Begrooting van
Suriname
Inhoud van het Balkanpact
Nederland en de
Volkenbond
Diamantindustrie
BEHOUD DER BESTAANDE
GRENZEN
DINSDAG 6 FEBRUARI
Indien mogelijk werden door onze
vertegenwoordigers in Duitsch-
land steeds stappen gedaan
inzake de arrestaties van
landgenooten aldaar
Onze verhouding met
België
Verhouding tot Duitschland
Het verdrag met België
NA EEN KAARTJE
Doodslag tot slot
KLEVERIGE GERUCHTEN
Of goedgeloovig Nederland
Steun Ned. vereenigingen
in Duitschland
f 37,000 verduisterd
Daders staan in hooger beroep
terecht
NEDERLANDSCH-BELGISCHE
HANDELSBETREKKINGEN
Contingenteering van aard
appelen
Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer
Plannen tot emigratie
EEN BAAN VOOR SKI-KAMPIOENSCHAPPEN
Wijziging Pensioenwet
Hooger pensioenverhaal
voorgesteld
EEN NIEUWE RACE-WAGEN
Bi.g
r
0 i
V -
Het semi-officieele blad te Bel
grado over de afzijdigheid
van Bulgarije
Groote politieke ge
volgen"
Frankrijk verheugd
In plaats van het plan-Douwes
een nieuwe regeling
Op breedere basis
Koloniën
Geen C. P. H.-ers bij het departe
ment werkzaam
De overval te Tegelen
Het hotel op den Dam
te Amsterdam*
Horecaf is er tegen
Japan en de rede van
Worosjilow
„Het is beter te zwijgen
IJzeren-Gar de-leider
gearresteerd
Zes menschen door het
ijs gezakt
NOG GEEN DOLLAR-STABILI
SATIEFONDS
AMSTERDAM-HULL-LIVER-
POOL
Verschenen is de Memorie van Antwoord op
het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer no
pens de begrooting voor Buitenlandsche Zaken.
Hieraan wordt het volgende ontleend:
De moeilijkheden, tot dusver door den Vol
kenbond ondervonden, leiden er wel toe, om de
verwachtingen ten aanzien van de spoedige
verwezenlijking van de bij de oprichting van
den Bond beoogde doeleinden, niet te hoog
te spannen. Al dwingen de huidige abnormale
omstandigheden ook de Nederlandsche Regee
ring om op economisch gebied verder en verder
haar eigen weg te gaan, zij is overtuigd, dat
juist de ervaringen in deze crisistijden opge
daan ertoe zullen leiden, dat men eerlang al
gemeen weder zal streven naar internationale
samenwerking op breeden grondslag, als door
den Volkenbond beoogd, en dat daardoor het
belang der Staten en niet het minst van ons
land zelf, tenslotte het best zal worden ge
diend.
De Minister vraagt zich af, of zij, die hun
bevreemding uitspraken over het interview, dat
hij aan de „Figaro" heeft toegestaan, inderdaad
van den volledigen tekst, gelijk in dat blad op
genomen, hebben kennis genomen. In dat geval
zou hun z n gebleken, dat een uitlating, als
zoude het nationaal-socialisme zijn te beschou
wen als uiting van barbaarschheid, door hem
geenszins is gedaan. Door hem is alleen ge
zegd en hij heeft daarmee het oordeel van
de geheele Regeering weergegeven dat hij
een regime als dat van het nationaal-socialisme
voor Nederland een ramp zou achten; uitdruk
kelijk heeft hij hieraan toegevoegd, dat hij zich
onthield van eenig oordeel uit te spreken over
het regime in Duitschland.
Den leden, die van oordeel zijn, dat de over
heid de door het N.V.V. en de S.D.A.P. bevor
derde boycot van Duitsche waren behoort te
bestrijden, wijst de Minister er op, dat het hier
een particuliere actie betreft, ten aanzien waar
van men met ingr pen voorzichtig dient te zijn.
Hoewel de Regeering een zoodanigen boycot
afkeurt, en dit standpunt nog onverzwakt in
neemt, kan zij toch bij de huidige haar ten
dienste staande middelen niet verder gaan dan
nauwlettend toezien, dat die actie niet buiten
het particulier terrein treedt.
Het treffen van een wettelijke regeling, die
bestrijding van zoodanige boycot onmogelijk
zou maken, is buitengewoon moeilijk; terzake
is intusschen overleg geopend met den Minis
ter van Justitie, tot wiens Departement de
materie meer speciaal behoort.
