Begrooting van Suriname Inhoud van het Balkanpact Nederland en de Volkenbond Diamantindustrie BEHOUD DER BESTAANDE GRENZEN DINSDAG 6 FEBRUARI Indien mogelijk werden door onze vertegenwoordigers in Duitsch- land steeds stappen gedaan inzake de arrestaties van landgenooten aldaar Onze verhouding met België Verhouding tot Duitschland Het verdrag met België NA EEN KAARTJE Doodslag tot slot KLEVERIGE GERUCHTEN Of goedgeloovig Nederland Steun Ned. vereenigingen in Duitschland f 37,000 verduisterd Daders staan in hooger beroep terecht NEDERLANDSCH-BELGISCHE HANDELSBETREKKINGEN Contingenteering van aard appelen Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer Plannen tot emigratie EEN BAAN VOOR SKI-KAMPIOENSCHAPPEN Wijziging Pensioenwet Hooger pensioenverhaal voorgesteld EEN NIEUWE RACE-WAGEN Bi.g r 0 i V - Het semi-officieele blad te Bel grado over de afzijdigheid van Bulgarije Groote politieke ge volgen" Frankrijk verheugd In plaats van het plan-Douwes een nieuwe regeling Op breedere basis Koloniën Geen C. P. H.-ers bij het departe ment werkzaam De overval te Tegelen Het hotel op den Dam te Amsterdam* Horecaf is er tegen Japan en de rede van Worosjilow „Het is beter te zwijgen IJzeren-Gar de-leider gearresteerd Zes menschen door het ijs gezakt NOG GEEN DOLLAR-STABILI SATIEFONDS AMSTERDAM-HULL-LIVER- POOL Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer no pens de begrooting voor Buitenlandsche Zaken. Hieraan wordt het volgende ontleend: De moeilijkheden, tot dusver door den Vol kenbond ondervonden, leiden er wel toe, om de verwachtingen ten aanzien van de spoedige verwezenlijking van de bij de oprichting van den Bond beoogde doeleinden, niet te hoog te spannen. Al dwingen de huidige abnormale omstandigheden ook de Nederlandsche Regee ring om op economisch gebied verder en verder haar eigen weg te gaan, zij is overtuigd, dat juist de ervaringen in deze crisistijden opge daan ertoe zullen leiden, dat men eerlang al gemeen weder zal streven naar internationale samenwerking op breeden grondslag, als door den Volkenbond beoogd, en dat daardoor het belang der Staten en niet het minst van ons land zelf, tenslotte het best zal worden ge diend. De Minister vraagt zich af, of zij, die hun bevreemding uitspraken over het interview, dat hij aan de „Figaro" heeft toegestaan, inderdaad van den volledigen tekst, gelijk in dat blad op genomen, hebben kennis genomen. In dat geval zou hun z n gebleken, dat een uitlating, als zoude het nationaal-socialisme zijn te beschou wen als uiting van barbaarschheid, door hem geenszins is gedaan. Door hem is alleen ge zegd en hij heeft daarmee het oordeel van de geheele Regeering weergegeven dat hij een regime als dat van het nationaal-socialisme voor Nederland een ramp zou achten; uitdruk kelijk heeft hij hieraan toegevoegd, dat hij zich onthield van eenig oordeel uit te spreken over het regime in Duitschland. Den leden, die van oordeel zijn, dat de over heid de door het N.V.V. en de S.D.A.P. bevor derde boycot van Duitsche waren behoort te bestrijden, wijst de Minister er op, dat het hier een particuliere actie betreft, ten aanzien waar van men met ingr pen voorzichtig dient te zijn. Hoewel de Regeering een zoodanigen boycot afkeurt, en dit standpunt nog onverzwakt in neemt, kan zij toch bij de huidige haar ten dienste staande middelen niet verder gaan dan nauwlettend toezien, dat die actie niet buiten het particulier terrein treedt. Het treffen van een wettelijke regeling, die bestrijding van zoodanige boycot onmogelijk zou maken, is buitengewoon moeilijk; terzake is intusschen overleg geopend met den Minis ter van Justitie, tot wiens Departement de materie meer speciaal behoort. Naar aanleiding van het in