De Mahatma en de Paria's Md w&aal dm daa ONVERMOEID STRIJDER TACTIEK DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK - ziekte wórdt erger FORT-MYSTERY O MAANDAG 19 FEBRUARI 1934 A - IV Sm Vijftig milloen menschen zuchten onder het lot, hun opgelegd door het onrechtvaardige systeem der kasten- indeeling Eeuwigdurende slavernij Voorkoming van auto ongelukken in Turkije Spionnen en hun maskers Van Durban naar Cairo gewandeld Aan onze Tip is GEEN risico verbonden! Alleen genot! Probeer ook eens 'n TIP van BOOTZ Dat was de bedoeling niet! Polen in den vreemde Het leven van Greta Garbo BEN BEETJE 'ETEN ZOU JE OOED DOEHANN/E PAT ZOU JÉ WE& De two-seater Het lot van een tempel AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL door Kafharina en Robert Pinkerton Men kan niemand ongelijk geven, die beweert, dat het optreden van Gandhi in zekeren zin de onafhankelijkheid der gedachte en van het initiatief heeft afge schaft. Al is dit de onvermijdelijke consequentie, wanneer een buitengewone persoonlijkheid een electriseerenden invloed op de massa uitoefent. En al is de invloed van deze wereldfiguur sinds zijn zooveelste gevangenneming door de Engelsche autoriteiten opnieuw danig afgeno men, er gaat toch van den Mahatma (groote ziel) nog steeds een geheimzinnige bezieling uit. Al zijn doen en laten wordt door zijn aan hangers nog steeds eerbiedig gevolgd, en zijn uitlatingen en opmerkingen missen hun in vloed nimmer. Vanuit zijn kerker heeft hij zijn Indische broeders, aan wier vrijmaking op politiek ge bied hij sinds 1919 met hart en ziel heeft ge werkt, waarvoor hij niet alleen gestreden, maar ook veel geleden heeft, aangekondigd, dat hij een heel jaar zal besteden aan de zaak van de ongelukkigste wezens der wereld, de onaan- raakbaren, de paria's. In Britsch-Indië wonen niet minder dan 50 millioen van die veronge lijkte stakkerds, die door een godsdienstige over levering van eeuwen in een onbeschrijfelijk ellendigen toestand worden gehouden, en nog minder geteld worden dan bij voorbeeld de heilige runderen der Indiërs, hun apen of krokodillen. De Hindoe-beschaving is zoo oud, dat nie mand weet, hoe dit onrechtvaardige en geraf fineerd hardvochtige systeem der kastenindee- ling eigenlijk is ingevoerd. Sinds onheuglijke tijden zijn de Hindoes onderverdeeld in vier erfelijke kasten. Drie hoogere kasten, genoemd de „tweemaal geborenen" en de kaste der dienaren, uitgesloten bij bepaalde godsdienstige feesten. Daaronder in den loop der tijden onderverdeeld in ongeveer 400 groepen heeft men nog de kaste der paria's, de onaanraakba- ren, veroordeeld tot een eeuwigdurende slaver nij, en waarvan zelfs de schaduw de vrouwen en mannen der hoogere kasten kan „besmetten" Men noem); ,deonaanraakbaren ook wel straatvegers van Indië", de menschen die ge bruikt worden voor de onaangenaamste kar weitjes, en arbeid verrichten waar de hoogere kasten figuurlijk en daadwerkelijk den neus voor ophalen. De „onaanraakbare" vrouwen be- kleeden het ambt van vroedvrouw, omdat naar het inzicht der Hindoes, alles wat met de ge boorte in verband staat, onrein is. De onaan raakbaren zijn het ook, die zorgen moeten voor het verbranden van de lijken der Hindoes der hoogere kasten, en het werpen hunner assche in de wateren der Ganges. Men krijgt vreemde antwoorden, wanneer men een Indischen nationalist vraagt naar diens overtuiging omtrent het vraagstuk van de „onaanraakbaren". Want daar weet goed schiks geen enkele Indiër raad mee. Sommigen, die den mond overigens vol hebben over vrij heid en democratie, antwoorden, ter verdedi ging van hun reserve, ten opzichte van het gruwelijke onrecht, waarvan de onaanraakba ren sinds onheuglijke tijden het slachtoffer zijn, dat ieder land