De eeuw van het verkeer
D
Met vetóaal van den da§
M
D
DAIMLER'S UITVINDING
STA VISKY
DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK
keerpunt
FORT-MYSTERY
VRIJDAG 9 MAART 1934
Aan Je officieele erkenning van
zijn vinding ging een jaren
lange strijd vooraf
1834 - Maart - 1934
Korte berichten
Daimler's motorfiets 1885
De Sweepstake
Het aantal auto's in
ons land verdubbelde
zich in de laatste zes
jaar en de groei houdt
aan Maar dit is dan
toch geen tijd om brug
genbouw en wegenver
betering te vertragen
JGDE W£G£f1 BPÖjGCfi VÉLVAARTj
Greta Garbo bezuinigt
Naar de missie
FOLTERENDE PIJN IN DEN
ARM
Na 5 dagen hielp het juiste
middel reeds
Avontuur met wilde
zwijnen
In den zwaren
Hanengevechten in
Engeland
(zeker poe
Z/JM,
KEN JE JE
VADERTJE
ZE BEPAAlP
3eter, naar ze
moet NOO VOLKO
MEN NEB
BEN. ANPEKS ZOO
ZE KUNNEN IN
STOPTEN.
ME
meeËtS
Nee ie maai beterKL
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
mm
door
Kafharina en Robert Pinkerton
I
Onder de vele namen, die deze eeuw
heeft, zooals „de eeuw van het
kind", „van de techniek", is de
uitdrukking: ,eeuw van het verkeer" zeer
zeker gerechtvaardigd. Velen zullen niet
bui.engewoon dankbaar zijn over ons ge-
perfectionneerde, haastige en vaak moordende
verkeer. Maar ten tijde van Lodewijk XIV werd
ui geklaagd over de overdadige drukte op de
straten, was ook een anti-lawaai campagne be
kend. Het moge den klagers tot troost dienen,
dat vóór hen de menschen al last hadden van
snelheid en lawaai en dat na hen de lijn steeds
zal stijgen tot een niet te bepalen hoogte. Want
hooit zal men de verkeersontwikkeling kunnen
en willen remmen.
Van onschatbare waarde is het werk van
Gottlieb Daimler die 17 Maart 1834 te
Schorndorf geboren werd voor ons moderne
Verkeer. Indien iemand de eeretitel „uitvinder
van den auto" gegeven moet worden, zoo is
Daimler degene, die daarop de meeste aan
spraak kan doen gelden.
Gemakkelijk is zijn leven niet geweest; een
jarenlange strijd ging aan de officieele erken
ning vooraf.
Nadat hij van 1853 tot 1856 in de machine
fabriek Grafenstaden in den Elzas werkzaam
Was, gelukte het hem, dank zij een beurs van
de Würthembergsche regeering, te studeeren
aan de Polytechnische school, die hü in 1859
verliet.
Verscheidene jaren studeerde hij in Frank
rijk, waar hij met den bekenden uitvinder Lé-
noir in aanraking kwam. Max Eyth en Emil
Kessler, die de locomotieven naar Duitschland
brachten, waren zijn studievrienden. Onder hun
invloed werkte Daimler een tijd intens aan de
locomotieven. Oorspronkelijk had hij de fijne
techniek bestudeerd; de nauwkeurigheid en vol
harding die daarbij noodig waren kwamen hem
bij zijn latere onderzoekingen goed te pas.
Reeds heel vroeg zag hij de ontzaglijke moge
lijkheden van den gasmotor. Daar de brand
stof toen nog niet tot explosie werd gebracht,
bon voorloopig niet veel met den gasmotor ge
daan worden.
In 1872 werd hij technisch leider van de gas-
motorenfabriek Deutz.
Hier was het dat hij
aan de volmaking van
den Ottoschen motor
succesvol werkte,
doordat hij de pneu
matische ontsteking
vond, waardoor het
gevaar en de primiti
viteit der Ottosche
motoren werden op
geheven.
Daimler ging daar
na voor zichzelf wer
ken en met de hem
eigen taaiheid, zija
inzicht en onmisken
bare genialiteit slaag
de hij er in een snelloopenden benzinemotor te
construeeren en kon hij tenslotte in 1884 pa
tent nemen op een horizontalen één-cylinderi-
gen motor.
