De Mahatma en de Paria's
Md w&aal dm daa
ONVERMOEID STRIJDER
TACTIEK
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK - ziekte wórdt erger
FORT-MYSTERY
O
MAANDAG 19 FEBRUARI 1934
A
-
IV
Sm
Vijftig milloen menschen zuchten
onder het lot, hun opgelegd
door het onrechtvaardige
systeem der kasten-
indeeling
Eeuwigdurende
slavernij
Voorkoming van auto
ongelukken in Turkije
Spionnen en hun
maskers
Van Durban naar Cairo
gewandeld
Aan onze Tip is GEEN
risico verbonden!
Alleen genot! Probeer
ook eens 'n TIP van
BOOTZ
Dat was de bedoeling
niet!
Polen in den vreemde
Het leven van Greta
Garbo
BEN BEETJE
'ETEN ZOU JE
OOED DOEHANN/E
PAT ZOU JÉ WE&
De two-seater
Het lot van een tempel
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
door
Kafharina en Robert Pinkerton
Men kan niemand ongelijk geven, die
beweert, dat het optreden van Gandhi
in zekeren zin de onafhankelijkheid
der gedachte en van het initiatief heeft afge
schaft. Al is dit de onvermijdelijke consequentie,
wanneer een buitengewone persoonlijkheid een
electriseerenden invloed op de massa uitoefent.
En al is de invloed van deze wereldfiguur
sinds zijn zooveelste gevangenneming door de
Engelsche autoriteiten opnieuw danig afgeno
men, er gaat toch van den Mahatma (groote
ziel) nog steeds een geheimzinnige bezieling
uit. Al zijn doen en laten wordt door zijn aan
hangers nog steeds eerbiedig gevolgd, en zijn
uitlatingen en opmerkingen missen hun in
vloed nimmer.
Vanuit zijn kerker heeft hij zijn Indische
broeders, aan wier vrijmaking op politiek ge
bied hij sinds 1919 met hart en ziel heeft ge
werkt, waarvoor hij niet alleen gestreden, maar
ook veel geleden heeft, aangekondigd, dat hij
een heel jaar zal besteden aan de zaak van de
ongelukkigste wezens der wereld, de onaan-
raakbaren, de paria's. In Britsch-Indië wonen
niet minder dan 50 millioen van die veronge
lijkte stakkerds, die door een godsdienstige over
levering van eeuwen in een onbeschrijfelijk
ellendigen toestand worden gehouden, en nog
minder geteld worden dan bij voorbeeld de
heilige runderen der Indiërs, hun apen of
krokodillen.
De Hindoe-beschaving is zoo oud, dat nie
mand weet, hoe dit onrechtvaardige en geraf
fineerd hardvochtige systeem der kastenindee-
ling eigenlijk is ingevoerd. Sinds onheuglijke
tijden zijn de Hindoes onderverdeeld in vier
erfelijke kasten. Drie hoogere kasten, genoemd
de „tweemaal geborenen" en de kaste der
dienaren, uitgesloten bij bepaalde godsdienstige
feesten. Daaronder in den loop der tijden
onderverdeeld in ongeveer 400 groepen heeft
men nog de kaste der paria's, de onaanraakba-
ren, veroordeeld tot een eeuwigdurende slaver
nij, en waarvan zelfs de schaduw de vrouwen
en mannen der hoogere kasten kan „besmetten"
Men noem); ,deonaanraakbaren ook wel
straatvegers van Indië", de menschen die ge
bruikt worden voor de onaangenaamste kar
weitjes, en arbeid verrichten waar de hoogere
kasten figuurlijk en daadwerkelijk den neus
voor ophalen. De „onaanraakbare" vrouwen be-
kleeden het ambt van vroedvrouw, omdat naar
het inzicht der Hindoes, alles wat met de ge
boorte in verband staat, onrein is. De onaan
raakbaren zijn het ook, die zorgen moeten voor
het verbranden van de lijken der Hindoes der
hoogere kasten, en het werpen hunner assche
in de wateren der Ganges.
Men krijgt vreemde antwoorden, wanneer
men een Indischen nationalist vraagt naar
diens overtuiging omtrent het vraagstuk van
de „onaanraakbaren". Want daar weet goed
schiks geen enkele Indiër raad mee. Sommigen,
die den mond overigens vol hebben over vrij
heid en democratie, antwoorden, ter verdedi
ging van hun reserve, ten opzichte van het
gruwelijke onrecht, waarvan de onaanraakba
ren sinds onheuglijke tijden het slachtoffer
zijn, dat ieder land ten slotte zijn verdrukte
volksklasse heeft. Ze gebruiken daarbij graag
de afgezaagde uitvlucht: „Alvorens alle slag-
boomen op te ruimen, dient men te weten, of
de lagere klassen inderdaad in staat zijn, in
Vrijheid en gelijkheid te leven.
