<1
Mei ti&dml van den daa
n
Omwenteling in den muntaanmaak?
FORT-MYSTERY
PROEVEN VAN ALFRED
WHITE
VRIJDAG 9 FEBRUARI
Toen hij gearresteerd werd, was hij
juist bezig met proefnemingen
om valschmunterij on
mogelijk te maken
Een uitstekend vakman
Blauwhemdenbi je en-
komst te Dublin
O'Duffy's program
Een reliek van het
H. Kruis
Op een tentoonstelling in Londen
"MAN KIJK NIET
ZOO SIP! DRINK
LIEVER EEN TIP!"
20.000 olifanten
Vrouwelijke advocaten
in Bulgarije?
Nazi-propaganda voor
Amerika
HEUP-RHEUMATIEK
Bij elke weersverandering
3D0 KT
worn
Keizerlijke geboorte-
brieven
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
door
Katharina en Robert Pinkerton
Aan de Koninklijke Munt te Londen wor
den thans proeven geftömen welke, zoo
zy tot de verwachte resultaten leiden,
een omwenteling in den muntaanmaak ten ge
volge zullen hebben.
Het nieuwe munttype zal een karteling ver-
toonen, welke namaak volkomen zal uitsluiten.
Omtrent de methode, welke thans op de
proef gesteld wordt, bewaart men natuurlijk
een officieel stilzwijgen. Uitgelekt is evenwel,
dat een omg^fceerde gleuf, die midden door de
karteling loopt, namaak door valsche munters
onmogelijk maakt.
Een verklaring van het wonder zult gij van
mij wel niet verwachten: ik ben noch munter,
noch valschmunter. en begrijp, oprecht gespro
ken, in de verste verte niet waarom men wel
een munt, maar niet een munt met een „om
gekeerde gleuf" (wat dit dan ook zijn moge!)
zou kunnen namaken. Ik onderwerp mij even
wel gaarne aan het oordeel der deskundigen.
Worden de proefnemingen met succes be
kroond, dan zal opnieuw het bewijs geleverd
zijn dat een land er het best bij vaart. Indien
werkelijk deskundige tnannen de nationale be
langen behartigen. Al te vaak Immers zien wij
dat zoons en neven het vertrouwen genieten,
dat behoort tot het ambt van vaders en ooms.
Maar wat zou de zoon van een directeur der
Bank of England, of de neef van den Gouver
neur der Koninklijke munt hebben kunnen doen
om den aanmaak van valsche munten tegen te
gaan? Hoegenaamd niets.
De methode, waarvan wij zooveel verwachten,
is dan ook ontdekt geworden door een deskun
dige, Mr. Alfred White, te Liverpool.
In October werd Mr. White wegens het na
maken van munten, tot drie jaren gevangenis
straf veroordeeld, en hij brengt thans reeds
eenlge maanden in een cel door.
Bij zijn verdediging verklaarde hij een ge
heim proces ontdekt te hebben. Toen de po
litie een inval deed in zijn huis aldus be
weerde hij was hy juist bezig met proefne
mingen, die erop gericht waren, valschmunterij
onmogelijk te maken.
Hy stelde een schets van zijn uitvinding ter
hand aan de jury, en verklaarde er ook een
te hebben toegezonden aan het Ministerie van
Binnenlandsche Zaken.
Nu stonden twee dingen als een paal boven
water.
Ten eerste was hij een valschmunter: door
hem vervaardigd geld bevond zich zelfs in om
loop. De Jury sprak dus het schuldig uit.
DUBLIN, 8 Febr. (V. D.) De eerste Jaarver
gadering van de in 1933 opgerichte Vereenigde
Ierland Partij (Blauwhemden) is heden te Du
blin geopend, vyftienhonderd vertegenwoordi
gers uit alle deelen van Ierland, voor net groot
ste deel gekleed in blauw hemd, woomen ae
vergadering by. Generaal O'Dufly werd storm
achtig begroet. Hy verklaarde, dat eindeiyk
moet worden voldaan aan het verlangen tot
afscheiding van Ierland van Engeland. Het
eerste politieke doel van de Vereenigde Ierland
Pftrty is de hereeniging der 32 Iersche graaf
schappen tot een onafhankeiyken staat.
Het voornaamste punt van de agenda is:
vrywillige aaneensluiting van geheel Ierland
tot één onafhankeiyken staat als lid van het
Brttsche wereldryk, echter zonder verzwakking
der Iersche souvereiniteit in vrye en geiyke ge
meenschap ten bate van de algemeene wei
vaart met Groot-Brittannië, Canada, Zuid-
Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland.
