HET PANAMA-SCHANDAAL <1 F 77.645, Jid mftaal mn den dag 'J I GRATIS ONGEVALLEN-VERZEKERING HONIG'S VERMICELUSOEP 6 borden voor 15 ets. HET KAPERSNEST De arbeid van de Lesseps DE VERLOREN ZOON* DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK SSiT Z \Een k JOSEPH CONRAD ZATERDAG 3 FEBRUARI Een pas verschenen boek van dr. Bruna Weil over „Panama" staat thans in het mid delpunt der belang stelling De psychologie der kleine spaarders UTRECHT Koffie in voormalig Duitsch Oost-Afrika "MAN KIJK NIET ZOO SIP! DRINK LIEVER EEN TIP!" Een missie-congres te Lissabon De Gouden Pijl" te koop I INGEVOLGE de voor onze ABONNÉ'S geldende 1 KEERDEN WIJ UIT AAN ONZE ABONNÉ'S J. Roskam, Alkmaar P. Appel, Oudcarspal B. Ferner, Alkmaar H. J. Smif, Amsterdam f 50.- f205.- f 20.- f 25- I WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN I AAN ONZE VERZEKERDE ABONNÉ'S IS UITGEKEERD DIRECTIE VEREEN. KATHOLIEKE PERS de zaken gevor- i van Zakendoen l derd waren, doch Kath. vereenigingen in Engeland Alle abonnes ongevallen verzekerd voor een der vofgende ultkeeringen f3000. verlies van beide armen, ^>eid AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Er zijn in de laatste weken weer booze dingen in Frankrijk gebeurd en de Franschen, vooral de kleine spaarders, zijn heel ontstemd. Het woord Panama duikt overal weer op en wekt met recht ontstem ming en ergernis van den midden-Amerikaan- schen staat Panama, die namelijk niets heeft uit te staan met de gebeurtenissen, die men als complex met het woord Panama aanduidt en kenschetst. Wat om het woord Panama wordt gegroepeerd, is de ineenstorting der Pa- namamaatschappij, die in de jaren 7080 van de vorige eeuw begonnen was met den bouw van het Panamakanaal. Deze dingen zijn in vergetelheid geraakt en het tegenwoordige ge slacht weet er nog maar weinig van. Een ver gelijking der affaires van heden met het groote Panama-schandaal, dat de geschiedenis Is van het ..Menschliche, Allzumenschliche" gaat wel niet op, maar men kan in dit verband wijzen op de groote actualiteit van een pas versche nen boek van een zekeren dr. Bruna Weil „Panama". Als goed Duitscher onderzoekt de auteur alles wat aan het Panama-schandaal los en vast zit. Als goed Duitscher verdeelt hij zijn boek in drie „erschöpfende" deelen: de groote onderneming, het schandaal, de voltooiing. De plannen van Ferdinand de Lesseps worden behandeld, dan komen de opsommingen der millioenen, die in de onderneming werden be leed. schilderingen van de reusachtige krach, der onderzoekingen, der bewogen debatten in het Fransche parlement, der scènes voor het gerecht, van het ingrijpen van Amerika, van het vrijsprekende vonnis en ten slotte komt dan het groote en algemeene zwijgen, dat over heel den enormen zwendel werd toegedaan. Voor onze oogen wordt een stichtingsperiode zichtbaar, die in omvang zonder voorbeeld is en die wij niet meer kunnen begrijpen, ook wij niet. die toch Ivar Kreuger beleefden en zagen, hoe gemakkelijk toch menschen zün te be driegen, die beweren, de wetten der economie, van het fatsoen en van wijze voorzichtigheid te kennen. Terwijl echter bij zulke avontuur lijke en gewetenlooze ondernemingen tenslotte alles in rook opgaat, is bij het Panama-schan daal het werk overgebleven, dat natuurlijk in hoofdzaak van geheel andere zijde ten einde werd gevoerd. Gebleven is het kanaal en het is de waar heid, dat dit bouwwerk wat de verkeerscijfers betreft er veel gurutlger voorsltaat dam de Lesseps het had berekend. De roem, dien Fer dinand de Lesseps had verworven met het aanleggen van het Suezkanaal, is ook ver bonden met het Panamakanaal. Men moet deze twee reusachtige waterbouwwerken