De eeuw van het verkeer D Met vetóaal van den da§ M D DAIMLER'S UITVINDING STA VISKY DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK keerpunt FORT-MYSTERY VRIJDAG 9 MAART 1934 Aan Je officieele erkenning van zijn vinding ging een jaren lange strijd vooraf 1834 - Maart - 1934 Korte berichten Daimler's motorfiets 1885 De Sweepstake Het aantal auto's in ons land verdubbelde zich in de laatste zes jaar en de groei houdt aan Maar dit is dan toch geen tijd om brug genbouw en wegenver betering te vertragen JGDE W£G£f1 BPÖjGCfi VÉLVAARTj Greta Garbo bezuinigt Naar de missie FOLTERENDE PIJN IN DEN ARM Na 5 dagen hielp het juiste middel reeds Avontuur met wilde zwijnen In den zwaren Hanengevechten in Engeland (zeker poe Z/JM, KEN JE JE VADERTJE ZE BEPAAlP 3eter, naar ze moet NOO VOLKO MEN NEB BEN. ANPEKS ZOO ZE KUNNEN IN STOPTEN. ME meeËtS Nee ie maai beterKL AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL mm door Kafharina en Robert Pinkerton I Onder de vele namen, die deze eeuw heeft, zooals „de eeuw van het kind", „van de techniek", is de uitdrukking: ,eeuw van het verkeer" zeer zeker gerechtvaardigd. Velen zullen niet bui.engewoon dankbaar zijn over ons ge- perfectionneerde, haastige en vaak moordende verkeer. Maar ten tijde van Lodewijk XIV werd ui geklaagd over de overdadige drukte op de straten, was ook een anti-lawaai campagne be kend. Het moge den klagers tot troost dienen, dat vóór hen de menschen al last hadden van snelheid en lawaai en dat na hen de lijn steeds zal stijgen tot een niet te bepalen hoogte. Want hooit zal men de verkeersontwikkeling kunnen en willen remmen. Van onschatbare waarde is het werk van Gottlieb Daimler die 17 Maart 1834 te Schorndorf geboren werd voor ons moderne Verkeer. Indien iemand de eeretitel „uitvinder van den auto" gegeven moet worden, zoo is Daimler degene, die daarop de meeste aan spraak kan doen gelden. Gemakkelijk is zijn leven niet geweest; een jarenlange strijd ging aan de officieele erken ning vooraf. Nadat hij van 1853 tot 1856 in de machine fabriek Grafenstaden in den Elzas werkzaam Was, gelukte het hem, dank zij een beurs van de Würthembergsche regeering, te studeeren aan de Polytechnische school, die hü in 1859 verliet. Verscheidene jaren studeerde hij in Frank rijk, waar hij met den bekenden uitvinder Lé- noir in aanraking kwam. Max Eyth en Emil Kessler, die de locomotieven naar Duitschland brachten, waren zijn studievrienden. Onder hun invloed werkte Daimler een tijd intens aan de locomotieven. Oorspronkelijk had hij de fijne techniek bestudeerd; de nauwkeurigheid en vol harding die daarbij noodig waren kwamen hem bij zijn latere onderzoekingen goed te pas. Reeds heel vroeg zag hij de ontzaglijke moge lijkheden van den gasmotor. Daar de brand stof toen nog niet tot explosie werd gebracht, bon voorloopig niet veel met den gasmotor ge daan worden. In 1872 werd hij technisch leider van de gas- motorenfabriek Deutz. Hier was het dat hij aan de volmaking van den Ottoschen motor succesvol werkte, doordat hij de pneu matische ontsteking vond, waardoor het gevaar en de primiti viteit der Ottosche motoren werden op geheven. Daimler ging daar na voor zichzelf wer ken en met de hem eigen taaiheid, zija inzicht en onmisken bare genialiteit slaag de hij er in een snelloopenden benzinemotor te construeeren en kon hij tenslotte in 1884 pa tent nemen op een horizontalen één-cylinderi- gen motor. Heel lang duurde het, voordat de uitvinding toegepast werd. Een succesvolle exploitatie was vooreerst nog niet mogelijk. Wel werd in 1887 de motor toegepast