1
Een Historische Messe
Instelling Landbouw-Crisisfonds
DER FÜHRER
Dringend opheldering gevraagd
MEENING DER TWEEDE
KAMER
BOEKBINDERSPA TROONS
JUBILEEREN
DE BACONSMOKKELARIJ
VRIJDAG 9 MAART 1934
Onze welvaart is nog
steeds dalende
MESSE-OPLEVING
Centrale nalatig?
Voorbeeldig gewerkt
Waardeering voor de wijze, waarop
de Regeering het landbouwende
gedeelte onzer bevolking
voor den ondergang
heeft behoed
Steun aan andere bedrijven
Het leven wordt duurder
Minister Verschuur
Tegemoetkoming aan
groote gezinnen
Meer contact
Bevoorrechting
C risis-rechtspraak
T arwesteun
Riet en bi'et
JAPAN EERT DRIE PIONIERS
99
99
In Leipzig werd deze week ge
schiedenis geschreven voor het
economische Duitschland
De verminderde export naar
België dateerde niet van de
laatste weken, doch van
veel vroeger
Nog meer arrestaties?
Met voldoening kan op de
bereikte resultaten worden
teruggezien
Ommekeer
Veel bereikt
CONSUMPTIEMELKREGELING
Mededeeling van de Crisis-Zuivel-
Centrale
DR. COLIJN NAAR INDIË
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka-
toer over de begrootingen van het Landbouw-
Crisisfonds voor 1933 en 1934, wordt hét vol
gende ontleend:
Men betreurde het, dat de begrootingen zoo
laat zijn ingediend en met klem werd er op
aangedrongen, dat de begrooting voor 1935
tegelijk met de Rijksbegrooting zal worden in
gediend.
Verscheidene leden wezen er op, dat de be
grootingen, welke thans aan de Kamer zijn
voorgelegd, dien naam eigenlijk niet kunnen
dragen. Zoowel de inkomsten als de uitgaven
Van het fonds zijn in hooge mate afhankelijk
Van factoren als het verloop van de prijzen op
de wereldmarkt, waarop de regeering weinig of
geen invloed kan uitoefenen. In verband daar
mede komen op deze begrooting zeer vele me-
toorie-posten voor. Het is daarom vrijwel on
mogelijk, zich een zuiver beeld te vormen van
de inkomsten en uitgaven van het fonds.
Zou het niet mogelijk zijn, zoo werd ge
vraagd, dat de regeering driemaandelijks
of desnoods met langer tusschenpoozen een
balans en een winst- en verliesrekening
over het afgeloopen tijdperk overlegt? Dit
schijnt de eenig doeltreffende wijze om een
inzicht te verkrijgen in de financieele ge
volgen der getroffen maatregelen.
Nimmer heeft een regeering in ons land zoo
Uitgebreide bevoegdheden ontvangen als die,
welke bij de Landbouw-Crisiswet zijn geschied;
dan moet het echter ook mogelijk zijn op de
hanteering dezer bevoegdheden, ook in finan
cieel opzicht, afdoende toe te zien.
Vele leden uitten hun waardeering over de
krachtige wijze, waarop de regeering het land
bouwende gedeelte onzer bevolking voor den
ondergang heeft behoed.
Deze leden betuigden hun instemming met
het gevoerde beleid. Wel liepen over verschil
lende onderdeelen daarvan hun meeningen uit
een, doch over het geheel genomen konden zij
zich met de tot dusverre genomen maatregelen
in het belang van den landbouw zeer goed ver
eenigen. Opheffing der steunmaatregelen acht
ten zij thans niet mogelijk; dit zou leiden tot
een catastrophe, waarvan de omvang nauwe
lijks is te overzien. Ook voor een algemeene
vermindering van den steun scheen hun geen
aanleiding te bestaan; waar gestreefd wordt
naar een prijs der producten op de basis van
1914, achtten zij den verleenden steun geens
zins te hoog. Voorts wordt naar hun oordeel de
tuinbouw nog te weinig gesteund.
