De Internationale bidweek Leekenspeldag voor jeugdleiders Mr. Goseling's rede te Antwerpen Radio-Hilversum op 301.5 meter IN NIEUWE RICHTING REVOLUTIE Een vergissing hersteld In het jubeljaar der verlossing MAANDAG 15 JANUARI Plannen voor cursus Inleiding Anton Sweers GROSFELD GEHULDIGD DE ROL VAN MUSSERT IN ONS LAND -» De Hoogeerw. Heer Deken E. PRengs neemt afscheid van den Burgemeester van Alkmaar, mr. W. C. Wendelaar, die Zaterdag zijn gemeente heeft verlaten GEEN VARKENS NAAR BELGIË VAN DIJK TERUG BIJ DE K.L.M.? Hij biedt zijn diensten weer aan VERBLINDEND LICHT Hoe die taak aanvangen? Slecht vooruitzicht voor Huizen INKOMSTENBELASTING IN INDIË NIEUWE AUTOBUSSEN BIJ DE A. T. O. Na een korte inleiding toont Anton Sweers in een reeks voorbeel den wat er met de jongens kan en moet worden bereikt De dagen, dat verheffende scènes als „de sergeant en de recruut" het laatste woord wa ren op het gebied van doorsnee patronaats- tooneel, zijn gelukkig voorbij. Zooals ons ge- heele katholieke jeugdwerk in de laatste ja ren is omgebouwd en van een nieuwen fris- schen geest bezield, kon het niet anders, of een zoo belangrijk onderdeel zou mede den invloed ondervinden van een gunstig gewijzigden koers. Wij zullen hier niet in den breede uitweiden over het feit, dat na de gemiddelde tooneel- programma's van onze oude patronaten, zooals die enkele malen 's jaars aan de jongens, hun ouders, donateurs en belangstellenden werden voorgezet, een opvoering van „Christophoren", het vorige jaar in de hoofdstad, een stap, neen een reuzensprong in de goede richting beteekende. Het ging er nu maar om de winst, die hier geboekt werd te behouden en er zoo groot mogelijk profijt van te trekken. De weg welken men uit moest was gewezen en lag open voor allen van goeden wil. Maar met goeden wil alléén komt men er niet. Het mag niet langer zijn een schoorvoe tend en tastend voortgaan van enkelen, terwijl de meesten falen of achter blijven. Alle jeugd leiders moeten het goede voorbeeld, dat thans is gegeven, navolgen, ieder in eigen kring. Zóó alleen kan het ideaal goed tooneel als mid del tot vorming der jeugd verwezenlijkt wor den. Het is een goede gedachte geweest, welke in den boezem van de Katholieke Jongens Centraie in het Bisdom Haarlem is opgekomen, om een ernstig begin te maken met de hervorming van het jeugdtooneel door het organiseeren van een K. J. C.-leidersdag voor leekenspel. Als plaats was daartoe gekozen Amsterdam en wel het St. Willibrordushuis in de St. Wil- librordusparochie (buiten de Veste), waar de parochiale K. J. C. op gebied van leekenspel reeds een zeer goed figuur maakt. Want niet alleen leverden de jongens van kapelaan van Dael een belangrijk contingent deelnemers aan het Christophorenspel, maar in eigen kring zetten zij het begonnen werk ernstig voort en verrasten vorig jaar Paschen met een uitste kend verzorgd Paaschspel. Anton Sweers, on der wiens regie „Christophoren" werd opge voerd, is met de jeugdleiders van de K. J. C. van Sint Willibrordus buiten de Veste in con tact gebleven. Hij leidde het Paaschspel en bleef ook daarna met de jongens ander werk instudeeren. Zoo was het haast vanzelfspre kend, dat deze leidersdag in het St. Willibror dushuis zou worden gehouden, waar Anton Sweers zijn „materiaal" bij de hand had en beter dan met woorden hier met voorbeelden kon toonen wat er met de jeugd kan en moet worden bereikt. De belangstelling voor dezen leidersdag is Zondag grooter gebleken, dan werd verwacht en dat op zich zelf was voor de organisatoren reeds een mooi succes. Uit tal van plaatsen tot zelfs buiten het diocees waren geestelijke en leekenleiders samengekomen. Openingswoord rector Mol Het openingswoord werd gesproken door Rec tor J. Mol, algemeen directeur van de K. J. C. in het Bisdom Haarlem. De jeugdleiders, zoo zeide rector Mol, staan voor de zware taak om in samenwerking met de ouders de jeugd op te