het Voorloopig Verslag bedoelde bericht uit de „Saarbrücker Zeitung" zij medegedeeld, dat er aan de Regee ring niets van bekend is, dat pogingen zouden zijn gedaan om den zender te Hilversum „dienst baar te maken aan de anti-Duitsche propagan da". De Minister kan geenszins de juistheid er kennen van de klacht over geringe mate van bijstand, welke de Nederlandsche Regeering zou verleene'n aan landgenooten, die in Duitschland zijn gearresteerd. Het tegendeel is waar; Hr. Ms Gezant te Berlijn en de Nederlandsche Consuls in Duitschland hebben met prij zenswaardige activiteit in elk geval van arres tatie van Nederlanders, dat te hunner kennis werd gebracht, steeds aanstonds de betrokken Duitsche overheden gevraagd naar de gronden, waarop die arrestaties waren bevolen en, zoo daartoe aanleiding bestond, stappen gedaan voor de vrijlating der betrokken Nederlanders. Op de in het Voorloopig Verslag gestelde concrete vraag, of de Regeering bij de aanvan kelijk gevoerde onderhandelingen in 1919 geen bezwaar heeft gemaakt tegen het vervallen der bepalingen nopens België's neutraliteit, antwoordt de Minister als volgt: Inderdaad is daartegen geen bezwaar ingebracht. Ongetwij feld heeft de toen eveneens aanhangige op richting van den Volkenbond daarbij een be langrijke rol gespeeld. Nederland heeft sinds dien onderscheiden nieuwe waarborgen voor zijn veiligheid zien ontstaan. Met het oog op de compensatie, welke daarin ten behoeve van Nederland mag worden gezien voor het prac- tisch wegvallen van den veiligheidswaarborg, dien de verplichte onzijdigheid van België bood, is de Minister van oordeel, dat er voor Neder land geen aanleiding bestaat, bij de totstand koming van nieuwe verdragen aanspraak te doen gelden op nog andere waarborgen in stede van die, welke volgens de verdragen van 1839 ook voor de veiligheid van Nederland werden gegeven. Met betrekking tot de totstandkoming van De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, ar. Besier, concludeerde tot verwerping van het cassatieberoep van P. G. te Amsterdam, die op een kaartavond bij een ruzie om 3.75 zijn zwager, den filmoperateur A. T., met een mes zwaar mishandelde, waardoor het slachtoffer overleed en wegens poging tot doodslag door het Bof te Amsterdam is veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Arrest 12 Februari a.s. De heer Al bar da heeft aan den minister van Justitie de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat de Haariem- sche kringleider van de N.S.B., de heer van der Weyden, op Donderdag 1 Februari in een open bare vergadering te Haarlem heeft gezegd, dal de politie reeds in December door de N.S.B gewaarschuwd was, dat er een brand zou uit breken in de telefooncentrale te Amsterdam en dat er behalve in het gebouw der telefooncen trale ook in het huis daarnaast en eveneens in de kelders van het oude postkantoor een begin van brand was ontdekt, waaraan echter om politieke redenen geen ruchtbaarheid zou zijn gegeven? Wil de minister mededeelen, wat er van die beweringen waar is? een nieuw Nederlandsch-Belgisch verdrag merkt de Minister op, dat, terwijl hij alles zal doen, wat in zijn vermogen is om ertoe mede te werken dat deze aangelegenheid geen twist appel worde binnen de natie, hij de wensche- lijkheid voor Nederland en België der totstand koming van de zoolang nagestreefde herziening der verdragen van 1839 des te grooter acht, naarmate in Europa betreurenswaardige span ningen beide landen, aanleiding geven, de toe komst niet zonder zorg tegemoet te zien. De Minister blijft van oordeel, dat het aan- knoopen van diplomatieke betrekkingen met de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken voorshands niet aan de orde ware te stellen. De