STADSNIEUWS
rti
Waar de filmband rolt
%Uh wat wiU
RIME
lil
ZATERDAG 10 FEBRUARI
VOOR DEN POLITIERECHTER
Hij leende een feits
Voorgevallen klappen
MUZIEK
VIER CANTATES VAN JOH.
SEB. BACH
ITALIAANSCHE OPERA
II Barbiere
CONCERT
HET LEDENTAL DER H.O.V.
Door veel actie sterk gestegen
DONDERS' OOGLIJDERS-
GASTHUIS TE UTRECHT
Verkoop van loten te Haarlem
EEN ZILVEREN FEEST
„Vooruit" in de Haarlemmermeer
gaat jubileeren
Dierenmishandeling
NIEUW STATIONSGEBOUW IN OBERHAUSEN
LUX OR THEATER
Moonlight and melodies
REMBRANDT-THEATER
De Zon gaat op
PALACE BIOSKOOP
Raspoetin en de Keizerin
GRAALNIEUWS
Voor de volgende week
VRAGENBUS
TREKJES No. 815
Tusschen twee stations
a. n.
Hg oefende het eerzame ambacht uit van
naamplaatjes-colporteur. Bovendien trachtte hij
stofzuigers en radio-instrumenten aan den man
te brengen. Hiermee was hg op een Zaterdag
avond in Oostzaan doende. Zoo ongemerkt was
de man een twintig minuten loopens van zijn
rijwiel met bagage verzeild geraakt. Tenminste
dit vertelde hij den politierechter op de zitting
van Vrijdagmorgen. Hg was toen in de buurt
van een café, waarbij een paar meisjes stonden
en een fiets.
Eensklaps kwam hij tot de ontdekking, dat hij
zich verlaat had, dat zijn vrouw op hem en
geld zat te wachten en dat het tijd werd om
bij een klant, waar zijn fiets stond, het geld te
halen, dat deze hem schuldig was.
Hij was daarom op de fiets gestapt, die bij
het café stond, niet om deze te stelen want
wat hil er verder mee wilde doen. als hij zijn
eigen fiets weer te pakken had, wist hij zelf
niet, verklaarde hij en had buiten den waard,
d.w.z. de twee meisjes die er bij stonden, gere
kend.
Deze riepen luidkeels den eigenaar van het
rijwiel. Een broer van dezen achterhaalde toen
den fietsen-„leener", met het gevolg, dat hij op
het politiebureau en nu bg den politierechter
verzeilde.
De Officier van Justitie kende hem van
vroeger 4 jaar geleden en wist dat hij
toen met „de jongens" zich wel meer aan dief
stal had schuldig gemaakt. Hij wilde daarom
het verhaaltje niet heelemaal gelooven en vroeg
drie maanden.
Mr. Tonino, de verdediger, voelde wel iets voor
het verhaal en pleitte clementie.
De politierechter vond het een dubieus geval
en sprak verdachte vrij.
Ieder schoonpapa in spé stelt het niet op
prijs, schoonpapa te worden. Dat ondervond een
jongmensch uit den Haarlemmermeer, die op
een goeden dag dat zijn schoonpapa-in-spé met
een mestvork bezig was, diens erf betrad om
hem eens te vragen, waarom hij en zijn vrouw
's nachts gespeurd hadden naar voetstappen in
de sneeuw.
Meteen had hij den man toen vijf klappen
gegeven, die hem per stuk op 2 gulden kwamen
te staan. Hij werd tenminste conform den eisch
tot 10 boete veroordeeld.
De uitvoering der vier Baeh-Cantates, waar
over wij gisteravond een uitvoerig voorbe
richt opnamen, is een muzikaal festijn gewor
den, zopals men er maar een enkel in een sei
zoen beleeft.
Nergens benaderen we zoo dicht den echten
geest van Bach, als Juist in zijn Cantates. Deze
onthullen ons de diepten van zijn karakter,
evenzeer als de verhevenheid van net doel,
waaraan hij zijn genie heeft toegewijd. De mu
ziek der Cantates is als een spiegel, waarin de
geest en de ziel van hun schepper wordt weer
kaatst. Ze openbaart ons ook zijn groote voor
liefde voor-de -koralen, een vorm, die hij aan
wendt zoo dikwijls het maar kan, en liefst zoo
.^mptueus en doorwrocht mogelijk. Deze ko
ralen zgn als het ware de juweelen waarmee
het goud zijner Cantates is bezet.
In de kostelijke interpretatie van het viertal
reeds gisteren door ons opgesomde werken heb
ben we dit alles gisteravond de auditu nog
eens bevestigd gezien.
Het geheel stond onder de bekwame en des
kundige leiding van Anthon van der Horst, die
den ganschen avond het uitgebreide apparaat
van instrumentaal en vocaal koor en van de
solisten in de hand wist te houden met bewon
derenswaardige energie en voortvarendheid en
het geheel wist te houden op hoog artistiek
peil.
