Waterstaat afgehandeld
I
'wHm
WÈÊÈÊÈ
De spelling van
onze taal
De bacon-smokkel
Auto rijdt trottoir
op
VERKEERSPROBLEMEN
HET RIJPENDE
KOREN
miÊÊÈÊrm
ZATERDAG 10 MAART 1934
EERSTE KAMER
De weg AmsterdamLaren
zal nog dit jaar worden
verbreed
„Rechts gaat voor"
Collectieve contracten
SÜÉ1 djSgk
Minister Kalff
Onbewaakte operwegen
Koloniën
Tijdelijke loonkorting
Textielfabrikant te Helmond wil
tijdelijk het contract op zij zetten
Het compromis zal binnenkort in
den Ministerraad worden
behandeld
Spoedige invoering op
school
BOTERPRIJS
Een luchtvaartdag
Plannen voor een jaarlijksche
demonstratie
De Varkenscentrale beantwoordt
uitvoerig de gestelde vragen
feuilleton
Prof. Schrijnen
Heden 40 jaar priester
4
Het vastenmandement
sloeg in
De afd. Den Bosch van de N.S.B.
zal met ingang van 1 Mei
worden opgeheven
UIT HET MEUBELBEDRIJF
Conflict voorkomen
Een meisje gedood, broertje en
zusje ernstig gewond
Gevel van woonhuis
vernield
PATER JACOB t
NATIONALE BEDEVAART
Vrijdag te Nijmegen aangekomen
ARRESTANT ONTVLUCHT
Later zichzelf weer aangemeld
92-jarige vrouw aangereden
DEN HAAG, 9 Maart 1934
De Eerste Kamer is heden met haar begroo-
tingswerk een stevig stuk gevorderd. De be
grootingen van Waterstaat, Koloniën, Wegen
fonds en de Staatsmijnen werden alle zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
En thans is nog slechts Economische Zaken
over. Moge minister Verschuur de volgende
week hersteld zijn. En moge dan de Eerste
Kamer hem niet al te vermoeiende dagen ver
oorzaken.
MINISTER KALFF, die, naar men weet, ook
eenigszins met zijn gezondheid schijnt te suk
kelen, al bleek daarvan heden niet veel, heeft
over de Eerste Kamer geen klagen gehad. Er
waren over de toch omvangrijke begrooting
van Waterstaat slechts vijf sprekers en het ge
luk wilde, dat zij alle vijf het vrijwel onont
koombare lot van den senator! enkel maar
in herhaling vielen. De minister weet met der
gelijke redevoeringen wel raad. Zelfs schriftelijk
in zijn Memorie van Antwoord verwijst hij ter
zake van punten, waaromtrent het Voorloopig
Verslag der Eerste Kamer aan het herkauwen
sloeg, eenvoudig naar bladzijde zooveel en zoo
veel van de „Handelingen" der Tweede Kamer.
En waar dan mondeling nog eens opnieuw der
gelijke punten worden besproken, beperkt hij
zich tot een zeer kort wederwoord. Methode,
die aan de in den Senaat nogal eens in het
gedrang rakende efficiency ten goede komt.
De Katholieke senatoren namen ook heden
de meeste plaats op de sprekerslijst in, de heer
ANDRIESSEN met opnieuw een pleidooi voor
verbindendverklaring van de normen der col
lectieve arbeidscontracten in bestekken voor
Rijkswerken, mr. JANSSEN DE LIMPENS met
een uitnemende rede over noodzakelijke wijzi
gingen in onze Motor- en Rijwielwetgeving en
de heer NIVARD met een bespreking van di
verse Rotterdamsche belangen de spoorweg
plannen der Maasstad en den bouw van een
tunnel onder de Maas en van de houding,
die de minister aanneemt tegenover de belan
gen van spoor- en tramwegpersoneel. Over dit
laatste onderwerp had vóór hem de sociaal
democraat MOLTMAKER reeds een philippics
tot den bewindsman gericht, terwijl de Chris-
telijk-Historische senator TER HAAR evenals
de heer Janssen de Limpens de beteugeling van
de gevaren van het motorisch verkeer besprak,
daarbij ook nog eens ten zooveelsten male de
onbewaakte overwegen bejammerend.
MINISTER KALFF, heden belangrijk beter op
dreef dan Woensdag aan den anderen kant van
het Binnenhof, begon zijn rede met in het al
gemeen te verklaren, dat hij bereid was, al het
te berde gebrachte nog eens ernstig na te lezen
ih de „Handelingen" en er nauwgezet aandacht
aan te wijden. Van de punten, die hij voor een
nadere bespreking uitzocht, mogen we de vol
gende vermelden:
De verbindendverklaring van de collectieve
arbeidsovereenkomst in de Rijksbestekken heeft
ook de heer Andriessen ondanks zijn helder en
goed voorgedragen betoog niet van den minis
ter kunnen loskrijgen. De minister was het prin
cipieel vrijwel met den Katholieken afgevaar
digde eens, maar moet de verbindendverklaring
Uitstellen tot betere tijden, waarin de prijs van
de Rijkswerken niet zoo scherp in 't oog ge
houden moet worden als thans.