Regeering kan tot haar leedwezen geen initiatief nemen om te dezer zake een supple- toire begrooting in te dienen. Zij kan niet uit het oog verliezen, dat van 's Rijkswege reeds groote sommen worden besteed aan de beharti ging van de belangen van Nederlanders in Duitschland; voor de behoeftigen onder hen werd in 1933 bijna vier millioen gulden uitge geven. In hooger beroep is Maandag voor het Haag- sche Gerechtshof behandeld de zaak tegen den 19-jarigen kantoorbediende J. O. K. V., den 25- jarigen kantoorbediende H. v. d. L., den 25- jarigen koopman W. M. B., den 22-jarigen kantoorbediende W. P. H. en den 33-jarigen koopman J. T., allen uit Rotterdam, thans ge detineerd, die door de Rechtbank te Rotterdam, eerstgenoemde wegens verduistering, de overigen wegens heling zijn veroordeeld. V. tot 1 jaar, v. d. L. tot 1 jaar en 3 maanden, B. tot 10 maanden en H. en T. ieder tot 6 maanden ge vangenisstraf. Deze zaak betreft de verduistering op 21 Oc tober 1932 gepleegd door V., die als employé in dienst van de Compagnie d'Importations, op de Noordblaak te Rotterdam was uitgezonden met een 5-tal incasso's, tot een gezamenlijk bedrag van pl.m. 36.900 en toen op het kantoor terug kwam met de mededeeling, dat hij de porte feuille, waarin zich genoemd bedrag bevond, op het Hoofdpostkantoor had laten liggen. Bij nader onderzoek bleek het geld verdwenen en aanvankelijk kon in deze zaak geen licht wor den ontstoken. De Rotterdamsche politie bleef evenwel ac tief, zoodat geruimen tijd later het geval door haar tot klaarheid kon worden gebracht en toen bleek dat men met een misdadig opzet te doen had, waarbij de verdachte v. d. L. (de uit- lokker) de hoofdrol speelde. Daar het 'hier verschillende vonnissen be trof, werden de zaken afzonderlijk behandeld. Het eerst kwam voor de verdachte V., tegen wien 2 jaar geëischt werd. Daarna werd de zaak tegen den uitlokker v. d. L. behandeld. Ook deze verdachte bekende volledig en gaf als reden voor den opzet op, dat hij zoo weinig verdiende. De advocaat-generaal zeide, dat v. d. L. de ziel was van deze zaak, die oorspronkelijk door hem met V. is opgezet. Later heeft v. d. L. er ook anderen bij betrokken. Ook ten aanzien van dezen verdachte achtte spr. de opgelegde straf te licht, doch hij meende, dat deze niet hooger behoefte te zijn, dan die van T., omdat deze toch de uitvoerder is geweest. Derhalve eischte de advocaat-generaal ook in deze zaak 2 jaar gevangenisstraf. Tegen H. werd 6 maanden, tegen T. 1 jaar geëischt. In de namiddagzitting werd ten slotte de zaak behandeld tegen den verdachte W. M. B., die het geld verborgen had gehouden. Deze verdaghte, die eveneens de hem ten laste gelegde feiten toegaf, zeide, dat hij daartoe ge komen was, omdat hij binnenkort zijn betrek king zou verliezen. Mr. de Visser wees er op, dat deze verdachte aanvankelijk het geheele bedrag in een fiets- taschje verborg en het rijwiel daarna ging stal len in een inrichting aan de Delftsche Poort. Daarna heeft hij het geld te Antwerpen veilig gesteld, om vervolgens naar Zwitserland te gaan, om gereedschappen te koopen, welke zou den moeten dienen tot het vervaardigen van z.g. kunstvoorwerpen, doch spr. meende, dat dit ook het vervaardigen van valsch geld inhield. Ook ten aanzien van B. concludeerde de ad vocaat-generaal tot strafverhooging en wel tot 1 jaar en 3 maanden gevangenisstraf. Mr. E. Bonn Jr. concludeerde tot bevestiging van het vonnis der rechtbank. Het Hof zal op 17 dezer arrest wijzen. De besprekingen zijn, naar de „Maasbode" verneemt, Maandag in Den Haag voortgezet. De Nederlandsche delegatie staat onder lei ding van dr. A. Th. Lamping, directeur van den Economischen Voorlichtingsdienst. Voorts maken er deel van uit de