Vraagt men ons nu, welke der vier Cantates
op ons den sterksten indruk heeft gemaakt,
dan noemen wg de derde no. 150 „Nacn dir,
Herr" welke met haar machtig klinkende
koren, het indrukwekkende koor van den in
zet en het imponeerende slotkoor (de Ciaccona)
maar vooral ook door het zoo artistiek uitge
voerde trapsgewijze stijgende gedeelte in het
tweede koor „Leite mich," uitgroeide tot een
verklanking, welke de idee suggereerde eener
machtige kathedraal. Maar dan mogen we
toch ook de heerlijk bewerkte tweede Cantate
niet vergeten, die misschien minder monumen
taal van structuur is, maar anderzijds toch
ook weer uitmunt door rijkdom van détails en
frappante tegenstellingen. En dan heeft ook
de vierde met de imposante, fugatische koor-
inzet „O ewiges Feuer" en het ubelende Halle-
lujah-slot recht op onze diepe bewondering.
Het vocaal koor der Nederlandsche Bachver-
eeniging, uitnemend geschoold als het is, stond
geheel op de hoogte van zgn taak en Anthon
v. d. Horst bereikte er ontroerend fraaie mo
menten mee.
Het Utrechtsch Stedelijk Orkest, gewend als
het is aan de leiding van den dirigent van
dezen avond, begeleidde veelal met smaak en
correctheid. Een bijzonder woord van lof mogen
we daarbij niet onthouden aan Marie Landré,
die de combalo-parttj speelde, en aan George
Robert, die achter het orgel had plaats geno
men en zorgde voor een fraaiklinkenden ach
tergrond: tenslotte verdienen de hoboïst Joh.
Vink en de trompettist eveneens een bij
zonder compliment. Deze allen werden dan ook
terecht bij de langdurige hulde aan het slot
betrokken.
Last but not least de solisten. Jo Vin
cent deed ons evenals onze stadgenoote Annie
Woud opnieuw genieten van haar heerlijk en
nobel geluid in menige moeilijke aria, al was
de laatste een enkel moment het contact met
het orkest kwijt.
Louis van Tulder zong zgn niet steeds even
dankbare partij met niet minder groote ver
dienste als Max Kloos zgn fraai geschreven en
voorzeker dankbare bas-aria's en recitatieven.
Ook in hun samenzang met elkaar en met het
koor bereikten de dames en heeren-solisten een
onberispelijke en grootsche prestatie. Want het
geen Bach van de solisten vraagt, is niet gering.
De hulde, door de vrij talrijke aanwezigen
staande en zeer spontaan aan alle uitvoerenden
gebracht, moge hen overtuigd hebben, dat ze
met de vertolking dezer Cantates een artistieke
daad gesteld hebben van groote en blijvende be-
teekenis. Een uitvoering bovendien, die niet al
leen voor de toehoorders een zeldzaam en on
vergetelijk evenement werd.
J. S.
Rossini's mooie werk H Barbiere moge dan al
vele decennia oud zijn, bij het publiek valt het
nog altijd in den smaak en voor de Italiaan-
sche Opera is deze nieuwe vertolking niet al
leen een succes, maar tevens prachtige bekro
ning van het seizoen, waaruit de vitaliteit van
deze in den goeden zin populaire onderneming
duidelijk spreekt. Er is nog weinig of niets ver
ouderd in deze partituur: het klinkt alles nog
frisch en men bewondert het vlotte spel, den
radden zang en de bruisende muziek en van
alle rangen hebben gisterenavond de aanwezi
gen bij herhaling van hun ingenomenheid blijk
gegeven. Leo Piccioli vervulde de hoofdrol, op
gewekt en vlot en hij heeft knap gezongen, zoo
dat de vertolking van de Barbier-partij er in
alle opzichten wezen mocht. Signor Fort als
Almavira gaf oogenblikken van schoonen zang,
maar vooral als acteur oogstte hij lauweren.
Hilde Reggiani's keelvaardigheid is niet gering
en haar frêle figuurtje maakte haar uitstekend
geschikt voor dj rol van Rosine. Zij beweegt
zich gemakkelijk en vlug en zoo maakte haar
uitbeelding een vriendelijken indruk. Een nieu
we verschijning was Lussardi als Don Bartolo.
Hg speelde en zong den ouden mallootigen, ver
liefden en jaloerschen dokter op raak typeerend15
manier, doch zonder overdrijving. Hij bezit een
alleszins respectabel geluid. Noemen wij ten
slotte nog Eraldo Cora als Basilio, Squarzina
als Berta, die beiden zeer wel voldeden. Onder
de goede leiding van maestro Vincenzo Marini
heeft het orkest zich kranig en temperament
vol van zijn taak gekweten. Costuums en decors
waren als steeds in orde en zoodoende heeit
deze voorstelling een waarlijk aangenamen in
druk gemaakt.
O.
Op Woensdag 21 Febr. 1934 's avonds te 8.15
uur geeft Haarlems Luistervinken-Koor in com
binatie met het mannenkoor „Proza en Poësie"
een concert in de Gem. Concertzaal.
Medewerking wordt verleend door Hélène
Cals.