Heel lang duurde het, voordat de uitvinding
toegepast werd. Een succesvolle exploitatie was
vooreerst nog niet mogelijk. Wel werd in 1887
de motor toegepast bij een ballon, gebruikten
groote landerijen en kleine fabrieken hem,
maar het noodige vertrouwen ontbrak nog.
In 1891 kwam een naamlooze vennootschap
tot stand te Cannstadt, waarbij zich o. a. twee
goede vrienden van Daimler aansloten; de uit
vinder van de rooklooze locomotief Max von
Dutten en Geheimrat Lorenz.
De moeilijkheden in de vennootschap voerden
tot oneenigheden; er kwam een hevige twist
met het gevolg, dat Daimler naar Parijs ging,
waar hij met Panhard Levassor samenwerk
te. Deze samenwerking heeft hem geen wind
eieren gelegd; terwijl de Daimler-Motoren-Ge-
sellschaft steeds meer achteruit ging.
De bankier Emil Jellinek zag de enorme
perspectieven van Daimler's motor. Het gelukte
hem een verzoening tusschen Daimler en de
naamlooze vennootschap te bewerken, met het
gevolg, dat Jellinek Daimler's patenten kreeg
en daardoor de fabriek weer tot grooten bloei
'4'
Daimler
Het Deensche koninklijke paar, dat eenigen
tijd incognito aan de Riviera doorbracht, heeft
zich thans naar Zwitserland begeven.
In de gevangenis te Ltibeck is een zekere
Fick onthoofd wegens moord.
Een onbekende drong een filiaal van een
bank te Los Angeles binnen, schoot een typiste,
die alarm wilde maken, neer en verdween met
een groot bedrag aan kasgeld.
kwam. Nu echter werden ook de eerste wagens
geconstrueerd, die naar de dochter van Jellinek
„Mercedes" werden genoemd. Dit moet niet als
een ijdelheid opgevat worden. Ook in dien tijd
zag het publiek liever buitenlandsche dan na
tionale artikelen, en zoo hoopte Jellinek met
den uitheemschen naam den verkoop te stimu-
leeren. Het succes bleef niet uit en de winst
steeg tot ongekende hoogte.
Ook de Engelschen waren genegen in de
Cannstadtsche vennootschap aandeelen te ne
men. Zij eischten echter, dat Daimler in dienst
zou worden genomen. Zoo gebeurde het, dat
tegelijk met de fabricage van den duizendsten
auto de verzoening tusschen Daimler en de
vennootschap officieel gevierd werd.
Het bleef echter niet lang pais en vree. De
meeningsverschillen bleken niet uit den weg te
ruimen en zij bestonden nog steeds, toen Gott
lieb Daimler op 6 Maart 1900 overleed.
e Engelsche regeering bereidt een nieuw
wetsontwerp voor dat in het bijzonder
beoogt de wet op wedden en dobbelen
strikter toepasselijk te maken op den verkoop
van Iersche Sweepstake tickets.
Het nieuwe ontwerp zal de regeering de be
voegdheid geven de biljetten zoowel als het
prijzengeld aan te houden in de havens van
aankomst; de autoriteiten der posterijen en der
douanen zulllen opdracht krijgen streng het
oog te houden op diegenen, die ervan verdacht
worden in tickets te handelen.
Door deze en soortgelijke maatregelen hoopt
de regeering het Britsche publiek te beletten
voortaan aan de Sweep mee te doen. De meer
derheid der ministers verlangt dat strenge
straffen gesteld zullen worden zoowel od den
verkoop van biljetten als op het ontvangen der
prijzen.
Wie de goden verderven willen, slaan zij met
blindheid!
Laat de regeering al haar koloniën schen
ken aan Frankrijk, al haar schepen aan
Duitschland, al haar fondsen aan Oostenrijk
toch zal zij nog steeds kans hebben bij de
eerstvolgende verkiezingen een meerderheid te
behouden.
Laat zij daarentegen het land tot den hoog-
sten bloei en de grootste macht opvoeren, zoo
dat een ieder meer geld heeft dan hij beleg
gen kan, maar laat zij tevens den Engelschen
de gelegenheid ontnemen om met dat geld him
geluk in de Sweepstake te beproeven en zij
zal bij de volgende algemeene verkiezingen weg
gevaagd worden.