in ver binding met elkander zien. Dan zal men moe ten constateeren, dat zij geheel op het conto moeten worden geschreven van de geweldige scheppende energie van Ferdinand de Lesseps. Niemand kan natuurlijk bestrijden, dat de be grooting van het kanaal verschillende malen is overschreden en niemand zal beweren, dat wanneer men al het geld optelt, dat voor het kanaal is uitgegeven, men kan spreken van rentabiliteit van 't kanaal in den eigenlijken zin. Maar het werk staat en zal blijven voort bestaan als het trotsche monument van men- schelijk vernuft en werkkracht en als een getuigenis van werelden omspannend verkeer. Het Panama-schandaal werd in Frankrijk voorloopig zóó gelikwideerd, als dat in Frankrijk pleegt te geschieden, wanneer het nationale prestige op het spel staat. Wel werden eenige persoonlijkheden aan den schandpaal gezet en ook Ferdinand de Lesseps en zijn zoon Walter werden pijnlijk getroffen. Maar later eindigde alles met vrijspraak en de Clemen- ceau van den Panamatijd werd in 1929 onder de eere-salvo's der Fransche armee ter aarde besteld. Achter wat thans in Frankrijk gebeurt en het wereldgesprek van den dag is, staat niet het grootsche plan der splitsing van het Amerlkaansche continent en het scheppen van een verkeersweg, die duizenden kilometers bespaart. Thans gaat het om grof bedrog en het Fransche volk eischt rechtvaardige straf fen voor allen, die aan de bedriegerijen zich hebben schuldig gemaakt. Het stelt zich met recht op het standpunt, dat de groote dieven evenzeer bestraft dienen te worden als de kleine en het is van meening, dat het recht en de staat schade lijden, wanneer men een jongmensch, dat zich vergrijpt aan de post- zegelkas of een jong ambtenaar, die een kleine verduistering pleegt, jaren lang in het gevang werpt, maar menschen, die millioenen hebben weggegoocheld uit de zakken hunner lieve naasten en waarde tijdgenooten, er nog al schappelijk laat afkomen. Het Fransche volk weigert om de lieden van Bayonne te be schouwen als lieden, die aan de algemeene crisis ten onder zijn gegaan en het denkt er niet aan avonturiers te verontschuldigen, die toomeloos graaiden in de spaarduiten der be scheidener^ des levens. Overal rijst telkens weer de vraag, hoe het mogelijk is, dat de Franschman, die toch een soiled en ijverig spaarder is, altijd weer bij allerlei avonturen er in loopt. Wij vinden in het Panamaboek van Weil daarop een voor treffelijk en treffend antwoord. „De psychologie der kleine spaarders en ka- piralistjes, waaraan de Lesseps en zijn ge- nooten boven alles denken, is in alle landen een bijzondere wetenschap. Maar wellicht be staat zij nergens in grooter contrasten dan in Frankrijk, waar de spaarzaamheid, de drang naar het behoud van het bestaande, naar op hooping van vermogen, dat van den vader op den zoon en den kleinzoon overgaat, spreek woordelijk is. Onder alle regeeringsvormen is de grondslag der economie altijd te vinden geweest bij de kleine bourgeoisie en de boeren. Daar wordt iedere sou tweemaal omgedraaid. Over het opverven van een boerderij wordt in het gezin jarenlang breeduit beraadslaagd. Het aanschaffen van een nieuwe machine gebeurt slechts na allemaarstigst overleg. De ver nieuwing van een slaapkamer wordt van jaar tot jaar verschoven. Maar wanneer dan plot seling de agenten verschijnen van de een of andere financieele onderneming, die wil gaan werken in Turkije of ver weg in Afrika of Azië, wanneer er kans is op een hoogere rente inplaats van de solide drie of vier percent, wanneer met gloeiende woorden het project van een kopermijn of van een groot kanaal of van nieuwe spoorwegen in Hondoeras of het opgraven