De gemeenten in ons land n Een fabriek ligt stil.... Samenvoeging Opbouw WAAROM V THIEL NIET DRAAIT DONDERDAG 11 JANUARI TEN BATE VAN HET PELIKAAN-COMIT DE JAARBEURS TE UTRECHT Ned. Katholiekendag Oorsprongbevoegdheid en uit oefening van het gezag Houdt U aan het BAYER-KRUIS! Een speciale af deeling voor uitvindingen VERBODEN WAPENS NAAR ONS LAND Bestemd voor de N.S.B.? De Kon. Begeer te Utrecht vervaardigt een gedenkpenning in verband met de „Pelikaan"-vlucht .UTRECHTSCH DAGBLAD" Prof. dr. M. C. van Mourik Broekman hoofdredacteur Waarom dr. Ritter aftreedt Het Visscherijbedrijf Overeenstemmng bereikt inzake de C.A.O. EEN GEDENKPENNING Bij den 25sten verjaardag van Prinses Juliana Een onderhoud met de directie van de stilgelegde fabriek Productie thans niet mogelijk Twee fabrieksbranden Reeds in 1930 stilgelegd Was het syndicaat noodzakelijk? Verder contingenteeren? NATIONAAL HANZEBUREAU Mr. F. J. H. Bach tot directeur benoemd VARKENS VOOR EIGEN GEBRUIK Klachten over de vergunning voor accijnsvrij slachten Handel op Dublin Geen spreekuur Bij diverse vraagstukken, met name ook ten aanzien van de reorganisatie der politie, stuit men op de aanwezig heid van het grootste aantal kleine gemeen ten in ons. land. Cijfers zijn sprekend en het staatje, dat de commissie WELTER geeft is waard hier als introductie overgenomen te worden: Bij de laatste volkstelling (31 Dec. 1930) waren er 1078 gemeenten, welke naar het zielental als volgt kunnen worden gegroe peerd: Aantal inwoners aantal gemeenten 500 en minder28 501—1000 140 1001—2000 231 2001—5000 375 5001—10.000 172 10.001—20.000 86 20.001—50.000 28 50.001—100.000 12 meer dan 100.000 6 Totaal 1.078 De commissie zegt met recht, dat het voor de kleine eenheden steeds moeilijker wordt de toenemende lasten van het overheids- beheer te torsen en dat een van de mid delen om in het groot aantal kleine ge meenten verandering te brengen, natuur lijk is, de samenvoeging van kleine daar voor door hare ligging en structuur in aan merking komende gemeenten tot één groo- tere. Waar dit practisch mogelijk is, zal deze samenvoeging aldus de commissie op ruimer schaal dan tot dusver geschiedde aanbeveling verdienen. In de „Maatschappijbelangen" van Dec. 1933 en in vorige nummers worden om trent het resultaat der combinatie van eeni- ge plattelandsgemeenten zeer slaande ge- gegevens verstrekt. Zóó voor Eethen (de samenvoeging van Drongelen, Genderen en Meeuwen in 1923), SprangCapelle (de samenvoeging van Sprang, Capelle VrijhoeveCapelle 1923) en enkele andere. Reeds eerder was door de Maatschappij voor Nijverheid berekend, dat de besparing op de salarissen van burgemeesters, secre tarissen en ontvangers voor geheel Zuid- Holland (met 35 gemeenten beneden de 1000 inwoners) bij een gemeentelijke gebiedsin- deeling, als in Friesland lange jaren heeft gegolden, een kwart millioen per jaar zou bedragen. Zeer juist meent de Maatschappij dat hier in de publieke administratie arbeid wordt verspild. En dat men er hier niet komt met kleine, incidenteele veranderin gen kan men haar volledig toegeven. Van het standpunt, dat de tegenwoor dige Minister van Binnenlandsche Zaken ten deze inneemt, zegt Z.E. zelf, dat het wel als bekend mag worden ondersteld. Daar heeft hij zeker gelijk in. Maar zeker is niet minder, dat zijn standpunt teleurstellend is en dat men niet zonder méér in dat stand punt kan berusten. Hij gebruikt de bekende departementale tirade dat „elk geval op zichzelf dient te worden bezien". Een waar heid als een rund! Maar elk geval moet op zichzelf worden bezien naar gezonde, oeconomische begin selen. En welke zijn die? Dat alle daarbij betrokken belangen zooals de tweede ambtelijke clausule luidt zorgvuldig tegen