STADSNIEUWS rti Waar de filmband rolt %Uh wat wiU RIME lil ZATERDAG 10 FEBRUARI VOOR DEN POLITIERECHTER Hij leende een feits Voorgevallen klappen MUZIEK VIER CANTATES VAN JOH. SEB. BACH ITALIAANSCHE OPERA II Barbiere CONCERT HET LEDENTAL DER H.O.V. Door veel actie sterk gestegen DONDERS' OOGLIJDERS- GASTHUIS TE UTRECHT Verkoop van loten te Haarlem EEN ZILVEREN FEEST „Vooruit" in de Haarlemmermeer gaat jubileeren Dierenmishandeling NIEUW STATIONSGEBOUW IN OBERHAUSEN LUX OR THEATER Moonlight and melodies REMBRANDT-THEATER De Zon gaat op PALACE BIOSKOOP Raspoetin en de Keizerin GRAALNIEUWS Voor de volgende week VRAGENBUS TREKJES No. 815 Tusschen twee stations a. n. Hg oefende het eerzame ambacht uit van naamplaatjes-colporteur. Bovendien trachtte hij stofzuigers en radio-instrumenten aan den man te brengen. Hiermee was hg op een Zaterdag avond in Oostzaan doende. Zoo ongemerkt was de man een twintig minuten loopens van zijn rijwiel met bagage verzeild geraakt. Tenminste dit vertelde hij den politierechter op de zitting van Vrijdagmorgen. Hg was toen in de buurt van een café, waarbij een paar meisjes stonden en een fiets. Eensklaps kwam hij tot de ontdekking, dat hij zich verlaat had, dat zijn vrouw op hem en geld zat te wachten en dat het tijd werd om bij een klant, waar zijn fiets stond, het geld te halen, dat deze hem schuldig was. Hij was daarom op de fiets gestapt, die bij het café stond, niet om deze te stelen want wat hil er verder mee wilde doen. als hij zijn eigen fiets weer te pakken had, wist hij zelf niet, verklaarde hij en had buiten den waard, d.w.z. de twee meisjes die er bij stonden, gere kend. Deze riepen luidkeels den eigenaar van het rijwiel. Een broer van dezen achterhaalde toen den fietsen-„leener", met het gevolg, dat hij op het politiebureau en nu bg den politierechter verzeilde. De Officier van Justitie kende hem van vroeger 4 jaar geleden en wist dat hij toen met „de jongens" zich wel meer aan dief stal had schuldig gemaakt. Hij wilde daarom het verhaaltje niet heelemaal gelooven en vroeg drie maanden. Mr. Tonino, de verdediger, voelde wel iets voor het verhaal en pleitte clementie. De politierechter vond het een dubieus geval en sprak verdachte vrij. Ieder schoonpapa in spé stelt het niet op prijs, schoonpapa te worden. Dat ondervond een jongmensch uit den Haarlemmermeer, die op een goeden dag dat zijn schoonpapa-in-spé met een mestvork bezig was, diens erf betrad om hem eens te vragen, waarom hij en zijn vrouw 's nachts gespeurd hadden naar voetstappen in de sneeuw. Meteen had hij den man toen vijf klappen gegeven, die hem per stuk op 2 gulden kwamen te staan. Hij werd tenminste conform den eisch tot 10 boete veroordeeld. De uitvoering der vier Baeh-Cantates, waar over wij gisteravond een uitvoerig voorbe richt opnamen, is een muzikaal festijn gewor den, zopals men er maar een enkel in een sei zoen beleeft. Nergens benaderen we zoo dicht den echten geest van Bach, als Juist in zijn Cantates. Deze onthullen ons de diepten van zijn karakter, evenzeer als de verhevenheid van net doel, waaraan hij zijn genie heeft toegewijd. De mu ziek der Cantates is als een spiegel, waarin de geest en de ziel van hun schepper wordt weer kaatst. Ze openbaart ons ook zijn groote voor liefde voor-de -koralen, een vorm, die hij aan wendt zoo dikwijls het maar kan, en liefst zoo .^mptueus en doorwrocht mogelijk. Deze ko ralen zgn als het ware de juweelen waarmee het goud zijner Cantates is bezet. In de kostelijke interpretatie van het viertal reeds gisteren door ons opgesomde werken heb ben we dit alles gisteravond de auditu nog eens bevestigd gezien. Het geheel stond onder de bekwame en des kundige leiding van Anthon van der Horst, die den ganschen avond het uitgebreide apparaat van instrumentaal en vocaal koor en van de solisten in de hand wist te houden met bewon derenswaardige energie en voortvarendheid en het geheel wist te houden op hoog artistiek peil. Vraagt men ons nu, welke der vier Cantates op ons den sterksten indruk heeft gemaakt, dan noemen wg de derde no. 150 „Nacn dir, Herr" welke met haar machtig klinkende koren, het indrukwekkende koor van den in zet en het imponeerende slotkoor (de Ciaccona) maar vooral ook door het zoo artistiek uitge voerde trapsgewijze stijgende gedeelte in het tweede koor „Leite mich," uitgroeide tot een verklanking, welke de idee suggereerde eener machtige kathedraal. Maar dan mogen we toch ook de heerlijk bewerkte tweede Cantate niet vergeten, die misschien minder monumen taal van structuur is, maar anderzijds toch ook weer uitmunt door rijkdom van détails en frappante tegenstellingen. En dan heeft ook de vierde met de imposante, fugatische koor- inzet „O ewiges Feuer" en het ubelende Halle- lujah-slot recht op onze diepe bewondering. Het vocaal koor der Nederlandsche Bachver- eeniging, uitnemend geschoold als het is, stond geheel op de hoogte van zgn taak en Anthon v. d. Horst bereikte er ontroerend fraaie mo menten mee. Het Utrechtsch Stedelijk Orkest, gewend als het is aan de leiding van den dirigent van dezen avond, begeleidde veelal met smaak en correctheid. Een bijzonder woord van lof mogen we daarbij niet onthouden aan Marie Landré, die de combalo-parttj speelde, en aan George Robert, die achter het orgel had plaats geno men en zorgde voor een fraaiklinkenden ach tergrond: tenslotte verdienen de hoboïst Joh. Vink en de trompettist eveneens een bij zonder compliment. Deze allen werden dan ook terecht bij de langdurige hulde aan het slot betrokken. Last but not least de solisten. Jo Vin cent deed ons evenals onze stadgenoote Annie Woud opnieuw genieten van haar heerlijk en nobel geluid in menige moeilijke aria, al was de laatste een enkel moment het contact met het orkest kwijt. Louis van Tulder zong zgn niet steeds even dankbare partij met niet minder groote ver dienste als Max Kloos zgn fraai geschreven en voorzeker dankbare bas-aria's en recitatieven. Ook in hun samenzang met elkaar en met het koor bereikten de dames en heeren-solisten een onberispelijke en grootsche prestatie. Want het geen Bach van de solisten vraagt, is niet gering. De hulde, door de vrij talrijke aanwezigen staande en zeer spontaan aan alle uitvoerenden gebracht, moge hen overtuigd hebben, dat ze met de vertolking dezer Cantates een artistieke daad gesteld hebben van groote en blijvende be- teekenis. Een uitvoering bovendien, die niet al leen voor de toehoorders een zeldzaam en on vergetelijk evenement werd. J. S. Rossini's mooie werk H Barbiere moge dan al vele decennia oud zijn, bij het publiek valt het nog altijd in den smaak en voor de Italiaan- sche Opera is deze nieuwe vertolking niet al leen een succes, maar tevens prachtige bekro ning van het seizoen, waaruit de vitaliteit van deze in den goeden zin populaire onderneming duidelijk spreekt. Er is nog weinig of niets ver ouderd in deze partituur: het klinkt alles nog frisch en men bewondert het vlotte spel, den radden zang en de bruisende muziek en van alle rangen hebben gisterenavond de aanwezi gen bij herhaling van hun ingenomenheid blijk gegeven. Leo Piccioli vervulde de hoofdrol, op gewekt en vlot en hij heeft knap gezongen, zoo dat de vertolking van de Barbier-partij er in alle opzichten wezen mocht. Signor Fort als Almavira gaf oogenblikken van schoonen zang, maar vooral als acteur oogstte hij lauweren. Hilde Reggiani's keelvaardigheid is niet gering en haar frêle figuurtje maakte haar uitstekend geschikt voor dj rol van Rosine. Zij beweegt zich gemakkelijk en vlug en zoo maakte haar uitbeelding een vriendelijken indruk. Een nieu we verschijning was Lussardi als Don Bartolo. Hg speelde en zong den ouden mallootigen, ver liefden en jaloerschen dokter op raak typeerend15 manier, doch zonder overdrijving. Hij bezit een alleszins respectabel geluid. Noemen wij ten slotte nog Eraldo Cora als Basilio, Squarzina als Berta, die beiden zeer wel voldeden. Onder de goede leiding van maestro Vincenzo Marini heeft het orkest zich kranig en temperament vol van zijn taak gekweten. Costuums en decors waren als steeds in orde en zoodoende heeit deze voorstelling een waarlijk aangenamen in druk gemaakt. O. Op Woensdag 21 Febr. 1934 's avonds te 8.15 uur geeft Haarlems Luistervinken-Koor in com binatie met het mannenkoor „Proza en Poësie" een concert in de Gem. Concertzaal. Medewerking wordt verleend door Hélène Cals. Het