Rumoer om Sportfondsenhad
Waar de filmband rolt
MR. STOOP CONTRA HET
BESTUUR
SP/VARNE
ÜÏÏlBAfVK'
ZATERDAG 20 JANUARI
STADSNIEUWS
ln een drukbezochte vergadering
zijn de bezwaren tegen het bad
aan een zeer uitvoerige be
spreking onderworpen
Gerechtelijke actie?
Gerechtelijke actie
Mr. Stoop spreekt
Twee baden mogelijk
Juridische bezwaren
HAARLEM-BLOEMENSTAD
Straatvereenigingen gemobiliseerd
NATIE EN KATHOLICISME
AANVARING OP DE
NOORDZEE
Tengevolge van den mist
Herwonnen Levenskracht
Pater Mückermann vow
Geloof en Wetenschap
REMBRANDT-THEATER
De Czarewitsch
PALACE-BIOSCOOP
Nachtclu b-Mad onna
LUXOR-THEATER
Gladde jongens
VAN ONZE RECHTBANK
Nat. Chr. Geheelonthouders
Vereeniging
„Natura"
De eerste opvolgster
van Beerta?
LODE ZIELENS
De Belgische Staatsprijs
De brand op de „Indra-
poera"
Onachtzaamheid of moedwil
NEDERLANDSCHE DAME
AANGERAND
Tijdens een treinreis in
Britsch-Indië
In café Brinkmann waren gisterenavond
een groot aantal spaaraandeelhouders van het
Haarlemsche Sportfondsenbad en andere be
langstellenden bijeen in verband met, den strijd
tusschen de N. V. Sportfondsenbad en Stoop's
bad.
De voorzitter, mr. Steenwijk, president-com
missaris van het Sportfondsenbad, deelde in
zijn openingswoord mede dat ongeveer 150 aan
deelhouders aanwezig zijn en wees op de ern
stige beschuldigingen die tegen het Sportfond
senbad waren geuit.
Spr. memoreerde uitvoerig het verloop van
deze „actie", zooals het bewerken van de
spaarders wat het bestuur niet hoog op
nam vervolgens het request van jhr. Teding
van Berkhout aan den gemeenteraad omtrent
de plaats van het Sportfondsenbad en zijn
ingezonden stuk in onze courant; en dan het
schrijven van mr. A. Stoop aan B. en W na
dat de leening al gesloten was en B. en W.
vergunning tot den bouw van het bad hadden
gegeven.
In dit schrijven werd o.a. gewezen op het
verschil tusschen de statuten en het garantie
verdrag, het in pand geven aan de gemeente
van 50 pet. van het spaargeld en de te hooge
administratiekosten.
Vervolgens releveerde spr. den oproep van
mr. Stoop aan de spaarders om niet verder te
storten, daar er reeds een goed bad in Haarlem
bestaat en dus hun geld aan een nieuw ver
knoeid zou zijn, de audiëntie van mr. Stoop bij
den Minister en de requesten van een aantal
ongeruste spaarders en van mr. Teding van
Berkhout omtrent de garantie voor de leening
van het Sportfondsenbad-
Het bestuur van het Sportfondsenbad begon
zijn strijd tegen deze actie van mr. Stoop met
aan B. en W. van Haarlem een memorie te zen
den, waarin alles nauwkeurig uiteengezet werd.
Spr. was gemachtigd te verklaren dat B. en
W. niets in de handelingen van het bestuur
van het Sportfondsenbad hebben kunnen vin
den, waarin het bestuur eenige blaam zou
treffen (applaus)). Voorts heeft het bestuur
een audiëntie bij den Minister aangevraagd.
Spr. bestreed de gronden van de weigering
van mr. Stoop om op deze bijeenkomst aanwe
zig te zijn. Mr. Stoop heeft zijn weigering in
getrokken en is thans aanwezig.
Dan deelde spr. mede dat het bestuur van
het Sportfondsenbad tegen mr. Stoop een ge
rechtelijke actie tot schadevergoeding wegens
ümrechtma'tigé daad zal instellen. Den onder-
te ekenaren van het request tegen het bad zal
gelegenheid geboden worden hun handteekening
te herroepen, voor ook een gerechtelijke actie
tegen hen ingesteld zal worden.
Spr. deelde mede, dat in verschillende bladen
van ons land anonieme ingezonden stukken
waren geplaatst met het doel het Sportfond
senbad te Haarlem te treffen.
Spr. verzocht alle aanwezigen tot een rustig
en ordelijk verloop van deze bijeenkomst mede
te werken.
weerlegd door B. en W. mede te deelen dat de
statuten zonder meer door den Minister zijn
goedgekeurd.
Omtrent de afwijkingen van het spaarregle-
ment deelde spr. mede, dat dit reglement zoo
opgesteld was dat daartegen geen juridische
bezwaren bestonden, wat spr. nader besprak.
Spr. deelde mede dat het bestuur reeds lang
doende is om. een statutenwijziging tot stand
te brengen. Zoodra dit gereed is, zullen de noo-
dige veranderingen aangebracht worden.