Op de tweede plaats leed het niet den min
sten twyfel dat het hem met zijn uitvinding
hoöge ernst was. De autoriteiten hadden er
dus geen enkel bezwaar tegen, de noodige aan
dacht aan zyn proces te schenken.
Alfred White is een uitstekend vakman; hier
van is men ten volle overtuigd.
Er is nog maar één overweging, die staat
tusschen zyn gevangeniscel en een aanstelling
aan de Koninklyke Munt. En wel de volgende.
Komt een departement van oorlog in het be
zit van een nieuw gifgas, dan laat het vóór
alles zoeken naar een tegengif, dat kan worden
toegepast, wanneer datzelfde gas eens tegen de
eigen troepen mocht worden aangewend.
Zou Alfred White, die immers zoo'n voortref-
feiyk deskundige is, ook een „tegengif" gevon
den hebben tegen de „omgekeerde gleuf", en
aldus een monopolie in valschmuntery kunnen
vestigen na de invoering van het nieuwe type?
Of zou hij geen andere eerzucht hebben dan
een braaf man te worden?
Van verschillende zyden is zoowel in de
Katholiek „Universe" als in de Anglo-
Katholieke „Church Times" geprotes
teerd tegen de aanwezigheid, op de tentoon
stelling van Britsche kunst in Burlington
House, van een reliek van het Ware Kruis en
van een stukje van de Rots van Calvarië.
Deze bevinden zich in het zoogenaamde
Clare Castle Cross, een gouden kruisje, dat in
1866 in Clare Castle, in het graafschap Suf
folk, gevonden werd en dat dagteekent van
omstreeks 1400.
De afmetingen van het fraaie kleinood, dat
aan een langen ketting bevestigd is, zyn zeer
klein, zyn beroemdheid dankt het, meer dan
aan de overigens onloochenbare kunstwaarde,
hieraan dat het een splinter van het Ware
Kruis en een stukje Calvarië-rots bevat. Het
reliek bevindt zich in een kleine holte, welke
door een beweegbaar plaatje metaal aan den
achterkant afgesloten is. -
Het kruisje is het eigendom van den koning,
die het in het kasteel van Windsor bewaart,
doch het thans aan de tentoonstelling in bruik
leen gegeven heeft.
Niet alleen Katholieken, doch ook Anglicanen
zyn van meening, dat een reliek van zoo groote
en heilige waarde misplaatst is in een ten
toonstellingszaal, waar zich dageiyks honder
den menschen verdringen, van wie slechts zeer
weinigen beseffen dat het materieel waarde-
locze stukje hout in werkeiykheid een grooter
schat is dan het kruis, waarin het vervat is.
of dan welk kunstvoorwerp op deze ryke ten
toonstelling ook. Uit den aard der zaak wordt
het kruis in deze omgeving als een „curiosi
teit" bezien, juist om het reliek dat erin ver
borgen is. Dit alles is stuitend voor lederen
Christen. Men voelt dit, doch het is heel moei
lijk de redenen onder woorden te brengen. Men
zou dit kunnen doen door middel van vergeiy-
kingen, maar laadt hierdoor zoo licht den
schijn van oneerbiedigheid op zich. Waarom is
zulk een groot reliek in deze omgeving mis
plaatst? Omdat het daar niet gewaardeerd kan
worden. Omdat het daar zelfs niet is om ge-
waardeerd te worden. Alleen kunst eischt
waardeering in de zalen van Burlington House,
en die splinter van het Heilig Kruis is in het
geheel geen kunst. Die splinter is daar, omdat
hy toevallig vervat is in een oud gouden kruisje,
dat een waarde van zooveel honderd pond ver
tegenwoordigt. Ik heb ontelbare vergelykingen
in myn gedachten, en alle Mjken ze my stui
tend, zoodra ik poog ze te formuleeren. Behalve
misschien één. Neem aan dat de ïystenma-
kersvereeniging te Londen een internationale
tentoonstelling organiseertvan lysten na-
tuurlyk. En dat de Nederlandsche regeering de
„Nachtwacht" inzond opdat het Londensche
publiekde lijst bewonderen kon.
Bij het bestuur dlr Academie zijn tal van
mondelinge en schriftelyke verzoeken ingeko
men om het reliek uit deze omgeving te ver-
wijderen. Hieraan zou natuurlijk alleen vol
daan kunnen worden met de byzondere toe
stemming van den Koning, en het Academie-
bestuur meent om deze toestemming niet te
kunnen vragen, alvorens een gezaghebbend li
chaam, en by voorkeur de Heilige Vader, for
meel bezwaar gemaakt heeft tegen de tentoon
stelling van een voorwerp dat een reliek bevat.