bestuur van de H.O.V. schrijft: Ongetwijfeld zal het velen interesseeren te vernemen wat de resultaten zijn van de pro paganda, welke de H. O. V. ingezet heeft tot het verwerven van leden. Tot onze vreugde kunnen wij mededeelen, dat dank zij de groote medewerking van den heer Luijken en zijn staf van helpers deze resultaten lang niet slecht zijn: in de ongeveer 14 dagen, die wij thans bezig zijn, hebben zich ruim 400 nieuwe leden opgegeven tegen de contributie van 5.20 per jaar. Natuurlijk had dit aantal grooter kunnen zijn, maar wij zijn er maar al te zeer van overtuigd, dat het zeer veel moeite zal kosten, dat resultaat te bereiken, hetwelk het Comité tot bescherming der H.O.V. zich van deze actie voorgesteld had. Het is ons ook bekend dat zeer velen de kat nog eens uit den boom willen kijken en zich afvragen of de H. O. V. werkelijk nog wel het hoofd boven water zal kunnen houden en of het orkest in October nog wel bijeen zal zijn. Wij ontveinzen ons de moeilijkheden niet, welke wij te overwinnen hebben, maar juist daarom roepen wij die twijfelaars met des te meer nadruk toe: geeft u nu op als lid. Immers dan is ons voortbestaan zij het op bescheiden voet verzekerd. Het is natuurlijk te betreu ren, dat wij voorloopig het orkest niet meer voor een vol jaar kunnen engageeren, maar dit zal niemand verwonderen, die weet dat de subsidie, welke wij ontvangen, in twee jaar tijd met ongeveer 17.000.verminderd is. wat beteekent een bedrag van ruim drie maanden salaris voor het geheele orkest. Hoe eerder de oude toestand weer hersteld kan worden, des te aangenamer zal dit ons zijn. Daarvoor is li de allereerste plaats noodig een zeer groot ledenaantal, waaruit kan blij ken dat de ingezetenen de H. O. V. wenschen behouden. Daarom nogmaals: geeft u thans op als lid! Wacht er niet mee tot morgen! U kunt het doen bij den administrateur der H. O. V., Bleekenbergstraat 16 en bij den penning meester mr. A. Beets, Plein 8. Wij herinneren er nogmaals aan, dat ieder, die zich vóór 15 Februari opgeeft, slechts tegen betaling van de verschuldigde belasting een bewijs van toegang kan krijgen tot een der concerten, welke de H. O. V. dit seizoen nog zal gven. Met zijn be wijs van lidmaatschap, dat direct wordt toege zonden, zal het nieuwe lid dit bewijs van toe gang op den dag van het concert des avonds aan de cassa kunnen krijgen. Ook te Haarlem wordt thans hard gewerkt aan den verkoop van de loten ten bate van Donders' Oogiyders Gasthuis te Utrecht, het gesticht voor behoeftige en minvermogende ooglijders, dat nu 75 jaar bestaat. Hiertoe heeft zich een commissie van Aan beveling gevormd, waarin zitting genomen hebben: C. Maarschalk, Burgemeester van Haarlem, eere-voorzitter; G. J. Droste, Dr. Th. Koot, Dr. M. Mauritz, Ph. A. Mees, R. Peereboom, Dr. A. E. S. Sluyterman, L. M. Weterings, mej. C. A. van Wickevoort Crommelin en P. Wol- terson. Secretaris van deze Commissie is de heer A. M. de Wilde, Schermerstraat 38 zwart, alwaar tevens aanvragen voor den verkoop van loten kunnen geschieden. Vele zaken en winkelzaken in Haarlem heb ben bereids hunne zeer gewaardeerde mede werking toegezegd. Onnoodig te zeggen, dat wij deze loterij met warmte aanbevelen in de aandacht van onze stadgenooten. Zooals bekend was de stichting er van te danken aan de onverdroten toewijding van den beroemden Prof. F. C. Donders, den baanbre ker op het gebied der physiologische oogheel kunde en den grondlegger van het oogheel kundig onderwijs in Nederland. Het Ooglijdersgasthuis in Utrecht heeft van het begin af een bijzondere plaats ingeno men, ja men kan zelfs zeggen, dat het t prototype is geworden voor alle oogheelkun dige klinieken, die men in ons land vindt. De vereeniging „Vooruit", ter bevordering van de paardenfokkerij in de Haarlemmermeer hield Donderdagavond haar jaarlijksche ledenverga dering. Medegedeeld werd, dat het concours- hippique in 1933 uitstekend financieel geslaagd was. Er worden plannen beraamd om het 25- jarig bestaan van de vereeniging op 9 Maart feestelijk te herdenken. Het voorstel van het bestuur, om ook dit jaar een concours-hippique te houden op het ge meentelijk Sportterrein, werd door de vergade ring aangenomen. 