Spr. erkende dat mr. Stoop op één punt ge
lijk heeft, n l. de toezegging van de spaargelden
als garantie aan de gemeente, wat in strijd is
met de belangen der spaarders, die 50 pet. ge
stort hebben. In Haarlem zijn 25 inschrijvingen
gegeven, waarbij de spaarders zich voorbehou
den hebben de helft weer in contanten te ont
vangen. Maar dit is een bedrag van 4500
en dat ik lein bij het totale spaargeldenbedrag.
Er zijn maatregelen getroffen om aan alle
verplichtingen te voldoen ((applaus).
Spr. wekte alle spaarders op door te gaan
met storten. Alle spaarders zijn overtuigd dat
Stoop's bad niet geheel en al voldoet. Zoodra
de exploitatie begonnen is zullen, naar spr.
verwacht, vele nieuwe spaarders toetreden.
De heer Stoop heeft wel critisch het Sport
fondsenbad bestudeerd, doch nog niet nauw
keurig genoeg, anders had hij geen bezwaren
tegen het geldelijk beheer gemaakt. Dit is zóó
geregeld dat den spaarders minstens 3 pet. divi
dend uitgekeerd zal worden.
Vervolgens bestreed spr. de klacht dat de ad
ministratiekosten te hoog zouden zijn en ont
kende dat er kans bestaat dat de spaarders na
hunne eerste-jaar-stortingen niet verder zullen
betalen.
Hierna besprak de heer Bierenbroodspot de
economische zijde van het Sportfondsenbad-
vraagstuk. Spr. achtte het motief, waarmede de
actie door mr. Stoop opgezet is, alleen concur-
rentienijd- (Mr. Stoop interrrumpeert heftig,
maar wordt door den voorzitter terecht ge
wezen)
Spr. ach een goede exploitatie van een Sport
fondsenbad in Haarlem mogelijk op grond van
de statistiek.
In Duitschland wordt in een stad zoo groot
als Amsterdam b.v. l'A bad per jaar per
hoofd genomen. In kleine steden worden rela
tief meer baden genomen dan in groote en
daarom is dit ook in Haarlem te verwachten.
Statistisch is berekend dat op 300.000 baden per
jaar in Haarlem gerekend kan worden.
Spr. wees er vervolgens op dat Stoop's bad
veel te duur is opgezet. Het heeft 1 millioen
gekost, terwijl het even groote Sportfondsenbad
te Breda slechts twee ton kostte. Moeten wij,
aldus spr., onze spaarders weerhouden een
nieuw sportfondsenbad op te richten, omdat
zooveel geld aan Stoop's bad versmeten is?
Spr. acht 'n goede exploitatie van een Sport-
concurrent is van Stoop's bad, dat een heel
andere clienteel heeft en in een andere wijk
van Hajarlem gelegen is, en concludeerde dat
in Haarlem wel twee baden naast elkaar kun
nen bestaan.
Tenslotte deelde spr. mede dat een holding
maatschappij opgericht is, de N. V. Vereenigde
Sportfondsenbaden die alle aandeelen van alle
sportfondsenbaden in Nederland bezit en ook
de winsten en verliezen daarvan draagt. Het
kan dus gebeuren dat als het bad te Haarlem
verliezen lijdt, de Haarlemsche spaarders toch
dividend uitgekeerd krijgen. Een gedeelte van
de overwinst wordt bovendien aan propaganda
voor het zwemmen besteed. Met de verzekering
dat men nooit bang behoeft te zijn, dat de ge
storte spaargelden niet veilig zijn, eindigde spr.
zijn eenige malen door applaus onderbroken
rede.
Na de pauze bestond nog gelegenheid tot het
stellen van vragen. De bijeenkomst werd na
mens B. en W. van Haarlem bijgewoond door
den heer P. J. André, chef van de derde af-
deeling ten stadhuize en vertegenwoordiger
van het Haarlemsche gemeentebestuur in den
Raad van Beheer van het Sportfondsenbad-
Daarna kreeg mr. Stoop het woord, die zeide
niet in te zullen gaan op den juridischen kant
van de zaak en op de détails. Spr. legde er den
nadruk op dat hij de actie, die hij tegen het
Haarlemsche Sportfondsenbad voert, met de
meest loyale bedoelingen en met zuivere mo
tieven is begonnen.
Sprekers vader, de eigenaar van Stoop's bad,
heeft nog nooit een cent rente van het kapitaal
getrokken, dat hij in het bad gestoken heeft.
Maar dat wil hij ook niet, want hij heeft het
bad alleen uit liefde tot de zwemkunst ge
sticht. Dit lijkt onwaarschijnlijk maar is toch
waar.
De laatste tien jaren is Stoop's bad niet po
pulair geweest, wat spreker aan den vorigen
directeur verweet, die z.i. niet met het publiek
kon omgaan. Daardoor is de psychologische
grondslag gelegd, waarop het Sportfondsenbad
kon opgericht worden. Spr. betreurde het dat
de actie tot oprichting van dit bad gevoerd en
vergroot is, toen een nieuwe directeur van
Stoops bad benoemd werd.