van verborgen schatten wordt ge schilderd, dan worden die „kleine luyden" wild, dan slaat plots de stemming van gereserveerd heid. van schrielheid en sparen in het tegen deel om. Dan overwint de fantasie van den Galliër over de nuchterheid van den Romein, eigenschappen, die in het Fransche volk con trasteeren. En dit rijke, verstandige en zoo goed huishouden kunnende volk opent wijd de handen, om het resultaat van den arbeid van generaties vlijtige menschen te doen vlieden naar Rusland of naar Egypte, naar Panama of de hemel weet waarheen nog meer Heel goed gezegd. Trouwens met variaties toe te passen ook op andere landen, niet het minst op de ,.pays bas" aan de zee. allium De dollar "baadde in het goud, De waarde was zijn kracht. i En dit gaf aan Amerika Die uitgebreide macht. Toen.... het verloog van deze munt Is toch wel heel gewoon En doet je denken aan 't verhaal Van den verloren zoon. Hij raakte in gezelschap van 1 Inflatie-vrienden en Werd luid geprezen en gevleid, 1 Doch wie dat deed was „men". 1 Hij maakte zich los van het goud En raakte aan den zwier. Men sprak al vlug niet meer van I goud, Maar dollars van papier! 1 Doch eenmaal zonder gouden kern En stuurloos, viel hij diep, Zoodat hij overal ter beurs Een waren chaos schiep. Toen kwam 't berouw, hij keerde I t'rug I Waar 't ouderlijke huis En vroeg weer om zijn plaatsje in I De goud gevulde kluis. Haar toch brengt zijn losbandigheid I Een droevig incident: I Vermagerd is hij van een riks Tot honderd vijftig cent.... MARTIN BERDEN 'Nadruk verboden) SiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiniiË ZIEKENHUIS EN PENSION Broeders ..SI JOANNES DE DEO" Opname van mannelijke patiënten van alle gezindten en leeftijd. Volgens een bericht van de „East Africa" zal de koffieproductie van de suikerplantages in de Zuidelijke Hooglanden, die over 1933 ruim 24 ton bedroeg, in 1934 zeker tot het tienvoudige stijgen. Voor 1935 kan er zelfs op een opbrengst van 500 ton worden gerekend. BOOTZ Dezer dagen werd te Lissabon het eerste Na tionaal Congres gehouden ter bevordering van de missieactie onder de Portugeezen. De openingsplechtigheid vond plaats in de kerk der HH. Martelaren en werd verricht door Kardinaal Emanuele Cerejaira, Patriarch van Lissabon. Het congres werd gesteld onder de bijzondere bescherming van de H. Theresia van het Kindje Jezus en was georganiseerd door het Genootschap tot Voortplanting des Geloofs. De beroemde race-auto, waarmede sir Henry Segrave het wereldrecord vestigde, en die „de goudep pijl" heet, staat thans verlaten en vuil in een Londensche garage, en is voor iederen prijs te bekomen. Illllillllllllllllllllll!lllll| iiiiiiiniiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiuiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiinmiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiuiiiiiHiiiiiiiiiiiiii^ Het is nu eenmaal een feit dat iemand die zich goed weet vóór te doen, wat men noemt: vooruit komt in de wereld. Leslie Wickham nu, had behalve een knap gezicht en beschaafde manieren, ook een geslepen «tel her sens, zoodat het niet te verwonderen was dat hij, na volkomen aan lager wal te zijn geraakt, zijn nieuwe carrière enkel en alleen gebaseerd had op zijn uiterlijk. Met een gerust hart teekende hij dan ook in het gastenboek van het Imperial-hotel met den naam James Bulton uit Philadelphia, grootste aandeelhouder in verscheidene spoonvegtrusts en eigenaar van een fabriek van landbouwwerk tuigen. Nadat de hotel-portier den naam ge lezen had, boog hij driemaal zoo diep. Het Im- perial-hotel was zeer chic en zeer duur, en Ame rlkaansche millionnairs worden zeldzaam op het vasteland. Het