Verscheidene leden, die allerminst wilden
ontkennen, dat maatregelen tot steun aan land
en tuinbouw noodzakelijk zijn, en die zich ook
niet wilden verzetten tegen hetgeen daartoe
gedaan is, hadden toch bezwaren tegen de
groote verschillen, welke h.i. bestaan tusschen
de wijze van behandeling van den landbouw
eenerzijds en van industrie, scheepvaart en an
dere takken van bedrijf anderzijds. Voor den
landbouw wordt eenvoudig aangenomen, dat
de regeering er voor te zorgen heeft, dat zon
der verlies kan worden geproduceerd; men gaat
er van uit, dat de landbouw niet ten onder mag
gaan.
Waarom past men echter geheel andere
beginselen toe zoodra het op steun aan in
dustrie en scheepvaart aankomt? Men
schijnt er zich niet om te bekommeren, of
daar talrijke, op zich zelf gezonde onder
nemingen, moeten verdwijnen. Dit achten
deze leden weinig rechtvaardig.
De regeering, aldus sommige leden, mag zich
Biet op het standpunt stellen, dat zij voor de
nijverheid genoeg doet door een deel daarvan
met contingenteeringen te helpen en verder
propaganda te maken voor het gebruik van
Nederlandsch fabrikaat.
De welvaart van ons volk als geheel is nog
steeds dalende, de handelsbalans is, blijkens het
percentage van den door uitvoer gedekten in
voer, zeer ongunstig, de kosten van het levens
onderhoud stijgen. Vooral dit laatste achtten
alle hier aan het woord zijnde leden hoogst be
denkelijk. De regeering immers legt den nadruk
op de noodzakelijkheid van loonsverlaging.
Eenerzijds doet zij door haar steunmaatregelen
aan den landbouw de kosten van het levens
onderhoud stijgen, anderzijds wil zij de loonen
doen dalen. Daarin schuilt, meende men, een
innerlijke tegenstrijdigheid. De politiek der re
geering kan op dit punt van eenzijdigheid niet
worden vrijgepleit.
Andere leden hadden er bezwaar tegen, dat
het aanpassingsproces in den landbouw zelf
zich niet snel genoeg voltrekt. Naar hun mee
ning mag de kunstmatige verhooging van de
prijzen der bodemproducten niet verder gaan
dan strikt noodzakelijk is.
Hiertegenover werd aangevoerd, dat reeds op
verschillende wijzen aanpassing van onze bo
demproductie aan de veranderde omstandig
heden plaats vindt. Met teeltregeling, omzetting
en teeltbeperking wordt in die richting reeds
veel gedaan.
Indien aanpassing moet plaats hebben, zal
naar het oordeel van verscheidene leden niet
de landbouw, doch zullen de overige takken van
bedrijf zich moeten richten naar de veranderde
tijdsomstandigheden. Dat daarbij in die andere
bedrijfstakken ook de loonen omlaag gaan, is
onvermijdelijk.
Verscheidene andere leden verzetten zich met
kracht tegen den aandrang om de loonen bui
ten den landbouw neer te halen tot het land-
bouwpeil. Door het omlaag halen der loonen
wordt bovendien de koopkracht der bevolking
Vernietigd.
Aangedrongen werd door sommige leden op
het verkrijgbaar stellen tegen gereduceerden
prijs voor werkloozen van de voornaamste
levensmiddelen, als aardappelen en margarine.
Ook werd aangedrongen op tegemoetkoming
aan de groote gezinnen, welke door de steun
maatregelen in een buitengewoon moeilijke po
sitie zijn gebracht; hier wordt immers niet be
lasting geheven naar draagkracht, doch is in
tegendeel de druk der heffing daaraan vrijwel
omgekeerd evenredig. Voor deze gezinnen zou
den öf levensmiddelen tegen lage prijzen be
schikbaar gesteld moeten worden, öf zij zouden
geldelijk gesteund moeten worden.
Enkele leden meenden, dat bij de steunver-
leening aan land- en tuinbouwers rekening ge
houden moet worden met de draagkracht der
gesteunden. Dit standpunt werd door vele an
dere leden bestreden.
Sommige leden drongen er bij den minister op
aan, de totstandkoming van de door hem toe
gezegde regeling van de positie der arbeiders
in de gesteunde bedrijven zooveel mogelijk te
bespoedigen.
