1 Een Historische Messe Instelling Landbouw-Crisisfonds DER FÜHRER Dringend opheldering gevraagd MEENING DER TWEEDE KAMER BOEKBINDERSPA TROONS JUBILEEREN DE BACONSMOKKELARIJ VRIJDAG 9 MAART 1934 Onze welvaart is nog steeds dalende MESSE-OPLEVING Centrale nalatig? Voorbeeldig gewerkt Waardeering voor de wijze, waarop de Regeering het landbouwende gedeelte onzer bevolking voor den ondergang heeft behoed Steun aan andere bedrijven Het leven wordt duurder Minister Verschuur Tegemoetkoming aan groote gezinnen Meer contact Bevoorrechting C risis-rechtspraak T arwesteun Riet en bi'et JAPAN EERT DRIE PIONIERS 99 99 In Leipzig werd deze week ge schiedenis geschreven voor het economische Duitschland De verminderde export naar België dateerde niet van de laatste weken, doch van veel vroeger Nog meer arrestaties? Met voldoening kan op de bereikte resultaten worden teruggezien Ommekeer Veel bereikt CONSUMPTIEMELKREGELING Mededeeling van de Crisis-Zuivel- Centrale DR. COLIJN NAAR INDIË Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka- toer over de begrootingen van het Landbouw- Crisisfonds voor 1933 en 1934, wordt hét vol gende ontleend: Men betreurde het, dat de begrootingen zoo laat zijn ingediend en met klem werd er op aangedrongen, dat de begrooting voor 1935 tegelijk met de Rijksbegrooting zal worden in gediend. Verscheidene leden wezen er op, dat de be grootingen, welke thans aan de Kamer zijn voorgelegd, dien naam eigenlijk niet kunnen dragen. Zoowel de inkomsten als de uitgaven Van het fonds zijn in hooge mate afhankelijk Van factoren als het verloop van de prijzen op de wereldmarkt, waarop de regeering weinig of geen invloed kan uitoefenen. In verband daar mede komen op deze begrooting zeer vele me- toorie-posten voor. Het is daarom vrijwel on mogelijk, zich een zuiver beeld te vormen van de inkomsten en uitgaven van het fonds. Zou het niet mogelijk zijn, zoo werd ge vraagd, dat de regeering driemaandelijks of desnoods met langer tusschenpoozen een balans en een winst- en verliesrekening over het afgeloopen tijdperk overlegt? Dit schijnt de eenig doeltreffende wijze om een inzicht te verkrijgen in de financieele ge volgen der getroffen maatregelen. Nimmer heeft een regeering in ons land zoo Uitgebreide bevoegdheden ontvangen als die, welke bij de Landbouw-Crisiswet zijn geschied; dan moet het echter ook mogelijk zijn op de hanteering dezer bevoegdheden, ook in finan cieel opzicht, afdoende toe te zien. Vele leden uitten hun waardeering over de krachtige wijze, waarop de regeering het land bouwende gedeelte onzer bevolking voor den ondergang heeft behoed. Deze leden betuigden hun instemming met het gevoerde beleid. Wel liepen over verschil lende onderdeelen daarvan hun meeningen uit een, doch over het geheel genomen konden zij zich met de tot dusverre genomen maatregelen in het belang van den landbouw zeer goed ver eenigen. Opheffing der steunmaatregelen acht ten zij thans niet mogelijk; dit zou leiden tot een catastrophe, waarvan de omvang nauwe lijks is te overzien. Ook voor een algemeene vermindering van den steun scheen hun geen aanleiding te bestaan; waar gestreefd wordt naar een prijs der producten op de basis van 1914, achtten zij den verleenden steun geens zins te hoog. Voorts wordt naar hun oordeel de tuinbouw nog te weinig gesteund. Verscheidene leden, die allerminst wilden ontkennen, dat maatregelen tot steun aan land en tuinbouw noodzakelijk zijn, en die zich ook niet wilden verzetten tegen hetgeen daartoe gedaan is, hadden toch bezwaren tegen de groote verschillen, welke h.i. bestaan tusschen de wijze van behandeling van den landbouw