Rumoer om Sportfondsenhad Waar de filmband rolt MR. STOOP CONTRA HET BESTUUR SP/VARNE ÜÏÏlBAfVK' ZATERDAG 20 JANUARI STADSNIEUWS ln een drukbezochte vergadering zijn de bezwaren tegen het bad aan een zeer uitvoerige be spreking onderworpen Gerechtelijke actie? Gerechtelijke actie Mr. Stoop spreekt Twee baden mogelijk Juridische bezwaren HAARLEM-BLOEMENSTAD Straatvereenigingen gemobiliseerd NATIE EN KATHOLICISME AANVARING OP DE NOORDZEE Tengevolge van den mist Herwonnen Levenskracht Pater Mückermann vow Geloof en Wetenschap REMBRANDT-THEATER De Czarewitsch PALACE-BIOSCOOP Nachtclu b-Mad onna LUXOR-THEATER Gladde jongens VAN ONZE RECHTBANK Nat. Chr. Geheelonthouders Vereeniging „Natura" De eerste opvolgster van Beerta? LODE ZIELENS De Belgische Staatsprijs De brand op de „Indra- poera" Onachtzaamheid of moedwil NEDERLANDSCHE DAME AANGERAND Tijdens een treinreis in Britsch-Indië In café Brinkmann waren gisterenavond een groot aantal spaaraandeelhouders van het Haarlemsche Sportfondsenbad en andere be langstellenden bijeen in verband met, den strijd tusschen de N. V. Sportfondsenbad en Stoop's bad. De voorzitter, mr. Steenwijk, president-com missaris van het Sportfondsenbad, deelde in zijn openingswoord mede dat ongeveer 150 aan deelhouders aanwezig zijn en wees op de ern stige beschuldigingen die tegen het Sportfond senbad waren geuit. Spr. memoreerde uitvoerig het verloop van deze „actie", zooals het bewerken van de spaarders wat het bestuur niet hoog op nam vervolgens het request van jhr. Teding van Berkhout aan den gemeenteraad omtrent de plaats van het Sportfondsenbad en zijn ingezonden stuk in onze courant; en dan het schrijven van mr. A. Stoop aan B. en W na dat de leening al gesloten was en B. en W. vergunning tot den bouw van het bad hadden gegeven. In dit schrijven werd o.a. gewezen op het verschil tusschen de statuten en het garantie verdrag, het in pand geven aan de gemeente van 50 pet. van het spaargeld en de te hooge administratiekosten. Vervolgens releveerde spr. den oproep van mr. Stoop aan de spaarders om niet verder te storten, daar er reeds een goed bad in Haarlem bestaat en dus hun geld aan een nieuw ver knoeid zou zijn, de audiëntie van mr. Stoop bij den Minister en de requesten van een aantal ongeruste spaarders en van mr. Teding van Berkhout omtrent de garantie voor de leening van het Sportfondsenbad- Het bestuur van het Sportfondsenbad begon zijn strijd tegen deze actie van mr. Stoop met aan B. en W. van Haarlem een memorie te zen den, waarin alles nauwkeurig uiteengezet werd. Spr. was gemachtigd te verklaren dat B. en W. niets in de handelingen van het bestuur van het Sportfondsenbad hebben kunnen vin den, waarin het bestuur eenige blaam zou treffen (applaus)). Voorts heeft het bestuur een audiëntie bij den Minister aangevraagd. Spr. bestreed de gronden van de weigering van mr. Stoop om op deze bijeenkomst aanwe zig te zijn. Mr. Stoop heeft zijn weigering in getrokken en is thans aanwezig. Dan deelde spr. mede dat het bestuur van het Sportfondsenbad tegen mr. Stoop een ge rechtelijke actie tot schadevergoeding wegens ümrechtma'tigé daad zal instellen. Den onder- te ekenaren van het request tegen het bad zal gelegenheid geboden worden hun handteekening te herroepen, voor ook een gerechtelijke actie tegen hen ingesteld zal worden. Spr. deelde mede, dat in verschillende bladen van ons land anonieme ingezonden stukken waren geplaatst met het doel het Sportfond senbad te Haarlem te treffen. Spr. verzocht alle aanwezigen tot een rustig en ordelijk verloop van deze bijeenkomst mede te werken. weerlegd door B. en W. mede te deelen dat de statuten zonder meer door den Minister zijn goedgekeurd. Omtrent de afwijkingen van het spaarregle- ment deelde spr. mede, dat dit reglement zoo opgesteld was dat daartegen geen juridische bezwaren bestonden, wat spr. nader besprak. Spr. deelde mede dat het bestuur reeds lang doende is om. een statutenwijziging tot stand te brengen. Zoodra dit gereed is, zullen de noo- dige veranderingen aangebracht worden. Spr. erkende dat mr. Stoop op één punt ge lijk heeft, n l. de toezegging van de spaargelden als garantie aan de gemeente, wat in strijd is met de belangen der spaarders, die 50 pet. ge stort hebben. In Haarlem zijn 25 inschrijvingen