<1 Mei ti&dml van den daa n Omwenteling in den muntaanmaak? FORT-MYSTERY PROEVEN VAN ALFRED WHITE VRIJDAG 9 FEBRUARI Toen hij gearresteerd werd, was hij juist bezig met proefnemingen om valschmunterij on mogelijk te maken Een uitstekend vakman Blauwhemdenbi je en- komst te Dublin O'Duffy's program Een reliek van het H. Kruis Op een tentoonstelling in Londen "MAN KIJK NIET ZOO SIP! DRINK LIEVER EEN TIP!" 20.000 olifanten Vrouwelijke advocaten in Bulgarije? Nazi-propaganda voor Amerika HEUP-RHEUMATIEK Bij elke weersverandering 3D0 KT worn Keizerlijke geboorte- brieven AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL door Katharina en Robert Pinkerton Aan de Koninklijke Munt te Londen wor den thans proeven geftömen welke, zoo zy tot de verwachte resultaten leiden, een omwenteling in den muntaanmaak ten ge volge zullen hebben. Het nieuwe munttype zal een karteling ver- toonen, welke namaak volkomen zal uitsluiten. Omtrent de methode, welke thans op de proef gesteld wordt, bewaart men natuurlijk een officieel stilzwijgen. Uitgelekt is evenwel, dat een omg^fceerde gleuf, die midden door de karteling loopt, namaak door valsche munters onmogelijk maakt. Een verklaring van het wonder zult gij van mij wel niet verwachten: ik ben noch munter, noch valschmunter. en begrijp, oprecht gespro ken, in de verste verte niet waarom men wel een munt, maar niet een munt met een „om gekeerde gleuf" (wat dit dan ook zijn moge!) zou kunnen namaken. Ik onderwerp mij even wel gaarne aan het oordeel der deskundigen. Worden de proefnemingen met succes be kroond, dan zal opnieuw het bewijs geleverd zijn dat een land er het best bij vaart. Indien werkelijk deskundige tnannen de nationale be langen behartigen. Al te vaak Immers zien wij dat zoons en neven het vertrouwen genieten, dat behoort tot het ambt van vaders en ooms. Maar wat zou de zoon van een directeur der Bank of England, of de neef van den Gouver neur der Koninklijke munt hebben kunnen doen om den aanmaak van valsche munten tegen te gaan? Hoegenaamd niets. De methode, waarvan wij zooveel verwachten, is dan ook ontdekt geworden door een deskun dige, Mr. Alfred White, te Liverpool. In October werd Mr. White wegens het na maken van munten, tot drie jaren gevangenis straf veroordeeld, en hij brengt thans reeds eenlge maanden in een cel door. Bij zijn verdediging verklaarde hij een ge heim proces ontdekt te hebben. Toen de po litie een inval deed in zijn huis aldus be weerde hij was hy juist bezig met proefne mingen, die erop gericht waren, valschmunterij onmogelijk te maken. Hy stelde een schets van zijn uitvinding ter hand aan de jury, en verklaarde er ook een te hebben toegezonden aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. Nu stonden twee dingen als een paal boven water. Ten eerste was hij een valschmunter: door hem vervaardigd geld bevond zich zelfs in om loop. De Jury sprak dus het schuldig uit. DUBLIN, 8 Febr. (V. D.) De eerste Jaarver gadering van de in 1933 opgerichte Vereenigde Ierland Partij (Blauwhemden) is heden te Du blin geopend, vyftienhonderd vertegenwoordi gers uit alle deelen van Ierland, voor net groot ste deel gekleed in blauw hemd, woomen ae vergadering by. Generaal O'Dufly werd storm achtig begroet. Hy verklaarde, dat eindeiyk moet worden voldaan aan het verlangen tot afscheiding van Ierland van Engeland. Het eerste politieke doel van de Vereenigde Ierland Pftrty is de hereeniging der 32 Iersche graaf schappen tot een onafhankeiyken staat. Het voornaamste punt van de agenda is: vrywillige aaneensluiting van geheel Ierland tot één onafhankeiyken staat als lid van het Brttsche wereldryk, echter zonder verzwakking der Iersche souvereiniteit in