eenerzijds en van industrie, scheepvaart en an dere takken van bedrijf anderzijds. Voor den landbouw wordt eenvoudig aangenomen, dat de regeering er voor te zorgen heeft, dat zon der verlies kan worden geproduceerd; men gaat er van uit, dat de landbouw niet ten onder mag gaan. Waarom past men echter geheel andere beginselen toe zoodra het op steun aan in dustrie en scheepvaart aankomt? Men schijnt er zich niet om te bekommeren, of daar talrijke, op zich zelf gezonde onder nemingen, moeten verdwijnen. Dit achten deze leden weinig rechtvaardig. De regeering, aldus sommige leden, mag zich Biet op het standpunt stellen, dat zij voor de nijverheid genoeg doet door een deel daarvan met contingenteeringen te helpen en verder propaganda te maken voor het gebruik van Nederlandsch fabrikaat. De welvaart van ons volk als geheel is nog steeds dalende, de handelsbalans is, blijkens het percentage van den door uitvoer gedekten in voer, zeer ongunstig, de kosten van het levens onderhoud stijgen. Vooral dit laatste achtten alle hier aan het woord zijnde leden hoogst be denkelijk. De regeering immers legt den nadruk op de noodzakelijkheid van loonsverlaging. Eenerzijds doet zij door haar steunmaatregelen aan den landbouw de kosten van het levens onderhoud stijgen, anderzijds wil zij de loonen doen dalen. Daarin schuilt, meende men, een innerlijke tegenstrijdigheid. De politiek der re geering kan op dit punt van eenzijdigheid niet worden vrijgepleit. Andere leden hadden er bezwaar tegen, dat het aanpassingsproces in den landbouw zelf zich niet snel genoeg voltrekt. Naar hun mee ning mag de kunstmatige verhooging van de prijzen der bodemproducten niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is. Hiertegenover werd aangevoerd, dat reeds op verschillende wijzen aanpassing van onze bo demproductie aan de veranderde omstandig heden plaats vindt. Met teeltregeling, omzetting en teeltbeperking wordt in die richting reeds veel gedaan. Indien aanpassing moet plaats hebben, zal naar het oordeel van verscheidene leden niet de landbouw, doch zullen de overige takken van bedrijf zich moeten richten naar de veranderde tijdsomstandigheden. Dat daarbij in die andere bedrijfstakken ook de loonen omlaag gaan, is onvermijdelijk. Verscheidene andere leden verzetten zich met kracht tegen den aandrang om de loonen bui ten den landbouw neer te halen tot het land- bouwpeil. Door het omlaag halen der loonen wordt bovendien de koopkracht der bevolking Vernietigd. Aangedrongen werd door sommige leden op het verkrijgbaar stellen tegen gereduceerden prijs voor werkloozen van de voornaamste levensmiddelen, als aardappelen en margarine. Ook werd aangedrongen op tegemoetkoming aan de groote gezinnen, welke door de steun maatregelen in een buitengewoon moeilijke po sitie zijn gebracht; hier wordt immers niet be lasting geheven naar draagkracht, doch is in tegendeel de druk der heffing daaraan vrijwel omgekeerd evenredig. Voor deze gezinnen zou den öf levensmiddelen tegen lage prijzen be schikbaar gesteld moeten worden, öf zij zouden geldelijk gesteund moeten worden. Enkele leden meenden, dat bij de steunver- leening aan land- en tuinbouwers rekening ge houden moet worden met de draagkracht der gesteunden. Dit standpunt werd door vele an dere leden bestreden. Sommige leden drongen er bij den minister op aan, de totstandkoming van de door hem toe gezegde regeling van de positie der arbeiders in de gesteunde bedrijven zooveel mogelijk te bespoedigen. Een aantal leden zou zich moeten verzetten tegen het verbinden aan den steun van de voorwaarde, dat bepaalde loonen en andere arbeidsvoorwaarden