DIAMANT Om het wereldkampioenschap schaken Chamberlain waarschuwt Duitschland NJS.B.-secretaris voor de keuze Werkloozensteun ALS WIJ CONCESSIES DOEN...." BOTER EN KAAS NAAR DUITSCHLAND WERKLOOSHEID TIJDENS DE VORST EEN WEDSTRIJD EUWE- ALJECHIN Bak- en Braadvet Hi DONDERDAG 8 FEBRUARI Duitschland moet bewijzendat het geen agressieve plannen heeft tegen een of andere natie Eden over den toestand in Oostenrijk Wijziging van het Februari- contingent VISSCHERIJ-TENTOON- STELLING STRIJD TUSSCHEN TREIN EN AUTO De kassen der bouwvakarbeiders hebben er groote tekorten door gekregen 45 cis p. pond - 22 cis p. half pond Zal de ambtenaar van Geelkerken worden ontslagen? In- en uitvoer over Januari Voor rekening van het Rijk? Steun uit gemeentekas Geen bezwaar om raadslid te zijn handelsverkeer met RUSLAND Centraal Bureau in het leven geroepen WÊmSm. Dr, Aljechin In October 1935 zou deze twee kamp, die uit dertig wedstrij den bestaat, een aan vang nemen Een verklaring van den titelhouder Verruwing van zeden In de eerste plaats moeten de gemeentebesturen voor zieningen treffen Tegemoetkomende houding Dr, Max Euwe Bij herstel van vroegere onjuiste belastingaangiften DE DOLLARLEENINGEN Gelegenheid tot omruiling De Minister van Sociale Zaken geeft nog eenige aanvullen de cijfers De kosten onevenredig gestegen Bacon naar Engeland Een algeheele herziening van het contract is dringend noodig TEGEN PUBLICATIE Ontslagen notaris dient aanklacht in LONDEN, 7 Febr. (Reuter.) In het verder verloop van de gisteren gehouden debatten in het Lagerhuis heeft ook de oud-minister van Buitenlandsche Za ken, Sir Austen Chamberlain, nog een verklaring af gelegd, waarin hij o. a. het volgende zeide: Ik heb nimmer het recht van Duitschland op be wapeningspariteit erkend en ik aan vaard geenerlei verantwoordelijk heid voor de con cessies, welke zijn gedaan en waar van de aard en de omvang maar al te vaak worden ver geten. Chamberlain leg de vervolgens den nadruk op den ernst der ver plichtingen. welke zijn neergelegd in artikel 9 van het Britsche memo randum en be trekking hebben op het probleem der veiligheid. Hij verklaarde, dat de ze verplichtingen ongetwijfeld zou den worden nagekomen, wanneer zij door Groot-Brittannië worden aanvaard. Mijn opvatting is, dat het land nooit bereid Chamberlain zal zijn, zich bepaald te binden aan bijzondere acties in gevallen, welke niet in het minst voorzien kunnen worden, en dat geen enkele Britsche regeering dergelijke waarborgen zou kunnen aanbieden. Sir Austen verklaarde verder voldaan te zijn over het Poolsch-Duitsche accoord, maar Duitschland heeft zich reeds verplicht niet zijn toevlucht te, nemen tot geweld door het Kel- loggpact en het verdrag van Locamo. Het is van het allergrootste belang, aldus Chamber lain, dat Duitschland begrijpt, dat, indien wij trachten concessies te doen, deze de zaak van den vrede moeten dienen en dat op geen en kele andere voorwaarde concessies zullen wor den gedaan. Het oogenblik is gekomen, om Duitschland loyaal te waarschuwen, dat de eenige voorwaarde voor de aanvaarding van zijn eisch is, dat het bewijst, geen enkel agres sief plan te hebben tegen de onafhankelijkheid van onverschillig welke natie, zfj het met de macht van de wapens, of met de macht van de propaganda. (Applaus.) Chamberlain acht het van het allergrootste belang, dat het karakter van de gedemilitari seerde zóne gehandhaafd blijft. Hij verzoekt de regeering ten slotte nadrukkelijk elke inter pretatie van de hand te wijzen, welke zou im- pllceeren, dat Groot-Brittannië vlootpanteit met Duitschland heeft aanvaard oi zal aanvaarden Sir John Simon antwoordde, dat in de voor stellen, het witboek of de opvattingen van de regeering niet in het minst gedacht is aan de een of andere