kweeken tot karakter vastheid en haar zoo te bekwamen voor het vervullen van haar plicht tegenover kerk en maatschappij. In de puberteits-leeftijd rust de ze taak zelfs voor het grootste deel op de schouders van de jeugdleiders. Een van de beste middelen om de jeugd te beïnvloeden is het spel, de uitbeelding. Mits goed beoefend, kan het spel van groote betee- kenis zijn voor de wilsvorming, voor het rich ten op een ideaal, dat de jeugd kan begeeste ren. Het is een van de beste vormen van zelf verrichting. Wanneer de jongens zich in het spel inleven, kunnen zij godsdienstig en cultu reel bewerkt worden en tot een groote gedachte opgevoerd. Rector Mol wees in dit verband op het voorbeeld van „de Graal". Vorming moet echter hoofdzaak, de prestatie bijzaak blijven. Het is dan ook de bedoeling zooveel moge lijk alle jongens in dit werk te betrekken, dit onderdeel te verzorgen in groepsverband zon der toeschouwers. Deze leidersdag is een bescheiden begin van de uitvoering van groote plannen o.a. het geven van 'n specialen cursus voor lee- kenspel-leiders. Hier zal dan de te volgen methode worden belicht, om zoo het spel te doen zyn een groot middel tot vorming en bezieling in den geest van onze jeugdbe weging. Anton Sweers hield vervolgens een korte in leiding. Het programma van dezen dag is het begin van een reusachtige vernieuwing op dit gebied der jeugdbeweging. De plannen reiken zeer ver, immers niets is goed en schoon ge noeg voor onze katholieke jeugd. Wij moeten los komen van de banaliteiten, welke wij zoo lang hebben getolereerd. Spr. wees er nog op, hoe het spel zelf de bekroning moet zijn van het eigenlijke werk: de repetities, welke voor de jongens geheel bijzondere avonden zullen worden, die hen verheffen boven de dagelijk- sche sleur. Het programma van den dag bracht allereerst spel en declamatie door leden van de K- J. C. individueel en in groepsverband, z.g. klein werk, elf verschillende nummers. Na een gemeen- schappelijken maaltijd volgde 's avonds de op voering van het Driekoningenspel „Epiphania" van Henri Ghéon, door leden en leiders van de K. J. C. afd. „De Kruisvaart" en met mede werking van ,.De Graal". Het „klein werk" voor één middag wel haast te veel van het goede kon ons niet in alle opzichten voldoening schenken. De vorm was vaak heel gelukkig gekozen, met frissche accenten, maar de tekst, het gesproken woord sloot daar zelden bij aan. Verzen van Adama van Scheltema en Guido Gezelle, zijn niet ge schreven om als spreekkoor te worden gebezigd. De inhoud ging maar al te vaak verloren in een opzegdreun, zooals men dien wel hoort in lagere schoolklassen, welke gezamelijk de les repeteeren. Een uitzondering maken wij voor „De beltrom", waar koor en tegenkoor, begeleid door piano-spel, dit bezwaar wisten te onder vangen. Geheel anders stonden wij natuurlijk tegen over het nummer „Gewijde Klok", individueele declamatie in pakkend décor, dat verdiend succes had. Wij nemen bij dit alles gaarne aan, dat de jongens den tekst begrijpen en beleven, al wa ren er ook twijfelachtige gevallen. Maar toch bleek ook nu weer duidelijk de leemte die er is, de behoefte aan een goeden tekst, die niet al leen binnen het begrip der jongens valt, maar ook leeft in hun eigen gedachtenwereld en prac- tische waarde heeft voor de dagelijksche dingen. In dit opzicht voldeed de tekst van het Drie koningenspel heel wat beter. Hij was eenvoudig en duidelijk, soms zuiver jongensachtig in on- verwachtsche speelsche wendingen. Natuurlijk was de uitstekende regie van Sweers aan de vlotte vertolking belangrijk debet. Daarbij werd dit Driekoningenspel feitelijk een historisch gebeuren in onze jeugdbewe ging. Hier zagen wij voor het eerst de man nelijke en vrouwelijke jeugd, de officieele organisaties K. J. C. en Graal, in een spel samenwerken. De rol van de Graal was dit maal nog zeer bescheiden, de Maria-figuur in het spel werd door een