De kwesties van verkeersveiligheid, door
mr. Janssen de Limpens en den heer Ter
Haar ter sprake gebracht, vinden regeling
ih de wijziging van de Motor- en Rijwiel-
Wet, die gereed is, om naar den Raad van
State te worden verzonden.
Het zal ons benieuwen, of die regeling zoo
compleet zal zijn als de Katholieke senator
haar heden bepleitte. Want de heer Janssen de
Limpens had nogal wat desiderata. Wettelijk
verplichte periodieke controle der auto's, op
neming onder de bescheiden, die ter verkrijging
van een rijbewijs noodig zijn, van een verkla
ring der politie, dat de aanvrager ten aanzien
van het gebruik van alcohol een goede repu
tatie geniet, het stellen van precies dezelfde
eischen, wanneer de termijn, waarvoor aan
iemand het rijbewijs ontnomen is, is verstreken,
verder de bepaling, dat op speciaal aangeduide
hoofdwegen het verkeer altijd voorrang heeft op
dat, hetwelk uit zijwegen komt, en tenslotte
de verplichting voor wie van een zijweg den
hoofdweg oprijdt, om zijn vaart dusdanig te tem
peren, dat hij onmiddellijk stoppen kan.
Vooral de laatste bepaling in den geest,
waarin het Haagsche Gerechtshof al eens ar
rest wees is van beteekenis. Want het is een
niet te loochenen feit, dat de regel „rechts gaat
voor" vaak een vrijbrief is voor koppig zich aan
hun „recht" van artikel 5 van het Motor- en
Rijwielreglement vastklampende onvoorzich-
tigen.
De critiek, door de
heeren Moltmaker
en Nivard geoefend
op het feit, dat de
minister, in stede van
een rechtsbeschermer
van het spoorweg
personeel tegen de
directie te zijn, de
spoorwegdirectie, ge
heel in strijd met
zijn taak, tot ver
slechtering der ar
beidsvoorwaarden
dwingen zou, heeft
de bewindsman af
gewezen.
F. NIVARD
Hfj betoogde, dat de taak van den minister
van Waterstaat sedert 1920 in een geheel ander
licht gekomen is, omdat hij van toen af aan
had op te komen voor het bedrijfsresultaat der
spoorwegen.
De staat kan nu eenmaal niet ieder jaar
de enorme tekorten blijven bijpassen. En
dan kan bij het verminderen der exploi
tatiekosten het loon, dat daarvan 5 pCt.
uitmaakt, onmogelijk buiten beschouwing
blijven. Trouwens de minister herhaalde
dit in de Tweede Kamer reeds aangehaalde
argument de loonen van het personeel
zijn nog altijd dusdanig, dat de minst be
zoldigde op de goedkoopste standplaats 24
verdient.
Ook de critiek op zijn houding tegenover de
personeelsaangelegenheden bij de diep in het
moeras zittende tramwegen kon minister Kalff,
die terecht de reputatie heeft van een warm
voelend en sociaal denkend man, niet aan
vaarden. Het feit ligt er nu eenmaal, dat de
tramwegmaatschappijen ook in het belang
van het personeel zelf gered moeten worden
van den ondergang. Men bedenke ook, aldus de
bewindsman, dat de aandeelhouders al jaren
lang geen cent dividend krijgen en dat hier en
daar zelfs de positie der obligatiehouders in
gevaar is. In dit verband lijkt ons voor wat
de spoorwegen betreft, de vraag op haar
plaats, of daar de dividendgarantie maar altijd
onaangetast blijven kan.
Terzake van de onbewaakte overwegen staat
Minister Kalff op hetzelfde standpunt. Willen
automatische signalen, door den heer Ter Haar
bepleit, niet gevaarlijk zijn in stede van een
beveiliging, dan dienen ze op al de 2500 onbe
waakte spoorwegovergangen te worden aange
bracht. En dat kost anderhalf millioen.
De spoorwegplannen te Rotterdam als ze
geleidelijk moeten worden uitgevoerd, aldus de
heer Nivard, is dat een argument te meer,
om maar vqst te beginnen moeten wachten
op de resultaten van de electrische tractie van
RotterdamDordt en de Dieselelectrische op
RotterdamGouda. Want daardoor zal ver
moedelijk tengevolge van een eenvoudiger per
ronstelsel en tengevolge van minder behoefte
aan gerangeer met locomotieven, een beschei
dener opzet mogelijk zijn.
Dat de tunnelbouw onder de Maas stagneert,
ligt aan de Rotterdamsche gemeentewerken,
die hun plan nog niet klaar hadden.
