplaats, waar in lange rijen de machines
staan, met hoezen afgedekt en van genummer
de etiketten voorzien. Voorheen dreunde hier
de polsslag van den arbeid, gloeiden de vuren
en ratelden de drijfraderen. Thans liggen de
machines stil en gaan de arbeiders stempelen.
Krachtiger nog drong zich aan ons de vraag
op: aan wie de schuld?
„Het zijn ernstige beschuldigingen die te
gen ons geuit zijn," aldus begon de oude heer
Van Thiel, toen wij na onzen rondgang weer
gezeten waren, „doch het meest grievend is
voor ons dat niemand van al de aanklagers ooit
de moeite heeft genomen, ons de gelegenheid
te geven, ons eigen standpunt uiteen te zetten..
Denkt u dat wij er zoo licht toe over zouden
zijn gegaan om ons bedrijf, waar generaties
van onze familie hun krachten aan hebben
gegeven, stil te leggen?"
Een der heeren toonde ons de notulen van
besprekingen met de regeering, vóór de tot
standkoming van het syndicaat te Den Haag
gevoerd, waar wij lazen: „Wij willen liever
draaien met een kleine winst, zelfs met gega
randeerd géén verlies, dan met een flinke uit-
keering stilliggen."
„Dat is nog steeds ons standpunt. Dat zou
het standpunt zijn van iederen Brabantschen
fabrikant."
„Maar waarom", zoo vroegen wij, „kunnen de
fabriek te Beek en Donk en de andere fabriek
hier in Helmond dan wél draaien? Zijn die dan
niet bij het syndicaat aangesloten?"
„Beide zijn aangesloten, maar bij de verdeeling
van de in Nederland te produceeren hoeveel-
i heid draadnagels hebben zij in verhouding tot
hun capaciteit veel grootere porties toebedeeld
gekregen dan wij zouden hebben kunnen ver
overen.
„Mede om u dat duidelijk te maken heb
ben wij u eerst de fabriek laten zien, U zult
opgemerkt hebben dat ze voor drie kwart uit
nieuwbouw bestaat. In 1928 zijn we n.l. twee
maal afgebrand. Eerst in Februari, en ten ge
volge daarvan hebben wij acht weken stilgele
gen. In September hadden we weer een grooten
brand en toen zijn we aan den nieuwbouw be
gonnen waardoor we dat jaar en het jaar daar
op hebben stilgelegen. Pas in '31 zijn we in de
nieuwe fabriek weer beginnen te werken.
„In '31 begonnen ook de onderhandelingen,
die al lang in de lucht hadden gehangen, over
de vorming van een syndicaat. De Duitsche fa
brikanten waren daarbij verre in de meerder
heid. Zij vormden meer dan de helft der deel
nemers. De Belgische fabrikanten maakten
meer dan een derde van alle deelnemers uit.
Het overschietende zesde gedeelte werd ge
vormd door de Deensche, Tsjecho-Slowaaksche
en de drie Nederlandsche belanghebbenden.
Hoe het syndicaat tot stand kwam
„Toen nu in beginsel tot de oprich
ting van het „Iwéco"-syndicaat was be
sloten, werd als basis voor de verdeeling
van de te produceeren hoeveelheid
draadnagels aangenomen de productie
zooals die geweest was in het jaar 1928,
het jaar waarin wij twintig weken heb
ben stilgelegen. Daardoor kregen wij
een quote toebedeeld dat naar verhou
ding belangrijk kleiner was dan dat
van de andere fabrieken. Vanzelfspre
kend namen we met die regeling geen
genoegen."
Wij vroegen den heer Van Thiel, ons in en
kele cijfers die verhoudingen toe te lichten.