Graalmeisje ver tolkt, maar toch is ook hiermee een begin gemaakt met iets, waarvoor men in onze kringen lang huiverig is geweest, maar waar het toch van moet komen: meer contact, meer samenwerking tusschen onze vrouwe lijke en mannelijke jeugd, onontbeerlijk zeker in het leekenspel. Rest ons nog te vermelden dat de muzikale leiding berustte bij dr. L. Kat, de begeleiding werd verzorgd door Piet v. d. Schaar, terwijl de décors vooral ook bij verschillende nummers van het „klein werk" ffisch en sprekend waren. Ook het programma-boekje, dat voor deze ge legenheid was uitgegeven verdient extra ver melding. Het ademde den nieuwen geest, het pakte. Wij gelooven, dat de organisatoren van dezen avond, directeur Mol, kapelaan van Dael, An ton Sweers, over dezen dag voldaan kunnen zijn. Het doel, de richting te wijzen, waarin ons leekenspel zich kan en moet bewegen, is be reikt, Zeker, er valt nog veel bij te schaven, er zijn nog groote leemten, die moeten worden aangevuld, er zal in onderdeelen nog vee] ge zocht moeten worden, waar wij weten nu, waarheen wij willen en wat ér te bereiken valt. iililliiiiiiiiiiiiiniii iiiiiiiitiiimiiiiimi In zijn geboortestad Roosendaal Zondag is aan den mecanicien van de Peli kaan, den heer Sjef Grosfeld, een grootsche huldiging ten deel gevallen in zijn geboorte plaats Roosendaal. Ook de drie andere leden van de bemanning waren daarbij aanwezig. Geëscorteerd door een grooten stoet van "be langstellenden, werden de vier luchthelden in een versierden auto naar de Markt gevoerd, waar zij, vanaf het bordes van het stadhuis, een spontane huldiging in ontvangst namen. Door de harmonie „Vlijt en Volharding" werd daarbij uitgevoerd den voor deze gelegenheid gecompo- neerden „Pelikaan-marsch" van den heer A. J. Maas te Roosendaal. Vervolgens had een huldiging plaats door het gemeentebestuur, waarbij de burgemeester, mr. Claudius Prinsen, de vliegers toesprak en aan den heer Grosfeld een door den heer Spaapen te Roosendaal geslagen zilveren medaille aan bood. Een en ander werd door de zorgen van de plaatselijke radio-centrale uitgezonden, zoodat ook degenen, die thuis waren gebleven, het ge sprokene konden hooren. Te vijf uur werd in hotel Buyzen door het huldigingscomité een familie-diner aangeboden, waarna te acht uur een feestavond in den Ka tholieken Kring plaats had. Hier werd aan den heer Grosfeld als geschenk der burgerij een cassette met zilveren lepels en vorken aangeboden, waarna deze een causerie hield over de vlucht van de „Pelikaan". Ten slotte werd opgevoerd de Pelikaan-revue „Zie je ze vliegen", voor deze gelegenheid sa mengesteld door den heer J. G. Spekman, hoofd redacteur van het dagblad „De Grondwet" en den heer A. Walraven. Nooit heeft iemand, kunnen denken, Dat de radio zoo snel En succesvol, op kon treden Als een eerste klas rebel Zoo maar, met één hand-omdraaien, Zonder drama, zonder klucht, Bracht hij reuze revolutie En verandering van lucht Want wanneer u nu gaat draaien Aan uw draadloos apparaat, Merkt u, dat uw aardrijkskunde Hopeloos op springen staat. Want de steden zijn verschoven, Zoo opvallend faliekant! Hilversum, bijvoorbeeld, vindt u Voortaan t'rug in Engeland, Breslau ligt waar eerst Marseille, Rome vindt u bij Berlijn En in Tsjechoslawakije Niet Moravska doch Turijn Was eerst Genua uw hobby, Stem dan voortaan op Bordeaux. Straatsburg ligt voortaan in Spanje, Barcelona aan de Po. En het Vlaamsche deel van Brussel Krijgt thans Zweedsche gymnastiek, Zelfs schijnt nu Parijs de hoofdstad Van de Finsche republiek! Nooit nog bracht een revolutie, Hoe geducht ook en bizar, Heel de landkaart van Europa Zóó volkomen in de war! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) TiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiitiiT Verklaringen aan de „Petit Parisien" In de „Petit Parisien" is een artikel versche nen, waarin wordt verklaard, dat in Nederland de fascisten nog een kleine minderheid vormen. Door haar particularistischen geest en haar loyaliteit bewaart de groote massa in Nederland zich voor de ontgoochelingen van de Nazi's. Een medewerker van het blad, Claude Blan- chard, heeft ir. Mussert geïnterviewd, en deze verklaarde hem, dat zijn fascisme noch Duitsch, noch Italiaansch is, doch Nederlandsch. Hij on derhoudt geen officieele betrekkingen met Hit- Ier en wenscht Nederland te houden zoowel bui ten Duitschen als buiten Franschen invloed, ten einde het niet noodzakelijk te maken bij een eventueel conflict partij te kiezen en het Huis van Oranje zijn historische rol te doen bewaren. Hij wenscht verder op wettige wijze ten de macht te komen. De Belgische Staatscourant bevat een besluit van den Minister van Landbouw, waarin met ingang van heden de invoer van levende varkens Uit Nederland en Denemarken wordt verboden, met het oog op de in deze landen voorkomende vlekziekte. Naar „Het Volk" verneemt heeft de oud- K.L.M.-piloot Evert van Dijk, die acht maanden geleden ten gevolge van een conflict met de K.L.M.-directie over de aanstelling van den Duitschen piloot Silberstein zijn ontslag heeft genomen, zich dezer dagen met een brief tot de directie der K.L.M. gewend, waarbij hij de K.L.M. zijn diensten als vlieger wederom aan biedt. In aansluiting op dezen brief zouden de tien oudste piloten der K.L.M. onder leiding van den vlieger A. Viruly een brief aan de K.L.M.-direc tie hebben verzonden ter ondersteuning van Van Dijk's verzoek. Religieuse ernstig aangereden Zaterdagavond is een eerw. Zuster van het R. K. Weeshuis te Buitenveldert, toen zij uit 't Lof huiswaarts keerde, door een particulieren auto, uit de richting Amsterdam komende, aan gereden. De chauffeur werd verblind door de lichten van een tegemoet rijdenden auto en haalde toen te ver uit. De zuster werd tegen den grond gesmakt. Hevig uit den mond bloedende en met eenige ontvellingen is zij per auto naar huis vervoerd. Dr. Middendorp, die zeer spoedig aanwezig was, constateerde een hersenschud ding. In ons nummer van Zaterdag publiceerden wij onder den titel „Nationalisme en alge meen nut" een artikel, dat ons van parti culiere zijde was toegezonden. Door een vergis sing werd daarbij een foto van mr. Goseling ge plaatst, waardoor de indruk kan worden gewekt, alsof de voorzitter der Katholieke Staatspartij de schrijver was. In den aanhef van bedoeld artikel werd ten onrechte verwezen naar een rede van mr. Goseling te Antwerpen gehouden over „De R. K. Staatspartij in Nederland en de nieuwe politieke stroomingen". Wij meenen goed te doen uit de Antwerpsche „Morgenpost" het desbetreffende deel van het verslag over te nemen. Mr. Goseling zeide volgens „De Morgen- post" het volgende: Indien de katholieken een positieve taak wil len vervullen, op grond van hun katholieke levensbeschouwing, tegenover hun land, zegt spreker, is het vooreerst noodig voor hechte aaneensluiting tusschen katholieken te zorgen. Spreker heeft zich als doel gesteld iets mede te deelen van zijn persoonlijken kijk op de nieu we politieke stroomingen in Nederland en op deze der R. K. Staatspartij in het bijzonder. Voor meer duidelijkheid begint hij met het be sluit aan te geven waartoe zijn rede leiden zal. Dit luidt: Dat juist te midden van de verschil lende stroomingen het klaar wordt dat het in de menschengemeenschap op een ding aankomt, n.l. op het juiste evenwicht tusschen gezag en vrijheid. Dit juiste evenwicht kan niet volkomen zijn hier op aarde. Nu eens wijkt het af naar links, dan naar rechts. Volmaakt evenwicht is alleen te vinden in God. Daarom kan een leider, die niets te zeggen weet over God, ook niets leeren over gezag en niets over vrijheid. De heer Goseling weidt uit over de geschiede nis van de hedendaagsche politieke stroomingen die hij in 19231924 laat aanvangen. Sinds 1923 ontstonden er wel 25 verschillende partijen. En kele hiervan worden