bij een ballon, gebruikten groote landerijen en kleine fabrieken hem, maar het noodige vertrouwen ontbrak nog. In 1891 kwam een naamlooze vennootschap tot stand te Cannstadt, waarbij zich o. a. twee goede vrienden van Daimler aansloten; de uit vinder van de rooklooze locomotief Max von Dutten en Geheimrat Lorenz. De moeilijkheden in de vennootschap voerden tot oneenigheden; er kwam een hevige twist met het gevolg, dat Daimler naar Parijs ging, waar hij met Panhard Levassor samenwerk te. Deze samenwerking heeft hem geen wind eieren gelegd; terwijl de Daimler-Motoren-Ge- sellschaft steeds meer achteruit ging. De bankier Emil Jellinek zag de enorme perspectieven van Daimler's motor. Het gelukte hem een verzoening tusschen Daimler en de naamlooze vennootschap te bewerken, met het gevolg, dat Jellinek Daimler's patenten kreeg en daardoor de fabriek weer tot grooten bloei '4' Daimler Het Deensche koninklijke paar, dat eenigen tijd incognito aan de Riviera doorbracht, heeft zich thans naar Zwitserland begeven. In de gevangenis te Ltibeck is een zekere Fick onthoofd wegens moord. Een onbekende drong een filiaal van een bank te Los Angeles binnen, schoot een typiste, die alarm wilde maken, neer en verdween met een groot bedrag aan kasgeld. kwam. Nu echter werden ook de eerste wagens geconstrueerd, die naar de dochter van Jellinek „Mercedes" werden genoemd. Dit moet niet als een ijdelheid opgevat worden. Ook in dien tijd zag het publiek liever buitenlandsche dan na tionale artikelen, en zoo hoopte Jellinek met den uitheemschen naam den verkoop te stimu- leeren. Het succes bleef niet uit en de winst steeg tot ongekende hoogte. Ook de Engelschen waren genegen in de Cannstadtsche vennootschap aandeelen te ne men. Zij eischten echter, dat Daimler in dienst zou worden genomen. Zoo gebeurde het, dat tegelijk met de fabricage van den duizendsten auto de verzoening tusschen Daimler en de vennootschap officieel gevierd werd. Het bleef echter niet lang pais en vree. De meeningsverschillen bleken niet uit den weg te ruimen en zij bestonden nog steeds, toen Gott lieb Daimler op 6 Maart 1900 overleed. e Engelsche regeering bereidt een nieuw wetsontwerp voor dat in het bijzonder beoogt de wet op wedden en dobbelen strikter toepasselijk te maken op den verkoop van Iersche Sweepstake tickets. Het nieuwe ontwerp zal de regeering de be voegdheid geven de biljetten zoowel als het prijzengeld aan te houden in de havens van aankomst; de autoriteiten der posterijen en der douanen zulllen opdracht krijgen streng het oog te houden op diegenen, die ervan verdacht worden in tickets te handelen. Door deze en soortgelijke maatregelen hoopt de regeering het Britsche publiek te beletten voortaan aan de Sweep mee te doen. De meer derheid der ministers verlangt dat strenge straffen gesteld zullen worden zoowel od den verkoop van biljetten als op het ontvangen der prijzen. Wie de goden verderven willen, slaan zij met blindheid! Laat de regeering al haar koloniën schen ken aan Frankrijk, al haar schepen aan Duitschland, al haar fondsen aan Oostenrijk toch zal zij nog steeds kans hebben bij de eerstvolgende verkiezingen een meerderheid te behouden. Laat zij daarentegen het land tot den hoog- sten bloei en de grootste macht opvoeren, zoo dat een ieder meer geld heeft dan hij beleg gen kan, maar laat zij tevens den Engelschen de gelegenheid ontnemen om met dat geld him geluk in de Sweepstake te beproeven en zij zal bij de volgende algemeene verkiezingen weg gevaagd worden. Er is evenwel één troost voor haar en voor de rest der natie. Eenige