„Als maatstaf voor de werkelijke capaciteit
zou kunnen gelden de verdeeling die werd over
eengekomen in 1929, toen de drie Nederlandsche
fabrieken pogingen deden om een nationaal ver
koopkantoor op te richten. Toen werd door de
twee grootste fabrieken, de onze en die in Beek
en Donk, een onderlinge verhouding vastgesteld
van negen staat tot zes. Sedertdien is onze fa
briek door den nieuwbouw nog uitgebreid. Maar
volgens de door het syndicaat voorgestelde ver
deeling kregen wij slechts 12000 ton toebedeeld
tegen 15.500 ton voor Beek en Donk. Toen onze
vertegenwoordiger wees op het onbillijke van
dezen maatstaf, konden we er nog 1.400 ton
bij krijgen. Met onze nieuwe fabriek, die 22.000
ton kan produceeren, konden we daar geen ge
noegen mee nemen. Om onze kosten goed te
maken moeten we ten minste 18.000 ton per
jaar kunnen maken. De anderen gaven dat wel
toe, doch niemand was bereid, iets van zijn
quote af te staan. Zoo dreigden de onderhan
delingen spaak te loopen. Op een conferentie te
Luzern werd toen het idee gelanceerd, onze fa
briek tegen een vergoeding stil te leggen. In
den beginne voelden wij daar niets voor, inte
gendeel zochten we bij de regeering ruggesteun
in den vorm van een belofte tot contingentee-
ring voor het geval dat de onderhandelingen
zouden mislukken. Die belofte hadden we dan
als stok achter de deur tegenover de buitenland-
sche fabrikanten kunnen hanteeren. Het was
een tijd van onderhandelingen naar twee kan
ten in Aken werd onderhandeld over het syn
dicaat, in Den Haag over mogelijke contingen-
teering. Maar in Den Haag voelde men destijds
nog niet veel voor actieve handelspolitiek. Toen
tenslotte bleek dat we ons minimum van 18.000
ton toch niet zouden krijgen, hebben we nood
gedwongen met uitkoop genoegen genomen.."
„En stonden de arbeiders op straat...."
„Ook dat is een misleidende voorstelling.
Onze arbeiders werkten reeds lang niet meer, en
wel uit eigen verkiezing. In Mei 1930 werd ons
door den R.K. Metaalbewerkersbond een collec
tieve arbeidsovereenkomst aangeboden, die we
door den slechten toestand van het bedrijf niet
konden aanvaarden vóórdat het syndicaat
waar we toen onze hoop op hadden geves
tigd er was. Alleen voor onze moerbouten-
fabriek, die geheel los staat van het overige be
drijf, konden we een C. A. O. afsluiten. Maar
de arbeiders wilden slechts aan het werk onder
een C. A. O. Zoo lag, toen op 1 Januari 1932 het
syndicaat in werking trad, onze fabriek reeds
anderhalf jaar stil.
„Nog iets anders is er, dat geheel verzwegen
is. Bij den uitkoop was het beding gemaakt
dat wij, na vijf jaar te hebben stilgelegen, weer
zouden kunnen gaan draaien en dan een quote
zouden mogen maken van 18.000 ton. Dat heeft
voor ons den doorslag gegeven; daarom wilden
we desnoods maar door den zuren appel heen-
bijten."
„Maar was het dan absoluut noodzakelijk,"
zoo vroegen wij na deze uiteenzetting, „tot het
syndicaat toe te treden?"
„Wjj hadden er ook buiten kunnen blijven,
was het antwoord, dan zou er geen syn
dicaat gekomen zijn. Dan zouden weldra alle
Nederlandsche fabrieken hebben stil gelegen en
zou ons land overstroomd zijn met buitenland-
sche draadnagels, die veel goedkooper geleverd
kunnen worden. Het is met onze industrie als
met alle Nederlandsche industrieën: als de re-
geering niet helpt, zijn wij aan het buitenland
overgeleverd."
We vroegen den Heer Van Thiel ten slotte,
hoe de toestand thans is, nadat de regeering
den invoer van draadnagels heeft gecontingen-
teerd.
„Zooals bekend is, weigert het syndicaat
thans, ons de uitkoopsom te blijven uitbetalen,
onder voorwendsel dat de buitenlanders thans
toch geen belang meer hebben bij ons stilliggen.