elkaar moeten worden af gewogen wie ontkent dat? In het bijeenbrengen van heterogene be volkingsgroepen ziet de minister voorts een bezwaar Alsof er niet in de meeste gemeenten he terogene volksgroepen worden aangetrof fen en of dit in ons verscheurd vaderland niet nagenoeg onvermijdelijk is. Excellentie, dat alles is toch bijna lach wekkend tegenover den ernst der tegen woordige ellende! Bij de pogingen tot combinatie zult U natuurlijk bezwaren en zeer veel bezwaren ondervinden. Belanghebbenden zijn ge woonlijk ware virtuozen in het vinden van bedenkingen. Is er ooit een bezuinigingsmaatregel door gezet zonder zeer zwaarwichtig voorgedra gen bezwaren? Informeer U eens bij Uw ambtgenoot van onderwijs! Er is nu een maal in ons land, elders misschien even min, geen bezuiniging te verkrijgen zonder dat een ieder die meent eenig nadeel van het voorgenomene te ondervinden in het geweer komt. Bij dat in het geweer komen vindt hij dadelijk eenige kamerleden, eenige pers mannen en eenige personeelorganisaties klaar staan om het tegen de zaak en vóór hem op te nemen. De Minister wil zelfs geen aansporing aan de Gedeputeerde Staten doen uitgaan om voorstelling tot samenvoeging voor te be reiden en dat wel onder het motto, dat er geen reden is die colleges aan te wakkeren! Excellentie, het is toch inderdaad wat droevig. Alsof een centraal Bestuur, in deze tijden vooral, niet goed zou doen i.e. enkele beginselen te formuleeren en die op lagere colleges los te laten, met opdracht om aan de hand van die beginselen, binnen een te stellen fatalen termijn, voorstellen in te zenden! Er is een ander middel, wellicht een nog beter middel, en dat is een goede, veelzij dig samengestelde commissie, aan wie die beginselen als richtsnoer worden mede gedeeld en die de opdracht krijgt bin nen 6 maanden concreet en gemoti veerd aan te geven, hoe een 400-tal kleine gemeenten kunnen worden opgedoekt, bo venaan plaatsend de samenvoegingen, die het minste bezwaar opleveren en zoo afda lend tot de laatste meest bezwaarlijke com binatie. Zoo ooit, dan is de tijd nu rijp om dezen, een der vele knoopen door te hakken. Maar één ding: Excellentie laat de commissie niet uitsluitend, en zelfs niet in meerder heid uit rechtstreeks en zijdelings belang hebbenden bestaan, en bepaal vooral ook categorisch een uitersten, krap gestelden datum voor de inzending van het verslag. Denk aan het Saguntum! Op een paar punten moet ik tot slot nog wijzen: Argumenten omtrent de historisch ge groeide gemeentelijke zelfstandigheden, die de minister ook in het geding brengt, kun nen vanzelfsprekend in een te publiceeren rapport worden vermeld. Maar de historie van een plaats verdwijnt niet met de ver andering van de gemeentelijke grenzen, noch met de gemeentelijke benaming. Zou men de historie hier zwaar laten wegen, dan zou er eigenlijk in deze materie zoowat niets kunnen gebeuren. Een zwaarder argument tegen combina tie is gelegen in de ervaring, dat deze kan leiden tot een onevenredige uitzetting der uitgaven van de vereenigde gemeente voor bestrating en verlichting enz. Dit heeft hier en daar inderdaad plaats gehad. Van nabij hebben we bijgewoond hoe bij het voorafgaande overleg omtrent toevoe ging van plattelands-randgemeenten aan een provinciehoofdstad, aan de boerenbe volking allerlei voordeelen, welke aan de stadsbewoners ten deel vielen, werden voorgespiegeld. De huidige ingewikkelde formaliteiten aan de samenvoeging vooraf gaand kunnen daartoe leiden. Het behoeft echter geenszins. En als ergens geen besparing kan wor den verkregen vanwege een onvermijdelijke ontzetting van uitgaven, dan zou daar ook inderdaad in de huidige omstandigheden de combinatie achterwege moeten worden