Doch de verantwoordelijke leiders van het
Congres verklaren zonder aarzelen: „Het pro
bleem der „onaanraakbaren" is een politiek
vraagstuk.
En wijl het Hindoeïsme er de oorzaak van
is, rekenen we het ook tot de taak van het
Hindoeïsme om de moeilijkheid op te lossen."
En zoo hangt, althans nog voor het oogenblik,
de oplossing af van de „tweemaal geborenen",
waartoe Gandhi, volgens zijn afstamming, be
hoort. Deze kasten, bewaarsters der eeuwenoude
overleveringen van de Hindoes, beïnvloeden
ook nog heden de gedachtenwereld der Indiërs.
Daarom is het, dat Gandhi het kleed draagt
der onaanraakbaren, het uit wollen huisweef-
stof bestaande witte kleed, waaraan in den
loop der jaren door fotografen en caricatuur-
teekenaars zooveel aandacht besteed werd en
zooveel spotlust is botgevierd. Ook zijn uiterst
sober leven een bijna ononderbroken vasten
is een symbool. Enkele jaren geleden heeft
de Mahatma, het voorbeeld gevend aan zijn
land- en geloofsgenooten, dat overigens nog
weinig navolging vond, een „onaanraakbaar"
meisje in zijn familie opgenomen. Hij reist
derde klas, komt in aanraking met iedereen
op de markten en in de herbergen van het
land. Reeds vanaf 1920 prijkt de afschaffing
van de kaste der onaanraakbaren als een der
voornaamste punten op het programma door
het Nationaal Indisch Congres Aangenomen.
Herhaaldelijk heeft hij er op gewezen, dat geen
enkel mensch ter wereld het recht heeft een
ander menschelijk wezen als zijn mindere te
beschouwen.
Gandhi staat niet alleen in deze overtuiging.
Steeds meer aanhangers van zijn leer vindt hij
onder de kaste der tweemaal geborenen, die
zich wijden aan de zaak der onaanraakbaren.
Ofschoon zelf Brahmaan heeft de beroemde
dichter Rabindranath Tagore een lofdicht ge
schreven op de paria's.
Op de conferentie in 1932 te Londen gehou
den, heeft hij zich verzet tegen het verleenen
aan de onaanraakbaren van het recht als volks
vertegenwoordigers zitting te nemen, omdat hij
van meening was, dat zulks in zekeren zin een
officieele erkenning beteekende van het be
staan, en dus ook van het voortbestaan, van
de klasse der paria's. Desondanks verkregen
met de nieuwe constitutie, de onaanraakbaren
negentien zetels in de Federatieve Vergadering,
doch geen enkele plaats in de High Chamber,
de eenige, die wat macht bezit.
In den loop van het vorig jaar heeft Gandhi
gevast, uit protest tegen den geringen invloed
aldus aan de paria's toebedeeld, maar hij heeft
er toch slechts mee bereikt dat het aantal
zetels in de provinciale vergaderingen met de
helft werd vermeerderd.
Op het oogenblik vraagt Gandhi van de
tweemaal geborenen dat ze vrijwillig afstand
zullen doen van al hun rechten.
De opheffing van de kaste der paria's
een donkere vlek op de Indische samenleving
zou ongetwijfeld de zaak van het Hindoe-
Nationalisme in de wereld bevorderen en even
eens hun aansluiting bij de Mohammedanen,
waarvan ze veel heil verwachten.
Mocht de oude, vermoeide strijder, die Gandhi
is, er in slagen deze taak tot een goed einde
te brengen, dan zou hij iets hebben verricht,
wat zelfs Boeddha-Gautama zelf niet heeft
kunnen bereiken tegen den wil der „tweemaal
geboren" Brahmanen.
De gemeenteraad van Istanboel heeft bepaald
dat alle bestuurders van autobussen geheel-ont
houders en gehuwd moeten zijn. Zij mogen geen
verdoovende middelen gebruiken en geen kaart
spelen.
De raad heeft deze bepalingen opgesteld in
verband met het toenemende aantal autobus
ongelukken.
De raad was van meening, dat gehuwde chauf
feurs, met het oog op hun families, minder roe
keloos zullen zijn dan vrijgezellen.
