„NATIONAAL LUCHTVAARTFONDS" Prikkeldraad Christelijke levensbeschouwing m4 Geen Staatsabsolutisme Geen vakkennis DONDERDAG 15 FEBRUARI 1934 Rijksuniversiteit Utrecht te Inkrimping van het aantal leerstoelen overwogen IEL GEOPENDvan 10v.m,5nlm.en van Okmt-IOnm. SLUITING ZONDAG I8FEBR 5u.n*. Duitsche kolen naar België Het Rijnsch-Westfaalsche syndi caat heeft onze binnenvaart zeer benadeeld MGR. M. P. J. MÖLLMANN KANAAL GELDERSCHE VALLEI Belangrijke voordracht van Ged. Staten van Utrecht Kolonisatie in Suriname De Regeering heeft in beginsel geenerlei bedenking meer Ned. Ver. voor Armenzorg en Weldadigheid De postvluchten Bij zijn 65en verjaardag Mgr. M. P. J. Möllmann J. B. Timmermans Wzn.f Een vooraanstaande figuur in de Langstraat Het mysterie der 46 halve varkens Het exportstempel wil niet altijd zeggen, dat de varkens voor uitvoer bestemd zijn Jutefabrieken zonder werk De toestand wel degelijk urgent Uitgave van een speciaal giro-biljet NATIONAAL LUCHTVA VREESELIJKE ELLENDE IN EEN GEZIN Terwijl anderen vroolijk Carnaval vierden ROME EN DE N.S.B. NED.-INDISCHE CONVERSIE, LEENINGSWET 1931 Wijziging voorgesteld DE ONTBINDING VAN „ST. CHRISTOPHORUS" PRIESTERJUBILE Mgr. prof. dr. J. Schrijnen MGR. J. GOUMANS O.S.Cr. Weer terug naar zijn missiegebied HERZIENING DER GEBEDEN CARNAVALSGENEUGTEN Landbftuwersknecht met een mes gestoken Naweeën der bioscope-staking in Venlo Het jongste nummer van „Volk en Vaderland" bevat een hoofdartikel over „Het Staatsabsolutisme van minister De Wilde" met als tweeden titel: „Hier tegenover handhaaft Graaf d'An- sembourg de Christelijke Levensbeschou wing". Dit handhaven komt neer op de publi catie door graaf M. d'Ansembourg te Amstenrade (L.) van een waardig gesteld schrijven aan den commissaris der Ko ningin in Limburg, waarin de onder teekenaar mededeelt, aan de Koningin ontslag te hebben verzocht uit zijn functie van burgemeester, nu de regeering een volgens zijn inzicht immoreel verbod heeft uitgevaardigd voor burgemeesters en rijks ambtenaren, om lid te blijven of te wor den van de N.S.B. Voorts bevat het num mer een overdruk van een door den graaf geschreven artikel in „De Limburger", waarin hij de motieven meedeelt, waarom hij lid werd van de N.S.B.: „Zelfregeering in gezonden zin", Mijne Hee- ren, dat is het, wat wij moeten hebben; het verschil tusschen ons bestaat slechts in de be oordeeling van hetgeen „gezond" is en hoe men gezond wordt. In dit verschil van zienswijze ligt misschien de diepste kern van het tra gisch verschijnsel, dat menschen van den besten wil niet samen kunnen komen. Ik vind het algemeen kiesrecht niet gezond, ik vind de verdeeling van het volk in partijen niet gezond, ik vind den strijd der klassen niet ge zond, ik vind het niet gezond dat één plus de helft beslist; ik vind het niet gezond dat ieder kamerlid over alle wetsontwerpen moet beslissen, ook al weet hij er niets van, in plaats dat bevoegde ministers na bij deskun dige volksvertegenwoordigers te hebben ge ïnformeerd deze beslissing nemen; ik vind het niet gezond, dat een derde van ons volk atheïst is geworden, ondanks onze christelijke regeering. Ik vind het niet gezond, dat groote massa's volksgenooten bloot staan aan de meest zedelooze kerk- en staatsondermijnende invloeden van bolsjewistische leeraars en marxistische jeugdleiders." Ook de meerderheid van de R.K. Staats partij vindt in het generaal de hier gesig naleerde verschijnselen niet gezond. In de redevoeringen van haar leiders werden de excessen van het algemeen kiesrecht, den klassenstrijd, de toeneming van het atheïs me en brutaliseerende marxisme scherper veroordeeld