Een aantal leden zou zich moeten verzetten
tegen het verbinden aan den steun van de
voorwaarde, dat bepaalde loonen en andere
arbeidsvoorwaarden worden gewaarborgd; daar
voor zijn h.i. geen middelen aanwezig.
Hiertegenover werd de vraag gesteld, waar
om er dan wel middelen zijn om de boeren aan
hun productiekosten te helpen, doch niet om
den arbeiders een menschwaardig bestaan te
verzekeren.
Verscheide leden waren teleurgesteld, dat
van 's ministers toezegging, om meer contact
met de land- en tuinbouworganisaties te hou
den bij de uitvoering der verschillende maat
regelen, niets terecht gekomen was. Meer re
kening houden met de inzichten der organisa
ties zou in staat zijn, de toenemende ontevre
denheid weg te nemen en zou voor de bestede
gelden een betere bestemming waarborgen.
Permanent overleg met de organisaties zal
kunnen leiden tot een doelmatiger uitvoering
der steunmaatregelen en tot verlaging der
administratiekosten.
Enkele leden meenden, dat dezelfde steun,
welke thans wordt geboden, voor daarvoor in
aanmerking komende producten op veel een
voudiger wijze zou kunnen worden verleend
door de prijzen van de producten weer tot een
loonend peil op te voeren.
Sommige leden hadden ernstig bezwaar te
gen de bevoordeeling, welke h.i. de coöperaties
genieten boven den particulieren handel. Als
voorbeelden Van een dergelijke bevoordeeling
noemden zij o.a., dat krachtens de Tarwewet
landbouwcoöperaties zijn erkend als hande
laar, hoewel zij tevoren geen of vrijwel geen
handel in tarwe dreven; dat in Gelderland en
Overijsel op ruimere schaal varkensmerken
zijn afgegeven voor de afnemers van den
coöperatieven veevoeder- en kunstmestverkoop
dan voor anderen; dat vlugger geld verstrekt
wordt aan cliënten van de boerenleenbanken
dan aan hen, die relaties met andere bankin
stellingen hebben.
Verscheidene leden opperden bezwaren tegen
het belasten van sterk belanghebbenden met
de uitvoering van crisiswetten.
Voorts zouden verscheidene leden gaarne
vernemen, volgens welk systeem de verschil
lende heffingen in onderling verband plaats
hebben. Om tot een rechtvaardige verdeeling
te komen, achtten zij de instelling van een
organisatie boven de bestaande instanties noo-
dig; dit lichaam zou tot taak moeten hebben
den minister te adviseeren t.a.v. den te ver-
leenen steun aan de verschillende onderdeelen
van het landbouwbedrijf.
Vele leden betreurden, dat ook thans nog bij
het bedrijfsleven groote onzekerheid bestaat
ten opzichte van de maatregelen, welke de Re
geering voor den komenden oogst wil nemen.
Met klem drongen zij er op aan, dat thans
met bekwamen spoed tot publicatie der te
verwachten maatregelen zal worden overge
gaan.
Hoe staat het, zoo vroegen enkele leden ver
der nog, met de plannen der Regeering ten
aanzien van de crisisrechtspraak? Zijn de be
richten juist, dat de Regeering 13 tuchtcol
leges en één centraal tuchtcollege in het leven
zal roepen om voor hen, die bij de crisismaat- j
regelen betrokken zijn, de rechtszekerheid te
vergrooten? Dit zou men toejuichen, doch men
zou het verkeerd achten, indien het derde lid
dier colleges steeds uit de kringen der land
bouwers zou moeten worden gekozen. Ook an
dere bedrijfstakken nijverheid, handel en
scheepvaart hebben bij een rechtvaardige
uitvoering der landbouwsteunmaatregelen groot
belang.
Verscheidene leden hadden ernstige bezwaren
tegen de plannen der Regeering tot verlaging
van den richtprijs der tarwe. Zij vreesden, dat
deze verlaging zou leiden tot een nieuwe daling
der arbeidersloonen, wat in ieder geval zeer
ongewenscht is.
Andere leden hadden den indruk, dat de
tarwesteun zeer ruim is; tegen een geringe ver
laging van den tarweprijs zouden zij geen be
zwaar hebben.
Voorts vestigen een aantal leden er de aan
dacht op, dat de grondstof voor de broodberei
ding niet duurder is dan in 1913, doch dat in
vele plaatsen niettemin de broodprijs het dub
bele bedraagt van dien in dat jaar.