Bovendien zullen maatregelen genomen wor
den, om den arbeidsduur van de chauffeurs,
welke op het oogenblik 12 A 15 uur per dag
is, te verkorten.
Napoleon had een man in zijn dienst, Schul-
meister genaamd, die als de beste spion aller
tijden beschouwd wordt.
Toen hij zich voor de eerste maal aan den
keizer voorstelde, om hem zijn diensten aan te
bieden, kreeg Napoleon zoo'n slechten indruk
van hem, dat hij hem wegstuurde. Een man
met zoo'n gezicht zonder eenige uitdrukking,
die er allesbehalve intelligent uitzag, meende
hij niet te kunnen gebruiken. Het verwonderde
hem daarom ten zeerste, dat deze man hem
wegens zijn bijzondere sluwheid was aanbevo
len. Maar nauwelijks had de deur zich achter
Schulmeister gesloten of er trad een andere
man binnen, een met een koen gezicht en felle
oogen. De keizer vroeg hem direct wie hij was
en kreeg ten antwoord: „Nog altijd Schulmeis
ter!"
Vanaf dit oogenblik begon de schitterende
carrière van dezen man. In telkens nieuwe ver
mommingen ging hij over de grenzen en be
woog zich zóó zeker onder de vijanden alsof
hij met eigen landgenooten te doen had. En
van iedere reis keerde hij beladen met belang
rijk nieuws terug.
Een ander beroemd spion in de geschiedenis
was Chevalier d'Eon, die, als vrouw verkleed,
den Franschen geheimen dienst waardevolle be
richten verschafte, vooral in den tijd, toen hij
als studente in de taal in Petersburg vertoefde.
Wel viel Chevalier op door grooten vechtlust,
want deze „studente" liet niets langs haar
kant gaan en daagde iedereen, die haar te na
kwam, tot een duel uit.
Een avontuurlijke Schot, die tijdens de' laatste
crisisjaren werkloos was geworden, besloot een
wandeltocht van Durban naar Caïro en terug
te ondernemen.
Hij is dezer dagen na een tippel van .6000
mijl in Durban teruggekeerd. Deze onderne
mende man heet D. B. MacGregor, die zijn
lange reis zonder geld en wapens ondernam.
Hij droeg een tent met toebehooren, kleeren
en het noodige voedsel op zijn rug mee, een
lading van ongeveer 30 K.G.
Hi) deed drie jaren over dezen tocht.
B00TZ
ülllllllllllllllillllIIIU
IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIi:
Men verwachtdus dat wil zeggen,
Dat het zoover nog niet is,
En men spreekt dus hij verwachten
i Nog zoo'n beetje bij de gis;
Maar men schijnt dan te verwachten,
I Zalfs spreekt men van binnenkort.
Dat warempel ook de suiker
Weer een ietsje duurder wordt.
Zoo iets is niet te gelooven!
Vraagt u 't mij, dan geef ik thans
Een verhooging van de suiker
Absoluut geen schijn van kans!
i Eerder is juist te verwachten,
Dat de prijs der suiker daalt,
Daar het juist bij de regeering
Aan tactiek volstrekt niet faalt.
I Telkens komt men met verhooging
5 Nu van dit en dan'van dat,
Men creëert zelfs nieuwe lasten.
Die men vroeger nog niet had.
Ja, men kan ons verder knijpen,
Nog veel verder, als het moet.
Maar de handen af van suiker,
Want die houdt de menschen.. zoet!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden
üuiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiifiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii;
Onlangs had de politie te Boston een expo
sitie georganiseerd, waarop het materiaal was
tentoongesteld, dat diende ter bestrijding van
de misdadigheid. Dit kan natuurlijk zijn groote
voordeelen hebben. Het is een mooi ding, wan-
naar de politie en burgerij demonstreeren, hoe
zij den strijd tegen de onderwereld voeren; er
kan van een dergelijke tentoonstelling een ge
ruststellende invloed uitgaan, maar er zijn
omstandigheden, die dit goede effect volkomen
en grondig kunnen bederven. En zoo is in Bos
ton geschied.
De tentoonstelling waar talrijke machine
geweren, geweren, pistolen, gasbommen enz. te
bewonderen waren en waar de brave burgers
van Boston met kinderlijke belangstelling rond
keken, werd op zekeren dag onverwacht geslo
ten.
Wat was daarvan de reden? Had de politie
de wapens plotseling voor den strijd noodig?