Het verkeersvraagstuk in zijn geheel bespreekt
de Minister liever bij het Verkeersfonds. En tot
zoolang zal ook de heer Moltmaker geduld
moeten hebben met hét vergunningsstelsel van
vrachtauto's.
Tenslotte dient nog vermeld, dat de Minister
terecht van meening blijft, dat vertegenwoor
digers van personeel niet behoeven zitting te
hebben in den Raad van Commissarissen eener
onderneming want op die wijze controleert
de ondergeschikte zijn superieur. Het geval
Nivard, door den heer Moltmaker ter sprake
gebracht, lag echter wel eenigszins anders.
Want de heer Nivard is al jarenlang niet meer
aan eenige personeelsorganisatie annex.
Bij de begrooting van het Wegenfonds is
door drie sprekers de katholieken VISSER
en DE JONG en den Christelijk-Historicus
TER HAAR wederom de klinker ter sprake
gebracht, het nationaal fabrikaat, dat voor de
wegbedekking de voorkeur hebben moet. Minis
ter KALFF heeft daar niets op tegen. Maar de
zaak moet niet duurder worden dan noodig
is. En duurder wordt zij in alle gevallen
en die zijn nogal talrijk waar de kllnkerbe-
strating een fundeering niet missen kan. De
omstandigheden zullen dus telkens den door
slag moeten geven.
De weg AmsterdamLaren de heer Ter
Haar sprak daarover zal nog dit jaar ver
breed worden. En evenzoo zoo spoedig moge
lijk de weg AssenRolde, die de onver
woestbare, enthousiaste Drenth SMEENGE
zwaaide dit testimonium volgens een Fran-
schen geleerde, de mooiste weg is in... Europa.
Of hij er door de verbreeding mooier op wor
den zal, is een andere vraag.
Bij de begrooting van Koloniën heeft Dr.
COLIJN aan Mr. FOCK, den eenigen spreker,
toegezegd, dat er thans spoed gezet zal worden
achter de herziening der Regeeringsreglemen-
ten voor Suriname en Curasao. De liberale
senator had daarop aangedrongen, omdat bij
den thans bestaanden toestand de Nederland-
sche Staten-Generaal absoluut geen zeggen
schap hebben over de begrooting van Curasao.
Want die begrooting is thans sluitend. Maar
dank zij een leening van Nederland, dat thans
een vordering op Curasao heeft van een dikke
v«f millioen En dan niets in de melk te
brokkelen te hebben!
Eenigen tijd geleden gingen er geruchten,
dat de directeur der N.V. Weverijen H. Swin-
kels, te Helmond een tijdelijke loonsverlaging
van 20 pCt. wilde invoeren.
De arbeidersorganisaties hebben toen een
conferentie gehad met de directie, waarin deze
de juistheid dezer geruchten bevestigde.
De bedoeling is de loonen, die volgens contract
geregeld zijn, gedurende drie maanden met 20
pCt. te verlagen over de geheele linie. Daarna
zouden ze weer worden hersteld op de oude
basis.
De arbeidersorganisaties staan hier afwijzend
tegenover, terwijl ook de beslissing van de R.K.
Werkgevers in de textielnijverheid, met wie het
contract is afgesloten, nog niet bekend is. Ook
de werkgevers zullen tegen dezen maatregel
waarschijnlijk bezwaren maken.
Het is bekend, dat de directeur der onder
neming, de heer H. Swinkels, een volbloed
N.S.B.'er is en op zijn fabriek nogal reclame
maakt voor deze organisatie.
Het compromis in het spellingvraagstuk,
dat de spellingcommissie als oplossing aan
beveelt en waarvan minister Marchant
Donderdag in de Eerste Kamer gewag
maakte, zal waarschijnlijk in de eerst-
volgendp bijeenkomst van den ministerraad
worden besproken. Zoodra de ministerraad
zijn goedkeuring' aan de voorstellen zal
hebben verleend, zullen de wijzigingen wor
den gepubliceerd.
Het ligt in de bedoeling, aldus „De Telegraaf"
dat de nieuwe voorschriften voor ambtelijke
Stukken verplicht zullen worden gesteld en dat
zij op 1 September a.s. zullen worden inge
voerd op de scholen waarover de regeering
zeggingschap heeft. Men verwacht, dat de
andere scholen en de maatschappij dan zullen
volgen, temeer daar het compormis nogal mee
moet vallen en de nieuwe spelling ook de meer
conservatieven zal kunnen voldoen.
Intusschen is het nog altijd mogelijk, dat de
ministerraad zich met de voorstellen niet zal
kunnen vereenigen of wijzigingen zal eischen,
die nieuwe besprekingen noodig maken. Het
compromis schijnt echter een goede kans te
maken. Minister Marchant heeft n.l. voor de
commissie werd ingesteld de principieele mede
werking van den ministerraad verzocht en
verkregen. Bezwaren tegen een wijziging op
zichzelf zullen dus niet meer worden ingebracht.