wijziging van de gedemilitari seerde zóne. Indien ik bij vergissing de uitdruk king gelijkheid van bewapening heb gebruikt, wilde ik in werkelijkheid zeggen gelijkheid van rechten ten aanzien van de bewapening. Wat de bewapening ter zee betreft, deze kwestie staat geheel op zichzelf en zal in afzonderlijke besprekingen worden behandeld. Over Oostenrijk zeide de lord privy seal. Eden, dat er een wijziging in den toestand is gekomen, sedert sir John Simon in December j.l. zijn verklaring heeft afgelegd. Oostenrijk staat op het punt zijn geschil met Duitschland aan den Volkenbond voor te leggen. De Brit sche regeering zal die klacht tezamen met de andere Raadsleden moeten bestudeeren. Elk optreden zal gemeenschappelijk moeten ge schieden, overeenkomstig de beslissing van den Volkenbondsraad en niet door de regeeringen afzonderlijk. De houding van Engeland in den Raad zal geleid worden door het in de ver klaring van minister Simon uiteengezette be ginsel. Hoewel de Britsche regeering zich niet be hoort te mengen ip de binnenlandsche aange legenheden van andere leden, kan zij toch zeg gen, dat Oostenrijk het recht heeft, dat Enge land ten volle erkent, te vragen, dat geen en kele andere regeering zich mengt in zijn bin nenlandsche zaken. Het debat eindigde, zonder dat tot stemming werd overgegaan. De gemengde Duitsch-Nederlandsche Commis sie ter bevordering van de wederzijdsche be langen op zuivelgebied, genoemd in het Duitsch- Nederlandsch handelsverdrag van 15 December 1933, kwam op 6 Februari 1934 bijeen ter be spreking van den boter- en kaasuitvoer uit Nederland naar Duitschland. Het resultaat van deze gedachtenwisseling kan als volgt worden samengevat: De huidige voorziening der Duitsche boter markt maakt het in het belang van beide lan den wenschelijk, dat de uitvoer van boter uit Nederland naar Duitschland in de maand Febr. geringer is, dan de hoeveelheid, die overeen zou komen met het voor deze maand beschikbare aandeel in het totale jaarcontingent. Den Nederlandschen exporteurs wordt daarom In overweging gegeven om een gedeelte van het Februari-contingent zoo mogelijk eerst in Maart te leveren. Gelet op den huidigen toestand van de Duit sche botermarkt, wordt voor Nederlandsche boter thans een prijs van 112 per 100 K.G. wenschelijk geacht. Deze prijs heeft betrekking op levering aan den groothandel, franco Duit sche grens. De huidige voorziening van de Duitsche kaasmarkt maakt het mogelijk om in Februari meer kaas uit Nederland naar Duitschland uit te voeren, dan overeen zou komen met het voor de maand Februari beschikbare aandeel in het totale jaarcontingent. In verband hiermede zullen in de maand Febr voor een beperkt gedeelte der voor Maart be schikbare hoeveelheid „Uebemahmescheine" voor Nederlandsche kaas worden afgegeven en zal den Nederlandschen exporteurs in over weging worden gegeven om van de hiermede geboden gelegenheid tot verhooging van den Invoer in Februari gebruik te maken. De op grond van deze regeling vroeger af te geven „Uebemahmescheine" zullen ook in Maart ge bruikt kunnen worden. In den loop van dezen zomer zal te Ancona, een der belangrijkste havensteden aan de Adriatische zee, de tweede Adriatische Vissche- rij-tentoonstelling worden gehouden. Het doel van deze tentoonstelling is niet uit sluitend op den voorgrond te plaatsen wat Ita lië in de laatste Jaren op het gebied van vis- scherij heeft voortgebracht, maar tevens aan Italiaansche belangsce.'lenden de mogelijkheid te openen zich cp de hoogte te stellen van ae outillage, welke te dien opzichte in het buiten land bestaat in landen, die op het onderha vige gebied ervaring hebben en voorts gelegen heid te bieden relaties aan te knoopen. De tentoonstelling biedt gelegenheid voor deelneming van firma's