Van verschillende zijden werd geïnformeerd
naar de plannen der Regeering met betrekking
tot de peulvruchten.
Verscheidene leden wezen op het relatief zeer
hooge bedrag, dat de steun aan de melkvee
houderij vordert.
Verschillende leden achtten het noodig den
afzet van boter in het binnenland te vergroo
ten.
Gevraagd werd, welke de condities zijn,
waaronder aan de vleeschwarenfabrikanten
de verwerking der afgeslachte koeien is op
gedragen. Is export van deze koeien geheel
uitgesloten?
Sommige leden stelden de vraag of het
oogenblik niet is gekomen om opheffing
van de varkenscentrale te overwegen.
Voorts gaven een aantal leden als hun
meening te kennen, dat de Varkenscentrale
zich zooveel mogelijk behoort te onthouden
van bemoeiingen met den binnenlandschen
varkenshandel.
Verscheidene leden wezen erop, dat den laat-
sten tijd een zekere tegenstelling is geschapen
tusschen riet- en bietsuiker. Naar het oordeel
dezer leden is voor een dergelijke tegenstelling
geen reden. De Javasuikercultuur kan h.i. niet
of althans nauwelijks worden gesteund door de
suikerbietenteelt in ons land prijs te geven en
hier uitsluitend Indische rietsuiker te gebrui
ken. Andere leden bestreden deze opvatting.
Verscheidene leden drongen er bij den mi
nister op aan, pogingen in het werk'te stellen
om te komen tot een verlaging van de distri-
butiekosten der tuinbouwproducten.
Aangedrongen werd op het verhoogen van het
bedrag, dat beschikbaar is voor het verleenen
van credieten aan de bollenkweekers, daar de
getroffen maatregelen eerst op den duur resul
taten zullen opleveren.
Voorts werd een ruimere credietverleening
aan boom- en bloemkweekers bepleit.
Voor de Seiskoji-tempel in Tokio is een bronzen standbeeld vervaardigd ter eere
van drie •pioniers, die zich in de gevech ten tegen China bijzonder onderscheidden
(Van onzen redacteur)
In het historische Leipzig wordt in deze
dagen historie geschreven. Want „deze"
Messe gaat in beteekenis ver uit boven die
der laatste jaren.
Om twee redenen.
Eerstens omdat deze Messe althans naar
uiterlijk aspect en getuigenis van verschil
lende deelnemers eindelijk weer eens een
„goede" Messe schijnt te zijn.
En tweedens omdat het „nieuwe" Duitsch
land van het nat.-soc.-regme al zijn repre
sentatieve kracht geschonken heeft aan de
Leipziger Messe als „de" internationale
jaarbeurs van Duitschland.
Niemand minder dan de rijksminister voor de
Naar aanleiding van het communiqué der
Varkenscentrale inzake de arrestatie van haren
Brusselschen hoofdvertegenwoordiger rijzen
eenige vragen, die in het algemeen belang nog
dienen te worden opgehelderd.
Enkele omtrent den datum van ontslag zijn
reeds beantwoord. Andere echter nog niet.
Hierin heeft „Het Handelsblad" aanleiding
gevonden nog enkele duidelijke vragen te stel
len met verzoek om een spoedig antwoord.
In den brief van 29 Januari gaf de directeur
der Varkenscentrale aan den heer P. opdracht,
om naar Den Haag te komen, teneinde de zaak
der opheffing van de Brusselsche hoofdverte
genwoordiging definitief te regelen.
Is toen de heer P. tegen een bepaalden datum
naar Den Haag ontboden?
Op welken datum heeft de Belgische justitie
een inval gedaan in de woning van den hoofd
vertegenwoordiger der Varkenscentrale, gevolgd
door diens overhaaste vlucht uit België?
Op welken datum bracht de hoofdvertegen
woordiger zijn eerste bezoek aan de Varkens
centrale, toen „de directeur hem niet kon ont
vangen?"
Blijkens de bewoordingen van het commu
niqué zijn eerst daarna „geruchten van zijn
aandeel in de fraude ook tot de Varkenscentrale
doorgedrongen."
Op welken datum drongen die geruchten voor
het eerst tot haar door?