jaren lang heeft zij al het mogelijke gedaan (of gedaan alsof zij al het mogelijke deed) om de Iersche Sweep stake uit te roeien, en soms maakte zij zich hierbij belachelijk, maar dit was dan ook het eenige succes dat zü had. Waarschijnlijk zal het zoo blijven. En zoo is het niet jaren, maar eeuwen lang reeds. Onlangs las ik in een tijd schrift uit de tweede helft der achttiende eeuw het relaas van een reis in Ierland. Hier in werd gezegd: „De Ieren organiseeren allerlei loterijen, en verkoopen de biljetten voornamelijk in Enge land. De regeering te Londen neemt hiertegen steeds nieuwe maatregelen, die echter nooit het geringste succes hebben...." Zoo langzamerhand worden de juiste ver liezen van de Amerikaansche filmberoemd heden bekend. Wallace Beery bijvoorbeeld bezat 133.000 dollar aandeelen, terwijl de rest van zijn ver mogen door de bank van Beverley Hills be heerd werd. Dit geheele kapitaal verloor hij in enkele dagen. Beery moest zelfs zijn auto wegdoen. Eddie Cantor, die in de goede tijden twee millioen dollar verdiend had, heeft daar nu niets meer van over. Zijn humor heeft hij echter bewaard als een kostbaren schat; hij schreef een boek over zijn verlies, dat zulk een opgang maakte, dat de schrijver weer een ge deelte terugverdiend heeft van wat de film- artist verloor. Al Johnson heeft zelfs drie millioen door beursverliezen en het verlaten van den gou den standaard verloren. Greta Garbo moet de uitgaven voor haar huishouding voor 80 pet. inkrimpen. Het ziet er voor de stars slecht uit. Door het Roosevelt-plan zullen de stars nimmer meer een „ouderwetsch" honorarium verdie nen. De Nira verhindert het, dat bijvoorbeeld Jackie Cooper meer verdient dan president Roosevelt. De organisatie van de filmstars „Guild" verzet zich echter tegen een regeling van het maximum-honorarium. 2IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI immiimmiimmiiL' De Z.E. pater J. Coenders uit Meerlo van de Congregatie van het H. Hart te Tilburg is naar de missie op de Philippijnen terugge keerd. Aller oogen zijn des avonds Op dat ééne woord gericht, Waarmee honderden millioenen Uit het laatje zijn gelicht. Vette kopjes in de kranten Deelen nieuwigheden mee; Langzaam, langzaam schrijdt de waarheid I Naar het letterpaar O-K. Dat er menschen opgelicht zijn Is hier het bijzond're niet, Daar men dit toch meer of minder Bijna alle dagen ziet. Het bedrag is ook tenslotte Niet het cardinale punt; Als je oplicht, ja, dan sla je Alle slagen die je kunt! Maar 't frappante van de kwestie: Langzaam haalt men het gordijn En het blijkt, dat er dozijnen Staviskytelingen zijn! Groote heeren, magistraten, Geministerd en gebeft, Wel onkreukbaar in hun kleeding, Niet wat 't innerlijk betreft! Goed beschouwd mag Frankrijk blij zijn 1 Om hetgeen Stavisky deed, Anders had men nooit geweten Wat men nu. tenminste weet! MARTIN BERDEN 1 (Nadruk verboden) niliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillliilllliiiiilliiiililiiiiilllillllllillllilliiiiiR (Ingezonden Mededeeling) Een dankbare brief uit Den Helder „Ongeveer een jaar had ik geen leven door de vreeselijke pijnen, die ik leed in den arm. Onder mijn werkzaamheden ging t eerst wel, doch wanneer ik even tot rust kwam was het niet uit te houden van de pijn en omdat het mij eenigszins verlichtte hield ik mijn arm in de hoogte. Zoo zat ik steeds bij de tafel te kreu nen, maar als de nacht kwam dan begrijpt U, dat dit een moeilijke houding was. Met mijn arm, geheel in de wol gepakt, omhoog, ging ik den nacht in. Maar o als die arm kwam te liggen, dan ontwaakte