ten slotte zijn verdrukte volksklasse heeft. Ze gebruiken daarbij graag de afgezaagde uitvlucht: „Alvorens alle slag- boomen op te ruimen, dient men te weten, of de lagere klassen inderdaad in staat zijn, in Vrijheid en gelijkheid te leven. Doch de verantwoordelijke leiders van het Congres verklaren zonder aarzelen: „Het pro bleem der „onaanraakbaren" is een politiek vraagstuk. En wijl het Hindoeïsme er de oorzaak van is, rekenen we het ook tot de taak van het Hindoeïsme om de moeilijkheid op te lossen." En zoo hangt, althans nog voor het oogenblik, de oplossing af van de „tweemaal geborenen", waartoe Gandhi, volgens zijn afstamming, be hoort. Deze kasten, bewaarsters der eeuwenoude overleveringen van de Hindoes, beïnvloeden ook nog heden de gedachtenwereld der Indiërs. Daarom is het, dat Gandhi het kleed draagt der onaanraakbaren, het uit wollen huisweef- stof bestaande witte kleed, waaraan in den loop der jaren door fotografen en caricatuur- teekenaars zooveel aandacht besteed werd en zooveel spotlust is botgevierd. Ook zijn uiterst sober leven een bijna ononderbroken vasten is een symbool. Enkele jaren geleden heeft de Mahatma, het voorbeeld gevend aan zijn land- en geloofsgenooten, dat overigens nog weinig navolging vond, een „onaanraakbaar" meisje in zijn familie opgenomen. Hij reist derde klas, komt in aanraking met iedereen op de markten en in de herbergen van het land. Reeds vanaf 1920 prijkt de afschaffing van de kaste der onaanraakbaren als een der voornaamste punten op het programma door het Nationaal Indisch Congres Aangenomen. Herhaaldelijk heeft hij er op gewezen, dat geen enkel mensch ter wereld het recht heeft een ander menschelijk wezen als zijn mindere te beschouwen. Gandhi staat niet alleen in deze overtuiging. Steeds meer aanhangers van zijn leer vindt hij onder de kaste der tweemaal geborenen, die zich wijden aan de zaak der onaanraakbaren. Ofschoon zelf Brahmaan heeft de beroemde dichter Rabindranath Tagore een lofdicht ge schreven op de paria's. Op de conferentie in 1932 te Londen gehou den, heeft hij zich verzet tegen het verleenen aan de onaanraakbaren van het recht als volks vertegenwoordigers zitting te nemen, omdat hij van meening was, dat zulks in zekeren zin een officieele erkenning beteekende van het be staan, en dus ook van het voortbestaan, van de klasse der paria's. Desondanks verkregen met de nieuwe constitutie, de onaanraakbaren negentien zetels in de Federatieve Vergadering, doch geen enkele plaats in de High Chamber, de eenige, die wat macht bezit. In den loop van het vorig jaar heeft Gandhi gevast, uit protest tegen den geringen invloed aldus aan de paria's toebedeeld, maar hij heeft er toch slechts mee bereikt dat het aantal zetels in de provinciale vergaderingen met de helft werd vermeerderd. Op het oogenblik vraagt Gandhi van de tweemaal geborenen dat ze vrijwillig afstand zullen doen van al hun rechten. De opheffing van de kaste der paria's een donkere vlek op de Indische samenleving zou ongetwijfeld de zaak van het Hindoe- Nationalisme in de wereld bevorderen en even eens hun aansluiting bij de Mohammedanen, waarvan ze veel heil verwachten. Mocht de oude, vermoeide strijder, die Gandhi is, er in slagen deze taak tot een goed einde te brengen, dan zou hij iets hebben verricht, wat zelfs Boeddha-Gautama zelf niet heeft kunnen bereiken tegen den wil der „tweemaal geboren" Brahmanen. De gemeenteraad van Istanboel heeft bepaald dat alle bestuurders van autobussen geheel-ont houders en gehuwd moeten zijn. Zij mogen geen verdoovende middelen gebruiken en geen kaart spelen. De raad heeft deze bepalingen opgesteld in verband met het toenemende aantal autobus ongelukken. De raad was van meening, dat gehuwde chauf