Aan den anderen kant zou de Aartsbisschop
van Canterbury stappen by den koning kun
nen doen.
Een dergeiyk verzoek zou met des te minder
schroom tot Z. M. gericht kunnen worden, daar
men ook in kerkeiyke kringen niet onmiddeliyk
ingezien heeft dat een tentoonstellingszaal geen
gepaste verblyfplaats is voor hout van het H.
Kruis. Men is zich hiervan geleideiyk bewust
geworden, en voor zoover er een dwaling be
gaan is, zyn dus indirect alle betrokkenen en
belanghebbenden hiervoor moreel aansprake-
ïyk.
In Engeland woont een vrouw, die 20.000 oli
fanten bezit, zy is noch eigenares van een
menagerie noch van een circus; ook heeft zy
nog nooit een olifant bezeten. Haar dikhuiden
zijn de kleinste ter wereld en niet van vleesch
en bloed, maar uit ivoor. De Engelsche vrouw
heeft lang in Indië gewoond en wilde, toen zy
weer naar Engeland terugkeerde, haar auto
verkoopen. Een ivoorbewerker wilde gaarne den
auto koopen, maar daar het hem aan contan
ten ontbrak, bood hy 20.000 olifanten aan
welke hij zelf had gesneden. De zaak kwam
tot stand. De olifanten zijn uitgebeeld in alle
mogelijke houdingen en grootte; de kleinste
zyn niet grooter dan erwten.
SOFIA, 8 Febr. (Reifter). De Minister van
Justitie heeft er in toegestemd een wetsont
werp aan het parlement voor te leggen, waar-
by het verbod van vrouwelyke advocaten
wordt opgeheven.
De voorzitter van de Sobranje, Malinoff,
steunt den minister by dit voorstel. Hy ver
klaarde, dat de mededinging van vrouwen er
toe zal bijdragen om het beroep van advocaat
te verbeteren.
In kringen der advocaten is men echter zeer
tegen dit wetsvoorstel gekant. Het vorig jaar
was het wetsontwerp ook reeds aan de orde
gesteld, doch het was toen van de agenda af
gevoerd onder voorwendsel, dat de regeering
eerst dringender aangelegenheden moest af
handelen.
Doch de vrouwelijke rechtsgeleerden hebben
de zaak niet in den doofpot laten stoppen.
NEW-YORK, 8 Febr. (V.D.) De politie te
New-York heeft aan boord van een Duitsch
stoomschip 150 K.G. propaganda-materiaal in
beslag genomen, bestemd voor de nat.-soc. pro
paganda in Noord- en Zuid-Amerika.
(Ingezonden Mededeeling)
Nu reeds jaren vry van pijn
„Ongeveer vier jaar geleden", schrijft ons
iemand, „had ik een leelijken aanval van rheu-
matiek in de heup-gewrichten. Vier Weken lang
lag ik in het ziekenhuis Nadat ik er uit was,
kreeg ik het steeds weer terug als een verande
ring van weer op komst was. Toen probeerde ik
Kruschen Salts; eiken ochtend niets anders
dan de kleine dosis. Het hielp my zoo goed, dat
ik er mee doorging en na ongeveer zes maan
den merkte ik, dat de rheumatische pynen ver
dwenen waren. Dat was drie en een half jaar
geleden en nadien heb ik nooit meer een'gen last
van de oude kwaal gehad. Ik neem altyd 's mor
gens de kleine dosis en hoewel ik 71 jaar oud
ben, voel ik me als toen ik 40 was.
C. M. G.'
Geen middel kan biyvende verbetering bren
gen van rheumatiek, tenzy het drie verschil
lende werkingen verricht. Deze zyn: a. neutrali
seering van het kwaadaardige urinezuur, dat de
pyn veroorzaakt; b. verdryving van het urine
zuur uit het lichaam; c. voorkoming van ver
dere oohooping van urinezuur.
De zes verschillende zouten in Kruschen nu
verrichten alle drie genoemde functies. Twee
der ingrediënten in Kruschen vormen het meest
werkzame oplossingsmiddel van urinezuur, dat
de medische wetenschap kent. Andere zouten in
Kruschen hebben een aansporenden invloed op
de afvoerorganen en helpen zoodoende om het
opgeloste urinezuur langs den natuuriyken weg
te verwyderen. Weer andere zouten voorkomen
dat voedselresten in de ingewanden zouden gis
ten en maken daardoor onmogeiyk, dat er weer
een teveel aan kwaadaardig urinezuur kan ont
staan. Dat is de oorzaak van de blijvende verbe
tering door „de kleine dagelijksche dosis".
