„NATIONAAL LUCHTVAARTFONDS"
Prikkeldraad
Christelijke levensbeschouwing
m4
Geen Staatsabsolutisme
Geen vakkennis
DONDERDAG 15 FEBRUARI 1934
Rijksuniversiteit
Utrecht
te
Inkrimping van het aantal
leerstoelen overwogen
IEL
GEOPENDvan 10v.m,5nlm.en van Okmt-IOnm.
SLUITING ZONDAG I8FEBR 5u.n*.
Duitsche kolen naar
België
Het Rijnsch-Westfaalsche syndi
caat heeft onze binnenvaart
zeer benadeeld
MGR. M. P. J. MÖLLMANN
KANAAL GELDERSCHE
VALLEI
Belangrijke voordracht van Ged.
Staten van Utrecht
Kolonisatie in Suriname
De Regeering heeft in beginsel
geenerlei bedenking meer
Ned. Ver. voor Armenzorg en
Weldadigheid
De postvluchten
Bij zijn 65en verjaardag
Mgr. M. P. J. Möllmann
J. B. Timmermans Wzn.f
Een
vooraanstaande figuur in de
Langstraat
Het mysterie der 46
halve varkens
Het exportstempel wil niet altijd
zeggen, dat de varkens voor
uitvoer bestemd zijn
Jutefabrieken zonder
werk
De toestand wel degelijk urgent
Uitgave van een speciaal giro-biljet
NATIONAAL LUCHTVA
VREESELIJKE ELLENDE IN
EEN GEZIN
Terwijl anderen vroolijk Carnaval
vierden
ROME EN DE N.S.B.
NED.-INDISCHE CONVERSIE,
LEENINGSWET 1931
Wijziging voorgesteld
DE ONTBINDING VAN
„ST. CHRISTOPHORUS"
PRIESTERJUBILE
Mgr. prof. dr. J. Schrijnen
MGR. J. GOUMANS O.S.Cr.
Weer terug naar zijn missiegebied
HERZIENING DER GEBEDEN
CARNAVALSGENEUGTEN
Landbftuwersknecht met een mes
gestoken
Naweeën der bioscope-staking
in Venlo
Het jongste nummer van „Volk en
Vaderland" bevat een hoofdartikel
over „Het Staatsabsolutisme van
minister De Wilde" met als tweeden titel:
„Hier tegenover handhaaft Graaf d'An-
sembourg de Christelijke Levensbeschou
wing".
Dit handhaven komt neer op de publi
catie door graaf M. d'Ansembourg te
Amstenrade (L.) van een waardig gesteld
schrijven aan den commissaris der Ko
ningin in Limburg, waarin de onder
teekenaar mededeelt, aan de Koningin
ontslag te hebben verzocht uit zijn functie
van burgemeester, nu de regeering een
volgens zijn inzicht immoreel verbod heeft
uitgevaardigd voor burgemeesters en rijks
ambtenaren, om lid te blijven of te wor
den van de N.S.B. Voorts bevat het num
mer een overdruk van een door den graaf
geschreven artikel in „De Limburger",
waarin hij de motieven meedeelt, waarom
hij lid werd van de N.S.B.:
„Zelfregeering in gezonden zin", Mijne Hee-
ren, dat is het, wat wij moeten hebben; het
verschil tusschen ons bestaat slechts in de be
oordeeling van hetgeen „gezond" is en hoe men
gezond wordt. In dit verschil van zienswijze
ligt misschien de diepste kern van het tra
gisch verschijnsel, dat menschen van den
besten wil niet samen kunnen komen. Ik vind
het algemeen kiesrecht niet gezond, ik vind
de verdeeling van het volk in partijen niet
gezond, ik vind den strijd der klassen niet ge
zond, ik vind het niet gezond dat één plus de
helft beslist; ik vind het niet gezond dat
ieder kamerlid over alle wetsontwerpen moet
beslissen, ook al weet hij er niets van, in plaats
dat bevoegde ministers na bij deskun
dige volksvertegenwoordigers te hebben ge
ïnformeerd deze beslissing nemen; ik vind
het niet gezond, dat een derde van ons volk
atheïst is geworden, ondanks onze christelijke
regeering. Ik vind het niet gezond, dat groote
massa's volksgenooten bloot staan aan de
meest zedelooze kerk- en staatsondermijnende
invloeden van bolsjewistische leeraars en
marxistische jeugdleiders."