Het bestuur van de H.O.V. schrijft:
Ongetwijfeld zal het velen interesseeren te
vernemen wat de resultaten zijn van de pro
paganda, welke de H. O. V. ingezet heeft tot
het verwerven van leden. Tot onze vreugde
kunnen wij mededeelen, dat dank zij de groote
medewerking van den heer Luijken en zijn staf
van helpers deze resultaten lang niet slecht
zijn: in de ongeveer 14 dagen, die wij thans
bezig zijn, hebben zich ruim 400 nieuwe leden
opgegeven tegen de contributie van 5.20 per
jaar. Natuurlijk had dit aantal grooter kunnen
zijn, maar wij zijn er maar al te zeer van
overtuigd, dat het zeer veel moeite zal kosten,
dat resultaat te bereiken, hetwelk het Comité
tot bescherming der H.O.V. zich van deze actie
voorgesteld had.
Het is ons ook bekend dat zeer velen de kat
nog eens uit den boom willen kijken en zich
afvragen of de H. O. V. werkelijk nog wel het
hoofd boven water zal kunnen houden en of
het orkest in October nog wel bijeen zal zijn.
Wij ontveinzen ons de moeilijkheden niet, welke
wij te overwinnen hebben, maar juist daarom
roepen wij die twijfelaars met des te meer
nadruk toe: geeft u nu op als lid. Immers dan
is ons voortbestaan zij het op bescheiden
voet verzekerd. Het is natuurlijk te betreu
ren, dat wij voorloopig het orkest niet meer
voor een vol jaar kunnen engageeren, maar
dit zal niemand verwonderen, die weet dat de
subsidie, welke wij ontvangen, in twee jaar tijd
met ongeveer 17.000.verminderd is. wat
beteekent een bedrag van ruim drie maanden
salaris voor het geheele orkest.
Hoe eerder de oude toestand weer hersteld
kan worden, des te aangenamer zal dit ons
zijn. Daarvoor is li de allereerste plaats noodig
een zeer groot ledenaantal, waaruit kan blij
ken dat de ingezetenen de H. O. V. wenschen
behouden. Daarom nogmaals: geeft u thans op
als lid! Wacht er niet mee tot morgen! U
kunt het doen bij den administrateur der H.
O. V., Bleekenbergstraat 16 en bij den penning
meester mr. A. Beets, Plein 8. Wij herinneren
er nogmaals aan, dat ieder, die zich vóór 15
Februari opgeeft, slechts tegen betaling van de
verschuldigde belasting een bewijs van toegang
kan krijgen tot een der concerten, welke de
H. O. V. dit seizoen nog zal gven. Met zijn be
wijs van lidmaatschap, dat direct wordt toege
zonden, zal het nieuwe lid dit bewijs van toe
gang op den dag van het concert des avonds
aan de cassa kunnen krijgen.
Ook te Haarlem wordt thans hard gewerkt
aan den verkoop van de loten ten bate van
Donders' Oogiyders Gasthuis te Utrecht, het
gesticht voor behoeftige en minvermogende
ooglijders, dat nu 75 jaar bestaat.
Hiertoe heeft zich een commissie van Aan
beveling gevormd, waarin zitting genomen
hebben:
C. Maarschalk, Burgemeester van Haarlem,
eere-voorzitter; G. J. Droste, Dr. Th. Koot,
Dr. M. Mauritz, Ph. A. Mees, R. Peereboom,
Dr. A. E. S. Sluyterman, L. M. Weterings, mej.
C. A. van Wickevoort Crommelin en P. Wol-
terson.
Secretaris van deze Commissie is de heer A.
M. de Wilde, Schermerstraat 38 zwart, alwaar
tevens aanvragen voor den verkoop van loten
kunnen geschieden.
Vele zaken en winkelzaken in Haarlem heb
ben bereids hunne zeer gewaardeerde mede
werking toegezegd.
Onnoodig te zeggen, dat wij deze loterij met
warmte aanbevelen in de aandacht van onze
stadgenooten.
Zooals bekend was de stichting er van te
danken aan de onverdroten toewijding van den
beroemden Prof. F. C. Donders, den baanbre
ker op het gebied der physiologische oogheel
kunde en den grondlegger van het oogheel
kundig onderwijs in Nederland.
Het Ooglijdersgasthuis in Utrecht heeft van
het begin af een bijzondere plaats ingeno
men, ja men kan zelfs zeggen, dat het t
prototype is geworden voor alle oogheelkun
dige klinieken, die men in ons land vindt.
De vereeniging „Vooruit", ter bevordering van
de paardenfokkerij in de Haarlemmermeer hield
Donderdagavond haar jaarlijksche ledenverga
dering. Medegedeeld werd, dat het concours-
hippique in 1933 uitstekend financieel geslaagd
was. Er worden plannen beraamd om het 25-
jarig bestaan van de vereeniging op 9 Maart
feestelijk te herdenken.
Het voorstel van het bestuur, om ook dit jaar
een concours-hippique te houden op het ge
meentelijk Sportterrein, werd door de vergade
ring aangenomen. 13 Juli zal het Nederland
sche sportfeest weder plaats vinden.
De strafkamer van het gerechtshof te Am
sterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak van
A. V., landbouwer te Hoofddorp aan den Slo-
terweg, die door den politierechter te Haarlem
was veroordeeld tot een gevangenisstraf van
zes weken wegens het ophangen van een Hond,
die gevaarlijk was gebleken voor de schapen.