vrye en geiyke ge meenschap ten bate van de algemeene wei vaart met Groot-Brittannië, Canada, Zuid- Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. Op de tweede plaats leed het niet den min sten twyfel dat het hem met zijn uitvinding hoöge ernst was. De autoriteiten hadden er dus geen enkel bezwaar tegen, de noodige aan dacht aan zyn proces te schenken. Alfred White is een uitstekend vakman; hier van is men ten volle overtuigd. Er is nog maar één overweging, die staat tusschen zyn gevangeniscel en een aanstelling aan de Koninklyke Munt. En wel de volgende. Komt een departement van oorlog in het be zit van een nieuw gifgas, dan laat het vóór alles zoeken naar een tegengif, dat kan worden toegepast, wanneer datzelfde gas eens tegen de eigen troepen mocht worden aangewend. Zou Alfred White, die immers zoo'n voortref- feiyk deskundige is, ook een „tegengif" gevon den hebben tegen de „omgekeerde gleuf", en aldus een monopolie in valschmuntery kunnen vestigen na de invoering van het nieuwe type? Of zou hij geen andere eerzucht hebben dan een braaf man te worden? Van verschillende zyden is zoowel in de Katholiek „Universe" als in de Anglo- Katholieke „Church Times" geprotes teerd tegen de aanwezigheid, op de tentoon stelling van Britsche kunst in Burlington House, van een reliek van het Ware Kruis en van een stukje van de Rots van Calvarië. Deze bevinden zich in het zoogenaamde Clare Castle Cross, een gouden kruisje, dat in 1866 in Clare Castle, in het graafschap Suf folk, gevonden werd en dat dagteekent van omstreeks 1400. De afmetingen van het fraaie kleinood, dat aan een langen ketting bevestigd is, zyn zeer klein, zyn beroemdheid dankt het, meer dan aan de overigens onloochenbare kunstwaarde, hieraan dat het een splinter van het Ware Kruis en een stukje Calvarië-rots bevat. Het reliek bevindt zich in een kleine holte, welke door een beweegbaar plaatje metaal aan den achterkant afgesloten is. - Het kruisje is het eigendom van den koning, die het in het kasteel van Windsor bewaart, doch het thans aan de tentoonstelling in bruik leen gegeven heeft. Niet alleen Katholieken, doch ook Anglicanen zyn van meening, dat een reliek van zoo groote en heilige waarde misplaatst is in een ten toonstellingszaal, waar zich dageiyks honder den menschen verdringen, van wie slechts zeer weinigen beseffen dat het materieel waarde- locze stukje hout in werkeiykheid een grooter schat is dan het kruis, waarin het vervat is. of dan welk kunstvoorwerp op deze ryke ten toonstelling ook. Uit den aard der zaak wordt het kruis in deze omgeving als een „curiosi teit" bezien, juist om het reliek dat erin ver borgen is. Dit alles is stuitend voor lederen Christen. Men voelt dit, doch het is heel moei lijk de redenen onder woorden te brengen. Men zou dit kunnen doen door middel van vergeiy- kingen, maar laadt hierdoor zoo licht den schijn van oneerbiedigheid op zich. Waarom is zulk een groot reliek in deze omgeving mis plaatst? Omdat het daar niet gewaardeerd kan worden. Omdat het daar zelfs niet is om ge- waardeerd te worden. Alleen kunst eischt waardeering in de zalen van Burlington House, en die splinter van het Heilig Kruis is in het geheel geen kunst. Die splinter is daar, omdat hy toevallig vervat is in een oud gouden kruisje, dat een waarde van zooveel honderd pond ver tegenwoordigt. Ik heb ontelbare vergelykingen in myn gedachten, en alle Mjken ze my stui tend, zoodra ik poog ze te formuleeren. Behalve misschien één. Neem aan dat de ïystenma- kersvereeniging te Londen een internationale tentoonstelling organiseertvan lysten na- tuurlyk. En dat de Nederlandsche regeering de „Nachtwacht" inzond opdat het Londensche publiekde lijst