Ook de meerderheid van de R.K. Staats
partij vindt in het generaal de hier gesig
naleerde verschijnselen niet gezond. In de
redevoeringen van haar leiders werden de
excessen van het algemeen kiesrecht, den
klassenstrijd, de toeneming van het atheïs
me en brutaliseerende marxisme scherper
veroordeeld dan in deze argumentatie voor
een persoonlijke houding. Mede dank zij
de actie van de R.K. Staatspartij en onze
Kamerfractie wordt dan ook krachtig te
gen de bedoelde excessen, den klassenstrijd
en het marxisme opgetreden, terwijl géén
groepeering als de onze zoo sterk ijvert
voor het bouwen van een nieuwe maat
schappij op de corporatieve gedachte. Vol
gens de aangehaalde redeneering moest
haar pleiter dan ook een der drijvende
krachten van de R.K. Staatspartij en
haar kernvorming worden. Vreemd is zijn
ongemotiveerde conclusie:
„Ik zie eenvoudig geen beter middel dan
het fascisme, om dit alles in orde te brengen.
Toen men Hercules gelastte den stal van
Augias te zuiveren, begon hij ook niet met
een emmer water en een dweil, maar leidde
er een geheele rivier door met succes 1"
Neen, niet met succes. De nationaal-
socialistische Hercules in Duitschland
heeft een hopeloozen chaos van de volks
rechten en vrijheden gemaakt, het zwijnen-
beginsel van sterilisatie en arische selectie
als in een stal toegepast, de katholieke
jeugdbeweging kapot gemaakt, den invloed
der Kerk op het openbare leven gestopt
en sociaal en economisch doeleinden ge
forceerd en niet bereikt, die het geduldi
ger en verstandiger beleid van Brünir.g al
lang had verwezenlijkt, indien Von Papen
en zijn liberaal-katholieken hem niet aan
de machinaties van de heerenclub en de
ruwelingen-politiek hadden uitgeleverd.
Ook de christelijke politiek kent haar
oogenblik en is dan niet bang den ge-
ordenden Staat te handhaven kijk
maar naar Oostenrijk of gedenk Neder
land in 1918!
Het lijkt dan ook, of de schrijver in „De
Limburger" zijn eigen tijd niet heeft mee
geleefd, als hij schrijft, dat de best be
doelende katholieke partij haar tijd heeft
gehad, maar na de Onderwijswet niets
meer heeft gepraesteerd. Hij vergeet de
sociale wetgeving tot de Bedrijfsradenwet
toe en alles waarvan hij beweert, dat
een „niet-confessioneele partij het niet
evengoed, misschien beter had kunnen
doen" terwijl hij niet kan ontkennen, dat
de confessioneele Staatspartij de daad ge
steld heeft. En de daad is meer dan de
veronderstelling!
Het verwijt, dat prof. Aalberse in
Maastricht meedeelde, al 30 jaar op een
herordening van de maatschappij te heb
ben aangedrongen zonder dat die sedert
werd verwezenlijkt, is het welgemeende
maar oppervlakkige verwijt van een naïef
politiek dilettantisme. Mr. Aalberse en de
R.K. Staatspartij zijn niet almachtig. Ook
voor hervormingen moeten zij tegenwer
kende krachten overwinnen en moeten de
omstandigheden rijpen. Men zie maar
eens, hoeveel moeiten het de Staatspartij
kost, eer een grondswetscommissie wordt
ingesteld. Meent de schrijver in „De Lim
burger" met louter forsche gevoelens eer
der langs den legalen weg hervormingen
klaar te spelen? Hij leze eens zorgvuldig
wat het Nederlandsch Episcopaat schrijft
in den jongsten Vastenbrief:
„Wij weten zeer goed, dat allerlei grieven
worden ingebracht tegen de bestaande inrich
ting van den Staat, tegen de verschillende
partijen, en ook tegen de Katholieke Staats
partij. Het is ons niet onbekend, dat ook vele
goedgezinden doortastende maatregelen vra
gen ter vernieuwing van onze geheele samen
leving
Wij begroeten daarom met gróote vreugde
de opleving van betere gevoelens en den heili
gen ijver, waarmede velen onzer onvervaard
den strijd aanbinden tegen ernstige misbrui
ken. Maar toch moeten we er op wijzen
en zij, die zoo gemakkelijk den arbeid der po
litieke partijen becritiseeren, mogen dit bij
zonder bedenken dat vele der bestaande
problemen internationaal zijn.