gelaten. Onvermijdelijk zal echter wel tot de groote uitzonderingen behooren. Inmiddels, de procedure voor de samen voeging van gemeenten is zoodanig gecom pliceerd, dat de vraag zich met klem op dringt, of die niet kan worden vereenvou digd. Hoe zit dat in Duitschland, waar ten aan zien van hergroepeering der gemeentelijke gebieden zeer belangrijke dingen zijn tot stand gebracht? O-O Te 's-Hertogenbosch heeft zich onder voor zitterschap van jhr. mr. P. van Meeuwen een uitvoerend comité gevormd voor den Katholie kendag, die aldaar zal gehouden worden op 23 en 24 Juni aanstaande. De heeren mr. H. G. Wa genaar en mr. E. Lamers hebben zich met het secretariaat belast; dr. G. de Gruyter treedt op als penningmeester. Het hoofdbestuur is er in geslaagd de vol gende sprekers bereid te vinden voor de behan deling van het onderwerp van den Katholieken dag: Het Gezag. pater dr. F. Vroom S.J., professor aan het Col legium Berchmanianum te Nijmegen: Oorspronk en bevoegdheid van het gezag'; Mgr. dr. G. C. van Noort, deken van Amster dam: Uitoefening van het gezag in de kerk; professor mr. P. W. Kamphuisen, hoogleeraar aan de R. K. Universiteit te Nijmegen: Uitoefe ning van het gezag in den Staat; de heer A. C. de Bruyn, voorzitter van het R. K. Werkliedenverbond in Nederland: Uit oefening van het gezag in het huisgezin; professor A. H. A. Kaag, hoogleeraar aan de R. K. Handelshoogeschool te Tilburg: Uitoefe ning van het gezag in bedrijf en onderneming. Professor dr. F. A. Weve, hoogleeraar aan de R. K. Handelshoogeschool te Tilburg, zal onder de Pontificale Mis op Zondag 24 Juni een predi katie houden. In overweging is de voorbereiding van een de monstratie voor het gezag, die na afloop van den Katholiekendag in den namiddag van Zon dag 24 Juni zal gehouden worden. Als U een geneesmiddel koopt, weiger dan elk risico Als men U Aspirin aanbiedt beneden den prijs, bedenk dan, dat men, waar men met den prijs knoeit, wellicht ook met het geneesmiddel heeft geknoeid. Weiger beslist Aspirin beneden den prijs of met geschonden ver pakking Let goed op het Bayer- kruis en op den oranje band 1 Uitsluitend ver krijgbaar In d» oranjeband- buisiet van 20 'tabl. 70 ets. en Tan de va,n 13 tot en met 22 Maart 1934 te houden voorjaarsbeurs te Utrecht zal voor de eerste maal een speciale afdeeling voor uitvin dingen worden evrbonden. Deze afdeeling is het resultaat van de samenwerking tusschen den Bond van Octrooi- en Merkenhouders te 's Gravenhage en de Kon. Nederlandsche Jaar beurs te Utrecht. Het is de bedoeling om op deze wijze de uit vinders in contact te brengen met het groote aantal fabrikanten, dat regelmatig de jaar beurs te Utrecht bezoekt, teneinde op deze wijze de uitvinders in staat te stellen hun uit- vindersrechen, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk te koop aan te bieden, zonder dat hiermede belangrijke onkosten zijn gemoeid. De beslissing omtrent de toelating van uit vindingen is in handen gelegd van een Com missie, die door den Bond van Octrooi- en Merkenhouders in overleg met de Kon. Neder landers Jaarbeurs als volgt is samengesteld: Ir. C. M. R. Davidson, J. Keyser, dr. J. C. van Leeuwen, E. A. Sleewijk, mr. J. P. C. van Velzen. Deze commissie, waarvan het secre tariaat gevestigd is Alexanderplein 26 te 's Gra venhage, zal de ingekomen aanvragen beoor- deelen en de indeeling der expositie regelen. Het lid van den Enschedeschen Gemeente raad, de revolutionnair-socialist J. S. van Schaick, heeft tot den burgemeester dier ge meente de volgende vragen gericht, met het verzoek deze in de eerstvolgende gemeente raadszitting te willen beantwoorden: 1. Is het den Burgemeester bekend, dat in den Iaatsten tijd herhaaldelijk zendingen verboden wapens vanuit Duitschland, in Enschede wor den ingevoerd? 