worden gewaarborgd; daar voor zijn h.i. geen middelen aanwezig. Hiertegenover werd de vraag gesteld, waar om er dan wel middelen zijn om de boeren aan hun productiekosten te helpen, doch niet om den arbeiders een menschwaardig bestaan te verzekeren. Verscheide leden waren teleurgesteld, dat van 's ministers toezegging, om meer contact met de land- en tuinbouworganisaties te hou den bij de uitvoering der verschillende maat regelen, niets terecht gekomen was. Meer re kening houden met de inzichten der organisa ties zou in staat zijn, de toenemende ontevre denheid weg te nemen en zou voor de bestede gelden een betere bestemming waarborgen. Permanent overleg met de organisaties zal kunnen leiden tot een doelmatiger uitvoering der steunmaatregelen en tot verlaging der administratiekosten. Enkele leden meenden, dat dezelfde steun, welke thans wordt geboden, voor daarvoor in aanmerking komende producten op veel een voudiger wijze zou kunnen worden verleend door de prijzen van de producten weer tot een loonend peil op te voeren. Sommige leden hadden ernstig bezwaar te gen de bevoordeeling, welke h.i. de coöperaties genieten boven den particulieren handel. Als voorbeelden Van een dergelijke bevoordeeling noemden zij o.a., dat krachtens de Tarwewet landbouwcoöperaties zijn erkend als hande laar, hoewel zij tevoren geen of vrijwel geen handel in tarwe dreven; dat in Gelderland en Overijsel op ruimere schaal varkensmerken zijn afgegeven voor de afnemers van den coöperatieven veevoeder- en kunstmestverkoop dan voor anderen; dat vlugger geld verstrekt wordt aan cliënten van de boerenleenbanken dan aan hen, die relaties met andere bankin stellingen hebben. Verscheidene leden opperden bezwaren tegen het belasten van sterk belanghebbenden met de uitvoering van crisiswetten. Voorts zouden verscheidene leden gaarne vernemen, volgens welk systeem de verschil lende heffingen in onderling verband plaats hebben. Om tot een rechtvaardige verdeeling te komen, achtten zij de instelling van een organisatie boven de bestaande instanties noo- dig; dit lichaam zou tot taak moeten hebben den minister te adviseeren t.a.v. den te ver- leenen steun aan de verschillende onderdeelen van het landbouwbedrijf. Vele leden betreurden, dat ook thans nog bij het bedrijfsleven groote onzekerheid bestaat ten opzichte van de maatregelen, welke de Re geering voor den komenden oogst wil nemen. Met klem drongen zij er op aan, dat thans met bekwamen spoed tot publicatie der te verwachten maatregelen zal worden overge gaan. Hoe staat het, zoo vroegen enkele leden ver der nog, met de plannen der Regeering ten aanzien van de crisisrechtspraak? Zijn de be richten juist, dat de Regeering 13 tuchtcol leges en één centraal tuchtcollege in het leven zal roepen om voor hen, die bij de crisismaat- j regelen betrokken zijn, de rechtszekerheid te vergrooten? Dit zou men toejuichen, doch men zou het verkeerd achten, indien het derde lid dier colleges steeds uit de kringen der land bouwers zou moeten worden gekozen. Ook an dere bedrijfstakken nijverheid, handel en scheepvaart hebben bij een rechtvaardige uitvoering der landbouwsteunmaatregelen groot belang. Verscheidene leden hadden ernstige bezwaren tegen de plannen der Regeering tot verlaging van den richtprijs der tarwe. Zij vreesden, dat deze verlaging zou leiden tot een nieuwe daling der arbeidersloonen, wat in ieder geval zeer ongewenscht is. Andere leden hadden den indruk, dat de tarwesteun zeer ruim is; tegen een geringe ver laging van den tarweprijs zouden zij geen be zwaar hebben. Voorts vestigen een aantal leden er de aan dacht op, dat de grondstof