13 Juli zal het Nederland sche sportfeest weder plaats vinden. De strafkamer van het gerechtshof te Am sterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak van A. V., landbouwer te Hoofddorp aan den Slo- terweg, die door den politierechter te Haarlem was veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken wegens het ophangen van een Hond, die gevaarlijk was gebleken voor de schapen. De advocaat-generaal had de opgelegde straf te zwaar geoordeeld en in zijn requisitoir een geldboete gevraagd, terwijl de advocaat Mr. van Löben Seis uit Haarlem op vrijspraak had aan gedrongen. Het hof heeft arrest gewezen en de handeling wel strafbaar geacht, doch de straf veranderd in een geldboete van ƒ50. Het nieuwe stationsgebouw te Oberhausen, dat o.a. een groot restaurant en café bevat, is dezer dagen gereed gekomen Een jong schlager-componist komt in een stadje terecht en wordt daar door een schoone jonge dame geëngageerd om de muziek te schrijven voor haar muziekwinkel. Zij wordt verliefd!, hij denkt alleen aan roem en wanneer hij in New York carrière kan maken vertrekt hij hals over kop, het meisje in tranen ach ter latende. De componist slaagt met zijn Schlagers en het meisje reist hem na, wordt op het koor van zijn show geplaatst, doch niet meer herkend. Dan komen er een massa verwikkelingen, die volgens beproefd recept tegen het eind van de film in het niet zinken. Wat doet het verhaal er toe? In de camavais- week moet ook een film luchtig zijn en wat is vroolijker dan een leuk melodietje en revue- girls? De reclame-manegers van deze films sommen u op, wat u te uien en te hooren krijgt. Een bonte dwarreling van fleurige costuums, mooie meisjes, vlotte dansen en pittige muziek. On telbaar moeten die New-Yorker revue-girls zijn en de eene creatie moet de andere overtreffen. Hoe het zg, er is werkelijk iets luchtigs van dit geschiedenisje gemaakt. De muziek is heerlijk en het tempo zal menig bezoeker op zijn stoel doen schommelen en hossen. Maar het is ook carnaval en per slot van rekening is de vasten avondstemming in „Moonlight" wel te vinden. Bijzondere waardeering hebben we voor het slot van de film, waarin 1928, het jaar van hoog conjunctuur langzaam overgaat in de bank- paniek, de crisis en het leed van de werk- loozen. Vooral de montage van deze scene is de moeite waard en een compliment aan den re gisseur ten volle waard. De film is voor volwassenen. In het voorprogramma een hoogst-komische teekenfilm „In de sneeuw", een paar aardige kluchten, uit een waarvan blijkt, dat goed kam peeren niet ieder gegeven is. Het buitenlandsche nieuws geeft vele actualiteiten. Een goed pro gramma deze week in het Luxor-Theater. Luch tig, maar met voortreffelijke filmische mo menten! Het was te verwachten dat men de vinding van de sprekende film zou gebruiken, om be roemdheden te laten zien en vooral te laten hooren, die anders voor de meerderheid van het wereldpubliek altijd onbekenden zouden blijven. Daarbij zijn op de eerste plaats de beroemde zangers, die uit de concertzaal en de opera naar de filmstudio zijn gebracht, vanwaar hun stem over de geheele wereld gaat. Het spreekt van zelf, dat het stuk waarin zij optreden, vooral den zanger gelegenheid moet bieden zijn beroemde stem te laten hooren, hetgeen soms zijn invloed op inhoud en bouw van het stuk niet mist. Maar ook van andere films kan niet altijd gezegd worden, dat bouw en inhoud zeer interessant zijn, en in dit geval is er altijd nog het voor deel, dat er een zanger optreedt van groote en verdiende reputatie. Deze zanger is, zooals wij reeds gemeld heb- tenor van het Staatstheater te Berlijn en van de Metropolitan Opera te New-York, een zanger met een volumineus en beschaafd geluid, dat dank zij de installatie van het Rembrandt- Theater, zuiver en vol in de zaal komt. Als operazanger staat hij niet vreemd te genover zijn werk als speler; er zijn tenminste slechter voorbeelden geweest van films, waar in iemand met een beroemde stem optrad, doch dan even slecht speelde als goed zong. In deze film „Die Sonne geht auf" heeft men gelegenheid Charles Kullmann als filmacteur te vergelijken met andere spelers van gevestigde reputatie, en