feurs, met het oog op hun families, minder roe keloos zullen zijn dan vrijgezellen. Bovendien zullen maatregelen genomen wor den, om den arbeidsduur van de chauffeurs, welke op het oogenblik 12 A 15 uur per dag is, te verkorten. Napoleon had een man in zijn dienst, Schul- meister genaamd, die als de beste spion aller tijden beschouwd wordt. Toen hij zich voor de eerste maal aan den keizer voorstelde, om hem zijn diensten aan te bieden, kreeg Napoleon zoo'n slechten indruk van hem, dat hij hem wegstuurde. Een man met zoo'n gezicht zonder eenige uitdrukking, die er allesbehalve intelligent uitzag, meende hij niet te kunnen gebruiken. Het verwonderde hem daarom ten zeerste, dat deze man hem wegens zijn bijzondere sluwheid was aanbevo len. Maar nauwelijks had de deur zich achter Schulmeister gesloten of er trad een andere man binnen, een met een koen gezicht en felle oogen. De keizer vroeg hem direct wie hij was en kreeg ten antwoord: „Nog altijd Schulmeis ter!" Vanaf dit oogenblik begon de schitterende carrière van dezen man. In telkens nieuwe ver mommingen ging hij over de grenzen en be woog zich zóó zeker onder de vijanden alsof hij met eigen landgenooten te doen had. En van iedere reis keerde hij beladen met belang rijk nieuws terug. Een ander beroemd spion in de geschiedenis was Chevalier d'Eon, die, als vrouw verkleed, den Franschen geheimen dienst waardevolle be richten verschafte, vooral in den tijd, toen hij als studente in de taal in Petersburg vertoefde. Wel viel Chevalier op door grooten vechtlust, want deze „studente" liet niets langs haar kant gaan en daagde iedereen, die haar te na kwam, tot een duel uit. Een avontuurlijke Schot, die tijdens de' laatste crisisjaren werkloos was geworden, besloot een wandeltocht van Durban naar Caïro en terug te ondernemen. Hij is dezer dagen na een tippel van .6000 mijl in Durban teruggekeerd. Deze onderne mende man heet D. B. MacGregor, die zijn lange reis zonder geld en wapens ondernam. Hij droeg een tent met toebehooren, kleeren en het noodige voedsel op zijn rug mee, een lading van ongeveer 30 K.G. Hi) deed drie jaren over dezen tocht. B00TZ ülllllllllllllllillllIIIU IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIi: Men verwachtdus dat wil zeggen, Dat het zoover nog niet is, En men spreekt dus hij verwachten i Nog zoo'n beetje bij de gis; Maar men schijnt dan te verwachten, I Zalfs spreekt men van binnenkort. Dat warempel ook de suiker Weer een ietsje duurder wordt. Zoo iets is niet te gelooven! Vraagt u 't mij, dan geef ik thans Een verhooging van de suiker Absoluut geen schijn van kans! i Eerder is juist te verwachten, Dat de prijs der suiker daalt, Daar het juist bij de regeering Aan tactiek volstrekt niet faalt. I Telkens komt men met verhooging 5 Nu van dit en dan'van dat, Men creëert zelfs nieuwe lasten. Die men vroeger nog niet had. Ja, men kan ons verder knijpen, Nog veel verder, als het moet. Maar de handen af van suiker, Want die houdt de menschen.. zoet! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden üuiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiifiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii; Onlangs had de politie te Boston een expo sitie georganiseerd, waarop het materiaal was tentoongesteld, dat diende ter bestrijding van de misdadigheid. Dit kan natuurlijk zijn groote voordeelen hebben. Het is een mooi ding, wan- naar de politie en burgerij demonstreeren, hoe zij den strijd tegen de onderwereld voeren; er kan van een dergelijke tentoonstelling een ge ruststellende invloed uitgaan, maar er zijn omstandigheden, die dit goede effect volkomen en grondig kunnen bederven. En zoo is in Bos ton geschied. De tentoonstelling waar talrijke machine