bewonderen kon. Bij het bestuur dlr Academie zijn tal van mondelinge en schriftelyke verzoeken ingeko men om het reliek uit deze omgeving te ver- wijderen. Hieraan zou natuurlijk alleen vol daan kunnen worden met de byzondere toe stemming van den Koning, en het Academie- bestuur meent om deze toestemming niet te kunnen vragen, alvorens een gezaghebbend li chaam, en by voorkeur de Heilige Vader, for meel bezwaar gemaakt heeft tegen de tentoon stelling van een voorwerp dat een reliek bevat. Aan den anderen kant zou de Aartsbisschop van Canterbury stappen by den koning kun nen doen. Een dergeiyk verzoek zou met des te minder schroom tot Z. M. gericht kunnen worden, daar men ook in kerkeiyke kringen niet onmiddeliyk ingezien heeft dat een tentoonstellingszaal geen gepaste verblyfplaats is voor hout van het H. Kruis. Men is zich hiervan geleideiyk bewust geworden, en voor zoover er een dwaling be gaan is, zyn dus indirect alle betrokkenen en belanghebbenden hiervoor moreel aansprake- ïyk. In Engeland woont een vrouw, die 20.000 oli fanten bezit, zy is noch eigenares van een menagerie noch van een circus; ook heeft zy nog nooit een olifant bezeten. Haar dikhuiden zijn de kleinste ter wereld en niet van vleesch en bloed, maar uit ivoor. De Engelsche vrouw heeft lang in Indië gewoond en wilde, toen zy weer naar Engeland terugkeerde, haar auto verkoopen. Een ivoorbewerker wilde gaarne den auto koopen, maar daar het hem aan contan ten ontbrak, bood hy 20.000 olifanten aan welke hij zelf had gesneden. De zaak kwam tot stand. De olifanten zijn uitgebeeld in alle mogelijke houdingen en grootte; de kleinste zyn niet grooter dan erwten. SOFIA, 8 Febr. (Reifter). De Minister van Justitie heeft er in toegestemd een wetsont werp aan het parlement voor te leggen, waar- by het verbod van vrouwelyke advocaten wordt opgeheven. De voorzitter van de Sobranje, Malinoff, steunt den minister by dit voorstel. Hy ver klaarde, dat de mededinging van vrouwen er toe zal bijdragen om het beroep van advocaat te verbeteren. In kringen der advocaten is men echter zeer tegen dit wetsvoorstel gekant. Het vorig jaar was het wetsontwerp ook reeds aan de orde gesteld, doch het was toen van de agenda af gevoerd onder voorwendsel, dat de regeering eerst dringender aangelegenheden moest af handelen. Doch de vrouwelijke rechtsgeleerden hebben de zaak niet in den doofpot laten stoppen. NEW-YORK, 8 Febr. (V.D.) De politie te New-York heeft aan boord van een Duitsch stoomschip 150 K.G. propaganda-materiaal in beslag genomen, bestemd voor de nat.-soc. pro paganda in Noord- en Zuid-Amerika. (Ingezonden Mededeeling) Nu reeds jaren vry van pijn „Ongeveer vier jaar geleden", schrijft ons iemand, „had ik een leelijken aanval van rheu- matiek in de heup-gewrichten. Vier Weken lang lag ik in het ziekenhuis Nadat ik er uit was, kreeg ik het steeds weer terug als een verande ring van weer op komst was. Toen probeerde ik Kruschen Salts; eiken ochtend niets anders dan de kleine dosis. Het hielp my zoo goed, dat ik er mee doorging en na ongeveer zes maan den merkte ik, dat de rheumatische pynen ver dwenen waren. Dat was drie en een half jaar geleden en nadien heb ik nooit meer een'gen last van de oude kwaal gehad. Ik neem altyd 's mor gens de kleine dosis en hoewel ik 71 jaar oud ben, voel ik me als toen ik 40 was. C. M. G.' Geen middel kan biyvende verbetering bren gen van rheumatiek, tenzy het drie verschil lende werkingen verricht. Deze zyn: a. neutrali seering van het kwaadaardige urinezuur, dat de pyn veroorzaakt; b. verdryving van het urine zuur uit het lichaam; c. voorkoming van ver dere oohooping van urinezuur. De zes verschillende zouten in Kruschen nu verrichten