gegeven, waarbij de spaarders zich voorbehou den hebben de helft weer in contanten te ont vangen. Maar dit is een bedrag van 4500 en dat ik lein bij het totale spaargeldenbedrag. Er zijn maatregelen getroffen om aan alle verplichtingen te voldoen ((applaus). Spr. wekte alle spaarders op door te gaan met storten. Alle spaarders zijn overtuigd dat Stoop's bad niet geheel en al voldoet. Zoodra de exploitatie begonnen is zullen, naar spr. verwacht, vele nieuwe spaarders toetreden. De heer Stoop heeft wel critisch het Sport fondsenbad bestudeerd, doch nog niet nauw keurig genoeg, anders had hij geen bezwaren tegen het geldelijk beheer gemaakt. Dit is zóó geregeld dat den spaarders minstens 3 pet. divi dend uitgekeerd zal worden. Vervolgens bestreed spr. de klacht dat de ad ministratiekosten te hoog zouden zijn en ont kende dat er kans bestaat dat de spaarders na hunne eerste-jaar-stortingen niet verder zullen betalen. Hierna besprak de heer Bierenbroodspot de economische zijde van het Sportfondsenbad- vraagstuk. Spr. achtte het motief, waarmede de actie door mr. Stoop opgezet is, alleen concur- rentienijd- (Mr. Stoop interrrumpeert heftig, maar wordt door den voorzitter terecht ge wezen) Spr. ach een goede exploitatie van een Sport fondsenbad in Haarlem mogelijk op grond van de statistiek. In Duitschland wordt in een stad zoo groot als Amsterdam b.v. l'A bad per jaar per hoofd genomen. In kleine steden worden rela tief meer baden genomen dan in groote en daarom is dit ook in Haarlem te verwachten. Statistisch is berekend dat op 300.000 baden per jaar in Haarlem gerekend kan worden. Spr. wees er vervolgens op dat Stoop's bad veel te duur is opgezet. Het heeft 1 millioen gekost, terwijl het even groote Sportfondsenbad te Breda slechts twee ton kostte. Moeten wij, aldus spr., onze spaarders weerhouden een nieuw sportfondsenbad op te richten, omdat zooveel geld aan Stoop's bad versmeten is? Spr. acht 'n goede exploitatie van een Sport- concurrent is van Stoop's bad, dat een heel andere clienteel heeft en in een andere wijk van Hajarlem gelegen is, en concludeerde dat in Haarlem wel twee baden naast elkaar kun nen bestaan. Tenslotte deelde spr. mede dat een holding maatschappij opgericht is, de N. V. Vereenigde Sportfondsenbaden die alle aandeelen van alle sportfondsenbaden in Nederland bezit en ook de winsten en verliezen daarvan draagt. Het kan dus gebeuren dat als het bad te Haarlem verliezen lijdt, de Haarlemsche spaarders toch dividend uitgekeerd krijgen. Een gedeelte van de overwinst wordt bovendien aan propaganda voor het zwemmen besteed. Met de verzekering dat men nooit bang behoeft te zijn, dat de ge storte spaargelden niet veilig zijn, eindigde spr. zijn eenige malen door applaus onderbroken rede. Na de pauze bestond nog gelegenheid tot het stellen van vragen. De bijeenkomst werd na mens B. en W. van Haarlem bijgewoond door den heer P. J. André, chef van de derde af- deeling ten stadhuize en vertegenwoordiger van het Haarlemsche gemeentebestuur in den Raad van Beheer van het Sportfondsenbad- Daarna kreeg mr. Stoop het woord, die zeide niet in te zullen gaan op den juridischen kant van de zaak en op de détails. Spr. legde er den nadruk op dat hij de actie, die hij tegen het Haarlemsche Sportfondsenbad voert, met de meest loyale bedoelingen en met zuivere mo tieven is begonnen. Sprekers vader, de eigenaar van Stoop's bad, heeft nog nooit een cent rente van het kapitaal getrokken, dat hij in het bad gestoken heeft. Maar dat wil hij ook niet, want hij heeft het bad alleen uit liefde tot de zwemkunst ge sticht. Dit lijkt onwaarschijnlijk maar is toch waar. De laatste tien jaren is Stoop's bad niet po pulair geweest, wat spreker aan den vorigen directeur verweet, die z.i. niet met het publiek kon omgaan. Daardoor is de psychologische grondslag gelegd, waarop het Sportfondsenbad kon opgericht worden. Spr. betreurde het dat de actie tot oprichting van dit bad gevoerd en vergroot is, toen een nieuwe directeur van Stoops bad benoemd werd. Spr. zeide de actie tegen het Sportfondsenbad te voeren alleen uit liefde tot zijn vader, om deze op diens hoogen leeftijd nog teleurstellin gen en beslommeringen te besparen- Zullen Stoops bad en het Sportfondsenbad in dezen tijd naast elkaar kunnen