Er is evenwel één troost voor haar en voor
de rest der natie. Eenige jaren lang heeft zij
al het mogelijke gedaan (of gedaan alsof zij
al het mogelijke deed) om de Iersche Sweep
stake uit te roeien, en soms maakte zij zich
hierbij belachelijk, maar dit was dan ook het
eenige succes dat zü had. Waarschijnlijk zal
het zoo blijven. En zoo is het niet jaren, maar
eeuwen lang reeds. Onlangs las ik in een tijd
schrift uit de tweede helft der achttiende
eeuw het relaas van een reis in Ierland. Hier
in werd gezegd:
„De Ieren organiseeren allerlei loterijen, en
verkoopen de biljetten voornamelijk in Enge
land. De regeering te Londen neemt hiertegen
steeds nieuwe maatregelen, die echter nooit
het geringste succes hebben...."
Zoo langzamerhand worden de juiste ver
liezen van de Amerikaansche filmberoemd
heden bekend.
Wallace Beery bijvoorbeeld bezat 133.000
dollar aandeelen, terwijl de rest van zijn ver
mogen door de bank van Beverley Hills be
heerd werd. Dit geheele kapitaal verloor hij
in enkele dagen. Beery moest zelfs zijn auto
wegdoen.
Eddie Cantor, die in de goede tijden twee
millioen dollar verdiend had, heeft daar nu
niets meer van over. Zijn humor heeft hij
echter bewaard als een kostbaren schat; hij
schreef een boek over zijn verlies, dat zulk een
opgang maakte, dat de schrijver weer een ge
deelte terugverdiend heeft van wat de film-
artist verloor.
Al Johnson heeft zelfs drie millioen door
beursverliezen en het verlaten van den gou
den standaard verloren.
Greta Garbo moet de uitgaven voor haar
huishouding voor 80 pet. inkrimpen.
Het ziet er voor de stars slecht uit. Door
het Roosevelt-plan zullen de stars nimmer
meer een „ouderwetsch" honorarium verdie
nen. De Nira verhindert het, dat bijvoorbeeld
Jackie Cooper meer verdient dan president
Roosevelt. De organisatie van de filmstars
„Guild" verzet zich echter tegen een regeling
van het maximum-honorarium.
2IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI
immiimmiimmiiL'
De Z.E. pater J. Coenders uit Meerlo van
de Congregatie van het H. Hart te Tilburg is
naar de missie op de Philippijnen terugge
keerd.
Aller oogen zijn des avonds
Op dat ééne woord gericht,
Waarmee honderden millioenen
Uit het laatje zijn gelicht.
Vette kopjes in de kranten
Deelen nieuwigheden mee;
Langzaam, langzaam schrijdt de
waarheid I
Naar het letterpaar O-K.
Dat er menschen opgelicht zijn
Is hier het bijzond're niet,
Daar men dit toch meer of minder
Bijna alle dagen ziet.
Het bedrag is ook tenslotte
Niet het cardinale punt;
Als je oplicht, ja, dan sla je
Alle slagen die je kunt!
Maar 't frappante van de kwestie:
Langzaam haalt men het gordijn
En het blijkt, dat er dozijnen
Staviskytelingen zijn!
Groote heeren, magistraten,
Geministerd en gebeft,
Wel onkreukbaar in hun kleeding,
Niet wat 't innerlijk betreft!
Goed beschouwd mag Frankrijk
blij zijn 1
Om hetgeen Stavisky deed,
Anders had men nooit geweten
Wat men nu. tenminste weet!
MARTIN BERDEN 1
(Nadruk verboden)
niliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillliilllliiiiilliiiililiiiiilllillllllillllilliiiiiR
(Ingezonden Mededeeling)
Een dankbare brief uit Den Helder
„Ongeveer een jaar had ik geen leven door
de vreeselijke pijnen, die ik leed in den arm.
Onder mijn werkzaamheden ging t eerst wel,
doch wanneer ik even tot rust kwam was het
niet uit te houden van de pijn en omdat het mij
eenigszins verlichtte hield ik mijn arm in de
hoogte. Zoo zat ik steeds bij de tafel te kreu
nen, maar als de nacht kwam dan begrijpt U,
dat dit een moeilijke houding was. Met mijn
arm, geheel in de wol gepakt, omhoog, ging
ik den nacht in. Maar o als die arm kwam
te liggen, dan ontwaakte ik steeds door
dezelfde pijn. Aan uitgaan was geen denken: in
kerk of gezelschappen kon ik toch slecht den
verkeersagent spelen. Alles heb ik geprobeerd.