alle drie genoemde functies. Twee der ingrediënten in Kruschen vormen het meest werkzame oplossingsmiddel van urinezuur, dat de medische wetenschap kent. Andere zouten in Kruschen hebben een aansporenden invloed op de afvoerorganen en helpen zoodoende om het opgeloste urinezuur langs den natuuriyken weg te verwyderen. Weer andere zouten voorkomen dat voedselresten in de ingewanden zouden gis ten en maken daardoor onmogeiyk, dat er weer een teveel aan kwaadaardig urinezuur kan ont staan. Dat is de oorzaak van de blijvende verbe tering door „de kleine dagelijksche dosis". Kruschen Salts is uitsluitend verkrygbaar by alle apothekers en drogisten A 0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelasting Inbegrepen. Stralende gezondheid Toor één cent per dag. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels My., Amsterdam, voorkomt. (AdvJ Het was een klein, onooglyk stationnetje, waar de trein 5 minuten stopte. Niemand was op het perron. Geen reiziger verliet den trein en geen sterveling stapte er in. De trein rustte dus alleen maar wat uit. Eensklaps zag ik uit het raam van myn coupé een man op den landelijken stationsweg rennen, gevolgd door een ouderen, die den eersten echter met geen mogelykheid kon bijhouden. De jongste liep nu nog harder en juist toen de trein zich in beweging zette, kon hij in 't compartiment stappen, waarvan ik de deur had opengemaakt. „Ik geloof dat uw vriend den trein gemist heeft," zei ik. „Uitstekend," lachte de man, nog geheel bul ten adem. Toen hij naar mijn meening genoeg was bij gekomen, hernam ik: „Dit plaatsje lijkt me als uitgestorven. Er zullen wel niet veel men schen wonen." „Tot voor eenige dagen was het 't rustigste plekje op den aardbol, maar sinds Sam Beer is teruggekomenU hebt zeker nooit van Sam BeeT gehoord?" Ik zei dat ik niet de eer had. „Dan feliciteer ik u," antwoordde m'n reis gezel. „Op het oogenblik is de oude Sam de idiootste man van 't heele dorp en als hij nu z'n aangelegenheden maar voor zich zelf hield-... Maar ik zal u de geschiedenis ver tellen. Er is een grappige kant aan." De man leunde behaaglijk achterover, sloeg z'n beenen over elkaar en begon: „Oude Sam Beer stond bekend als de gie rigste man in een omtrek van minstens 50 K.M Hy en z'n geld konden niet van elkaar schei den. Er werd van hem gezegd dat hy met daglicht naar bed ging, om olie en schoen zolen uit te sparen. Hy was van meening, dat alle liefdadigheid thuis moest beginnen, daar blijven en daar ook eindigen. En hy handelde geheel naar dat idee. Hij was weduwnaar, maar had een zoon. De jonge Sam Beer was van jongsaf een deugniet geweest en avontuurlijk bloed stroomde hem door de aderen. Op acht tienjarigen leeftijd trok hy de wyde wereld in. tot groote opluchting van z'n vader. Jaren verliepen en de jonge Sam was al ge heel vergeten en dood gewaand, toen op zeke- rën dag een brief met een Russisch poststempel het dorpje bereikte. De dorpelingen beschouw den Rusland verder verwijderd dan het Para dijs en hoopten van harte dat de jonge Sam niet door de Russen als kanonnenvleesch zou worden gebruikt. U kunt zich de sensatie voor stellen, die in de dorpsherberg ontstond, toen de oude Sam daar, tegen z'n gewoonte, binnen trad en vertelde dat hij naar z'n zoon zou gaan, die in Rusland een grooten post bekleedde, „Rusland?" riep Tigg Green, „wat zeg je daar? Tusschen al die Bolsjewieken? Ze maken je daar dood, Sam!" „My niet," antwoordde de oude Sam, „m'n zoon heeft me geschreven by hem te komen wonen." „Och kom,,' lachte Tigg; „wat moet jy daar nu uitvoeren, Sam?" „M'n zoon heeft daarginder veel geld ver diend," glunderde Sam, zich de handen wry- vend. „Het is toch zeker z'n plicht, om