bestaan? Neen. aldus spr., duizendmaal neen. In een stad als Amsterdam, waar het meebt van alle steden gezwommen wordt, wel, maar in Haarlem niet, wat spr. met cijfers nader besprak. Spr. wekte op tevreden te zijn met Stoop's bad en het werk in stand te houden, dat spr.'s vader met zooveel opofferingen heeft tot stand gebracht. Spr. erkende dat hij één jaar te laat gekomen is met zijn actie en achtte dit inderdaad een onvergeeflijke fout tegenover de spaarders- Spr. zeide dat er geen schending van het bankgeheim plaats had toen mr. Teding van Berkhout, directeur van de Twentsche Bank, tezamen met spreker tegen het Sportfondsen bad ageerde en de garantieverleening .van de gemeente aanviel. Spr. erkende dat hij gebruik had gemaakt van het recherchebureau Drenth voor informaties omtrent den heer Schmidt, die echter niet ongunstig zijn (gelach). Ook heeft spr. van dit bureau gebruik ge maakt om te kunnen bewijzen dat niet alle spaarders aan hun verplichtingen voldoen. Spr. gaf toe in verband met de anonieme ingezon den stukken, waarop mr. Steenwijk gedoeld heeft dat hij de publicaties aan de Haarlem sche bladen ook aan de andere bladen in den lande gestuurd heeft. Spr. hoopte bewezen te hebben dat hij geen deloyaal tegenstander van het Sportfondsen bad is. Mr. Steenwijk voerde hierna het woord en zeide dat het bestuur de juridische „details", waarop mr. Stoop niet wilde ingaan, wél be langrijk vindt. Spr. zou er daarom wel over spreken. De heer Stoop heeft erkend, aldus spr.. dat hij zijn bezwaren tegen de statuten van het Sportfondsenbad heeft gefantaseerd. Spr. noemde dit zeer gevaarlijk. Deze fantasiën zijn op zeer eenvoudige wijze Vagebond (tot jonggetrouw de) Misschien nog wat ver keerd uitgevallen eten over?" Weekly Telegraph. Het Comité Haarlem-Bloemenstad, dat kort geleden is opgericht, blijft niet bij de pakken neerzitten. Gisteravond waren de straatveree nigingen opgeroepen om den sneeuwbal verder te rollen en om de idee verder te propageeren. In een der zalen van Brinkmann was een exquis groepje belangstellenden bijeen, dat hoofdzake lijk uit bestuursleden van de georganiseerde winkeliers bestond. De voorzitter van het comité, de heer J. van I,oenen, zette ook nu weer de plannen uiteen en voegde er nieuwe perspectieven bij. Haarlem moet haar naam als bloemenstad internatio naal hoog houden, daar is te weinig aan ge dacht. Het comité heeft nu op zijn programma staan: een permanente stadsversiering, inrich ten van een botanischen tuin en een bloemen- feest van acht dagen, ieder jaar terugkomend. Geheel Hfiarlem zal gemobiliseerd worden. Alle standen en richtingen zullen mee moeten doen aan het bloemenfestijn. Zoo zullen alle schoolkinderen de bloemenpracht in een grooten stoet moeten uitdragen. Een groot festival, sportfeesten, zangersfeesten, bloemencorso staan op het programma. De voorzitter schetste een grooten optocht, waaraan talrijke vereenigingen zullen meedoen en waarin b.v. figuren uit de Camera Obscura voorgesteld zullen worden. Het geld moet komen uit de reeds genoemde dubbeltjes-actie, waarvoor 17 sub-comité's zul len moeten zorgen. Het geld, dat in Haarlem is opgebracht, blijft in de stad, dat is het groote voordeel van deze actie. Tenslotte deelde de voorzitter nog mede, dat binnen een maand vergaderd zal worden met al het onderwijzend personeel van Haarlem. Er is thans reeds belangstelling, omdat de opwek king voor de liefde voor de bloemen het kind zooveel goed kan doen. Van de rondvraag werd een druk gebruik ge maakt. Technische vraagstukken werden voor namelijk besproken. Na de vergadering werden de eerste districten ingedeeld. Brigadier: „Dat geef ik je te doen om van hem een signale ment op te maken." Smith's Weekly. