Gezien en nooit gevangen DEZEESLANG 1 De zeeslang, het geliefde voorwerp in den komkommertijd, is al zoo oud als de wereld. Het zeemonster van Loch Ness heeft alle gebruiken met voeten getreden en is op komen duiken in een tijd, waarin de wereld vol is van politiek geharrewar en rampen en van gebrek aan nieuws piimiiiiiiiniii 1 geen sprake kan zijn Duidelijk vertoont de kop van het monstergelijkenis met een meerval OP ZOEK NAAR EEN ONTBIJT EEN BEETJE GROOT VOOR SCHOOTHONDJE! S00.000 FRANCS GEWONNEN De Stegosaurus zou zelfs King Kong partij kunnen geven mHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiu Als in 't hartje van den zomer lader door de hitte lijdt, Dan juist, door gebrek aan actie, Hebben wij komkommertijd! Maar thans bloeien geen komkommers. «v Desondanks, naar oud Sfï recept, Is 't berichtje van de £*2^ zeeslang ffgSjgCx: Zéér vroegtijdig onderschept! i&gzC' Zit men om copy tób -<•- I verlegen i Neen, een ieder -I speelt zijn rol En de kranten staan S waarachtig Van de rariteiten vol! Vol van zwendel, valsche munters, Vol bedrog met mijn ■-< jgf^r en dijn I» En dat blijkt nu voor yf de zeeslang Tè aanstekelijk te zijn! MARTIN BERDEN fantastische verhalen van zeelieden, ditmaal moest men de waarheid wel aanvaarden. De verklaringen van de opvarenden luidden een stemmig. Bovendien werden teekeningen over gelegd. En het bleef hier niet bij. Nog hetzelfde jaar nam de bemanning van het Engelsche oorlogs schip „Plumper" ter hoogte van Oporto een zeeslang waar en hetzelfde geschiedde aan boord van de „Imogen" op 30 Maart 1856. Op 10 Februari zag de Franschman Riccard zelfs twee zeeslangen, volgens zijn beschrijving lang gerekte dieren met groote koppen. Op 2 Juli 1877 werd in de Middellandsche Zee een zee slang gezien en wel ter hoogte van Sicilië door de bemanning van het S. S. „Osbome" Van af het s.s. „City of Baltimore" nam men op 28 Januari 1879 in de Golf van Aden een zeeslang waar. Tot driemaal achtereen werd in later jaren Ik zag stuk voor stuk in een rij van verti cale bochten alle deelen van een dierenlichaam uit het water opduiken. Het kolossale beest mat ongeveer 30 Meter. Zijn afgeplat slangen lijf was gemiddeld 40 tot 80 c.M. dik, de reus achtige kop mat ongeveer 5 Meter in door snee. Het dier wierp uit den kop twee stralen waterdamp omhoog zooals ook walvisschen doen De onderdeden van den kop kon men moei lijk onderscheiden. De huid was week, zwart gekleurd met gele vlekken, terwij) de kop grijs en geschubd bleek als bij een schildpad. Vin nen en pooten werden niet waargenomen. Op grond van dit rapport is het de Fransche professor Giard geweest, die het in allen ernst voor het bestaan vari den veel belasterden zee slang heeft opgenomen. Zijn theorie luidt, dat het geweldige reptiel zich uit den Tertiairen tijd tot in onze dagen heeft gehandhaafd op groote diepten van de Oceaan. Hij maakt een vergelijking met de Afrikaansche Okapi, die men ook reeds lang uitgestorven waande. De laatste officieele ontmoeting met de zee slang had plaats op 24 Mei 1907 niet ver van od Iersche kust. Officieren, bemanning en pas sagiers van het s.s. „Tampania" zagen, ongeveer 40 Meter van het schip verwijderd, tot tweemaal toe een reusachtig dier uit het water opduiken. Het stak zijn voorlichaam ongeveer twee en halven M. recht omhoog uit de golven, 'n tien tal Meters verder kwam de staart naar boven. Dezer dagen heeft de trekking plaats gehad van de eerste ronde der Fransche nationale loterij. Een der hoofdprijzen werd gewonnen door een man te Calais, Gratiën Marceau ge- heeten, die aan zijn lot bijna vijfhonderddui zend francs verdiende. Men zou meenen, dat hiermee de zaak was afgedaan. Maar dit was toch niet het geval. Toen n.l. aan Marceau de prijs zou worden uitbetaald, vroeg men hem naar zijn adres en moest de man tot zijn schan de erkennen, dat hij nergens woonde, hetgeen zijn onmiddellijke arrestatie tengevolge had. En er hielp geen moeder of vader aan: Gratiën Marceau werd tot veertien dagen veroordeeld wegens landlooperij. Eerst daarna kon hij zijn half millioen francs incasseeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9