Maar het zou ons van kwaad tot erger voe
ren, als wij uit ongeduld de oplossing van die
problemen practisch in handen gingen leggen
van leiders en leeraren, die van onze opvattin
gen zeer ver afstaan."
Graaf M. d'Ansembourg de N.S.B.
had in Limburg warempel een minder be
kwaam en toegewijd gouwleider kunnen
treffen! is geraakt door „het tragisch
verschijnsel, dat menschen van den besten
wil niet samen komen komen." Voor een
overtuiging van zooveel offervaardigheid
als de zijne zou het inderdaad tragisch
zijn. Maar indien hij voor deze eenheid
evenveel offers brengt als die hem thans
van onze katholieke staatkunde verwijder
den, zal ons partij leven, versterkt door alle
goedwillenden, spoedig verrassende resul
taten bereiken in het eensgezinde streven
naar krachtige maatschappelijke hervor
mingen.
Naar wij uit betrouwbare, niet officieele bron
vernemen, wordt momenteel door het rijk over
wogen het aantal leerstoelen aan de rijksuni
versiteit te Utrecht te beperken. Er zal naar
worden gestreefd vakken van secundair belang
zooveel mogelijk te combineeren met die van
andere hoogleeraren.
Zijn wij goed ingelicht dan hoopt men op
deze wijze in de toekomst ongeveer acht nu nog
afzonderlijke leerstoelen als zoodanig te doen
vervallen.
De Belgische pers maakt zich druk over een
beslissing van het Rijnsch-Westfaalsche Kolen-
syndicaat, om van de volgende week af geen
Belgische schepen meer voor kolenverschepin-
gen van de Ruhr naar België te gebruiken, om
dat België een extra heffing op buitenlandsche
kolen heeft.
Wij nemen vooralsnog niet aan dat dit be
sluit zal worden uitgevoerd merkt „Het Han
delsblad" hieromtrent op, want gedurende de
laatste drie jaren zijn er voortdurend onderhan
delingen gevoerd over den uitvoer van kolen
uit Duitschland naar België.
België, dat èn voor de hoogovenindustrie èn
voor scheepsbunkers buitenlandsche kolen
moest invoeren, heeft den koleninvoer uit
Duitschland gecontingenteerd. Het Rijnsch-
Westphaalsche kolensyndicaat heeft echter in
1930 en 1931 het contingent, dat werd toege
staan, hooger weten te stellen dan het cijfer
dat aanvankelijk door België was bepaald, door
de toezegging te doen, dat van de totale hoe
veelheid kolen die naar België zal worden ver
voerd 85 pCt. met Belgische schepen zal worden
verscheept.
Voor de Nederlandsche particuliere schipperij
is die beslissing een zware slag geweest, want
de resteerende 15 pCt. werden meest nog met
Duitsche schepen vervoerd.
Desondanks is het contingent gedurende de
laatste jaren geleidelijk verminderd en is er
nauwelijks voldoende meer te verschepen over
voor de Belgische schepen, die aan de Ruhr lig
gen. Het kolensyndicaat kan om de drie maan
den de overeenkomst betreffende de bevrachting
van Belgische schepen doen eindigen en het
maakt daar thans gebruik van met geen ander
doel dan om te bewerkstelligen, dat België ter
wille van zijn scheepvaart het extra invoerrecht
op Duitsche kolen zal opheffen of verminderen.
In dit verband mag er nog wel eens op wor
den gewezen, hoe schadelijk deze Duitsch-Bel-
gische overeenkomst voor de Nederlandsche
particuliere binnenschipperij is geweest. Van de
kolen die België betrekt gaat een groot deel
naar het Luiksche industriegebied, dat alleen
te bereiken is met z.g. Kempenaars, schepen
van ongeveer 500 ton, waarvan de meeste toe-
behooren aan Zuid-Nederlandsche schippers.
De Nederlandsche schipper werd daardoor
practisch uitgesloten van de kolenvaart naar
het Luiksche industriebekken, maar het gevolg
was mede, dat de retourlading zoowel van Luik
als van de Maas tot aan de Fransche grens toe,
geheel toeviel aan Belgische schepen.