was dus James Bulton, die zich m het Imperial-hotel installeerde. Ongelukkig beschikte de jonge millionnair niet over zooveel oom,anten als met zijn staat overeen kwam, zoodat hij al spoedig van allerlei kocht met zijn duren naam als waarborg. Niemand kreeg daardoor eenigen argwaan. Integendeel, men eerde James Bulton op de kostbare wijze, waaroD men millionnairs pleegt te onthalen en het gevolg was dat de knappe jongeman zich in een minimum van tijd omringd zag van een schare vrienden en be wonderaars, die hem schijnbaar uit pure ge negenheid het leven zoo aangenaam mogelijk wilden maken. Dit voortreffelijke leven was ongeveer een week aan den gang, toen er een kleine, gedron gen man verscheen die naar meneer James Bul ton vroeg. Met eenige geringschatting keek de portier naar 'smans slordige kleeding, naar ziin baard van drie dagen en zijn afgetrapte schoenen. „Wien moet ik aandienen?" vroeg hij dan. De korte man. die het leven als een grap scheen op te vatten, grinnikte. „Nou, voor mijn part zeg je dat Smith uit Chicafo er Is." De portier begaf zich naar Bulton's aparte- menten zonder te kunnen verhinderen dat de bezoeker hem op den voet volgde. Zoodra de heer Bulton zich vertoonde, schoof Smith uit Chicago den portier op zij en begroette den mil lionnair allerhartelijkst. „Hallo, ouwe jongen," lachte hij. „Hoe maak je het? Reuze verrast je op het continent aan te treffen, want ik heb je juist noodig voor een zaakje." De millionnair toonde begrijpelijk! geen teekenen van herkenning. „Ik geloof pietbegon hij, maar Smith viel hem dadelijk in de rede. „Je geheugen weer een beetje van streek? Nou, dat kan geen kwaad hoor. Maar je her innert je toch wel je vriend Joe Smith, met wien je twee jaar geleden in Chicago de ploeg- jjzerfabriek „Simeon" hebt opgericht?" De millionnair begon het raadzaam te achten zich het een en ander te gaan herinneren. „O," zei hij, „Smith? Ja, nu ben ik er. Hoe gaat het, beste kerel?" Het bleek den heer Smith uitstekend te gaan. Alleen was hij bezig om een groote order te plaatsen en daarvoor had hij de hulp van Bul ton noodig. Het ging er om den fabrikant Ho ward in te palmen en het eenige succesvolle aanknoopingspunt zou zijn de dertig-jarige slecht gehumeurde en loenschende Miss Amelie Howard te vermurwen. „En dat moet jij voor me opknappen," be sloot de heer Smith. „Jij hebt er je uiterlijk voor." Leslie Wickham voelde dat hij in een vreemd soortig avontuur rolde, dat allerminst ongevaar lijk was. „Maar wat moet ik dan doen?" vroeg hij hul peloos. „In één woord gezegd," antwoordde Smith, „Je zorgt er voor dat je goede vrienden wordt met Amelie, je neemt haar mee naar partijtjes, je introduceert haar bij allerlei deftige lui en je bemoeit je met geen enkele andere jonge dame." Doortastend als hij was, had Smith de zaak al heel spoedig aan het rollen gebracht. De jonge millionnair kreeg geen kans om tegen te stribbelen en schikte zich gelaten in zijn lot. Hij verliet al zijn vroolijke vrienden en raakte ZE 6AA/VE/FAL VATi O0O&, DJE L UMtfELN f JA, L OOPfjAA Q WA) 1 TJE \ZUii WAT zou ju, OESJOCHT zoon TJE VAM EEU fJHE£Pï>KO/J? WE ZUiLEri JE WET EtOXEó TEEZEH I DAAR *TUU JE 0&AAM EOORJ! op goeden voet met Miss Amelie. De heer Howard ontving hem en Smith gaarne, toen hij ontdekt had dat de knappe millionnair zich voor zijn dochter scheen te interesseeren. Hij deelde het gewoonlijk dan zóó in, dat hij en Smith onder het genot van een fijne sigaar over alles en nog wat babbelden, terwijl Bulton geheel aan de genade van Amelie overgeleverd was. Nu eens moest hij haar op de piano bege leiden, dan weer een wandeling maken. Rooken vond Miss Amelie