Maar wij zijn niet van zins, daarin te berusten:"
„Kunt u dan niet het syndicaat laten
schieten en alleen voor de binnenland
sche markt gaan werken? Die zal door
de contingenteering toch belangrijk rui
mer geworden zijn."
„Nog niet voldoende om aan een fabriek als
de onze rentabiliteit te verzekeren. De toestand
is momenteel zoo, dat de productie van de twee
binnenlandsche fabrieken met den buitenland-
schen invoer de Nederlandsche behoefte volko
men dekt. Verdere contingenteering zou dus
noodzakelijk zijn om aan ons een afzetgebied
binnen de eigen grenzen te verzekeren.
„Dus nog onder de 50 pet. gaan?"
„Beter zou o. i. zijn het draadcontingent
verder te beperken. Wij kunnen naast draad
nagels ook blank draad en gloeidraad maken.
De invoer van alle soorten draad is thans op
80 pCt. gecontingenteerd. Als dit voor blank
draad werd teruggebracht tot 60 pCt., en de
grens voor gloeidraad heelemaal gesloten werd,
zouden wij op de binnenlandsche markt vol
doende ruimte vinden om weer te gaan draaien.
Verblijdend is dat in de onlangs verschenen
memorie van Antwoord, door den minister van
Economische Zaken aan de draadnagelindustrie
gewijd, de regeering zich bereid verklaard heeft,
ons te helpen, wanneer we de productie voor het
binnenland weer willen opnemen en „onze ex
portquote uit het buitenland willen doen terug-
keeren", dus ook die in het binnenland willen
afzetten."
„Dat zal een blijde boodschap voor U geweest
zijn," merkten we op.
„Natuurlijk, en we zijn nu vol goeden moed,"
zoo besloot de heer Van Thiel ons onderhoud
te dezer zake. „De regeling zal niet zoo gemak
kelijk zijn als de Memorie van Antwoord het
doet voorkomen. Maar als beide partijen, regee
ring en industrieelen, het ééns zijn over het
te bereiken einddoel: werk voor eigen industrie
dan twijfelen we niet of de oplossing is bereik
baar."
Zoo eindigde ons onderhoud met de geïncri
mineerde fabrieksdirectie. Moge de samenwer
king van alle betrokken partijen er toe lei
den zoo wenschten we bij het verlaten van
de stilgelegde fabriek dat binnen afzienbaren
tijd ook de deuren van de Gebr. Van Thiel weer
opengaan voor de vele arbeiders, die thans de
meest getroffen slachtoffers zijn van een on-
gelukkigen samenloop van omstandigheden.
De actie onzer partij richt zich niet
o p en bepaalt zich nog minder tot het nega
tieve.
Zij kan dat niet en zij mag dat niet.
Krachtens onze beginselen is onze taak aan
gewezen op het positieve, het o p b o u-
w e n d e, en heeft ook ons verweer slechts
ten doel te verwijderen, wat dien opbouw in den
weg staat, en te herstellen, wat uit den juisten
koers is geraakt, of dreigt te geraken.
Leden eener strijdende Kerk, mogen wij den
strijd niet vreezen, en zullen wij hem ook nooit
vreezen.
Maar geen ander oogmerk kan daarbij wor
den nagestreefd, dan het toepassen en vrucht
baar maken onzer beginselen, die wijzen naar
den vooruitgang.
De echte, de ware hervormers zijn de ka
tholieken, en moeten zij zijn overeenkomstig
hun roeping.
Dit geldt zoowel voor het politiek, als voor
het economische en maatschappelijke leven.
Hoe zouden wij tegen hervormingen kunnen
wezen, waar, dank zij den invloed en de door
werking onzer beginselen, de grootste en ge
weldigste hervormingen tot stand kwamen, wel
ke de menschheid ooit aanschouwde!