Dezelfde Belgische schepen die regelmatig
kolen van de Ruhr naar Luik brengen, komen
op de terugreis in aanmerking voor lading,
door het Maasgebied naar Nederland te vervoe
ren. En zoo werd de Nederlandsche sphipper
ook uit de vaart van het Belgische Maas- en
Sambregebied naar Nederland verdrongen door
deze bevoorrechting van de nationale vlag, op
een scheepvaarttraject dat voor een groot deel
over Nederlandsche wateren loopt.
Oogenschijnlijk heeft men hier met twee af
zonderlijke punten te doen. De vervoerkosten
op bepaalde trajecten worden echter grooten-
deels bepaald door het al of niet beschikbaar
zijn van retourlading. Zoo voor een schipper van
bepaalde nationaliteit een bepaald transport
wordt gereserveerd in de eene richting vallen
hem bij het vervoer in de tegenovergestelde
richting vanzelf de overige transporten toe,
zonder dat er van eenige inmenging daarbij
sprake is.
Naar wij vernemen zal in de buitengewone
zitting der Prov. Staten van Utrecht van Dins
dag 27 Febr. a.s. o.m. ook aan de orde worden
gesteld een voorstel van Ged. Staten om een
bijdrage vanwege de provincie Utrecht te geven
om de uitvoering van het tweede plan der com-
missie-Rutgers van Rozenburg mogelijk te ma
ken.
Dit plan omvat diverse werkzaamheden tot
regularisatie van de waterstaatstoestanden in
streek van de Geldersche Vallei en den aanleg
van een klein kanaal voor de scheepvaart.
Bij de Stichting-Maatschappij: Emigratie en
Kolonisatie, 3e van den Boschstraat 2 's-Gra-
venhage, is een schrijven ingekomen van den
Minister van Koloniën onder dagteekening van
13 dezer volgens den inhoud van welk schrijven
bij de regeering in beginsel geenerlei bedenking
meer bestaat tegen Emigratie naar- en Koloni
satie in Suriname. Als hoofdvoorwaarde wordt
door de Regeering gesteld, dat er zich een groot
aantal gegadigden daartoe zal opgeven.
In verband hiermede wordt medegedeeld, dat
belanghebbenden zich voor informatie en aan
melding als lid kunnen vervoegen ten kantore
van de stichting 3e van den Boschstraat 2 te
's Gravenhage.
Met ingang van 10 Februari 1.1. is benoemd
tot secretaris van de Nederlandsche Vereeni-
ging voor Armenzorg en Weldadigheid, mr. F.
A. Pos, Kanaalweg 30, Den Haag. Met ingang
van dienzelfden datum is mr. H. J. J. Schol-
tens, die tot heden die functie heeft bekleed,
op zijn verzoek wegens drukke werkzaamheden
daaruit ontheven.
Het Bestuur der Vereeniging besloot de al-
gemeene vergadering dit jaar te houden te
Apeldoorn 1315 September.
De „Kwartel" op de uitreis is te Allahabad
aangekomen.
Z. D. H. Mgr. M. P. J. Möllmann. protonarius
apostolicus a.i.p., vicaris-generaal in het bis
dom Haarlem, hoopt den 18den Februari a.s.
zijn 05sten verjaardag te herdenken.
Matthias Petrus Joannes Möllmann werd ge
boren te Amsterdam. Hij studeerde aan de se
minaria te Hageveld en Warmond en werd op
15 Augustus 1892 tot priester gewijd. Nog in
hetzelfde jaar volgde zijn benoeming tot kape
laan te Beverwijk. In October 1893 werd hij
door den toenmaligen bisschop van Haarlem,
mgr. Bottemanne, benoemd tot secretaris van
dit bisdom. Dat zijn helder verstand en scherp
inzicht in deze verantwoordelijke functie het
diocees vaak tot een groot voordeel en krach-
tigen steun hebben moeten zijn, kan men con-
cludeeren uit de eervolle benoeming van den
post van vicaris-generaal, welke hem op 28 Oc
tober 1911 gewerd. Deze benoeming ontving hij
van mgr. Callier, wien hij reeds acht jaar tevo
ren als secretaris had bijgestaan. Tien dagen
daarna werd mgr. Möllmann als vicaris-gene
raal van Haarlem en kanunnik geïnstalleerd.