2. Is het den Burgemeester bekend, dat als lid van de Nationaal-socialistische beweging bekend staande personen, deze wapens in ont vangst nemen? 3. Is het den Burgemeester bekend, dat deze wapens door deze leden van den N. S. B. wor den geleverd aan andere leden van genoemde organisatie? 4. Is het den Burgemeester bekend, dat in Enschede werkzaam zijnde Duitschers deze wa pens invoeren en aan bedoelde leden van den N. S. B. afleveren? 5. Mocht de Burgemeester met deze feiten bekend zijn, wil hij dan mededeelen, welke maatregelen door hem tegen verboden wapen handel zijn genomen? 6. Zoo de Burgemeester met deze aangele genheden niet bekend is, wil hij dan kennis nemen van de door ondergeteekende, bij af zonderlijk schrijven aan hem kenbaar gemaak te feiten? 7. Zoo ja, wil de Burgemeester hiernaar een onderzoek doen instellen en die maatregelen nemen, waardoor aan dit misdadig en gevaar lijk bedrijf een einde wordt gemaakt? 8. Wil de Burgemeester mededeelen, of hij bij juist bevinden der ter zijner kennis ge brachte feiten het noodig oordeelt hiervan de Regeering op de hoogte te stellen, opdat die in staat zij stappen te doen bij de Duitsche Overheid, waardoor van die zijde deze invoer in ons land mede kan worden tegengegaan? In plaats van den afgetreden hoofdredacteur van het „Utr. Dgbld.", Dr. P. H. Ritter Jr., is de heer W. Graadt van Roggen bereid gevonden van 1 Februari 1934 af tijdelijk als hoofdredac teur op te treden. Met ingang van 1 April 1934 zal de redactio- neele leiding van het blad komen in handen van den heer dr. M. C. van Mourik Broekman als hoofdredacteur en van den heer W. Graadt van Roggen. In een persoonlijk woord in het ochtendblad van het Utrechtsch Dagblad van heden deelt dr. P. H. Ritter Jr. de reden van zijn aftreden als hoofdredacteur mee. Wij meldden reeds, dat zijn heengaan verband hield met tal van nevenfuncties en thans schrijft Dr, Ritter in het blad, dat vijftien jaren onder zijn eiding heeft gestaan, dat hij had e kiezen ussehen zijn hoofdredacteurschap en zijn vele publicistische werkzaamheden, waarvan zijn functie bij de A. V. R. O. de kern vormt. Het Utr. Dagblad vermeldt verder, dat de heer W. Graadt van Roggen van 1 Februari 1934 af tijdelijk als hoofdredacteur op zal treden. De heer Graadt van Roggen is, zooals men weet secretaris-generaal van den Raad van Be heer der Kon. Ned. Jaarbeurs en was vroeger reeds hoofdredacteur van het Utr. Dagblad. Met ingang van 1 Apil 1934 zal de redactio- neele leiding van het dagblad komen in handen van den heer prof. Dr. M. C. van Mourik Broek man als hoofdredacteur en van den heer W. Graadt van Roggen. Naar wij vernemen is thans overeenstemming bereikt over het nieuw te sluiten contract in het zee visscherijbedrijf. De besturen van den Christelijken Zeelieden- bond en van de IJmuider Federatie (afdeeling van den Centralen Bond van Transportarbei ders) hebben Woensdag aan het bestuur van de Reedersvereeniging te IJmuiden telefonisch medegedeeld, dat zij met de uiteindelijke gedane voorstellen accoord gaan. De wijzigingen van de oorspronkelijk gedane voorstellen komen op het volgende neer: Voorgesteld was om de gages te verlagen met f 15 per maand vboor den tweeden machinist, stuurman, matroos, kok, stoker en tremmer en met f 25 per maand voor den machinist. Deze verlagingen zijn verminderd met f 3.75 voor den machinist, stoker, en den matroos, met f 2.25 voor den stuurman en tweeden machinist en met f 3.25 voor den kok en tremmer. Het loon van den schipper blijft 4 pet. van de besommingen tot f 50.000 en 5 pet. van de be sommingen die daar boven uitgaan. Het garan tieloon der schippers is verlaagd van f 2000 tot f 