nu voor z'n ouden vader te zorgen." „Natuurlijk!" riepen de anderen als in koor. „maar wat moet je met de taal beginnen. Sam?" „Daarom ben ik juist hier gekomen. Ik ga Kbssisch leeren, snap je? M'n jongen schreef dat hij me daarin geen onderricht' kon geven Hij had het te druk. De groote vraag is nu: waar kan ik Russisch leeren?" „Dat zal een toer zijn," meende Tigg Green, maar de schoolmeester Topsy viel hem in de réde. „Ik zal je onderwyzen," verzekerde hy. Topsy stond in het dorp als een autoriteit aangeschreven. Niet alleen dat hij officieele stukken voor z'n medemenschen in orde maak te, maar aangezien hy altijd woorden gebruikte van meer dan drie lettergrepen, was men over tuigd dat in hem een groot genie voor de maatschappy verloren was gegaan. „Jy?" vroeg oude Sam verbaasd, op de ver zekering van Topsy. „Ken jy Russisch? Ik heb het je nooit hooren spreken." „Daar kryg je toch in deze negory geen ge legenheid voor?" smaalde de schoolmeester HAAL ME M066P WA T óPLJKERS, AM ALSJEVV/LT* HU !K MOETJE ZE66EM QA T WE EEN MOOI STUK DAOWERK ACHTER PEN RU6 HEBBEN. MORGENAVOND ZAL HET PAK ER (EM MET EENR/HK^ DAK BOVEMOMS MOPED, ZULLEN WB ÓPEN LAST VAN OEM DEGEN HEBBEN LA TEN WE C1V UITSCHEI- OEM EN WAT PAAN i0E OUMRT I OA T D/TEEN EEN POORT HUTf0\ EUifiNj WE ZULLE! 6EDULD HEBBEN, TOTDAT EZ JEMANi H/EEKOMT PLE LE ZEN KAM. ZET DE FLESCH NU MAAR ZOO LAMO OP D/E PLANH DAAR? K/JK P/E FLECKH DAAR EENS MOOI STAAN /ZOO OEWE/MZIN NIG OOK? WE WETEN N/ET VAN WAAR ZE KOMT EM WIE D/E BRZEE SCHREEF', WE WETEM ABSOLUUT M/ETS. „Hoe zou ik je nu kunnen onderwijzen, als ik de taal niet kende." Oude Sam wist hierop niet te antwoorden. „Maar vergeet niet," hernam Topsy, „dat het een dure liefhebbery is," „Hoeveel?" vroeg oude Sam, die al wit om z'n neus werd. „Vijf gulden per les. En je moet minstens twintig lessen nemen. Het onderwyzen van Rus sisch is heel moeiiyk." Er volgde diepe stilte. Het gezelschap keek van Sam naar den schoolmeester en van den schoolmeester naar Sam. Iedereen wist dat de oude heer nog niet lang geleden, Topsy een leeiyke poets gebakken had. Topsy had 26 f TT f kippen van Sam Eiei Jx UooloCrl gekocht, die alle n ziek bleken te van Sam Beer I ziin, zoodat de l schoolmeester ze met verlies had verkocht. Dat „Top" nu toch zoo goed was den ouden Sam te helpen, von- dan ze alleen heel mooi. „Honderd gulden," mompelde Sam, „ls niet zoo'n klein beetje." „Je kunt het aannemen of laten," antwoord de de schoolmeester droog. In de groote steden vragen ze je tweemaal zooveel, Russisch is een erg moeiiyke taal om te onderwijzen." Oude Sam aarzelde nog, maar niet lang. In gewone gevallen zou hij liever z'n handen heb ben gebrand dan honderd gulden uit te geven, maar de wetenschap dat hy voortaan op kosten van z'n zoon zou kunnen leven, deed hem den knoop doorhakken. „Aangenomen dan," zuchtte hy. „Best,'" zei Topsy. „En het kan me niet sche len openhartig te verklaren dat de honderd gulden me juist van pas komen. Ik zou m'n neef in een zaak zetten, maar kom Juist 100 gulc'.cn te kort, zoodat we morgen ai kunnen beginnen, Sam, en als je er niets op tegen hebt, betaal je me de 20 lessen vooruit, zooals dat in de steden de gewoonte is." Den volgenden morgen werd er begonnen. En zoo vervolgens 3 weken lang bracht oude Sam twee uren door in de kleine woning van den schoolmeester, waar hij worstelde met de geheimen eener vreemde taal. Aan z'n bekenden verklaarde Sam opgewon den dat hij goede vorderingen maakte, doch als men hem vroeg eens wat Russisch te pra ten, schudde hij verlegen het hoofd. De vrees dat hy de moeilijke taal verkeerd zou uitspre ken en dat hy zich daardoor belacheiyk zou maken, deed Sam er van afzien. Op