Naar aanleiding van het in het Voorloopig
Verslag bedoelde bericht uit de „Saarbrücker
Zeitung" zij medegedeeld, dat er aan de Regee
ring niets van bekend is, dat pogingen zouden
zijn gedaan om den zender te Hilversum „dienst
baar te maken aan de anti-Duitsche propagan
da".
De Minister kan geenszins de juistheid er
kennen van de klacht over geringe mate van
bijstand, welke de Nederlandsche Regeering zou
verleene'n aan landgenooten, die in Duitschland
zijn gearresteerd. Het tegendeel is waar; Hr.
Ms Gezant te Berlijn en de Nederlandsche
Consuls in Duitschland hebben met prij
zenswaardige activiteit in elk geval van arres
tatie van Nederlanders, dat te hunner kennis
werd gebracht, steeds aanstonds de betrokken
Duitsche overheden gevraagd naar de gronden,
waarop die arrestaties waren bevolen en, zoo
daartoe aanleiding bestond, stappen gedaan
voor de vrijlating der betrokken Nederlanders.
Op de in het Voorloopig Verslag gestelde
concrete vraag, of de Regeering bij de aanvan
kelijk gevoerde onderhandelingen in 1919 geen
bezwaar heeft gemaakt tegen het vervallen
der bepalingen nopens België's neutraliteit,
antwoordt de Minister als volgt: Inderdaad is
daartegen geen bezwaar ingebracht. Ongetwij
feld heeft de toen eveneens aanhangige op
richting van den Volkenbond daarbij een be
langrijke rol gespeeld. Nederland heeft sinds
dien onderscheiden nieuwe waarborgen voor
zijn veiligheid zien ontstaan. Met het oog op
de compensatie, welke daarin ten behoeve van
Nederland mag worden gezien voor het prac-
tisch wegvallen van den veiligheidswaarborg,
dien de verplichte onzijdigheid van België bood,
is de Minister van oordeel, dat er voor Neder
land geen aanleiding bestaat, bij de totstand
koming van nieuwe verdragen aanspraak te
doen gelden op nog andere waarborgen in stede
van die, welke volgens de verdragen van 1839
ook voor de veiligheid van Nederland werden
gegeven.
Met betrekking tot de totstandkoming van
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad,
ar. Besier, concludeerde tot verwerping van het
cassatieberoep van P. G. te Amsterdam, die op
een kaartavond bij een ruzie om 3.75 zijn
zwager, den filmoperateur A. T., met een mes
zwaar mishandelde, waardoor het slachtoffer
overleed en wegens poging tot doodslag door het
Bof te Amsterdam is veroordeeld tot twee jaar
gevangenisstraf.
Arrest 12 Februari a.s.
De heer Al bar da heeft aan den minister van
Justitie de volgende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat de Haariem-
sche kringleider van de N.S.B., de heer van der
Weyden, op Donderdag 1 Februari in een open
bare vergadering te Haarlem heeft gezegd, dal
de politie reeds in December door de N.S.B
gewaarschuwd was, dat er een brand zou uit
breken in de telefooncentrale te Amsterdam en
dat er behalve in het gebouw der telefooncen
trale ook in het huis daarnaast en eveneens in
de kelders van het oude postkantoor een begin
van brand was ontdekt, waaraan echter om
politieke redenen geen ruchtbaarheid zou zijn
gegeven?
Wil de minister mededeelen, wat er van die
beweringen waar is?
een nieuw Nederlandsch-Belgisch verdrag
merkt de Minister op, dat, terwijl hij alles zal
doen, wat in zijn vermogen is om ertoe mede
te werken dat deze aangelegenheid geen twist
appel worde binnen de natie, hij de wensche-
lijkheid voor Nederland en België der totstand
koming van de zoolang nagestreefde herziening
der verdragen van 1839 des te grooter acht,
naarmate in Europa betreurenswaardige span
ningen beide landen, aanleiding geven, de toe
komst niet zonder zorg tegemoet te zien.
De Minister blijft van oordeel, dat het aan-
knoopen van diplomatieke betrekkingen met de
Unie van Socialistische Sovjet-Republieken
voorshands niet aan de orde ware te stellen.