voor de broodberei ding niet duurder is dan in 1913, doch dat in vele plaatsen niettemin de broodprijs het dub bele bedraagt van dien in dat jaar. Van verschillende zijden werd geïnformeerd naar de plannen der Regeering met betrekking tot de peulvruchten. Verscheidene leden wezen op het relatief zeer hooge bedrag, dat de steun aan de melkvee houderij vordert. Verschillende leden achtten het noodig den afzet van boter in het binnenland te vergroo ten. Gevraagd werd, welke de condities zijn, waaronder aan de vleeschwarenfabrikanten de verwerking der afgeslachte koeien is op gedragen. Is export van deze koeien geheel uitgesloten? Sommige leden stelden de vraag of het oogenblik niet is gekomen om opheffing van de varkenscentrale te overwegen. Voorts gaven een aantal leden als hun meening te kennen, dat de Varkenscentrale zich zooveel mogelijk behoort te onthouden van bemoeiingen met den binnenlandschen varkenshandel. Verscheidene leden wezen erop, dat den laat- sten tijd een zekere tegenstelling is geschapen tusschen riet- en bietsuiker. Naar het oordeel dezer leden is voor een dergelijke tegenstelling geen reden. De Javasuikercultuur kan h.i. niet of althans nauwelijks worden gesteund door de suikerbietenteelt in ons land prijs te geven en hier uitsluitend Indische rietsuiker te gebrui ken. Andere leden bestreden deze opvatting. Verscheidene leden drongen er bij den mi nister op aan, pogingen in het werk'te stellen om te komen tot een verlaging van de distri- butiekosten der tuinbouwproducten. Aangedrongen werd op het verhoogen van het bedrag, dat beschikbaar is voor het verleenen van credieten aan de bollenkweekers, daar de getroffen maatregelen eerst op den duur resul taten zullen opleveren. Voorts werd een ruimere credietverleening aan boom- en bloemkweekers bepleit. Voor de Seiskoji-tempel in Tokio is een bronzen standbeeld vervaardigd ter eere van drie •pioniers, die zich in de gevech ten tegen China bijzonder onderscheidden (Van onzen redacteur) In het historische Leipzig wordt in deze dagen historie geschreven. Want „deze" Messe gaat in beteekenis ver uit boven die der laatste jaren. Om twee redenen. Eerstens omdat deze Messe althans naar uiterlijk aspect en getuigenis van verschil lende deelnemers eindelijk weer eens een „goede" Messe schijnt te zijn. En tweedens omdat het „nieuwe" Duitsch land van het nat.-soc.-regme al zijn repre sentatieve kracht geschonken heeft aan de Leipziger Messe als „de" internationale jaarbeurs van Duitschland. Niemand minder dan de rijksminister voor de Naar aanleiding van het communiqué der Varkenscentrale inzake de arrestatie van haren Brusselschen hoofdvertegenwoordiger rijzen eenige vragen, die in het algemeen belang nog dienen te worden opgehelderd. Enkele omtrent den datum van ontslag zijn reeds beantwoord. Andere echter nog niet. Hierin heeft „Het Handelsblad" aanleiding gevonden nog enkele duidelijke vragen te stel len met verzoek om een spoedig antwoord. In den brief van 29 Januari gaf de directeur der Varkenscentrale aan den heer P. opdracht, om naar Den Haag te komen, teneinde de zaak der opheffing van de Brusselsche hoofdverte genwoordiging definitief te regelen. Is toen de heer P. tegen een bepaalden datum naar Den Haag ontboden? Op welken datum heeft de Belgische justitie een inval gedaan in de woning van den hoofd vertegenwoordiger der Varkenscentrale, gevolgd door diens overhaaste vlucht uit België? Op welken datum bracht de hoofdvertegen woordiger zijn eerste bezoek aan de Varkens centrale, toen „de directeur hem niet kon ont vangen?" Blijkens de bewoordingen van het commu niqué zijn eerst daarna „geruchten van zijn aandeel in de fraude ook tot de Varkenscentrale doorgedrongen." Op welken datum drongen die geruchten voor het eerst tot haar door? Welke eventueele fraude van haren hoofd vertegenwoordiger betroffen de „geruchten, die inmiddels ook tot de Varkenscentrale doordron gen," n.l. de Belgische of de Nederlandsche? Ongeveer samenvallende n.l. met het eerste, vergeefsche bezoek aan de Varkenscentrale heeft de Ned. politie, gehoord hebbende van diens ontvluchting uit België, den hoofdver tegenwoordiger een verhoor afgenomen. Daarbij vond zij nog geen aanleiding hem te arrestee ren wegens verdenking van het plegen van ook in Nederland strafbare feiten. (De niet naar België, doch in Nederland clandestien verkochte slappe bacon). Is de Varkenscentrale, waar zij in haar communiqué spreekt van het „ook tot haar door dringen van geruchten" niet ambtelijk of anders zins in kennis gesteld van het hoogst ernstige feit, dat eenigen tijd te voren de Belgische justitie een inval had gedaan ten huize van héér hoofdvertegenwoordiger en dat deze daarbij in allerijl uit België was gevlucht? Zoo de directeur der Varkenscentrale op den dag van het eerste, doch vergeefsche bezoek van den hoofdvertegenwoordiger reeds kennis droeg van diens vlucht uit België, waarom heeft hij hem toen niet waar hij hem zélf „niet kon ontvangen" doen mededeelen, dat hij voorloopig officieel geschorst was, hetgeen blijkens het mondelinge ontslag bij de arrestatie niet is geschied. Op welken datum heeft de directeur der Varkenscentrale den hoofdvertegenwoordiger doen mededeelen, om op Woensdagmiddag 7 Maart op het bureau der Varkenscentrale terug te komen, dat was dus den middag, volgende op den dag der begrafenis zijner moeder, waar hij wegbleef en daardoor een arrestatie door inspecteur Bontenbal ontliep? Export reeds lang achteruit Blijkens het communiqué had de hoofdver tegenwoordiger „reeds eenige weken geleden schriftelijk zijn ontslag gekregen op grond der overweging, dat de export naar België zoozeer was achteruit geloopen, dat het niet meer de kosten loonde, in Brussel een hoofdvertegen woordiger te hebben. Waarom was dit ontslag niet reeds véél eerder op dezen grond gegeven, V-" varkensvieescnexport naar België reeds van veel en veel vroeger: September 1932 367 ton, October 1932 190 ton, November 1932 156 ton, December 1932 189 ton, Januari 1933 216 ton. Reeds daarvoor trouwens vertoonde de varkensvleesch-export naar België een ononderbroken daling (van 818 ton in Mei tot 485 in Augustus, tegen een maandgemiddelde van 1165 ton in 1932!) Bovendien was de export van levende varkens naar België, vroeger zoo belangrijk, reeds sedert Mei van het vorige jaar, dus reeds tien maanden geleden, practisch geheel ver dwenen. In Jan.April, dus 4 maanden, 4328 stuks en daarna, dus in 10 maanden slechts.... 42 stuks, dus 14 15 per maand gemiddeld, tegen 2605 per maand gemiddeld in 1932. De toestand, dat het aanhouden van een hoofdvertegenwoor diger te Brussel wegens sterk gekrompen export naar België van varkens en varkensvleesch, van welken export de Varkenscentrale het monopolie bezit, niet meer loonend is, dateert, volgens de cijfers van het Centraal Bureau v. d. Statistiek, verondersteld dat deze juist zijn, dus niet van „eenige weken", doch reeds ten minste van een half jaar, terwijl bovendien de Belgische con- tingenteeringsbepalingen een zuivere prognose der invoermogeljjkheid daar te lande mogelijk maakte. Bij het vorderen van het onderzoek komt het al meer en meer vast te staan, dat P. nog geenszins de hoofdpersoon of hoofdschuldige in heel deze affaire is, doch dat er in België