1500. Wanneer niet met Fransch patent gevaren wordt, krijgen de kust booten drie matrozen. In het andere geval krijgen zij er een lichtmatroos bij, waarvoor de gage is vastgesteld op f 40 tot f 50 per maand. Bij de vaststelling van de besommingen wordt het halve losloon afgetrokken in tegen stelling met he oorspronkelijke voorsel, waarbij he geheele losoon in mindering werd gebracht. Naar men ons mededeelt, wordt ter gelegen heid van den 25sten verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana door de „Koninklijke-Begeer" te Voorschoten een herinneringspenning ver vaardigd, op de voorzijde waarvan de beelde naar van H. K. H. naar één van de aller laatste, niet in den handel zijnde foto's, ver vaardigd door het foto-atelier Ziegler, te 's-Gravenhage. Het ligt in de bedoeling, dezen penning te vervaardigen ter grootte van 6 en 4 c.M., als legpenning en als pressepapier, alsmede, in den vorm van kinderdraagpenning ter grootte van 25 m.m. In het verlaten kantoorgebouw, waar nog slechts een enkele portier dienst doet, werden wy ontvangen door de directie der N. V. Van Thiel's Draadnagelfabriek. Als inleiding tot het onderhoud dat wij had den aangevraagd werd ons de leegstaande fa briek getoond: eerst de bergplaatsen, waar nog eenige voorraden liggen opgeslagen, dan de werkplaats, waar in lange rijen de machines staan, met hoezen afgedekt en van genummer de etiketten voorzien. Voorheen dreunde hier de polsslag van den arbeid, gloeiden de vuren en ratelden de drijfraderen. Thans liggen de machines stil en gaan de arbeiders stempelen. Krachtiger nog drong zich aan ons de vraag op: aan wie de schuld? „Het zijn ernstige beschuldigingen die te gen ons geuit zijn," aldus begon de oude heer Van Thiel, toen wij na onzen rondgang weer gezeten waren, „doch het meest grievend is voor ons dat niemand van al de aanklagers ooit de moeite heeft genomen, ons de gelegenheid te geven, ons eigen standpunt uiteen te zetten.. Denkt u dat wij er zoo licht toe over zouden zijn gegaan om ons bedrijf, waar generaties van onze familie hun krachten aan hebben gegeven, stil te leggen?" Een der heeren toonde ons de notulen van besprekingen met de regeering, vóór de tot standkoming van het syndicaat te Den Haag gevoerd, waar wij lazen: „Wij willen liever draaien met een kleine winst, zelfs met gega randeerd géén verlies, dan met een flinke uit- keering stilliggen." „Dat is nog steeds ons standpunt. Dat zou het standpunt zijn van iederen Brabantschen fabrikant." „Maar waarom", zoo vroegen wij, „kunnen de fabriek te Beek en Donk en de andere fabriek hier in Helmond dan wél draaien? Zijn die dan niet bij het syndicaat aangesloten?" „Beide zijn aangesloten, maar bij de verdeeling van de in Nederland te produceeren hoeveel- i heid draadnagels hebben zij in verhouding tot hun capaciteit veel grootere porties toebedeeld gekregen dan wij zouden hebben kunnen ver overen. „Mede om u dat duidelijk te maken heb ben wij u eerst de fabriek laten zien, U zult opgemerkt hebben dat ze voor drie kwart uit nieuwbouw bestaat. In 1928 zijn we n.l. twee maal afgebrand. Eerst in Februari, en ten ge volge daarvan hebben wij acht weken stilgele gen. In September hadden we weer een grooten brand en toen zijn we aan den nieuwbouw be gonnen waardoor we dat jaar en het jaar daar op hebben stilgelegen. Pas in '31 zijn we in de nieuwe fabriek weer beginnen te werken. „In '31 begonnen ook de onderhandelingen, die al lang in de lucht hadden gehangen, over de vorming van een syndicaat. De Duitsche fa brikanten waren daarbij verre in de meerder heid. Zij vormden meer dan de helft der deel nemers. De Belgische fabrikanten maakten meer dan een derde van alle deelnemers uit. Het overschietende zesde