dan in deze argumentatie voor een persoonlijke houding. Mede dank zij de actie van de R.K. Staatspartij en onze Kamerfractie wordt dan ook krachtig te gen de bedoelde excessen, den klassenstrijd en het marxisme opgetreden, terwijl géén groepeering als de onze zoo sterk ijvert voor het bouwen van een nieuwe maat schappij op de corporatieve gedachte. Vol gens de aangehaalde redeneering moest haar pleiter dan ook een der drijvende krachten van de R.K. Staatspartij en haar kernvorming worden. Vreemd is zijn ongemotiveerde conclusie: „Ik zie eenvoudig geen beter middel dan het fascisme, om dit alles in orde te brengen. Toen men Hercules gelastte den stal van Augias te zuiveren, begon hij ook niet met een emmer water en een dweil, maar leidde er een geheele rivier door met succes 1" Neen, niet met succes. De nationaal- socialistische Hercules in Duitschland heeft een hopeloozen chaos van de volks rechten en vrijheden gemaakt, het zwijnen- beginsel van sterilisatie en arische selectie als in een stal toegepast, de katholieke jeugdbeweging kapot gemaakt, den invloed der Kerk op het openbare leven gestopt en sociaal en economisch doeleinden ge forceerd en niet bereikt, die het geduldi ger en verstandiger beleid van Brünir.g al lang had verwezenlijkt, indien Von Papen en zijn liberaal-katholieken hem niet aan de machinaties van de heerenclub en de ruwelingen-politiek hadden uitgeleverd. Ook de christelijke politiek kent haar oogenblik en is dan niet bang den ge- ordenden Staat te handhaven kijk maar naar Oostenrijk of gedenk Neder land in 1918! Het lijkt dan ook, of de schrijver in „De Limburger" zijn eigen tijd niet heeft mee geleefd, als hij schrijft, dat de best be doelende katholieke partij haar tijd heeft gehad, maar na de Onderwijswet niets meer heeft gepraesteerd. Hij vergeet de sociale wetgeving tot de Bedrijfsradenwet toe en alles waarvan hij beweert, dat een „niet-confessioneele partij het niet evengoed, misschien beter had kunnen doen" terwijl hij niet kan ontkennen, dat de confessioneele Staatspartij de daad ge steld heeft. En de daad is meer dan de veronderstelling! Het verwijt, dat prof. Aalberse in Maastricht meedeelde, al 30 jaar op een herordening van de maatschappij te heb ben aangedrongen zonder dat die sedert werd verwezenlijkt, is het welgemeende maar oppervlakkige verwijt van een naïef politiek dilettantisme. Mr. Aalberse en de R.K. Staatspartij zijn niet almachtig. Ook voor hervormingen moeten zij tegenwer kende krachten overwinnen en moeten de omstandigheden rijpen. Men zie maar eens, hoeveel moeiten het de Staatspartij kost, eer een grondswetscommissie wordt ingesteld. Meent de schrijver in „De Lim burger" met louter forsche gevoelens eer der langs den legalen weg hervormingen klaar te spelen? Hij leze eens zorgvuldig wat het Nederlandsch Episcopaat schrijft in den jongsten Vastenbrief: „Wij weten zeer goed, dat allerlei grieven worden ingebracht tegen de bestaande inrich ting van den Staat, tegen de verschillende partijen, en ook tegen de Katholieke Staats partij. Het is ons niet onbekend, dat ook vele goedgezinden doortastende maatregelen vra gen ter vernieuwing van onze geheele samen leving Wij begroeten daarom met gróote vreugde de opleving van betere gevoelens en den heili gen ijver, waarmede velen onzer onvervaard den strijd aanbinden tegen ernstige misbrui ken. Maar toch moeten we er op wijzen en zij, die zoo gemakkelijk den arbeid der po litieke partijen becritiseeren, mogen dit bij zonder bedenken dat vele der bestaande problemen internationaal zijn. Maar het zou ons van kwaad tot erger voe ren, als wij uit ongeduld de