De Regeering kan tot haar leedwezen geen
initiatief nemen om te dezer zake een supple-
toire begrooting in te dienen. Zij kan niet uit
het oog verliezen, dat van 's Rijkswege reeds
groote sommen worden besteed aan de beharti
ging van de belangen van Nederlanders in
Duitschland; voor de behoeftigen onder hen
werd in 1933 bijna vier millioen gulden uitge
geven.
In hooger beroep is Maandag voor het Haag-
sche Gerechtshof behandeld de zaak tegen den
19-jarigen kantoorbediende J. O. K. V., den 25-
jarigen kantoorbediende H. v. d. L., den 25-
jarigen koopman W. M. B., den 22-jarigen
kantoorbediende W. P. H. en den 33-jarigen
koopman J. T., allen uit Rotterdam, thans ge
detineerd, die door de Rechtbank te Rotterdam,
eerstgenoemde wegens verduistering, de overigen
wegens heling zijn veroordeeld. V. tot 1 jaar,
v. d. L. tot 1 jaar en 3 maanden, B. tot 10
maanden en H. en T. ieder tot 6 maanden ge
vangenisstraf.
Deze zaak betreft de verduistering op 21 Oc
tober 1932 gepleegd door V., die als employé in
dienst van de Compagnie d'Importations, op de
Noordblaak te Rotterdam was uitgezonden met
een 5-tal incasso's, tot een gezamenlijk bedrag
van pl.m. 36.900 en toen op het kantoor terug
kwam met de mededeeling, dat hij de porte
feuille, waarin zich genoemd bedrag bevond,
op het Hoofdpostkantoor had laten liggen. Bij
nader onderzoek bleek het geld verdwenen en
aanvankelijk kon in deze zaak geen licht wor
den ontstoken.
De Rotterdamsche politie bleef evenwel ac
tief, zoodat geruimen tijd later het geval door
haar tot klaarheid kon worden gebracht en
toen bleek dat men met een misdadig opzet te
doen had, waarbij de verdachte v. d. L. (de uit-
lokker) de hoofdrol speelde.
Daar het 'hier verschillende vonnissen be
trof, werden de zaken afzonderlijk behandeld.
Het eerst kwam voor de verdachte V., tegen
wien 2 jaar geëischt werd.
Daarna werd de zaak tegen den uitlokker
v. d. L. behandeld. Ook deze verdachte bekende
volledig en gaf als reden voor den opzet op,
dat hij zoo weinig verdiende.
De advocaat-generaal zeide, dat v. d. L. de
ziel was van deze zaak, die oorspronkelijk door
hem met V. is opgezet. Later heeft v. d. L. er
ook anderen bij betrokken. Ook ten aanzien
van dezen verdachte achtte spr. de opgelegde
straf te licht, doch hij meende, dat deze niet
hooger behoefte te zijn, dan die van T., omdat
deze toch de uitvoerder is geweest. Derhalve
eischte de advocaat-generaal ook in deze zaak
2 jaar gevangenisstraf.
Tegen H. werd 6 maanden, tegen T. 1 jaar
geëischt.
In de namiddagzitting werd ten slotte de zaak
behandeld tegen den verdachte W. M. B., die
het geld verborgen had gehouden.
Deze verdaghte, die eveneens de hem ten laste
gelegde feiten toegaf, zeide, dat hij daartoe ge
komen was, omdat hij binnenkort zijn betrek
king zou verliezen.
Mr. de Visser wees er op, dat deze verdachte
aanvankelijk het geheele bedrag in een fiets-
taschje verborg en het rijwiel daarna ging stal
len in een inrichting aan de Delftsche Poort.
Daarna heeft hij het geld te Antwerpen veilig
gesteld, om vervolgens naar Zwitserland te
gaan, om gereedschappen te koopen, welke zou
den moeten dienen tot het vervaardigen van
z.g. kunstvoorwerpen, doch spr. meende, dat dit
ook het vervaardigen van valsch geld inhield.
Ook ten aanzien van B. concludeerde de ad
vocaat-generaal tot strafverhooging en wel tot
1 jaar en 3 maanden gevangenisstraf.
Mr. E. Bonn Jr. concludeerde tot bevestiging
van het vonnis der rechtbank.
Het Hof zal op 17 dezer arrest wijzen.
De besprekingen zijn, naar de „Maasbode"
verneemt, Maandag in Den Haag voortgezet.