men komt tot de conclusie, dat er geen bezwaren zgn om den zanger voor de ca mera te laten optreden. Hij speelt vrg en onge dwongen, en als er onvolmaaktheden zijn, is dat minder te wijten aan hem dan aan het scenario. Overigens heeft dit filmverhaal alle kwalitei ten van een publiekfilm. De liefhebbers kunnen hun hart ophalen aan den zang van Kullmann, die 's morgens vroeg begint te jubelen en 's avonds laat nog zijn prachtig geluid laat schallen, die thuis zingt, op feesten zingt, op straat zingt en bij zijn werk in de garage, waar hij vóór zijn beroemdheid zijn onderhoud ver dient, onderbreekt voor een vurige serenade aan een meisje, dat dan ook buitengewoon bekoor lijk en lieftallig is. Aldus zullen velen hun genot en amusement beleven aan deze film, die laat zien hoe men roem en een behoorlijk inkomen wint, indien men althans een goede stem heeft en waarin men ook zuiver, tintelend humoristisch spel van enkele filmacteurs kan bewonderen, o.a. van Fritz Kampers en vooral van Jacob Tiedtke. In het voorprogramma tuimelt men van de eene verbazing in de andere. Wij verbazen ons niet gauw, daarvoor leven wij in de twintigste eeuw, maar nu moeten we het doen. Wie kijkt er niet lichtelijk verwonderd, als binnen dertig seconden van 'n beetje spiritus, veel hocus po- cus en rare gebaren, een lucifer en nog wat, een heusche eend gefabriceerd wordt? De illusio nist in het Rembrandt Theater speelt dat klaar. Hg goochelt bovendien niet met de gewone lap jes en glinsterende dingen, maar ook met zich zelf, en je gelooft het pas als je het ziet. En dan de groote attractie van ieder voor program: de teekenfilm. (Jngelooflijk van fan tasie, buitengewoon van vinding, kostelijk van humor en dikwijls heerlijk van ironie en heke ling. „Waar de vent 't vandaan haalt." is het gewone commentaar, maar zoo gewoon als 't is, is het toch een uiting van verbazing over en bewondering voor de rijke fantasie van den ma ker dezer film en voor de gave die in dezen tijd niet genoeg te waardeeren is: humor, fris- schen, pittigen, levenden humor. De figuur van den zoogenaamden monnik Raspoetin, den geheimzinnigen man, die eens een zoo overweldigenden invloed had- op de Tsarenfamilie, heeft al zeer velen aan het ge schiedschrijven gezet, en steeds was die ge schiedenis anders. Alleen de wijze, waarop hij ten slotte werd uit den weg geruimd schijnt wel vast te staan. Nu heeft de Metro-Goldwyn-Mayer die ge schiedenis ook verfilmd en alweer is het ver haal anders en waarschijnlijk al evenmin juist, al evenmin historisch. Maar wat doet dit er eigenlijk toe het geval-Raspoetin had zich kunnen afspelen, zooals het hier wordt voorgesteld en dat is eigenlijk voldoende voor het doel: een mooie film te maken van een geval, waar heel de wereld over heeft gesproken, waar heel de wereld belangstelling voor heeft getoond. En als dan de drie hoofdpersonen in die film vertolkt worden door het beroemde trio John (prins Tsjogariëf), Ethel (de Tsaritsa) en Lionel Barrymore (Raspoetin), dan is zoo'u film al daarom alleen waard gezien te worden. Deze drie samen met de jonge Tad Alexan der (de Tsarewitsj) z ij n deze film, de verdere rollen zijn maar bijzaak. Dat wil niet zeggen, dat die niet meewer ken tot het succes van het geheel, maar ook anderen hadden hun plaatsen kunnen innemen, als de drie Barrymore's maar gebleven waren. De duivelsche invloed van den liederlijken „monnik" wordt in deze film niet alleen voel baar, maar ook begrijpelijk gemaakt en met spanning heeft gisterenavond een goed bezette zaal de ontwikkeling van het drama gevolgd, dat rijk is aan schitterende beelden. We zien Raspoetin, die hier wordt voorgesteld als de man die er op uit is de algeheele macht over het lot van Rusland tot zich te trekken, aan het hof en in zijn woning, we zien hem vleiend en we zien hem heerschend, we zien hem ook als lagen, liederlijken schurk, wien niets te gemeen, niets te schurkachtig is om zgn doel te bereiken: den ondergang van de Tsarenfamilie, om zelf in haar plaats te kun nen treden. Het is machtig spel, wat Lionel Barrymore in deze veelomvattende rol te zien geeft al legt hij het er hier-en-daar misschien wel wat erg dik op. Naast hem en de