den negentienden dag kwam hij opge wonden de herberg binnen met een brief in de hand. „Van m'n zoon," verklaarde hy. „Hy schryft dat hy een beetje vacantie gaat nemen, Om me op te zoeken, waarna we samen naar Rusland vertrekken. Zeg, Top," zei hu tegen den school meester. „je moet gauw leeren iets passends te zeggen, zooals: „Hallo, Sam, hoe gaat het er mee?" Natuurlyk in 't Russisch." „Best," antwoordde Topsy en dacht even na. „Wanneer komt hij?" „Donderdag, dat is ten minste wat ik er van maak. De jongen schryft zoo onduidelijk." Dat het vrij onleesbaar was geschreven, blesk wel uit het feit, dat jonge Sam al Woensdag z'n intrede in het dorp deed. zonder dat er iemand was om hem te verwelkomen. Instlnt- matig zocht hij z'n weg naar de herberg. „Hallo, vader!" riep de jonge Sam, op den drempel staande. „Lieve hemel!" kreet de oude Sam. „Hallo jongen! Hoe gaat.,.." Hij stopte echter eensklaps en z'n lippen be wogen zich, alsof hy stond te bidden. Ten slotte kwam het vol waardigheid van z'n mond: „Salve, mi fill! Si vales, bene est!" Een hoorbare stilte heerschte in de herberg. Jonge Sam keek z'n vader verbaasd aan. „Ik.... ik begryp u niet. Wat beteekent dat, vader?" M'n reisgezel keek me lachend aan. „Ik moest den man toch iets leeren, niet waar?" spotte hy. „Nooit heeft hij van my gehoord dat ik Russisch kende'met geen woord. Ik moest hem een poets terug bakken, voor hetgeen hy me geleverd had met die kippen. Maar de jonge Sam kwam een dag te vroeg." „Ik begryp het," lachte ik. „Zoo, dat was dus die oude Sam Beer, die u daar op den stationsweg achtervolgde?" „Precies, dat was de oude Sam," zei de schoolmeester „maar hy had werkeiyk geen reden om zoo kwaad te zyn. In ieder geval spreekt hij nu meer latijn dan iemand hier in den omtrek, en dat wil heel wat zeggen." TOKIO, 8 Febr. (V.D.) Officieel wordt mede gedeeld, dat de Japansche keizer eigenhandig geschreven brieven heeft gezonden aan de vorsten en presidenten van 19 staten, waarmee Japan verdragen heeft gesloten, met de mede deeling, dat op 23 December 1933 een Kroon prins is geboren, prins Akihito. Het schrijven is gezonden aan de Staatshoofden van Afgha nistan, België, Bulgarije, Denemarken, Duitsch- land, Egypte, Ethiopië, Frankrijk, Groot- Brittannië, Italië, Mandsjoekwo, Noorwegen, Nederland, Perzië, Roemenië, Siam, de Ver. Staten, Joego-Slavië, en Zweden. A li** 'J op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Oflflfl by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/1 by een ongeval met f QCfl bij verlies van een hand f 1 OC El lie UDOTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen «Jl# ï/le.-verlies van beide armen, béide beenea of beide oogen f doodelijken alloop POUm~ een voet of een oog# i oy verlies van een f Cfk bij een breuk van f A fk by verlies van "n duim of wysvlnger been of arm# tri/»- anderen vinger Was myn vader alleen geweest, dan zou die handelwyze nog niet zoo verachteiyK ge weest zyn. Doch bedenk eens, wat het voor myn moeder was. Ze waren belden jong, nieJden veel van elkander en hadden vele Idealen Myn vader had haar meegenomen naar het pels- land, vèr weg van alles wat haar lief was. doch met vreugde was ze hem gevolgd. Hy streed voor haar in een gewest, waar alleen sterke gestellen het kunnen uithouden. Ze zouden in het dorre Noorden zich toch nog een gezellig tehuis hebben gesticht. Het was een moedige daad, die iedereen zou bewonderd en eerb-ediga hebben. Doch dat alles beteekende niets in tie oogen van de Hudsons Bay. Tweemaal richtte men hem financieel ten gronde. Hy was wer keiyk toch geen ernstig concurrent Hy trachtte zelfs concurrentie te voorkomen Verliet hy een post om vèr van de vèrst- «fgelegen