heeren H. A. Hooft, referendaris aan het departement van Buiten landsche Zaken, ir. R. P. Bonthuis, hoofd van den buitenlandschen landbouw-voorlichtings- dienst en mr. H. van Romburgh, hoofd der handelsafdeeling van Hr. Ms. gezantschap te Brussel. De Belgische delegatie staat onder leiding van den heer Suetens, directeur der handels afdeeling van het Belgische departement van Buitenlandsche Zaken, terwijl er verder deel van uitmaken de heeren Gérard, inspecteur- generaal van het departement van Industrie, Henri, directeur-generaal van het departement van Landbouw, en van Iseghem, gezantschaps- raad der Belgische legatie te Den Haag. Van de Nederlandsche delegatie maken geen deel uit personen uit industrieele of landbouw- kringen. Voor zoover noodig zullen deze ge raadpleegd worden. Tot nu toe is dat bij de N ederlandschBelgische onderhandelingen slechts één maal voorgekomen. Naar de „Telegraaf" verneemt, is een der hoofdpunten, waarover de Nederlandsche en Belgische regesringen in de laatste weken be sprekingen hebben gevoerd, de contingenteering van aardappelen Nederland heeft ten aanzien van de door België getroffen contingenteerings- regeling verschillende grieven. België wijkt namelijk af van het algemeen gebruik, dat een dergelijk contingent door het exporteerende land wordt geadministreerd. Het wil de administratie zelf in handen houden, hetgeen beteekent dat België zelf consenten aan Belgische importeurs afgeeft in plaats van, zooals in een dergelijk geval gebruikelijk is, Nederland aan de Nederlandsche exporteurs. Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van Suriname 1934. Ontleend is daaraan De omstandigheid, dat de Koloniale Staten nog vrijheid hadden gevonden om enkele pos ten van de ontwerp-begrooting te verhoogen, kon voor den minister bezwaarlijk een reden zijn om van de vermindering van de Rijks bijdrage af te zien. De vraag of het oogenblik niet gekomen is, de schuld van Suriname aan het Rijk te annu- leeren of althans de rente van die schuld kwijt te schelden, moet de minister ontkennend be antwoorden. De huidige onzekere omstandig heden bieden daarvoor niet de geschikte ge legenheid. Op de beschouwingen aangaande een „wel vaartsplan" merkt de minister op, dat het aan vatten en doorzetten van hetgeen als wensche- lijk en mogelijk voor de hand ligt, meer prac- tisch nut zal afwerpen dan een „opbouw" van Suriname op papier. Nochtans zal de minister den gouverneur uitnoodigen, ten deze van zijn zienswijze te doen blijken. De minister is van oordeel, dat de verschil lende groepen, die plannen tot emigratie naar Suriname koesteren, goed zouden doen tot één groote organisatie te komen met genoegzame middelen om van de uitvoering der plannen redelijkerwijze succes te mogen verwachten. Eerst na de totstandkoming van zoodanige particuliere organisatie is voor de regeering het oogenblik aangebroken om de vraag onder de oogen te zien op welke wijze zij tot het wel slagen zou kunnen medewerken. Aan de bevordering van de plaatsing van Su- rinaamsche artikelen in Nederland wordt ern stig aandacht geschonken. De minister heeft vooralsnog niet den indruk, dat in de laatste jaren een onderwijspolitiek gevoerd zou zijn, welke de gelijkbekostiging in het gedrang zou hebben gebracht en het on derwijs noodeloos kostbaar zou hebben ge maakt. Hij is intusschen voornemens ten aan zien van deze aangelegenheid de bijzondere aandacht van den nieuwen landvoogd te vra gen. De minister is bereid den gouverneur inlich tingen te vragen omtrent de gevolgen van plaats gehad hebbende bezuinigingen. Een voorontwerp voor een bouw- en woning- verordening is in voorbereiding. De drie regelingen inzake anti-revolutie-wet geving zijn 24 November 1933 in