oplossing van die problemen practisch in handen gingen leggen van leiders en leeraren, die van onze opvattin gen zeer ver afstaan." Graaf M. d'Ansembourg de N.S.B. had in Limburg warempel een minder be kwaam en toegewijd gouwleider kunnen treffen! is geraakt door „het tragisch verschijnsel, dat menschen van den besten wil niet samen komen komen." Voor een overtuiging van zooveel offervaardigheid als de zijne zou het inderdaad tragisch zijn. Maar indien hij voor deze eenheid evenveel offers brengt als die hem thans van onze katholieke staatkunde verwijder den, zal ons partij leven, versterkt door alle goedwillenden, spoedig verrassende resul taten bereiken in het eensgezinde streven naar krachtige maatschappelijke hervor mingen. Naar wij uit betrouwbare, niet officieele bron vernemen, wordt momenteel door het rijk over wogen het aantal leerstoelen aan de rijksuni versiteit te Utrecht te beperken. Er zal naar worden gestreefd vakken van secundair belang zooveel mogelijk te combineeren met die van andere hoogleeraren. Zijn wij goed ingelicht dan hoopt men op deze wijze in de toekomst ongeveer acht nu nog afzonderlijke leerstoelen als zoodanig te doen vervallen. De Belgische pers maakt zich druk over een beslissing van het Rijnsch-Westfaalsche Kolen- syndicaat, om van de volgende week af geen Belgische schepen meer voor kolenverschepin- gen van de Ruhr naar België te gebruiken, om dat België een extra heffing op buitenlandsche kolen heeft. Wij nemen vooralsnog niet aan dat dit be sluit zal worden uitgevoerd merkt „Het Han delsblad" hieromtrent op, want gedurende de laatste drie jaren zijn er voortdurend onderhan delingen gevoerd over den uitvoer van kolen uit Duitschland naar België. België, dat èn voor de hoogovenindustrie èn voor scheepsbunkers buitenlandsche kolen moest invoeren, heeft den koleninvoer uit Duitschland gecontingenteerd. Het Rijnsch- Westphaalsche kolensyndicaat heeft echter in 1930 en 1931 het contingent, dat werd toege staan, hooger weten te stellen dan het cijfer dat aanvankelijk door België was bepaald, door de toezegging te doen, dat van de totale hoe veelheid kolen die naar België zal worden ver voerd 85 pCt. met Belgische schepen zal worden verscheept. Voor de Nederlandsche particuliere schipperij is die beslissing een zware slag geweest, want de resteerende 15 pCt. werden meest nog met Duitsche schepen vervoerd. Desondanks is het contingent gedurende de laatste jaren geleidelijk verminderd en is er nauwelijks voldoende meer te verschepen over voor de Belgische schepen, die aan de Ruhr lig gen. Het kolensyndicaat kan om de drie maan den de overeenkomst betreffende de bevrachting van Belgische schepen doen eindigen en het maakt daar thans gebruik van met geen ander doel dan om te bewerkstelligen, dat België ter wille van zijn scheepvaart het extra invoerrecht op Duitsche kolen zal opheffen of verminderen. In dit verband mag er nog wel eens op wor den gewezen, hoe schadelijk deze Duitsch-Bel- gische overeenkomst voor de Nederlandsche particuliere binnenschipperij is geweest. Van de kolen die België betrekt gaat een groot deel naar het Luiksche industriegebied, dat alleen te bereiken is met z.g. Kempenaars, schepen van ongeveer 500 ton, waarvan de meeste toe- behooren aan Zuid-Nederlandsche schippers. De Nederlandsche schipper werd daardoor practisch uitgesloten van de kolenvaart naar het Luiksche industriebekken, maar het gevolg was mede, dat de retourlading zoowel van Luik als van de Maas tot aan de Fransche grens toe, geheel toeviel aan Belgische schepen. Dezelfde Belgische schepen die regelmatig kolen van de Ruhr naar Luik