gedeelte werd ge vormd door de Deensche, Tsjecho-Slowaaksche en de drie Nederlandsche belanghebbenden. Hoe het syndicaat tot stand kwam „Toen nu in beginsel tot de oprich ting van het „Iwéco"-syndicaat was be sloten, werd als basis voor de verdeeling van de te produceeren hoeveelheid draadnagels aangenomen de productie zooals die geweest was in het jaar 1928, het jaar waarin wij twintig weken heb ben stilgelegen. Daardoor kregen wij een quote toebedeeld dat naar verhou ding belangrijk kleiner was dan dat van de andere fabrieken. Vanzelfspre kend namen we met die regeling geen genoegen." Wij vroegen den heer Van Thiel, ons in en kele cijfers die verhoudingen toe te lichten. „Als maatstaf voor de werkelijke capaciteit zou kunnen gelden de verdeeling die werd over eengekomen in 1929, toen de drie Nederlandsche fabrieken pogingen deden om een nationaal ver koopkantoor op te richten. Toen werd door de twee grootste fabrieken, de onze en die in Beek en Donk, een onderlinge verhouding vastgesteld van negen staat tot zes. Sedertdien is onze fa briek door den nieuwbouw nog uitgebreid. Maar volgens de door het syndicaat voorgestelde ver deeling kregen wij slechts 12000 ton toebedeeld tegen 15.500 ton voor Beek en Donk. Toen onze vertegenwoordiger wees op het onbillijke van dezen maatstaf, konden we er nog 1.400 ton bij krijgen. Met onze nieuwe fabriek, die 22.000 ton kan produceeren, konden we daar geen ge noegen mee nemen. Om onze kosten goed te maken moeten we ten minste 18.000 ton per jaar kunnen maken. De anderen gaven dat wel toe, doch niemand was bereid, iets van zijn quote af te staan. Zoo dreigden de onderhan delingen spaak te loopen. Op een conferentie te Luzern werd toen het idee gelanceerd, onze fa briek tegen een vergoeding stil te leggen. In den beginne voelden wij daar niets voor, inte gendeel zochten we bij de regeering ruggesteun in den vorm van een belofte tot contingentee- ring voor het geval dat de onderhandelingen zouden mislukken. Die belofte hadden we dan als stok achter de deur tegenover de buitenland- sche fabrikanten kunnen hanteeren. Het was een tijd van onderhandelingen naar twee kan ten in Aken werd onderhandeld over het syn dicaat, in Den Haag over mogelijke contingen- teering. Maar in Den Haag voelde men destijds nog niet veel voor actieve handelspolitiek. Toen tenslotte bleek dat we ons minimum van 18.000 ton toch niet zouden krijgen, hebben we nood gedwongen met uitkoop genoegen genomen.." „En stonden de arbeiders op straat...." „Ook dat is een misleidende voorstelling. Onze arbeiders werkten reeds lang niet meer, en wel uit eigen verkiezing. In Mei 1930 werd ons door den R.K. Metaalbewerkersbond een collec tieve arbeidsovereenkomst aangeboden, die we door den slechten toestand van het bedrijf niet konden aanvaarden vóórdat het syndicaat waar we toen onze hoop op hadden geves tigd er was. Alleen voor onze moerbouten- fabriek, die geheel los staat van het overige be drijf, konden we een C. A. O. afsluiten. Maar de arbeiders wilden slechts aan het werk onder een C. A. O. Zoo lag, toen op 1 Januari 1932 het syndicaat in werking trad, onze fabriek reeds anderhalf jaar stil. „Nog iets anders is er, dat geheel verzwegen is. Bij den uitkoop was het beding gemaakt dat wij, na vijf jaar te hebben stilgelegen, weer zouden kunnen gaan draaien en dan een quote zouden mogen maken van 18.000 ton. Dat heeft voor ons den doorslag gegeven; daarom wilden we desnoods maar door den zuren appel heen- bijten." „Maar was het dan absoluut noodzakelijk," zoo vroegen wij na deze uiteenzetting, „tot het syndicaat toe te treden?" „Wjj hadden er ook buiten kunnen blijven, was het antwoord, dan zou er geen syn dicaat gekomen zijn. Dan zouden weldra