De autoriteiten ontweken een duidelijk ant
woord. Maar tenslotte lekte het uit: een bende
misdadigers had de tentoonstelling „bezocht"
en den geheelen voorraad meegenbmen.
De statistieken toonen aan, dat van 1918 tot
1931 ongeveer twee millioen Polen het land ver
laten hebben, waarvan de meesten zich begeven
hebben naar Amerika, Canada en Argentinië,
verder naar Palestina, Brazilië, Mexico, Cuba,
Uruguay, alsmede eenigen naar Afrika en
Australië.
Onder de geëmigreerden bevinden zich 28.795
waarvan men niet weet waarheen zü getrok
ken zijn.
Het totaal aantal Polen, dat buiten hun va
derland woont, bedraagt 7.582.094.
Volgens het blad „Dagens Nyheter" zal in
Hollywood een film gemaakt worden van het
leven van Greta Garbo, van haar jeugd, tot haar
optreden als filmster.
De scènes uit haar jeugd zouden reeds in
Stockholm zijn opgenomen, o.a. haar geboorte
huis, haar school, en de kapperszaak waarin zij
werkte.
M'n zuster Dorine was getrouwd met Al-
bert Grey, directeur van een fabriek van
soepen in blik. Grey was een goed
mensch. Het eenige wat ik niet in hem kon uit
staan, was, dat, zoodra ik over sport begon te
praten, hij het gesprek altijd bracht in de rich
ting van z'n fabrikaat: soep in blik.
„Rob," zei Al me op een avond, dat ik bij
hem dineerde en m'n zuster in de keuken aan
de meid eenige orders gaf, „Rob, de volgende
maand, 12 April, is Dorine jarig."
Ik lachte en knikte, ten teeken dat ik dat
wist
„Rob," ging hij voort, „weet je iets van auto's
af?"
„Wel," antwoordde ik, „wat ik er van weet,
is, dat ze rijden als ze niet defect zijn, dat er
banden om de wielen zitten, dat ze benzine
gebruiken en veel geld kosten. Waarom vraag
jo dat?"
Al keek me veelbeteekenend aan.
„Rob," zei hij zacht, „Dorine is gek op een
Barzoy-two-seater."
„Zoo, en denk je er over haar zoo iets met
haar verjaardag te geven?"
Al's gelaat klarde op.
„Precies," lachte hij, „ik wilde nog deze week
zoo'n two-seater voor haar koopen. Ik zal
haar dan eerst leeren sturen en op den morgen
van d'r verjaardag kom ik voorrijden en laat
de claxon schallen. Houd het geheim; ik wil er
haar mee verrassen."
Op dit oogenblik kwam Dorine binnen en Al
gaf me een wenk, om het onderwerp verder on
gemoeid te laten. Toen ik een uur later vertrok,
fluisterde hij me in de hal toe: „Rob, ik bel je
een dezer dagen op. Ik zou willen, dat je me
hielp den wagen uitzoeken. Twee weten meer
dan een."
Ik antwoordde, dat het erg druk op 't kan
toor was en ik dus
„Och kom," viel hij me in de rede, „je kunt
toch wel twee uur vrij krijgen. Anders neem je
je ontslag en komt bij mij in de soep-in-blik-
fabriek. Ik kan je goed gebruiken in de ver-
micelli-afdeeling."
Ons onderhoud eindigde met m'n toestem
ming en eenige dagen later schudde ik m'n
zwager de hand voor de showrooms van de
Barzoy-auto's in Bound-lane.
De firma had daar een drie verdiepingen
hoog gebouw en zoodra ik de schitterende
palm- en mahoniehouten meubileering voor de
klanten had gezien, was ik er van overtuigd dat
deze firma goede auto's moest leveren.
We traden binnen door een groote glazen
deur en werden door een chique gekleed heer
ontvangen, die zich zelf als mijnheer Sales aan
ons voorstelde. Toen we den wensch te kennen
hadden gegeven om two-seaters te zien, bracht
hij ons naar een afdeeling, waar kleine wagen
tjes stonden.
„Een meesterstuk heeren, die Barzoy, voor
den lagen prijs van 5000 gulden, alles inbegre
pen, extra wiel, extra rem, klok, hoorn, lampen.
Al bekeek den wagen en keek me aan.
„Wat denk Je er van Rob?"
„Een aardig karretje," zei ik.
M'n zwager haalde z'n chèque-boek uit z'n
zak en de koop was gesloten.
Meer dan een week daarna, zag of hoorde ik
niets van hem of z'n wagen. Het was Zaterdag
middag en ik stond juist klaar om het kantoor
te verlaten, toen ik buiten m'n zwager zag
staan met z'n nieuwen auto. Hij greep me bij
den arm.