Spr. zeide de actie tegen het Sportfondsenbad
te voeren alleen uit liefde tot zijn vader, om
deze op diens hoogen leeftijd nog teleurstellin
gen en beslommeringen te besparen-
Zullen Stoops bad en het Sportfondsenbad in
dezen tijd naast elkaar kunnen bestaan? Neen.
aldus spr., duizendmaal neen. In een stad als
Amsterdam, waar het meebt van alle steden
gezwommen wordt, wel, maar in Haarlem niet,
wat spr. met cijfers nader besprak.
Spr. wekte op tevreden te zijn met Stoop's
bad en het werk in stand te houden, dat spr.'s
vader met zooveel opofferingen heeft tot stand
gebracht.
Spr. erkende dat hij één jaar te laat gekomen
is met zijn actie en achtte dit inderdaad een
onvergeeflijke fout tegenover de spaarders-
Spr. zeide dat er geen schending van het
bankgeheim plaats had toen mr. Teding van
Berkhout, directeur van de Twentsche Bank,
tezamen met spreker tegen het Sportfondsen
bad ageerde en de garantieverleening .van de
gemeente aanviel. Spr. erkende dat hij gebruik
had gemaakt van het recherchebureau Drenth
voor informaties omtrent den heer Schmidt,
die echter niet ongunstig zijn (gelach).
Ook heeft spr. van dit bureau gebruik ge
maakt om te kunnen bewijzen dat niet alle
spaarders aan hun verplichtingen voldoen. Spr.
gaf toe in verband met de anonieme ingezon
den stukken, waarop mr. Steenwijk gedoeld
heeft dat hij de publicaties aan de Haarlem
sche bladen ook aan de andere bladen in den
lande gestuurd heeft.
Spr. hoopte bewezen te hebben dat hij geen
deloyaal tegenstander van het Sportfondsen
bad is.
Mr. Steenwijk voerde hierna het woord en
zeide dat het bestuur de juridische „details",
waarop mr. Stoop niet wilde ingaan, wél be
langrijk vindt. Spr. zou er daarom wel over
spreken. De heer Stoop heeft erkend, aldus spr..
dat hij zijn bezwaren tegen de statuten van
het Sportfondsenbad heeft gefantaseerd.
Spr. noemde dit zeer gevaarlijk.
Deze fantasiën zijn op zeer eenvoudige wijze
Vagebond (tot jonggetrouw
de) Misschien nog wat ver
keerd uitgevallen eten over?"
Weekly Telegraph.
Het Comité Haarlem-Bloemenstad, dat kort
geleden is opgericht, blijft niet bij de pakken
neerzitten. Gisteravond waren de straatveree
nigingen opgeroepen om den sneeuwbal verder
te rollen en om de idee verder te propageeren.
In een der zalen van Brinkmann was een exquis
groepje belangstellenden bijeen, dat hoofdzake
lijk uit bestuursleden van de georganiseerde
winkeliers bestond.
De voorzitter van het comité, de heer J. van
I,oenen, zette ook nu weer de plannen uiteen
en voegde er nieuwe perspectieven bij. Haarlem
moet haar naam als bloemenstad internatio
naal hoog houden, daar is te weinig aan ge
dacht. Het comité heeft nu op zijn programma
staan: een permanente stadsversiering, inrich
ten van een botanischen tuin en een bloemen-
feest van acht dagen, ieder jaar terugkomend.
Geheel Hfiarlem zal gemobiliseerd worden.
Alle standen en richtingen zullen mee moeten
doen aan het bloemenfestijn. Zoo zullen alle
schoolkinderen de bloemenpracht in een grooten
stoet moeten uitdragen. Een groot festival,
sportfeesten, zangersfeesten, bloemencorso staan
op het programma. De voorzitter schetste een
grooten optocht, waaraan talrijke vereenigingen
zullen meedoen en waarin b.v. figuren uit de
Camera Obscura voorgesteld zullen worden.
Het geld moet komen uit de reeds genoemde
dubbeltjes-actie, waarvoor 17 sub-comité's zul
len moeten zorgen. Het geld, dat in Haarlem is
opgebracht, blijft in de stad, dat is het groote
voordeel van deze actie.
Tenslotte deelde de voorzitter nog mede, dat
binnen een maand vergaderd zal worden met
al het onderwijzend personeel van Haarlem. Er
is thans reeds belangstelling, omdat de opwek
king voor de liefde voor de bloemen het kind
zooveel goed kan doen.
Van de rondvraag werd een druk gebruik ge
maakt. Technische vraagstukken werden voor
namelijk besproken. Na de vergadering werden
de eerste districten ingedeeld.
Brigadier: „Dat geef ik je te
doen om van hem een signale
ment op te maken."
Smith's Weekly.
De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak
gedaan inzake de aanvaring tijdens mist van
het stoomvisschersvaaituig „Caroline" IJM. 26
en het stoomvisschersvaartuig no. 5, op de
Noordzee voor de haven van Umuiden.
De Raad is van oordeel, dat deze aanvaring
in hoofdzaak is toe te schrijven aan den mist.