geweren, geweren, pistolen, gasbommen enz. te bewonderen waren en waar de brave burgers van Boston met kinderlijke belangstelling rond keken, werd op zekeren dag onverwacht geslo ten. Wat was daarvan de reden? Had de politie de wapens plotseling voor den strijd noodig? De autoriteiten ontweken een duidelijk ant woord. Maar tenslotte lekte het uit: een bende misdadigers had de tentoonstelling „bezocht" en den geheelen voorraad meegenbmen. De statistieken toonen aan, dat van 1918 tot 1931 ongeveer twee millioen Polen het land ver laten hebben, waarvan de meesten zich begeven hebben naar Amerika, Canada en Argentinië, verder naar Palestina, Brazilië, Mexico, Cuba, Uruguay, alsmede eenigen naar Afrika en Australië. Onder de geëmigreerden bevinden zich 28.795 waarvan men niet weet waarheen zü getrok ken zijn. Het totaal aantal Polen, dat buiten hun va derland woont, bedraagt 7.582.094. Volgens het blad „Dagens Nyheter" zal in Hollywood een film gemaakt worden van het leven van Greta Garbo, van haar jeugd, tot haar optreden als filmster. De scènes uit haar jeugd zouden reeds in Stockholm zijn opgenomen, o.a. haar geboorte huis, haar school, en de kapperszaak waarin zij werkte. M'n zuster Dorine was getrouwd met Al- bert Grey, directeur van een fabriek van soepen in blik. Grey was een goed mensch. Het eenige wat ik niet in hem kon uit staan, was, dat, zoodra ik over sport begon te praten, hij het gesprek altijd bracht in de rich ting van z'n fabrikaat: soep in blik. „Rob," zei Al me op een avond, dat ik bij hem dineerde en m'n zuster in de keuken aan de meid eenige orders gaf, „Rob, de volgende maand, 12 April, is Dorine jarig." Ik lachte en knikte, ten teeken dat ik dat wist „Rob," ging hij voort, „weet je iets van auto's af?" „Wel," antwoordde ik, „wat ik er van weet, is, dat ze rijden als ze niet defect zijn, dat er banden om de wielen zitten, dat ze benzine gebruiken en veel geld kosten. Waarom vraag jo dat?" Al keek me veelbeteekenend aan. „Rob," zei hij zacht, „Dorine is gek op een Barzoy-two-seater." „Zoo, en denk je er over haar zoo iets met haar verjaardag te geven?" Al's gelaat klarde op. „Precies," lachte hij, „ik wilde nog deze week zoo'n two-seater voor haar koopen. Ik zal haar dan eerst leeren sturen en op den morgen van d'r verjaardag kom ik voorrijden en laat de claxon schallen. Houd het geheim; ik wil er haar mee verrassen." Op dit oogenblik kwam Dorine binnen en Al gaf me een wenk, om het onderwerp verder on gemoeid te laten. Toen ik een uur later vertrok, fluisterde hij me in de hal toe: „Rob, ik bel je een dezer dagen op. Ik zou willen, dat je me hielp den wagen uitzoeken. Twee weten meer dan een." Ik antwoordde, dat het erg druk op 't kan toor was en ik dus „Och kom," viel hij me in de rede, „je kunt toch wel twee uur vrij krijgen. Anders neem je je ontslag en komt bij mij in de soep-in-blik- fabriek. Ik kan je goed gebruiken in de ver- micelli-afdeeling." Ons onderhoud eindigde met m'n toestem ming en eenige dagen later schudde ik m'n zwager de hand voor de showrooms van de Barzoy-auto's in Bound-lane. De firma had daar een drie verdiepingen hoog gebouw en zoodra ik de schitterende palm- en mahoniehouten meubileering voor de klanten had gezien, was ik er van overtuigd dat deze firma goede auto's moest leveren. We traden binnen door een groote glazen deur en werden door een chique gekleed heer ontvangen, die zich zelf als mijnheer Sales aan ons voorstelde. Toen we den wensch te kennen hadden gegeven om two-seaters te zien, bracht hij ons naar een afdeeling, waar kleine wagen tjes stonden. „Een meesterstuk heeren, die Barzoy, voor den lagen prijs van 5000 gulden, alles inbegre pen, extra wiel, extra rem, klok, hoorn, lampen. Al bekeek den wagen