„We hebben een proefrit, Rob!" riep hij op
gewonden.
Ik trachtte er van af te komen, maar te ver
geefs.
„Misschien," vroeg hij. „ben je bang, dat ik
ongelukken zal maken? Laat ik je even zeg
gen, dat ik dezen auto zeker zoo goed ken als
m'n soepfabrikaten in blik, en dat wil heel
wat zeggen. Ik heb al tien rijlessen gehad."
Ik stapte dus maar in.
„Het is toch zoo eenvoudig," verklaarde Al.
„Kinderen kunnen zoo'n wagen wel besturen."
Intusschen was de» Barzoy-two-seater in be
weging en rende naar de buitenstad.
„Ik kan bijna niet wachten tot haar verjaar
dag," zuchtte Al. „Stel je voor, dat ze dezen
wagen ziet met mij aan 't stuur.
De zon begon al lager in het Westen weg te
zinken en m'n zwager begon er een vaart ach
ter te zetten, die me verschrikte.
OO/J/M. WAT
VEROORZAAK (k
JE TOóUEEN
IAStIEET 45
PRaujt/ó van
-JE, ME ZOOÓÓED
EE VEPZOeóEN,
TOEN DE OUDE Jf* iWJNA\
FEOEnOE KI/PEEN WA5 TE
PLETTER OE5TOOTE/V/-/E&J& I
REM KPAN/O OEHOLPEH k
AN WE' E/EP NEEM EEN ELN-\
.o I a r /~)A T fc+.'
'DAT Z/ET ER
HEERLIJK U/T,
ZE O, MAAP HEIAO
JJM. Hó ZOO NU
OEEN stukje
DOOP M'N KEEL
(U/YNEN KRU6
SLAAPT, JiUDAT 'i
MISSCHIEN WEL NET
wat kPacht oE-k
ven. y
„Ik heb Dorine beloofd, uiterlijk 6 uur thuis
te zijn voor 't diner," mompelde hij. „Als ik te
laat thuis kom, zal ze misschien iets merken en
is de aardigheid er af."
We schoten met een geweldige vaart door
dorpen en stadjes, en hoe ik ook te keer ging,
om de vaart te verminderen, hij bleef doof voor
m'n smeekbeden.
„Langzamer!" riep ik, toen de wagen met
ontzaglijke snelheid door een kromming van
den weg voortschoot. „Wil je aan stukken thuis
gebracht worden?"
Hij keek me grimmig aan.
„Als het je niet bevalt, neem dan mijn plaats
aan 't stuur maar in," antwoordde hij boos.
Maar voordat
de wind z'n i'"""""""'"i
woorden had
weggenomen, lag f
de wagen, met I 1
ingedeukten mo- Vatl JDOTlfie I
tor en half ver-
nield, in een
diepe greppel. Al werd links, ik rechts van de
ggreppen geworden, en we waren er beiden nu
juist niet intact afgekomen.
Op den avond van Dorine's verjaardag stord
de fabrikant van soepen-in-blik aan den in
gang van m'n kantoor te wachten.
„Rob," begon hij, „wees een man en vergeet
en vergeef. Als je eens wist hoeveel leugens ik
Dorine sinds dien avond heb moeten opdisschen.
Ze weet niet beter, of ik heb dat blauwe oog
en dat gekneusde been gekregen door een val
in de fabriek."
Ik keek hem half ontstemd, half lachend aan.
„Kom, ga mee naar Dorine's verjaarsdiner,"
hernam AI. „We zijn alleen met ons drietjes;
kom mee als een goede broer. Pak je grieven
bij elkaar en gooi ze ver weg. Als je niet komt,
denkt Dorine, dat er iets tusschen ons is voor
gevallen."
„Vooruit dan maar!" riep ik.
„Luister eens," zei Al onderweg; „ik heb het
geen er van den two-seater is overgebleven,
voor 1000 gulden verkocht en Dorine een chèque
gegeven van drie duizend; dan kan ze zelf
koopen wat ze graag wil. Toen ik haar die van
morgen overhandigde, was ze zoo blij als een
klein kind met een stuk speelgoed."
„En Dorine," begon Al, door de vrooolijke
stemming, die er na het diner heerschte, een
beetje overmoedig, „vertel ons nu eens, wat Je
met die chèque gaat doen?
„Lieve man," zei Dorine, „ik wilde je verras
sen, maar als je wilt weten hoe de chèque be
steed is, dan mag je het raden.''