De thuisvarende trawler heeft bovendien te veel
vaart gehad en niet regelmatig het mistsein
gegeven.
Den loodschipper kan van het naar beneden
gaan, toen het schip in zee kwam, geen grief
worden gemaakt.
Deze aanvaring is derhalve aan mist en
voorts in hoofdzaak aan de schuld van de „Ca
roline" UM. 26 te wijten.
De vrienden en weldoeners van „Herwonnen
Levenskracht" wordt nog eens attent gemaakt
op de liefdadigheidsuitvoering van morgen
avond, te geven door de muziekvereeniging
„Utile Dulci" en de rederijkerskamer „St. Ge-
nesius". Kaarten verkrijgbaar bij het bestuur,
gebouw St. Bavo en het gebouw aan de Jans
straat 59. Dat morgenavond al de kaarben uit
verkocht zijn. Het is ten bate van „Herwonnen
Levenskracht" en dat moet alles zeggen.
Voor de Vereeniging „Geloof en Wetenschap
voor Haarlem en Omstreken" hield pater Frie-
drich Mückermann S.J. Vrijdagavond in den
Jansweg-Schouwburg een voordracht over
„Nation una Katholizismus".
Tot de talrijke aanwezigen, waaronder vele
eerw. heeren geestelijken, die de zaal vulden,
richtte de voorzitter mr. F. Vorstman een har
telijk welkomstwoord, zeer in het bijzonder tot
den spreker van dezen avond.
De bekende Duitsche redenaar ving aan er
op te wijzen, dat wij in een overgangstijdperk
staan, en er nog zeer veel zal moeten worden
veranderd.
Een opleving der nationale gedachte is thans
in de wereld waarneembaar. In Amerika is dat
weer anders dan in Duitschland, Italië en Oos
tenrijk; zelfs in het bolsjewisme steekt een na
tionaal Russisch element. Hoe staat de katho
liek tegenover deze groote beweging.
Spr. heelt hierbij niet het oog op de politiek,
noch op het land waar spr. vandaan komt,
daarvan vertellen de radio en de kranten ge
noeg.
Spr. wil een natie of een volk bezien als
bloed-, taal- en kuituurgemeenschap. De in
vloed van het katholicisme hierop, vormt de
stof, die spr. voor zijn voordracht uitkoos.
In het Duitschland van thans wordt veel
van rassen gesproken; vroeger deed men dit
ook, maar dan doelde men speciaal op dieren,
thans bedoelt men er voornamelijk menschen
mee.
Het staat wetenschappelijk vast, dat er geen
zuiver ras meer bestaat.
Dit ras nu, wil men gaan verbeteren. De
Kerk staat niet vijandig tegenover de weten
schappelijke eugenese. Zij ziet wel de gevaren
eener erfelijke belasting. De onvergankelijke
moraal, zooals de Kerk haar leert en zooals
de Paus hoar in Casti Connubii heeft uiteen
gezet, staat lijnrecht tegenover de sterilisatie
methode, verbiedt haar absoluut, zooals Zondag
j.l. in Duitschland van alle kansels afgekon
digd is.
Op dit punt aldus spr. kunnen wij met
de eugenetiek niet meegaan. Immers, niet de
mensch, maar God is de Heer over leven en
dood. En ziet men niet juist in onze tijden de
groote beteekenis der Kerk als handhaafster
der zedenleer.
Niet, aldus spr., dat de voorstanders der ste
rilisatie geen menschelijkheid of goeden wil
zouden bezitten; zij veronachtzamen slechts
Gods wet en bovendien staat het wetenschap
pelijk niet vast. dat het door hen aangeprezen
middel inderdaad heilzaam is; Spr. lichtte de
beteekenis van het katholicisme voor de ver
edeling der rassen toe, met té wijzen op het
vele dat voor het gezin gedaan wordt.
Resumeerend, betoogde spr. dat de eugene
tiek in de zedenleer van de Katholieke Kerk
de oplossing voor haar vragen vindt.
Vervolgens behandelde spr. de beteekenis der
Kerk voor taal- en taalgemeenschap. Men ver
wijt de Katholieke Kerk in Duitschland, dat
zij afkomstig is van Joden en Romeinen. Maar
die godsdienst werd er geplant toen de volke
ren uit hun land werden opgejaagd en de ras
sen tijdens de groote volksverhuizing zich ver
mengden.
De prediking van den nieuwen godsdienst
heeft bovendien de Germaansche taal sterk
verrijkt. Schreef niet het Lateraanseh Concilie
in 1215 voor, dat de godsdienst in de volkstaal
moest worden onderwezen? Ook Bonifacius
preekte reeds in de taal der stammen, bij wie
hy kwam. De oude Germaansche sagen zijn
toch ook na het christendom, dat ze bewaarde,
tot ons gekomen.