ik steeds door dezelfde pijn. Aan uitgaan was geen denken: in kerk of gezelschappen kon ik toch slecht den verkeersagent spelen. Alles heb ik geprobeerd. Niets hielp. Steeds werd mij Kruschen Salts aangeraden, maar ik kon maar niet gelooven, dat dit zou baten. Nu, dat dan ook nog maar eens geprobeerd! En werkelijk, na 'n dag of vijf zei ik tegen mijn man: „Nu, of dat nu van Kruschen komt weet ik niet, maar ik ben een geheel ander mensch." Steeds is het beter ge worden tot ik een week of zes nadien geheel beter was. Nu neem ik het al een maand of negen in en ben weer zóó flink en gezond! Ik weet mijn geluk niet. 's Morgens een halve theelepel in een kopje thee is mij onmisbaar en ik zou het voor geen geld willen missen. Ik hebt het al menigeen aangeraden. Men had ge zegd, dat het zenuwrheumatiek was en ik er nooit af zou komen, maar gelukkig liep dit an ders." Mej. M. O., Den Helder Wat Kruschen Salts deed voor Mej. M. O. was: het kwaadaardig urinezuur verdrijven, dat de kwellende rheumatische pyn veroorzaakt. En Kruschen zal haar ook verder bewaren voor de verschrikkingen van rheumatiek. Want de „da- gelijksche dosis" zal haar organisme in een perfecte conditie houden, zoodat schadelijke stoffen als urinezuur zich nooit meer kunnen ophoopen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten Fl. 0.90 en Fl. 1.60 per flacon. Omzetbelasting inbegrepen. Let op dat op het etiket op de flesch zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels Maatschappij Amsterdam voorkomt. evrouw Pulley hoorde de zware voetstap pen van d'r man in het voortuintje. Ze keek op de pendule, ging rechtop zit- cen en werd waakzaam. Ze hoorde hem de voordeur openen en haastte zich de gang in. hem tegemoet. „En?" vroeg ze, naar de klok in de gang wijzend. Hij keek op die klok, keek op z'n horloge en .rok een zeer verbaasd gezicht. „Goeie help, ik dacht niet, dat het al zoo laat was," zei hij. De opmerking veroorzaakte niet veel goeds. Mevrouw Pulley begon met er geen acht op te slaan. ,,'tEten was stipt om 7 uur klaar, zooals al tijd," sprak ze, „en nu is 't tien voor half negen." „Hèja...," gaf hij een beetje verstrooid toe. „Tien minuten voor half negen," herhaalde z'n vrouw, terwijl hij haar naar de eetkamer volgde. Hij ging in den leunstoel zitten. Er volgde een kille pauze. „En mag ik vragen," begon ze opnieuw, „waarom ben je zoo laat?" „Door den mist, schat. Den mist natuurlijk." „Er is den heelen dag geen greintje mist ge weest," verbaasde zij zich. Hij staarde haar met groote oogen van ver wondering aan. „In de stad heeft t gemist, den heelen dag." Zij bleef opvallend kalm. „Een ontzet.end zware mist," herhaalde hij. „Speciaal de laatste paar uur, zeker?" onder stelde zij, hem goed aanziende. „Een ontzettend zware mist," zei hij nog eens. „Toen ik buiten kwam, na kantoor, wist ik amper waar ik was." Het schoot hem te binnen dat hij zich niet zeer gelukkig uitdrukte. „Ik bedoel, ik kon haast niet zien waar ik liep, of...." Weer hield hü zich in. „Ik wil zeggen," ging hij zeer voorzichtig voort, „dat t in de stad zoo ontzettend mistte, dat men haast niet zien kon, waar men liep." „Je zult dien ellendigen Helston wel weer tegen gekomen zijn, met zoo'n stelletje mooie vrienden van hem Maar schat!" protesteerde hij, „hoe kom je er bij?" Zoo was 't ten minste den vorigen keer." Waarom haal je nu weer oude koeien uit de sloot?" verweet hij. „In ieder geval heb ik Helston vandaag niet gezien." .Waarom kom je dan zoo laat?" ,Dat heb ik je toch al gezegd; door dien mist- De heele treinenloop was in de war. Ontzet