posten der Hudson's Bay een nieuwen Ipost op te richten, enkele maanden of een jaar hoogstens duurde het en daar gebeurde weer hetzelfde. Zoodra de maatschappy iets hoorde over zyn operaties, vestigde zy, hem zyn suc cessen misgunnend, in de onmiddellijke naby- heid een nieuwen post, zoodat de gebouwen hoogstens een steenworp van elkander stonden en al het streven der groote maatschappy was er op gericht myn vader andermaal te ver pletteren. Mlar dat is nu eenmaal de pelshandel, zooals deze altyd geweest ls en altyd moet zyn, onderbrak Patt-son hem. kalm. Pelshandel! riep Rochette. Is het dan ook een onderdeel van den pelshandel een vrouw te vermoorden, een mensch ten gronde richten en het tehuis van een kind te vernietigen? Vermoorden? herhaalde Pattison Ja, vermoorden 1 Het zou wel niet mogéiyk geweest zyn de maatschappy uit dien hoefde voor de rechtbank te dagen, doch het resultaat bleef niettemin hetzelfde. Ik zeg u dat de •ludsons Bay, met haar schraapzucht, haar geslepenheid en haar wreedheid myn moeder vermoord heeft en ik zal het die maatschappy betaald zetten, al moet ik ook aan dat werk mijn geheele leven besteden. Dat is een heel karwei, Jongeman. Er lag in Pattiscn's oogen een uitdaging en hy was niet langer meer onverschillig. Vóór hy Rochette, toen deze zich reeds op de straat bevond, weer binnen riep was reeds een plan ln hem opgekomen en hy had reeds bepaald op welke wyze hy dezen onervaren bondge noot voor zyn persoonlijke doeleinden zou kun nen gebruiken. Nu was zijn geheele aandacht hierop gespitst. Op de allereerste plaats echter diende hy zichzelf te overtuigen van Rochet- te's eeriykheid en bekwaamheid. Zeker, het is geen kleinigheid, antwoordde Rochette, doch ik wil myn leven daaraan wyden. Niemand beter dan u, weet, hoe de Hudson's Bay benadeeld kan worden en langs dien weg wil ik de maatschappy laten boeten. Ik wil de pelsen bemachtigen, ik zal haar jagers omkoopen en de winsten van haar posten drukken. Ik weet, dat anderen het ge probeerd hebben, doch ze hebben gefaald, om dat ze alleen maar dachten aan handeldryven. Met my ls het anders. Ik heb een eed gezwo ren. Dét is de grootste stuwkracht geweest m myn leven sinds den dood van mijn moeder. Ik geloof niet, dat ik uw moeder ooit heb gekend, zei Pattison. De pelshandelaar verlangde meer te weten; hy wilde de gevoelens van den jongeman tot op den bodem peilen om te kunnen oordeelen. hoever Bruce wilde gaan. Hy voelde dat Rochette op het punt stond zyn verhaal te beëindigen en voor een vreemdeling zyn ge beurtenis te verzwygen, welke een dllinitleven Invloed op zyn verder leven had gehad. Er was slechts ééne vraag noodlg en een weinigje sympathie om Bruc opnieuw den draad van zyn verhaal te doen opnemen. Hy slaagde hierin, Want Bruce Rochette, die eindeiyk zyn zelfbeheerschlng had verkregen, ging thans rustiger verder. Het was ten Oosten van het Witvisch- meer en de derde maal, dat myn ouders opnieuw waren begonnen. Twee Jaren waren ze er reeds en het ging hun goed. Ze dachten,- dat hun zorgen overwonnen waren en voorspoed eindelijk hun deel zou zyn. De Hudson's Bay was daar nog nooit geweest. Toen herhaalde de oude geschiedenis zich weer. Een buitenpost werd gevestigd onder de leiding van een half bloed. Een tyd lang ging alles naar wensch en hield myn vader zich goed staande. Myn moeder werkte met hem onder de Jagers en hun gezinnen. De Indianen verafgoodden haar. Toen keerde zich alles plotseling tegen hen. De Hudson's Bay wilde pelsen hebben. Wat gaf de groote maatschappy er om, welke middelen ze daartoe aanwendde! Het was het werk van den halfbloed, die daarvoor van het bygeloof der Indianen gebruik maakte. Wellicht was