HET PANAMA-SCHANDAAL
<1
F 77.645,
Jid mftaal mn den dag
'J
I GRATIS ONGEVALLEN-VERZEKERING
HONIG'S VERMICELUSOEP 6 borden voor 15 ets.
HET KAPERSNEST
De arbeid van de
Lesseps
DE VERLOREN ZOON*
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK
SSiT Z \Een k
JOSEPH CONRAD
ZATERDAG 3 FEBRUARI
Een pas verschenen boek van
dr. Bruna Weil over „Panama"
staat thans in het mid
delpunt der belang
stelling
De psychologie der
kleine spaarders
UTRECHT
Koffie in voormalig
Duitsch Oost-Afrika
"MAN KIJK NIET
ZOO SIP! DRINK
LIEVER EEN TIP!"
Een missie-congres te
Lissabon
De Gouden Pijl" te koop
I INGEVOLGE de voor onze ABONNÉ'S geldende
1 KEERDEN WIJ
UIT AAN ONZE ABONNÉ'S
J. Roskam, Alkmaar
P. Appel, Oudcarspal
B. Ferner, Alkmaar
H. J. Smif, Amsterdam
f 50.-
f205.-
f 20.-
f 25-
I WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN I
AAN ONZE VERZEKERDE ABONNÉ'S IS UITGEKEERD
DIRECTIE VEREEN. KATHOLIEKE PERS
de zaken gevor- i van Zakendoen l
derd waren, doch
Kath. vereenigingen in
Engeland
Alle abonnes ongevallen verzekerd voor een der vofgende ultkeeringen f3000. verlies van beide armen, ^>eid
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Er zijn in de laatste weken weer booze
dingen in Frankrijk gebeurd en de
Franschen, vooral de kleine spaarders,
zijn heel ontstemd. Het woord Panama duikt
overal weer op en wekt met recht ontstem
ming en ergernis van den midden-Amerikaan-
schen staat Panama, die namelijk niets heeft
uit te staan met de gebeurtenissen, die men
als complex met het woord Panama aanduidt
en kenschetst. Wat om het woord Panama
wordt gegroepeerd, is de ineenstorting der Pa-
namamaatschappij, die in de jaren 7080 van
de vorige eeuw begonnen was met den bouw
van het Panamakanaal. Deze dingen zijn in
vergetelheid geraakt en het tegenwoordige ge
slacht weet er nog maar weinig van. Een ver
gelijking der affaires van heden met het groote
Panama-schandaal, dat de geschiedenis Is van
het ..Menschliche, Allzumenschliche" gaat wel
niet op, maar men kan in dit verband wijzen
op de groote actualiteit van een pas versche
nen boek van een zekeren dr. Bruna Weil
„Panama".
Als goed Duitscher onderzoekt de auteur
alles wat aan het Panama-schandaal los en
vast zit. Als goed Duitscher verdeelt hij zijn
boek in drie „erschöpfende" deelen: de groote
onderneming, het schandaal, de voltooiing. De
plannen van Ferdinand de Lesseps worden
behandeld, dan komen de opsommingen der
millioenen, die in de onderneming werden be
leed. schilderingen van de reusachtige krach,
der onderzoekingen, der bewogen debatten in
het Fransche parlement, der scènes voor het
gerecht, van het ingrijpen van Amerika, van
het vrijsprekende vonnis en ten slotte komt
dan het groote en algemeene zwijgen, dat
over heel den enormen zwendel werd toegedaan.
Voor onze oogen wordt een stichtingsperiode
zichtbaar, die in omvang zonder voorbeeld is
en die wij niet meer kunnen begrijpen, ook wij
niet. die toch Ivar Kreuger beleefden en zagen,
hoe gemakkelijk toch menschen zün te be
driegen, die beweren, de wetten der economie,
van het fatsoen en van wijze voorzichtigheid
te kennen. Terwijl echter bij zulke avontuur
lijke en gewetenlooze ondernemingen tenslotte
alles in rook opgaat, is bij het Panama-schan
daal het werk overgebleven, dat natuurlijk in
hoofdzaak van geheel andere zijde ten einde
werd gevoerd.