werking ge treden. Met het inzicht der Koloniale Staten is bij deze vaststelling geen rekening gehouden, omdat noch de vorige gouverneur, noch de mi nister daarmede konden instemmen. Het laat zich aanzien, dat binnenkort de hand zal kunnen worden gelegd op een ge schikte kracht, die als ingenieur kan worden uitgezonden in verband met de irrigatie. De minister acht geen grond aanwezig voor De baan te Berchtesgaden, waar de ski-kampioenschappen gehouden werden de meening, dat in den laatsten tijd ln Suri name de opkomende stroomingen in het volks leven te veel zouden worden tegengegaan. De onlangs afgetreden directeur van Bin- nenlandsch Bestuur in Ned. Indië, de heer Muhlenfeld, vertrekt eerstdaags naar West-In- dië met een opdracht om zich in Suriname en Curacao op de hoogte te stellen van de toe standen aldaar, zulks in het belang van de voorbereiding van regelingen op administratief gebied met betrekking tot die gewesten. Voor den duur van die opdracht is hem een maan- deiyksche toelage toegekend. Ingediend is een wetsontwerp, waarbij wordt voorgesteld met ingang van 1 Juli 1934 het verhaal voor bijdragen voor eigen pensioen te verhoogen van 3 op 4% pCt. Deze verruiming van het verhaal zal niet worden toegepast over het verschil van den pensioengrondslag ex art. 150 en dien ex art. 33 der Pensioenwet. Voorts wordt voorgesteld het verhaal voor eigen- en voor gezinspensioen imperatief te stellen. Verder is bepaald, dat voor een ambtenaar, in dienst op 31 December 1933, die op dezen datum den 58-jarigen leeftijd heeft bereikt, het hem als oud-ambtenaar toekomende totale pen sioen, voor zoover het recht daarop is verkregen na 1 Januari 1934, niet minder bedraagt dan het uitgestelde pensioen zou bedragen, indien hij uit alle op 31 December 1933 bekleede be trekkingen met ingang van 1 Januari 1934 eer vol, niet op eigen verzoek, ware ontslagen en geen herplaatsing ware gevolgd. l'.M'M,'*,':"! V» - j v»-e Een nieuwe race-auto, geconstrueerd door dr. F. Porsche. Bij het proefrijden voldeed de wagen uitstekend BELGRADO, 5 Febr. Omtrent den inhoud van het gisteren geparafeerde Balkanpact we ten de bladen te melden, dat bij de onderhan delingen de opvatting, welke een vergaande wederzijdsche garantie van de grenzen tegen over Bulgarije, doch ook tegenover andere sta ten eischt, ten volle tot haar recht is geko men. De officieuse „Wreme" schrijft, dat Joegosla vië, Roemenië, Griekenland en Turkije de we derzijdsche garantie voor eikaars politieken en territorialen status quo op zich hebben geno men en zich bovendien verplicht hebben tot volledige solidariteit ten aanzien van alle eco nomische en handels-politieke kwesties, die voor de vier landen van belang zijn. De politie ke gevolgen van deze overeenkomst zijn van groote beteekenis. De mogendheden, die haar onderteekend hebben, behoeven voortaan niet meer voor hun veiligheid te vreezen, aangezien zij met vereende krachten hun belangen zullen verdedigen. Bulgarije kan tot het pact toetre den wanneer het van meening is, dat het zijn plicht is, aan den vrede op den Balkan mede te werken. Ook de „Politika" weet mede te deelen, dat de vier mogendheden alle garanties op zich hebben genomen om eikaars wederzijdsch ter ritoriaal bezit te waarborgen. Het blad vraagt zich af, of Sofia ook verder „in het kielwater van vreemde intriges wil zwemmen" of zich bij voldongen feiten zal willen neerleggen en zich bij zijn buren voegen. De aarzelende politiek van thans is voor Bulgarije vruchteloos. Slechts toetreden tot het Balkanpact is de reddende oplossing. Beide bladen wijzen op de beteekenis van het pact tegenover de toenemende onmacht van den Volkenbond en de ontwapeningsonderhan delingen. PARIJS, 5 