tend gedrang op de stations. Je kon haast geen restaurant binnenkomen Hij slikte.... „Als je er in gewild had." „Ik begrijp best, dat het een heele toer was. meneer Helston uit een restaurant te laten komen," merkte mevrouw Pulley op. Toen een klasse schooljongens uit Föhren bij Trier een tochtje in het bosch bij Heiligen- bom maakte zagen de jongens in een bosch- weide, op ongeveer zeshonderd meter afstand, een wild varken. Verscheiden hunner slopen nader om het dier wat beter te kunnen zien. FlotseUng sprong het wilde zwijn op de groep jongens toe en greep ze aan. Zij probeer den te vluchten en een deel van hen klom in de boomen. Een van hen kon echter niet bij tijds uit den weg komen en werd door het dier op den grond geworpen. De onderwijzer snelde toe en probeerde met zijn wandelstok het dier tot loslaten van den jongen te bewegen. Daar door kon de knaap zich in veiligheid stellen, doch ook de onderwijzer moest een goed heen komen zoeken. Intusschen hadden andere jon gens door een voorbijkomend wielrijder den jachtopziener bericht laten sturen. Deze Kwam spoedig opdagen en schoot het wilde zwijn dood. Het was het zestigste, dat hij in deze omgeving heeft neergeschoten. mist i „Maar kind, wat heb je 't toch over Helston? Ik heb Helston in geen weken gezien. Ik weet haast niet eens meer, hoe hij er uit ziet." „t Is anders wel gek, dat 't hier zoo helder en zonnig was, als 't in de stad zoo mistte." „Werkmaaehik bedoel merkwaar dig. Buitengewoon," gaf hij toe. Toen kwam sr eensklaps bezorgdheid in zijn trekken. .Ja, wat ik zeggen wou, ben je nog naar de stad ge weest vandaag?" „Neen." „Nu. misten dat t deed! Kind, je hebt nog nooit zoo'n mist gezien, t Werd hoe langer hoe erger." „Heeft nog iemand 't ge merkt behalve jij en Helston?" „Natuurlijk, dat kan niet anders. Ten minste of Helston t gemerkt heeft, weet ik niet. Hij kan vandaag wel niet in de stad geweest zijn." „Weet je zeker, dat je niet met Helston uit bent geweest?" bleef mevrouw Pulley aan houden. „Als iemand beweert, dat hij ons samen heeft gezien, dan liegt hij 't gewoon. Heeft iemand dat soms beweerd?" vroeg hij niet zonder angst. „Need." „O, dat wou ik maar zeggen." Het gesprek verslapte. Ze zat maar naar hem te kijken. Hij keek fier terug als iemand, die zich bewust is van z'n onaantastbaarheid. Eindelijk, blijkbaar nog niet heelemaal vol daan, stond ze op en ging de kamer uit. Hij zuchtte verlicht en glimlachte tegen zich zelf. Ze stond weer op den drempel. „Als je meneer Helston vandaag niet gezien hebt," daagde zij hem uit, „hoe kun je dan z'n wandelstok met dien ivoren knop thuis heb ben gebracht?" „Ha ha! Je laat mij er niet inloopen, schat," grinnikte hij, Helst on had vandaag niet eens z'n wandelstok bij zich. maar z'n parapluie." /K PAT? WAAR BEN JK MOE BEN !K P/ER ÓEKPEfE/V? 'K BEN ZPO SLA PER/Ó. NAAR NN/E MAAK ANN/E ME M&EKEHD? MEERT O MET CEMP<?/?p7je BENT TOCM EEN KNAPPE PEPei. dokter. Z/J /b BETER) ze WOKPT NU MEEUEMAA U BETER, JONÓEN6 f &E6B/JP Je pa t wel e R.S.P.C.A. (Royal Society for the Pre vention of Crualty to Animals) heeft een prijs van 100 uitgeloofd voor in lichtingen, die kunnen leiden tot de veroor deeling van de promotors van hanen-gevech ten. Hanengevechten waren tot in het begin eter vorige eeuw in Engeland een zeer populaire „sport". Evenals meer populaire „sporten" hadden zij geen ander doel dan den menschen gelegenheid te geven tot wedden. Deze ge vechten behoorden tot de attracties van ho tels en koffiehuizen; vele daarvan voeren nog steeds den naam van „The Fighting Cocks". Zoowel de