Niets hielp. Steeds werd mij Kruschen Salts
aangeraden, maar ik kon maar niet gelooven,
dat dit zou baten. Nu, dat dan ook nog maar
eens geprobeerd! En werkelijk, na 'n dag of vijf
zei ik tegen mijn man: „Nu, of dat nu van
Kruschen komt weet ik niet, maar ik ben een
geheel ander mensch." Steeds is het beter ge
worden tot ik een week of zes nadien geheel
beter was. Nu neem ik het al een maand of
negen in en ben weer zóó flink en gezond! Ik
weet mijn geluk niet. 's Morgens een halve
theelepel in een kopje thee is mij onmisbaar en
ik zou het voor geen geld willen missen. Ik
hebt het al menigeen aangeraden. Men had ge
zegd, dat het zenuwrheumatiek was en ik er
nooit af zou komen, maar gelukkig liep dit an
ders." Mej. M. O., Den Helder
Wat Kruschen Salts deed voor Mej. M. O.
was: het kwaadaardig urinezuur verdrijven, dat
de kwellende rheumatische pyn veroorzaakt. En
Kruschen zal haar ook verder bewaren voor de
verschrikkingen van rheumatiek. Want de „da-
gelijksche dosis" zal haar organisme in een
perfecte conditie houden, zoodat schadelijke
stoffen als urinezuur zich nooit meer kunnen
ophoopen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij
alle apothekers en drogisten Fl. 0.90 en Fl. 1.60
per flacon. Omzetbelasting inbegrepen. Let op
dat op het etiket op de flesch zoowel als op de
buitenverpakking de naam Rowntree Handels
Maatschappij Amsterdam voorkomt.
evrouw Pulley hoorde de zware voetstap
pen van d'r man in het voortuintje. Ze
keek op de pendule, ging rechtop zit-
cen en werd waakzaam. Ze hoorde hem de
voordeur openen en haastte zich de gang in.
hem tegemoet.
„En?" vroeg ze, naar de klok in de gang
wijzend.
Hij keek op die klok, keek op z'n horloge en
.rok een zeer verbaasd gezicht.
„Goeie help, ik dacht niet, dat het al zoo
laat was," zei hij.
De opmerking veroorzaakte niet veel goeds.
Mevrouw Pulley begon met er geen acht op te
slaan.
,,'tEten was stipt om 7 uur klaar, zooals al
tijd," sprak ze, „en nu is 't tien voor half
negen."
„Hèja...," gaf hij een beetje verstrooid
toe.
„Tien minuten voor half negen," herhaalde
z'n vrouw, terwijl hij haar naar de eetkamer
volgde. Hij ging in den leunstoel zitten. Er
volgde een kille pauze.
„En mag ik vragen," begon ze opnieuw,
„waarom ben je zoo laat?"
„Door den mist, schat. Den mist natuurlijk."
„Er is den heelen dag geen greintje mist ge
weest," verbaasde zij zich.
Hij staarde haar met groote oogen van ver
wondering aan.
„In de stad heeft t gemist, den heelen dag."
Zij bleef opvallend kalm.
„Een ontzet.end zware mist," herhaalde hij.
„Speciaal de laatste paar uur, zeker?" onder
stelde zij, hem goed aanziende.
„Een ontzettend zware mist," zei hij nog
eens. „Toen ik buiten kwam, na kantoor, wist
ik amper waar ik was."
Het schoot hem te binnen dat hij zich niet
zeer gelukkig uitdrukte.
„Ik bedoel, ik kon haast niet zien waar ik
liep, of...."
Weer hield hü zich in.
„Ik wil zeggen," ging hij zeer voorzichtig
voort, „dat t in de stad zoo ontzettend mistte,
dat men haast niet zien kon, waar men liep."
„Je zult dien ellendigen Helston wel weer
tegen gekomen zijn, met zoo'n stelletje mooie
vrienden van hem
Maar schat!" protesteerde hij, „hoe kom je
er bij?"
Zoo was 't ten minste den vorigen keer."