gespecialiseerd op de levering van: Scheepvaartmotoren, koelmachines, grooteen kleine manoen en kistjes, gezouten en gecon serveerde visch, brandbluschtoestellen, ankers, kettingen, klinkhouten, spijkers, schroefwer- ken en.z. schepen, kurk, blikken doozen, roei riemen en andere houten voorwerpen,, bitu men, teer, pek, asphalt, stopverf, verven en vernissen voor scheepsbouw, minerale, oliën, lijnoliën, glaswerk, linnen voor zeilen, canvas en linnen weefsels, vischnetten, metalen ka bels, electrische bakinstallaties voor het bak ken van visch, rubber voorwerpen, regenjas sen, hooge laarzen enz. Bij voldoende daadwerkelijke belangstellitM» van Nederlandsche zijde, zal het bestuur veSI de Ned. Vereeniging voor Tentoonstellingsbe- langen, teneinde er voor zorg te dragen, dat de belangen van de Nederlandsche deelnemers zoo goed mogelijk worden behartigd en de kosten zoo laag mogelijk worden gehouden, de leiding van de collectieve Nederlandsche inzending op zich nemen. Belangstellenden wordt verzocht zich nader in verbinding te stellen met het Bestuur van de Nederlandsche Vereeniging voor Tentoon- stellingsbelangen. Badhuisweg 145, Den Haag. Dezer dagen vernam „Het Rechte Spoor" een staaltje van uitbuiting van personeel van een aifto-vrachtdienst, dat aan het ongelooflijke grenst. Op den wagen zitten twee man, waarvan slechts één chauffeeren kan. Regeling van diensttijd is onbekend, evenmin van rusttijd. Hoe de „rusttijd" geregeld is, moge blijken hier uit, dat de menschen na een diensttijd van bijna 18 uren 's morgens om 5 uur op hun standplaats aankwamen en om 6 uur, zonder zelfs gelegenheid te krijgen zich eerst thuis even te kunnen „opfrisschen", weer maar op nieuw „op stap" moesten. Het is vaak zoo erg, dat een uur op den weg gestopt wordt om den chauffeur even een dutje te laten doen, omdat hij achter het stuur In slaap valt. Als de chauffeur dan even een dutje doet, moet de ander zorgen om wakker te blijven, om het gevaar te ontloopen, dat ze beiden uren achtereen in den stilstaanden wagen blij ven slapen! En dat alles voor een loontje van 13 gulden per week, terwijl ze in iedere week een ar beidstijd van twee weken moeten maken. Zóó kunnen de vrachtauto's wel concurree- ren, concludeert het blad. In verband met de goedkeuring op de wijzi gingen in het ambtenarenreglement der pro vincie Utrecht, hebben Ged. Staten van Utrecht, onder dagteekening van 6 dezer, een brief ge schreven aan den heer C. van Geelkerken, com- mftes ter provinciale griffie en algemeen secre taris van den N.S.B. In dezen brief deelen zij hem, aldus lezen we in „Het Handelsblad" mede, dat zy, met het oog op art. 27 A lid 2 van het Ambtenarenreglement hebben besloten, amb tenaren die van een verboden vereeniging lid zijn en bij dit lidmaatschap volharden, uit den dienst der provincie te ontslaan. In verband daarmee verzoeken zij hem vóór 20 Februari mee te deelen of hij bij het lidmaatschap van den N.S.B. volhardt. Mocht dit niet 't geval zijn, dan verzoeken zij hem daarvan te doen blijken vóór genoemden datum en een daartoe strek kende verklaring te onderteekenen. In het tegenovergestelde geval schrijven Ged. Staten zouden wij ons genoodzaakt zien u eervol ontslag uit den provincialen dienst te verleenen met ingang van 1 Mei 1934. 