„Een stofzuiger?" begon Al.
„Een nieuwe hoed?" vroeg ik.
Dorine schudde het hoofd.
„Jullie .raden beiden mis. Ik heb iets gekocht,
waar ik al lang naar verlangd heb. Iets, dat
prachtig bij m'n voorjaarscostuum komt."
Een vreeselijke gedachte kwam bij me op en
tegelijk ook bij Al. Hij keek me aan; ik hem.
„Je hebt toch.... je hebt.... toch geen auto
gekocht," stotterde m'n zwager.
Dorine knikte verheugd.
„Juist een auto!" juichte ze. „Een zalige Bar
zoy-two-seater; een pracht!"
In z'n verbijstering legde Al z'n sigaar in z'n
kop koffie.
„Een Barzoy, lieveling?" herhaalde hij en
klappertandde. „Die kost vijfduizend; waai,
wat...."
Dorine glimlachte geheimzinnig.
„Ja, een nieuwe," zei ze kalm; „maar'dit was
een spotkoopje. Twee heeren hadden er 14 da
gen geleden, een ongelukje mee gehad; de
wagen was toen niéuw. Nadat hü gerepareerd
was, kon men van de beschadiging niets meer
zien. Zoo zie je, dat ik voor drie duizend gulden
een bijna nieuwen auto gekocht heb, die anders
vijf duizend zou hebben gekost. Goedkoop hè?"
Al schonk zich achter elkaar twee glazen
water in; de rest van de waterkaraf schonk ik
leeg!
De leider van het vernieuwingswerk aan het
Parthenon te Athene, Bolanos, heeft meege
deeld dat een beroemde tempel, die van „den
ongevleugelden Nike" op instorten staat. Het
bedehuis bevindt zich op den Atheenschen Acro
polis en verkeert tengevolge van slechten on
derbouw in gevaar. Op grond van Bolanos'
alarm, heeft de Grieksche minister van cultuur
onmiddellijk een technische commissie met het
nauwkeurig onderzoek van het vermaarde
bouwwerk belast. De regeering heeft besloten
de versterkingen van gewapend beton met alle
middelen der moderne techniek aan te bren
gen. De arbeid zal twee jaar duren en reeds
nu is een crediet van twee millioen drachmen
toegestaan.
De tempel van den „ongevleugelden Nike"
is in zuiver Jonischen stijl uitgevoerd. In het
jaar 1687 werd hij door de Turken verwoest
en in zijn plaats verrees een fort. In 1835 heeft
de Deensche architect Hans Christian Hansen,
de man die een aanvang maakte met de res
tauratie van het Parthenon, het Turksche bol
werk afgebroken en met bewonderenswaardig
geduld den Nike-tempel, in weerwil van de
onvoldoende wetenschappelijke hulpmiddelen
uit dien tijd, geheel gereconstrueerd. Bolanos
heeft geadviseerd het bouwwerk thans te sloo-
pen en volgens de methode, die bij de restau
ratie van het Parthenon wordt toegepast, het
opnieuw te doen verrijzen.
A dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Qbij levenslange geheele ongeschiktheid
AllC UOOTITI" S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen OUUU»m verlies van beide armen, beide beenei
tot werkendoor f 7Cfl bij een ongeval met f OCfï bij verlies van een hand f 1 Of" oy
beenen of beide oogen doodeiyken afloop# £toJ\J»m een voet of een oog# 1 duim of wijsvinger
verlies van een f Cfl bij een breuk van bij verlies van 'n
*#l/»"been of arm# Ti/»* anderen vinger
min
(Korte inhoud van het voorafgaande:
David Patterson is ds eigenaar van een
bloeienden pelshandel in Noord-Canada.
Ziin expansie-zucht vindt slechts één hin
derpaal, de machtige Hudson's Bay Com
pany zijn grootste concurrent. Deze bezet
een post „Port Mysterie" genaamd en door
Herbert Morley beheerd, waar Patterson
ondanks herhaalde pogingen, nooit in ge
slaagd is vasten voet te verkrijgen. Bruce
Rochette, die een diepen haat koestert te
gen de Hudson's, zal dan voor Patterson
trachten een handelspost te vestigen in
het veelomstreden gebied).