Er is een tijd geweest, dat de katholieken,
althans vele katholieken ten onzent even
zeer als elders huiverig waren voor hernieu
wing en herziening, ook waar die werden ge
vorderd door de wisseling der tijden en der
tijds-omstandigheden,
In de politieke geschiedenis van ons land
hebben wij daarvan, eenige tientallen van ja
ren geleden, sterk sprekende voorbeelden ge
zien.
Men was bij voorkeur „tegen"; men was maar
zelden „voor".
Die tijd wij wezen er al eens eerder op
is voorbij.
Maar nu komt het er op aan, voort te gaan
in de lijn, welke daarna is gevolgd.
Geen reactie, die slechts op het terugdringen
naar het verleden, op het vasthouden en tegen
houden bedacht is. Geen vrees voor verderen
opbouw en verderen uitbouw in een tijd, welke,
evenals vroegere, om hervormingen roept. Geen
strijd bij voorkeur tegen anderen, maar al
lereerst en allermeest voor de vervulling on
zer positieve taak en de doorvoering onzer
eigen ideeën en beginselen.
Herinneren wij nog eens aan het treffende
woord van den socialen ziener Von Ketteler,
dat door het Christendom niet alleen onze zie
len zijn vrij gemaakt, maar dat daardoor ook
in de politieke, de economische en alle andere
verhoudingen der menschen het heil aan de
wereld is gebracht.
Naar dit woord van waarheid en wijsheid
hebben wij ons optreden in het openbaar leven
te richten.
En dit brengt niet mee, dat wij anderen vol
gen, of door anderen ons de marschroute laten
voorschrijven, maar dat wij overal, waar daartoe
de mogelijkheid bestaat, voorgaan en lei
ding geven. P. S.
Als opvolger van mr. J. A. G. M. van Hellen-
berg Hubar als directeur van het Nationaal
Hanzebureau van den Ned. R. K. Middenstands
bond is, naar wij vernemen, benoemd mr. F. J.
H. Bach, thans directeur van het Centraal
Hanze Bureau van den R. K. Middenstandsbond
in het bisdom Haarlem.
Het Kamerlid Van der Heide heeft aan den
Minister van Economische Zaken het volgende
gevraagd:
Is de Minister niet van oordeel, dat de be
schikking van de Crisis Varkenscentrale in zake
de vergunning voor accijnsvrij slachten van var
kens voor eigen gebruik tot gerechtvaardigde
klachten aanleiding geeft?
Dat, met name het voorschrift dat tot een
gezin behoort het gezinshoofd met de bij hem
inwonende personen, die in op- en neergaande
lijn aan hem verwant zijn, terwijl derhalve
niet mogen worden meegerekend de vrouw, haar
ouders of grootouders, schoonzoon of schoon
dochter, dienstboden en knechten, al wonen ze
in hetzelfde gezinsverband, geen rekening houdt
met de plattelandsverhoudingien, waar sam-
leven van ouders, grootouders en gehuwde kin
deren zeer dikwijls voorkomt en vaak door de
tijdsomstandigheden noodzakelijk is geworden,
terwijl ook het dienstpersoneel praktisch tot het
gezin behoort?
Wil de Minister de bovengenoemde beschik
king doen wijzigen in dezen geest, dat ook de
vrouw, de inwonende familieleden en het per
soneel gerekend worden tot het gezin te behoo
ren en vergunningen voor accijnsvrij slachten
van varkens voor eigen gebruik worden ver
strekt in evenredigheid met de sterkte van het
gezin?
De consul-generaal der Nederlanden te Dublin,
de heer I. R. A. W. Weenink, met verlof hier
te lande, zal voor belanghebbenden zijn te spre
ken in een lokaliteit van het Departement van
Buitenlandsche Zaken te 's-Gravenhage, Plein
23, op Dinsdag 16 Januari a.s., des voormiddags
van 10—12.30 uur.
De directeur-generaal der P. T. T. is verhin
derd gedurende de maand Februari zijn gewone
wekelijksche spreekuur te houden.