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake de aanvaring tijdens mist van het stoomvisschersvaaituig „Caroline" IJM. 26 en het stoomvisschersvaartuig no. 5, op de Noordzee voor de haven van Umuiden. De Raad is van oordeel, dat deze aanvaring in hoofdzaak is toe te schrijven aan den mist. De thuisvarende trawler heeft bovendien te veel vaart gehad en niet regelmatig het mistsein gegeven. Den loodschipper kan van het naar beneden gaan, toen het schip in zee kwam, geen grief worden gemaakt. Deze aanvaring is derhalve aan mist en voorts in hoofdzaak aan de schuld van de „Ca roline" UM. 26 te wijten. De vrienden en weldoeners van „Herwonnen Levenskracht" wordt nog eens attent gemaakt op de liefdadigheidsuitvoering van morgen avond, te geven door de muziekvereeniging „Utile Dulci" en de rederijkerskamer „St. Ge- nesius". Kaarten verkrijgbaar bij het bestuur, gebouw St. Bavo en het gebouw aan de Jans straat 59. Dat morgenavond al de kaarben uit verkocht zijn. Het is ten bate van „Herwonnen Levenskracht" en dat moet alles zeggen. Voor de Vereeniging „Geloof en Wetenschap voor Haarlem en Omstreken" hield pater Frie- drich Mückermann S.J. Vrijdagavond in den Jansweg-Schouwburg een voordracht over „Nation una Katholizismus". Tot de talrijke aanwezigen, waaronder vele eerw. heeren geestelijken, die de zaal vulden, richtte de voorzitter mr. F. Vorstman een har telijk welkomstwoord, zeer in het bijzonder tot den spreker van dezen avond. De bekende Duitsche redenaar ving aan er op te wijzen, dat wij in een overgangstijdperk staan, en er nog zeer veel zal moeten worden veranderd. Een opleving der nationale gedachte is thans in de wereld waarneembaar. In Amerika is dat weer anders dan in Duitschland, Italië en Oos tenrijk; zelfs in het bolsjewisme steekt een na tionaal Russisch element. Hoe staat de katho liek tegenover deze groote beweging. Spr. heelt hierbij niet het oog op de politiek, noch op het land waar spr. vandaan komt, daarvan vertellen de radio en de kranten ge noeg. Spr. wil een natie of een volk bezien als bloed-, taal- en kuituurgemeenschap. De in vloed van het katholicisme hierop, vormt de stof, die spr. voor zijn voordracht uitkoos. In het Duitschland van thans wordt veel van rassen gesproken; vroeger deed men dit ook, maar dan doelde men speciaal op dieren, thans bedoelt men er voornamelijk menschen mee. Het staat wetenschappelijk vast, dat er geen zuiver ras meer bestaat. Dit ras nu, wil men gaan verbeteren. De Kerk staat niet vijandig tegenover de weten schappelijke eugenese. Zij ziet wel de gevaren eener erfelijke belasting. De onvergankelijke moraal, zooals de Kerk haar leert en zooals de Paus hoar in Casti Connubii heeft uiteen gezet, staat lijnrecht tegenover de sterilisatie methode, verbiedt haar absoluut, zooals Zondag j.l. in Duitschland van alle kansels afgekon digd is. Op dit punt aldus spr. kunnen wij met de eugenetiek niet meegaan. Immers, niet de mensch, maar God is de Heer over leven en dood. En ziet men niet juist in onze tijden de groote beteekenis der Kerk als handhaafster der zedenleer. Niet, aldus spr., dat de voorstanders der ste rilisatie geen menschelijkheid of goeden wil zouden bezitten; zij veronachtzamen slechts Gods wet en bovendien staat het wetenschap pelijk niet vast. dat het door hen aangeprezen middel inderdaad heilzaam is; Spr. lichtte de beteekenis van het katholicisme voor de ver edeling der rassen toe, met té wijzen op het vele dat voor het gezin gedaan wordt. Resumeerend, betoogde spr. dat de eugene tiek in de zedenleer van de Katholieke Kerk de oplossing voor haar vragen vindt. Vervolgens behandelde spr. de beteekenis der Kerk voor taal- en taalgemeenschap. Men ver wijt de Katholieke Kerk in Duitschland, dat zij afkomstig is van Joden en Romeinen. Maar die godsdienst werd er geplant toen de volke ren uit hun land werden opgejaagd en de ras sen tijdens de groote volksverhuizing zich ver mengden. De prediking van den nieuwen godsdienst heeft bovendien de Germaansche taal sterk verrijkt. Schreef niet het Lateraanseh Concilie in 1215 voor, dat de godsdienst in de volkstaal moest worden onderwezen? Ook Bonifacius preekte reeds in de taal der stammen, bij wie hy kwam. De oude Germaansche sagen zijn toch ook na het christendom, dat ze bewaarde, tot ons gekomen. De katholieke godsdienst in de middeleeuwen Bijster gelukkig is Martha Eggert in haar laatste films niet, want ook in de Czarewitsch krijgt ze evenmin als in de Schubertfilm: „Leise flehen meine Lieder" den lieveling haars har ten. Jammer voor het lieve kind, want ze is aardig genoeg en zingt werkelijk niet slecht en dus gaat zoo'n liefdespech ook aan het hart van het groote publiek, dat zijn sterren zoo dolgraag happy ziet worden. Aan den anderen kant kunnen wij het niet zoo heel erg voor haar vinden, dat die wandelende krentenvlinder, die