beide andere Barrymore's mogen nog genoemd worden Ralph Morgan als de Tsaar en Diana Wynyard als prinses kortom het is een film, die niet alleen een spannende handeling op het doek brengt, maar die ook uitnemend spel laat zien; het een met het ander maakt het ten zeerste waard haar te gaan zien. De hoofdfilm was ditmaal extra lang, zoodat voor het bijprogramma niet veel tijd over schoot. Het bestond dan ook slechts uit het geluidsnieuws en 'n korte Amerikaansche zang en dansfilm, ook het nummer „Op het tooneel" moest ditmaal achterwege blijven. ALGEMEEN NIEUWS De Leidsters van heel Haarlem trekken a.s. Zondag naar het Departementenhuis te Am sterdam voor een gezamenlijke bijeenkomst. Alle leden van de Hockey-club van Zondag middag moeten present zijn!! De scheidsrechter zal het eerste elftal uit zoeken voor de komende wedstrijden in Maart, dus sportmenschen, voltallig zijn, hoor! GRAALHUIS SPAARNE 29 Zaterdagavond worden alle kadetten en oud- kadetten op het huis verwacht. Waarom? Dat zullen jullie wel zien. Aanvang 7.30 uur. Zondag vervalt de inwijdingscursus om 12 uur, evenzoo de Leidsters- en Kadettendaden- clubs, ook de reidansclub van 's avonds, dit alles vanwege den Leidstersdag in Amsterdam. Korfballen om &30 uur. Denken alle leden er om? Leden van de Spaarne-parochie, a.s. Zondag vieren we het heerlijke feest van Maria Lourdes, toon Je 'n echt Graallid en bid op dezen dag vurig tot onze goede Moeder. GRAALHUIS EMMASTRAAT Zondag om 4.30 en 5.30 uur Inwijdingscur sus.. Dadenclub de Austa's is in plaats van Zon dag op Maandag. 8 uur Zondag Dadenclub de Troubadours. Woensdag 7.30 uur. De Fiere Blijheid. Even eens Inkleedingscursus. Vrijdag. Kwart voor acht De Zaaisters. GRAALHUIS MIDDENWEG 116 Zondag. Geen dadenclub. Vrijdag begint om 7.30 uur de nieuwe pit- riet-leerbewerking- en raffiaclub. De nieuwe En- gelsche dansclub neemt ook een aanvang om 8 uur. „Vader, wg zijn jong en vrouw, Maar wij blijven U getrouw, Wil ons vromen wil en werken, Stadig oefenen en versterken, Dat wij pal staan voor Uw eer, Wil ons helpen, Lieve Heer!!" Vraag. Mijn zuiver inkomen over het jaar 1932 was 1528.72, waarvan afgaat contributie vakbond ƒ13. Ik heb 4 minderjarige kinderen. Hoeveel inkomstenbelasting betaal ik in de ge meente Haarlemmermeer, aanslagbiljet 1933/34? Antw. Aan Rijksinkomstenbelasting zult u moeten betalen de somma van 4.20. Wat u aan gemeentefondsbelasting moet betalen, kun nen wij u niet zeggen, omdat het aantal op centen dat die gemeente heft, ons niet bekend is. Vraag. Ik woon in Haarlem en ben aange slagen in de inkomstenbelastirf voor ƒ800. Mijn gezin bestaat uit man, vrouw en een kind. Hoeveel belasting moet ik betalen voor het jaar 1933/1934? Antw. Indien u geen andere inkomsten hebt dan ƒ800, wordt u niet aangeslagen in de Rijksinkomstenbelasting en in de Gemeente fondsbelasting ƒ2.10. Vraag. In het uittreksel van de statuten der Haarlemsche synode van 1929 staat op bldz. 25: „Het is verboden openbare verkoopingen te houden in de pastorie." Nu is mijn vraag of men wel openbare plaatsenverkoopingen mag houden in de R.K. Kerk op Zondag? Antw. Ja, dat is geoorloofd. Vraag. Weke R.K. Courant wordt er in Fries land het meest onder de plattelandsbevolking gelezen? Antw. „Ons Noorden" uit Groningen. Vraag. Zijn de lotetn van de Holl. Grond- credietbank serie 50967, 54063, 54065 en 2215 No. 16, 45, 40 en 38 reeds uitgeloot? Antw. Nog niet uitgeloot. Vraag. Is serie 54090 No. 36 van de HolL Grondcredietbank ook uitgeloot? Antw. Niet uitgeloot. Vraag. Is serie 63126 No. 40 van de HolL Grondcredietbank reeds uitgeloot? Antw. Niet uitgeloot. Vr. Is het Vastenavondfeest, dat door de R.K. Oratoriumvereenlging wordt gegeven, gecos- tumeerd? Ant. Het staat u vrij om verkleed of niet verkleed te komen. Personen. Hij.... ongeveer 60 jaar. Zij.... ook zooiets. Interieur: apartement 3e klas coupé HolL Spoor (De trein vertrekt. Hij en zij zitten tegen over elkaar, ieder bij 'n raampje. Geen andere passagiers. Eerst het gewone afwachten of de ander soms zal beginnen te praten). Hij. Zoo.... d'r komt toch weer 'n zonnetje door. Zij. Ja, kijk.... Als 't maar es tijd wordt.... Je zou haast vergeten dat er een bestond. Hij. Nou, zegt u dat. (stilte), 'n Beetje benauwd hier, vindt u niet? Zij. Ja, om u de waarheid te zeggen.... H ij. Ik zal dat andere raampje op 'n kiertje zetten, (doet het). Zoo.... dat scheelt altijd direct. En als je nog zoo'n klein half uurtje moet zitten.... en al 'n drie kwartier achter je rug heb Z ij. Dan moet u zeker óók naar Zuiderdijk? Hij. Ja.... u ook? Z ij. Ik woon daar, ja.... Ik ben naar Veld huizen geweest.... naar de begrafenis van m'n zwager.... Hij. Zoo, zoo.... dus u was niet voor uw plezier op reis? Zij. Nee, net niet.... 