en keek me aan. „Wat denk Je er van Rob?" „Een aardig karretje," zei ik. M'n zwager haalde z'n chèque-boek uit z'n zak en de koop was gesloten. Meer dan een week daarna, zag of hoorde ik niets van hem of z'n wagen. Het was Zaterdag middag en ik stond juist klaar om het kantoor te verlaten, toen ik buiten m'n zwager zag staan met z'n nieuwen auto. Hij greep me bij den arm. „We hebben een proefrit, Rob!" riep hij op gewonden. Ik trachtte er van af te komen, maar te ver geefs. „Misschien," vroeg hij. „ben je bang, dat ik ongelukken zal maken? Laat ik je even zeg gen, dat ik dezen auto zeker zoo goed ken als m'n soepfabrikaten in blik, en dat wil heel wat zeggen. Ik heb al tien rijlessen gehad." Ik stapte dus maar in. „Het is toch zoo eenvoudig," verklaarde Al. „Kinderen kunnen zoo'n wagen wel besturen." Intusschen was de» Barzoy-two-seater in be weging en rende naar de buitenstad. „Ik kan bijna niet wachten tot haar verjaar dag," zuchtte Al. „Stel je voor, dat ze dezen wagen ziet met mij aan 't stuur. De zon begon al lager in het Westen weg te zinken en m'n zwager begon er een vaart ach ter te zetten, die me verschrikte. OO/J/M. WAT VEROORZAAK (k JE TOóUEEN IAStIEET 45 PRaujt/ó van -JE, ME ZOOÓÓED EE VEPZOeóEN, TOEN DE OUDE Jf* iWJNA\ FEOEnOE KI/PEEN WA5 TE PLETTER OE5TOOTE/V/-/E&J& I REM KPAN/O OEHOLPEH k AN WE' E/EP NEEM EEN ELN-\ .o I a r /~)A T fc+.' 'DAT Z/ET ER HEERLIJK U/T, ZE O, MAAP HEIAO JJM. Hó ZOO NU OEEN stukje DOOP M'N KEEL (U/YNEN KRU6 SLAAPT, JiUDAT 'i MISSCHIEN WEL NET wat kPacht oE-k ven. y „Ik heb Dorine beloofd, uiterlijk 6 uur thuis te zijn voor 't diner," mompelde hij. „Als ik te laat thuis kom, zal ze misschien iets merken en is de aardigheid er af." We schoten met een geweldige vaart door dorpen en stadjes, en hoe ik ook te keer ging, om de vaart te verminderen, hij bleef doof voor m'n smeekbeden. „Langzamer!" riep ik, toen de wagen met ontzaglijke snelheid door een kromming van den weg voortschoot. „Wil je aan stukken thuis gebracht worden?" Hij keek me grimmig aan. „Als het je niet bevalt, neem dan mijn plaats aan 't stuur maar in," antwoordde hij boos. Maar voordat de wind z'n i'"""""""'"i woorden had weggenomen, lag f de wagen, met I 1 ingedeukten mo- Vatl JDOTlfie I tor en half ver- nield, in een diepe greppel. Al werd links, ik rechts van de ggreppen geworden, en we waren er beiden nu juist niet intact afgekomen. Op den avond van Dorine's verjaardag stord de fabrikant van soepen-in-blik aan den in gang van m'n kantoor te wachten. „Rob," begon hij, „wees een man en vergeet en vergeef. Als je eens wist hoeveel leugens ik Dorine sinds dien avond heb moeten opdisschen. Ze weet niet beter, of ik heb dat blauwe oog en dat gekneusde been gekregen door een val in de fabriek." Ik keek hem half ontstemd, half lachend aan. „Kom, ga mee naar Dorine's verjaarsdiner," hernam AI. „We zijn alleen met ons drietjes; kom mee als een goede broer. Pak je grieven bij elkaar en gooi ze ver weg. Als je niet komt, denkt Dorine, dat er iets tusschen ons is voor gevallen." „Vooruit dan maar!" riep ik. „Luister eens," zei Al onderweg; „ik heb het geen er van den two-seater is overgebleven, voor 1000 gulden verkocht en Dorine een chèque gegeven van drie duizend; dan kan ze zelf koopen wat ze graag wil. Toen ik haar die van morgen overhandigde, was ze zoo blij als een klein kind met een stuk speelgoed." „En Dorine," begon Al, door de vrooolijke stemming, die er na het diner heerschte, een beetje overmoedig, „vertel ons nu eens, wat Je met die chèque gaat doen? „Lieve man," zei Dorine, „ik wilde je verras sen, maar als je wilt weten hoe de chèque be steed is, dan mag je het raden.'' „Een stofzuiger?" begon Al. „Een nieuwe hoed?" vroeg ik. Dorine schudde