Kruschen Salts is uitsluitend verkrygbaar by
alle apothekers en drogisten A 0.90 en 1.60
per flacon, omzetbelasting Inbegrepen. Stralende
gezondheid Toor één cent per dag. Let op, dat
op het etiket op de flesch, zoowel als op de
buitenverpakking de naam Rowntree Handels
My., Amsterdam, voorkomt.
(AdvJ
Het was een klein, onooglyk stationnetje,
waar de trein 5 minuten stopte. Niemand
was op het perron. Geen reiziger verliet
den trein en geen sterveling stapte er in. De
trein rustte dus alleen maar wat uit. Eensklaps
zag ik uit het raam van myn coupé een man
op den landelijken stationsweg rennen, gevolgd
door een ouderen, die den eersten echter met
geen mogelykheid kon bijhouden. De jongste
liep nu nog harder en juist toen de trein zich
in beweging zette, kon hij in 't compartiment
stappen, waarvan ik de deur had opengemaakt.
„Ik geloof dat uw vriend den trein gemist
heeft," zei ik.
„Uitstekend," lachte de man, nog geheel bul
ten adem.
Toen hij naar mijn meening genoeg was bij
gekomen, hernam ik: „Dit plaatsje lijkt me
als uitgestorven. Er zullen wel niet veel men
schen wonen."
„Tot voor eenige dagen was het 't rustigste
plekje op den aardbol, maar sinds Sam Beer
is teruggekomenU hebt zeker nooit van
Sam BeeT gehoord?"
Ik zei dat ik niet de eer had.
„Dan feliciteer ik u," antwoordde m'n reis
gezel. „Op het oogenblik is de oude Sam de
idiootste man van 't heele dorp en als hij nu
z'n aangelegenheden maar voor zich zelf
hield-... Maar ik zal u de geschiedenis ver
tellen. Er is een grappige kant aan."
De man leunde behaaglijk achterover, sloeg
z'n beenen over elkaar en begon:
„Oude Sam Beer stond bekend als de gie
rigste man in een omtrek van minstens 50 K.M
Hy en z'n geld konden niet van elkaar schei
den. Er werd van hem gezegd dat hy met
daglicht naar bed ging, om olie en schoen
zolen uit te sparen. Hy was van meening, dat
alle liefdadigheid thuis moest beginnen, daar
blijven en daar ook eindigen. En hy handelde
geheel naar dat idee. Hij was weduwnaar, maar
had een zoon. De jonge Sam Beer was van
jongsaf een deugniet geweest en avontuurlijk
bloed stroomde hem door de aderen. Op acht
tienjarigen leeftijd trok hy de wyde wereld in.
tot groote opluchting van z'n vader.
Jaren verliepen en de jonge Sam was al ge
heel vergeten en dood gewaand, toen op zeke-
rën dag een brief met een Russisch poststempel
het dorpje bereikte. De dorpelingen beschouw
den Rusland verder verwijderd dan het Para
dijs en hoopten van harte dat de jonge Sam
niet door de Russen als kanonnenvleesch zou
worden gebruikt. U kunt zich de sensatie voor
stellen, die in de dorpsherberg ontstond, toen
de oude Sam daar, tegen z'n gewoonte, binnen
trad en vertelde dat hij naar z'n zoon zou gaan,
die in Rusland een grooten post bekleedde,
„Rusland?" riep Tigg Green, „wat zeg je
daar? Tusschen al die Bolsjewieken? Ze maken
je daar dood, Sam!"
„My niet," antwoordde de oude Sam, „m'n
zoon heeft me geschreven by hem te komen
wonen."
„Och kom,,' lachte Tigg; „wat moet jy daar
nu uitvoeren, Sam?"
„M'n zoon heeft daarginder veel geld ver
diend," glunderde Sam, zich de handen wry-
vend. „Het is toch zeker z'n plicht, om nu voor
z'n ouden vader te zorgen."
„Natuurlijk!" riepen de anderen als in koor.
„maar wat moet je met de taal beginnen.
Sam?"
„Daarom ben ik juist hier gekomen. Ik ga
Kbssisch leeren, snap je? M'n jongen schreef
dat hij me daarin geen onderricht' kon geven
Hij had het te druk. De groote vraag is nu:
waar kan ik Russisch leeren?"