voor Czarewitsch doorgaat, achter het konink lijke net vischt, zij het dan ook onvrijwillig. Gelukkig heeft hij een zeer toffe hofhouding, waarin de goedbollige Otha Wabburg een zeer nobel figuur slaat. Doch niet alleen hij, maar deze heele romantische film van een vorsten liefde voor een doodgewone burgeres, een en ander gemaakt naar een operette van Franz Léhar is allemachtig gezellig in elkaar gezet, zoodat alle romantische accoorden, zoowel van het klein- als groot burgerlijk interieur worden betokkeld. Inmiddels is de doodgewone burgeres een journaliste van heel wat aangenamer uiterlijk dan wü wel ooit zullen bezitten, want al zullen de smaken ook verschillen, aan Martha Eggert kan men toch geenszins charme en lieftallig heid ontzeggen. Andere prominente figuren treden er verder weinig in op de voorgrond, of het moet dan zijn de sympathieke persoonlijkheid van den grootvorst, of de verschijning van de voor Hol- landsche uitgekreten Ery Bos, die als toekom stige gemalin voor de Czwarewitsch bestemd is- Zij wil echter niet en hij evenmin, wat men hem zooals gezegd niet kwalijk kan nemen: vanwege die aardige journaliste, weet u! Ove rigens bezit de film naast deZe verlokkelijke in trige, prachtige décors en costuums, terwijl schitterende opnamen in het schoone Zuiden van Frankrijk de romantische bekoorlijkheid van het geheel nog ondersteunen. Het voorprogramma is verder afwisselend en interessant zooals altijd. Bij de journaals zijn opnamen van de ijsmassa's die zich tegen den Wieringermeerdijk hebben opgepakt. Dit zijn opnamen van Polygoon, terwijl Fox journaal weer als gebruikelijk met wereldnieuws komt. Max Fleischer heeft een nieuwe teekenfilm van Betty Boop en het geteekende drama speelt zich thans af in een speelgoederen- fabriek. De muzikale begeleiding wordt gevormd door variaties op de bekende compositie van de Houten Soldaatjes. Als geheel weer een heer lijk stukje humor. Op het tooneel vertoonen Kremo en Karlino hun kunsten, die lang niet malsch zijn en het krachtige applaus dan ook ten volle waard waren. Summa Summarum een programma waar rijp en groen van opfrischt. Als je alleen op den titel moest afgaan, zou je heel wat anders van deze film denken dan ze gelukkig in werkelijkheid is en al willen we maar dadelijk zeggen, dat jongeren er liefst niet heen moeten gaan, voor volwassenen be hoeven we haar niet te ontraden, al heeft de hoofdpersoon (Claudette Colbert) er dan ook den naam van de beruchtste cabaret-artiste van New-York te zijn. De geschiedenis van deze jonge vrouw, welke de inhoud van de film vormt, is er een, zooals er zoovelen zijn van meisjes, die in haar jeugd een al te groote liefde hadden opgevat voor en een al te groot vertrouwen stelden in een jonge man- Maar die geschiedenis wordt dit maal op het doek op aangrijpende wijze weer gegeven met vermijding van wat aanstoot zou kunnen geven, terwijl het goede, het edele, de moederliefde in al haar schoonheid wordt ge- teekend. Och, we hebben het al zoo vaak gezien; de moeder, die ten einde raad haar kind aan vreemden afstaat, voortdurend, onder alle om standigheden des levens, daaronder lijdt en ten slotte, na jaren dat kind weer in haar armen mag sluiten. Maar zooals dat hier verhaalt wordt, zooals ons dat hier door Claudette Col bert wordt te zien gegeven, zoo waar, zoo mooi, zoo levend, zagen we het zelden. En daarom kunnen we dan ook deze film gerust aanbevelen maar nog eens, alleen voor volwassenen. In het voorprogramma, dat naast het nieuws, waaronder ditmaal ook het Orion Profilti Hol- landsch Nieuws, nog een mooie Paramount Natuurfilm geeft „Golvenspel", zien we oofe weer een aardige teekenfilm, terwijl we op het tooneel een „danspaar" te zien krijgen, dat zich juister als „akrobatenpaar" had kunnen aan kondigen. De zweaicfelzaak Stavisky staat momenteel in het brandpunt van de belangstelling, de ar tikelen over dezen millioenen-dief worden tot in de kleinste bijzonderheden gelezen en de sen satie wordt door het groote publiek met volle teugen ingehaald. De zucht naar misdadigers- romantiek leeft dus nog in crisistijd. Dat is waarschijnlijk het motief geweest, waarom de directie van het Luxor Theater deze week een 100 perc. zwendelfilm heeft gebracht. Schrik niet. U wordt door de film niet