afschuwelijk en ze dronk al leen maar thee met het gevolg dat Bulton het zelfde moest doen. Had de jongedame een slechte bui, dan moest de jongeman het ont gelden, zoodat hij bijna geen raad z Smith hoe ver Smith had het onderwerp: zaken nog niet durven aanroeren. „Alles moet geleidelijk gaan," zei hij. „Draag je leed geduldig. Je weet dat het voor een goed doel is." „Meneer James!" klonk de scherpe stem van Amelie. De millionnair verschoot van kleur. „Ja, ja, ik kom al," antwoordde hij haastig. Het spelletje begon op zijn zenuwen te werken. Hij at slecht, sliep onrustig en verlangde hevig naar een oogenblik vrede. Miss Amelie verstond uitstekend de kunst om iemand dol en zenuwziek te maken. Tenslotte gaf de jongeman het op. „Smith," zei hij gebroken. „Dat is zoo geen leven. Ik scheid er mee uit. 't Kan kosten wat het wil." „Je ziet er slecht uit," merkte de kleine rpan op. „Dat weet ik, maar ik ga er een eind aan maken. Je denkt natuurlijk dat ik de million nair Bulton ben, hè, maar dan vergis je je. Ik ben heel eenvoudig de oplichter Leslie Wick ham. Ik heb je vroeger nooit gekend en alles wat ik deed, was slechts comedie. Ik hoop dat je me nu zult laten arresteeren, want ik ver lang naar de rust van een cel." Smith grinnikte. „Wel, mijn zoon," zei hij vroolijk, „je had dat alles niet behoeven te zeggen. Dat je Leslie Wickham bent, wist ik niet, maar het was me wel duidelijk, dat je een oplichter was. De kwestie is, zie je, dat ik zelf James Bulton uit Philadelphia ben. Toen ik je naam mijn naam in het hotelregister ontdekte, was ik van plan je de deur uit te gooien, maar toen ik zag dat je een knap gezicht had, heb ik je maar geëxploiteerd voor mijn zaken met Ho ward. Ik kan je feliciteeren. Juist gisteren is het contract geteekend. Je hebt er goed je best voor gedaan en ik voel er niets voor om je te laten arresteeren. Pak je boeltje en verdwijn. En mijn dank voor je correcte medewerking." Een der meest bloeiende vereenigingen in En geland is de C.J.M.S., de Katholieke Jonge Mannenvereeniging. Buiten enkele andere clubs en organisaties oefent deze Jonge Mannenveree niging een grooten invloed uit op de geheele jeugd, zoowel katholiek als niet-katholiek. Volgens de jongste statistieken was het aan tal leden op het einde van het vorige jaar tot 23.679 gestegen, die verdeeld zijn over 72 af- deelingen. Na het Algemeen Congres, dat met Paschen van het vorige jaar in Birmingham werd ge houden, zijn 25 nieuwe af deelingen opgericht. Iedere afdeeling staat onder toezicht van een Diocesanen Raad. Van de verschillende dioce sen telt het bisdom Liverpool het grootste aan tal leden (9765). In Schotland zijn 67 afdeelingen. In dit land is zij met de Schotsche Katholieke Verkenners de grootste Katholieke Jeugdbeweging. UNILEVER VERKOOP CENTRALE N.V. ROTTERDAM de beenen of beide oogen i /7C/J bil een ongeval met 9C/I bi) verlies van een hand 9C oij verlies van een f Cf) bij een breuk van f Afï_ T I DU»m doodeiyken afloop f ZOU»' een voet of een oog# duim of wijsvinger »#(/.-been of arm I tri/." by verlies van 'n anderen vinger ROMAN VAN CiunHiiJii!iiiiiii'iuiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniMHt"*>ni*u"l>u>ull,,smHI>u'3 69. (Korte Inhoud -an het voorafgaande: Kemn een Engelschman uit Kent wMkt met Carlos Rlego uit naar Jamaica geholpen door den verloofde van ziin zuster Veronica Ralpn Rooksby. Hier komt hü in kennis met den rechter O'Brien en met Don Ramon, die Kemo willen overhalen dienst te nemen bit zeeroovers die Rio Medio als basis hebben Kemp vlucht, maar wordt later weer door de zeeroovers gevangen eenomen en naar Blo Medio gebracht waar bl1 eastvrU ontvangen wordt