Z. H. de Paus benoemde hem in September 1917
tot protonotarius apostolicus a.i.p„ waarna hij
op 28 October d.a.v. als zoodanig werd ge
ïnstalleerd. Deze plechtigheid geschiedde in de
Kathedraal door mgr. Callier. Mgr. Möllmann
bleef na het overlijden van den bisschop van
Haarlem toch als vicaris-generaal werkzaam,
thans onder Z. H. Exc. mgr. Aengenent.
Mgr. Möllmann is een geboren leider en raads
man hij legt een groote interesse aan den dag
voor sociale zaken en stelt belang in velerlei,
waarin men hem om raad en bijstand vraagt.
Ook de katholieke pers heeft zijn levendige
belangstelling. In Augustus 1932 herdacht mgr.
Möllmann den dag, waarop hij vóór 40 jaar de
H. Priesterwijding ontving. Dit jubileum werd
in het diocees Haarlem op feestelijke wijze her
dacht. Voor die gelegenheid vormde zich uit de
geestelijkheid van het bisdom een comité, waar
van Z. H. Exc. Mgr. Aengenent het eere-voor-
zitterschap op zich nam. Voorzitter was Z. D.
H. Mgr. J. M. Taskin, praeses van het groot
seminarie te Warmond en proost van het
Haarlemsch Kapittel. Onder de leden van het
comité bevond zich o.a. de hoogeerw. heer H.
A. Th. van Dam, kanunnik en deken van
's-Gravenhage.
Te Waalwijk is Woensdag de heer J. Bernard
Timmermans Wzn. in den hoogen ouderdom van
94 jaren overleden.
Op aandringen van den overledene werd in
1877 de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor de Langstraat opgericht, waarvan hij van
de oprichting af tot 1 April 1922 onafgebroken
voorzitter is geweest. Als zoodanig heeft hij
voor Waalwijk en de industrie heel veel gedaan.
Vele jaren is hij tevens voorzitter van den Ned.
Leerlooiersbond geweest.
Verder was hij tal van jaren lid der Prov.
Staten voor het district Heusden. Vroeger fun
geerde hij als directeur van de Levensverzeke
ring „Noord-Brabant", waarvan hij nog steeds
gedelegeerd commissaris was.
Z. H. de Paus erkende zijn groote verdiensten
door hem het pauselijk eerekruis „Pro Ecclesia
et Pontifice" te verleenen. Verder was hij rid
der in de Orde van Oranje-Nassau en in de
Leopoldsorde van België, terwijl de Fransche re
geering hem benoemde tot „Officier de l'In-
struction publique".
Naar aanleiding van de inbeslagneming door
de Rotterdamsche politie van zes en veertig
halve varkens, voorzien van het exportstempel
der Crisis-Varkenscentrale, welke Woensdag
geschied was op aanwijzing van een N.S.B.-pro-
pagandist heeft de heer Zwanenberg aan „De
Avondpost" eenige inlichtigen verstrekt.
Het kan zeer goed voorkomen, aldus de direc
teur der Varkenscentrale, dat er geslachte var
kens zijn, voorzien van een uitvoerstempel, en
die toch niet naar het buitenland worden ge
ëxporteerd. Dit zijn varkens, die goedgekeurd
zijn, doch waarvan de kwaliteit zoodanig is, dat
de Crisis Varkenscentrale het beter oordeelt,
ze voor de binnenlandsche consumptie te be
stemmen. Ook op deze varkens wordt heffing
betaald.
Naar aanleiding van de bovenstaande mede-
deeling van bevoegde zijde vragen wij ons toch
af, waarin dan eigenlijk de garantie van den
exportstempel ligt.
Naar aanleiding der vragen, door den Heer
Kersten gesteld aan den Minister van Econo
mische Zaken betreffende bescherming der na
tionale jute-industrie, in verband met het ont
slag aan 300 arbeiders bij de jutefabriek te
Rijssen, heeft iemand gemeend in de N. R. C.
een bericht te moeten lanceeren, dat in vele
bladen werd overgenomen, waarin o.a. wordt
geschreven, dat op de basis der huidige produc
tie de fabrieken behoorlijk van werk zijn voor
zien, dat er zelfs wordt overgewerkt, dat thans
het seizoen der groote orders is aangebroken
en dat hem een fabriek bekend is, waar zelfs
in dubbele ploegen wordt gewerkt! Hij vervolgt
Binnen enkele dagen zullen alle aan
geslotenen bij den Postgirodienst een
speciaal girobiljet ontvangen, dat een
aansporing inhoudt om op de rekening
van het Pelikaan-comité een bijdrage
te storten voor het Nationaal Lucht
vaartfonds.