Waarom zouden we ons hier eenzaam
gevoelen? vroeg Morley hem op een uitdagen-
den toon. Th« Hudson's Bay Cy was hier bijna
twee eeuwen vóór de anderen. Zij ontdekte dit
land en maakte het groot. Wat zouden de
Indianen geworden zijn, als de Hudson's Bay
niet had bestaan? Wilden met dierenhuiden
als kleeding en steenen messen! Het was de
Hudson's Bay, die het 't eerst aandurfde om
schepen naar deze streek te zenden, en die aan
den Indiaan het eerste onderricht in volg
zaamheid gaf, dat van hem een jager maakte,
die zijn bestaan verdient, die voor zijn huisge
zin voedsel en kleeding kan koopen. Wiens
rechten zijn er dus grooter dan de onze in dit
land?
Ik ben er bang voor, zei mevrouw Morley,
terwijl zij een afkeurenden blik naar haar
echtgenoot wierp, dat u een minder gelukkig
onderwerp hebt gekozen, mijnheer Rochette.
En mijn man heeft op het oogenblik vergeten,
dat u een man der wetenschap zijt en niet een
der talrijke vrijhandelaren, die zijn toorn gaande
maken.
Bruce antwoordde niets hierop en trachtte
tegen zijn gastvrouw met een blik van ver
standhouding te glimlachen. Doch de woor
den van Morley, die zoo sterk den geest typeer
den dien Bruce aansprakelijk hield voor den
dood zijner moeder, versterkten zijn voorne
men en doodden in hem zelfs een begin van
spijt over het feit, dat zijn wraak zich richtte
tegen den Post aan het Doodenkamp en zijn
bewoners.
Na het diner nam Bruce uit zijn portefeuille
een introductiebrief. Hij geloofde wel niet, dat
zulks noodig zou wezen in verband met de
wijze, waarop Morley hem had ontvangen, doch
hij had te veel moeite gehad om het gefingeerd
document te verkrijgen; bovendien wist hij, dat
dit Morley geheel zou overtuigen.
U hadt dit in het geheel niet noodig ge
had, zei Morley, toen zijn blik viel op de ge
typte woorden onder het briefhoofd van het
Nationaal Aardrijkskundig Genootschap.
Morley stond op het punt den brief aan
Bruce terug te geven, toen mevrouw Morley
dezen ter inzage vroeg.
Ik verzeker u, dat u voor ons beiden wel
kom bent, zeide ze na een vlugge doorlezing.
Wij zijn er steeds van overtuigd geweest, dat
elke wetenschappelijke arbeid in deze streek
slechts loonend kan wezen en het doet ons
werkelijk genoegen u in dezen van dienst te
kunnen zijn.
Mevrouw Morley leidde, evenals in den
namiddag, den loop van het gesprek en het
duurde nog wel eenigen tijd, alvorens Bruce
kans zag zich te excuseeren om even met zijn
gids te gaan spreken. De heer Morley had be
vel gegeven dezen onder te brengen in het
Indianenverblijf, doch had later te kennen ge
geven, dat een leegstaand huisje van een der
bedienden gedurende den tijd, dat hij te
Round Lake zou vertoeven, tot zijn beschikking
zou staan.
Joe Snowbird was door David Pattison uitge
kozen om Bruce te vergezellen. Reeds een
tiental jaren was hij in dienst bü den grooten
pelshandelaar en hij was hem aanbevolen als
iemand, op wien men kon rekenen om waarde
volle gegevens te verzamelen van de jagers en
bedienden in den Post aan het Doodenkamp,
en zulks vooral te doen op eene wijze, die geen
achterdocht wekte.
Bruce had zijn plannen met Joe voor zoover
hij zulks noodig oordeelde, besproken en had
Joe eveneens de noodige instructies gegeven,
aangaande datgene, wat hem te doen stond.
Echter, toen hij Joe dien eersten avond be
zocht, was hij slechts van plan aan den man
te vertellen, dat het hem gelukt was toegang
in het huis van Morley te verkrijgen en men
den geheelen winter zou blijven en nog langer,
indien zulks noodig zou wezen. Hij was er niet
op voorbereid reeds nu een waardevol rapport
van zijn ondergeschikte te ontvangen.
Dat is fijn, zei Joe, toen Bruce hem een
en ander had verteld. Het zal niet zoo moeilijk
worden. We komen precies op tijd. De jagers
hebben niet veel op met de Hudson's Bay.
Wat zeg je? Hebben ze met haar niet veel
op? herhaalde Bruce, terwijl hij even een
vluggen blik wierp naar de deur en naar de
ramen van het kleine huisje, waarin Joe gelo
geerd was. Wat bedoel je feitelijk?