brengen, komen op de terugreis in aanmerking voor lading, door het Maasgebied naar Nederland te vervoe ren. En zoo werd de Nederlandsche sphipper ook uit de vaart van het Belgische Maas- en Sambregebied naar Nederland verdrongen door deze bevoorrechting van de nationale vlag, op een scheepvaarttraject dat voor een groot deel over Nederlandsche wateren loopt. Oogenschijnlijk heeft men hier met twee af zonderlijke punten te doen. De vervoerkosten op bepaalde trajecten worden echter grooten- deels bepaald door het al of niet beschikbaar zijn van retourlading. Zoo voor een schipper van bepaalde nationaliteit een bepaald transport wordt gereserveerd in de eene richting vallen hem bij het vervoer in de tegenovergestelde richting vanzelf de overige transporten toe, zonder dat er van eenige inmenging daarbij sprake is. Naar wij vernemen zal in de buitengewone zitting der Prov. Staten van Utrecht van Dins dag 27 Febr. a.s. o.m. ook aan de orde worden gesteld een voorstel van Ged. Staten om een bijdrage vanwege de provincie Utrecht te geven om de uitvoering van het tweede plan der com- missie-Rutgers van Rozenburg mogelijk te ma ken. Dit plan omvat diverse werkzaamheden tot regularisatie van de waterstaatstoestanden in streek van de Geldersche Vallei en den aanleg van een klein kanaal voor de scheepvaart. Bij de Stichting-Maatschappij: Emigratie en Kolonisatie, 3e van den Boschstraat 2 's-Gra- venhage, is een schrijven ingekomen van den Minister van Koloniën onder dagteekening van 13 dezer volgens den inhoud van welk schrijven bij de regeering in beginsel geenerlei bedenking meer bestaat tegen Emigratie naar- en Koloni satie in Suriname. Als hoofdvoorwaarde wordt door de Regeering gesteld, dat er zich een groot aantal gegadigden daartoe zal opgeven. In verband hiermede wordt medegedeeld, dat belanghebbenden zich voor informatie en aan melding als lid kunnen vervoegen ten kantore van de stichting 3e van den Boschstraat 2 te 's Gravenhage. Met ingang van 10 Februari 1.1. is benoemd tot secretaris van de Nederlandsche Vereeni- ging voor Armenzorg en Weldadigheid, mr. F. A. Pos, Kanaalweg 30, Den Haag. Met ingang van dienzelfden datum is mr. H. J. J. Schol- tens, die tot heden die functie heeft bekleed, op zijn verzoek wegens drukke werkzaamheden daaruit ontheven. Het Bestuur der Vereeniging besloot de al- gemeene vergadering dit jaar te houden te Apeldoorn 1315 September. De „Kwartel" op de uitreis is te Allahabad aangekomen. Z. D. H. Mgr. M. P. J. Möllmann. protonarius apostolicus a.i.p., vicaris-generaal in het bis dom Haarlem, hoopt den 18den Februari a.s. zijn 05sten verjaardag te herdenken. Matthias Petrus Joannes Möllmann werd ge boren te Amsterdam. Hij studeerde aan de se minaria te Hageveld en Warmond en werd op 15 Augustus 1892 tot priester gewijd. Nog in hetzelfde jaar volgde zijn benoeming tot kape laan te Beverwijk. In October 1893 werd hij door den toenmaligen bisschop van Haarlem, mgr. Bottemanne, benoemd tot secretaris van dit bisdom. Dat zijn helder verstand en scherp inzicht in deze verantwoordelijke functie het diocees vaak tot een groot voordeel en krach- tigen steun hebben moeten zijn, kan men con- cludeeren uit de eervolle benoeming van den post van vicaris-generaal, welke hem op 28 Oc tober 1911 gewerd. Deze benoeming ontving hij van mgr. Callier, wien hij reeds acht jaar tevo ren als secretaris had bijgestaan. Tien dagen daarna werd mgr. Möllmann als vicaris-gene raal van Haarlem en kanunnik geïnstalleerd. Z. H. de Paus benoemde hem in September 1917 tot protonotarius apostolicus a.i.p„ waarna hij op 28 October d.a.v. als zoodanig werd ge