De katholieke godsdienst in de middeleeuwen
Bijster gelukkig is Martha Eggert in haar
laatste films niet, want ook in de Czarewitsch
krijgt ze evenmin als in de Schubertfilm: „Leise
flehen meine Lieder" den lieveling haars har
ten. Jammer voor het lieve kind, want ze is
aardig genoeg en zingt werkelijk niet slecht
en dus gaat zoo'n liefdespech ook aan het hart
van het groote publiek, dat zijn sterren zoo
dolgraag happy ziet worden. Aan den anderen
kant kunnen wij het niet zoo heel erg voor haar
vinden, dat die wandelende krentenvlinder, die
voor Czarewitsch doorgaat, achter het konink
lijke net vischt, zij het dan ook onvrijwillig.
Gelukkig heeft hij een zeer toffe hofhouding,
waarin de goedbollige Otha Wabburg een zeer
nobel figuur slaat. Doch niet alleen hij, maar
deze heele romantische film van een vorsten
liefde voor een doodgewone burgeres, een en
ander gemaakt naar een operette van Franz
Léhar is allemachtig gezellig in elkaar gezet,
zoodat alle romantische accoorden, zoowel van
het klein- als groot burgerlijk interieur worden
betokkeld.
Inmiddels is de doodgewone burgeres een
journaliste van heel wat aangenamer uiterlijk
dan wü wel ooit zullen bezitten, want al zullen
de smaken ook verschillen, aan Martha Eggert
kan men toch geenszins charme en lieftallig
heid ontzeggen.
Andere prominente figuren treden er verder
weinig in op de voorgrond, of het moet dan
zijn de sympathieke persoonlijkheid van den
grootvorst, of de verschijning van de voor Hol-
landsche uitgekreten Ery Bos, die als toekom
stige gemalin voor de Czwarewitsch bestemd is-
Zij wil echter niet en hij evenmin, wat men
hem zooals gezegd niet kwalijk kan nemen:
vanwege die aardige journaliste, weet u! Ove
rigens bezit de film naast deZe verlokkelijke in
trige, prachtige décors en costuums, terwijl
schitterende opnamen in het schoone Zuiden
van Frankrijk de romantische bekoorlijkheid
van het geheel nog ondersteunen.
Het voorprogramma is verder afwisselend en
interessant zooals altijd. Bij de journaals zijn
opnamen van de ijsmassa's die zich tegen den
Wieringermeerdijk hebben opgepakt. Dit zijn
opnamen van Polygoon, terwijl Fox journaal
weer als gebruikelijk met wereldnieuws komt.
Max Fleischer heeft een nieuwe teekenfilm
van Betty Boop en het geteekende drama
speelt zich thans af in een speelgoederen-
fabriek. De muzikale begeleiding wordt gevormd
door variaties op de bekende compositie van de
Houten Soldaatjes. Als geheel weer een heer
lijk stukje humor.
Op het tooneel vertoonen Kremo en Karlino
hun kunsten, die lang niet malsch zijn en het
krachtige applaus dan ook ten volle waard
waren.
Summa Summarum een programma waar
rijp en groen van opfrischt.
Als je alleen op den titel moest afgaan, zou
je heel wat anders van deze film denken dan
ze gelukkig in werkelijkheid is en al willen we
maar dadelijk zeggen, dat jongeren er liefst
niet heen moeten gaan, voor volwassenen be
hoeven we haar niet te ontraden, al heeft de
hoofdpersoon (Claudette Colbert) er dan ook
den naam van de beruchtste cabaret-artiste
van New-York te zijn.
De geschiedenis van deze jonge vrouw, welke
de inhoud van de film vormt, is er een, zooals
er zoovelen zijn van meisjes, die in haar jeugd
een al te groote liefde hadden opgevat voor
en een al te groot vertrouwen stelden in een
jonge man- Maar die geschiedenis wordt dit
maal op het doek op aangrijpende wijze weer
gegeven met vermijding van wat aanstoot zou
kunnen geven, terwijl het goede, het edele, de
moederliefde in al haar schoonheid wordt ge-
teekend.
Och, we hebben het al zoo vaak gezien; de
moeder, die ten einde raad haar kind aan
vreemden afstaat, voortdurend, onder alle om
standigheden des levens, daaronder lijdt en ten
slotte, na jaren dat kind weer in haar armen
mag sluiten. Maar zooals dat hier verhaalt
wordt, zooals ons dat hier door Claudette Col
bert wordt te zien gegeven, zoo waar, zoo mooi,
zoo levend, zagen we het zelden.
En daarom kunnen we dan ook deze film
gerust aanbevelen maar nog eens, alleen
voor volwassenen.
In het voorprogramma, dat naast het nieuws,
waaronder ditmaal ook het Orion Profilti Hol-
landsch Nieuws, nog een mooie Paramount
Natuurfilm geeft „Golvenspel", zien we oofe
weer een aardige teekenfilm, terwijl we op het
tooneel een „danspaar" te zien krijgen, dat zich
juister als „akrobatenpaar" had kunnen aan
kondigen.
De zweaicfelzaak Stavisky staat momenteel
in het brandpunt van de belangstelling, de ar
tikelen over dezen millioenen-dief worden tot
in de kleinste bijzonderheden gelezen en de sen
satie wordt door het groote publiek met volle
teugen ingehaald. De zucht naar misdadigers-
romantiek leeft dus nog in crisistijd. Dat is
waarschijnlijk het motief geweest, waarom de
directie van het Luxor Theater deze week een
100 perc. zwendelfilm heeft gebracht. Schrik niet.