bezwendeld, maar u ziet op het witte doek een spannend verhaal van drie. gladde jongens, die zelfs in staat zijn om van krantenpapier dollars te maken. Geestig is dit satyriek spel van „Boeren en Burgers" alleszins, waartoe niet weinig bijdragen de Metro- artisten William Haines, Ernest Torrence. Jim my Durante en het sterretje Leila Hyams. Hoe moet ik het vlugst rijk worden? hebben de boeven zich afgevraagd. Ze maken daarbij gebruik van de eeuwenoude waarheid, dat de wereld nu eenmaal bedrogen wil worden. Rocke feller en Morgan zijn hun intiemste vrienden, naar hun overtuiging althans. Men staat er wel eens verbaasd van, hoe vindingrijk zaken- menschen zijn, waar het namen van nieuwe maatschappijen betreft. Bij ons oplichters-trio kunnen zij er een lesje in nemen. De liefde krijgt ook een deel in dit genoeg lijke zwendelverhaal. De liefde is verdraag zaam, zoet, overwint alles en duizend zaken meer. Maar welken invloed zij op de drie gladde jongens heeft is bij geen benadering te raden. Dat moet u eens gaan zien! De kostelijke hu mor in deze film geeft den bezoeker een uurtje heerlijke vroolijkheid. In het voorprogramma een filmpje voor lief hebbers van het biljartspel, een mooie opname van Leningrad, nieuws en een teekenfilm „O, mijn lieve Augustijn" zooals altijd een juweeltje! Een programma, dat anti-crisis genoemd mag worden I heeft onschatbare diensten aan taal en litte ratuur bewezen, want alle dichters en schrij vers waren katholiek. De groote werken van Schiller en Goethe „Het Lied van de klok" en „Faust" zijn op den godsdienst ingegeven. God kan wel filosofisch weggeredeneerd worden, maar men kan zonder God nog steeds geen werkelijk goeden roman maken, want God moet breedte en diepte aan het menschelijk leven geven. Men kan zonder God ook geen goede poëzie hebben. Hoe verklaart men anders, dat de jongere Duitsche literators zoo sterk naar den katholieken godsdienst trekken? Na de pauze sprak pater Mückermann nog over de beteekenis van het katholicisme in de cultuur. Cultuur beteakent in methodischen arbeid streven naar hooger. Cultuurgemeenschap is voor een volk hoofd zaak en die gemeenschap behoort tot de cul tuur. De vloek nu van de huidige cultuur is, dat zij niet meer in verbinding staat met de ge meenschap. Het specialistendom der geleerden is geïsoleerd komen te staan, zoodat de een niets van den ander weet. Het modern intellect staat buiten het leven. Veel is er tegen de Kerk aangevoerd, maar de grootste vijanden hebben haar immer de reputatie moeten laten, dat zij de Kerk der kunst is. De gotiek was het symbool van den methodischen arbeid in het streven naar hoo ger en ie barok was een beleving van den kunstrijkdom. Alleen methodische arbeid zal de wereld weer op orde kunnen brengen. Echter vergeten vele katholieken hun cultuur de wereld in te dragen. Zij denken dat vroom heid alleen in de kerk en in meewarig het hoofd schudden over de booze wereld bestaat. Wij moeten het echter van een arbeidzaam, mannelijk katholicisme hebben. De mensch- heid is de cultuur moe geworden. Hier ligt daarom een roeping voor het katholicisme. De cultuur der openbaring moet weer gebracht worden aan de menschheid. Voor deze interessante lezing dankte mr. Vorstman pater Mückermann in een kort har telijk speechje; dat zij in den smaak was ge vallen van de talrijken, die de Schouwburg zaal bezet hadden, bewees het langdurig ap plaus zoowel voor de pauze, als aan het eind van den avond. De rechtbank te Haarlem heeft Donderdag 18 Januari 1934 de volgende uitspraken gedaan: T. K., schipper, wonende te Amsterdam, thans gedetineerd. „Diefstal", twaalf maanden gev.- straf, waarvan zes maanden voorw. met een proeftijd van drie jaar en bijz. voorwaarden, benevens aftrek prev. hecht. A. K., wonende te Aalsmeer. „Valschheid in geschrifte", drie maanden gev.straf o. v. N. R., stucadoor, wonende te Wijk aan Zee en Duin. „Appèl overtr. Invaliditeitswet". Von nis Kantonrechter Haarlem bevestigd. G. R., stucadoor, wonende te Beverwijk. .Ap pèl overtr. Invaliditeitswet". Vrijgesproken. A. de B., smid, wonende te Wormerveer; J. de B., koopman, wonende te Wormerveer. „Belee- diging". Ieder twee maanden gev.straf voorw. met een proeftijd van drie jaar, benevens sub 1 50.boete subs. 30 dagen hecht. o.v. en sub 2 