ïnstalleerd. Deze plechtigheid geschiedde in de Kathedraal door mgr. Callier. Mgr. Möllmann bleef na het overlijden van den bisschop van Haarlem toch als vicaris-generaal werkzaam, thans onder Z. H. Exc. mgr. Aengenent. Mgr. Möllmann is een geboren leider en raads man hij legt een groote interesse aan den dag voor sociale zaken en stelt belang in velerlei, waarin men hem om raad en bijstand vraagt. Ook de katholieke pers heeft zijn levendige belangstelling. In Augustus 1932 herdacht mgr. Möllmann den dag, waarop hij vóór 40 jaar de H. Priesterwijding ontving. Dit jubileum werd in het diocees Haarlem op feestelijke wijze her dacht. Voor die gelegenheid vormde zich uit de geestelijkheid van het bisdom een comité, waar van Z. H. Exc. Mgr. Aengenent het eere-voor- zitterschap op zich nam. Voorzitter was Z. D. H. Mgr. J. M. Taskin, praeses van het groot seminarie te Warmond en proost van het Haarlemsch Kapittel. Onder de leden van het comité bevond zich o.a. de hoogeerw. heer H. A. Th. van Dam, kanunnik en deken van 's-Gravenhage. Te Waalwijk is Woensdag de heer J. Bernard Timmermans Wzn. in den hoogen ouderdom van 94 jaren overleden. Op aandringen van den overledene werd in 1877 de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Langstraat opgericht, waarvan hij van de oprichting af tot 1 April 1922 onafgebroken voorzitter is geweest. Als zoodanig heeft hij voor Waalwijk en de industrie heel veel gedaan. Vele jaren is hij tevens voorzitter van den Ned. Leerlooiersbond geweest. Verder was hij tal van jaren lid der Prov. Staten voor het district Heusden. Vroeger fun geerde hij als directeur van de Levensverzeke ring „Noord-Brabant", waarvan hij nog steeds gedelegeerd commissaris was. Z. H. de Paus erkende zijn groote verdiensten door hem het pauselijk eerekruis „Pro Ecclesia et Pontifice" te verleenen. Verder was hij rid der in de Orde van Oranje-Nassau en in de Leopoldsorde van België, terwijl de Fransche re geering hem benoemde tot „Officier de l'In- struction publique". Naar aanleiding van de inbeslagneming door de Rotterdamsche politie van zes en veertig halve varkens, voorzien van het exportstempel der Crisis-Varkenscentrale, welke Woensdag geschied was op aanwijzing van een N.S.B.-pro- pagandist heeft de heer Zwanenberg aan „De Avondpost" eenige inlichtigen verstrekt. Het kan zeer goed voorkomen, aldus de direc teur der Varkenscentrale, dat er geslachte var kens zijn, voorzien van een uitvoerstempel, en die toch niet naar het buitenland worden ge ëxporteerd. Dit zijn varkens, die goedgekeurd zijn, doch waarvan de kwaliteit zoodanig is, dat de Crisis Varkenscentrale het beter oordeelt, ze voor de binnenlandsche consumptie te be stemmen. Ook op deze varkens wordt heffing betaald. Naar aanleiding van de bovenstaande mede- deeling van bevoegde zijde vragen wij ons toch af, waarin dan eigenlijk de garantie van den exportstempel ligt. Naar aanleiding der vragen, door den Heer Kersten gesteld aan den Minister van Econo mische Zaken betreffende bescherming der na tionale jute-industrie, in verband met het ont slag aan 300 arbeiders bij de jutefabriek te Rijssen, heeft iemand gemeend in de N. R. C. een bericht te moeten lanceeren, dat in vele bladen werd overgenomen, waarin o.a. wordt geschreven, dat op de basis der huidige produc tie de fabrieken behoorlijk van werk zijn voor zien, dat er zelfs wordt overgewerkt, dat thans het seizoen der groote orders is aangebroken en dat hem een fabriek bekend is, waar zelfs in dubbele ploegen wordt gewerkt! Hij vervolgt Binnen enkele dagen zullen alle aan geslotenen bij den Postgirodienst een speciaal girobiljet