alle Nederlandsche fabrieken hebben stil gelegen en zou ons land overstroomd zijn met buitenland- sche draadnagels, die veel goedkooper geleverd kunnen worden. Het is met onze industrie als met alle Nederlandsche industrieën: als de re- geering niet helpt, zijn wij aan het buitenland overgeleverd." We vroegen den Heer Van Thiel ten slotte, hoe de toestand thans is, nadat de regeering den invoer van draadnagels heeft gecontingen- teerd. „Zooals bekend is, weigert het syndicaat thans, ons de uitkoopsom te blijven uitbetalen, onder voorwendsel dat de buitenlanders thans toch geen belang meer hebben bij ons stilliggen. Maar wij zijn niet van zins, daarin te berusten:" „Kunt u dan niet het syndicaat laten schieten en alleen voor de binnenland sche markt gaan werken? Die zal door de contingenteering toch belangrijk rui mer geworden zijn." „Nog niet voldoende om aan een fabriek als de onze rentabiliteit te verzekeren. De toestand is momenteel zoo, dat de productie van de twee binnenlandsche fabrieken met den buitenland- schen invoer de Nederlandsche behoefte volko men dekt. Verdere contingenteering zou dus noodzakelijk zijn om aan ons een afzetgebied binnen de eigen grenzen te verzekeren. „Dus nog onder de 50 pet. gaan?" „Beter zou o. i. zijn het draadcontingent verder te beperken. Wij kunnen naast draad nagels ook blank draad en gloeidraad maken. De invoer van alle soorten draad is thans op 80 pCt. gecontingenteerd. Als dit voor blank draad werd teruggebracht tot 60 pCt., en de grens voor gloeidraad heelemaal gesloten werd, zouden wij op de binnenlandsche markt vol doende ruimte vinden om weer te gaan draaien. Verblijdend is dat in de onlangs verschenen memorie van Antwoord, door den minister van Economische Zaken aan de draadnagelindustrie gewijd, de regeering zich bereid verklaard heeft, ons te helpen, wanneer we de productie voor het binnenland weer willen opnemen en „onze ex portquote uit het buitenland willen doen terug- keeren", dus ook die in het binnenland willen afzetten." „Dat zal een blijde boodschap voor U geweest zijn," merkten we op. „Natuurlijk, en we zijn nu vol goeden moed," zoo besloot de heer Van Thiel ons onderhoud te dezer zake. „De regeling zal niet zoo gemak kelijk zijn als de Memorie van Antwoord het doet voorkomen. Maar als beide partijen, regee ring en industrieelen, het ééns zijn over het te bereiken einddoel: werk voor eigen industrie dan twijfelen we niet of de oplossing is bereik baar." Zoo eindigde ons onderhoud met de geïncri mineerde fabrieksdirectie. Moge de samenwer king van alle betrokken partijen er toe lei den zoo wenschten we bij het verlaten van de stilgelegde fabriek dat binnen afzienbaren tijd ook de deuren van de Gebr. Van Thiel weer opengaan voor de vele arbeiders, die thans de meest getroffen slachtoffers zijn van een on- gelukkigen samenloop van omstandigheden. De actie onzer partij richt zich niet o p en bepaalt zich nog minder tot het nega tieve. Zij kan dat niet en zij mag dat niet. Krachtens onze beginselen is onze taak aan gewezen op het positieve, het o p b o u- w e n d e, en heeft ook ons verweer slechts ten doel te verwijderen, wat dien opbouw in den weg staat, en te herstellen, wat uit den juisten koers is geraakt, of dreigt te geraken. Leden eener strijdende Kerk, mogen wij den strijd niet vreezen, en zullen wij hem ook nooit vreezen. Maar geen ander oogmerk kan daarbij wor den nagestreefd, dan het toepassen en vrucht baar maken onzer beginselen, die wijzen naar den vooruitgang. De echte, de ware hervormers zijn de ka tholieken, en moeten zij zijn overeenkomstig hun roeping. Dit geldt zoowel voor het politiek, als voor het economische en maatschappelijke leven. Hoe zouden wij tegen