Gebleven is het kanaal en het is de waar
heid, dat dit bouwwerk wat de verkeerscijfers
betreft er veel gurutlger voorsltaat dam de
Lesseps het had berekend. De roem, dien Fer
dinand de Lesseps had verworven met het
aanleggen van het Suezkanaal, is ook ver
bonden met het Panamakanaal. Men moet
deze twee reusachtige waterbouwwerken in ver
binding met elkander zien. Dan zal men moe
ten constateeren, dat zij geheel op het conto
moeten worden geschreven van de geweldige
scheppende energie van Ferdinand de Lesseps.
Niemand kan natuurlijk bestrijden, dat de be
grooting van het kanaal verschillende malen
is overschreden en niemand zal beweren, dat
wanneer men al het geld optelt, dat voor het
kanaal is uitgegeven, men kan spreken van
rentabiliteit van 't kanaal in den eigenlijken
zin. Maar het werk staat en zal blijven voort
bestaan als het trotsche monument van men-
schelijk vernuft en werkkracht en als een
getuigenis van werelden omspannend verkeer.
Het Panama-schandaal werd in Frankrijk
voorloopig zóó gelikwideerd, als dat in Frankrijk
pleegt te geschieden, wanneer het nationale
prestige op het spel staat. Wel werden eenige
persoonlijkheden aan den schandpaal gezet
en ook Ferdinand de Lesseps en zijn zoon
Walter werden pijnlijk getroffen. Maar later
eindigde alles met vrijspraak en de Clemen-
ceau van den Panamatijd werd in 1929 onder
de eere-salvo's der Fransche armee ter aarde
besteld.
Achter wat thans in Frankrijk gebeurt en
het wereldgesprek van den dag is, staat niet
het grootsche plan der splitsing van het
Amerlkaansche continent en het scheppen van
een verkeersweg, die duizenden kilometers
bespaart. Thans gaat het om grof bedrog en
het Fransche volk eischt rechtvaardige straf
fen voor allen, die aan de bedriegerijen zich
hebben schuldig gemaakt. Het stelt zich met
recht op het standpunt, dat de groote dieven
evenzeer bestraft dienen te worden als de
kleine en het is van meening, dat het recht
en de staat schade lijden, wanneer men een
jongmensch, dat zich vergrijpt aan de post-
zegelkas of een jong ambtenaar, die een
kleine verduistering pleegt, jaren lang in het
gevang werpt, maar menschen, die millioenen
hebben weggegoocheld uit de zakken hunner
lieve naasten en waarde tijdgenooten, er nog
al schappelijk laat afkomen. Het Fransche
volk weigert om de lieden van Bayonne te be
schouwen als lieden, die aan de algemeene
crisis ten onder zijn gegaan en het denkt er
niet aan avonturiers te verontschuldigen, die
toomeloos graaiden in de spaarduiten der be
scheidener^ des levens.
Overal rijst telkens weer de vraag, hoe het
mogelijk is, dat de Franschman, die toch een
soiled en ijverig spaarder is, altijd weer bij
allerlei avonturen er in loopt. Wij vinden in
het Panamaboek van Weil daarop een voor
treffelijk en treffend antwoord.
„De psychologie der kleine spaarders en ka-
piralistjes, waaraan de Lesseps en zijn ge-
nooten boven alles denken, is in alle landen
een bijzondere wetenschap. Maar wellicht be
staat zij nergens in grooter contrasten dan in
Frankrijk, waar de spaarzaamheid, de drang
naar het behoud van het bestaande, naar op
hooping van vermogen, dat van den vader op
den zoon en den kleinzoon overgaat, spreek
woordelijk is. Onder alle regeeringsvormen is
de grondslag der economie altijd te vinden
geweest bij de kleine bourgeoisie en de boeren.
Daar wordt iedere sou tweemaal omgedraaid.
Over het opverven van een boerderij wordt in
het gezin jarenlang breeduit beraadslaagd. Het
aanschaffen van een nieuwe machine gebeurt
slechts na allemaarstigst overleg. De ver
nieuwing van een slaapkamer wordt van jaar
tot jaar verschoven. Maar wanneer dan plot
seling de agenten verschijnen van de een of
andere financieele onderneming, die wil gaan
werken in Turkije of ver weg in Afrika of
Azië, wanneer er kans is op een hoogere rente
inplaats van de solide drie of vier percent,
wanneer met gloeiende woorden het project
van een kopermijn of van een groot kanaal of
van nieuwe spoorwegen in Hondoeras of het
opgraven van verborgen schatten wordt ge
schilderd, dan worden die „kleine luyden" wild,
dan slaat plots de stemming van gereserveerd
heid. van schrielheid en sparen in het tegen
deel om. Dan overwint de fantasie van den
Galliër over de nuchterheid van den Romein,
eigenschappen, die in het Fransche volk con
trasteeren. En dit rijke, verstandige en zoo
goed huishouden kunnende volk opent wijd de
handen, om het resultaat van den arbeid van
generaties vlijtige menschen te doen vlieden
naar Rusland of naar Egypte, naar Panama
of de hemel weet waarheen nog meer
Heel goed gezegd. Trouwens met variaties
toe te passen ook op andere landen, niet het
minst op de ,.pays bas" aan de zee.