Welke eventueele fraude van haren hoofd
vertegenwoordiger betroffen de „geruchten, die
inmiddels ook tot de Varkenscentrale doordron
gen," n.l. de Belgische of de Nederlandsche?
Ongeveer samenvallende n.l. met het eerste,
vergeefsche bezoek aan de Varkenscentrale
heeft de Ned. politie, gehoord hebbende van
diens ontvluchting uit België, den hoofdver
tegenwoordiger een verhoor afgenomen. Daarbij
vond zij nog geen aanleiding hem te arrestee
ren wegens verdenking van het plegen van ook
in Nederland strafbare feiten. (De niet naar
België, doch in Nederland clandestien verkochte
slappe bacon).
Is de Varkenscentrale, waar zij in haar
communiqué spreekt van het „ook tot haar door
dringen van geruchten" niet ambtelijk of anders
zins in kennis gesteld van het hoogst ernstige
feit, dat eenigen tijd te voren de Belgische
justitie een inval had gedaan ten huize van
héér hoofdvertegenwoordiger en dat deze daarbij
in allerijl uit België was gevlucht?
Zoo de directeur der Varkenscentrale op den
dag van het eerste, doch vergeefsche bezoek
van den hoofdvertegenwoordiger reeds kennis
droeg van diens vlucht uit België, waarom
heeft hij hem toen niet waar hij hem zélf
„niet kon ontvangen" doen mededeelen, dat
hij voorloopig officieel geschorst was, hetgeen
blijkens het mondelinge ontslag bij de arrestatie
niet is geschied.
Op welken datum heeft de directeur der
Varkenscentrale den hoofdvertegenwoordiger
doen mededeelen, om op Woensdagmiddag 7
Maart op het bureau der Varkenscentrale terug
te komen, dat was dus den middag, volgende
op den dag der begrafenis zijner moeder, waar
hij wegbleef en daardoor een arrestatie door
inspecteur Bontenbal ontliep?
Export reeds lang achteruit
Blijkens het communiqué had de hoofdver
tegenwoordiger „reeds eenige weken geleden
schriftelijk zijn ontslag gekregen op grond der
overweging, dat de export naar België zoozeer
was achteruit geloopen, dat het niet meer de
kosten loonde, in Brussel een hoofdvertegen
woordiger te hebben. Waarom was dit ontslag
niet reeds véél eerder op dezen grond gegeven,
V-"
varkensvieescnexport naar België reeds van
veel en veel vroeger:
September 1932 367 ton, October 1932 190 ton,
November 1932 156 ton, December 1932 189 ton,
Januari 1933 216 ton. Reeds daarvoor trouwens
vertoonde de varkensvleesch-export naar België
een ononderbroken daling (van 818 ton in Mei
tot 485 in Augustus, tegen een maandgemiddelde
van 1165 ton in 1932!)
Bovendien was de export van levende
varkens naar België, vroeger zoo belangrijk,
reeds sedert Mei van het vorige jaar, dus reeds
tien maanden geleden, practisch geheel ver
dwenen.
In Jan.April, dus 4 maanden, 4328 stuks
en daarna, dus in 10 maanden slechts.... 42
stuks, dus 14 15 per maand gemiddeld, tegen
2605 per maand gemiddeld in 1932. De toestand,
dat het aanhouden van een hoofdvertegenwoor
diger te Brussel wegens sterk gekrompen export
naar België van varkens en varkensvleesch, van
welken export de Varkenscentrale het monopolie
bezit, niet meer loonend is, dateert, volgens de
cijfers van het Centraal Bureau v. d. Statistiek,
verondersteld dat deze juist zijn, dus niet van
„eenige weken", doch reeds ten minste van een
half jaar, terwijl bovendien de Belgische con-
tingenteeringsbepalingen een zuivere prognose
der invoermogeljjkheid daar te lande mogelijk
maakte.