„Dat zal een toer zijn," meende Tigg Green,
maar de schoolmeester Topsy viel hem in de
réde.
„Ik zal je onderwyzen," verzekerde hy.
Topsy stond in het dorp als een autoriteit
aangeschreven. Niet alleen dat hij officieele
stukken voor z'n medemenschen in orde maak
te, maar aangezien hy altijd woorden gebruikte
van meer dan drie lettergrepen, was men over
tuigd dat in hem een groot genie voor de
maatschappy verloren was gegaan.
„Jy?" vroeg oude Sam verbaasd, op de ver
zekering van Topsy. „Ken jy Russisch? Ik heb
het je nooit hooren spreken."
„Daar kryg je toch in deze negory geen ge
legenheid voor?" smaalde de schoolmeester
HAAL ME M066P
WA T óPLJKERS, AM
ALSJEVV/LT*
HU !K MOETJE
ZE66EM QA T WE
EEN MOOI STUK
DAOWERK ACHTER
PEN RU6 HEBBEN.
MORGENAVOND
ZAL HET PAK ER
(EM MET EENR/HK^
DAK BOVEMOMS
MOPED, ZULLEN WB
ÓPEN LAST VAN OEM
DEGEN HEBBEN LA
TEN WE C1V UITSCHEI-
OEM EN WAT PAAN
i0E OUMRT
I OA T D/TEEN
EEN POORT
HUTf0\
EUifiNj WE ZULLE!
6EDULD HEBBEN,
TOTDAT EZ JEMANi
H/EEKOMT PLE LE
ZEN KAM. ZET DE
FLESCH NU MAAR
ZOO LAMO OP D/E
PLANH DAAR?
K/JK P/E FLECKH DAAR EENS
MOOI STAAN /ZOO OEWE/MZIN
NIG OOK? WE WETEN N/ET VAN
WAAR ZE KOMT EM WIE D/E
BRZEE SCHREEF', WE WETEM
ABSOLUUT M/ETS.
„Hoe zou ik je nu kunnen onderwijzen, als ik
de taal niet kende."
Oude Sam wist hierop niet te antwoorden.
„Maar vergeet niet," hernam Topsy, „dat het
een dure liefhebbery is,"
„Hoeveel?" vroeg oude Sam, die al wit om
z'n neus werd.
„Vijf gulden per les. En je moet minstens
twintig lessen nemen. Het onderwyzen van Rus
sisch is heel moeiiyk."
Er volgde diepe stilte. Het gezelschap keek
van Sam naar den schoolmeester en van den
schoolmeester naar Sam. Iedereen wist dat de
oude heer nog niet lang geleden, Topsy een
leeiyke poets
gebakken had.
Topsy had 26 f TT f
kippen van Sam Eiei Jx UooloCrl
gekocht, die alle n
ziek bleken te van Sam Beer I
ziin, zoodat de l
schoolmeester ze
met verlies had verkocht. Dat „Top" nu toch
zoo goed was den ouden Sam te helpen, von-
dan ze alleen heel mooi.
„Honderd gulden," mompelde Sam, „ls niet
zoo'n klein beetje."
„Je kunt het aannemen of laten," antwoord
de de schoolmeester droog. In de groote steden
vragen ze je tweemaal zooveel, Russisch is een
erg moeiiyke taal om te onderwijzen."
Oude Sam aarzelde nog, maar niet lang. In
gewone gevallen zou hij liever z'n handen heb
ben gebrand dan honderd gulden uit te geven,
maar de wetenschap dat hy voortaan op kosten
van z'n zoon zou kunnen leven, deed hem den
knoop doorhakken.
„Aangenomen dan," zuchtte hy.
„Best,'" zei Topsy. „En het kan me niet sche
len openhartig te verklaren dat de honderd
gulden me juist van pas komen. Ik zou m'n
neef in een zaak zetten, maar kom Juist 100
gulc'.cn te kort, zoodat we morgen ai kunnen
beginnen, Sam, en als je er niets op tegen hebt,
betaal je me de 20 lessen vooruit, zooals dat in
de steden de gewoonte is."
Den volgenden morgen werd er begonnen.
En zoo vervolgens 3 weken lang bracht oude
Sam twee uren door in de kleine woning van
den schoolmeester, waar hij worstelde met de
geheimen eener vreemde taal.