verscheidene andere personen ontmaskerd zul len worden. Naast Van den E. is sprake van meerdere kapitaalkrachtige personen, die de frauduleuze verhandelingen van bacon en versch varkensvleesch in België leidden of financier den, zoowel in Brussel als elders, terwijl te vens een ambtenaar van het gouvernement in het geding betrokken is. „Het Volk" wijst er n verband hiermede op, dat voor een jaar reeds een Belgisch ambtenaar wegens bedrog terza ke werd ontslagen. Zooals het zich thans laat aanzien, zullen naast de vijf door de Rotterdamsche recher- sche gearresteerde personen, nog verscheidene anderen zoowel uit Nederland als België ver volgd worden. propaganda, dr. Goebbels zelf, heeft dit in zijn reeds vermelde merkwaardige openingsrede willen doen uitkomen en later heeft rijkskan selier Hitier der Führer zelf, omringd door zijn ministers, dit nogmaals tot uitdruk king gebracht, toen hij de Messeweek koos om de steenlegging voor het Wagnermonument in Wagner's geboortestand te verrichten en daarbij ook een officieel bezoek aan de Tech nische Messe bracht. Ik herinner mij hoe voor enkele jaren in een van zijn vloeiende, sprankelende Duitsche tafelspeeches, de Nederlandsche eere-verte- genwoordiger, de heer H. J. van der Borg, zijn Duitschen vrienden voorhield, hoe verkeerd het was overal maar „internationale" Messen te gaan houden. Het was in de na-oorlogsdagen, toen in Duitschland de jaarbeurzen als padde stoelen oprezen. Alleen de Leipziger Messe is door ligging en historischen groei voor zoo'n internationale samenkomst van handel en in dustrie geëigend. Het is wel merkwaardig dat deze idee van den Hollander, waarmede hij natuurlijk diep in het hart van alle Leipzigers greep, nu openlijk door de nieuwe regeering aan Duitschland zelf wordt voorgehouden. Leipzig „de" internationale Messe van Duitsch land. Werd anders de Messe met een kleine plech tigheid of zonder plechtigheid geopend: thans ging het met fanfares. Op de muzieklessenaar van het muziekgezel schap dat bij dr. Goebbels' koms teen fanfare blies, las ik als anecdotisch grapje tusschen haakjes, op het muziekblad geschreven „Kaiser- fanfare". En de komst van Hitier zelf was Dinsdag vanzelfsprekend een aanleiding tot een waarlijk grootsche SA., en S.S.-ontplooiing met enorm veel volk in de stad. Intusschen was deze volksmassa op straat Dinsdag na tuurlijk geen graadmeter voor de Messe zelf. Maar wel de enorme drukte Woens dag! Ik heb Messen gekend tijdens welke op Woensdagreeds ontvolkte straten wa ren. Nu niet. Nu was het Zondag en Maan dag, maar óók nog Woensdag in de vele, vele Messehuizen vol vol! Ik heb tal van Duitsche handelslieden gesproken, die te vreden waren. Alléén die tolmureno, die tolmuren! Men klaagde over Holland, doch wat wil men, hebben wij niet nog meer over Duitschland te klagen? vroegen we. Ook Nederlandsche handelsmenschen betoonden zich niet ontevreden. Een oordeel over een Messe kan natuurlijk et tijdens een Messe zelf gegeven worden. We oeten op indrukken en steekproeven afgaan, -atistieken komen eerst later en geen han- ilsman zal bovendien voor die statistieken n geheimen verklappen, We hebben een illandsche firma ontmoet, die boos en doods- ng was dat we haar naam zouden noemen, |t vrees dat dan Hollandsche concurrenten r ook zouden komen deelnemen. jOnze indruk inmiddels is een goede. „We bben weer hoop" zei .menigeen ons. En zelf ■b ik onder de geweldige menigte Dinsdag Hitiers komst in Leipzig kunnen ervaren, zeer deze hoop op Hitier gevestigd is. Door uiterste voorkomendheid jegens den buitenlandschen journalist die toch princi pieel geen Hitlergroet bracht