Bij het vorderen van het onderzoek komt
het al meer en meer vast te staan, dat P. nog
geenszins de hoofdpersoon of hoofdschuldige
in heel deze affaire is, doch dat er in België
verscheidene andere personen ontmaskerd zul
len worden. Naast Van den E. is sprake van
meerdere kapitaalkrachtige personen, die de
frauduleuze verhandelingen van bacon en versch
varkensvleesch in België leidden of financier
den, zoowel in Brussel als elders, terwijl te
vens een ambtenaar van het gouvernement in
het geding betrokken is. „Het Volk" wijst er
n verband hiermede op, dat voor een jaar reeds
een Belgisch ambtenaar wegens bedrog terza
ke werd ontslagen.
Zooals het zich thans laat aanzien, zullen
naast de vijf door de Rotterdamsche recher-
sche gearresteerde personen, nog verscheidene
anderen zoowel uit Nederland als België ver
volgd worden.
propaganda, dr. Goebbels zelf, heeft dit in zijn
reeds vermelde merkwaardige openingsrede
willen doen uitkomen en later heeft rijkskan
selier Hitier der Führer zelf, omringd
door zijn ministers, dit nogmaals tot uitdruk
king gebracht, toen hij de Messeweek koos
om de steenlegging voor het Wagnermonument
in Wagner's geboortestand te verrichten en
daarbij ook een officieel bezoek aan de Tech
nische Messe bracht.
Ik herinner mij hoe voor enkele jaren in
een van zijn vloeiende, sprankelende Duitsche
tafelspeeches, de Nederlandsche eere-verte-
genwoordiger, de heer H. J. van der Borg, zijn
Duitschen vrienden voorhield, hoe verkeerd het
was overal maar „internationale" Messen te
gaan houden. Het was in de na-oorlogsdagen,
toen in Duitschland de jaarbeurzen als padde
stoelen oprezen. Alleen de Leipziger Messe is
door ligging en historischen groei voor zoo'n
internationale samenkomst van handel en in
dustrie geëigend. Het is wel merkwaardig dat
deze idee van den Hollander, waarmede hij
natuurlijk diep in het hart van alle Leipzigers
greep, nu openlijk door de nieuwe regeering
aan Duitschland zelf wordt voorgehouden.
Leipzig „de" internationale Messe van Duitsch
land.
Werd anders de Messe met een kleine plech
tigheid of zonder plechtigheid geopend: thans
ging het met fanfares.
Op de muzieklessenaar van het muziekgezel
schap dat bij dr. Goebbels' koms teen fanfare
blies, las ik als anecdotisch grapje tusschen
haakjes, op het muziekblad geschreven „Kaiser-
fanfare".
En de komst van Hitier zelf was Dinsdag
vanzelfsprekend een aanleiding tot een
waarlijk grootsche SA., en S.S.-ontplooiing
met enorm veel volk in de stad. Intusschen
was deze volksmassa op straat Dinsdag na
tuurlijk geen graadmeter voor de Messe
zelf. Maar wel de enorme drukte Woens
dag! Ik heb Messen gekend tijdens welke
op Woensdagreeds ontvolkte straten wa
ren. Nu niet. Nu was het Zondag en Maan
dag, maar óók nog Woensdag in de vele,
vele Messehuizen vol vol! Ik heb tal van
Duitsche handelslieden gesproken, die te
vreden waren. Alléén die tolmureno,
die tolmuren! Men klaagde over Holland,
doch wat wil men, hebben wij niet nog
meer over Duitschland te klagen? vroegen
we. Ook Nederlandsche handelsmenschen
betoonden zich niet ontevreden.
Een oordeel over een Messe kan natuurlijk
et tijdens een Messe zelf gegeven worden. We
oeten op indrukken en steekproeven afgaan,
-atistieken komen eerst later en geen han-
ilsman zal bovendien voor die statistieken
n geheimen verklappen, We hebben een
illandsche firma ontmoet, die boos en doods-
ng was dat we haar naam zouden noemen,
|t vrees dat dan Hollandsche concurrenten
r ook zouden komen deelnemen.
jOnze indruk inmiddels is een goede. „We
bben weer hoop" zei .menigeen ons. En zelf
■b ik onder de geweldige menigte Dinsdag
Hitiers komst in Leipzig kunnen ervaren,
zeer deze hoop op Hitier gevestigd is.