U wordt door de film niet bezwendeld, maar
u ziet op het witte doek een spannend verhaal
van drie. gladde jongens, die zelfs in staat zijn
om van krantenpapier dollars te maken. Geestig
is dit satyriek spel van „Boeren en Burgers"
alleszins, waartoe niet weinig bijdragen de Metro-
artisten William Haines, Ernest Torrence. Jim
my Durante en het sterretje Leila Hyams.
Hoe moet ik het vlugst rijk worden? hebben
de boeven zich afgevraagd. Ze maken daarbij
gebruik van de eeuwenoude waarheid, dat de
wereld nu eenmaal bedrogen wil worden. Rocke
feller en Morgan zijn hun intiemste vrienden,
naar hun overtuiging althans. Men staat er
wel eens verbaasd van, hoe vindingrijk zaken-
menschen zijn, waar het namen van nieuwe
maatschappijen betreft. Bij ons oplichters-trio
kunnen zij er een lesje in nemen.
De liefde krijgt ook een deel in dit genoeg
lijke zwendelverhaal. De liefde is verdraag
zaam, zoet, overwint alles en duizend zaken
meer. Maar welken invloed zij op de drie gladde
jongens heeft is bij geen benadering te raden.
Dat moet u eens gaan zien! De kostelijke hu
mor in deze film geeft den bezoeker een uurtje
heerlijke vroolijkheid.
In het voorprogramma een filmpje voor lief
hebbers van het biljartspel, een mooie opname
van Leningrad, nieuws en een teekenfilm „O,
mijn lieve Augustijn" zooals altijd een juweeltje!
Een programma, dat anti-crisis genoemd mag
worden I
heeft onschatbare diensten aan taal en litte
ratuur bewezen, want alle dichters en schrij
vers waren katholiek. De groote werken van
Schiller en Goethe „Het Lied van de klok" en
„Faust" zijn op den godsdienst ingegeven. God
kan wel filosofisch weggeredeneerd worden,
maar men kan zonder God nog steeds geen
werkelijk goeden roman maken, want God moet
breedte en diepte aan het menschelijk leven
geven. Men kan zonder God ook geen goede
poëzie hebben. Hoe verklaart men anders, dat
de jongere Duitsche literators zoo sterk naar
den katholieken godsdienst trekken?
Na de pauze sprak pater Mückermann nog
over de beteekenis van het katholicisme in de
cultuur.
Cultuur beteakent in methodischen arbeid
streven naar hooger.
Cultuurgemeenschap is voor een volk hoofd
zaak en die gemeenschap behoort tot de cul
tuur.
De vloek nu van de huidige cultuur is, dat
zij niet meer in verbinding staat met de ge
meenschap. Het specialistendom der geleerden
is geïsoleerd komen te staan, zoodat de een
niets van den ander weet.
Het modern intellect staat buiten het leven.
Veel is er tegen de Kerk aangevoerd, maar
de grootste vijanden hebben haar immer de
reputatie moeten laten, dat zij de Kerk der
kunst is. De gotiek was het symbool van den
methodischen arbeid in het streven naar hoo
ger en ie barok was een beleving van den
kunstrijkdom. Alleen methodische arbeid zal de
wereld weer op orde kunnen brengen.
Echter vergeten vele katholieken hun cultuur
de wereld in te dragen. Zij denken dat vroom
heid alleen in de kerk en in meewarig het
hoofd schudden over de booze wereld bestaat.
Wij moeten het echter van een arbeidzaam,
mannelijk katholicisme hebben. De mensch-
heid is de cultuur moe geworden. Hier ligt
daarom een roeping voor het katholicisme. De
cultuur der openbaring moet weer gebracht
worden aan de menschheid.
Voor deze interessante lezing dankte mr.
Vorstman pater Mückermann in een kort har
telijk speechje; dat zij in den smaak was ge
vallen van de talrijken, die de Schouwburg
zaal bezet hadden, bewees het langdurig ap
plaus zoowel voor de pauze, als aan het eind
van den avond.
De rechtbank te Haarlem heeft Donderdag 18
Januari 1934 de volgende uitspraken gedaan:
T. K., schipper, wonende te Amsterdam, thans
gedetineerd. „Diefstal", twaalf maanden gev.-
straf, waarvan zes maanden voorw. met een
proeftijd van drie jaar en bijz. voorwaarden,
benevens aftrek prev. hecht.
A. K., wonende te Aalsmeer. „Valschheid in
geschrifte", drie maanden gev.straf o. v.
N. R., stucadoor, wonende te Wijk aan Zee
en Duin. „Appèl overtr. Invaliditeitswet". Von
nis Kantonrechter Haarlem bevestigd.
G. R., stucadoor, wonende te Beverwijk. .Ap
pèl overtr. Invaliditeitswet". Vrijgesproken.