Het biljet is in twee kleuren uitge
voerd en op toepasselijke wijze ver
sierd met aviatische motieven.
Aan de achterzijde van dit biljet,
dat we hierbij reproduceeren, ziet men
op het middenstuk de afbeelding van
de Pelikaan met hare bemanning en
de gevolgde route, bekroond door den
voor deze gelegenheid gevleugelden
Nederlandschen leeuw. Op de beide zij
stukken ziet men de portretten van
de bemanning en een opwekking om
voor het goede doel te storten.
De middenstukken van dit biljet, die
in gewone omstandigheden gedurende
zekeren tijd bij den girodienst bewaard
blijven en daarna vernietigd worden,
zullen nu aan het „Nationaal Lucht
vaartfonds" worden teruggegeven,
waardoor de handteekeningen van al
len, die hebben bijgedragen, in de archieven I
,van dat fonds zullen bewaard blijven.
aitmCft df»fe-b*rt Uw ft
2* dl •jonr'SX doe 6
*V V«*> tj» Nedcri
hfcr tfc
de- Kol©»w£n. md«n-
fc^id«ri j;«y tsnéittdo
<reyt te üewisi ocn'»>
okWen en oo$j bnp» jcre»
hiNinnerpjQ teveod»B te
3P» tte H'storisthc- r&iow
vlucht vo» «te Peli'feobrt
Jytetxit dtt doeti
<uxj «erts *ft»Ku+*<ctfgM
Wopiteecr b8* cnxigedote
itteéfcfo ifdortdd ko* e
rewdiaaf wo'-rion voile***:
«M*
VOO
(jologeof M
woioeo aort hef «'(bi*)
..Nuttoxu») IvdUVUOfttefjai*:
de httndJ
e« «i<e Seigtoeo
btrcpe doge-s xv<!oi ar
wdr<kn> btwgp/d
«<K<JtUtieleeW
hqodteekwting
t dfr biljet M m< ttk» gtw
af effoat #efkortu
Yd» "i«o>
dan; „Wanneer de eene fabriek menschen
ontslaat en de andere met dubbele ploegen gaat
werken, dan moet dit tot nadenken stemmen".
Werkelijk, als dat zoo was, maar het is niet
zoo!
Van de vijf bekende jute-fabrieken, zijn er
niet minder dan vier in Goirle gevestigd, waar
dus die drukte zou moeten heerschen; de
grootste dier vier fabrieken, die werkte met 400
arbeiders, ligt echter reeds sedert 17 maanden
geheel stil.
Een ander is een paar maanden geleden voor
een appel en een ei publiek verkocht en wordt
thans gesloopt.
Een derde, tot voor kort nog werkende met
350 arbeiders, heeft vorige weken velen moeten
ontslaan en zal binnenkort daarmede verder
moeten gaan, terwijl in de vierde fabriek, die
tevens linnen en katoen fabriceert, in de jute-
afdeeling :n het geheele jaar 1933 een buiten
gewone slapte heeft geheerscht.
De eenige buiten Goirle gevestigde onderne
ming is die van Rijssen, die nog gedeeltelijk in
bedrijf is, doch pas noch 300 arbeiders ontsloeg.
De toestand is dus wel degelijk urgent en dat
de heer Kersten aandringt op werkverruiming
in deze industrie is niet zonder reden! De maat
regelen, die de Minister in 1933 in het belang
dezer industrie heeft weten te nemen, zijn niet
zonder resultaat geweest, doch zooals uit boven
staande toch wel blijkt, niet voldoende, om de
bestaande werkgelegenheid te kunnen benutten.
Zoovele wevers ook in Goirle gaan de hoop ver
liezen, nog ooit werk te vinden en begrijpen
niet, dat de invoer uit België, Britsch-Indië en
Tsjecho-Slowakije niet kan worden gecontin
genteerd, terwijl de gemeente de werkloozen-
zorg na de subsidie-verlaging niet lang meer
kan blijven financieren.
Toen de heer Martens, directeur van het
Luxor-Theater te 's Hertogenbosch, Maandag
middag huiswaars keerde, hoorde hij op den
Kuipertjeswal in een perceel een gil, en vond
een moeder van acht kinderen badend in bloed.
Door zwakte overmand was de vrouw op de
kachtel gevallen.