allium
De dollar "baadde in het goud,
De waarde was zijn kracht.
i En dit gaf aan Amerika
Die uitgebreide macht.
Toen.... het verloog van deze munt
Is toch wel heel gewoon
En doet je denken aan 't verhaal
Van den verloren zoon.
Hij raakte in gezelschap van
1 Inflatie-vrienden en
Werd luid geprezen en gevleid,
1 Doch wie dat deed was „men".
1 Hij maakte zich los van het goud
En raakte aan den zwier.
Men sprak al vlug niet meer van
I goud,
Maar dollars van papier!
1 Doch eenmaal zonder gouden kern
En stuurloos, viel hij diep,
Zoodat hij overal ter beurs
Een waren chaos schiep.
Toen kwam 't berouw, hij keerde
I t'rug
I Waar 't ouderlijke huis
En vroeg weer om zijn plaatsje in
I De goud gevulde kluis.
Haar toch brengt zijn losbandigheid
I Een droevig incident:
I Vermagerd is hij van een riks
Tot honderd vijftig cent....
MARTIN BERDEN
'Nadruk verboden)
SiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiniiË
ZIEKENHUIS EN PENSION
Broeders ..SI JOANNES DE DEO"
Opname van mannelijke patiënten
van alle gezindten en leeftijd.
Volgens een bericht van de „East Africa" zal
de koffieproductie van de suikerplantages in de
Zuidelijke Hooglanden, die over 1933 ruim 24
ton bedroeg, in 1934 zeker tot het tienvoudige
stijgen. Voor 1935 kan er zelfs op een opbrengst
van 500 ton worden gerekend.
BOOTZ
Dezer dagen werd te Lissabon het eerste Na
tionaal Congres gehouden ter bevordering van
de missieactie onder de Portugeezen.
De openingsplechtigheid vond plaats in de
kerk der HH. Martelaren en werd verricht door
Kardinaal Emanuele Cerejaira, Patriarch van
Lissabon. Het congres werd gesteld onder de
bijzondere bescherming van de H. Theresia van
het Kindje Jezus en was georganiseerd door het
Genootschap tot Voortplanting des Geloofs.
De beroemde race-auto, waarmede sir Henry
Segrave het wereldrecord vestigde, en die „de
goudep pijl" heet, staat thans verlaten en vuil
in een Londensche garage, en is voor iederen
prijs te bekomen.
Illllillllllllllllllllll!lllll|
iiiiiiiniiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiuiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiinmiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiuiiiiiHiiiiiiiiiiiiii^
Het is nu eenmaal een feit dat iemand die
zich goed weet vóór te doen, wat men
noemt: vooruit komt in de wereld. Leslie
Wickham nu, had behalve een knap gezicht en
beschaafde manieren, ook een geslepen «tel her
sens, zoodat het niet te verwonderen was dat
hij, na volkomen aan lager wal te zijn geraakt,
zijn nieuwe carrière enkel en alleen gebaseerd
had op zijn uiterlijk.
Met een gerust hart teekende hij dan ook in
het gastenboek van het Imperial-hotel met den
naam James Bulton uit Philadelphia, grootste
aandeelhouder in verscheidene spoonvegtrusts
en eigenaar van een fabriek van landbouwwerk
tuigen. Nadat de hotel-portier den naam ge
lezen had, boog hij driemaal zoo diep. Het Im-
perial-hotel was zeer chic en zeer duur, en Ame
rlkaansche millionnairs worden zeldzaam op het
vasteland.
Het was dus James Bulton, die zich m het
Imperial-hotel installeerde. Ongelukkig beschikte
de jonge millionnair niet over zooveel oom,anten
als met zijn staat overeen kwam, zoodat hij al
spoedig van allerlei kocht met zijn duren naam
als waarborg. Niemand kreeg daardoor eenigen
argwaan. Integendeel, men eerde James Bulton
op de kostbare wijze, waaroD men millionnairs
pleegt te onthalen en het gevolg was dat de
knappe jongeman zich in een minimum van tijd
omringd zag van een schare vrienden en be
wonderaars, die hem schijnbaar uit pure ge
negenheid het leven zoo aangenaam mogelijk
wilden maken.