De Nederlandsche delegatie staat onder lei
ding van dr. A. Th. Lamping, directeur van
den Economischen Voorlichtingsdienst. Voorts
maken er deel van uit de heeren H. A. Hooft,
referendaris aan het departement van Buiten
landsche Zaken, ir. R. P. Bonthuis, hoofd van
den buitenlandschen landbouw-voorlichtings-
dienst en mr. H. van Romburgh, hoofd der
handelsafdeeling van Hr. Ms. gezantschap te
Brussel.
De Belgische delegatie staat onder leiding
van den heer Suetens, directeur der handels
afdeeling van het Belgische departement van
Buitenlandsche Zaken, terwijl er verder deel
van uitmaken de heeren Gérard, inspecteur-
generaal van het departement van Industrie,
Henri, directeur-generaal van het departement
van Landbouw, en van Iseghem, gezantschaps-
raad der Belgische legatie te Den Haag.
Van de Nederlandsche delegatie maken geen
deel uit personen uit industrieele of landbouw-
kringen. Voor zoover noodig zullen deze ge
raadpleegd worden. Tot nu toe is dat bij de
N ederlandschBelgische onderhandelingen
slechts één maal voorgekomen.
Naar de „Telegraaf" verneemt, is een der
hoofdpunten, waarover de Nederlandsche en
Belgische regesringen in de laatste weken be
sprekingen hebben gevoerd, de contingenteering
van aardappelen Nederland heeft ten aanzien
van de door België getroffen contingenteerings-
regeling verschillende grieven.
België wijkt namelijk af van het algemeen
gebruik, dat een dergelijk contingent door het
exporteerende land wordt geadministreerd. Het
wil de administratie zelf in handen houden,
hetgeen beteekent dat België zelf consenten
aan Belgische importeurs afgeeft in plaats van,
zooals in een dergelijk geval gebruikelijk is,
Nederland aan de Nederlandsche exporteurs.
Verschenen is de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag der Tweede Kamer over
de begrooting van Suriname 1934. Ontleend is
daaraan
De omstandigheid, dat de Koloniale Staten
nog vrijheid hadden gevonden om enkele pos
ten van de ontwerp-begrooting te verhoogen,
kon voor den minister bezwaarlijk een reden
zijn om van de vermindering van de Rijks
bijdrage af te zien.
De vraag of het oogenblik niet gekomen is,
de schuld van Suriname aan het Rijk te annu-
leeren of althans de rente van die schuld kwijt
te schelden, moet de minister ontkennend be
antwoorden. De huidige onzekere omstandig
heden bieden daarvoor niet de geschikte ge
legenheid.
Op de beschouwingen aangaande een „wel
vaartsplan" merkt de minister op, dat het aan
vatten en doorzetten van hetgeen als wensche-
lijk en mogelijk voor de hand ligt, meer prac-
tisch nut zal afwerpen dan een „opbouw" van
Suriname op papier. Nochtans zal de minister
den gouverneur uitnoodigen, ten deze van zijn
zienswijze te doen blijken.
De minister is van oordeel, dat de verschil
lende groepen, die plannen tot emigratie naar
Suriname koesteren, goed zouden doen tot één
groote organisatie te komen met genoegzame
middelen om van de uitvoering der plannen
redelijkerwijze succes te mogen verwachten.
Eerst na de totstandkoming van zoodanige
particuliere organisatie is voor de regeering
het oogenblik aangebroken om de vraag onder
de oogen te zien op welke wijze zij tot het wel
slagen zou kunnen medewerken.
Aan de bevordering van de plaatsing van Su-
rinaamsche artikelen in Nederland wordt ern
stig aandacht geschonken.
De minister heeft vooralsnog niet den indruk,
dat in de laatste jaren een onderwijspolitiek
gevoerd zou zijn, welke de gelijkbekostiging in
het gedrang zou hebben gebracht en het on
derwijs noodeloos kostbaar zou hebben ge
maakt. Hij is intusschen voornemens ten aan
zien van deze aangelegenheid de bijzondere
aandacht van den nieuwen landvoogd te vra
gen.
De minister is bereid den gouverneur inlich
tingen te vragen omtrent de gevolgen van
plaats gehad hebbende bezuinigingen.
Een voorontwerp voor een bouw- en woning-
verordening is in voorbereiding.