De kinderen jammerden ontzettend. De heer
Martens ontbood een dokter, die een ernstige
schedelfractuur constateerde. Wat de dbkter en
de heer Martens zagen tart iedere beschrijving,
vertelt „De Gelderlander'..
Acht kinderen in een krot, zonder kleeren
vuil en ondervoed, de moeder had in geen da
gen voedsel gehad.
Tijdens de voorstelling hield de heer Martens
een toespraak tot de volle zaal, schetste den
toestand, zooals hij dien gevonden had, en
vroeg de aanwezigen, wanneer tijdens de pauze
een collecte gehouden werd, dit arme gezin te
steunen.
De collecte bracht f 158 en 60 cent op.
Naar aanleiding van de ook door ons overge
nomen mededeeling van de „Maasb.", dat de
heer M. graaf de Marchant et d'Ansembourg,
plaatsverv. kringleider van de N. S. B. in Lim
burg door Z. H. den Paus niet is ontvangen,
deelt eerstgenoemde aan het blad mede, dat
hij geen audiëntie bij den Heiligen Vader heeft
gevraagd en er dus geen aanleiding bestond om
door Z. H. te worden ontvangen.
Het Comité zendt voorts aan allen die ƒ2.50
of meer storten, een keurige kaart in 5-kleuren-
druk (afm. 60 X 45 cM.) van de Indië-lucht-
route als herinnering aan de historische yluclit.
Ingediend is een Nota van Wijzigingen op
het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling
van de Ned. Indische Conversle-Leeningswet
1931. Bij de voorbereiding van de conversie der
Nederlandsch-Indische dollar-leeningen in een
4 pet. guldens-leening is de wenschelijkheid ge
bleken om voor de aan het apparaat van den
geld- en effectenhandel voor zijn tusschen-
komst te verleenen provisie een andere re
geling te treffen dan waarin door artikel 3 van
de Ned. Indische conversie-leeningswet 1931
wordt voorzien. Daarvoor is een wijziging van
dit artikel noodig, welke het mogelijk zal maken
de provisie aan bankiers, makelaars in effecten
en commissionnairs in effecten te verhoogen
van 3/8 tot ten hoogste 5/8 pet., waar tegen
over de in het tweede lid van het artikel be
paalde maximale vergoeding aan bankiers, be
last o.m. met de afgifte van schuldbewijzen, met
yK pet. kan worden verlaagd, zoodat in totaal
de voor deze emissiekosten door de wet gestelde
grenzen niet worden overschreden.
Op Donderdag 22 Februari zal de R. K. Ver
eeniging van Marinepersoneel „St. Christopho-
rus" haar laatste vergadering houden te Den
Helder. Tijdens deze bijeenkomst zal de ver
eeniging worden ontbonden.
Dominee van Hoogenhuijze deelt in de
Nederlandsche pers mede, dat hij van
zekeren Niek van Tienen een brandbrief
heeft ontvangen, waarin deze heer namens een
geheim agitatie-comité meedeelt, dat aan ds.
den Mammonlikker binnenkort voor altijd het
zwijgen zal worden opgelegd. Hoewel de naam
niet klopt en het veemmoordbedrijf een niet zeer
Nederlandsche industrie is, heeft ds. v. Hoogen
huijze de beleefde aankondiging opgevat als een
persoonlijke en ernstige bedreiging, weshalve hij
er het volgende bij aan teekent:
„In verband met het feit, dat verleden jaar
mij n zoon bewusteloos is geslagen, is het niet
onmogelijk, dat deze brief meer is dan een laffe
bangmakerij. Ik deel dit mede, opdat als er eens
iets mocht gebeuren, men weten zou, dat het
reeds te voren is aangekondigd. Dagelijks is de
revolutionnaire communistische pers bezig de
volksziel te vergiftigen en spoort, zoo niet di
rect, dan toch indirect, tot daden van geweld
aan, waardoor onevenwichtige naturen maar
al te zeer zich laten beïnvloeden, terwijl de
leiders en opruiers zelf achter de schermen
blijvenIs het niet meer dan tijd, dat de
communistische partij Holland worde opgeheven
en revolutionnaire bladen worden verboden?
Moeten er eerst slachtoffers vallen, voordat de
regeering ingrijpt
Wy kunnen er niets aan doen, maar wi)
moesten toch even glimlachen, toen we dit ner
veuze stukje van den tot slachtoffer verkoren
dominee lazen.