Dit voortreffelijke leven was ongeveer een
week aan den gang, toen er een kleine, gedron
gen man verscheen die naar meneer James Bul
ton vroeg.
Met eenige geringschatting keek de portier
naar 'smans slordige kleeding, naar ziin baard
van drie dagen en zijn afgetrapte schoenen.
„Wien moet ik aandienen?" vroeg hij dan.
De korte man. die het leven als een grap
scheen op te vatten, grinnikte.
„Nou, voor mijn part zeg je dat Smith uit
Chicafo er Is."
De portier begaf zich naar Bulton's aparte-
menten zonder te kunnen verhinderen dat de
bezoeker hem op den voet volgde. Zoodra de
heer Bulton zich vertoonde, schoof Smith uit
Chicago den portier op zij en begroette den mil
lionnair allerhartelijkst.
„Hallo, ouwe jongen," lachte hij. „Hoe maak
je het? Reuze verrast je op het continent aan
te treffen, want ik heb je juist noodig voor een
zaakje."
De millionnair toonde begrijpelijk! geen
teekenen van herkenning.
„Ik geloof pietbegon hij, maar Smith
viel hem dadelijk in de rede.
„Je geheugen weer een beetje van streek?
Nou, dat kan geen kwaad hoor. Maar je her
innert je toch wel je vriend Joe Smith, met
wien je twee jaar geleden in Chicago de ploeg-
jjzerfabriek „Simeon" hebt opgericht?"
De millionnair begon het raadzaam te achten
zich het een en ander te gaan herinneren.
„O," zei hij, „Smith? Ja, nu ben ik er. Hoe
gaat het, beste kerel?"
Het bleek den heer Smith uitstekend te gaan.
Alleen was hij bezig om een groote order te
plaatsen en daarvoor had hij de hulp van Bul
ton noodig. Het ging er om den fabrikant Ho
ward in te palmen en het eenige succesvolle
aanknoopingspunt zou zijn de dertig-jarige
slecht gehumeurde en loenschende Miss Amelie
Howard te vermurwen.
„En dat moet jij voor me opknappen," be
sloot de heer Smith. „Jij hebt er je uiterlijk
voor."
Leslie Wickham voelde dat hij in een vreemd
soortig avontuur rolde, dat allerminst ongevaar
lijk was.
„Maar wat moet ik dan doen?" vroeg hij hul
peloos.
„In één woord gezegd," antwoordde Smith,
„Je zorgt er voor dat je goede vrienden wordt
met Amelie, je neemt haar mee naar partijtjes,
je introduceert haar bij allerlei deftige lui en
je bemoeit je met geen enkele andere jonge
dame."
Doortastend als hij was, had Smith de zaak
al heel spoedig aan het rollen gebracht. De
jonge millionnair kreeg geen kans om tegen te
stribbelen en schikte zich gelaten in zijn lot.
Hij verliet al zijn vroolijke vrienden en raakte
ZE 6AA/VE/FAL VATi O0O&,
DJE L UMtfELN f JA, L OOPfjAA Q
WA)
1 TJE
\ZUii
WAT zou ju, OESJOCHT zoon
TJE VAM EEU fJHE£Pï>KO/J? WE
ZUiLEri JE WET EtOXEó TEEZEH I
DAAR *TUU JE 0&AAM EOORJ!
op goeden voet met Miss Amelie. De heer
Howard ontving hem en Smith gaarne, toen hij
ontdekt had dat de knappe millionnair zich
voor zijn dochter scheen te interesseeren. Hij
deelde het gewoonlijk dan zóó in, dat hij en
Smith onder het genot van een fijne sigaar
over alles en nog wat babbelden, terwijl Bulton
geheel aan de genade van Amelie overgeleverd
was. Nu eens moest hij haar op de piano bege
leiden, dan weer een wandeling maken. Rooken
vond Miss Amelie afschuwelijk en ze dronk al
leen maar thee met het gevolg dat Bulton het
zelfde moest doen. Had de jongedame een
slechte bui, dan moest de jongeman het ont
gelden, zoodat hij
bijna geen raad z
Smith hoe ver
Smith had het
onderwerp: zaken nog niet durven aanroeren.