Waarom haal je nu weer oude koeien uit
de sloot?" verweet hij. „In ieder geval heb ik
Helston vandaag niet gezien."
.Waarom kom je dan zoo laat?"
,Dat heb ik je toch al gezegd; door dien mist-
De heele treinenloop was in de war. Ontzet
tend gedrang op de stations. Je kon haast geen
restaurant binnenkomen
Hij slikte....
„Als je er in gewild had."
„Ik begrijp best, dat het een heele toer was.
meneer Helston uit een restaurant te laten
komen," merkte mevrouw Pulley op.
Toen een klasse schooljongens uit Föhren
bij Trier een tochtje in het bosch bij Heiligen-
bom maakte zagen de jongens in een bosch-
weide, op ongeveer zeshonderd meter afstand,
een wild varken. Verscheiden hunner slopen
nader om het dier wat beter te kunnen zien.
FlotseUng sprong het wilde zwijn op de groep
jongens toe en greep ze aan. Zij probeer
den te vluchten en een deel van hen klom in
de boomen. Een van hen kon echter niet bij
tijds uit den weg komen en werd door het dier
op den grond geworpen. De onderwijzer snelde
toe en probeerde met zijn wandelstok het dier
tot loslaten van den jongen te bewegen. Daar
door kon de knaap zich in veiligheid stellen,
doch ook de onderwijzer moest een goed heen
komen zoeken. Intusschen hadden andere jon
gens door een voorbijkomend wielrijder den
jachtopziener bericht laten sturen. Deze Kwam
spoedig opdagen en schoot het wilde zwijn dood.
Het was het zestigste, dat hij in deze omgeving
heeft neergeschoten.
mist i
„Maar kind, wat heb je 't toch over Helston?
Ik heb Helston in geen weken gezien. Ik weet
haast niet eens meer, hoe hij er uit ziet."
„t Is anders wel gek, dat 't hier zoo helder
en zonnig was, als 't in de stad zoo mistte."
„Werkmaaehik bedoel merkwaar
dig. Buitengewoon," gaf hij toe. Toen kwam sr
eensklaps bezorgdheid in zijn trekken. .Ja, wat
ik zeggen wou, ben je nog naar de stad ge
weest vandaag?"
„Neen."
„Nu. misten dat t deed! Kind, je hebt nog
nooit zoo'n mist
gezien, t Werd
hoe langer hoe
erger."
„Heeft nog
iemand 't ge
merkt behalve jij
en Helston?"
„Natuurlijk, dat kan niet anders. Ten minste
of Helston t gemerkt heeft, weet ik niet. Hij
kan vandaag wel niet in de stad geweest zijn."
„Weet je zeker, dat je niet met Helston uit
bent geweest?" bleef mevrouw Pulley aan
houden.
„Als iemand beweert, dat hij ons samen heeft
gezien, dan liegt hij 't gewoon. Heeft iemand
dat soms beweerd?" vroeg hij niet zonder
angst.
„Need."
„O, dat wou ik maar zeggen."
Het gesprek verslapte. Ze zat maar naar hem
te kijken. Hij keek fier terug als iemand, die
zich bewust is van z'n onaantastbaarheid.
Eindelijk, blijkbaar nog niet heelemaal vol
daan, stond ze op en ging de kamer uit. Hij
zuchtte verlicht en glimlachte tegen zich zelf.
Ze stond weer op den drempel.
„Als je meneer Helston vandaag niet gezien
hebt," daagde zij hem uit, „hoe kun je dan
z'n wandelstok met dien ivoren knop thuis heb
ben gebracht?"
„Ha ha! Je laat mij er niet inloopen, schat,"
grinnikte hij, Helst on had vandaag niet eens
z'n wandelstok bij zich. maar z'n parapluie."
/K PAT? WAAR
BEN JK MOE
BEN !K P/ER
ÓEKPEfE/V? 'K
BEN ZPO SLA
PER/Ó.
NAAR
NN/E
MAAK
ANN/E
ME M&EKEHD?
MEERT O MET
CEMP<?/?p7je
BENT TOCM
EEN KNAPPE
PEPei. dokter.
Z/J /b BETER) ze
WOKPT NU MEEUEMAA U
BETER, JONÓEN6 f &E6B/JP
Je pa t wel
e R.S.P.C.A. (Royal Society for the Pre
vention of Crualty to Animals) heeft
een prijs van 100 uitgeloofd voor in
lichtingen, die kunnen leiden tot de veroor
deeling van de promotors van hanen-gevech
ten.