besproken. Het langst wordt stilgehouden bij het Nationaal Socialisme, een waarlijk geruchtmakende beweging, die volko- We meenen de Internationale Bidweek bij de meeste katholieken wel als vol doende bekend te mogen veronder stellen en een nadere kennismaking en verklaring dus achterwege te mogen laten. Helaas, in dit negentiende eeuwjaar staan wij nog voor het droevige feit, dat een milliard heidenen zelfs nog niet hoorde van een Verlossing. En andere millioenen zijn er, die weliswaar aan de Verlossing deelachtig werden gemaakt, maar die er toch ver van af zijn om overvloedig van haar vruchten te genieten, zooals de Ver losser toch eigenlijk bedoelde. Op deze laatste groep komt nu de Inter nationale Bidweek weer bijzonder onze aandacht vestigen. Het zijn onze dwalende broeders, de protestanten en de afgeschei den Oostersche christenen. Het is algemeen bekend en de Bidweek bewijst het trou wens weer een keer te meer hoe sterk in de laatste vijftig, zestig jaar de be weging gegroeid is, welke streeft naar de eenheid van alle christenen. Zonder hier op de oorzaken en de ontwikkeling van deze beweging te kunnen ingaan, consta- teeren we haar enkel als een verheugende uiting van het algemeene heimwee naar de zoo jammerlijk verloren eenheid. Maar evenzeer als bij het bekeeringswerk der heidenen moet er ook hier eerst en vooral de volle nadruk op worden gelegd, dat het allervoornaamste en absoluut onont beerlijke middel om dit doel te bereiken moet zijn: het gebed. Want behalve dat wij menschen, stoffelijk aangelegd en be krompen als we zijn, toch al zoo graag alles verwachten van onze eigen activiteit en aan de genade al te gemakkelijk een ondergeschikte plaats geven, wordt in dit probleem het gebed nog door een geheel eigen reden dringend noodzakelijk gemaakt. Die reden is de geheel eigen verhouding waarin de protestanten en oosterlingen staan tegenover de katholieke Kerk. Zij allen hebben zich van die Kerk losgemaakt en zich in eigen kerkgenootschappen ver- eenigd, terwijl intiisschen de katholieke Kerk bleef wat ze was: de eenige ware Kerk van Christus. Dit nu schijnt bij het heden daagsche eenheidsstreven dikwijls vergeten te worden. Men beschouwt de katholieke Kerk als een kerkgenootschap zooals de vele andere en noodigt haar uit zich met die andere te vereenigen in liefdevolle samenwerking volgens den geest van Chris tus, die Zijn volgelingen zoo nadrukkelijk liefde en eensgezindheid inprentte. Men wil met haar onderhandelen over het aantal geloofswaarheden, die ten slotte gemeen schappelijk bezit van alle belijdenissen blijken te zijn en dus kunnen dienen als basis, waarop de eenheid tot stand kan worden gebracht. Het zijn deze opvattingen waartegen onze H. Vader Paus Pius XI nu zes jaar geleden Zijn encycliek „Mortalium animos" uitvaardigde. In even krachtige als duidelijke taal heeft de Paus daar aan getoond, dat de katholieke Kerk zelf de eene ware schaapstal is, waarnaar men streeft als naar een nog niet verwezenlijkt ideaal. In de laatste regels van bovenaange haalde encycliek spoort de Paus aan om voor dit verheven doel de hulp in te roepen van Maria „de Overwinnares van alle dwalingen." Ligt hierin als het ware geen toespeling op den eeuwigen strijd tusschen Christus en den duivel, waarin de Onbe vlekte Moedermaagd de eerste volledige overwinning behaalde? Laten we niet ver geten, dat de duivel, die er met behulp der menschelijke hartstochten in slaagde dwa ling en scheuring in de Kerk teweeg te brengen, nu ook alles doet om ze te laten voortbestaan en zoo vele zielen buiten de ware Kerk te houden en hun kansen op de eeuwige zaligheid zooveel geringer te maken. Het is nu eenmaal de droeve waar heid, dat noch in het protestantisme, noch bij de afgescheiden Oostersche christenen de godsdienstige toestanden erg rooskleurig zijn. Mogen we eenerzijds vertrouwen op de goddelijke barmhartigheid, die vele van die ter