heb ik van zeer nabij de Wagnersteenlegging kunnen me demaken in dé fraaie buitenwijk, aan de an dere zijde van de stad gelegen, dan waar zich de Technische Messe bevindt. Een groot park zal er omheen komen. Het was reeds een oud plan om in Wagners geboortestad een Wagner monument te bouwen. Nu zal het er toch van komen. Der Führer heeft den steen gelegd! Burgemeester Goerdeler en Adolf Hitler hebben het woord gevoerd. (Alles is reeds ge seind). Hitier sprak slechts kort. Het kwam hier ook misschien minder aan op hetgeen hij zei, maar op hetgeen hij deed: hij kwam een nationalen Duitschen kunstenaar eeren tijdens de Messe. Hij was in gezelschap van vice- kanselier von Papen, die Maandag de Saar- tentoonstelling niet kon openen (op t laatste oogenblik vernamen we toen dat hij ziek zou zijn) doch die Dinsdag hier aanwezig was. Goebbels heeft het Zondag zelf erkend: hier op de Messe wil Duitschland tot de wereld spreken van Duitsche krachtsinspanning en Duitsch willen. Handel en industrie, Wagner en het Saargebied dat weer Duitsch moet worden. Prentbriefkaarten verkonden het in allé stra ten. Per vliegtuig was Hitier gekomen. In het aan vele Hollanders welbekende hotel Hauffe, waar vroeger de Hollandsche kamer was, in welke alle Nederlanders elkaar ontmoetten, is Hitier afgestapt. Van hier tot de Technische Messe en later tot het Wagner-gedenkteeken en 's avonds tot het Nieuwe Theater stonden de bruine uniformen opgesteld. Nu geen ongere geldheden als vroeger wel eens bij de Messe, nu geen electriciteitsstaking of brand zooals we ook al eens hier hebben meegemaakt. Nu orde en rust te midden van de grootste drukte. Ik geef slechts indrukken, ik geef slechts weer wat ik waarnam. En dan moet ik gewagen van een geweldig enthousiasme onder het volk, dat geëlectriseerd werd door Hitler's verschijning. Een wilskrachtige verschijning zooals hij daar door de straten reed, bij de plcehtigheid sprak of zich bij de Wagnervoorstelling vertoonde. Er gaat een eigenaardige psychologische in vloed van hem op de massa uit. Zoo is deze voorjaars-Messe in tweeërlei op zicht een historische Messe geworden. Over enkele ontmoetingen en bevindingen hoop ik nog later te schrijven. Heden, 9 Maart, is het vijf en twintig jaar geleden, dat de Neder landsche Bond van Boekbinders- Patroons te 's Gravenhage werd op gericht. Dit heiglijk feit wordt Dinsdag a.s. gevierd met een tentoonstelling van bindwerk in het Amstel-Hotel, geopend van tien uur 's morgens tot zes uur 's avonds. Des middags drie uur recipieeren hoofdbestuur en feestcommissie in het Amstelhotel, terwijl om vijf uur een bezoek wordt gebracht aan de Amsterdamsche Grafi sche School aan de Dintelstraat. Het boekbinderswerk behoort tot de oudste ambachten, zoowel in Oost als West. Ook in ons land bloeide reeds vroeg deze ambachtskunst, waarvan nog getuigen oude exemplaren in musea of bibliotheken. In den gildetijd maakten de boekbinders deel uit van het boekverkoopers- gilde. Eenvoudig waren de gereedschappen, die bij dit bedrijf werden gebruikt. Alles geschiedde met de hand: het spannaaien, het kolven van het leder, het persen en vergulden, 4iet kloppen van het boek op den steen, het snijden met den ploeg enz. De vorige eeuw bracht een grooten ommakeer. Het boekbinderslinnen werd uitgevonden naast het leer en het perkament tot dusver gebezigd en verder kwamen de machines, waarvan vooral de naaimachine van grooten invloed was op de boekbinderij, welke zich nu op veel breedere basis kon ontwikkelen. Door grooten omzet ver kreeg men betere resultaten en zoo ontworstelde zich het bedrijf aan de weinig rooskleurige situatie, waarin