het hoofd. „Jullie .raden beiden mis. Ik heb iets gekocht, waar ik al lang naar verlangd heb. Iets, dat prachtig bij m'n voorjaarscostuum komt." Een vreeselijke gedachte kwam bij me op en tegelijk ook bij Al. Hij keek me aan; ik hem. „Je hebt toch.... je hebt.... toch geen auto gekocht," stotterde m'n zwager. Dorine knikte verheugd. „Juist een auto!" juichte ze. „Een zalige Bar zoy-two-seater; een pracht!" In z'n verbijstering legde Al z'n sigaar in z'n kop koffie. „Een Barzoy, lieveling?" herhaalde hij en klappertandde. „Die kost vijfduizend; waai, wat...." Dorine glimlachte geheimzinnig. „Ja, een nieuwe," zei ze kalm; „maar'dit was een spotkoopje. Twee heeren hadden er 14 da gen geleden, een ongelukje mee gehad; de wagen was toen niéuw. Nadat hü gerepareerd was, kon men van de beschadiging niets meer zien. Zoo zie je, dat ik voor drie duizend gulden een bijna nieuwen auto gekocht heb, die anders vijf duizend zou hebben gekost. Goedkoop hè?" Al schonk zich achter elkaar twee glazen water in; de rest van de waterkaraf schonk ik leeg! De leider van het vernieuwingswerk aan het Parthenon te Athene, Bolanos, heeft meege deeld dat een beroemde tempel, die van „den ongevleugelden Nike" op instorten staat. Het bedehuis bevindt zich op den Atheenschen Acro polis en verkeert tengevolge van slechten on derbouw in gevaar. Op grond van Bolanos' alarm, heeft de Grieksche minister van cultuur onmiddellijk een technische commissie met het nauwkeurig onderzoek van het vermaarde bouwwerk belast. De regeering heeft besloten de versterkingen van gewapend beton met alle middelen der moderne techniek aan te bren gen. De arbeid zal twee jaar duren en reeds nu is een crediet van twee millioen drachmen toegestaan. De tempel van den „ongevleugelden Nike" is in zuiver Jonischen stijl uitgevoerd. In het jaar 1687 werd hij door de Turken verwoest en in zijn plaats verrees een fort. In 1835 heeft de Deensche architect Hans Christian Hansen, de man die een aanvang maakte met de res tauratie van het Parthenon, het Turksche bol werk afgebroken en met bewonderenswaardig geduld den Nike-tempel, in weerwil van de onvoldoende wetenschappelijke hulpmiddelen uit dien tijd, geheel gereconstrueerd. Bolanos heeft geadviseerd het bouwwerk thans te sloo- pen en volgens de methode, die bij de restau ratie van het Parthenon wordt toegepast, het opnieuw te doen verrijzen. A dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Qbij levenslange geheele ongeschiktheid AllC UOOTITI" S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen OUUU»m verlies van beide armen, beide beenei tot werkendoor f 7Cfl bij een ongeval met f OCfï bij verlies van een hand f 1 Of" oy beenen of beide oogen doodeiyken afloop# £toJ\J»m een voet of een oog# 1 duim of wijsvinger verlies van een f Cfl bij een breuk van bij verlies van 'n *#l/»"been of arm# Ti/»* anderen vinger min (Korte inhoud van het voorafgaande: David Patterson is ds eigenaar van een bloeienden pelshandel in Noord-Canada. Ziin expansie-zucht vindt slechts één hin derpaal, de machtige Hudson's Bay Com pany zijn grootste concurrent. Deze bezet een post „Port Mysterie" genaamd en door Herbert Morley beheerd, waar Patterson ondanks herhaalde pogingen, nooit in ge slaagd is vasten voet te verkrijgen. Bruce Rochette, die een diepen haat koestert te gen de Hudson's, zal dan voor Patterson trachten een handelspost te vestigen in het veelomstreden gebied). Waarom zouden we ons hier eenzaam gevoelen? vroeg Morley hem op een uitdagen- den toon. Th« Hudson's Bay Cy was hier bijna twee eeuwen vóór de anderen. Zij ontdekte dit land en maakte het groot. Wat zouden de Indianen geworden zijn, als de Hudson's Bay niet had bestaan? Wilden met dierenhuiden als kleeding