A. de B., smid, wonende te Wormerveer; J. de
B., koopman, wonende te Wormerveer. „Belee-
diging". Ieder twee maanden gev.straf voorw.
met een proeftijd van drie jaar, benevens sub
1 50.boete subs. 30 dagen hecht. o.v. en sub
2 75.boete subs. 45 dagen hecht, o.v., en toe
wijzing vordering beleedigde partij tot een be
drag van 10.met last tot openbare aan
plakking van het vonnis en veroordeeling van
gedaagde in de kosten door de beleedigde partij
gemaakt.
Voor de Nationale Christelijke Geheelonthou-
dersvereeniging zal op Donderdag 25 Januari in
gebouw „St. Bavo" (Smedestraat) een filmavond
gehouden worden, met als hoofdfilm „In den
Maalstroom des Levens". Toegang boven 14
jaar. Des middags om vijf uur wordt een spe
ciale kindervoorstelling gegeven met als hoofd
film „Eigen haard is goud waard."
Het Nederlandsch Toeristenverbond „Na
tura" viert zijn eerste lustrum wat door de
afdeeling Haarlem herdacht zal worden op
Zaterdag 20 Januari des avonds 8 uur in de
zalen van hotel „De Leeuwerik" in de Kruis
straat.
Voor dien avond zal optreden het bekende
Duo Klaare en Flora, terwijl ook eenige leden
zullen voordragen.
Gistermorgen werd te Veen (N.-B.) een
Raadsvergadering gehouden, die uitsluitend be
legd was in verband met een schrijven van de
Ministers van Binnenlandsche Zaken en Finan
ciën, naar aanleiding van de door den Raad in
zijn vorige vergadering vastgestelde gemeente-
begrooting 1934.
De Ministers stellen den eisch dat aan hun
verlangens moet worden voldaan, aangezien zij
anders alle rijkssubsidies van heden af zullen
inhouden.
Burgemeester Landweer waarschuwde ernstig
tegen verwerping van de eischen van de regee
ring, omdat de gemeente Veen dan zeer waar
schijnlijk de eerste opvolgster van de gemeente
Beerta zou zijn en van heden af alle uitkeerin-
gen aan armlastigen, werkverschaffing en
steunverleening, zou ophouden.
Met 4 tegen 2 stemmen besloot de Raad de
eischen van de regeering te verwerpen. Alleen
de beide wethouders stemden voor inwilliging
der Regeerings-eischen.
De Belgische Staatsprijs voor Vlaamsche Ro
mankunst is, voor de periode 19301933, toege
kend aan Lode Zielens voor zijn roman: .Moe
der, waarom leven wij?" De prijs bedraagt
tienduizend francs. De jury bestond uit de hee
ren F. Toussaint van Borlaise, Lode Bakel-
mann, Joris Eeckhout pr., Willem Putman en
Maurice Roelants.
De Raad voor de Scheepvaart heeft Vrijdag
een onderzoek ingesteld naar de oorz&ak van
den brand, welke 29 November van het vorig
jaar te Rotterdam gewoed heeft aan boord
van het motormailschip „Indrapoera" van den
Rotterdamschen Lloyd.
De eerste getuige, die door den voorzitter,
prof. mr. B. M. Taverne, over dezen brand werd
ondervraagd, was de gezagvoerder van de „In
drapoera", de heer J. Lap.
Hij deelde mede, op 27 November met de „In
drapoera" te zijn binnengekomen. Het schip
kreeg ligplaats aan de Lloydkade, met de bak
boordzijde aan den wal. Het schip was geladen
met stukgoederen; de lossing daarvan zou eeni
ge dagen in beslag nemen. Op 28 November
heeft get. het schip verlaten; hij hoorde van
den brand, toen hij zich in zijn woning te
Wassenaar bevond. De brand was toen reeds
gebluscht, zoodat get. over de toedracht niets
kan mededeelen.
Voorzitter: „Was er wel eens last met de
electrische installatie?"
Get.: „Nooit."
Voorzitter: „Dus er is ook nooit kortsluiting
geweest?"
Get.: „Neen."
De voorzitter stelde getuige in kennis van
een deskundig rapport over de electrische ge
leidingen, waarin beschreven staat wat er wel
en minder goed was aan deze leidingen.
De volgende deskundige, ir. E. J. van Thiel,
hoofdingenieur van de brandweer te Amster
dam, werd vervolgens gehoord.
Desk. heeft trachten na te gaan waarom deze
brand, in tegenstelling met dien van de „Hooft",
beperkt is kunnen worden tot een gedeelte van
het schip. Desk. heeft echter niet naar details
gezocht; hij had niet kunnen vermoeden dat
hij hier gehoord zou worden.
De volgende getuige was de wachtsman Arie
van Reen.