De advocaat-generaal had de opgelegde straf
te zwaar geoordeeld en in zijn requisitoir een
geldboete gevraagd, terwijl de advocaat Mr. van
Löben Seis uit Haarlem op vrijspraak had aan
gedrongen.
Het hof heeft arrest gewezen en de handeling
wel strafbaar geacht, doch de straf veranderd
in een geldboete van ƒ50.
Het nieuwe stationsgebouw te Oberhausen, dat o.a. een groot restaurant en café
bevat, is dezer dagen gereed gekomen
Een jong schlager-componist komt in een
stadje terecht en wordt daar door een schoone
jonge dame geëngageerd om de muziek te
schrijven voor haar muziekwinkel. Zij wordt
verliefd!, hij denkt alleen aan roem en wanneer
hij in New York carrière kan maken vertrekt
hij hals over kop, het meisje in tranen ach
ter latende.
De componist slaagt met zijn Schlagers en
het meisje reist hem na, wordt op het koor van
zijn show geplaatst, doch niet meer herkend.
Dan komen er een massa verwikkelingen, die
volgens beproefd recept tegen het eind van de
film in het niet zinken.
Wat doet het verhaal er toe? In de camavais-
week moet ook een film luchtig zijn en wat is
vroolijker dan een leuk melodietje en revue-
girls?
De reclame-manegers van deze films sommen
u op, wat u te uien en te hooren krijgt. Een
bonte dwarreling van fleurige costuums, mooie
meisjes, vlotte dansen en pittige muziek. On
telbaar moeten die New-Yorker revue-girls zijn
en de eene creatie moet de andere overtreffen.
Hoe het zg, er is werkelijk iets luchtigs van dit
geschiedenisje gemaakt. De muziek is heerlijk
en het tempo zal menig bezoeker op zijn stoel
doen schommelen en hossen. Maar het is ook
carnaval en per slot van rekening is de vasten
avondstemming in „Moonlight" wel te vinden.
Bijzondere waardeering hebben we voor het slot
van de film, waarin 1928, het jaar van hoog
conjunctuur langzaam overgaat in de bank-
paniek, de crisis en het leed van de werk-
loozen. Vooral de montage van deze scene is de
moeite waard en een compliment aan den re
gisseur ten volle waard.
De film is voor volwassenen.
In het voorprogramma een hoogst-komische
teekenfilm „In de sneeuw", een paar aardige
kluchten, uit een waarvan blijkt, dat goed kam
peeren niet ieder gegeven is. Het buitenlandsche
nieuws geeft vele actualiteiten. Een goed pro
gramma deze week in het Luxor-Theater. Luch
tig, maar met voortreffelijke filmische mo
menten!
Het was te verwachten dat men de vinding
van de sprekende film zou gebruiken, om be
roemdheden te laten zien en vooral te laten
hooren, die anders voor de meerderheid van het
wereldpubliek altijd onbekenden zouden blijven.
Daarbij zijn op de eerste plaats de beroemde
zangers, die uit de concertzaal en de opera naar
de filmstudio zijn gebracht, vanwaar hun stem
over de geheele wereld gaat. Het spreekt van
zelf, dat het stuk waarin zij optreden, vooral den
zanger gelegenheid moet bieden zijn beroemde
stem te laten hooren, hetgeen soms zijn invloed
op inhoud en bouw van het stuk niet mist. Maar
ook van andere films kan niet altijd gezegd
worden, dat bouw en inhoud zeer interessant
zijn, en in dit geval is er altijd nog het voor
deel, dat er een zanger optreedt van groote en
verdiende reputatie.
Deze zanger is, zooals wij reeds gemeld heb-
tenor van het Staatstheater te Berlijn en van
de Metropolitan Opera te New-York, een zanger
met een volumineus en beschaafd geluid, dat
dank zij de installatie van het Rembrandt-
Theater, zuiver en vol in de zaal komt.
Als operazanger staat hij niet vreemd te
genover zijn werk als speler; er zijn tenminste
slechter voorbeelden geweest van films, waar
in iemand met een beroemde stem optrad,
doch dan even slecht speelde als goed zong.
In deze film „Die Sonne geht auf" heeft men
gelegenheid Charles Kullmann als filmacteur
te vergelijken met andere spelers van gevestigde
reputatie, en men komt tot de conclusie, dat er
geen bezwaren zgn om den zanger voor de ca
mera te laten optreden. Hij speelt vrg en onge
dwongen, en als er onvolmaaktheden zijn, is
dat minder te wijten aan hem dan aan het
scenario.
Overigens heeft dit filmverhaal alle kwalitei
ten van een publiekfilm. De liefhebbers kunnen
hun hart ophalen aan den zang van Kullmann,
die 's morgens vroeg begint te jubelen en
's avonds laat nog zijn prachtig geluid laat
schallen, die thuis zingt, op feesten zingt, op
straat zingt en bij zijn werk in de garage, waar
hij vóór zijn beroemdheid zijn onderhoud ver
dient, onderbreekt voor een vurige serenade aan
een meisje, dat dan ook buitengewoon bekoor
lijk en lieftallig is.