De ministerraad zal slechts beslissen over de
thans in concreto voorgestelde nieuwe spel
lingwijze.
De Leeuwarder boternoteering heeft een
nieuw laagterecord bereikt, n.l. 43 cents per
kilo, dat is drie cents lager dan op 2 Februari.
Naar wij vernemen, hebben de burgemeesters
van Zeist en Soest, in samenwerking met den
commandant van de Luchtvaartafdeeling te
Soesterberg, het initiatief genomen tot het or-
ganiseeren van een nationalen luchtvaartdag,
welke voor de eerste maal zal worden gehou
den op 19 Mei as. op het vliegveld Soesterberg
Naar men weet zijn de beide bovengenoemde
burgemeesters eere-voorzitters van het „Peli
kaan-Comité" in bedoelde plaatsen en men zal
trachten, door de organisatie van dezen natio-
De directie der Varkenscentrale heeft thans
geantwoord op de vragenreeks van „Het Han
delsblad" over de bacönsmokkelarij naar Bel
gië.
Omstreeks half Februari is aan den Brussel-
schen agent der Varkenscentrale telefonisch
verzocht, om (met den anderen agent, die daar
eveneens voor de V. C. werkzaam was, op 27 Fe
bruari naar Den Haag te komen, voor de be
spreking die ingevolge den ontslagbrief van 29
Januari nog plaats moest vinden.
Op 23 Februari werd den heeren echter aan
geschreven, dat deze bespreking niet op 27 Fe
bruari, doch eerst 6 Maart zou worden gehou
den. Dit nu geschiedde, na afspraak en over
leg met den inspecteur der recherche te Rot
terdam, die n.l. op 22 Februari de directie der
Varkenscentrale was komen mededeelen, dat
uit het al eenigen tijd in volledige samenwer
king met de V. C. in gang zijnde onderzoek, (in
verband met de heele baconquaestie) gebleken
was, dat de heer P. betrokken was in de Belgi
sche fraude.
Even nadat de inspecteur der recherche op
Vrijdag 22 Februari het kantoor der V. C ver
laten had, bij welke gelegenheid hij de directie,
die hieromtrent voordien niets van ambtelijke
zijde had vernomen (hoogstens sinds 15 Fe
bruari eenige nog niet gecontroleerde geruch
ten) ook had ingelicht omtrent de op 15 Fe
bruari door het Brusselsche parket bij den heer
P. gedanen inval, meldde zich de heer P. zelf
op het kantoor aan.
Aangezien juist met de recherche, die met
haar onderzoek nog niet gereed was en daar
om eén voortijdig onderhoud tusschen den di
recteur der V. C. en den heer P. wilde voorko
men, was afgesproken, dat dit onderhoud pas
op 6 Maart zou worden gesteld, stond de di
recteur der Varkenscentrale den heer P. niet
te woord, doch waarschuwde onmiddelliji: tele
fonisch de recherche dat de heer p. zich op
dat moment op het kantoor der v. C. in Den
li
Na het maal was de avond spoedig voorbij.
Edouard ging in de herberg slapen, Etienne en
Jacques zochten de kamer op voor hen bo-
ven den stal gebouwd; de drie meisjes begaven
zich naar het vroegere kindervertrekje, thans
«aar kamer, want bij den groei der familie had
men ook het huis moeten vergrooten. Ook
Pierre lag reeds te bed, doch Catherine, wel
bevroedend, dat de meisjes meer lust tot pra-
'en dan tot slapen zouden hebben, ging eens
dijken. Inderdaad hoewel men elkander reeds
een half uur geleden goeden nacht gewenscht
bad, was Louise de eenige, die sliep.. Margue
rite en Ninette zaten op den rand van haar
bed en spraken druk over de groote gebeurtenis,
die Ninette's bestaan aldus kwam beroeren.
Marguerite, ga naar bed, zei de moeder.
Ninette, met jou heb ik nog wat te praten.
Sia een doek om en ga met mü naar den
tuin. 't is een mooie nacht; onder het prieel
tje zullen we ongestoord zijn.
Ninette gehoorzaamde en volgde haar pleeg
moeder, lang niet gerust over hetgeen deze te
zeggen had.
Liefdevol trok Catherine het meisje tot zich
en voerde haar naar het prieel, waar zü zich
op een bank neerzette. In volmaakt vertrou
wen legde Ninette haar kopje tegen den schou
der van haar pleegmoeder en weende.
Niet schreien, kindlief want heden heeft
God je een groot geluk toegezonden.
Kan het een geluk zijn, moeder, u te ver
laten?
Ach, Ninette, zelfs als je werkelijk mijn
dochter waart, zou je mü eenmaal moeten ver
laten om je echtgenoot te volgen.