Wat een drukte ineens om zoo'n vodje pa
pier met een gefingeerde onderteekening; welk
een mobiüsatie van regeeringsmacht wordt op
eens geëischt, nu er uit het onbekende een be
dreigende vinger naar ds. v. Hoogenhuijze wijst!
Wat zijn w ij dan toch beter getrainde slacht
offers!
Jaar en dag heeft ds. van Hoogenhuijze met
andere anti-papisten onze Kerk en ons belaagd.
Er is een anti-Roomsche pers, die in boosaar
dige ophitsing en drieste leugenachtigheid in
niets voor de communistische onderdoet. De be
dreigingen en molestaties, waarvan daardoor
onze geestelijken in de groote steden blootstaan,
zijn van zeer veel gevaarlijker aard, dan die
ds. van Hoogenhuijze thans ondervindt. Toch
heeft men van onze zijde nimmer bescherming
gevraagd tegen deze verbitterde en niets ont
ziende belagers. Geen verdelging van de Evang.
Mij. en dergelijke vroegen wij van de regeering;
geen censuur op haar pers.
Ook slachtoffer zijn is een vak.... dat men
slechts door eeuwenlange ervaring leert.
Den 10en Maart a.s. zal het veertig jaar ge
leden zijn dat Mgr. prof. dr. Jos Schrijnen,
hoogleeraar te Nijmegen, de H. Priesterwijding
ontving. Naar wij vernemen zal de Jubilaris de
week, waarin dé herdenking valt, doorbrengen
in het buitenland, daar het zyn uitdrukkelijk
verlangen is, het feest in stilte te vieren.
Mgr. J. Goumans O.S.Cr. uit Venray, aposto-
lisch-prefect van Bandoeng, is heden naar zijn
missiegebied teruggekeerd.
Nu het Hoogwaardig Episcopaat besloten
heeft, na de herziening van den tekst der da-
gelijksche gebeden, ook d« herziening van de
overige gebeden, welke openlijk in de kerk vr-
richt worden, ter hand te nemen, kunnen wij
mededeelen, dat onder het stempel van de Li
turgische Vereeniging in Nederland en met
medewerking van de Redactie, ingesteld tot
herziening der gebeden, een nieuwe uitgave
zal verschijnen voor altaargebruiken, welke al
le noodzakelijke gebeden zal bevatten voor de
geheele Nederlandsche Kerkprovincie.
Deze uitgave, die onder de titel „Ordinarium
Celebrantis" reeds ter perse is, zal verschijnen
bij de uitgevers N.V. Dekkers en van de Vegt,
Drukkerij van het St. Gregoriushuis en Wed.
J. R. van Rossum, allen te Utrecht.
Dinsdagavond circa 10 uur is te Haaksbergen
voor een café in de Spoorstraat een vecht
partij ontstaan tusschen eenige bezoekers
van de Vastenavondmarkt, die dien dag gehou
den was. De landbouwersknecht D uit den
Wegdam liep daarbij een messteek in den rug
op. De dader, de landbouwersknecht K. en te
Hengeveld f woonachtig nam terstond na het
plegen van zyn daad per rijwiel de vlucht.
De inmiddels gewaarschuwde politie hield een
passeerenden auto aan, waarmede zij een
achtervolging begon en den vluchteling op den
Goorscheweg nabij de kerk op Isidorushoeve
inhaalde. K. werd gearresteerd en naar
Haaksbergen overgebracht. Proces-verbaal is
tegen hem opgemaakt.
In de raadsvergadering van de gemeente Te-
gelen, welke Vrijdag a.s. gehouden wordt, zullen
B. en W. aan den Raad een voorstel doen tot
instellen van een rechtsvordering tegen den
heer W. Peters, te Venlo, exploitant van het
Scala-Theater in Tegelen.
Zooals men weet, zijn de Venlosche en Tegel-
sche bioscopen reeds vanaf April 1933 geslo
ten. De heer Peters had met de gemeente Te-
gelen een overeenkomst gesloten om binnen een
jaar 1500 K.W. stroom te verbruiken. Hiervoor
was een prijs geconditionneerd van f 608.20. De
heer Peters heeft, terwijl hij zich beroept op
overmacht, deze betaling geweigerd.
De gemeente voert aan, dat er van overmacht
in het geval geen sprake is, omdat de heer
Peters aan de staking heeft meegedaan.