Aldus zullen velen hun genot en amusement
beleven aan deze film, die laat zien hoe men
roem en een behoorlijk inkomen wint, indien
men althans een goede stem heeft en waarin
men ook zuiver, tintelend humoristisch spel van
enkele filmacteurs kan bewonderen, o.a. van
Fritz Kampers en vooral van Jacob Tiedtke.
In het voorprogramma tuimelt men van de
eene verbazing in de andere. Wij verbazen ons
niet gauw, daarvoor leven wij in de twintigste
eeuw, maar nu moeten we het doen. Wie kijkt
er niet lichtelijk verwonderd, als binnen dertig
seconden van 'n beetje spiritus, veel hocus po-
cus en rare gebaren, een lucifer en nog wat, een
heusche eend gefabriceerd wordt? De illusio
nist in het Rembrandt Theater speelt dat klaar.
Hg goochelt bovendien niet met de gewone lap
jes en glinsterende dingen, maar ook met zich
zelf, en je gelooft het pas als je het ziet.
En dan de groote attractie van ieder voor
program: de teekenfilm. (Jngelooflijk van fan
tasie, buitengewoon van vinding, kostelijk van
humor en dikwijls heerlijk van ironie en heke
ling. „Waar de vent 't vandaan haalt." is het
gewone commentaar, maar zoo gewoon als 't is,
is het toch een uiting van verbazing over en
bewondering voor de rijke fantasie van den ma
ker dezer film en voor de gave die in dezen
tijd niet genoeg te waardeeren is: humor, fris-
schen, pittigen, levenden humor.
De figuur van den zoogenaamden monnik
Raspoetin, den geheimzinnigen man, die eens
een zoo overweldigenden invloed had- op de
Tsarenfamilie, heeft al zeer velen aan het ge
schiedschrijven gezet, en steeds was die ge
schiedenis anders. Alleen de wijze, waarop hij
ten slotte werd uit den weg geruimd schijnt
wel vast te staan.
Nu heeft de Metro-Goldwyn-Mayer die ge
schiedenis ook verfilmd en alweer is het ver
haal anders en waarschijnlijk al evenmin juist,
al evenmin historisch.
Maar wat doet dit er eigenlijk toe het
geval-Raspoetin had zich kunnen afspelen,
zooals het hier wordt voorgesteld en dat is
eigenlijk voldoende voor het doel: een mooie
film te maken van een geval, waar heel de
wereld over heeft gesproken, waar heel de
wereld belangstelling voor heeft getoond.
En als dan de drie hoofdpersonen in die
film vertolkt worden door het beroemde trio
John (prins Tsjogariëf), Ethel (de Tsaritsa) en
Lionel Barrymore (Raspoetin), dan is zoo'u
film al daarom alleen waard gezien te worden.
Deze drie samen met de jonge Tad Alexan
der (de Tsarewitsj) z ij n deze film, de verdere
rollen zijn maar bijzaak.
Dat wil niet zeggen, dat die niet meewer
ken tot het succes van het geheel, maar ook
anderen hadden hun plaatsen kunnen innemen,
als de drie Barrymore's maar gebleven waren.
De duivelsche invloed van den liederlijken
„monnik" wordt in deze film niet alleen voel
baar, maar ook begrijpelijk gemaakt en met
spanning heeft gisterenavond een goed bezette
zaal de ontwikkeling van het drama gevolgd,
dat rijk is aan schitterende beelden.
We zien Raspoetin, die hier wordt voorgesteld
als de man die er op uit is de algeheele macht
over het lot van Rusland tot zich te trekken,
aan het hof en in zijn woning, we zien hem
vleiend en we zien hem heerschend, we zien
hem ook als lagen, liederlijken schurk, wien
niets te gemeen, niets te schurkachtig is om
zgn doel te bereiken: den ondergang van de
Tsarenfamilie, om zelf in haar plaats te kun
nen treden.
Het is machtig spel, wat Lionel Barrymore
in deze veelomvattende rol te zien geeft al
legt hij het er hier-en-daar misschien wel wat
erg dik op.
Naast hem en de beide andere Barrymore's
mogen nog genoemd worden Ralph Morgan als
de Tsaar en Diana Wynyard als prinses
kortom het is een film, die niet alleen een
spannende handeling op het doek brengt, maar
die ook uitnemend spel laat zien; het een met
het ander maakt het ten zeerste waard haar
te gaan zien.
De hoofdfilm was ditmaal extra lang, zoodat
voor het bijprogramma niet veel tijd over
schoot. Het bestond dan ook slechts uit het
geluidsnieuws en 'n korte Amerikaansche zang
en dansfilm, ook het nummer „Op het tooneel"
moest ditmaal achterwege blijven.
ALGEMEEN NIEUWS
De Leidsters van heel Haarlem trekken a.s.
Zondag naar het Departementenhuis te Am
sterdam voor een gezamenlijke bijeenkomst.
Alle leden van de Hockey-club van Zondag
middag moeten present zijn!!
De scheidsrechter zal het eerste elftal uit
zoeken voor de komende wedstrijden in Maart,
dus sportmenschen, voltallig zijn, hoor!
GRAALHUIS SPAARNE 29
Zaterdagavond worden alle kadetten en oud-
kadetten op het huis verwacht. Waarom? Dat
zullen jullie wel zien. Aanvang 7.30 uur.