Aan z'n bekenden verklaarde Sam opgewon
den dat hij goede vorderingen maakte, doch
als men hem vroeg eens wat Russisch te pra
ten, schudde hij verlegen het hoofd. De vrees
dat hy de moeilijke taal verkeerd zou uitspre
ken en dat hy zich daardoor belacheiyk zou
maken, deed Sam er van afzien.
Op den negentienden dag kwam hij opge
wonden de herberg binnen met een brief in
de hand.
„Van m'n zoon," verklaarde hy. „Hy schryft
dat hy een beetje vacantie gaat nemen, Om me
op te zoeken, waarna we samen naar Rusland
vertrekken. Zeg, Top," zei hu tegen den school
meester. „je moet gauw leeren iets passends
te zeggen, zooals: „Hallo, Sam, hoe gaat het
er mee?" Natuurlyk in 't Russisch."
„Best," antwoordde Topsy en dacht even na.
„Wanneer komt hij?"
„Donderdag, dat is ten minste wat ik er van
maak. De jongen schryft zoo onduidelijk."
Dat het vrij onleesbaar was geschreven, blesk
wel uit het feit, dat jonge Sam al Woensdag
z'n intrede in het dorp deed. zonder dat er
iemand was om hem te verwelkomen. Instlnt-
matig zocht hij z'n weg naar de herberg.
„Hallo, vader!" riep de jonge Sam, op den
drempel staande.
„Lieve hemel!" kreet de oude Sam. „Hallo
jongen! Hoe gaat.,.."
Hij stopte echter eensklaps en z'n lippen be
wogen zich, alsof hy stond te bidden. Ten slotte
kwam het vol waardigheid van z'n mond:
„Salve, mi fill! Si vales, bene est!"
Een hoorbare stilte heerschte in de herberg.
Jonge Sam keek z'n vader verbaasd aan.
„Ik.... ik begryp u niet. Wat beteekent dat,
vader?"
M'n reisgezel keek me lachend aan. „Ik moest
den man toch iets leeren, niet waar?" spotte
hy. „Nooit heeft hij van my gehoord dat ik
Russisch kende'met geen woord. Ik moest
hem een poets terug bakken, voor hetgeen hy
me geleverd had met die kippen. Maar de
jonge Sam kwam een dag te vroeg."
„Ik begryp het," lachte ik. „Zoo, dat was
dus die oude Sam Beer, die u daar op den
stationsweg achtervolgde?"
„Precies, dat was de oude Sam," zei de
schoolmeester „maar hy had werkeiyk geen
reden om zoo kwaad te zyn. In ieder geval
spreekt hij nu meer latijn dan iemand hier in
den omtrek, en dat wil heel wat zeggen."
TOKIO, 8 Febr. (V.D.) Officieel wordt mede
gedeeld, dat de Japansche keizer eigenhandig
geschreven brieven heeft gezonden aan de
vorsten en presidenten van 19 staten, waarmee
Japan verdragen heeft gesloten, met de mede
deeling, dat op 23 December 1933 een Kroon
prins is geboren, prins Akihito. Het schrijven
is gezonden aan de Staatshoofden van Afgha
nistan, België, Bulgarije, Denemarken, Duitsch-
land, Egypte, Ethiopië, Frankrijk, Groot-
Brittannië, Italië, Mandsjoekwo, Noorwegen,
Nederland, Perzië, Roemenië, Siam, de Ver.
Staten, Joego-Slavië, en Zweden.
A li** 'J op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Oflflfl by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/1 by een ongeval met f QCfl bij verlies van een hand f 1 OC
El lie UDOTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen «Jl# ï/le.-verlies van beide armen, béide beenea of beide oogen f doodelijken alloop POUm~ een voet of een oog# i
oy verlies van een f Cfk bij een breuk van f A fk by verlies van "n
duim of wysvlnger been of arm# tri/»- anderen vinger
Was myn vader alleen geweest, dan zou
die handelwyze nog niet zoo verachteiyK ge
weest zyn. Doch bedenk eens, wat het voor myn
moeder was. Ze waren belden jong, nieJden veel
van elkander en hadden vele Idealen Myn
vader had haar meegenomen naar het pels-
land, vèr weg van alles wat haar lief was. doch
met vreugde was ze hem gevolgd. Hy streed
voor haar in een gewest, waar alleen sterke
gestellen het kunnen uithouden. Ze zouden in
het dorre Noorden zich toch nog een gezellig
tehuis hebben gesticht. Het was een moedige
daad, die iedereen zou bewonderd en eerb-ediga
hebben. Doch dat alles beteekende niets in tie
oogen van de Hudsons Bay. Tweemaal richtte
men hem financieel ten gronde. Hy was wer
keiyk toch geen ernstig concurrent Hy
trachtte zelfs concurrentie te voorkomen
Verliet hy een post om vèr van de vèrst-
«fgelegen posten der Hudson's Bay een nieuwen
Ipost op te richten, enkele maanden of een jaar
hoogstens duurde het en daar gebeurde weer
hetzelfde. Zoodra de maatschappy iets hoorde
over zyn operaties, vestigde zy, hem zyn suc
cessen misgunnend, in de onmiddellijke naby-
heid een nieuwen post, zoodat de gebouwen
hoogstens een steenworp van elkander stonden
en al het streven der groote maatschappy was
er op gericht myn vader andermaal te ver
pletteren.