6 De daarop betrekking hebbende verklaring, die niet alleen aan den heer Van Geelkerken is toegezonden, maar tot alle ambtenaren en be ambten in de provincie Utrecht werd gericht, luidt als volgt: „De ondergeteekénde verklaart geen lid te zijn, noch te zullen worden van een der ver- eeniglngen genoemd in den brief van Ged. Sta ten van 6 Februari 1934, eerste afd. no. 305/354 en belooft tevens aan geen der bedoelde ver- eenigingen of aan een van haar uitgaande actie op eenigerlei wijze medewerking of steun te ver leenen." De ambtenaar die onverhoopt niet bereid of in staat mocht zijn een zoodanige verklaring af te leggen, wordt uitgenoodigd dit eveneens voor 20 Februari a.s. aan Ged. Staten mee te deelen onder opgave van de verboden vereeniging waar van hij lid is. Blijkens mededeeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg de waarde van den Nederlandschen invoer (zonder goud en zilver over Januari 100 millioen (v.m. 108 millioen) De waarde van den uitvoer beliep over Jan ƒ56 millioen (v.m. 52 millioen). Het percentage van den invoer, gedekt door uitvoer, bedroeg over Januari 55.4 (v.m. 48.6). De invoer van goud en zilver over Januari beliep ƒ3.730.475 en de uitvoer ƒ24.733.271. De r.k. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph" en de Alg. Ned. Bouwvakarbeidersbond nebben den minister van sociale zaken in een adres op het volgende gewezen: „Nu de besturen van den Alg. Ned. Bouwvak arbeidersbond en den r.k. Bouwvakarbeiders bond „St. Joseph" in staat zijn de financieele uitkomsten hunner werkloozenkassen over '33 te overzien, blijkt hun, dat zij met een nadeelig saldo van ruim honderdduizend gulden ieder hun rekening sluiten. Dit nadeelig saldo is uitsluitend een gevolg van de buitengewoon ongunstige December maand, toen ten gevolge van de vorst de werk loosheid enorm toenam en dientengevolge de uitkeeringen belangrijk boven de gemaakte be grooting uitgingen. Onze besturen zouden hun begrooting op 200 pCt. subsidie gebaseerd hebbende, een sluitende rekening hebben verkregen, indien niet boven genoemde oorzaak een spaak in het wiel had gestoken. Waar dit nu het geval is en het tekort der halve aan omstandigheden moet worden toe geschreven, waarmede onze besturen redelijker wijze niet in die mate behoefden te rekenen, daar schijnt het ons alleszins verdedigbaar, wanneer het rijk dit tekort geheel voor zijn re kening neemt. Uitgaande van dezen gedachtengang, verzoe ken wij uwe Excellentie dan ook dringend onze opvatting ernstig te willen overwegen, terwijl, naar wij vertrouwen, het resultaat van die overweging zal zijn, dat metterdaad het boven gesignaleerde tekort wordt overgenomen De heer W. H. D., lid van den raad der ge meente Didam, was bij besluit van dien raad ge schorst in zijn functie uit hoofde van het feit, dat hij steun genoot uit de gemeentekas, het geen de raad op grond van artikel 26 der ge meentewet niet vereenigbaar achtte met de uit oefening van functie van raadsiid. Ged. Staten van Gelderland hebben dit raads besluit opgeheven uit overweging, dat hier geen sprake is van het „deelnemen aan pacht van gemeentegoederen of inkomsten," waarvan art. 26 spreekt. Bij Koninklijk Besluit is thans het door den raad van Didam tegen voormeld besluit van Ged. Staten ingestelde beroep, ongegrond ver klaard. Het Ned. Correspondentiebureau heeft zich op de hoogte gesteld omtrent den stand van de onderhandelingen, die namens een comité, om vattende de belangrijkste Nederlandsche en Ne- Woensdagmiddag Is te Amsterdam door den voorzitter van den Nederlandschen Schaakbond, den heer Van Trotsenburg, een commissie ge ïnstalleerd, die zich tot taak heeft gesteld om in 1935 een schaakmatch te organiseeren voor het wereldkampioenschap tusschen den titel houder Aljechin en den Nederlandschen kam pioen dr. Euwe. Deze commissie is als volgt samengesteld: voorzitter mr. Levenbach; se cretaris-penningmeester H. van Dam en leden de heeren Liket, van Harten en Éggink. De voorzitter van deze commissie, mr. Leven bach, gaf in een conferentie tegenover pers vertegenwoordigers een uiteenzetting, hoe men tot het plan, om een match om het wereldkam pioenschap te organiseeren, was gekomen. Bin nenkort vindt de tweekamp Aljechin—Bogol- jubow plaats, voor