door Don Balthasar Hier leidt men hem aan net sterfbed van Carlos Het gepeupel eischt de uitlevering van Kemp en doet als Carlos luist gestor ven is een aanval op bet huls. waarbit Don Balthasar door een kogel wordt getroffen en stervend Ineen zakt Als tildens de be- grafentsplechtigheden de aandacht afgeleid i vlucht Kemp met Don Balthasar's doch ter Beraflna en wordt opgenomen op het En- gel8Che schip „Llon." De Engelsche koop vaarder wordt echter achtervolgd en Kemp ln handen van O'Brien. Deze Icorat om door Kemp aan land gaat. valt bil echter weer verlaat met Seraflna en Castro ttldeUlk het de handen van een slulpmoorde-.aar en Kemp wordt van verschillende misdrilven beschul digd. weggevoerd met een Engelsch oorlogs schip). De procureur-generaal liet zijn stemhooren. „Ga verder, Mr. Sadler," zei hij. „Laat ons de rest van het complot hooren." Een der juryleden begon plotseling luid te lachen maar kwam beschaamd, schielijk tot? bedaren. Sadler ging verder met de oude geschiedenis. „Ik zag alles voor me, terwijl hij sprak: alleen was nu de magere, gele Nichols, met zün glimmend gezicht aan 't kauwen en zijn broek aan 't ophalen, in plaats van mijn Tomas met zün dikke vloeken en verontwaardigde ge baren. En ook kwam voor den dag Nichols' doellooze wreedheid." „Hij had twee pistolen, die hij elk tweemaar afvuurde, terwijl wij op zijn bevel de lijzeilen heschen om met den schoener gelijk te hlijven. Tweemaal vuurde hij op de bemanning. Een der getroffenen is later aan de wonden gestorven. Later was er een ander schip, een Ameri- kaansch, op de open zee zichtbaar geworden en de kapers waren daar toen jacht op gaan maken.... Hij was aan het einde gekomen van zijn ver klaring en lord Stowell maakte een Beweging met een van zijn oude handen. Het was alsof op zijn lessenaar een grijze hagedis verschoof, een weinig in mijn richting. „Nu, gevangene," zei hij. Ik haalde diep adem. Een minuut lang dacht ik, dat er ten slotte nog eenigszins van eerlijk spel sprake was, daar ik een fatsoenlijk, blond, blauwoogig man voor mij had. Hij keek mij scherp aan; ik scherp naar hem. Ik zeide: „U wilt niet zweren, dat ik die man benNichola el Escoces?" Hij keek mij nadenkend in mijn oogen; het was een duel tusschen ons beiden. „Zweren niet," zeide hij. „U hadt uw ge zicht zwart gemaakt en droeg geen baard." Een zachte haargroei was gedurende mijn ge vangenschap mijn wangen komen bedekken. Ik wreef er met mijn hand langs en dacht, dat hij al begonnen was bloed af te tappen. „Ge moet niet zeggen: „U," zeide ik. „Ik zweer dat ik het niet geweest ben. Sprak hij als ik?" „Dat kan ik niet zeggen," antwoordde Sadler, nu eens op den eenen voet en dan op den andere rustend. „Had hij oogen als ik en zooo'n neus, zoo'n mond?" „Kan ik niet zeggen," antwoordde hij weer. „Zijn gezicht was zwart gemaakt." .Sprak hij niet erg door den neus op Nieuw-Schotlandsche-manier?" „Ja, dat deed hij," gaf Sadler langzaam toe. „Maar dat kan Iedereen doen als hij Wil. Het Is net zoo gemakkelijk als.... Naast mii fluisterde de cipier: „Snoer hem den mond; 't wordt tijd." Ik zeide: „Was het niet een veel ouder man? Zag hij er niet uit tusschen de veertig en de vijftig?" Hoe ziet U er dan uit?" vroeg de stuur man. „Ik hen vier en twintig," antwoordde ik. „Ik kan het u bewijzen." „Nu, u lijkt veertig, of ouder" antwoordde hij onverschillig. „En hij ook." Zijn koele, onverschillige toon overstelpte me als een Slag van een geweldige golf: zoo vol komen werd het mii duidelijk dat ik alle ken- teekenen van jeugd had afgelegd. Het was, of er iets werd toegevoegd aan de ontzaglijke massa water tusschen mü en Serapmna; een groot, groot aantal