hervormingen kunnen wezen, waar, dank zij den invloed en de door werking onzer beginselen, de grootste en ge weldigste hervormingen tot stand kwamen, wel ke de menschheid ooit aanschouwde! Er is een tijd geweest, dat de katholieken, althans vele katholieken ten onzent even zeer als elders huiverig waren voor hernieu wing en herziening, ook waar die werden ge vorderd door de wisseling der tijden en der tijds-omstandigheden, In de politieke geschiedenis van ons land hebben wij daarvan, eenige tientallen van ja ren geleden, sterk sprekende voorbeelden ge zien. Men was bij voorkeur „tegen"; men was maar zelden „voor". Die tijd wij wezen er al eens eerder op is voorbij. Maar nu komt het er op aan, voort te gaan in de lijn, welke daarna is gevolgd. Geen reactie, die slechts op het terugdringen naar het verleden, op het vasthouden en tegen houden bedacht is. Geen vrees voor verderen opbouw en verderen uitbouw in een tijd, welke, evenals vroegere, om hervormingen roept. Geen strijd bij voorkeur tegen anderen, maar al lereerst en allermeest voor de vervulling on zer positieve taak en de doorvoering onzer eigen ideeën en beginselen. Herinneren wij nog eens aan het treffende woord van den socialen ziener Von Ketteler, dat door het Christendom niet alleen onze zie len zijn vrij gemaakt, maar dat daardoor ook in de politieke, de economische en alle andere verhoudingen der menschen het heil aan de wereld is gebracht. Naar dit woord van waarheid en wijsheid hebben wij ons optreden in het openbaar leven te richten. En dit brengt niet mee, dat wij anderen vol gen, of door anderen ons de marschroute laten voorschrijven, maar dat wij overal, waar daartoe de mogelijkheid bestaat, voorgaan en lei ding geven. P. S. Als opvolger van mr. J. A. G. M. van Hellen- berg Hubar als directeur van het Nationaal Hanzebureau van den Ned. R. K. Middenstands bond is, naar wij vernemen, benoemd mr. F. J. H. Bach, thans directeur van het Centraal Hanze Bureau van den R. K. Middenstandsbond in het bisdom Haarlem. Het Kamerlid Van der Heide heeft aan den Minister van Economische Zaken het volgende gevraagd: Is de Minister niet van oordeel, dat de be schikking van de Crisis Varkenscentrale in zake de vergunning voor accijnsvrij slachten van var kens voor eigen gebruik tot gerechtvaardigde klachten aanleiding geeft? Dat, met name het voorschrift dat tot een gezin behoort het gezinshoofd met de bij hem inwonende personen, die in op- en neergaande lijn aan hem verwant zijn, terwijl derhalve niet mogen worden meegerekend de vrouw, haar ouders of grootouders, schoonzoon of schoon dochter, dienstboden en knechten, al wonen ze in hetzelfde gezinsverband, geen rekening houdt met de plattelandsverhoudingien, waar sam- leven van ouders, grootouders en gehuwde kin deren zeer dikwijls voorkomt en vaak door de tijdsomstandigheden noodzakelijk is geworden, terwijl ook het dienstpersoneel praktisch tot het gezin behoort? Wil de Minister de bovengenoemde beschik king doen wijzigen in dezen geest, dat ook de vrouw, de inwonende familieleden en het per soneel gerekend worden tot het gezin te behoo ren en vergunningen voor accijnsvrij slachten van varkens voor eigen gebruik worden ver strekt in evenredigheid met de sterkte van het gezin? De consul-generaal der Nederlanden te Dublin, de heer I. R. A. W. Weenink, met verlof hier te lande, zal voor belanghebbenden zijn te spre ken in een lokaliteit van het Departement van Buitenlandsche Zaken te 's-Gravenhage, Plein 23, op Dinsdag 16 Januari a.s., des voormiddags van 10—12.30 uur. De directeur-generaal der P. T. T. is verhin derd gedurende de maand Februari zijn gewone wekelijksche spreekuur te houden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5