Febr. (Reuter). In welingelichte Fransche kringen is men van oordeel, dat het Balkanpact beantwoordt aan de traditioneele opvattingen van Frankrijk, daar het door hand having van den op den Balkan bestaanden ter ritorialen toestand pacificatie brengt op een tot dusver bijzonder onrustige plek in Epropa. Er wordt op gewezen, dat deze verzoening het werk der Balkanvolken zelf is, hetgeen eveneens in overeenstemming is met het beginsel der souvereiniteit, welke door de Fransche regee ring bij haar internationale actie wordt geëer biedigd. Hulde wordt gebracht aan de Joego-Slavische regeering, die tot het pact is toegetreden, niet tegenstaande het feit Bulgarije momenteel af zijdig blijft. De wensch wordt geuit van een spoedig toetreden van Bulgarije. De door Turkije bij de uitwerking van het pact gespeelde rol wordt beschouwd als Tur- kije's terugkeer in den Europeeschen diploma- tieken arbeid. Turkije toont aldus zijn invloed op de organisatie van den vrede in een gebied, waarin het zoo vaak heeft moeten strijden. LONDEN, 5 Febr. (Reuter). Sir John Simon heeft in het Lagerhuis ten aanzien van de pa rafeering van het Balkanspact verklaard, dat de diplomatieke vertegenwoordigers van Groot- Brittannië, krachtens de hun gegeven instructie, de regeeringen def bij het pact geïnteresseerde landen er van in kennis hebben gesteld, dat de Britsche regeering ieder pact tusschen de Balkanstaten zal toejuichen, hetwelk een alge- meene pacificatie nastreeft en niet gericht is tegen een of andere mogendheid. Uit dien hoofde noemde de Britsche minister het wenschelijk, dat de verdragsbepalingen zoodanig zullen wor den geredigeerd, dat ook Bulgarije tot het pact kan toetreden. Na verschillende besprekingen en verga deringen is een groote combinatie tot stand gekomen, die het hetstel der Am- sterdamsche diamantnijverheid beoogt. Men heeft daarbij de krachtige medewerking van Rijk en Gemeente gehad en de Amster- damsche Bank zal de financiering van de nieuwe regeling op zich nemen Deze nieuwe regeling vervangt het bekende plan-Douwes. Nagenoeg alle firma's, die onder het plan Douwes werkten, hebben zich thans aaneengesloten tot het ten uitvoer leggen van de nieuwe regeling, die het diamantbedrijf op veel breeder basis omvat. Naast bewerking zul len ook in- en verkoop behandeld worden. Het ligt in de bedoeling geleidelijk ongeveer 2500 diamantbewerkers aan het werk te laten gaan. Een bedrag van ƒ6.000.000 is voor deze onder neming voorloopig beschikbaar gesteld. De leiding van deze nieuwe regeling tusschen werkgevers en werknemers berust bij een Com missie van Toezicht, bestaande uit de heeren A. Asscher, lid der firma I. J. Asscher. voor zitter, dr. ir. A. H. W. Hacke, directeur-generaal van den Arbeid, Den Haag, G. Baas Kzn. wet houder van Amsterdam en dr. H. Polak, voor zitter van den A. N D. B. Sub-commissies worden ingesteld, o.a. voor loonregeling, prijsbepaling en verkoop-politiek. Het ruw wordt centraal ingekocht en daar na ter bewerking verdeeld over de verschillen de fabrieken hier ter stede, op de volgende basis: De overheidstoeslag per arbeider per week in de kleinere goederen, die tot nu toe gemiddeld 13.50 was, is teruggebracht tot gemiddeld 10, gedurende de eerstkomende 6 maanden, in het daarop volgend kwartaal 8 en daarna elk kwartaal 1 minder. Zooals voorheen, worden grovere goederen zonder overheidssteun be werkt. Het geslepen product wordt weder gecentrali seerd voor sorteering, prijsbepaling en verkoop: de centrale daarvoor wordt in het gebouw der firma Asscher, in de Tolstraat gevestigd. Van groote beteekenis is de door deze re geling verkregen beperking der onderlinge concurrentie in het geslepen product. Het ligt in de bedoeling te streven naar