Getuige had tot taak uitsluitend op en door
het schip te patrcgiilleeren. Er werd den be-
wusten dag in alle ruimen gelost. Get. had ook
toe te zien, dat er niet gerookt werd. Voor het
maken van zijn „rondjes" zijn er geen vaste
tijden. De laatste ronde had hij juist vijf uur
's middags gemaakt; hij heeft daarna de sleu
tels aangenomen van menschen, die naar huis
gingen. De deur van de telefooncentrale staat
altijd open. Toen get. licht zag branden in de
eetzaal eerste klasse, is hy daar gaan kijken
en heeft den schakelaar uitgedraaid. In de te
lefooncentrale was alles donker; get. heeft daar
ook geen rubberlucht waargenomen. Net was
get. weer by den valreep gekomen, ter hoogte
van de plank naar den wal, of hy hoorde van
den wal af het alarmeerende geroep: „brand!"
Er kwam toen van boven rook van den kant
van den rooksalon le klasse en er waren daar
ook vuurverschu'nselen. Er was dadelijk hulp
van den wal; op het schip zelf, dat in survey
zou gaan, was één pomp ter beschikking, ter-
wyi ook spoedig het materiaal der brandweer
ter plaatse was. Binnen anderhalf uur was de
brand gebluscht.
De voorzitter wees er op, dat er door de des
kundigen een dubium is opgeworpen of de brand
is aangekomen in de telefoonkamer of in den
rooksalon eerste klasse; get. heeft daar echter
geen meening over.
De heer M. Robaard, expert bij de Scheep
vaartinspectie, was de laatste getuige. Een vier
tal dagen na den brand heeft hy als deskun
dige aan boord een aantal waarnemingen ge
daan en deze vastgelegd in een rapport. Met
zekerheid kan desk., ten deele uit verklaringen
hem gedaan en ook uit eigen waarnemingen,
zeggen, dat tydens den brand de lichtleiding in
de telefoonkamer en de verwarmingsleiding van
de hut op het sloependek onder spanning: heb
ben gestaan.
In tegenstelling met de meening van andere
getuige-deskundigen is desk. van meening, dat
de brand in de telefoonkamer wel primair
is geweest, en niet die in de rookkamer.
De heer ir. E. J. van Thiel zeide vervolgens
desgevraagd, dat hy biyft by zijn indruk, dat
de brand niet ontstaan kan zqn in de te
lefoonkamer. Get. herhaalde dat zyn onder
zoek betrekkelijk vluchtig is geweest. Wat de
oorzaak van den primairen brand,
waarschyniyk in den rooksalon aangekomen, be
treft, deze weet spr. niet. Wel vraagt hy zich
af of er wellicht toch een kacheltje ingescha
keld is geweest.
De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart,
de heer C. Foch, merkte op, dat men ook bij
dezen brand, evenals dit bij de „Hooft" het
geval is geweest, voor een raadsel staat, wat de
oorzaak betreft. Spr. ging de verschillende om
standigheden na, welke naar voren zyn geko
men.
Voor spr. staat ook uit de overige getuigenis
sen vast, dat de brand ontstaan is in den rook
salon le klasse, die gesloten was, waar volgens
de verklaring van den electricien geen electri
sche kachels branden en waar volgens den
wachtsman sinds 16 uur het licht was uitge
draaid.
Er was dien dag 's morgens een loodgieter
werkzaam geweest, o.a. in de bar le klasse aan
de achterzyde van de rookkamer le klasse, waar
lekkage was. Blaaslamp of vuur waren echter
niet gebruikt en er was geen soldeerwerk ver
richt.
De meening is uitgesproken, dat de brand
door kortsluiting in de telefoonkamer op het
C-dek zou zün ontstaan en de vlammen zich
langs de trap naar boven een weg zouden heb
ben gebaand. Dit is z.i. niet het geval geweest,
hetgeen uit verschillende getuigenissen biykt.
Onachtzaamheid of moedwilligheid kunnen
volgens spr. de eenige mogelijkheid zyn, wat
betreft de oorzaak van den brand, al staat er
niets vast.
Spr. wilde zyn betoog niet eindigen zonder
hulde te brengen aan het personeel van den
Rotterdamschen Lloyd en aan de Rotterdam-
sche brandweer, die door hun flink en oordeel
kundig optreden kans gezien hebben den
brand zooveel doeniyk te beperken, waardoor
slechts een geldeiyke schade is ontstaan, doch
het fraaie schip als zoodanig niet heeft gele
den, terwijl de nog aan boord zynde lading voor
beschadiging door vuur en water geheel is ge-
vry waard.
De officieren verloren al hun bezittingen, wel
door verzekering gedekt, maar voor enkelen
vooral was het momenteel een groot ongerief.
Spr. eindigde met de opmerking, dat hier
wederom is gebleken hoe noodzakeiyk het is,
dat by het verwerken van groote hoeveelheden
brandbaar materiaal aan boord van schepen
door verschillende personen een uiterst streng
toezicht wordt gehouden.
Uit Meeruit (Br.-Indië) wordt gemeld, dat
een Nederlandsche dame, Alida Fransen, in een
trein tusschen Delhi en Meerut is aangerand.
Een Indiër kwam haar coupé binnen en be
dreigde haar met een mes. zy verloor haar
bewustzyn en toen zy weer by kennis kwam,
lag zy op een eenzame plaats naast den
spoorweg, zy wordt thans in een ziekenhuis
te Meerut verpleegd.