Zondag vervalt de inwijdingscursus om 12
uur, evenzoo de Leidsters- en Kadettendaden-
clubs, ook de reidansclub van 's avonds, dit
alles vanwege den Leidstersdag in Amsterdam.
Korfballen om &30 uur. Denken alle leden
er om?
Leden van de Spaarne-parochie, a.s. Zondag
vieren we het heerlijke feest van Maria Lourdes,
toon Je 'n echt Graallid en bid op dezen dag
vurig tot onze goede Moeder.
GRAALHUIS EMMASTRAAT
Zondag om 4.30 en 5.30 uur Inwijdingscur
sus..
Dadenclub de Austa's is in plaats van Zon
dag op Maandag.
8 uur Zondag Dadenclub de Troubadours.
Woensdag 7.30 uur. De Fiere Blijheid. Even
eens Inkleedingscursus.
Vrijdag. Kwart voor acht De Zaaisters.
GRAALHUIS MIDDENWEG 116
Zondag. Geen dadenclub.
Vrijdag begint om 7.30 uur de nieuwe pit-
riet-leerbewerking- en raffiaclub. De nieuwe En-
gelsche dansclub neemt ook een aanvang om
8 uur.
„Vader, wg zijn jong en vrouw,
Maar wij blijven U getrouw,
Wil ons vromen wil en werken,
Stadig oefenen en versterken,
Dat wij pal staan voor Uw eer,
Wil ons helpen, Lieve Heer!!"
Vraag. Mijn zuiver inkomen over het jaar
1932 was 1528.72, waarvan afgaat contributie
vakbond ƒ13. Ik heb 4 minderjarige kinderen.
Hoeveel inkomstenbelasting betaal ik in de ge
meente Haarlemmermeer, aanslagbiljet 1933/34?
Antw. Aan Rijksinkomstenbelasting zult u
moeten betalen de somma van 4.20. Wat u
aan gemeentefondsbelasting moet betalen, kun
nen wij u niet zeggen, omdat het aantal op
centen dat die gemeente heft, ons niet bekend
is.
Vraag. Ik woon in Haarlem en ben aange
slagen in de inkomstenbelastirf voor ƒ800.
Mijn gezin bestaat uit man, vrouw en een
kind. Hoeveel belasting moet ik betalen voor
het jaar 1933/1934?
Antw. Indien u geen andere inkomsten hebt
dan ƒ800, wordt u niet aangeslagen in de
Rijksinkomstenbelasting en in de Gemeente
fondsbelasting ƒ2.10.
Vraag. In het uittreksel van de statuten der
Haarlemsche synode van 1929 staat op bldz.
25: „Het is verboden openbare verkoopingen
te houden in de pastorie." Nu is mijn vraag
of men wel openbare plaatsenverkoopingen mag
houden in de R.K. Kerk op Zondag?
Antw. Ja, dat is geoorloofd.
Vraag. Weke R.K. Courant wordt er in Fries
land het meest onder de plattelandsbevolking
gelezen?
Antw. „Ons Noorden" uit Groningen.
Vraag. Zijn de lotetn van de Holl. Grond-
credietbank serie 50967, 54063, 54065 en 2215
No. 16, 45, 40 en 38 reeds uitgeloot?
Antw. Nog niet uitgeloot.
Vraag. Is serie 54090 No. 36 van de HolL
Grondcredietbank ook uitgeloot?
Antw. Niet uitgeloot.
Vraag. Is serie 63126 No. 40 van de HolL
Grondcredietbank reeds uitgeloot?
Antw. Niet uitgeloot.
Vr. Is het Vastenavondfeest, dat door de R.K.
Oratoriumvereenlging wordt gegeven, gecos-
tumeerd?
Ant. Het staat u vrij om verkleed of niet
verkleed te komen.
Personen.
Hij.... ongeveer 60 jaar.
Zij.... ook zooiets.
Interieur: apartement 3e klas coupé
HolL Spoor
(De trein vertrekt. Hij en zij zitten tegen
over elkaar, ieder bij 'n raampje. Geen andere
passagiers. Eerst het gewone afwachten of de
ander soms zal beginnen te praten).
Hij. Zoo.... d'r komt toch weer 'n zonnetje
door.
Zij. Ja, kijk.... Als 't maar es tijd wordt....
Je zou haast vergeten dat er een bestond.
Hij. Nou, zegt u dat. (stilte), 'n Beetje
benauwd hier, vindt u niet?
Zij. Ja, om u de waarheid te zeggen....
H ij. Ik zal dat andere raampje op 'n kiertje
zetten, (doet het). Zoo.... dat scheelt altijd
direct. En als je nog zoo'n klein half uurtje
moet zitten.... en al 'n drie kwartier achter je
rug heb
Z ij. Dan moet u zeker óók naar Zuiderdijk?
Hij. Ja.... u ook?
Z ij. Ik woon daar, ja.... Ik ben naar Veld
huizen geweest.... naar de begrafenis van
m'n zwager....
Hij. Zoo, zoo.... dus u was niet voor uw
plezier op reis?