't Was nou wel niet zoo'n erg droevig sterfgeval.... 'n weduwnaar zonder kinderen.... maar.... Hij was zoowat alles wat ik nog had op de wereld.... (snuit haar neus). Hij. (na stilte) Nja.... zoo gaat 't nou eenmaal.... Ik ben zelf ook alweer tien jaar weduwnaar Zij. Zoo.... dan is uw vrouw betrekkelijk jong gestorven, zeker? Hij. Acht en veertig was ze.... en haast altijd sukkelend geweest.... Z ij. Kinderen? Hij. Een jongen.... die vaart op de „Prins Hendrik". Ik zie 'm maar zelden.... Ik ben ergens in de kost.... 't Zijn goeie menschen.... zal "k niks van zeggen.... maar t is niet dat, hè.... 'kBen eerst 'n paar jaar nog op m'n eigen blijven wonen, met 'n huishoudster.... maar dat ging ook niet.... Ach, je bent heele maal uit je doen in zulke omstandigheden.... Z ij. En heb u zoo nog wat om handen. of Hij. Niet meerIk had 'n aardig rijwiel zaakje. Dat heb ik 'n jaar of wat geleden over gedaanNiet dat 't me verveelde, of dat ik 'n hekel aan werken had.... maar ik kon 't goed verkoopen.... en 't werd met m'n oogen wat minder.... die zijn trouwens nooit van de beste geweest. Op me zesde jaar droeg ik al 'n briL Zij (verstrooid) O.... kijkik heb ook iemand gekend, die.... 'n Rijwielzaakje zei u? Hij. Ja.... met 'n werkplaats er bij voor reparatie. Ik was van school af in 't vak ge weest, dus.... O, ik heb er geen kapitaal voor gekregen, hoor! Ik moet heel zumigjes-an doen om dezelfde te blijven bij wgze van spre kenwant als je op je zestigste jaar al van de hooge boom gaat af teren..... Nou,.en in 'n kosthuis is 't leven altijd weer wat duurder aan op je eigenalles kost apart.... "n mensch alleen is niks gedaan, juffrouw.... Zij. Schei uit, meneer.... ik weet er van mee te praten.... En nou ik me zwager ook niet meer heb.... H ij. Bent u nooit getrouwd geweest? Zij. Neeik(kucht). Hij. Als u soms last heeft van de rook..4. dan wil ik me sigaar wel.... Zij. Wel néé, wel néé, meneer.... u hoeft voor mij niet met rooken op te houwen, hoor. Mee, ik wou zeggen.... ik heb.... heel lang geleden.... hm.... op.... op trouwen ge staan.... als meisje van drie en twintig.... en dat is toen.... dat is toen.... door 'n kwes tie H ij. Ik begrijp u alDat 13 toen afge raakt.... en na die tijd heb u nooit meer.... Zij. JuistIk heb er veelheel veel van gewetenvooral* omdat 't grootendeels mijn schuld was.... Ja, 'tis eigenlijk gek, om dat zoo tegen u, als vreemd, te gaan vertel len.... maar toen u 't straks over uw oogen had.... en over 'n rijwielzaaktoen kwam 't zoo ineens weer in m'n gedachten. Hij. Hoezoo? Z ij. Omdat die beminde van me ook zwakke oogen had.... en óók in 't rijwielvak was H ij. Nou, dat is wel buitengewoon toevallig. Zij. Om kort te gaan.... we hadden zoowat ons heele boeltje bij elkaaren ik had m'n dienst al opgezegd.... en op 'n avond kregen we woorden.... Ik was koppig.... hij was kop pigen zonder afscheid gingen we die avond van elkaar.... en 't is nooit meer.... nooit meer H y. Ja.ja.Ik.ik.ik ken dat. zoo géat het soms.... Ik heb zelf 'n dergelgk geval an de hand gehad in me jonge jaren.... ZU. Ik schreef 'm afdiezelfde avond nogMaar de brief was nog geen uur in de bus. of ik besefte, dat ik veel te voortvarend had gehandeld.... De volgende dag wou ik naar hem toe gaan, om 't weer goed te ma kenmaar ik durfde nietik was bang, dat ie me zou afwgaen.... En toen hoopte ik maar, dat ie zelfdat ie zelfMaar hg kwam niet.... Ik heb er om gehuild.... dagen langen later troostte ik me maar met de gedachte, dat God me niet voor 't huweiyk bestemd had. Nog twee maal heb ik verkeering kunnen krijgen.... maar 't wou niet vlotten.. Toen ben ik maar bg