Hanengevechten waren tot in het begin eter
vorige eeuw in Engeland een zeer populaire
„sport". Evenals meer populaire „sporten"
hadden zij geen ander doel dan den menschen
gelegenheid te geven tot wedden. Deze ge
vechten behoorden tot de attracties van ho
tels en koffiehuizen; vele daarvan voeren nog
steeds den naam van „The Fighting Cocks".
Zoowel de volksklassen als de upperten waren
verzot op „cock fights", ëh zetten haar pon
den of pennies op de kampioenen. De gevech
ten waren een geliefkoosd onderwerp der acht
tiende eeuwsche graveurs, en er bestaan nog
ontelbare platen, welke ons een denkbeeld ge
ven van de afstuitende vertooning. die vaak
de slechtste instincten wakker riep bij de ruwe
en ongelikte volksmassa's.
Zij werden ten slotte verboden, niet alleen
omdat de overheden haar als een methode van
dobbelen in het openbaar niet langer aulden
konden, maar ook met het oog op de afgrijse
lijke wreedheid der vertooning.
Thans is de R-SF-CA er achter gekomen
dat in een aantal besloten clubs te Londen en
in de groote provinciesteden hanengevechten
als bijzondere attractie ingevoerd zijn. Zü is
er tot nu toe evenwel met in geslaagd over
tuigende bewüzen in handen te krügen daar
de promotors der Cock Fights, evenals de deel
nemers. over ruime middelen beschikken, en
hierdoor bü machte zijn hun voorzorgsmaat
regelen te treffen opdat de R.S.P.C.A.-inspec
teurs en politiebeambten hen met op heeter-
daad betrappen kunnen.
Van alle z.g. „sporten", welke het voorwend
sel geweest zijn tot het gemakkelyk winnen
of verliezen van geld, is.het hanengevecht
de lafste, gemeenste en verfoeilükste. Voor ons,
Noorderlingen, moge een stierengevecht in
Spanje iets gruwelijks hebben, een ieder die
er ooit een bü gewoond heeft zal erkennen dat
zulk een gevecht iets ridderlijks heeft. De es
pada, de banderillero, de picador wagen hun
leven; zü strijden moedig en eerlijk. Het moge
niet van onzen smaak zijn, maar wij behoeven
daarom een anders geaard volk zün smaak niet
te misgunnen.
Maar een hanengevecht is het toppunt van
gemeenen wansmaak.
De mentaliteit van de leden der „besloten
clubs" wordt er door gekenschetst.
A 11~ 1 Jop dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen Ofïfifi bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor MC Ti bij een ongeval met OCfl bij verlies van een hand IOC Dij verlies
All€ CL OOTHIQ S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen tj UUU»m verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen f K/%/»" doodelijken afloop! AxJXJ» een voet of een oog# #«t/«"3ulmof s
van een Cfk bij een breuk van AI) bü verlies van "n
OU,mbeen of arm Ti/."
wüsvinger
anderen vinger
27
(Korte Inhoud van het voorafgaande:
David Patterson is de eigenaar van een
bloeienden oelshandel In Noord-Canada
Zijn expansie-zucht vindt slechts één hin
derpaal. de machtige Hudson Bay Com-
panv zijn grootste concurrent Deze oezet
een post „Fort Mvstery" genaamd en door
Herbert l^forlev beheerd waar Patterson
ondanks herhaalde pogingen, nooit In ge.
slaagd is vasten voet te verkrijgen Bruce
Rochette die een diepen haat koestert te
gen de Hudson's zal dan voor Patterson
trachten een handelspost te vestigen tn
het veelomstreden gebied. Hij vertrekt met
Joe Snowbird en wordt hartelijk door Mor-
ley en zijn echtgenoote ontvangen Bruce
geeft voor belast te zijn met het doen van
waarnemingen voor een aardrijkskundig
genootschap Bruce krijgt de gelegenheid
om een tocht te maken naar een afgelegen
kamp en ontdekt hier het geheim van Fort
Mystery. Hij doet verschillende ontdekkin
gen van belang betreffende het werk van
de Hudson Bav Comp. Plotseling wil zijn
bediende de halfbloed Joe Snowbird dan
vertrekken en Bruce slaagt er met in hem
tegen te houden.