samen werking met België. Bij het vele werk, dat voorafging aan het tot stand komen dezer onderneming, onder vonden da leiders, zoowel van werkgevers als van werknemers-zijde in de diamant-indus trie den krachtigen en hoog gewaardeerden steun van de Ministers Slotemaker de Bruine en Oud en van den Burgemeester van Amster dam, terwijl zij de zaakkundige en doortastende medewerking van den heer dr. Ir. Hacke, Di recteur-Generaal van den Arbeid, eveneens ten zeerste op prijs hebben leeren stellen. In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer nopens de begrooting 1934 Departement van Koloniën, zegt de Minister, dat het in theorie juist moge zijn, dat emigratie naar de West-Indische gebieds- deelen, met het doel zich aldaar voor goed te vestigen, zeer wel mogelijk is, indien maar de betrokkenen onvatbaar worden gemaakt voor aldaar heerschende tropische ziekten, maar daarmede is het vraagstuk niet opgelost. Voor eerst ontbreekt de zekerheid van die onvat baarheid voor tropische ziekten en ten andere zou, ook al bestond zoodanige zekerheid, daar door nog niet uitgemaakt zijfa, dat de Europee- sche kolonisten zich ook economisch een rede lijk bestaan zouden kunnen verwerven. Benoeming van nieuwe hoofdambtenaren bij het Departement van Koloniën, heeft in den laatsten tijd in het geheel niet plaats gehad. Wel zijn een tweetal nog aan den Indischen dienst verbonden hoofdambtenaren tijdelijk be last met werkzaamheden, waarvoor zij door den minister bijzonder geschikt werden geacht, hoewel hun politieke gezindheid hem bekend was. Bij het Departement van Koloniën zijn, voor zoover bekend, geen ambtenaren werkzaam, die thans nog lid zijn van de Communistische Partij Holland. Het gerechtshof te Den Bosch bevestigde in hooger beroep het vonnis der rechtbank te Roer mond, waarbij A. J. M. v. E., fabrieksarbeider te Tegelen, gedetineerd, veroordeeld were tot 4 Jaar gevangenisstraf wegens poging tot dood slag op de weduwe BurgersVerhaegh te Tege len. Verdachte was in der. nacht in de wonir.g der weduwe komen binnendringen om te stelen. Toen zij hem in haar slaapkamer zag staan be gon zij te gillen, waarna verdachte éen aarden pot op haar hoofd stuk sloeg. Hij nam de vlucht toen zjj het electrisch licht optrok. De afdeeling Amsterdam van „Horecaf" heeft aan den gemeenteraad geadresseerd naar aan leiding van de plannen tot vestiging van een hotel op den Dam. In tijden als deze waarin 't niet meer van het particulier initiatief, maar van de objectieve omstandigheden afhangt of omzetten kunnen worden vermeerderd en win sten kunnen worden gemaakt, kan aan dit par ticuliere initiatief niet meer de volledige vrije hand worden gelaten, omdat het niet meer ten voordeele van het algemeen belang kan werken, maar uitsluitend negatief concurreerend, d.w z. ten nadeele van de bestaande bedrijven, aldus adressante. Concreet beteekent dit, dat het nieuwe hotel-, café-restaurant niet zal voorzien in een be hoefte, niet tengevolge hebben zal verbetering van de accommodatie van hotels en restau rants, omdat deze voor de huidige begrippen toch al ten top is gevoerd. Het gevolg zal uit sluitend zijn, dat de omzetten van de bestaande bedrijven zonder eenige, door het algemeen be lang geboden noodzaak, voor een groot deel naar de nieuwe inrichting worden verplaatst. Natuurlijk worden daardoor de levenskansen van de bestaande inrichtingen nog weer ver minderd. In de laatste jaren is het ook in Amsterdam bij herhaling voorgekomen, dat nieuwe hotels niet zijn afgebouwd zonder belangrijke stag natie, zonder faillissement en zonder buitenge woon groot economisch nadeel voor zeer veel betrokkenen en ook voor de gemeente zelf. Adr. dringt er bij den raad op aan in dien zin