O, aks ik werkelijk uw dochter was! Maar
als ik
Nu, zeg maar gerust, wat je denkt.
Bijna onhoorbaar was het antwoord:
Als ik de vrouw van Jacques was.
Juist daarover wilde ik met je praten,
lieve; thans kun je de vrouw van Jacques niet
meer zijn.
Moeder! protesteerde het meisje.
Luister eens bedaard. Ik weet heel goed,
dat huwelijk was de droom van je kinderjaren,
ook die van mijn armen jongen. Welnu, uit
droomen ontwaakt men 's morgens. Heden zijn
wij ontwaakt, je moet er van afzien en trachten
te vergeten.
Maar waarom, moeder? Waarom van
Jacques afzien? Waarom hem vergeten?
Omdat je broer rijk is en jij het eenmaal
ook zult zijn.
Wat maakt dat uit?
Dat maakt zeer veel uit. Jacques zal slechts
zijn deel hebben van ons goed en van hetgeen
grootvader Bouju bezit. Dat alles bij elkaar lijkt
nog niets op een fortuin.
Moeder ik was slechts een arm meisje, zon
der eenigen bruidschat; vond u dat toen een
hindernis om met uw zoon te trouwen?
Heer in den hemel, neen!
Welnu, wat verandert er dan, als ik nu
rijker ben dan hij?
Daarover alleen zou reeds heel wat te pra
ten zijn; doch naar mijn inzien verdwijnt die
ongelijkheid, wanneer beide echtgenooten ver
standig en edelmoedig zijn. Maar wat niet ver
dwijnen kan? De ongelijkheid in stand, en bo
venal in kennis en zulke dingen.
Dat behoeft geen beletsel te zijn! zei
Ninette nu, nog wel bedrukt, maar toch bijna
lachend.
Meisjelief zoo besloot moeder het onderhoud,
spreek niet'over je gevoelens, zeg er niets van
tot je broeder. Hij zou kunnen denken, dat wij
je aanmoedigen; het zou lijken, of wij hem om
je bruidschat vroegen, als betaling voor hetgeen
we aan je gedaan hebben. En bovenal, spreek
er niet met Jacques over; ik, zijn moeder, smeek
het je, en desnoods ik verbied het je. Hij
heeft den stoot ontvangen geef hem nu niet
eenige hoop, doe hem geen beloften, die je niet
zoudt kunnen vervullen.'
Goed, zuchtte Ninette, ik zal niets zeggen.
Catherine kuste haar.
Arme kleine, ik doe je wel pijn, maar het
is om je in de toekomst onnoemelijk veel leed te
besparen, jou zoowel als hem.
Haag bevond. Om dezelfde reden moest na
tuurlijk een aankondiging omtrent voorioopige
officieele schorsing achterwege blijven. Zulk een
stap zou immers het verder onderzoek ten zeer
ste hebben kunnen schaden.
Toen de directeur der Varkenscentrale, den
heer P. op 22 Februari om de zooeven vermelde
reden niet kon ontvangen, (natuurlijk werd
aan den heer P. deze reden niet meegedeeld)
heeft deze wel met anderen van het kantoor
gesproken, en bij die gelegenheid een vrijwilli
ge verklaring afgelegd, waarbij hij o.m. zelf
mededeelde, dat het Brusselsche parket op 15
Februari in zijn woning een onderzoek had in
gesteld.
Dat den heer P. op 29 Januari werd aange
schreven, dat de met hem bestaande overeen
komst zou eindigen, vond toen uitsluitend zijn
oorsprong in de omstandigheid, dat het niet
langer loonend scheen, deze overeenkomst te
handhaven. Wel bestond op dat oogenbük het
voornemen, eventueel nog den heer P. op een
andere basis voor de Varkenscentrale te Brus
sel werk te laten verrichten. En daarover zou
dan de aanvankelijk op 27 Februari gestelde
bespreking hebben geloopen. Zoolang bleef hij
dan nog in functie, wat practisch het geval is
geweest, totdat men, dank zij het bovenver
melde onderzoek bevonden had, dat de heer
P. bij fraude in België betrokken scheen te
zijn.
In verband met de vragen, die betrekking
hebben op het feit, dat sterke achteruitgang
van den export naar België reeds geruimen
tijd voor Januari van dit jaar was ingetreden,
vernam het blad van den directeur der Var
kenscentrale, dat de heer P. oorspronkelijk op
commissie gewerkt had. Vrij kort echter nadat
de V. C. in werking was getreden, was hierin
een wijziging aangebracht, en kreeg de heer P.
een vast salaris, aangezien dit een groote be
sparing zou opleveren: door de centralisatie
van den uitvoer zou hij immers heel wat meer
dan tot dusver in handen krijgen, (n.l. meet dan
van een enkel bedrijf) en dus zouden op die
manier de commissiege. on een aanzienlijk
hooger bedrag hebben uitgemaakt dan het vaste
salaris dat hem nu werd toegekend; een sala
ris, waarvan men aldus de directie der V.