jaren. Plotseling drong zich de overtuiging aan mij op, dat de heele zaak, het lange, moeizame verhoor, de verklaringen der getuigen, de schijn van eerlijk spel, gedreven werd in een geest van spotternij, als bloote formaliteit; dat de rechtër en de adjuncten hoegenaamd geen belang in het geding stelden. Het was een vooraf geveld vonnis. Ik was als verdoofd. De een na den ander kwam tegen mij getuigen. Ik verweerde mü zoo goed ik kon, maar ik zag, dat ik niet vorderde. „Het getuigenverhoor is gesloten, edelacht bare heeren," en door heel de zaal ontstond een geroezemoes van stemmen. De oude lord Stowell tegenover mij beefde 'n beetje, keek naar het venster, en zeide: „Beschuldigde, onze procesvorm staat toe. dat ge, als ge nog iets wenscht te zeggen, nu de jury toespreekt. Als u een advocaat zoudt hebben, zou die daarna kunnen pleiten en uw getuigen, zoo ge die hebt. ondervragen Het werd langzaam heel donker in de zaal. Ik begon mijn geschiedenis te vertellen; het was alles zoo eenvoudig, zoo duidelijk, ik zag alles daar voor me.... en toch wist ik, dat *t nutteloos was. Ik herinnerde mij in mijn cel mezelf te hebben voorgehouden, dat ik kalm moest zijn; heel klaar en helder in het begin. „Op dien en dien dag landde ik te Kingston, om volontair te worden op de plantage van mijn zwager, Sir Ralph Rooksby van Horton Priory in Kent." Ik was heel koel; ik was helder.... Naderhand werden de kaarsen aangestoken op den lessenaar der rechters en het hof kreeg een heel ander aanzien. Overal waren diepe schaduwen; en het verlichte gezicht van lord Stowell leek norscher, minder vriendelijk, ouder en minder vatbaar voor een straaltje sym pathie. Beneden leunden de bij het geding betrokken advocaten met gevouwen armen achterover met de houding van mannen, die bij het omhakken van een zwaren boom even rusten. De advoca ten, die enkel als toehoorders aanwezig waren, keken mij van tijd tot tijd aan, Intusschen vertelde ik mijn levensgeschiede nis, hoe ik tegen wil en dank in aanraking was gekomen met zeeroovers, maar dat was toch geen kwaad. „Sommigen van u hebben in betrekking ge staan met falsarissen, maar dat maakt u toch geen falsaris?" Ik geraakte in vuur en vond de woorden. Ik vertelde de geschiedenis voor dat jonge meisje voor me. Eensklaps zag ik tusschen het hoofd van een ouden man met een ontzaglijken neus en een dikke dame met een bruinen mantel, het bleeke gezicht van mijn vader doorgluren. Hij glim lachte even, knikte verscheidene malen met het hoofd, knipperde met de oogen en wuifde mij heimelijk toe. Het maakte mij verstrooid, bracht mij uit het evenwicht; mijn kalmte was heen. Het was alsof er iets gebroken was. Van daarna her inner ik mij maar heel weinig. Het is best mogelijk, dat ik „De Gevangene van Chillon" heb opgezegd, omdat mijn vader mij er juist aan deed denken. Ik scheen weer terug te zijn op Cuba. Beneden mij waren de advocaten druk aan het praten. De officier van justitie haalde een donker bruinen zakdoek voor den dag en spreidde hem langzaam uit om zijn neus te snuiten. Een wolk van West-Indische reukwerken steeg er zoet en warm uit op. Het laatst had mij die geur ge troffen in Rio Medio en de gewaarwording was zoo sterk, dat Ui mij niet meer herinnerde, waar ik was. De kaarsen wierpen een geel schijnsel op den lessenaar van de rechters; maar het leek mij de lichtgloed in de cel, waar.ik Nichola en Salazar had zien schermen. Ik dacht weer terug te zijn op Cuba. De menschen in de rechtszaal verdwenen in de dieper wordende schaduwen. Bij tijden kon ik niet spreken. Maar telkens trachtte ik wat 'verder te gaan. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 15