ontvangen, dat een aansporing inhoudt om op de rekening van het Pelikaan-comité een bijdrage te storten voor het Nationaal Lucht vaartfonds. Het biljet is in twee kleuren uitge voerd en op toepasselijke wijze ver sierd met aviatische motieven. Aan de achterzijde van dit biljet, dat we hierbij reproduceeren, ziet men op het middenstuk de afbeelding van de Pelikaan met hare bemanning en de gevolgde route, bekroond door den voor deze gelegenheid gevleugelden Nederlandschen leeuw. Op de beide zij stukken ziet men de portretten van de bemanning en een opwekking om voor het goede doel te storten. De middenstukken van dit biljet, die in gewone omstandigheden gedurende zekeren tijd bij den girodienst bewaard blijven en daarna vernietigd worden, zullen nu aan het „Nationaal Lucht vaartfonds" worden teruggegeven, waardoor de handteekeningen van al len, die hebben bijgedragen, in de archieven I ,van dat fonds zullen bewaard blijven. aitmCft df»fe-b*rt Uw ft 2* dl •jonr'SX doe 6 *V V«*> tj» Nedcri hfcr tfc de- Kol©»w£n. md«n- fc^id«ri j;«y tsnéittdo <reyt te üewisi ocn'»> okWen en oo$j bnp» jcre» hiNinnerpjQ teveod»B te 3P» tte H'storisthc- r&iow vlucht vo» «te Peli'feobrt Jytetxit dtt doeti <uxj «erts *ft»Ku+*<ctfgM Wopiteecr b8* cnxigedote itteéfcfo ifdortdd ko* e rewdiaaf wo'-rion voile***: «M* VOO (jologeof M woioeo aort hef «'(bi*) ..Nuttoxu») IvdUVUOfttefjai*: de httndJ e« «i<e Seigtoeo btrcpe doge-s xv<!oi ar wdr<kn> btwgp/d «<K<JtUtieleeW hqodteekwting t dfr biljet M m< ttk» gtw af effoat #efkortu Yd» "i«o> dan; „Wanneer de eene fabriek menschen ontslaat en de andere met dubbele ploegen gaat werken, dan moet dit tot nadenken stemmen". Werkelijk, als dat zoo was, maar het is niet zoo! Van de vijf bekende jute-fabrieken, zijn er niet minder dan vier in Goirle gevestigd, waar dus die drukte zou moeten heerschen; de grootste dier vier fabrieken, die werkte met 400 arbeiders, ligt echter reeds sedert 17 maanden geheel stil. Een ander is een paar maanden geleden voor een appel en een ei publiek verkocht en wordt thans gesloopt. Een derde, tot voor kort nog werkende met 350 arbeiders, heeft vorige weken velen moeten ontslaan en zal binnenkort daarmede verder moeten gaan, terwijl in de vierde fabriek, die tevens linnen en katoen fabriceert, in de jute- afdeeling :n het geheele jaar 1933 een buiten gewone slapte heeft geheerscht. De eenige buiten Goirle gevestigde onderne ming is die van Rijssen, die nog gedeeltelijk in bedrijf is, doch pas noch 300 arbeiders ontsloeg. De toestand is dus wel degelijk urgent en dat de heer Kersten aandringt op werkverruiming in deze industrie is niet zonder reden! De maat regelen, die de Minister in 1933 in het belang dezer industrie heeft weten te nemen, zijn niet zonder resultaat geweest, doch zooals uit boven staande toch wel blijkt, niet voldoende, om de bestaande werkgelegenheid te kunnen benutten. Zoovele wevers ook in Goirle gaan de hoop ver liezen, nog ooit werk te vinden en begrijpen niet, dat de invoer uit België, Britsch-Indië en Tsjecho-Slowakije niet kan worden gecontin genteerd, terwijl de gemeente de werkloozen- zorg na de subsidie-verlaging niet lang meer kan blijven financieren. Toen de heer Martens, directeur van het Luxor-Theater te 's Hertogenbosch, Maandag middag huiswaars keerde, hoorde hij op den Kuipertjeswal in een perceel een gil, en vond een moeder van acht kinderen badend in bloed. Door zwakte overmand was de vrouw op de kachtel gevallen. De kinderen jammerden ontzettend. De heer Martens ontbood een dokter, die een ernstige schedelfractuur constateerde. Wat de dbkter en de heer Martens zagen tart iedere