te beslissen, dat medewerking aan de tot standkoming van het bedoelde hotel wordt uit gesteld, totdat de economische verhoudingen zióh ten gunste zullen hebben gewijzigd. TOKIO, 5 Febr. (V.D.) Het Japansche mi nisterie van buitenlandsche zaken weigerde zich uit te laten over de redevoering die de Russische Volkscommissaris van Oorlog Wo rosjilow voor het Partijcongres der Russische Communistische Partij heeft gehouden. Een hoog geplaatst ambtenaar gaf als zijn persoon lijken indruk na een langdurig verblijf te Moskou als kanselier der Japansche ambassade aldaar: „Hoe meer de Russen spreken hoe minder zij zijn voorbereid. De Russische lei ders maken blijkbaar groote drukte, omdat zij overtuigd zijn dat Japan niet de bedoeling heeft te vechten. Wanneer zij het stilzwijgen bewaarden, zou Japan zich misschien onge rust moeten maken". En hij voegde er aan toe: „Het is voor Japan beter te zwijgen en voor bereid te zijn op een aanval van Rusland". TOKIO, 5 Febr. (V.D.) De geheele Ja pansche pers publiceert de redevoering van den Volkscommissaris van Oorlog, Worosjilow. De „Tokio Nisji Nisji" verklaart, dat er thans een einde komt aan het geduld der Japansche openbare meening. Ook de overige bladen ne men een afwijzende houding aan. I •"■StriO MOSKOU, 5 Februari (V.D.) De Japansche ambassadeur te Moskou Ota heeft een oezoek gebracht aan den Volkscommissaris voor buiten landsche zaken Litwinof, ter bespreking van den politieken toestand in het Verre Oosten. BOEKAREST, 5 Febr. (V. D.) De politie heeft gisteren te Boekarest den eersten onder- leider van de IJzeren Garde, Motca, gearres teerd. Motca had zich tot nog toe verborgen gehouden, doch blijkbaar hebben aanhangers zijn verblijfplaats verraden. De leider der IJzeren Garde, Zella Codrieanu, en de leider van de z.g. „doodsafdeeling" van de Garde, Szilagy, worden nog gezocht. BOEKAREST, 5 Febr. (V. D.) Twee sleden met 6 personen erin zijn bij het overtrekken van de bevroren rivier Ceaga in Bessarabië door het ijs gezakt. Alle inzittenden verdron ken. In de eerste slede bevonden zich twee zus ters met hun echtgenooten. Een der vrouwen had een kind in de armen, dat juist gedoopt was In de tweede slede zat de vader van de beide vrouwen. Toen de eerste slede op de rivier kwam, brak het ijs en paarden en menschen, schoven onder water. De moeder had de tegen-' woordigheid van geest het in een dikke pels gewikkelde kind op het ijs te werpen. De grootvader probeerde het kind te redden, doch toen het kind door hem gered was, zakten bei den door het ijs. WASHINGTON, 5 Febr. (Reuter) Volgens speciale dagbladcorrespondenten zou in kringen van het ministerie van Financiën beweerd zijn, dat het dollar-stabilisatie-fonds om onbekende redenen nog niet werd gevormd. WASHINGTON, 5 Febr. (V.D.) De demo cratische senator van New-York Wagner en de afgevaardigde van Maryland Lewis hebben te zamen een initiatief-wetsontwerp uitgewerkt, dat heden bij het Congres zal worden ingediend, en waarin wordt voorgesteld bij alle werkge vers een loon- of salarisbelasting te heffen, welker opbrengst moet ^jenen ter bestrijding van den werkloozensteun in de verschillende staten en eventueel een inleiding zou kunnen vormen voor de invoering van een geregelde werkloozen-verzekering. Van de nieuwe belasting zouden zijn uitge zonderd alle werkgevers met zeer lage inko mens, landbouwpersoneel, huispersoneel en zie kenhuispersoneel. Naar wij vernemen zal de nieuwe luchtver- binding van Amsterdam op Huil, welke 1 Juni a.s. wordt geopend, op dienzelfden datum wor den doorgetrokken naar Liverpool. De toestemming van de Britsche autoriteiten (voor deze doortrekking is reeds aangevraagd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 7