C. gerust kan zeggen, dat het ook nog bij
den stand van den export zooals die nog gerui
men tijd is gebleven, waarlijk niet te hoog
was.
nalen luchtvaartdag bij te dragen tot de vor
ming van het nationale luchtvaartfonds, dal
het „Pelikaan"-comité zich ten doel stelt. De
militaire luchtvaart heeft deze gelegenheid
gaarne aangegrepen, om een bewijs te geven
van hartelijke sympathie voor de burgerlijke
luchtvaart en om een loyale poging te doen om
den arbeid van het Nationaal Luchtvaarifonds
te steunen. De Minister van Defensie heeft
reeds zijn goedkeuring gehecht aan dit plan. De
meest volledige medewerking van den militai
ren vliegdienst is toegezegd. Naast den steun
aan het „Pelikaan"-comité vertrouwt men, door
de organisatie van dezen naiionalen lucntvaart-
dag tevens te voldoen aan een lang gekoester-
den wensch van velen, die voor de luchtvaart
belangstelling hebben. Het ligt in de nedoeling
de organisatie ter hand te nemen in denzeifden
geest van de Engelsche luchtvaartdagen welke
jaarlijks te Hemmen gehouden worden en hon
derdduizenden belangstellenden trekken. Indien
de pogingen slagen, hoopt men ook den Ne-
derlandschen luchtvaartdag tot een jaarlijksch
evenement te maken voor allen, die sympathie
en belangstelling voelen voor onze vaderland-
sche luchtvaart.
Heden viert Mgr. Prof. Dr. Jos. Schrijnen zijn
40-jarig priesterfeest. Jos. Ch. F. H. Schrijnen
werd geboren te Venlo 3 Mei 1869, bezocht het
Collegium Albertinum der Paters Dominicanen
aldaar en het bisschoppelijk College te Roer
mond en Rolduc, studeerde aan de universiteit
te Leuven en promoveerde in 1891 tot doctor
in de letteren en wijsbegeerte op een proef
schrift, getiteld: Etude sur le phénomène de I's
mobile dans les langues classiques. Ontving in
1894 de H. Priesterwijding, was daarna ieeraar
aan het bisschoppelijk College te Roermond.
Werd in 1910 lector en in 1912 bizonder hoog
leeraar vanwege de St. Radboudstichting aan
de Rijksuniversiteit te Utrecht, om onderwijs te
geven in de vergelijkende klassieke taalkunde
en in de cultuurgeschiedenis der christelijke
oudheid, sinds 1921 tevens van staatswege bui
tengewoon hoogleeraar in de algemeene taal
wetenschap. Werd door het Doorluchtig epis
copaat belast met de wetenschappelijke orga
nisatie van de R. K. Universiteit te Nijmegen,
en werd in 1923 aldaar benoemd tot gewoon
hoogleeraar om onderwijs te geven in de Griek-
sche en Latijnsche taalkunde, de algemeene
taalwetenschap en de volkskunde. Was eerste
Rector Magnificus .van de R. K. Universiteit.
Prof. Schrijnen werd herhaaldelijk in zijn
groote persoonlijke gaven en wetenschappelijke
verdiensten erkend.
Mgr. is Geheim Kamerheer en Huisprelaat
van Z. H. den Paus, Ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw, Médaille du roi Albert
avec ruban, Commandeur van de Leopoldsorde,
Officier van de Belgische Kroonorde, Officier
van het Légion d'honneur, Dr. h. c. van oe R.K
Universiteit van Milaan, Lid van de Koninklijke
Akademie van Wetenschappen, Lid van oe Kon.
Vlaamsche Akademie van Wetenschappen. Lid
v. d. Nederlandsche Maatschappij voor Letter
kunde, Eerelid van de Görresgesellschaft. Lid
v. h. hoofdbestuur v. d. Semaine d'Ethnologie
religieuse. Lid van het Bureau van de Com
mission internationale des arts popuiaires,
Voorzitter v. h. Nederlandsch Comité voor
Volkskunst, Lid v. d. Commissie voor intellec-
tueele toenadering NederlandBelgië, Secré
taire Général de la Fédération des Umversités
Catholiques, Secrétaire Général van het Comité
International Permanent de Linguistes, Lid van
de eerste afdeeling van den Onderwijsraad,
Voorzitter v. d. Nijmeegsche Universiteitsver-
eeniging.
Naar ons ter oore komt, zal de afdeeling
Den Bosch van de N.S.B. met ingang van 1 Mei
worden opgeheven, daar het ledental zoover is
teruggeloopen, dat het een bestaan van een
afdeelmg niet meer rechtvaardigt.