m'n mevrouw gebleven.. dat ging zoo nog dertig jaar.... toen stierf ze en liet me 'n mooi sommetje na.... En och.. ik ben tevredenal denk ik nog dikwels an Henk.... z'n portret ligt nog altgd in de la van me linnenkast.... Hy. (bleek) H.... Henk.... Henk zegt u? Z g. Wat scheelt u ineens? Wordt u niet goed? Hg. Nee.... t is niks.... Eh.... hoe was s'n achternaam? Z gTeggelmans Hij. Dan.... dan.... dan heet u: Lena van Hommeren. Z g. Hè? U weet....? Maar.... Groote he mel.... Zie ik 't nou goed? Hg. Ja, Lenaje ziet 't goed.... zy. Goeie genade.... dus u.... dus jg.... dus udus jg bent Henk(stilte;. H g. Dan zgn we toch allebei wel erg ver anderd, hè? Wat 'n wonder ook! Zg. Nou, om je de waarheid te zeggen.... toen ik daarstraks instapte, toen kreeg ik even 't gevoel, dat ik je gezicht méér had gezien.... Dat kan je zoo al es hebben, hè? Maar toch geen flauw idee, dat jy 't was.... Zoo zoo.... dan hebben we.... zonder erg.... el kaar al zoo'n beetje verteld, hoe 't verder met ons gegaan is.... Hy. Ja.... ja.... Ben je later nog aan de weet gekomen, dat ik getrouwd was? Zy. Ja.... van "n kennis.... Hy. Enne.... wat dacht je toen? zy. Ik zei tegen die kennis: dat meisje zal 'n goeie man an 'm hebben. En dat meende ik eeriykwantNou ja, dat Is voorbg Hy. Ik heb lang gewacht.... Ik had eerst nog naar je toe willen komenna die brief van jeik kon niet gelooven, dat 't gemeend wasMaar ach.... hoe gaat 't soms in zulke gevallen.... je aarzelt.... je aarzelt nóg es.... anderen raaien 't je af.... en je brief was zoo.... zoo.... Zg. (zucht) Ja.... Hy. En al gauw veranderde ik van betrek king.... ging naar 'n andere plaats.... en we zagen elkaar niet meer.... 't Heeft allemaal zoo moeten wezen.... En woon jg zoo heele maal op je eigen, Lena? 't Is toch goed, dat ik Lena zeg? zy. Gerust, hoor.... Ja, ik heb toen "n huisje gekocht in Zuiderdgkdat is m'n ge boorteplaats.dat weet je nog wel.... Hg. Ja.... ik wist, dat je in Zuiderdgk woonde.... Dat hoorde ik heel toevallig 'n poosje geleden.... en nou dacht ik vanmid dag zoo ineens: kom, ik mot es naar Zuider dijk.... ik wil toch es kgken of.... hm.... Z g. Hè? Dus je ging naar Zuiderdijk, om my te zien? Hy. Eeriyk gezegd: ja.... Waarom zou ik 't verzwggenNiet dat ik nou zoo pardoes bg je wou komen binnenvallen.... maar.... nou ja, zoo'n idee nou maar es, hè.... Je prak- kizeert zoo van alles in je eentje(lacht), 'n Typisch geval anders! Ik ga naar Zuider dgk, om naar jou te informeerenen ik zit hier al 'n kwartier met je te praten.... (stilte) Je mag er nog best wezen, Lena.... je ziet er uit of je nog honderd jaar zal wor den. Z y. Nou, en jg dan? Ik zou je amper vgftig gegeven hebben. Hy. Zoodus ik val óok nog al mee.... Tja.... dat is nou eigenaardig.... wat mot| ik nou.... in Zuiderdgk.... hm.... nog gaan doen? Zg. Nou.... by my 'n kop koffie drinken..,, en 'n boterhammetje eten. Hy. O.... ja.... als 't niet te.... Zg. Je was immers tóch van plan om.... ehOf had je zoo weer weg willen gaan.... zonder me te hebben gesproken? Hg. Ik weet niet.... dat zou ik misschien aan 't toeval.... aan de omstandigheden heb ben overgelaten.... Ik zei je al: je prakkizeert zoo van alles als je.... (stilte; hy staart omlaag) Zg. Was je huwelgk gelukkig, Henk? Hg. (na aarzeling) Nee.... Z g. Niet? Datdat spyt me. H ij. Ik mag niet zeggen, dat 't bepaala slecht ging.... maar ik had me 't zoo heel an ders voorgesteld.... M'n vrouw wil ik niks verwgtend'r kwaal deed er geen goed aan.... altyd pgn en benauwdheden.... En nou is 't al weer tien jaar verderIk heb al es kunnen hertrouwenmaar dan dacht ik aan m'n eerste huwelgk.... en aan.... aan jou.... Z g. Je bedoelt.... dat je.... H ij. Ja, om je de waarheid te zeggen, had ik 'n flauwe hoop datikZou je 't nog aandurven, Lena? Zouden we van onze ouwe dag nog iets moois kunnen maken? zy. Ik ben er niet bang voor, Henk.... (ge knars van de remmen). Hg. Kijk.... we zgn waar we wezen moeten, ('n stilte). zy. Ja.... we zijn.... waar we wezen moe tenal hebben we heel veel.... heel veel oponthoud gehad. Hg. Ja, daar zeg je zooiets.... (stem con ducteur: „Zuiderdy k.... Zuider dgk!!")

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9