beschrijving, vertelt „De Gelderlander'.. Acht kinderen in een krot, zonder kleeren vuil en ondervoed, de moeder had in geen da gen voedsel gehad. Tijdens de voorstelling hield de heer Martens een toespraak tot de volle zaal, schetste den toestand, zooals hij dien gevonden had, en vroeg de aanwezigen, wanneer tijdens de pauze een collecte gehouden werd, dit arme gezin te steunen. De collecte bracht f 158 en 60 cent op. Naar aanleiding van de ook door ons overge nomen mededeeling van de „Maasb.", dat de heer M. graaf de Marchant et d'Ansembourg, plaatsverv. kringleider van de N. S. B. in Lim burg door Z. H. den Paus niet is ontvangen, deelt eerstgenoemde aan het blad mede, dat hij geen audiëntie bij den Heiligen Vader heeft gevraagd en er dus geen aanleiding bestond om door Z. H. te worden ontvangen. Het Comité zendt voorts aan allen die ƒ2.50 of meer storten, een keurige kaart in 5-kleuren- druk (afm. 60 X 45 cM.) van de Indië-lucht- route als herinnering aan de historische yluclit. Ingediend is een Nota van Wijzigingen op het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de Ned. Indische Conversle-Leeningswet 1931. Bij de voorbereiding van de conversie der Nederlandsch-Indische dollar-leeningen in een 4 pet. guldens-leening is de wenschelijkheid ge bleken om voor de aan het apparaat van den geld- en effectenhandel voor zijn tusschen- komst te verleenen provisie een andere re geling te treffen dan waarin door artikel 3 van de Ned. Indische conversie-leeningswet 1931 wordt voorzien. Daarvoor is een wijziging van dit artikel noodig, welke het mogelijk zal maken de provisie aan bankiers, makelaars in effecten en commissionnairs in effecten te verhoogen van 3/8 tot ten hoogste 5/8 pet., waar tegen over de in het tweede lid van het artikel be paalde maximale vergoeding aan bankiers, be last o.m. met de afgifte van schuldbewijzen, met yK pet. kan worden verlaagd, zoodat in totaal de voor deze emissiekosten door de wet gestelde grenzen niet worden overschreden. Op Donderdag 22 Februari zal de R. K. Ver eeniging van Marinepersoneel „St. Christopho- rus" haar laatste vergadering houden te Den Helder. Tijdens deze bijeenkomst zal de ver eeniging worden ontbonden. Dominee van Hoogenhuijze deelt in de Nederlandsche pers mede, dat hij van zekeren Niek van Tienen een brandbrief heeft ontvangen, waarin deze heer namens een geheim agitatie-comité meedeelt, dat aan ds. den Mammonlikker binnenkort voor altijd het zwijgen zal worden opgelegd. Hoewel de naam niet klopt en het veemmoordbedrijf een niet zeer Nederlandsche industrie is, heeft ds. v. Hoogen huijze de beleefde aankondiging opgevat als een persoonlijke en ernstige bedreiging, weshalve hij er het volgende bij aan teekent: „In verband met het feit, dat verleden jaar mij n zoon bewusteloos is geslagen, is het niet onmogelijk, dat deze brief meer is dan een laffe bangmakerij. Ik deel dit mede, opdat als er eens iets mocht gebeuren, men weten zou, dat het reeds te voren is aangekondigd. Dagelijks is de revolutionnaire communistische pers bezig de volksziel te vergiftigen en spoort, zoo niet di rect, dan toch indirect, tot daden van geweld aan, waardoor onevenwichtige naturen maar al te zeer zich laten beïnvloeden, terwijl de leiders en opruiers zelf achter de schermen blijvenIs het niet meer dan tijd, dat de communistische partij Holland worde opgeheven en revolutionnaire bladen worden verboden? Moeten er eerst slachtoffers vallen, voordat de regeering ingrijpt Wy kunnen er niets aan doen, maar wi) moesten toch even glimlachen, toen we dit ner veuze stukje van den tot slachtoffer verkoren dominee lazen. Wat