Deze teruggang vindt voor een groot deel zijn
oorzaak in het Vastenmandement der Bisschop
pen, door welk mandement vele Katholieken
tot de overtuiging zijn gekomen, dat zij in de
rijen der N.S.B.'ers met thuis behooren.
Nadat partijen, betrokken bij de regeling der
arbeidsvoorwaarden in 't meubelbedrijf, onder
leiding van den rijksbemiddelaar, mr. De Vries,
bijeengekomen waren, heeft de bond van meu
belfabrikanten in zijn ledenvergadering besloten
om, evenals de leden van den R K. Patroons
bond „St. Reinoldus", het contract met de ge-
zellenorganisaties te aanvaarden, waardoor al
leen de halve ziekengeldpremie door de arbei
ders betaald zal worden.
Door dit besluit zal geen conflict over de
collectieve arbeidsovereenkomst in het meubel
bedrijf uitbreken.
Vrijdagavond te omstreeks zes uur Is te
Dongen de 24-jarige chauffeur N„ die in dienst
is bij den carrosseriemaker Janssens, met een
„truck" in vrij groote snelheid den Heuvel af
gereden en op het trottoir terecht gekomen,
waar drie kinderen van den leerlooier Looij-
mans aan het spelen waren.
Het jongste kind, een meisje van vier jaren,
werd dood opgenomen, terwijl de beide andere
kinderen, een broertje en een zusje van 8 en 12
jaren, zeer ernstig gewond werden overgebracht
naar het R.K. Ziekenhuis te Dongen.
De voorgevel van een woonhuis is totaal ver
nield. Het huis moet worden gestut, terwijl het
waarschijnlijk zal moeten worden ontrnimd,
aangezien ernstig gevaar bestaat dat de gevel
zal instorten.
De burgemeester van Dongen, de heer K. L.
J. Wouters, was terstond ter plaatse. Het parket
is gewaarschuwd.
De wagen is vrijwel onbeschadigd, doch de
botsing met het huis was zóó hevig, dat een
naaimachine, welke voor het raam stond, later
in de achterkamer is teruggevonden.
De chauffeur, die door het ontzettende
ongeluk geheel overstuur is, heeft verklaard,
dat de wagen begon te slippen, toen hij den
Heuvel afreed, waarbij zijn voet van den
rem op den gaspedaal moet zijn terecht ge
komen, met het droevig gevolg, dat de reeds
tamelijk groote snelheid aanzienlijk werd
vergroot.
De deernis met de familie Looijmans is zeer
groot.
Vrijdagmorgen is op 78-jarigen leeftijd ont
slapen Pater Jacobs, prior van het Cistercienser-
klooster te Diepenveen.
Pater Jacob, in de wereld Jacobus Fokkes.
werd geboren te Veur. 30 Augustus 1855. Hij is
in het klooster getreden 26 November 1884 te
Achel en werd 31 December 1904 tot priester
gewijd. Maandag zal het stoffelijk overschot in
het klooster Sion te Diepenveen begraven wor
den.
Vrijdagavond te 7 uur arriveerde met den D-_
trein uit Bazel te Nijmegen de Nat. Bedevaart
Onder de pelgrims bevond zich Z. H. Exc. Mgr.
A. Diepen, die aan het station werd begroet
o.m. door den Hoogeerw. heer F. N. J. Hen-
drikx, Vic. Gen van het bisdom Den Bosch en
den Hoogeerw. heer J L van Mulukom, deken
van Nijmegen.
Alle pelgrims waren opgetogen over de reis,
men kwam niet uitgesproken over de plechtige
audiëntie bij Z. H. den Paus.
Van Nijmegen uit begaven de pelgrims zich
per auto naar hun woonplaats.
De politie te Blaricum heeft Woensdagavond
aangehouden H., wonende aldaar, die er van
verdacht werd dienzelfden avond een drietal
inbraken te hebben gepleegd.
H., die in het cachot bij het gemeentehuis
werd opgesloten, zag Donderdagavond kans
tijdens de afwezigheid van de politie, de dub
bele deuren van zijn cel te forceeren en te
ontvluchten.
De politie, die zulks later ontdekte, stelde on
onmiddellijk een achtervolging in doch het
mocht haar niet gelukken den arrestant te
achterhalen. Echter nog denzelfden avond, om
half tien, kwam de ontvluchte zich zelf weer
aanmelden. Als motief voor zijn ontvluchting
gaf hij op. dat. hij het niet langer in zijn cel
kon uithouden. Men heeft hem daarop weer
ingesloten.
Te Rotterdam is de 92-jarige weduwe G. v.
D. door een wielrijder aangereden. Zij viel en
bekwam een zware hersenschudding. In zorg-
wekkendeu toestand is zij naar het ziekenhuis
gebracht.
Het meisje antwoordde niet, en beiden gingen
naar binnen.