welken wedstrijd eveneens de titel op het spel staat. Mocht Aljechin den wedstrijd winnen, dan zou een ontmoeting tus schen Aljechin en Euwe plaats kunnen vinden. Het is bekend, dat dr. Euwe zich in Juli 1933 uit de beslommeringen van het actieve schaakleven heeft teruggetrokken, voor twee jaar, naar hij toen zeide. Hij had rust noodig, om zich te verdiepen in het schaakspel door studie; hij heeft dien tijd noodig om zijn groote gaven tot rijpheid te laten komen. In 1935, wanneer de twee Jaren om zijn, voelt hij zich in staat zich in een tweekamp met Aljechin te meten. En zoo is, aldus deelde mr. Levenbach mede, het plan opgekomen voor den strijd tusschen Aljechin en Euwe. Door dr. Euwe zijn toen een viertal vragen aan Aljechin gesteld, welke vragen eigenlijk de voorwaarden inhouden, voor den te spelen wed strijd. Een en ander komt hierop neer, dat Al jechin zich in beginsel bereid heeft verklaard om, aanvangende 1 October 1935, met Euwe een wedstrijd om het wereldkampioenschap te spelen. Ovér de financieele voorwaarden is men het eens geworden en deze komen in hoofdzaak neer op die, welke tusschen Aljechin en Bo- goljubow gelden bij hun a.s. wedstrijd. Winnaar van den wedstrijd is degene, die 15M punt van de 30 te spelen wedstrijden heeft behaald, waaronder minstens 6 winstpunten. Indien geen der beide spelers 6 winstpunten heeft behaald, dan wordt de match voortgezet totdat dit resultaat door een der spelers is be reikt. Aljechin heeft zich voorts bereid ver klaard tegen niemand anders vóór 1 October 1935 te spelen met uitzondering n.l. tegen Bo- goljubow. Mocht Aljechin den wedstrijd tegen Bogoljubow winnen, dan is de kamp Euwe— Aljechin dus vrijwel zeker. Mocht Aljechin te gen Bogoljubow verliezen, dan krijgt Aljechin een jaar het recht voor een revanchewedstrijd. Mocht hi) dezen wederom verliezen, dan krijgt Euwe het recht Bogoljubow uit te dagen voor een wedstrijd om het wereldkampioenschap. Dr. Aljechin heeft zelf nog een verklaring ter conferentie afgelegd, Waarin hij zeide aan genaam verrast te zijn door de uitdaging van Euwe. Hij herinnerde aan het tournooi van Boedapest 1921, toen hij voor de eerste maal derlanösch-Indische bedrijfsgroepen met de U. d. S. S. R. worden gevoerd. Van dit comité is de heer ir. M. H. Damme voorzitter en mr. A. N. Molenaar secretaris. De heer E. D. van Walree, die de bespre kingen voert, deelde mede, dat het doel is het wederzijdsch handelsverkeer meer evenwichtig te doen zijn en voor den Nederlandschen export gunstiger betalingsvoorwaarden te verkrijgen. Wel deelde hij mede, dat het comité onlangs in Amsterdam een Centraal Bureau voor den handel met Rusland in het leven heeft geroe pen, waarvan de heer W. H. Rothmeler als di recteur is verbonden. Bedoeld bureau is gevestigd Keizersgracht 296, Amsterdam, en is belanghebbenden, waar mogelijk, ten dienst. Het allereerste doel van dit bureau is zich omtrent het handelsverkeer met Rusland te oriënteeren en de bestaande statistieken met de Russische gegevens te vergelijken. Het is op vallend, welke groote verschillen er in de sta tistieken van Rusland en Nederland bestaan. En voegde de heer Van Walrée er aan toe u zult gevoelen hoe belangrijk het is, dat wij precies weten wat er door Rusland hier te lande wordt gekocht en wat wij daarheen ex porteeren. Ontleend is aan de- Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer over de Justitiebegroo- ting: Ofschoon de tegenwoordige tijdsomstandig heden met haar veelsoortige en steeds wisse lende behoeften zijne voornaamste zorg ver- eischen, hoopt dè minister gelegenheid te vin den ook wetgevenden arbeid tot stand te bren gen, die geen crisiskarakter draagt. Aangezien hier te lande aan politieke nieuw lichterij van vreemdelingen ten koste van