goeder trouw dwalende zielen zal redden, anderzijds moeten we ons ernstig bezorgd maken over het lot van zoovele anderen, die daar in den strijd van het leven niet voldoende geestelijken steun vinden. Katholieken, laat daarom in dit Jubel jaar der Verlossing uw deelname aan de Internationale Bidweek waarlijk overwel digend zijn. Niet in uiterlijk vertoon, maar in innerlijke onweerstaanbare kracht en vurigheid. Smeekt den goddelijken Verlos ser, dat Hij Zijn werk voltooie, dat Hij aan de dwalenden het licht der genade geve om hun dwaling in te zien en de eene, ware Kerk te erkennen; dat Hij hen steune met goddelijke kracht opdat ze alle be zwaren overwinnen en moedig en vast beraden den weg inslaan terug naar de Moederkerk. Katholieken, laat de geestdrift en vurige dankbaarheid, die U in dit Jubeljaar be zielen zich uit'en in waarlijk apostolischen ijver om ook onze dwalende broeders terug te voeren naar den eenen schaapstal onder den eenen Herder! P. ZACHARIAS O.M.Cap. Rome, 6 Januari 1934. men schied is op Duitsche leest. De leider van de Nationaal-socialistische be weging is de heer Mussert. In deze beweging on derscheidt spreker drie elementen: 1. een sterke gemeenschapszin (een gezond element): 2. De wil tot het oprichten van een corporatieven staat (een vaag en onzeker element; en 3. de kwestie van de staatsstabiliteit (een element van eenigszins wijsgeerigen aard). Spreker doet hier opmerken dat wanneer in een mengsel, een ingrediënt slecht is, het ge- heele mengsel slech moet genoemd worden, en komt er dan toe aan te duiden wat de Katho lieke Staatspartij in het bijzonder met de prin cipes van d Nationaal-socialistische groep gemeens heeft. De sterke gemeenschapszin Wordt door de Katholieke Staatspartij vanzelfsprekend als iets noodzakelijke beschouwd. Wat den corporatieven Staat betreft hebben de katholieken in een ma nifest, bij de laatste verkiezingen uitgegeven, hun standpunt uiteengezet. Zij hebben aange toond dat de grondslagen voor zulken Staat door Quadragesimo Anno worden aangegeven en dat er bepalingen zijn in de Nederlandsche Grondwet die de verwezenlijking van de corpo ratieve gedachte op sociaal en economisch ter rein, in de hand moeten werken. Bij het jongste begrootingsdebat werd sterk aangedrongen door de katholieken op het tot stand brengen van eene staatscommissie voor wijziging in het huidige systeem. Hierop werd nog niet verder ingegaan. In den schoot der Katholieke Staatspartij is thans een Commissie werkzaam voor het op stellen van een beginselprogramma. Ook is er een raad van studie en documentatie gelast om de corporatieve gedachte, die voor de mees ten nog te vaag is, beter te omlijnen. Het is immers van groot belang dat by het volk geen misverstand kunne bestaan. Over de kwestie van de staatsstabiliteit spre kende, zegde mr. Gseling, dat de katholieken hier op een betere basis konden bouwen dan wie ook. Hij legde er verder den nadruk op dat, wanneer wij katholieken het willen, wij het moeten kunnen opdringen op grond van de rede lijkheid van hetgene Wij eischen. Hij spreekt dan over het belang van het gods dienstige element voor den politieken strijd, en besluit zijne beschouwingen over dit punt met de woorden: „Als er iets goeds kan gebeuren voor het land, moet het steeds zijn onder katho lieke medewerking." (Toejuichingen.) Het Nederlandsch fascisme in zijn werkelijke wezenstrekken is Duitsch. Met verstand heeft dit alles weinig te maken, het berust voor 90 pCt. op instinkt. Voor ons katholieken is groote behoedzaamheid geboden. Spreker geeft een overzicht van de ontwikke ling der verhoudingen in Duitschland tusschen de Nazi's en de katholieken na het sluiten van het concordaat. Hij herinnert aan de toespraak van den Paus tot de afvaardiging der Duitsche katholieke jeugd en besluit: ik wilde dat de Paus nooit aldus zijn bezorgdheid zou moeten uit spreken over de toekomst van Onze Jeugd. (Toe