75.boete subs. 45 dagen hecht, o.v., en toe wijzing vordering beleedigde partij tot een be drag van 10.met last tot openbare aan plakking van het vonnis en veroordeeling van gedaagde in de kosten door de beleedigde partij gemaakt. Voor de Nationale Christelijke Geheelonthou- dersvereeniging zal op Donderdag 25 Januari in gebouw „St. Bavo" (Smedestraat) een filmavond gehouden worden, met als hoofdfilm „In den Maalstroom des Levens". Toegang boven 14 jaar. Des middags om vijf uur wordt een spe ciale kindervoorstelling gegeven met als hoofd film „Eigen haard is goud waard." Het Nederlandsch Toeristenverbond „Na tura" viert zijn eerste lustrum wat door de afdeeling Haarlem herdacht zal worden op Zaterdag 20 Januari des avonds 8 uur in de zalen van hotel „De Leeuwerik" in de Kruis straat. Voor dien avond zal optreden het bekende Duo Klaare en Flora, terwijl ook eenige leden zullen voordragen. Gistermorgen werd te Veen (N.-B.) een Raadsvergadering gehouden, die uitsluitend be legd was in verband met een schrijven van de Ministers van Binnenlandsche Zaken en Finan ciën, naar aanleiding van de door den Raad in zijn vorige vergadering vastgestelde gemeente- begrooting 1934. De Ministers stellen den eisch dat aan hun verlangens moet worden voldaan, aangezien zij anders alle rijkssubsidies van heden af zullen inhouden. Burgemeester Landweer waarschuwde ernstig tegen verwerping van de eischen van de regee ring, omdat de gemeente Veen dan zeer waar schijnlijk de eerste opvolgster van de gemeente Beerta zou zijn en van heden af alle uitkeerin- gen aan armlastigen, werkverschaffing en steunverleening, zou ophouden. Met 4 tegen 2 stemmen besloot de Raad de eischen van de regeering te verwerpen. Alleen de beide wethouders stemden voor inwilliging der Regeerings-eischen. De Belgische Staatsprijs voor Vlaamsche Ro mankunst is, voor de periode 19301933, toege kend aan Lode Zielens voor zijn roman: .Moe der, waarom leven wij?" De prijs bedraagt tienduizend francs. De jury bestond uit de hee ren F. Toussaint van Borlaise, Lode Bakel- mann, Joris Eeckhout pr., Willem Putman en Maurice Roelants. De Raad voor de Scheepvaart heeft Vrijdag een onderzoek ingesteld naar de oorz&ak van den brand, welke 29 November van het vorig jaar te Rotterdam gewoed heeft aan boord van het motormailschip „Indrapoera" van den Rotterdamschen Lloyd. De eerste getuige, die door den voorzitter, prof. mr. B. M. Taverne, over dezen brand werd ondervraagd, was de gezagvoerder van de „In drapoera", de heer J. Lap. Hij deelde mede, op 27 November met de „In drapoera" te zijn binnengekomen. Het schip kreeg ligplaats aan de Lloydkade, met de bak boordzijde aan den wal. Het schip was geladen met stukgoederen; de lossing daarvan zou eeni ge dagen in beslag nemen. Op 28 November heeft get. het schip verlaten; hij hoorde van den brand, toen hij zich in zijn woning te Wassenaar bevond. De brand was toen reeds gebluscht, zoodat get. over de toedracht niets kan mededeelen. Voorzitter: „Was er wel eens last met de electrische installatie?" Get.: „Nooit." Voorzitter: „Dus er is ook nooit kortsluiting geweest?" Get.: „Neen." De voorzitter stelde getuige in kennis van een deskundig rapport over de electrische ge leidingen, waarin beschreven staat wat er wel en minder goed was aan deze leidingen. De volgende deskundige, ir. E. J. van Thiel, hoofdingenieur van de brandweer te Amster dam, werd vervolgens gehoord. Desk. heeft trachten na te gaan waarom deze brand, in tegenstelling met dien van de „Hooft", beperkt is kunnen worden tot een gedeelte van het schip. Desk. heeft echter niet naar details gezocht; hij had niet kunnen vermoeden dat hij hier gehoord zou worden. De volgende getuige was de wachtsman Arie van Reen. Getuige had tot taak uitsluitend op en door het schip te patrcgiilleeren. Er werd den be- wusten dag in alle ruimen gelost. Get. had ook toe te zien, dat er niet gerookt werd. Voor het maken van zijn „rondjes" zijn er geen vaste tijden. De laatste ronde had hij juist vijf uur 's middags gemaakt; hij heeft daarna de sleu tels aangenomen van menschen, die naar huis gingen. De deur van de telefooncentrale staat altijd open. Toen get. licht zag branden in de eetzaal eerste klasse, is hy daar gaan kijken en heeft den schakelaar uitgedraaid. In