In het Indianenverblijf waren er vanmid
dag vijf jagers, toen ik binnenkwam. Eerst
praatten ze niet veel. Na een poosje ging ik
liggen en ik deed of ik sliep. Toen begonnen
ze over de pelsen te praten. Een is er die Pta-
ban heet. Hij is razend! Hij zegt, dat Morley
niet genoeg voor de pelsen betaalt. Hij ver
koopt geen pels meer. In de lente gaat hij er
op uit om iemand anders te vinden; die zijn
pelsen koopt.
Pta-ban, eh? zei Bruce. Dien naam moe
ten we onthouden. Wat zelden de anderen?
Ze. zeiden geen woord; ze hielden zich
kalm. Ikgeloof echter, dat er enkele ontevre
denen waren. Ze schrikken er evenwel voor
terug, om door te zetten. Wanneer er een is.
die zijn pelsen aan een ander verkoopt en ze
zien, dat het goed gaat, dan zullen de anderen
wel volgen.
Zijn ze bang? riep Bruce opgelucht uit.
Dan komt de zaak wel in orde. Is dat de reden,
waarom ze met de andere vier pelshandelaren,
die hier gekomen zijn, niet hebben gehandeld?
Daar spraken ze niet over.
Weet je ook, waarvoor ze bevreesd zijn,
wat ze aan de Hudson's Bay vasthoudt?
Ze worden niet langer meer vastgehouden,
antwoordde Joe, op beslisten toon. Die Pta-ban
is kwaad. U zult het morgen zien. Morley zal
niet weinig verwonderd zijn. Pta-ban gaat er
van door met zijn pelsen.
Joe's verslag aangaande de dreigende mui
terij van Pta-ban was oorzaak, dat Bruce den
volgenden ochtend al heel vroeg op was. De
manager was ook reeds op, doch mevrouw
Morley verscheen niet aan het ontbijt.
Ik vind het heerlijk, dat ik u hier aan
tref, zei Morley, terwijl Bruce ging zitten.
Nu heb ik tenminste gezelschap bij het ontbijt,
tenzij uw automatische thermometer u aan zou
sporen ook zoo laat op te staan als mijn
vrouw.
Ik denk wel, dat ik steeds vroeg zal op
staan, antwoordde Bruce. Ik zie wel, dat u
geen voordeel trekt uit uw isolement hier, door
lang te blijven liggen.
-r- Ik zou het wel willen, doch ik moet de
zaken hier ook doen, ziet u. Ook zijn er be
paalde uren, waarop ik de jagers in de trading
shop spreek. Ik veronderstel, dat u nooit in een
post geweest is?
Eenmaal, een korte poos, antwoordde
Bruce. Ik heb wel verschillende posten gezien
het vorig jaar in British Columbia; een ervan
was van de Hudson's Bay Company.
Dan doet u veel beter dezen voormiddag
in de shop te komen, om te zien, hoe wij de
pelsen koopen. Er zijn verschillende jagers en
ze zullen wel vroeg willen vertrekken.
Het was een uitnoodiging, waarop Bruce
had gehoopt, vooral daar Pta-ban dien morgen
zijn pelsen zou verhandelen, ofwel weigeren zou
zijn vangst te verkoopen. Doch Bruce wist, dat
het beter was enkel beleefde belangstelling te
toonen, dan van zijn nieuwsgierigheid blijk te
geven. Experimenten als deze waren vroeger
reeds oorzaak geweest van den ondergang van
talrijke pelshandelaren. Hij aarzelde nu even.
Ik moet feitelijk mijn instrumenten uit
pakken om mijn taak te beginnen, zei hij.
Kom! Kcfm! Daarvoor blijft tijd genoeg
over. Te veel ijver maakt je vlug oud. Een reis
zooals die, welke je pas achter den rug hebt,
geeft je recht op een dag vacantie. Kom mee,
we gaan in de shop.
Er bestond niet de minste aanleiding om te
twijfelen aan de goede bedoelingen van Morley
en Bruce gaf dus gevolg aan de uitnoodiging.
Toen ze de trading-shop binnen stapten, was
de halfbloed, dien Bruce den vorigen dag achter
de toonbank had zien staan, met verschillende
der in de shop aanwezige Indianen in gesprek.
Toen de deur open ging keken ze allen om,
doch Morley scheen ze niet te zien. Hij ging
naar achteren, waar hij in een klein lokaaltje
zijn kantoor had, en na enkele minuten kwam
hij weer te voorschijn met een paar wanten
aan. Hij liep verder tot bij een lessenaar, die
aan het hoofdeinde van de toonbank stond en
keek enkele papieren door. (Wordt vervolgd)