volksklassen als de upperten waren verzot op „cock fights", ëh zetten haar pon den of pennies op de kampioenen. De gevech ten waren een geliefkoosd onderwerp der acht tiende eeuwsche graveurs, en er bestaan nog ontelbare platen, welke ons een denkbeeld ge ven van de afstuitende vertooning. die vaak de slechtste instincten wakker riep bij de ruwe en ongelikte volksmassa's. Zij werden ten slotte verboden, niet alleen omdat de overheden haar als een methode van dobbelen in het openbaar niet langer aulden konden, maar ook met het oog op de afgrijse lijke wreedheid der vertooning. Thans is de R-SF-CA er achter gekomen dat in een aantal besloten clubs te Londen en in de groote provinciesteden hanengevechten als bijzondere attractie ingevoerd zijn. Zü is er tot nu toe evenwel met in geslaagd over tuigende bewüzen in handen te krügen daar de promotors der Cock Fights, evenals de deel nemers. over ruime middelen beschikken, en hierdoor bü machte zijn hun voorzorgsmaat regelen te treffen opdat de R.S.P.C.A.-inspec teurs en politiebeambten hen met op heeter- daad betrappen kunnen. Van alle z.g. „sporten", welke het voorwend sel geweest zijn tot het gemakkelyk winnen of verliezen van geld, is.het hanengevecht de lafste, gemeenste en verfoeilükste. Voor ons, Noorderlingen, moge een stierengevecht in Spanje iets gruwelijks hebben, een ieder die er ooit een bü gewoond heeft zal erkennen dat zulk een gevecht iets ridderlijks heeft. De es pada, de banderillero, de picador wagen hun leven; zü strijden moedig en eerlijk. Het moge niet van onzen smaak zijn, maar wij behoeven daarom een anders geaard volk zün smaak niet te misgunnen. Maar een hanengevecht is het toppunt van gemeenen wansmaak. De mentaliteit van de leden der „besloten clubs" wordt er door gekenschetst. A 11~ 1 Jop dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen Ofïfifi bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor MC Ti bij een ongeval met OCfl bij verlies van een hand IOC Dij verlies All€ CL OOTHIQ S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen tj UUU»m verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen f K/%/»" doodelijken afloop! AxJXJ» een voet of een oog# #«t/«"3ulmof s van een Cfk bij een breuk van AI) bü verlies van "n OU,mbeen of arm Ti/." wüsvinger anderen vinger 27 (Korte Inhoud van het voorafgaande: David Patterson is de eigenaar van een bloeienden oelshandel In Noord-Canada Zijn expansie-zucht vindt slechts één hin derpaal. de machtige Hudson Bay Com- panv zijn grootste concurrent Deze oezet een post „Fort Mvstery" genaamd en door Herbert l^forlev beheerd waar Patterson ondanks herhaalde pogingen, nooit In ge. slaagd is vasten voet te verkrijgen Bruce Rochette die een diepen haat koestert te gen de Hudson's zal dan voor Patterson trachten een handelspost te vestigen tn het veelomstreden gebied. Hij vertrekt met Joe Snowbird en wordt hartelijk door Mor- ley en zijn echtgenoote ontvangen Bruce geeft voor belast te zijn met het doen van waarnemingen voor een aardrijkskundig genootschap Bruce krijgt de gelegenheid om een tocht te maken naar een afgelegen kamp en ontdekt hier het geheim van Fort Mystery. Hij doet verschillende ontdekkin gen van belang betreffende het werk van de Hudson Bav Comp. Plotseling wil zijn bediende de halfbloed Joe Snowbird dan vertrekken en Bruce slaagt er met in hem tegen te houden. Het opwindende gevoel der overwinning deed zün hart bonzen en hij was blü, dat de over moed van Morley hem een goede dekking bood voor zün eigen opgewektheid. Een uur lang was Bruce in de huiskamer