een drukte ineens om zoo'n vodje pa pier met een gefingeerde onderteekening; welk een mobiüsatie van regeeringsmacht wordt op eens geëischt, nu er uit het onbekende een be dreigende vinger naar ds. v. Hoogenhuijze wijst! Wat zijn w ij dan toch beter getrainde slacht offers! Jaar en dag heeft ds. van Hoogenhuijze met andere anti-papisten onze Kerk en ons belaagd. Er is een anti-Roomsche pers, die in boosaar dige ophitsing en drieste leugenachtigheid in niets voor de communistische onderdoet. De be dreigingen en molestaties, waarvan daardoor onze geestelijken in de groote steden blootstaan, zijn van zeer veel gevaarlijker aard, dan die ds. van Hoogenhuijze thans ondervindt. Toch heeft men van onze zijde nimmer bescherming gevraagd tegen deze verbitterde en niets ont ziende belagers. Geen verdelging van de Evang. Mij. en dergelijke vroegen wij van de regeering; geen censuur op haar pers. Ook slachtoffer zijn is een vak.... dat men slechts door eeuwenlange ervaring leert. Den 10en Maart a.s. zal het veertig jaar ge leden zijn dat Mgr. prof. dr. Jos Schrijnen, hoogleeraar te Nijmegen, de H. Priesterwijding ontving. Naar wij vernemen zal de Jubilaris de week, waarin dé herdenking valt, doorbrengen in het buitenland, daar het zyn uitdrukkelijk verlangen is, het feest in stilte te vieren. Mgr. J. Goumans O.S.Cr. uit Venray, aposto- lisch-prefect van Bandoeng, is heden naar zijn missiegebied teruggekeerd. Nu het Hoogwaardig Episcopaat besloten heeft, na de herziening van den tekst der da- gelijksche gebeden, ook d« herziening van de overige gebeden, welke openlijk in de kerk vr- richt worden, ter hand te nemen, kunnen wij mededeelen, dat onder het stempel van de Li turgische Vereeniging in Nederland en met medewerking van de Redactie, ingesteld tot herziening der gebeden, een nieuwe uitgave zal verschijnen voor altaargebruiken, welke al le noodzakelijke gebeden zal bevatten voor de geheele Nederlandsche Kerkprovincie. Deze uitgave, die onder de titel „Ordinarium Celebrantis" reeds ter perse is, zal verschijnen bij de uitgevers N.V. Dekkers en van de Vegt, Drukkerij van het St. Gregoriushuis en Wed. J. R. van Rossum, allen te Utrecht. Dinsdagavond circa 10 uur is te Haaksbergen voor een café in de Spoorstraat een vecht partij ontstaan tusschen eenige bezoekers van de Vastenavondmarkt, die dien dag gehou den was. De landbouwersknecht D uit den Wegdam liep daarbij een messteek in den rug op. De dader, de landbouwersknecht K. en te Hengeveld f woonachtig nam terstond na het plegen van zyn daad per rijwiel de vlucht. De inmiddels gewaarschuwde politie hield een passeerenden auto aan, waarmede zij een achtervolging begon en den vluchteling op den Goorscheweg nabij de kerk op Isidorushoeve inhaalde. K. werd gearresteerd en naar Haaksbergen overgebracht. Proces-verbaal is tegen hem opgemaakt. In de raadsvergadering van de gemeente Te- gelen, welke Vrijdag a.s. gehouden wordt, zullen B. en W. aan den Raad een voorstel doen tot instellen van een rechtsvordering tegen den heer W. Peters, te Venlo, exploitant van het Scala-Theater in Tegelen. Zooals men weet, zijn de Venlosche en Tegel- sche bioscopen reeds vanaf April 1933 geslo ten. De heer Peters had met de gemeente Te- gelen een overeenkomst gesloten om binnen een jaar 1500 K.W. stroom te verbruiken. Hiervoor was een prijs geconditionneerd van f 608.20. De heer Peters heeft, terwijl hij zich beroept op overmacht, deze betaling geweigerd. De gemeente voert aan, dat er van overmacht in het geval geen sprake is, omdat de heer Peters aan de staking heeft meegedaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9