de openbare orde en rust niet de minste behoefte bestaat, zal deze met kracht blijven gekeerd. De verschijnselen, welke wijzen op een ver ruwing van zeden, hebben de volle aandacht der regeering. Voor zoover hier voor overheids- bemoèiing plaats is, zullen in de eerste plaats door de gemeentebesturen voorzieningen dienen te worden getroffen. De systematische bestrijding van de porno grafie. onder leiding van het Rijksbureau, be treffende de bestrijding van den handel in vrouwen en kinderen en van den handel in ontuchtige uitgaven, heeft gunstig gewerkt. De minister heeft den indruk, dat de door den rechter opgelegde straffen laag zijn. Hij stelt zich voor in verbinding te treden met het bo vengenoemde rijksbureau, om te overleggen, of er mogelijk aanleiding kan bestaan, aan het O.M. op te dragen, strengere straffen te eischen. Wat het verbod van zoogenaamde behendig heidsspelen betreft, ten tijde van de aanschrij ving aan den procureur-generaal, was een on derzoek naar het al of niet strafbaar karakter van het spel nog gaande. Strafrechtelijk in grijpen was dus toen niet verantwoord. Het ligt voor de hand, dat in deze moeilijke tijden door koffiehuis- en restauranthouders wordt geklaagd over de op hun bedrijf rusten de lasten en dat daarbij doorgaans ook het aureursrecht wordt genoemd. Het door het Bureau voor Muziekauteurs- recht te hunnen aanzien toegepaste tarief kan ertoe leiden, dat een exploitant meer aan auteursrecht betaalt, dan vroeger. Doch daar tegenover staat, dat een anderen koffiehuis- of restauranthouder weer minder in rekening wordt gebracht, dan hij voorheen moest vol doen. Bij de beoordeeling van het tarief hoede men zich voor eenzijdigheid. met het spel van Euwe kennis maakte. Maar vooral wees hij op den in 1926 plaats gehad heb benden tweekamp. Nadat hij de voorwaarden van dezen wedstrijd nog eens had toegelicht, meende Aljechin, dat de wedstrijd Aljechin— Euwe er een zou worden tusschen twee schaak generaties. Dr. Euwe lichtte nog eens toe, hoe hij tot zijn uitdaging was gekomen. Hij zeide sterk de be hoefte te hebben gevoeld omdat hij nooit onder dezelfde omstandigheden als de beroeps- meesters had geschaakt door terugtrekking van twee jaar door studie zijn spel te verdie pen. Hi) meende in 1935 sterk genoeg te zijn een waardig tegenstander van Aljechin te zijn. Nog liet Aljechin zich uit over de kansen in zijn strijd tegen Bogoljubow. Hij was van mee ning, dat deze zich beter op den a.s. tweekamp zou hebben voorbereid dan hij zelf. Bogoljubow heeft er rustig den tijd voor gehad, ik niet. En daarom ben ik dan ook heëlemaal niet zeker van een overwinning, aldus Aljechin. Omtrent de organisatie van den wedstrijd Aljechin—Euwe kan nog worden medegedeeld, dat het in de bedoeling ligt een eere-comité te vormen uit de Nederlandsche sportwereld. Be- halïe te Amsterdam zullen ook in andere plaatsen van Nederland, b.v. s Gravenhage, Rotterdam, Utrecht en wellicht nog in andere steden eenige partijen worden gespeeld. Naar wij vernemen zal Aljechin vermoedelijk Donderdag 15 Febr. a.s. in het Carltonhote) te Amsterdam een lezing houden over: Euwe's schaakcarrière. Het is gebleken, dat de onlangs in de bladen verschenen mededeeling aangaande de tot 1 Maart 1934 voor belastingplichtigen bestaande mogelijkheid tot straffeloos herstel van vroegere onjuiste aangiften voor inkomsten- en vermo gensbelasting, twijfel heeft doen rijzen, welke houding door de belastingadministratie zal worden ingenomen, indien bij een dergelijk herstel aan het licht komt, dat in vroegere jaren een onjuiste aangifte voor het successie- of schenkingsrecht, of voor de dividend- en tantième-belasting heeft plaats gehad, of wel indien blijkt dat een dergelijke aangifte ten onrechte is achterwege