de gast van Morley, die bijzonder goed gehumeurd bleek. Bruce, die er naar verlangde zün werk zaamheden te beginnen en in de wolken was over zijn succes, gaf te kennen, dat de rappor ten des te eerder klaar zouden zijn, naarmate ze vlugger met het büwerken zouden beginnen. Morley echter wilde hiervan thans niets hooren. Dit is de eeerste maal in een jaar, dat ik het geluk heb een feest te kunnen vieren! riep hü uit. Laat de boeken naar den drommel loopen! Ik heb er reeds genoeg kopzorgen over gehad! Laten we die dingen nog een uurtje vergeten! Zeker, de manager was iemand, die zich buitengewoon aangenaam kon voordoen. Al was hü soms een beetje arrogant en verwaand vooral wanneer de zaken van de Hudson's Bay Company ter tafel werden georacht of we) eens te eenvoudig of wat langzaam, en al deed hii nog al eens erg-gewichtlg, toch was Morley van nature een aardige, joviale kerel, vriende- lük. attent en uiterst gastvrij. Ondanks zün wantrouwen, zün ongerustheid, zün verlangen naar revanche, voelde Bruce zich toch tot den manager aangetrokken; terwül mevrouw Morley hem hoe langer hoe meer antipathiek geworden was, vond hü Morley daarentegen hoe langer hoe sympathieker. Zü werden gestoord door een der bedienden i van den post, die Morley kwam zeggen, dat hij de vischvoorraden had opgenomen en den manager wenschte te raadplegen over de hoe veelheden, die moesten gereserveerd worden voor de honden en de rantsoenen die konden verstrekt worden aan de hongerige Indianen, die zich rondom den post hadden verzameld. Ik moet even een kijkje gaan nemen, zei Morley, opstaande. Door deze felle kou wordt de kwestie der voedselvoorziening tot de aan staande lente nog ernstig. Bruce ging met hem mee naar buiten en be gaf zich naar de trading-shop om met het bü werken der boeken te beginnen. Toen hü bin nenkwam zag hü Nee-da-boy voor de toonbank staan. De halfbloed verzamelde In een papiertje wat suiker, thee en tabak, terwül op de toon bank een groote, mooie, witte wollen deken lag, voorzien van de initialen der Hudson's Bay. De medieünman keek naar dat alles met een blik. waaruit meer dan louter voldoening sprak. Alleen een Indiaan, die in het bezit ge steld is geworden van iets, dat hü heeft opge- eischt, kan zoo onbeschaamd uiting geven aan een dergelijken triomf. Dus: Nee-da-boy kreeg tóch wat hij had gevraagd. Bruce leunde tegen de deur. Een paniek stemming maakte zich van hem meester. Hii keek de trading-shop rond alsof hü zocht naar een uitweg om te vluchten. Hij kreeg plotse ling het gevoel, dat hü in een valstrik of tus schen de muren van een gevangenis was opge sloten. Voor de eerste maal in zün leven voelde hij, die reeds zoolang In den pelshandei werkte wat een dier voelen moest, wanneer het de val op zijn poot voelde dichtklappen. Spoedig stond hü weer buiten. Hü voelde, dat hij de vrije lucht in moest, dat hü gevangen zat, dat hü sterk moest zün. Hü moest trachten Joe Snowbird terug te roepen. Hy rende in de richting van het meer. Vér weg, op de uitge strekte sneeuw- en ijsvlakte zag hy een zwarte stip: de halfbloed met zijn slede en zün hon den. Toen verdween alles achter een sneeuw- heuvel. De vlakte was leeg. Bruce was alleen, zonder de minste hulp. Als bü tooverslag was hem alles duidelük geworden toen hij zag hoe Nee-da-boy de goe deren bij de toonbank in ontvangst nam. Het gevaar waaraan hij nu blootstond werd hem duidelük; hü was thans overgeleverd aan de groote maatschappij, die geen genade kende; hij was slechts een pion in den grooten strijd van het pelsland, een pion die op het punt stond