Mlar dat is nu eenmaal de pelshandel,
zooals deze altyd geweest ls en altyd moet
zyn, onderbrak Patt-son hem. kalm.
Pelshandel! riep Rochette. Is het dan ook
een onderdeel van den pelshandel een vrouw
te vermoorden, een mensch ten gronde richten
en het tehuis van een kind te vernietigen?
Vermoorden? herhaalde Pattison
Ja, vermoorden 1 Het zou wel niet mogéiyk
geweest zyn de maatschappy uit dien hoefde
voor de rechtbank te dagen, doch het resultaat
bleef niettemin hetzelfde. Ik zeg u dat de
•ludsons Bay, met haar schraapzucht, haar
geslepenheid en haar wreedheid myn moeder
vermoord heeft en ik zal het die maatschappy
betaald zetten, al moet ik ook aan dat werk
mijn geheele leven besteden.
Dat is een heel karwei, Jongeman.
Er lag in Pattiscn's oogen een uitdaging en
hy was niet langer meer onverschillig. Vóór
hy Rochette, toen deze zich reeds op de straat
bevond, weer binnen riep was reeds een plan
ln hem opgekomen en hy had reeds bepaald
op welke wyze hy dezen onervaren bondge
noot voor zyn persoonlijke doeleinden zou kun
nen gebruiken. Nu was zijn geheele aandacht
hierop gespitst. Op de allereerste plaats echter
diende hy zichzelf te overtuigen van Rochet-
te's eeriykheid en bekwaamheid.
Zeker, het is geen kleinigheid, antwoordde
Rochette, doch ik wil myn leven daaraan
wyden. Niemand beter dan u, weet, hoe de
Hudson's Bay benadeeld kan worden en langs
dien weg wil ik de maatschappy laten boeten.
Ik wil de pelsen bemachtigen, ik zal haar
jagers omkoopen en de winsten van haar
posten drukken. Ik weet, dat anderen het ge
probeerd hebben, doch ze hebben gefaald, om
dat ze alleen maar dachten aan handeldryven.
Met my ls het anders. Ik heb een eed gezwo
ren. Dét is de grootste stuwkracht geweest m
myn leven sinds den dood van mijn moeder.
Ik geloof niet, dat ik uw moeder ooit heb
gekend, zei Pattison.
De pelshandelaar verlangde meer te weten;
hy wilde de gevoelens van den jongeman tot
op den bodem peilen om te kunnen oordeelen.
hoever Bruce wilde gaan. Hy voelde dat
Rochette op het punt stond zyn verhaal te
beëindigen en voor een vreemdeling zyn ge
beurtenis te verzwygen, welke een dllinitleven
Invloed op zyn verder leven had gehad. Er
was slechts ééne vraag noodlg en een weinigje
sympathie om Bruc opnieuw den draad van
zyn verhaal te doen opnemen. Hy slaagde
hierin, Want Bruce Rochette, die eindeiyk zyn
zelfbeheerschlng had verkregen, ging thans
rustiger verder.
Het was ten Oosten van het Witvisch-
meer en de derde maal, dat myn ouders
opnieuw waren begonnen. Twee Jaren waren
ze er reeds en het ging hun goed. Ze dachten,-
dat hun zorgen overwonnen waren en voorspoed
eindelijk hun deel zou zyn. De Hudson's Bay
was daar nog nooit geweest. Toen herhaalde
de oude geschiedenis zich weer. Een buitenpost
werd gevestigd onder de leiding van een half
bloed. Een tyd lang ging alles naar wensch
en hield myn vader zich goed staande. Myn
moeder werkte met hem onder de Jagers en
hun gezinnen. De Indianen verafgoodden haar.