juichingen.) Verder haalt spreker voorbeelden aan van Duitsche katholieke toestanden. Wij moeten ons niet bomoeien, zegt hij, met innerlijke toestan den in een ander land, maar we mogen lessen trekken, en deze les is voor Nederland dat God ons voor zoo iets behoede. Zulke toestand zal zich in Nederland niet voordoen als wij katho lieken een opbouwend werken. Het goede in de nieuwe stroomingen mogen wij echter niet weg cijferen, en de goede punten moeten wij tot de onze maken. Wij moeten onze party vernieuwen. De gezonde leer moet leven in de Werken en van hen uitgaan. Daarvoor is eerstens noodig een innerlijk werk van verdieping en versteviging. Het is nog tijd om gezonde gedachten te fun- deeren en in te werken. De brandende vragen moeten worden ingestudeerd. Daarna moet vol gen een overgang naar externe activiteiten. Het doel van den propagandadienst moet zijn: 1. het activeeren van eigen leden; 2. het terugwinnen van afgescheurde groepen en 3. een begin maken bij de kleurlooze massa. Daartoe is noodig: uitgave van brochuren, voorlichting in andere dan politieke organen, en het verspreiden van bladen. Er staan groote godsdienstige, zedelijke en staatkundige belangen op het spel. Bij de uit werking mogen principen als deze niet miskend worden. Behoorlijke medezeggenschap van het volk en openbare behandeling van openbare zaken. Het gaat om het evenwicht tusschen ge zag en vrijhpid. Voor een deeal van Europa waart een geest die zou kunnen gaan in de richting van tyran- nie en knechtschap. De onnoozelen laten zich daardoor vangen. Al degenen die verantwoorde lijkheid te dragen hebben, moeten zich laten leiden door hoogere motieven. Met Gode's hulp komt alles ten goede. (Langdurige toejuichtin- i gen.). De wijziging van golflengte is voor ons zendstation tamelijk eenvoudig De rustige stilte, die 's nachts na twaalf uur in den Europeeschen aether pleegt te heerschen, heeft in den nacht van Zondag op Maandag te eenenmale ontbroken. Van elf uur 's avonds tot het aanbreken van den morgen hebben de verschillende Europee- sche stations, die ingevolge de radio-conferen tie van Luzern van golflengte moeten wisselen, zich met passen en meten in die golflengte „in gewerkt", daarbij geholpen door de aanwijzin gen die zy van naburige zenders ontvingen. „Karakteristieke gramofoonplaten", om de der tig seconden onderbroken door den naam van het zendstation, waren de „programma's", die het eerst hun kans kregen op de nieuw-toegewe- zen golven. Zoo draaide Langenberg: „Ein Rhei- nische .Miidel beim Rheinischen Wein"; Hil versum, dat te half drie vijf minuten aan het woord kwam, zond het „Wilhelmus" den aether in. In het zendstation Hilversum, waar men van golflengte 296 op 301.5 moest overstappen, heeft de verhuizing niet veel moeite opgeleverd. Zen ders, die hun golflengten met eenige honder den meters zien wijzigen, van de lange op de korte golf moeten overgaan of omgekeerd, moe ten daartoe een heele wijziging ondergaan. Maar hier behoefde slechts een kristalletje het „hart" van de zendinstallaties te worden uitgenomen, een nieuw kristalletje te worden ingezet, de spoelen eenigszins versteld te wor den en de operatie is geschied. Zooals men weet, blijft de zender Huizen op dezelfde lange golf zenden: 1875 M. Echter heb ben we door de verhuizing der anderen een nieuwen buurman gekregen, dien we met leede oogen zijn nieuwe golflengte op 1796 M. zien betrekken. Het is de zender Radio-Paris, die met zijn 75 kilowatt's energie het doorkomen van onze programma's er niet mooier op zal maken. En dan dreigt, in de toekomst, nog gevaar uit Roemenië, n.l. wanneer de zender Brasov, die van de Luzerner conferentie de 1875 M.-golf heeft toegewezen gekregen, die met haar volle energie zal gaan bespelen. Het staat wel vast dat de ontvangst van de programma's van Huizen er niet beter op zal worden, maar het feit dat we de 1345 M.