uit het spel geworpen te worden. Hy zag in, dat Morley niet alleen een buiten gewoon comediant was, doch iemand, wiens handigheid grooter was dan men oppervlakkig zou denken. Achter het masker der deftig-doenerij. der arrogance en hooghartige gereserveerdheid ten opzichte van het land waarin hü leefde, der genialiteit en der innemende vriendelijkheid, speelde hij een ongekende rol in de pelslanden en hy speelde die rol op een wyze, zooals wei nigen in staat waren het te doen Alles was thans voor Bruce duidelijk. Van het eerste oogenblik reeds had men hem gewan trouwd. Alles had men hem laten zien. men had hem als het ware systematisch daartoe ge bracht: hü had gedacht iets werkelijks te be speuren en het was slechts een handig in eikaar gezette komedie geweest. Sinds zyn aankomst had men alles er op gericht om hem om den tuin te leiden. Zelfs zag hü thans de mogelykheid onder de oogen, dat het geheele optreden van mevrouw Morley een list was, een onderdeel der komedie door Morley op touw gezet. En de kroon op het werk was geweest de weigering om Nee-da-boy te geven waar deze om vroeg. Ook dit was dus een stukje komedie. Bü zün terugblik op de gebeurtenissen zag Bruce in hoe de manager overal de hand in had. Ongetwijfeld had hüzelf dus ook de Indianen opgestookt tegen den thermometrograaf en eveneens, door deze en andere middelen, Joe Snowbird den schrik op het lijf gejaagd, zoo dat deze was weggeloopen en Bruce alleen had gelaten, overgeleverd aan Morley. En het was juist de wyze waarop Bruce aan den manager overgeleverd was, die hem deed schrikken. Hü kende den pelshandei, sende alle trucs en methoden, wist wat hem thans te wachten stond. Er waren tal van «middelen aangewend, om de tegenstanders uit het zadel te gooien; in het Noorden werden de verhalen hierover tot in het etieindige gefluisterd, achtei gesloten deuren, in een vreesaanjagend lispe len. De verhalen waren legio, en de gebruikte middelen ontelbaar. Er gold slechts één wet- ..Bemachtig de pelsen!" Van al deze geschiedenissen en legenden, van alle gefluisterde, geheimzinnige en vieeselijke verhalen, spande het verhaal van „de lange tocht" de kroon. Gedurende meer dan een eeuw waren de gefluisterde büzonderheden daarover het geheim gebleven der onmetelijke bosschen van het Noorden. Het zou moeilijk geweest zijn precies te zeg gen, welk lot hen. die in de ver-afgelegen eenzame posten den styd tegen de groote maat schappij hadden durven aanbinden, had ge troffen. Niemand kon een voorbeeld aanhalen. Niemand was in staat een naam, een plaats of een datum te noemen. Niemand werd er ook gevonden die de mysterieuze reis ooit gemaakt had. Ook werden er geen sagen gezongen van hen die hadden gewonnen of verloren. Vraag iederen beambte van de Hudson's Bay daar naar en hij kijkt u met verbazing aan. Van zooiets nooit gehoord, nooit, ver klaart hü. Het diepste mysterie van het steeds-myste- rieuze Noorden heeft de legende In een Ujk- wade gehuld, juist zooals de mist een eiland omfloerst, nu eens dit, dan dat gedeelte bloot leggend, echter nooit het geheel, noch de fun deeringen, het grootste gedeelte overlatend aan veronderstellingen en geruchten, aan vage byzonderheden die evenmin tastbaar zün als de mist zelf. Doch al waren de byzonderheden verschil lend, op één punt stemden de grimmige ver halen alle overeen. Wanneer een of andere vrijhandelaar betrapt werd in het district der maatschappij, dan werd hii naar den post meegenomen en daar gaf men hem zyn vrij heid. Men deed niets tegen hem. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9