Toen keerde zich alles plotseling tegen hen. De
Hudson's Bay wilde pelsen hebben. Wat gaf de
groote maatschappy er om, welke middelen ze
daartoe aanwendde! Het was het werk van den
halfbloed, die daarvoor van het bygeloof der
Indianen gebruik maakte. Wellicht was het de
bedoeling ook niet van den man het zoover
te laten-komen. Mogeiyk ook zaten de Indianen
achter hem. Doch we kwamen te weten, dat de
Indianen van plan waren ons aan te vallen en
dat ze ons zouden wegjagen; wij verlieten toen
ons huls midden in den winter. We hadden
nooit moeten vertrekken. Mijn moeder was te
ziek om vervoerd te kunnen worden. We konden
toen echter nist anders. Nooit zal ik het ge
zicht van myn moeder vergeten, toen ze haar.
huis voor de laatste maal zag. We waren voor
de reis niet voldoende uitgerust. Er was trou
wens geen tyd geweest om de noodige voor
bereidselen te treffen. We hadden niet al te
veel mondvoorraad en bovendien weinig eten
voor de honden. De honden verzwakten al heel
gauw. Ik hielp ze trekkenen myn vader
baande den weg voor de slede. De toestand van
myn moeder verergde. Eerst hadden we ge
dacht, dat ze beter zou worden; ze was steeds
zoo moedig en had bovendien altijd een sterk
gestel gehad. Niemand onzer kon zich liet leven
zonder haar indenken. Mijn vader zag wel in,
dat zy spoedig een onderdak hebben moest. Een
eind verder lag de wigwam van een bevriende
Indianenfamilie. Hy liet myn moeder aan
myne zorgen over en vertrok om hulp te halen.
Ik deed al wat ik kón. Den geheelen nacht
door zocht ik dennetakken voor het vuur opdat
ze geen kou zou lijden. Ik trachtte haar krach
ten wat op te wekken door wat soep te koken
van het kleine rantsoen, dat ons nog restte
De koude verergerde. Den tweeden nacht viel
k, uitgeput naast myn moeder in slaap.
.Een oogenblik hield Bruce met vertellen op
en de ontzetting, waarvan zyn blik getuigde,
zei aan Pattison meer dan woorden hadden
kunnen uitdrukken.
Toen ik wakker werd, lag ze naast my,
dicht tegen my aangedrukt.... dood, zei de
ongeman, met een zucht, 's Nachts was ze van
kou gestorven, geheel alleen, zonder beschut
ting. Dien geheelen dag zat ik by baar ïyk.
Toen hoorde ik een langen, gedempten spotlach
in de dennebosschen achter my. Ik heb altyd
geloofd, dat het een spotgeest der Hudson's Bay
was. die lachte met liefde, met jeugd met toe-
wyding. Op d&t oogenblik heb ik myn eed ge
zworen.
U hebt lang gewacht, om dien eed ge
stand te doen, jongeman.
Toch niet. Ik heb me steeds voorbereid
voor het oogenblik, dat eenmaal moest aan
breken. Myn vader deelde myn besluit. Doch
als gevolg van die vermoeiende reis midden
in den winter werd zyn gezondheid geschokt,
zyn geest echter werd niet gedood. Ik heb nog
nimmer iemand gekend, die haatte zooals hy.
zyn lichaamskracht was echter verwoest. U
hebt hem gezien toen hy stierf....
Pattison kreeg plotseling het verlangen om
Bruce de geschiedenis te vertellen, zooals hy
haar eens had gehoord. Hy beheerschte zich
echter door de gedachte, dat hy de Hudson's
Bay niet behoefde te verdedigen en bovendien
kon hy de gevoelens van Rochette gemakkeiyk
ten eigen bate aanwenden. Hy had byvoorbeeld
kunnen vertellen, dat het verhaal van den
Indianenopstand een foppery was geweest, dat
de halfbloed op handige manier een stevlgen
bult had gemaakt, terwyi de Hudson's Bay
niet gewoon was op een dergeiyke manier te
knoeien door gebruik te maken van de onge
stadigheid van den Indiaan.
In het gloedvol vertelde verhaal van Rochette
had Pattison niet op de eerste plaats een
humoristisch relaas herkend, dat een beambte
van de Hudson's Bay hem van dezelfde ge
beurtenissen eens had gedaan. Want de manier,
waarop het verhaal was gedaan, was humo
ristisch, wyi de Hudson's Bay-beambte niets
afwist van den tragischen dood van mevrouw
Rochette. Het ware wellicht mooier geweest den
jongeman de ware toedracht van de zaak te
vertellen, doch hiervoor voelde Pattison niets.
(Wordt vervolgd)