het de bedoeling ook niet van den man het zoover te laten-komen. Mogeiyk ook zaten de Indianen achter hem. Doch we kwamen te weten, dat de Indianen van plan waren ons aan te vallen en dat ze ons zouden wegjagen; wij verlieten toen ons huls midden in den winter. We hadden nooit moeten vertrekken. Mijn moeder was te ziek om vervoerd te kunnen worden. We konden toen echter nist anders. Nooit zal ik het ge zicht van myn moeder vergeten, toen ze haar. huis voor de laatste maal zag. We waren voor de reis niet voldoende uitgerust. Er was trou wens geen tyd geweest om de noodige voor bereidselen te treffen. We hadden niet al te veel mondvoorraad en bovendien weinig eten voor de honden. De honden verzwakten al heel gauw. Ik hielp ze trekkenen myn vader baande den weg voor de slede. De toestand van myn moeder verergde. Eerst hadden we ge dacht, dat ze beter zou worden; ze was steeds zoo moedig en had bovendien altijd een sterk gestel gehad. Niemand onzer kon zich liet leven zonder haar indenken. Mijn vader zag wel in, dat zy spoedig een onderdak hebben moest. Een eind verder lag de wigwam van een bevriende Indianenfamilie. Hy liet myn moeder aan myne zorgen over en vertrok om hulp te halen. Ik deed al wat ik kón. Den geheelen nacht door zocht ik dennetakken voor het vuur opdat ze geen kou zou lijden. Ik trachtte haar krach ten wat op te wekken door wat soep te koken van het kleine rantsoen, dat ons nog restte De koude verergerde. Den tweeden nacht viel k, uitgeput naast myn moeder in slaap. .Een oogenblik hield Bruce met vertellen op en de ontzetting, waarvan zyn blik getuigde, zei aan Pattison meer dan woorden hadden kunnen uitdrukken. Toen ik wakker werd, lag ze naast my, dicht tegen my aangedrukt.... dood, zei de ongeman, met een zucht, 's Nachts was ze van kou gestorven, geheel alleen, zonder beschut ting. Dien geheelen dag zat ik by baar ïyk. Toen hoorde ik een langen, gedempten spotlach in de dennebosschen achter my. Ik heb altyd geloofd, dat het een spotgeest der Hudson's Bay was. die lachte met liefde, met jeugd met toe- wyding. Op d&t oogenblik heb ik myn eed ge zworen. U hebt lang gewacht, om dien eed ge stand te doen, jongeman. Toch niet. Ik heb me steeds voorbereid voor het oogenblik, dat eenmaal moest aan breken. Myn vader deelde myn besluit. Doch als gevolg van die vermoeiende reis midden in den winter werd zyn gezondheid geschokt, zyn geest echter werd niet gedood. Ik heb nog nimmer iemand gekend, die haatte zooals hy. zyn lichaamskracht was echter verwoest. U hebt hem gezien toen hy stierf.... Pattison kreeg plotseling het verlangen om Bruce de geschiedenis te vertellen, zooals hy haar eens had gehoord. Hy beheerschte zich echter door de gedachte, dat hy de Hudson's Bay niet behoefde te verdedigen en bovendien kon hy de gevoelens van Rochette gemakkeiyk ten eigen bate aanwenden. Hy had byvoorbeeld kunnen vertellen, dat het verhaal van den Indianenopstand een foppery was geweest, dat de halfbloed op handige manier een stevlgen bult had gemaakt, terwyi de Hudson's Bay niet gewoon was op een dergeiyke manier te knoeien door gebruik te maken van de onge stadigheid van den Indiaan. In het gloedvol vertelde verhaal van Rochette had Pattison niet op de eerste plaats een humoristisch relaas herkend, dat een beambte van de Hudson's Bay hem van dezelfde ge beurtenissen eens had gedaan. Want de manier, waarop het verhaal was gedaan, was humo ristisch, wyi de Hudson's Bay-beambte niets afwist van den tragischen dood van mevrouw Rochette. Het ware wellicht mooier geweest den jongeman de ware toedracht van de zaak te vertellen, doch hiervoor voelde Pattison niets. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10