Het opwindende gevoel der overwinning deed
zün hart bonzen en hij was blü, dat de over
moed van Morley hem een goede dekking bood
voor zün eigen opgewektheid.
Een uur lang was Bruce in de huiskamer de
gast van Morley, die bijzonder goed gehumeurd
bleek. Bruce, die er naar verlangde zün werk
zaamheden te beginnen en in de wolken was
over zijn succes, gaf te kennen, dat de rappor
ten des te eerder klaar zouden zijn, naarmate
ze vlugger met het büwerken zouden beginnen.
Morley echter wilde hiervan thans niets hooren.
Dit is de eeerste maal in een jaar, dat ik
het geluk heb een feest te kunnen vieren! riep
hü uit. Laat de boeken naar den drommel
loopen! Ik heb er reeds genoeg kopzorgen over
gehad! Laten we die dingen nog een uurtje
vergeten!
Zeker, de manager was iemand, die zich
buitengewoon aangenaam kon voordoen. Al was
hü soms een beetje arrogant en verwaand
vooral wanneer de zaken van de Hudson's Bay
Company ter tafel werden georacht of we)
eens te eenvoudig of wat langzaam, en al deed
hii nog al eens erg-gewichtlg, toch was Morley
van nature een aardige, joviale kerel, vriende-
lük. attent en uiterst gastvrij. Ondanks zün
wantrouwen, zün ongerustheid, zün verlangen
naar revanche, voelde Bruce zich toch tot den
manager aangetrokken; terwül mevrouw Morley
hem hoe langer hoe meer antipathiek geworden
was, vond hü Morley daarentegen hoe langer
hoe sympathieker.
Zü werden gestoord door een der bedienden
i van den post, die Morley kwam zeggen, dat hij
de vischvoorraden had opgenomen en den
manager wenschte te raadplegen over de hoe
veelheden, die moesten gereserveerd worden
voor de honden en de rantsoenen die konden
verstrekt worden aan de hongerige Indianen,
die zich rondom den post hadden verzameld.
Ik moet even een kijkje gaan nemen, zei
Morley, opstaande. Door deze felle kou wordt
de kwestie der voedselvoorziening tot de aan
staande lente nog ernstig.
Bruce ging met hem mee naar buiten en be
gaf zich naar de trading-shop om met het bü
werken der boeken te beginnen. Toen hü bin
nenkwam zag hü Nee-da-boy voor de toonbank
staan. De halfbloed verzamelde In een papiertje
wat suiker, thee en tabak, terwül op de toon
bank een groote, mooie, witte wollen deken
lag, voorzien van de initialen der Hudson's
Bay. De medieünman keek naar dat alles met
een blik. waaruit meer dan louter voldoening
sprak. Alleen een Indiaan, die in het bezit ge
steld is geworden van iets, dat hü heeft opge-
eischt, kan zoo onbeschaamd uiting geven aan
een dergelijken triomf. Dus: Nee-da-boy kreeg
tóch wat hij had gevraagd.
Bruce leunde tegen de deur. Een paniek
stemming maakte zich van hem meester. Hii
keek de trading-shop rond alsof hü zocht naar
een uitweg om te vluchten. Hij kreeg plotse
ling het gevoel, dat hü in een valstrik of tus
schen de muren van een gevangenis was opge
sloten. Voor de eerste maal in zün leven voelde
hij, die reeds zoolang In den pelshandei werkte
wat een dier voelen moest, wanneer het de val
op zijn poot voelde dichtklappen.
Spoedig stond hü weer buiten. Hü voelde, dat
hij de vrije lucht in moest, dat hü gevangen
zat, dat hü sterk moest zün. Hü moest trachten
Joe Snowbird terug te roepen. Hy rende in de
richting van het meer. Vér weg, op de uitge
strekte sneeuw- en ijsvlakte zag hy een zwarte
stip: de halfbloed met zijn slede en zün hon
den. Toen verdween alles achter een sneeuw-
heuvel. De vlakte was leeg. Bruce was alleen,
zonder de minste hulp.