Door uiterste voorkomendheid jegens den
buitenlandschen journalist die toch princi
pieel geen Hitlergroet bracht heb ik van
zeer nabij de Wagnersteenlegging kunnen me
demaken in dé fraaie buitenwijk, aan de an
dere zijde van de stad gelegen, dan waar zich
de Technische Messe bevindt. Een groot park
zal er omheen komen. Het was reeds een oud
plan om in Wagners geboortestad een Wagner
monument te bouwen. Nu zal het er toch van
komen. Der Führer heeft den steen gelegd!
Burgemeester Goerdeler en Adolf Hitler
hebben het woord gevoerd. (Alles is reeds ge
seind). Hitier sprak slechts kort. Het kwam
hier ook misschien minder aan op hetgeen hij
zei, maar op hetgeen hij deed: hij kwam een
nationalen Duitschen kunstenaar eeren tijdens
de Messe. Hij was in gezelschap van vice-
kanselier von Papen, die Maandag de Saar-
tentoonstelling niet kon openen (op t laatste
oogenblik vernamen we toen dat hij ziek zou
zijn) doch die Dinsdag hier aanwezig was.
Goebbels heeft het Zondag zelf erkend: hier
op de Messe wil Duitschland tot de wereld
spreken van Duitsche krachtsinspanning en
Duitsch willen. Handel en industrie, Wagner en
het Saargebied dat weer Duitsch moet worden.
Prentbriefkaarten verkonden het in allé stra
ten.
Per vliegtuig was Hitier gekomen. In het aan
vele Hollanders welbekende hotel Hauffe, waar
vroeger de Hollandsche kamer was, in welke
alle Nederlanders elkaar ontmoetten, is Hitier
afgestapt. Van hier tot de Technische Messe
en later tot het Wagner-gedenkteeken en
's avonds tot het Nieuwe Theater stonden de
bruine uniformen opgesteld. Nu geen ongere
geldheden als vroeger wel eens bij de Messe,
nu geen electriciteitsstaking of brand zooals
we ook al eens hier hebben meegemaakt. Nu
orde en rust te midden van de grootste drukte.
Ik geef slechts indrukken, ik geef slechts weer
wat ik waarnam. En dan moet ik gewagen van
een geweldig enthousiasme onder het volk, dat
geëlectriseerd werd door Hitler's verschijning.
Een wilskrachtige verschijning zooals hij daar
door de straten reed, bij de plcehtigheid sprak
of zich bij de Wagnervoorstelling vertoonde.
Er gaat een eigenaardige psychologische in
vloed van hem op de massa uit.
Zoo is deze voorjaars-Messe in tweeërlei op
zicht een historische Messe geworden. Over
enkele ontmoetingen en bevindingen hoop ik
nog later te schrijven.
Heden, 9 Maart, is het vijf en
twintig jaar geleden, dat de Neder
landsche Bond van Boekbinders-
Patroons te 's Gravenhage werd op
gericht.
Dit heiglijk feit wordt Dinsdag a.s. gevierd
met een tentoonstelling van bindwerk in het
Amstel-Hotel, geopend van tien uur 's morgens
tot zes uur 's avonds. Des middags drie uur
recipieeren hoofdbestuur en feestcommissie in
het Amstelhotel, terwijl om vijf uur een bezoek
wordt gebracht aan de Amsterdamsche Grafi
sche School aan de Dintelstraat.
Het boekbinderswerk behoort tot de oudste
ambachten, zoowel in Oost als West. Ook in ons
land bloeide reeds vroeg deze ambachtskunst,
waarvan nog getuigen oude exemplaren in
musea of bibliotheken. In den gildetijd maakten
de boekbinders deel uit van het boekverkoopers-
gilde.
Eenvoudig waren de gereedschappen, die bij
dit bedrijf werden gebruikt. Alles geschiedde met
de hand: het spannaaien, het kolven van het
leder, het persen en vergulden, 4iet kloppen
van het boek op den steen, het snijden met den
ploeg enz.
De vorige eeuw bracht een grooten ommakeer.
Het boekbinderslinnen werd uitgevonden naast
het leer en het perkament tot dusver gebezigd
en verder kwamen de machines, waarvan vooral
de naaimachine van grooten invloed was op de
boekbinderij, welke zich nu op veel breedere
basis kon ontwikkelen. Door grooten omzet ver
kreeg men betere resultaten en zoo ontworstelde
zich het bedrijf aan de weinig rooskleurige
situatie, waarin het zich bevond. De loonen in
het boekbindersvak waren zeer laag. Toekomst
had men er nauwelijks of niet. Het werk, dat
door de jeugdige gezellen werd verricht, was
geestdoodend en afmattend.