„Alles moet geleidelijk gaan," zei hij. „Draag
je leed geduldig. Je weet dat het voor een goed
doel is."
„Meneer James!" klonk de scherpe stem van
Amelie.
De millionnair verschoot van kleur.
„Ja, ja, ik kom al," antwoordde hij haastig.
Het spelletje begon op zijn zenuwen te werken.
Hij at slecht, sliep onrustig en verlangde
hevig naar een oogenblik vrede. Miss Amelie
verstond uitstekend de kunst om iemand dol en
zenuwziek te maken.
Tenslotte gaf de jongeman het op.
„Smith," zei hij gebroken. „Dat is zoo geen
leven. Ik scheid er mee uit. 't Kan kosten wat
het wil."
„Je ziet er slecht uit," merkte de kleine
rpan op.
„Dat weet ik, maar ik ga er een eind aan
maken. Je denkt natuurlijk dat ik de million
nair Bulton ben, hè, maar dan vergis je je. Ik
ben heel eenvoudig de oplichter Leslie Wick
ham. Ik heb je vroeger nooit gekend en alles
wat ik deed, was slechts comedie. Ik hoop dat
je me nu zult laten arresteeren, want ik ver
lang naar de rust van een cel."
Smith grinnikte.
„Wel, mijn zoon," zei hij vroolijk, „je had
dat alles niet behoeven te zeggen. Dat je Leslie
Wickham bent, wist ik niet, maar het was me
wel duidelijk, dat je een oplichter was. De
kwestie is, zie je, dat ik zelf James Bulton uit
Philadelphia ben. Toen ik je naam mijn
naam in het hotelregister ontdekte, was ik
van plan je de deur uit te gooien, maar toen
ik zag dat je een knap gezicht had, heb ik je
maar geëxploiteerd voor mijn zaken met Ho
ward. Ik kan je feliciteeren. Juist gisteren is het
contract geteekend. Je hebt er goed je best voor
gedaan en ik voel er niets voor om je te laten
arresteeren. Pak je boeltje en verdwijn. En mijn
dank voor je correcte medewerking."
Een der meest bloeiende vereenigingen in En
geland is de C.J.M.S., de Katholieke Jonge
Mannenvereeniging. Buiten enkele andere clubs
en organisaties oefent deze Jonge Mannenveree
niging een grooten invloed uit op de geheele
jeugd, zoowel katholiek als niet-katholiek.
Volgens de jongste statistieken was het aan
tal leden op het einde van het vorige jaar tot
23.679 gestegen, die verdeeld zijn over 72 af-
deelingen.
Na het Algemeen Congres, dat met Paschen
van het vorige jaar in Birmingham werd ge
houden, zijn 25 nieuwe af deelingen opgericht.
Iedere afdeeling staat onder toezicht van een
Diocesanen Raad. Van de verschillende dioce
sen telt het bisdom Liverpool het grootste aan
tal leden (9765).
In Schotland zijn 67 afdeelingen. In dit land
is zij met de Schotsche Katholieke Verkenners
de grootste Katholieke Jeugdbeweging.
UNILEVER VERKOOP CENTRALE N.V. ROTTERDAM
de beenen of beide oogen i
/7C/J bil een ongeval met 9C/I bi) verlies van een hand 9C oij verlies van een f Cf) bij een breuk van f Afï_
T I DU»m doodeiyken afloop f ZOU»' een voet of een oog# duim of wijsvinger »#(/.-been of arm I tri/."
by verlies van 'n
anderen vinger
ROMAN VAN
CiunHiiJii!iiiiiii'iuiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniMHt"*>ni*u"l>u>ull,,smHI>u'3
69.