gebleven. Van officieele zijde vernemen wij thans, dat ook ten aanzien van de evengemelde belastin- gen, indien daarvan ontduiking aan de admini- stratie blijkt tengevolge van nadere aangifte i van inkomsten- en vermogensbelasting als hier boven zijn bedoeld, door den minister van Fi nanciën een tegemoetkomende houding wordt ingenomen. Het op de evenbeaoelde wijze aan het licht komen van deze ontduiking toch zal slechts aanleiding geven tot heffing van de ten onrechte niet. betaalde belasting, zonder boete of verhooging, en zonder dat eenige straf maatregel zal worden toegepast; terwijl zelfs de heffing van de belasting zelf achterwege zal blijven indien het overlijden, de schenking of de uitdeeling van dividend of tantième, welke tot belastingheffing aanleiding zou geven, is geschied vóór 1 Mei 1931. Ook te dezen aanzien geldt dat, indien be taling ineens van de te weinig betaalde belas ting bezwaarlijk zou zijn, in overleg met de belastingadministratie een regeling zal kunnen worden getroffen tot betaling van het ver schuldigde in termijnen. In verband met de vele bij het Departement ingekomen aanvragen van houders van schuld bewijzen der Ned. Indische dollar-leeningen, die deze stukken wenschen te converteeren, doch door ziekte of uitstedigheid niet in de gelegen heid zijn die schuldbewijzen vóór 15 Februari bij de Nederlandsche Kandel Maatschappij N.V. te Amsterdam in te leveren, wordt medegedeeld nat een regeling is getroffen, waardoor ook die houders in de gelegenheid zullen zijn hun stuk ken om te ruilen op basis van 2.50 per dollar, indien zij deze schuldbewijzen vóór 15 Februari schriftelijk ter conversie aanmelden. De voorwaarden, waaronder een dergelijke aanmelding kan worden aanvaard, zijn ter pu blicatie medegedeeld aan de Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam, den Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de pro vincie te 's-Gravenhage en de Vereeniging van Effectenhandelaren te Rotterdam. In het ook door ons gepubliceerd interview, dat de Minister van Sociale Zaken dezer dagen aan een redacteur van het Nederlandsch Cor respondentiebureau toestond, heeft de bewinds man ook gewezen op de enorme stijging der Rijksuitgaven, welke in twee jaren van 13 mil lioen tot 75 millioen zijn opgeloopen. Hü ver wees ter verklaring hiervan naar onderschei dene oorzaken, o.a. naar misstanden, die bij de toepassing der steunregeling voorkomen. In de Arbeiderspers heeft de heer v. d. Walle. die 's Ministers gegevens aan een nadere be schouwing onderwierp, niet ontkend, dat er misstanden voorkomen, doch hij heeft het uit gesloten geacht, dat daaruit de stijging zou kunnen worden verklaard. De heer y. d. Walle wees er bovendien op, dat in de bedoelde twee jaren het aantal Gemeenten, dat onder de Rijkssteunregeling kwam te vallen, zeer sterk vermeerderd is, waaruit de bedoelde stijging zich gereedelijk laat verklaren. De redacteur van het Ned. Corr. Bureau heeft zich in verband hiermee tot den Minister ge wend en hem gevraagd, of hij ter zake een op merking had te maken of een nadere verkla ring had te geven. De Minister was daartoe gaarne bereid. „De getallen, die ik genoemd heb," aldus Minister Slotemaker de Bruine, „zün juist en dat het voorkomen van misstanden een der oorzaken is van de stijging, is zeker mijn overtuiging. Maar ik erken, dat ik scherper den nadruk had kunnen en gelijk nu blijkt, had moeten leggen op het feit. dat ik slechts van de R ij k s-uitgaven sprak. Had ik aanstonds tevens de uitgaven der Gemeenten vermeld, dan zou inderdaad het ontworpen beeld juister geweest zijn. Gaarne breng ik alsnog deze aanvulling aan. Rijk en gemeenten samen hebben voor werk verschaffing en steunverleening uitgegeven in: 1931 rond 44 millioen 1932 rond 103 millioen 