Als bü tooverslag was hem alles duidelük
geworden toen hij zag hoe Nee-da-boy de goe
deren bij de toonbank in ontvangst nam. Het
gevaar waaraan hij nu blootstond werd hem
duidelük; hü was thans overgeleverd aan de
groote maatschappij, die geen genade kende;
hij was slechts een pion in den grooten strijd
van het pelsland, een pion die op het punt
stond uit het spel geworpen te worden.
Hy zag in, dat Morley niet alleen een buiten
gewoon comediant was, doch iemand, wiens
handigheid grooter was dan men oppervlakkig
zou denken.
Achter het masker der deftig-doenerij. der
arrogance en hooghartige gereserveerdheid ten
opzichte van het land waarin hü leefde, der
genialiteit en der innemende vriendelijkheid,
speelde hij een ongekende rol in de pelslanden
en hy speelde die rol op een wyze, zooals wei
nigen in staat waren het te doen
Alles was thans voor Bruce duidelijk. Van het
eerste oogenblik reeds had men hem gewan
trouwd. Alles had men hem laten zien. men had
hem als het ware systematisch daartoe ge
bracht: hü had gedacht iets werkelijks te be
speuren en het was slechts een handig in eikaar
gezette komedie geweest. Sinds zyn aankomst
had men alles er op gericht om hem om den tuin
te leiden. Zelfs zag hü thans de mogelykheid
onder de oogen, dat het geheele optreden van
mevrouw Morley een list was, een onderdeel
der komedie door Morley op touw gezet. En
de kroon op het werk was geweest de weigering
om Nee-da-boy te geven waar deze om vroeg.
Ook dit was dus een stukje komedie.
Bü zün terugblik op de gebeurtenissen zag
Bruce in hoe de manager overal de hand in
had. Ongetwijfeld had hüzelf dus ook de
Indianen opgestookt tegen den thermometrograaf
en eveneens, door deze en andere middelen, Joe
Snowbird den schrik op het lijf gejaagd, zoo
dat deze was weggeloopen en Bruce alleen had
gelaten, overgeleverd aan Morley.
En het was juist de wyze waarop Bruce aan
den manager overgeleverd was, die hem deed
schrikken. Hü kende den pelshandei, sende alle
trucs en methoden, wist wat hem thans te
wachten stond. Er waren tal van «middelen
aangewend, om de tegenstanders uit het zadel
te gooien; in het Noorden werden de verhalen
hierover tot in het etieindige gefluisterd, achtei
gesloten deuren, in een vreesaanjagend lispe
len. De verhalen waren legio, en de gebruikte
middelen ontelbaar. Er gold slechts één wet-
..Bemachtig de pelsen!"
Van al deze geschiedenissen en legenden, van
alle gefluisterde, geheimzinnige en vieeselijke
verhalen, spande het verhaal van „de lange
tocht" de kroon. Gedurende meer dan een eeuw
waren de gefluisterde büzonderheden daarover
het geheim gebleven der onmetelijke bosschen
van het Noorden.
Het zou moeilijk geweest zijn precies te zeg
gen, welk lot hen. die in de ver-afgelegen
eenzame posten den styd tegen de groote maat
schappij hadden durven aanbinden, had ge
troffen. Niemand kon een voorbeeld aanhalen.
Niemand was in staat een naam, een plaats
of een datum te noemen. Niemand werd er ook
gevonden die de mysterieuze reis ooit gemaakt
had. Ook werden er geen sagen gezongen van
hen die hadden gewonnen of verloren. Vraag
iederen beambte van de Hudson's Bay daar
naar en hij kijkt u met verbazing aan.
Van zooiets nooit gehoord, nooit, ver
klaart hü.
Het diepste mysterie van het steeds-myste-
rieuze Noorden heeft de legende In een Ujk-
wade gehuld, juist zooals de mist een eiland
omfloerst, nu eens dit, dan dat gedeelte bloot
leggend, echter nooit het geheel, noch de fun
deeringen, het grootste gedeelte overlatend aan
veronderstellingen en geruchten, aan vage
byzonderheden die evenmin tastbaar zün als
de mist zelf.
Doch al waren de byzonderheden verschil
lend, op één punt stemden de grimmige ver
halen alle overeen. Wanneer een of andere
vrijhandelaar betrapt werd in het district der
maatschappij, dan werd hii naar den post
meegenomen en daar gaf men hem zyn vrij
heid. Men deed niets tegen hem.
(Wordt vervolgd)