en steenen messen! Het was de Hudson's Bay, die het 't eerst aandurfde om schepen naar deze streek te zenden, en die aan den Indiaan het eerste onderricht in volg zaamheid gaf, dat van hem een jager maakte, die zijn bestaan verdient, die voor zijn huisge zin voedsel en kleeding kan koopen. Wiens rechten zijn er dus grooter dan de onze in dit land? Ik ben er bang voor, zei mevrouw Morley, terwijl zij een afkeurenden blik naar haar echtgenoot wierp, dat u een minder gelukkig onderwerp hebt gekozen, mijnheer Rochette. En mijn man heeft op het oogenblik vergeten, dat u een man der wetenschap zijt en niet een der talrijke vrijhandelaren, die zijn toorn gaande maken. Bruce antwoordde niets hierop en trachtte tegen zijn gastvrouw met een blik van ver standhouding te glimlachen. Doch de woor den van Morley, die zoo sterk den geest typeer den dien Bruce aansprakelijk hield voor den dood zijner moeder, versterkten zijn voorne men en doodden in hem zelfs een begin van spijt over het feit, dat zijn wraak zich richtte tegen den Post aan het Doodenkamp en zijn bewoners. Na het diner nam Bruce uit zijn portefeuille een introductiebrief. Hij geloofde wel niet, dat zulks noodig zou wezen in verband met de wijze, waarop Morley hem had ontvangen, doch hij had te veel moeite gehad om het gefingeerd document te verkrijgen; bovendien wist hij, dat dit Morley geheel zou overtuigen. U hadt dit in het geheel niet noodig ge had, zei Morley, toen zijn blik viel op de ge typte woorden onder het briefhoofd van het Nationaal Aardrijkskundig Genootschap. Morley stond op het punt den brief aan Bruce terug te geven, toen mevrouw Morley dezen ter inzage vroeg. Ik verzeker u, dat u voor ons beiden wel kom bent, zeide ze na een vlugge doorlezing. Wij zijn er steeds van overtuigd geweest, dat elke wetenschappelijke arbeid in deze streek slechts loonend kan wezen en het doet ons werkelijk genoegen u in dezen van dienst te kunnen zijn. Mevrouw Morley leidde, evenals in den namiddag, den loop van het gesprek en het duurde nog wel eenigen tijd, alvorens Bruce kans zag zich te excuseeren om even met zijn gids te gaan spreken. De heer Morley had be vel gegeven dezen onder te brengen in het Indianenverblijf, doch had later te kennen ge geven, dat een leegstaand huisje van een der bedienden gedurende den tijd, dat hij te Round Lake zou vertoeven, tot zijn beschikking zou staan. Joe Snowbird was door David Pattison uitge kozen om Bruce te vergezellen. Reeds een tiental jaren was hij in dienst bü den grooten pelshandelaar en hij was hem aanbevolen als iemand, op wien men kon rekenen om waarde volle gegevens te verzamelen van de jagers en bedienden in den Post aan het Doodenkamp, en zulks vooral te doen op eene wijze, die geen achterdocht wekte. Bruce had zijn plannen met Joe voor zoover hij zulks noodig oordeelde, besproken en had Joe eveneens de noodige instructies gegeven, aangaande datgene, wat hem te doen stond. Echter, toen hij Joe dien eersten avond be zocht, was hij slechts van plan aan den man te vertellen, dat het hem gelukt was toegang in het huis van Morley te verkrijgen en men den geheelen winter zou blijven en nog langer, indien zulks noodig zou wezen. Hij was er niet op voorbereid reeds nu een waardevol rapport van zijn ondergeschikte te ontvangen. Dat is fijn, zei Joe, toen Bruce hem een en ander had verteld. Het zal niet zoo moeilijk worden. We komen precies op tijd. De jagers hebben niet veel op met de Hudson's Bay. Wat zeg je? Hebben ze met haar niet veel op? herhaalde Bruce, terwijl hij even een vluggen blik wierp naar de deur en naar de ramen van het kleine huisje, waarin Joe gelo geerd was. Wat bedoel je feitelijk? In het Indianenverblijf waren er vanmid dag vijf jagers, toen