Zij. Nee, net niet.... 't Was nou wel niet zoo'n
erg droevig sterfgeval.... 'n weduwnaar zonder
kinderen.... maar.... Hij was zoowat alles
wat ik nog had op de wereld.... (snuit
haar neus).
Hij. (na stilte) Nja.... zoo gaat 't nou
eenmaal.... Ik ben zelf ook alweer tien jaar
weduwnaar
Zij. Zoo.... dan is uw vrouw betrekkelijk
jong gestorven, zeker?
Hij. Acht en veertig was ze.... en haast
altijd sukkelend geweest....
Z ij. Kinderen?
Hij. Een jongen.... die vaart op de „Prins
Hendrik". Ik zie 'm maar zelden.... Ik ben
ergens in de kost.... 't Zijn goeie menschen....
zal "k niks van zeggen.... maar t is niet dat,
hè.... 'kBen eerst 'n paar jaar nog op m'n
eigen blijven wonen, met 'n huishoudster....
maar dat ging ook niet.... Ach, je bent heele
maal uit je doen in zulke omstandigheden....
Z ij. En heb u zoo nog wat om handen.
of
Hij. Niet meerIk had 'n aardig rijwiel
zaakje. Dat heb ik 'n jaar of wat geleden over
gedaanNiet dat 't me verveelde, of dat ik
'n hekel aan werken had.... maar ik kon 't
goed verkoopen.... en 't werd met m'n oogen
wat minder.... die zijn trouwens nooit van de
beste geweest. Op me zesde jaar droeg ik al
'n briL
Zij (verstrooid) O.... kijkik heb
ook iemand gekend, die.... 'n Rijwielzaakje
zei u?
Hij. Ja.... met 'n werkplaats er bij voor
reparatie. Ik was van school af in 't vak ge
weest, dus.... O, ik heb er geen kapitaal
voor gekregen, hoor! Ik moet heel zumigjes-an
doen om dezelfde te blijven bij wgze van spre
kenwant als je op je zestigste jaar al van
de hooge boom gaat af teren..... Nou,.en in
'n kosthuis is 't leven altijd weer wat duurder
aan op je eigenalles kost apart.... "n
mensch alleen is niks gedaan, juffrouw....
Zij. Schei uit, meneer.... ik weet er van
mee te praten.... En nou ik me zwager ook
niet meer heb....
H ij. Bent u nooit getrouwd geweest?
Zij. Neeik(kucht).
Hij. Als u soms last heeft van de rook..4.
dan wil ik me sigaar wel....
Zij. Wel néé, wel néé, meneer.... u hoeft
voor mij niet met rooken op te houwen, hoor.
Mee, ik wou zeggen.... ik heb.... heel lang
geleden.... hm.... op.... op trouwen ge
staan.... als meisje van drie en twintig.... en
dat is toen.... dat is toen.... door 'n kwes
tie
H ij. Ik begrijp u alDat 13 toen afge
raakt.... en na die tijd heb u nooit meer....
Zij. JuistIk heb er veelheel veel
van gewetenvooral* omdat 't grootendeels
mijn schuld was.... Ja, 'tis eigenlijk gek, om
dat zoo tegen u, als vreemd, te gaan vertel
len.... maar toen u 't straks over uw oogen
had.... en over 'n rijwielzaaktoen kwam
't zoo ineens weer in m'n gedachten.
Hij. Hoezoo?
Z ij. Omdat die beminde van me ook zwakke
oogen had.... en óók in 't rijwielvak was
H ij. Nou, dat is wel buitengewoon toevallig.
Zij. Om kort te gaan.... we hadden zoowat
ons heele boeltje bij elkaaren ik had m'n
dienst al opgezegd.... en op 'n avond kregen
we woorden.... Ik was koppig.... hij was kop
pigen zonder afscheid gingen we die
avond van elkaar.... en 't is nooit meer....
nooit meer
H y. Ja.ja.Ik.ik.ik ken dat.
zoo géat het soms.... Ik heb zelf 'n dergelgk
geval an de hand gehad in me jonge jaren....
ZU. Ik schreef 'm afdiezelfde avond
nogMaar de brief was nog geen uur in de
bus. of ik besefte, dat ik veel te voortvarend
had gehandeld.... De volgende dag wou ik
naar hem toe gaan, om 't weer goed te ma
kenmaar ik durfde nietik was bang,
dat ie me zou afwgaen.... En toen hoopte ik
maar, dat ie zelfdat ie zelfMaar hg
kwam niet.... Ik heb er om gehuild.... dagen
langen later troostte ik me maar met de
gedachte, dat God me niet voor 't huweiyk
bestemd had. Nog twee maal heb ik verkeering
kunnen krijgen.... maar 't wou niet vlotten..
Toen ben ik maar bg m'n mevrouw gebleven..
dat ging zoo nog dertig jaar.... toen stierf ze
en liet me 'n mooi sommetje na.... En och..
ik ben tevredenal denk ik nog dikwels an
Henk.... z'n portret ligt nog altgd in de la
van me linnenkast....
Hy. (bleek) H.... Henk.... Henk zegt u?
Z g. Wat scheelt u ineens? Wordt u niet
goed?