het zich bevond. De loonen in het boekbindersvak waren zeer laag. Toekomst had men er nauwelijks of niet. Het werk, dat door de jeugdige gezellen werd verricht, was geestdoodend en afmattend. Hoe de toestand was voor deze menschen zegt een kerkhofrijm uit die dagen: „Hier ligt en rust uit van zijn schrooien een. brocheerder, Een snel vouwende, hardnaaiende, gauw snoeiende stijfselsmeerder, Die om zijn schimmetje loon dikwijls heeft gegriend, Want Zaterdagsavonds waren zijn centen gauwer op dan hij ze had verdiend." Uit deze misere groeide de bindersorganisatie, welke zich in 1905 richtte tot de patroons met het verzoek een concept-regeling voor de loonen op te maken. Dit is feitelijk de aanleiding ge worden tot de oprichting van de Boekbinders- patroonsvereeniging te Amsterdam, welke zich ten doel stelde het bedrijf gezond te maken. En om krachtiger te staan werd enkele jaren later op een gecombineerde vergadering met de Haagsche patroonsorganisatie besloten tot op richting van den Nederlandschen Bond van Boekbinders-Patroons hetgeen, nu 25 jaar ge leden, op 9 Maart 1909 een feit werd. Met voldoening kan de organisatie op dit tijdvak terugzien. Veel is er tot stand gebracht in ideale samenwerkign met de arbeiders-vak- vereenigingen. In 1913 ging men met de werk nemers een breed-uitgewerkte collectieve arbeids-overeenkomst aan, welke zeer bijzonder voorziet in de rechtszekerheid van de arbeiders, in de opleiding, enz. Zoolang deze arbeids-overeenkomst bestaat is dan ook in geen enkel boekbindersbedrijf een staking uitgebroken. Van niet minder belang is ook het feit, dat het bindersvak geheel georganiseerd is. Alle vakgenooten zijn lid van de vereeniging, ook de gemengde bedrijven. Hierdoor kon bereikt worden, dat zonder tariefdwang, maar door een voorgeschreven eenheid in de methode van het berekenen der kostprijzen, ongebreidelde concurrentie wordt voorkomen. Zoo kan de Nederlandsche Bond van Boek binders-Patroons met reden feest vieren. Hij heeft in de periode van zijn bestaan veel be reikt, méér dan de meeste zusterorganisaties in het Nederlandsche bedrijfsleven. De Crisis-Zuivel-Centrale vestigt er de aan dacht van belanghebbenden bij de uitvoering der consumptiemelkregeling op, dat het in haar voornemen ligt, om inzake melkleveringscon- tracten tusschen veehouders en den melkhan del voor het contractjaar 1934-1935 in sterke mate in samenwerking met de Commissies van Bijstand regelend op te treden. Hierbij zal nauwlettend worden toegezien, dat in de eerste plaats overeenkomsten worden aangegaan met veehouders, die daarvoor op grond van de ligging van hun bedrijven (rand- boeren) of op grond van oude rechten (leve ring in 1932 en vroegere jaren) in aanmerking komen. Contracten, welke niet aan deze vereischten voldoen, zullen door de Crisis-Zuivel-Centrale in het algemeen niet kunnen worden gesanc- tionneerd. Daarom wordt partijen in hun eigen belang dringend geraden, geen bindende af spraken op dit oogenblik te maken en melk- leveringsovereenkomsten eerst dan aan te gaan, nadat de vereischte nieuwe contracten door de Crisis-Zuivel-Centrale zullen zijn af gegeven. Teneinde zich teleurstellingen en groote moeilijkheden te besparen, wordt belangheb benden aangeraden, met het bovenstaande ern stig rekening te houden. Naar de ,,N. Rott. C." verneemt, wordt er op gerekend, dat minister Colijn 14 dagen in Indië zal blijven. Hjj wordt alleen vergezeld van den heer Hardeman, van het Commissariaat voor Indische Zaken. Het plan is, dat de heer Har deman met den minister naar Nederland zal terugkeeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5