de te lefooncentrale was alles donker; get. heeft daar ook geen rubberlucht waargenomen. Net was get. weer by den valreep gekomen, ter hoogte van de plank naar den wal, of hy hoorde van den wal af het alarmeerende geroep: „brand!" Er kwam toen van boven rook van den kant van den rooksalon le klasse en er waren daar ook vuurverschu'nselen. Er was dadelijk hulp van den wal; op het schip zelf, dat in survey zou gaan, was één pomp ter beschikking, ter- wyi ook spoedig het materiaal der brandweer ter plaatse was. Binnen anderhalf uur was de brand gebluscht. De voorzitter wees er op, dat er door de des kundigen een dubium is opgeworpen of de brand is aangekomen in de telefoonkamer of in den rooksalon eerste klasse; get. heeft daar echter geen meening over. De heer M. Robaard, expert bij de Scheep vaartinspectie, was de laatste getuige. Een vier tal dagen na den brand heeft hy als deskun dige aan boord een aantal waarnemingen ge daan en deze vastgelegd in een rapport. Met zekerheid kan desk., ten deele uit verklaringen hem gedaan en ook uit eigen waarnemingen, zeggen, dat tydens den brand de lichtleiding in de telefoonkamer en de verwarmingsleiding van de hut op het sloependek onder spanning: heb ben gestaan. In tegenstelling met de meening van andere getuige-deskundigen is desk. van meening, dat de brand in de telefoonkamer wel primair is geweest, en niet die in de rookkamer. De heer ir. E. J. van Thiel zeide vervolgens desgevraagd, dat hy biyft by zijn indruk, dat de brand niet ontstaan kan zqn in de te lefoonkamer. Get. herhaalde dat zyn onder zoek betrekkelijk vluchtig is geweest. Wat de oorzaak van den primairen brand, waarschyniyk in den rooksalon aangekomen, be treft, deze weet spr. niet. Wel vraagt hy zich af of er wellicht toch een kacheltje ingescha keld is geweest. De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart, de heer C. Foch, merkte op, dat men ook bij dezen brand, evenals dit bij de „Hooft" het geval is geweest, voor een raadsel staat, wat de oorzaak betreft. Spr. ging de verschillende om standigheden na, welke naar voren zyn geko men. Voor spr. staat ook uit de overige getuigenis sen vast, dat de brand ontstaan is in den rook salon le klasse, die gesloten was, waar volgens de verklaring van den electricien geen electri sche kachels branden en waar volgens den wachtsman sinds 16 uur het licht was uitge draaid. Er was dien dag 's morgens een loodgieter werkzaam geweest, o.a. in de bar le klasse aan de achterzyde van de rookkamer le klasse, waar lekkage was. Blaaslamp of vuur waren echter niet gebruikt en er was geen soldeerwerk ver richt. De meening is uitgesproken, dat de brand door kortsluiting in de telefoonkamer op het C-dek zou zün ontstaan en de vlammen zich langs de trap naar boven een weg zouden heb ben gebaand. Dit is z.i. niet het geval geweest, hetgeen uit verschillende getuigenissen biykt. Onachtzaamheid of moedwilligheid kunnen volgens spr. de eenige mogelijkheid zyn, wat betreft de oorzaak van den brand, al staat er niets vast. Spr. wilde zyn betoog niet eindigen zonder hulde te brengen aan het personeel van den Rotterdamschen Lloyd en aan de Rotterdam- sche brandweer, die door hun flink en oordeel kundig optreden kans gezien hebben den brand zooveel doeniyk te beperken, waardoor slechts een geldeiyke schade is ontstaan, doch het fraaie schip als zoodanig niet heeft gele den, terwijl de nog aan boord zynde lading voor beschadiging door vuur en water geheel is ge- vry waard. De officieren verloren al hun bezittingen, wel door verzekering gedekt, maar voor enkelen vooral was het momenteel een groot ongerief. Spr. eindigde met de opmerking, dat hier wederom is gebleken hoe noodzakeiyk het is, dat by het verwerken van groote hoeveelheden brandbaar materiaal aan boord van schepen door verschillende personen een uiterst streng toezicht wordt gehouden. Uit Meeruit (Br.-Indië) wordt gemeld, dat een Nederlandsche dame, Alida Fransen, in een trein tusschen Delhi en Meerut is aangerand. Een Indiër kwam haar coupé binnen en be dreigde haar met een mes. zy verloor haar bewustzyn en toen zy weer by kennis kwam, lag zy op een eenzame plaats naast den spoorweg, zy wordt thans in een ziekenhuis te Meerut verpleegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9