Hoe de toestand was voor deze menschen zegt
een kerkhofrijm uit die dagen:
„Hier ligt en rust uit van zijn schrooien een.
brocheerder,
Een snel vouwende, hardnaaiende, gauw
snoeiende stijfselsmeerder,
Die om zijn schimmetje loon dikwijls heeft
gegriend,
Want Zaterdagsavonds waren zijn centen
gauwer op dan hij ze had verdiend."
Uit deze misere groeide de bindersorganisatie,
welke zich in 1905 richtte tot de patroons met
het verzoek een concept-regeling voor de loonen
op te maken. Dit is feitelijk de aanleiding ge
worden tot de oprichting van de Boekbinders-
patroonsvereeniging te Amsterdam, welke zich
ten doel stelde het bedrijf gezond te maken.
En om krachtiger te staan werd enkele jaren
later op een gecombineerde vergadering met de
Haagsche patroonsorganisatie besloten tot op
richting van den Nederlandschen Bond van
Boekbinders-Patroons hetgeen, nu 25 jaar ge
leden, op 9 Maart 1909 een feit werd.
Met voldoening kan de organisatie op dit
tijdvak terugzien. Veel is er tot stand gebracht
in ideale samenwerkign met de arbeiders-vak-
vereenigingen. In 1913 ging men met de werk
nemers een breed-uitgewerkte collectieve
arbeids-overeenkomst aan, welke zeer bijzonder
voorziet in de rechtszekerheid van de arbeiders,
in de opleiding, enz.
Zoolang deze arbeids-overeenkomst bestaat
is dan ook in geen enkel boekbindersbedrijf een
staking uitgebroken.
Van niet minder belang is ook het feit, dat
het bindersvak geheel georganiseerd is. Alle
vakgenooten zijn lid van de vereeniging, ook
de gemengde bedrijven. Hierdoor kon bereikt
worden, dat zonder tariefdwang, maar door
een voorgeschreven eenheid in de methode van
het berekenen der kostprijzen, ongebreidelde
concurrentie wordt voorkomen.
Zoo kan de Nederlandsche Bond van Boek
binders-Patroons met reden feest vieren. Hij
heeft in de periode van zijn bestaan veel be
reikt, méér dan de meeste zusterorganisaties in
het Nederlandsche bedrijfsleven.
De Crisis-Zuivel-Centrale vestigt er de aan
dacht van belanghebbenden bij de uitvoering
der consumptiemelkregeling op, dat het in haar
voornemen ligt, om inzake melkleveringscon-
tracten tusschen veehouders en den melkhan
del voor het contractjaar 1934-1935 in sterke
mate in samenwerking met de Commissies van
Bijstand regelend op te treden.
Hierbij zal nauwlettend worden toegezien,
dat in de eerste plaats overeenkomsten worden
aangegaan met veehouders, die daarvoor op
grond van de ligging van hun bedrijven (rand-
boeren) of op grond van oude rechten (leve
ring in 1932 en vroegere jaren) in aanmerking
komen.
Contracten, welke niet aan deze vereischten
voldoen, zullen door de Crisis-Zuivel-Centrale
in het algemeen niet kunnen worden gesanc-
tionneerd. Daarom wordt partijen in hun eigen
belang dringend geraden, geen bindende af
spraken op dit oogenblik te maken en melk-
leveringsovereenkomsten eerst dan aan te
gaan, nadat de vereischte nieuwe contracten
door de Crisis-Zuivel-Centrale zullen zijn af
gegeven.
Teneinde zich teleurstellingen en groote
moeilijkheden te besparen, wordt belangheb
benden aangeraden, met het bovenstaande ern
stig rekening te houden.
Naar de ,,N. Rott. C." verneemt, wordt er op
gerekend, dat minister Colijn 14 dagen in Indië
zal blijven. Hjj wordt alleen vergezeld van den
heer Hardeman, van het Commissariaat voor
Indische Zaken. Het plan is, dat de heer Har
deman met den minister naar Nederland zal
terugkeeren.