De drie regelingen inzake anti-revolutie-wet
geving zijn 24 November 1933 in werking ge
treden. Met het inzicht der Koloniale Staten is
bij deze vaststelling geen rekening gehouden,
omdat noch de vorige gouverneur, noch de mi
nister daarmede konden instemmen.
Het laat zich aanzien, dat binnenkort de
hand zal kunnen worden gelegd op een ge
schikte kracht, die als ingenieur kan worden
uitgezonden in verband met de irrigatie.
De minister acht geen grond aanwezig voor
De baan te Berchtesgaden, waar de ski-kampioenschappen gehouden werden
de meening, dat in den laatsten tijd ln Suri
name de opkomende stroomingen in het volks
leven te veel zouden worden tegengegaan.
De onlangs afgetreden directeur van Bin-
nenlandsch Bestuur in Ned. Indië, de heer
Muhlenfeld, vertrekt eerstdaags naar West-In-
dië met een opdracht om zich in Suriname en
Curacao op de hoogte te stellen van de toe
standen aldaar, zulks in het belang van de
voorbereiding van regelingen op administratief
gebied met betrekking tot die gewesten. Voor
den duur van die opdracht is hem een maan-
deiyksche toelage toegekend.
Ingediend is een wetsontwerp, waarbij wordt
voorgesteld met ingang van 1 Juli 1934 het
verhaal voor bijdragen voor eigen pensioen te
verhoogen van 3 op 4% pCt. Deze verruiming
van het verhaal zal niet worden toegepast over
het verschil van den pensioengrondslag ex art.
150 en dien ex art. 33 der Pensioenwet.
Voorts wordt voorgesteld het verhaal voor
eigen- en voor gezinspensioen imperatief te
stellen.
Verder is bepaald, dat voor een ambtenaar,
in dienst op 31 December 1933, die op dezen
datum den 58-jarigen leeftijd heeft bereikt, het
hem als oud-ambtenaar toekomende totale pen
sioen, voor zoover het recht daarop is verkregen
na 1 Januari 1934, niet minder bedraagt dan
het uitgestelde pensioen zou bedragen, indien
hij uit alle op 31 December 1933 bekleede be
trekkingen met ingang van 1 Januari 1934 eer
vol, niet op eigen verzoek, ware ontslagen en
geen herplaatsing ware gevolgd.
l'.M'M,'*,':"!
V»
-
j v»-e
Een nieuwe race-auto, geconstrueerd door dr. F. Porsche. Bij het proefrijden
voldeed de wagen uitstekend
BELGRADO, 5 Febr. Omtrent den inhoud
van het gisteren geparafeerde Balkanpact we
ten de bladen te melden, dat bij de onderhan
delingen de opvatting, welke een vergaande
wederzijdsche garantie van de grenzen tegen
over Bulgarije, doch ook tegenover andere sta
ten eischt, ten volle tot haar recht is geko
men.
De officieuse „Wreme" schrijft, dat Joegosla
vië, Roemenië, Griekenland en Turkije de we
derzijdsche garantie voor eikaars politieken en
territorialen status quo op zich hebben geno
men en zich bovendien verplicht hebben tot
volledige solidariteit ten aanzien van alle eco
nomische en handels-politieke kwesties, die
voor de vier landen van belang zijn. De politie
ke gevolgen van deze overeenkomst zijn van
groote beteekenis. De mogendheden, die haar
onderteekend hebben, behoeven voortaan niet
meer voor hun veiligheid te vreezen, aangezien
zij met vereende krachten hun belangen zullen
verdedigen. Bulgarije kan tot het pact toetre
den wanneer het van meening is, dat het zijn
plicht is, aan den vrede op den Balkan mede
te werken.
Ook de „Politika" weet mede te deelen, dat
de vier mogendheden alle garanties op zich
hebben genomen om eikaars wederzijdsch ter
ritoriaal bezit te waarborgen. Het blad vraagt
zich af, of Sofia ook verder „in het kielwater
van vreemde intriges wil zwemmen" of zich bij
voldongen feiten zal willen neerleggen en zich
bij zijn buren voegen. De aarzelende politiek
van thans is voor Bulgarije vruchteloos. Slechts
toetreden tot het Balkanpact is de reddende
oplossing.
Beide bladen wijzen op de beteekenis van
het pact tegenover de toenemende onmacht van
den Volkenbond en de ontwapeningsonderhan
delingen.