Ninette gehoorzaamde trouw; den volgenden
dag vertrok zij, zonder Jacques iets gezegd te
hebben om hem te troosten of te bemoedigen.
Alleen: zü kuste hem het laatst van allen, en hü
voelde haar tranen over zün wangen vloeien.
XVII
Ik maak me ongerust over je broer Mar
guerite; hü verandert met den dag.
Bedoelt u Jacques of Etienne^moeder?
Jacques natuurlijk. Aan tafel spreekt hü
geen woord, en het kost hem zichtbaar moeite
het eten door de keel te krügen. Hü wordt
steeds magerder ,hü kwünt weg.
Zoo zie ik duidelük, mün kind, welk groot
verdriet je hebt, dat we al in October zün en
Louis naar het regiment gaat vertrekken; doch
even helder is het mü, dat Jacques wegkwünt
juist sedert Ninette ons verlaten heeft.
Dat is zoo moeder.
Voor jou of voor Jacques?
O moeder, voor ons alle twee.
Kük eens, Marguerite, jü en Jacques, dat
is lang niet hetzelfde, Louis is zooveel als je
verloofde, een beste jongen, die je niet zal
vergeten. Over drie jaar komt hü terug; dan
ben je oud genoeg om te trouwen, en je zult
gelukkig zün, mogen we verwachten, terwül
Ninette
Maar zü bemint hem toch, opperde Mar
guerite.
Het scheelt veel, hoe, hernam de moeder.
Is het liefde of vriendschap?
Nu spreekt u net als Jacques, die beweert,
dat het Parüsche leven Ninette' reeds al te
zeer behaagt, en zü zich weldra niet meer over
ons bekommeren zal.
Maar meisjelief, uit haar brieven bhjkt
immers helder en klaar, dat ze gelukkig is en
niets meer begeert. Trouwens, dat is ook maar
het beste. De rük geworden Ninette is geen
partü meer voor je broer. En daarom Margue
rite. als hü je daarover spreekt, moet je
trachten hem tot rede te brengen.
Hij praat er nooit over. moeder. Ik heb
het net als u, geraden, daar ik zün geval met
het'müné vergeleek. Als u me niet meer noodig
hebt, zal ik dezen Zondagmiddag te baat
nemen, om Ninette te antwoorden. Zq vraagt
mü een heel langen brief.
Waar zün onze mannen?
Etienne wandelt, Jacques zit op zün ka
mer te lezen, en vader zal wel in het veld zijn.
U weet, als hü niet werkt, moet hü den vol
brachten arbeid gaan bewonderen en bereke
nen wat er nog te doen valt.
Welnu, meisje Louise is naar de kerk;
dus zul je het heei rustig hebben. Schrijf aan
Ninette zoo lang en breed als je' wilt, maar zeg
niets over Jacques.
Marguerite ging naar haar kastje om Ni
nette's laatsten brief nog eens door te lezen;
doch waar ze ook zocht, hij was nergens te vin
den. Ook haar moeder kon daaromtrent geen
inlichtingen geven.
Heb je dien brief voor je antwoord noodig?
Wel neen, moeder, ik moet haar enkel
nieuws van hier schrijven, en dan heb ik heel
wat. Maar ik vind die verdwüning zoo vreemd.
Marguerite zette zich aan den arbeid en
vulde eenige bladzüden, waarbü haar moeder
wel zorgde, dat niemand vergeten werd. Het
meisje sloot den brief en wilde Jacques ver
zoeken hem voor haar naar den post te bren
gen. De jonge man las inderdaad, met den
rug naar de deur gezeten, en was zoo verdiept
in zijn lectuur, dat hii haar niet hoorde bin
nenkomen. Zacht kwam zij naderbü en keek
over zijn schouder. Een boek lag opengeslagen
op zijn knieën en in de hand hield hij een
brief, den verlóren geachten brief van Ninette.
Maar Jacques! Heb jij dien weggenomen?
Driftig wendde hü zich om en bloosde, maar
antwoordde niet. Hij bleef verlegen zitten,
tranen in de oogen.
Ween je? vroeg zü verbaasd. Waarom?
Nog geen antwoord.
Ik begrijp heel goed, zei Marguerite
hartelijk, dat dit schrijven je Pün doet. Daar
om heb ik het je niet voorgelezen, en het spüt
me. dat je het gevonden hebt. Ik neem het
Ninette wel een beetje kwahjk: ze had je toch
wel kunnen noemen en ook iets voor jou zeg
gen. Geef mü den brief terug, broer.
Neen. Marguerite, laat hem mü. Ik neem
het Ninette heel niet kwalqk. Zij zegt, kük eens,
déér, ik ken den zin uit mün hoofd: men ge
went spoedig aan een lotsverandering, als die
gelukkig is. Juist om die woorden niet te ver
geten. bewaar ik dien brief. Ik wil liever on
gelukkig wezen zonder haar.
Wordt vervolgd.