ik binnenkwam. Eerst praatten ze niet veel. Na een poosje ging ik liggen en ik deed of ik sliep. Toen begonnen ze over de pelsen te praten. Een is er die Pta- ban heet. Hij is razend! Hij zegt, dat Morley niet genoeg voor de pelsen betaalt. Hij ver koopt geen pels meer. In de lente gaat hij er op uit om iemand anders te vinden; die zijn pelsen koopt. Pta-ban, eh? zei Bruce. Dien naam moe ten we onthouden. Wat zelden de anderen? Ze. zeiden geen woord; ze hielden zich kalm. Ikgeloof echter, dat er enkele ontevre denen waren. Ze schrikken er evenwel voor terug, om door te zetten. Wanneer er een is. die zijn pelsen aan een ander verkoopt en ze zien, dat het goed gaat, dan zullen de anderen wel volgen. Zijn ze bang? riep Bruce opgelucht uit. Dan komt de zaak wel in orde. Is dat de reden, waarom ze met de andere vier pelshandelaren, die hier gekomen zijn, niet hebben gehandeld? Daar spraken ze niet over. Weet je ook, waarvoor ze bevreesd zijn, wat ze aan de Hudson's Bay vasthoudt? Ze worden niet langer meer vastgehouden, antwoordde Joe, op beslisten toon. Die Pta-ban is kwaad. U zult het morgen zien. Morley zal niet weinig verwonderd zijn. Pta-ban gaat er van door met zijn pelsen. Joe's verslag aangaande de dreigende mui terij van Pta-ban was oorzaak, dat Bruce den volgenden ochtend al heel vroeg op was. De manager was ook reeds op, doch mevrouw Morley verscheen niet aan het ontbijt. Ik vind het heerlijk, dat ik u hier aan tref, zei Morley, terwijl Bruce ging zitten. Nu heb ik tenminste gezelschap bij het ontbijt, tenzij uw automatische thermometer u aan zou sporen ook zoo laat op te staan als mijn vrouw. Ik denk wel, dat ik steeds vroeg zal op staan, antwoordde Bruce. Ik zie wel, dat u geen voordeel trekt uit uw isolement hier, door lang te blijven liggen. -r- Ik zou het wel willen, doch ik moet de zaken hier ook doen, ziet u. Ook zijn er be paalde uren, waarop ik de jagers in de trading shop spreek. Ik veronderstel, dat u nooit in een post geweest is? Eenmaal, een korte poos, antwoordde Bruce. Ik heb wel verschillende posten gezien het vorig jaar in British Columbia; een ervan was van de Hudson's Bay Company. Dan doet u veel beter dezen voormiddag in de shop te komen, om te zien, hoe wij de pelsen koopen. Er zijn verschillende jagers en ze zullen wel vroeg willen vertrekken. Het was een uitnoodiging, waarop Bruce had gehoopt, vooral daar Pta-ban dien morgen zijn pelsen zou verhandelen, ofwel weigeren zou zijn vangst te verkoopen. Doch Bruce wist, dat het beter was enkel beleefde belangstelling te toonen, dan van zijn nieuwsgierigheid blijk te geven. Experimenten als deze waren vroeger reeds oorzaak geweest van den ondergang van talrijke pelshandelaren. Hij aarzelde nu even. Ik moet feitelijk mijn instrumenten uit pakken om mijn taak te beginnen, zei hij. Kom! Kcfm! Daarvoor blijft tijd genoeg over. Te veel ijver maakt je vlug oud. Een reis zooals die, welke je pas achter den rug hebt, geeft je recht op een dag vacantie. Kom mee, we gaan in de shop. Er bestond niet de minste aanleiding om te twijfelen aan de goede bedoelingen van Morley en Bruce gaf dus gevolg aan de uitnoodiging. Toen ze de trading-shop binnen stapten, was de halfbloed, dien Bruce den vorigen dag achter de toonbank had zien staan, met verschillende der in de shop aanwezige Indianen in gesprek. Toen de deur open ging keken ze allen om, doch Morley scheen ze niet te zien. Hij ging naar achteren, waar hij in een klein lokaaltje zijn kantoor had, en na enkele minuten kwam hij weer te voorschijn met een paar wanten aan. Hij liep verder tot bij een lessenaar, die aan het hoofdeinde van de toonbank stond en keek enkele papieren door. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3