PARIJS, 5 Febr. (Reuter). In welingelichte
Fransche kringen is men van oordeel, dat het
Balkanpact beantwoordt aan de traditioneele
opvattingen van Frankrijk, daar het door hand
having van den op den Balkan bestaanden ter
ritorialen toestand pacificatie brengt op een
tot dusver bijzonder onrustige plek in Epropa.
Er wordt op gewezen, dat deze verzoening het
werk der Balkanvolken zelf is, hetgeen eveneens
in overeenstemming is met het beginsel der
souvereiniteit, welke door de Fransche regee
ring bij haar internationale actie wordt geëer
biedigd.
Hulde wordt gebracht aan de Joego-Slavische
regeering, die tot het pact is toegetreden, niet
tegenstaande het feit Bulgarije momenteel af
zijdig blijft. De wensch wordt geuit van een
spoedig toetreden van Bulgarije.
De door Turkije bij de uitwerking van het
pact gespeelde rol wordt beschouwd als Tur-
kije's terugkeer in den Europeeschen diploma-
tieken arbeid. Turkije toont aldus zijn invloed
op de organisatie van den vrede in een gebied,
waarin het zoo vaak heeft moeten strijden.
LONDEN, 5 Febr. (Reuter). Sir John Simon
heeft in het Lagerhuis ten aanzien van de pa
rafeering van het Balkanspact verklaard, dat
de diplomatieke vertegenwoordigers van Groot-
Brittannië, krachtens de hun gegeven instructie,
de regeeringen def bij het pact geïnteresseerde
landen er van in kennis hebben gesteld, dat
de Britsche regeering ieder pact tusschen de
Balkanstaten zal toejuichen, hetwelk een alge-
meene pacificatie nastreeft en niet gericht is
tegen een of andere mogendheid. Uit dien hoofde
noemde de Britsche minister het wenschelijk,
dat de verdragsbepalingen zoodanig zullen wor
den geredigeerd, dat ook Bulgarije tot het pact
kan toetreden.
Na verschillende besprekingen en verga
deringen is een groote combinatie tot
stand gekomen, die het hetstel der Am-
sterdamsche diamantnijverheid beoogt. Men
heeft daarbij de krachtige medewerking
van Rijk en Gemeente gehad en de Amster-
damsche Bank zal de financiering van de
nieuwe regeling op zich nemen
Deze nieuwe regeling vervangt het bekende
plan-Douwes. Nagenoeg alle firma's, die onder
het plan Douwes werkten, hebben zich thans
aaneengesloten tot het ten uitvoer leggen van
de nieuwe regeling, die het diamantbedrijf op
veel breeder basis omvat. Naast bewerking zul
len ook in- en verkoop behandeld worden. Het
ligt in de bedoeling geleidelijk ongeveer 2500
diamantbewerkers aan het werk te laten gaan.
Een bedrag van ƒ6.000.000 is voor deze onder
neming voorloopig beschikbaar gesteld.
De leiding van deze nieuwe regeling tusschen
werkgevers en werknemers berust bij een Com
missie van Toezicht, bestaande uit de heeren
A. Asscher, lid der firma I. J. Asscher. voor
zitter, dr. ir. A. H. W. Hacke, directeur-generaal
van den Arbeid, Den Haag, G. Baas Kzn. wet
houder van Amsterdam en dr. H. Polak, voor
zitter van den A. N D. B.
Sub-commissies worden ingesteld, o.a. voor
loonregeling, prijsbepaling en verkoop-politiek.
Het ruw wordt centraal ingekocht en daar
na ter bewerking verdeeld over de verschillen
de fabrieken hier ter stede, op de volgende
basis:
De overheidstoeslag per arbeider per week in
de kleinere goederen, die tot nu toe gemiddeld
13.50 was, is teruggebracht tot gemiddeld 10,
gedurende de eerstkomende 6 maanden, in het
daarop volgend kwartaal 8 en daarna elk
kwartaal 1 minder. Zooals voorheen, worden
grovere goederen zonder overheidssteun be
werkt.
Het geslepen product wordt weder gecentrali
seerd voor sorteering, prijsbepaling en verkoop:
de centrale daarvoor wordt in het gebouw der
firma Asscher, in de Tolstraat gevestigd.
Van groote beteekenis is de door deze re
geling verkregen beperking der onderlinge
concurrentie in het geslepen product. Het
ligt in de bedoeling te streven naar samen
werking met België.