1933 rond 113 millioen „Weder vergelijk ik deze cijfers," zoo ver volgde de minister, „met het werkloozenpercent. Het beeld wordt dan aldus: 1931 44 millioen 15 procent 1932 103 millioen 27 procent 1933 113 millioen 28 procent Ook aldus, gelijk men ziet, zijn de kosten onevenredig gestegen, vergeleken met de werkloosheid; de laatste is verdubbeld, de eersten zijn verdrievoudigd." In hetzelfde artikel constateerde de heer Van der Walle, dat de cijfers der tewerkgestel- den in den laatsten tijd niet meer zijn gepu bliceerd. Het vermoeden werd uitgesproken, dat het aantal in den laatsten tijd met meer dan 10.000 zou zijn teruggeloopen. Ook hiernaar vroegen wij den minister. Hij gaf ons daarop het vol gende staatje: Januari 1933 47.690 Maart 1933 58.097 December 1933 48046 Er werd bijgevoegd, dat het cijfer van Maart 1933 het hoogst bereikte cijfer is. „Dat ik ook thans nog aan werkverschaffing verre de voorkeur geef boven steunverleening. daarvan kunt U overtuigd zijn," aldus eindigde de minister. Gedurende December werden slechts 11.000 bacon-varkens naar Engeland uitgevoerd. Daar van schrijft de „Vee- en Vleeschhandel" het volgende: „Het quantum is gering, maar loonend is de export wel. Bij een baconprijs van thans (90 sh.) zou bij vrijen handel de marktprijs van zouters kunnen zijn 21 cent per pond. En dien prijs krijgen de leveranciers van de Centrale, voor zoover we weten, niet uitbetaald. Er wordt dus momenteel op den baconexport best verdiend, ware het niet dat een zeer kost baar apparaat (de personeelkosten der Var kenscentrale zoekt men tevergeefs in de be grooting van het Landbouwcrisisfonds) dezen export uitvoert. Dit apparaat vraagt bovendien van de binnenlandsche consumptie 9 cent per Kg. aan crisisheffing en betaalt toch nog den boeren de zouters beneden de waarde. Een dergelijke toestand, waarbij een twin tigtal baconbedrijven ruim winstgevend drij vende wordt gehouden op een luttelen export, is niet (blijvend) bestaanbaar. Er komt ook verandering, maar welke weten we niet. Alleen weten we dat, blijkens bericht uit Den Haag, het voorloopige baconcontract, netwelk tot stand kwam na de critiek in de Kamer geoefend, tegen 1 April wordt opgezegd. De gewijzigde omstandigheden in den export maken een nieuwe regeling noodig. De bespre kingen zijn nog gaande, aldus heet het. Merkwaardig doet aan, dat deze dingen nu worden gepubliceerd, nadat altijd door de Var kenscentrale ten aanzien van de overeenkomst met de exportbedrijven de grootste geheimzin nigheid is bewaard. Terecht wordt dan ook gesproken van het geheime baconcontract, hetwelk heeft gewerkt met groot verlies voor het fonds, toen de ba conexport tonnen gouds per week soms vroeg en dat nu voor de tweede maal wordt herzien (minder voordeelig voor de baconzouters) nu de export op zich zelf loonend is. Het wordt toch heusch tijd, dat een alge heele herziening zóóver wordt doorgevoerd, dat we komen op het plan, door het Comité van Overleg inzake de uitvoering der Crisisvarkens- wet aangegeven in het request gericht aan de Kamers van Koophandel. Het wordt tijd, dat de Regeeringscommissle aan het werk tijgt. De Centrale is er nu nog." De uit zijn ambt ontslagen notaris M. te Amsterdam, heeft bij den procureur-generaal bij den Hoogen Raad een klacht ingediend. Wegens onwettige en onrechtmatige publi catie van zün afzetting als notaris, verzoekt hij tot vervolging te willen overgaan van hem of hen, die direct of indirect daaraan schuldig zijn. De verzwijging van zijn naam ontneemt, aldus meent hij, niets aan duidelijkheid, waar mee de persoon van den notaris is aangeduid. Maar afgescheiden daarvan blijft die publicatie ambtsmisbruik of schending van ambtsgehei men.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10