-golf, die men ons op de conferentie wilde toedeelen, zouden hebben moeten deelen met een veel' krachtiger Russischen zender, dwong Nederland wel, zijn souvereiniteit te handhaven en te blijven zenden op de 1875 M.-golf, die door ja renlang bezit ons onvervreemdbaar eigendom is geworden. BATAVIA, 15 Jan. (Aneta) De Volksraad ver wierp met 27 tegen 24 stemmen het voorstel tot den crisisheffing op de Inkomstenbelasting. Nu de spoorwegen met den a.s. zomerdienst uitkomen met de Diesel-electrische treinen, zet ook de A. T. O. haar beste beentje voor. Naar wij vernemen heeft deze zuster-ondeme- ming der spoorwegen wederom een zestal super auto's of touringcars besteld van het tramrytuig- model, maar dan met stroomlijntype. Deze nieuwe wagens zullen voorzien zijn van vyf cylinder ruwoliemotoren, te leveren door de Kromhoutfabriek te Amsterdam. De carrosserie wordt geleverd door de firma Verheul te Waddinxveen. Er zullen zeer ruime zitplaatsen zijn voor 38 personen. De inrichting, verlichting enz. is als by de groote Sauerwagens. De nieuwe wagens zullen begin Mei in exploi tatie genomen worden. Centrale Landbouworganisaties In de vergadering der drie Centrale Land bouworganisaties gehouden te Amsterdam heeft de voorzitter van den Christelyken Boeren- en Tuindersbond in Nederland, prof. Mr. P. A. Die penhorst het presidium voor 1934 overgedragen aan den voorzitter van den Katholieken Neder- landschen Boeren- en Tuindersbond, den heer J. Th. Verheggen. Niet zonder ongerustheid hebben de drie or ganisaties de berichten gevolgd, welke gewagen van een plan om de suikerbietenteelt in Neder land zoo niet stop te zetten dan althans aan zienlijk te beperken. Tot het doen van de noo- dige stappen, ten einde dit onheil voor den Ne- derlandschen Landbouw te voorkomen, werd be sloten. Vele en groote bezwaren werden aanwezig ge acht, die ook in den land- en tuinbouw en op het platteland in het algemeen worden gevoeld, tegen het aanhangig gemaakte ontwerp van wet tot instelling van een Verkeersfonds. Besloten werd deze bezwaren in een adres aan Je Tweede Kamer kenbaar te maken. Waar de tijd voor het zaaien van vlas langza merhand aanbreekt en door den Minister nog geen beslissing is genomen ten aanzien van het al dan niet continueeren der geldende steun regeling werd besloten bij den Minister aan te dringen op het spoedig nemen eener beslissing in dezen. Daarbij zal worden aangeknoopt aan een reeds in December 1933 verzonden adres, waarin het tijdig bekend maken der verschillen de steunregelingen verzocht. In verband met een van de Stichting Land verhuizing Nederland ontvangen vraag of er on der de land- en tuinbouwers een drang tot emi- greeren aanwezig is werd besloten te antwoor den, dat uit een ter zake bij de aangesloten or ganisaties ingesteld onderzoek was gebleken, dat van eenigen drang tot emigreeren niet kan wor den gesproken. Uitvoerig werd van gedachten gewisseld over den steun aan de teelt van consumptieaardap pelen, waarbij op den voorgrond kwamen, a) de vraag of de vroege aardappelen moeten blij ven ressorteeren onder de steunregeling voor den tuinbouw dan wel moeten worden gebracht onder de gewone aardappelsteunregeling en b) 't vraag stuk van de verwerking van aardappelen tob vlokken. Besloten werd eene delegatie, bestaande uit de heeren Dr. Ir. W. J. Driesen (Roermond). P. van den Heuvel (Ooltgensplaat) en Ir. W. Oosterbaan (Tzummarum) aan te wijzen om het geheele aardappelvraagstuk met den Minister van Economische Zaken te gaan bespreken. Besloten werd den Minister van Economische Zaken te verzoeken den steun aan de roggever- bouwers eenigermate te verhoogen in verband met het dalen van den roggeprijs. Tevens zal in het bijzonder worden gewezen op de nadeelen, welke de rogge-steunregeling oplevert voor de veenkoloniale roggetelers, voor welke aanvanke lijk een afzonderlijke steunregeling gold.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5