Bij het vele werk, dat voorafging aan het
tot stand komen dezer onderneming, onder
vonden da leiders, zoowel van werkgevers
als van werknemers-zijde in de diamant-indus
trie den krachtigen en hoog gewaardeerden
steun van de Ministers Slotemaker de Bruine
en Oud en van den Burgemeester van Amster
dam, terwijl zij de zaakkundige en doortastende
medewerking van den heer dr. Ir. Hacke, Di
recteur-Generaal van den Arbeid, eveneens ten
zeerste op prijs hebben leeren stellen.
In de Memorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer nopens de begrooting
1934 Departement van Koloniën, zegt
de Minister, dat het in theorie juist moge zijn,
dat emigratie naar de West-Indische gebieds-
deelen, met het doel zich aldaar voor goed te
vestigen, zeer wel mogelijk is, indien maar de
betrokkenen onvatbaar worden gemaakt voor
aldaar heerschende tropische ziekten, maar
daarmede is het vraagstuk niet opgelost. Voor
eerst ontbreekt de zekerheid van die onvat
baarheid voor tropische ziekten en ten andere
zou, ook al bestond zoodanige zekerheid, daar
door nog niet uitgemaakt zijfa, dat de Europee-
sche kolonisten zich ook economisch een rede
lijk bestaan zouden kunnen verwerven.
Benoeming van nieuwe hoofdambtenaren bij
het Departement van Koloniën, heeft in den
laatsten tijd in het geheel niet plaats gehad.
Wel zijn een tweetal nog aan den Indischen
dienst verbonden hoofdambtenaren tijdelijk be
last met werkzaamheden, waarvoor zij door den
minister bijzonder geschikt werden geacht,
hoewel hun politieke gezindheid hem bekend
was.
Bij het Departement van Koloniën zijn, voor
zoover bekend, geen ambtenaren werkzaam, die
thans nog lid zijn van de Communistische
Partij Holland.
Het gerechtshof te Den Bosch bevestigde in
hooger beroep het vonnis der rechtbank te Roer
mond, waarbij A. J. M. v. E., fabrieksarbeider
te Tegelen, gedetineerd, veroordeeld were tot
4 Jaar gevangenisstraf wegens poging tot dood
slag op de weduwe BurgersVerhaegh te Tege
len.
Verdachte was in der. nacht in de wonir.g der
weduwe komen binnendringen om te stelen.
Toen zij hem in haar slaapkamer zag staan be
gon zij te gillen, waarna verdachte éen aarden
pot op haar hoofd stuk sloeg. Hij nam de vlucht
toen zjj het electrisch licht optrok.
De afdeeling Amsterdam van „Horecaf" heeft
aan den gemeenteraad geadresseerd naar aan
leiding van de plannen tot vestiging van een
hotel op den Dam. In tijden als deze waarin 't
niet meer van het particulier initiatief, maar
van de objectieve omstandigheden afhangt of
omzetten kunnen worden vermeerderd en win
sten kunnen worden gemaakt, kan aan dit par
ticuliere initiatief niet meer de volledige vrije
hand worden gelaten, omdat het niet meer ten
voordeele van het algemeen belang kan werken,
maar uitsluitend negatief concurreerend, d.w z.
ten nadeele van de bestaande bedrijven, aldus
adressante.
Concreet beteekent dit, dat het nieuwe hotel-,
café-restaurant niet zal voorzien in een be
hoefte, niet tengevolge hebben zal verbetering
van de accommodatie van hotels en restau
rants, omdat deze voor de huidige begrippen
toch al ten top is gevoerd. Het gevolg zal uit
sluitend zijn, dat de omzetten van de bestaande
bedrijven zonder eenige, door het algemeen be
lang geboden noodzaak, voor een groot deel
naar de nieuwe inrichting worden verplaatst.
Natuurlijk worden daardoor de levenskansen
van de bestaande inrichtingen nog weer ver
minderd.
In de laatste jaren is het ook in Amsterdam
bij herhaling voorgekomen, dat nieuwe hotels
niet zijn afgebouwd zonder belangrijke stag
natie, zonder faillissement en zonder buitenge
woon groot economisch nadeel voor zeer veel
betrokkenen en ook voor de gemeente zelf.