(Korte Inhoud -an het voorafgaande: Kemn
een Engelschman uit Kent wMkt met Carlos
Rlego uit naar Jamaica geholpen door den
verloofde van ziin zuster Veronica Ralpn
Rooksby. Hier komt hü in kennis met den
rechter O'Brien en met Don Ramon, die
Kemo willen overhalen dienst te nemen bit
zeeroovers die Rio Medio als basis hebben
Kemp vlucht, maar wordt later weer door
de zeeroovers gevangen eenomen en naar
Blo Medio gebracht waar bl1 eastvrU
ontvangen wordt door Don Balthasar
Hier leidt men hem aan net sterfbed van
Carlos Het gepeupel eischt de uitlevering
van Kemp en doet als Carlos luist gestor
ven is een aanval op bet huls. waarbit Don
Balthasar door een kogel wordt getroffen
en stervend Ineen zakt Als tildens de be-
grafentsplechtigheden de aandacht afgeleid
i vlucht Kemp met Don Balthasar's doch
ter Beraflna en wordt opgenomen op het En-
gel8Che schip „Llon." De Engelsche koop
vaarder wordt echter achtervolgd en Kemp
ln handen van O'Brien. Deze Icorat om door
Kemp aan land gaat. valt bil echter weer
verlaat met Seraflna en Castro ttldeUlk het
de handen van een slulpmoorde-.aar en Kemp
wordt van verschillende misdrilven beschul
digd. weggevoerd met een Engelsch oorlogs
schip).
De procureur-generaal liet zijn stemhooren.
„Ga verder, Mr. Sadler," zei hij. „Laat ons
de rest van het complot hooren."
Een der juryleden begon plotseling luid te
lachen maar kwam beschaamd, schielijk tot?
bedaren.
Sadler ging verder met de oude geschiedenis.
„Ik zag alles voor me, terwijl hij sprak:
alleen was nu de magere, gele Nichols, met
zün glimmend gezicht aan 't kauwen en zijn
broek aan 't ophalen, in plaats van mijn Tomas
met zün dikke vloeken en verontwaardigde ge
baren. En ook kwam voor den dag Nichols'
doellooze wreedheid."
„Hij had twee pistolen, die hij elk tweemaar
afvuurde, terwijl wij op zijn bevel de lijzeilen
heschen om met den schoener gelijk te hlijven.
Tweemaal vuurde hij op de bemanning.
Een der getroffenen is later aan de wonden
gestorven.
Later was er een ander schip, een Ameri-
kaansch, op de open zee zichtbaar geworden en
de kapers waren daar toen jacht op gaan
maken....
Hij was aan het einde gekomen van zijn ver
klaring en lord Stowell maakte een Beweging
met een van zijn oude handen. Het was alsof op
zijn lessenaar een grijze hagedis verschoof, een
weinig in mijn richting.
„Nu, gevangene," zei hij.
Ik haalde diep adem.
Een minuut lang dacht ik, dat er ten slotte
nog eenigszins van eerlijk spel sprake was,
daar ik een fatsoenlijk, blond, blauwoogig man
voor mij had. Hij keek mij scherp aan; ik
scherp naar hem.
Ik zeide: „U wilt niet zweren, dat ik die
man benNichola el Escoces?"
Hij keek mij nadenkend in mijn oogen; het
was een duel tusschen ons beiden.
„Zweren niet," zeide hij. „U hadt uw ge
zicht zwart gemaakt en droeg geen baard."
Een zachte haargroei was gedurende mijn ge
vangenschap mijn wangen komen bedekken.
Ik wreef er met mijn hand langs en dacht,
dat hij al begonnen was bloed af te tappen.
„Ge moet niet zeggen: „U," zeide ik.
„Ik zweer dat ik het niet geweest ben. Sprak
hij als ik?"
„Dat kan ik niet zeggen," antwoordde
Sadler, nu eens op den eenen voet en dan op
den andere rustend.
„Had hij oogen als ik en zooo'n neus, zoo'n
mond?"
„Kan ik niet zeggen," antwoordde hij weer.
„Zijn gezicht was zwart gemaakt."
.Sprak hij niet erg door den neus op
Nieuw-Schotlandsche-manier?"
„Ja, dat deed hij," gaf Sadler langzaam toe.
„Maar dat kan Iedereen doen als hij Wil. Het
Is net zoo gemakkelijk als....
Naast mii fluisterde de cipier: „Snoer hem
den mond; 't wordt tijd."
Ik zeide: „Was het niet een veel ouder man?
Zag hij er niet uit tusschen de veertig en de
vijftig?"
Hoe ziet U er dan uit?" vroeg de stuur
man.
„Ik hen vier en twintig," antwoordde ik.
„Ik kan het u bewijzen."
„Nu, u lijkt veertig, of ouder" antwoordde
hij onverschillig. „En hij ook."
Zijn koele, onverschillige toon overstelpte me
als een Slag van een geweldige golf: zoo vol
komen werd het mii duidelijk dat ik alle ken-
teekenen van jeugd had afgelegd. Het was, of
er iets werd toegevoegd aan de ontzaglijke
massa water tusschen mü en Serapmna; een
groot, groot aantal jaren.