Hg. Nee.... t is niks.... Eh.... hoe was
s'n achternaam?
Z gTeggelmans
Hij. Dan.... dan.... dan heet u: Lena van
Hommeren.
Z g. Hè? U weet....? Maar.... Groote he
mel.... Zie ik 't nou goed?
Hg. Ja, Lenaje ziet 't goed....
zy. Goeie genade.... dus u.... dus jg....
dus udus jg bent Henk(stilte;.
H g. Dan zgn we toch allebei wel erg ver
anderd, hè? Wat 'n wonder ook!
Zg. Nou, om je de waarheid te zeggen....
toen ik daarstraks instapte, toen kreeg ik even
't gevoel, dat ik je gezicht méér had gezien....
Dat kan je zoo al es hebben, hè? Maar toch
geen flauw idee, dat jy 't was.... Zoo
zoo.... dan hebben we.... zonder erg.... el
kaar al zoo'n beetje verteld, hoe 't verder met
ons gegaan is....
Hy. Ja.... ja.... Ben je later nog aan de
weet gekomen, dat ik getrouwd was?
Zy. Ja.... van "n kennis....
Hy. Enne.... wat dacht je toen?
zy. Ik zei tegen die kennis: dat meisje zal
'n goeie man an 'm hebben. En dat meende ik
eeriykwantNou ja, dat Is voorbg
Hy. Ik heb lang gewacht.... Ik had eerst
nog naar je toe willen komenna die brief
van jeik kon niet gelooven, dat 't gemeend
wasMaar ach.... hoe gaat 't soms in zulke
gevallen.... je aarzelt.... je aarzelt nóg es....
anderen raaien 't je af.... en je brief was
zoo.... zoo....
Zg. (zucht) Ja....
Hy. En al gauw veranderde ik van betrek
king.... ging naar 'n andere plaats.... en we
zagen elkaar niet meer.... 't Heeft allemaal
zoo moeten wezen.... En woon jg zoo heele
maal op je eigen, Lena? 't Is toch goed, dat ik
Lena zeg?
zy. Gerust, hoor.... Ja, ik heb toen "n
huisje gekocht in Zuiderdgkdat is m'n ge
boorteplaats.dat weet je nog wel....
Hg. Ja.... ik wist, dat je in Zuiderdgk
woonde.... Dat hoorde ik heel toevallig 'n
poosje geleden.... en nou dacht ik vanmid
dag zoo ineens: kom, ik mot es naar Zuider
dijk.... ik wil toch es kgken of.... hm....
Z g. Hè? Dus je ging naar Zuiderdijk, om
my te zien?
Hy. Eeriyk gezegd: ja.... Waarom zou ik
't verzwggenNiet dat ik nou zoo pardoes
bg je wou komen binnenvallen.... maar....
nou ja, zoo'n idee nou maar es, hè.... Je prak-
kizeert zoo van alles in je eentje(lacht),
'n Typisch geval anders! Ik ga naar Zuider
dgk, om naar jou te informeerenen ik zit
hier al 'n kwartier met je te praten....
(stilte) Je mag er nog best wezen, Lena....
je ziet er uit of je nog honderd jaar zal wor
den.
Z y. Nou, en jg dan? Ik zou je amper vgftig
gegeven hebben.
Hy. Zoodus ik val óok nog al mee....
Tja.... dat is nou eigenaardig.... wat mot|
ik nou.... in Zuiderdgk.... hm.... nog gaan
doen?
Zg. Nou.... by my 'n kop koffie drinken..,,
en 'n boterhammetje eten.
Hy. O.... ja.... als 't niet te....
Zg. Je was immers tóch van plan om....
ehOf had je zoo weer weg willen gaan....
zonder me te hebben gesproken?
Hg. Ik weet niet.... dat zou ik misschien
aan 't toeval.... aan de omstandigheden heb
ben overgelaten.... Ik zei je al: je prakkizeert
zoo van alles als je.... (stilte; hy staart
omlaag)
Zg. Was je huwelgk gelukkig, Henk?
Hg. (na aarzeling) Nee....
Z g. Niet? Datdat spyt me.
H ij. Ik mag niet zeggen, dat 't bepaala
slecht ging.... maar ik had me 't zoo heel an
ders voorgesteld.... M'n vrouw wil ik niks
verwgtend'r kwaal deed er geen goed
aan.... altyd pgn en benauwdheden.... En
nou is 't al weer tien jaar verderIk heb
al es kunnen hertrouwenmaar dan dacht
ik aan m'n eerste huwelgk.... en aan....
aan jou....
Z g. Je bedoelt.... dat je....
H ij. Ja, om je de waarheid te zeggen, had
ik 'n flauwe hoop datikZou je 't nog
aandurven, Lena? Zouden we van onze ouwe
dag nog iets moois kunnen maken?
zy. Ik ben er niet bang voor, Henk.... (ge
knars van de remmen).
Hg. Kijk.... we zgn waar we wezen moeten,
('n stilte).
zy. Ja.... we zijn.... waar we wezen moe
tenal hebben we heel veel.... heel veel
oponthoud gehad.
Hg. Ja, daar zeg je zooiets.... (stem con
ducteur: „Zuiderdy k.... Zuider
dgk!!")