Adr. dringt er bij den raad op aan in dien
zin te beslissen, dat medewerking aan de tot
standkoming van het bedoelde hotel wordt uit
gesteld, totdat de economische verhoudingen
zióh ten gunste zullen hebben gewijzigd.
TOKIO, 5 Febr. (V.D.) Het Japansche mi
nisterie van buitenlandsche zaken weigerde
zich uit te laten over de redevoering die de
Russische Volkscommissaris van Oorlog Wo
rosjilow voor het Partijcongres der Russische
Communistische Partij heeft gehouden. Een
hoog geplaatst ambtenaar gaf als zijn persoon
lijken indruk na een langdurig verblijf te
Moskou als kanselier der Japansche ambassade
aldaar: „Hoe meer de Russen spreken hoe
minder zij zijn voorbereid. De Russische lei
ders maken blijkbaar groote drukte, omdat zij
overtuigd zijn dat Japan niet de bedoeling
heeft te vechten. Wanneer zij het stilzwijgen
bewaarden, zou Japan zich misschien onge
rust moeten maken". En hij voegde er aan toe:
„Het is voor Japan beter te zwijgen en voor
bereid te zijn op een aanval van Rusland".
TOKIO, 5 Febr. (V.D.) De geheele Ja
pansche pers publiceert de redevoering van den
Volkscommissaris van Oorlog, Worosjilow.
De „Tokio Nisji Nisji" verklaart, dat er thans
een einde komt aan het geduld der Japansche
openbare meening. Ook de overige bladen ne
men een afwijzende houding aan.
I •"■StriO
MOSKOU, 5 Februari (V.D.) De Japansche
ambassadeur te Moskou Ota heeft een oezoek
gebracht aan den Volkscommissaris voor buiten
landsche zaken Litwinof, ter bespreking van den
politieken toestand in het Verre Oosten.
BOEKAREST, 5 Febr. (V. D.) De politie
heeft gisteren te Boekarest den eersten onder-
leider van de IJzeren Garde, Motca, gearres
teerd. Motca had zich tot nog toe verborgen
gehouden, doch blijkbaar hebben aanhangers
zijn verblijfplaats verraden. De leider der
IJzeren Garde, Zella Codrieanu, en de leider
van de z.g. „doodsafdeeling" van de Garde,
Szilagy, worden nog gezocht.
BOEKAREST, 5 Febr. (V. D.) Twee sleden
met 6 personen erin zijn bij het overtrekken
van de bevroren rivier Ceaga in Bessarabië
door het ijs gezakt. Alle inzittenden verdron
ken. In de eerste slede bevonden zich twee zus
ters met hun echtgenooten. Een der vrouwen
had een kind in de armen, dat juist gedoopt
was In de tweede slede zat de vader van de
beide vrouwen. Toen de eerste slede op de rivier
kwam, brak het ijs en paarden en menschen,
schoven onder water. De moeder had de tegen-'
woordigheid van geest het in een dikke pels
gewikkelde kind op het ijs te werpen. De
grootvader probeerde het kind te redden, doch
toen het kind door hem gered was, zakten bei
den door het ijs.
WASHINGTON, 5 Febr. (Reuter) Volgens
speciale dagbladcorrespondenten zou in kringen
van het ministerie van Financiën beweerd zijn,
dat het dollar-stabilisatie-fonds om onbekende
redenen nog niet werd gevormd.
WASHINGTON, 5 Febr. (V.D.) De demo
cratische senator van New-York Wagner en de
afgevaardigde van Maryland Lewis hebben te
zamen een initiatief-wetsontwerp uitgewerkt,
dat heden bij het Congres zal worden ingediend,
en waarin wordt voorgesteld bij alle werkge
vers een loon- of salarisbelasting te heffen,
welker opbrengst moet ^jenen ter bestrijding
van den werkloozensteun in de verschillende
staten en eventueel een inleiding zou kunnen
vormen voor de invoering van een geregelde
werkloozen-verzekering.
Van de nieuwe belasting zouden zijn uitge
zonderd alle werkgevers met zeer lage inko
mens, landbouwpersoneel, huispersoneel en zie
kenhuispersoneel.
Naar wij vernemen zal de nieuwe luchtver-
binding van Amsterdam op Huil, welke 1 Juni
a.s. wordt geopend, op dienzelfden datum wor
den doorgetrokken naar Liverpool.
De toestemming van de Britsche autoriteiten
(voor deze doortrekking is reeds aangevraagd.