Plotseling drong zich de overtuiging aan mij
op, dat de heele zaak, het lange, moeizame
verhoor, de verklaringen der getuigen, de
schijn van eerlijk spel, gedreven werd in een
geest van spotternij, als bloote formaliteit; dat
de rechtër en de adjuncten hoegenaamd geen
belang in het geding stelden. Het was een
vooraf geveld vonnis.
Ik was als verdoofd. De een na den ander
kwam tegen mij getuigen. Ik verweerde mü zoo
goed ik kon, maar ik zag, dat ik niet vorderde.
„Het getuigenverhoor is gesloten, edelacht
bare heeren," en door heel de zaal ontstond
een geroezemoes van stemmen.
De oude lord Stowell tegenover mij beefde
'n beetje, keek naar het venster, en zeide:
„Beschuldigde, onze procesvorm staat toe.
dat ge, als ge nog iets wenscht te zeggen, nu
de jury toespreekt. Als u een advocaat zoudt
hebben, zou die daarna kunnen pleiten en uw
getuigen, zoo ge die hebt. ondervragen
Het werd langzaam heel donker in de zaal.
Ik begon mijn geschiedenis te vertellen; het
was alles zoo eenvoudig, zoo duidelijk, ik zag
alles daar voor me.... en toch wist ik, dat *t
nutteloos was.
Ik herinnerde mij in mijn cel mezelf te
hebben voorgehouden, dat ik kalm moest zijn;
heel klaar en helder in het begin.
„Op dien en dien dag landde ik te Kingston,
om volontair te worden op de plantage van
mijn zwager, Sir Ralph Rooksby van Horton
Priory in Kent."
Ik was heel koel; ik was helder....
Naderhand werden de kaarsen aangestoken
op den lessenaar der rechters en het hof kreeg
een heel ander aanzien. Overal waren diepe
schaduwen; en het verlichte gezicht van lord
Stowell leek norscher, minder vriendelijk, ouder
en minder vatbaar voor een straaltje sym
pathie.
Beneden leunden de bij het geding betrokken
advocaten met gevouwen armen achterover met
de houding van mannen, die bij het omhakken
van een zwaren boom even rusten. De advoca
ten, die enkel als toehoorders aanwezig waren,
keken mij van tijd tot tijd aan,
Intusschen vertelde ik mijn levensgeschiede
nis, hoe ik tegen wil en dank in aanraking
was gekomen met zeeroovers, maar dat was
toch geen kwaad.
„Sommigen van u hebben in betrekking ge
staan met falsarissen, maar dat maakt u toch
geen falsaris?"
Ik geraakte in vuur en vond de woorden.
Ik vertelde de geschiedenis voor dat jonge
meisje voor me.
Eensklaps zag ik tusschen het hoofd van een
ouden man met een ontzaglijken neus en een
dikke dame met een bruinen mantel, het bleeke
gezicht van mijn vader doorgluren. Hij glim
lachte even, knikte verscheidene malen met het
hoofd, knipperde met de oogen en wuifde mij
heimelijk toe.
Het maakte mij verstrooid, bracht mij uit het
evenwicht; mijn kalmte was heen. Het was
alsof er iets gebroken was. Van daarna her
inner ik mij maar heel weinig. Het is best
mogelijk, dat ik „De Gevangene van Chillon"
heb opgezegd, omdat mijn vader mij er juist
aan deed denken.
Ik scheen weer terug te zijn op Cuba.
Beneden mij waren de advocaten druk aan
het praten.
De officier van justitie haalde een donker
bruinen zakdoek voor den dag en spreidde hem
langzaam uit om zijn neus te snuiten. Een wolk
van West-Indische reukwerken steeg er zoet en
warm uit op. Het laatst had mij die geur ge
troffen in Rio Medio en de gewaarwording was
zoo sterk, dat Ui mij niet meer herinnerde,
waar ik was.
De kaarsen wierpen een geel schijnsel op den
lessenaar van de rechters; maar het leek mij
de lichtgloed in de cel, waar.ik Nichola en
Salazar had zien schermen. Ik dacht weer
terug te zijn op Cuba.
De menschen in de rechtszaal verdwenen in
de dieper wordende schaduwen. Bij tijden kon
ik niet spreken. Maar telkens trachtte ik wat
'verder te gaan.
Wordt vervolgd.