s H. Stichteres De staat en het huwelijksverbod DE SCHANDALEN IN FRANKRIJK H Medische Kroniek Dommergme^Biogenes op geeompromltteerdeii maar 4 ZONDAG 11 MAART 1934 IDEEËN De kleinsten en zwak- sten bedreigt itrtwpr"""iwiir H - L- AMiHiflaiMBa Louise de Marillac, van de Dochters van Liefde, wordt vandaag heilig verklaard Weinig bekend in ons land NOODTOESTAND MIJN BEDRIJF PATER v. KESSEL O.Cist. f Conflict te Aalsmeer opgelost Volledige overeenstemming PAROCHIE TE HALFWEG Bestaat veertig jaar ONDERHANDELINGEN MET FRANKRIJK DE LIEBAARD BELANGSTELLING VOOR DE „PELIKAAN" Hartonderzoek In het rijk der geestelijke stroomingen be hoort het heden tot de orde van den dag om aan den Staat, d.w.z/aan het cen trale "burgerlijke gezag, onbeperkte bevoegd heden te verleenen. Daaruit is ook de moderne dwaling voortgekomen, welke leert, dat de Staat huwelijksverboden mag uitvaardigen en sommige individuen door medisch ingrijpen ongeschikt voor het huwelijk mag maken. En gelijk 't steeds met nieuwe dwalingen gaat: zij worden aangehangen zelfs door hen. wier godsdienstige overtuiging op z'n felst zich er tegen zou moeten verzetten. Zoo kan men christenen en zelfs katholieken in onzen tijd heel luchthartig over de noodzakelijkheid van huwelijksverboden en huwelijksbelemmering hooren spreken. Om tweeërlei redenen is het toekennen van bevoegdheid aan den Staat om zijn onderdanen met geweld het huwelijk te beletten een on houdbare eisch en wel om een practische en om een principieele reden. De practische reden is deze, dat zulk een be voegdheid niet steunt op een vaste basis. De redeneering van de voorstanders van staatsin- grijpen is deze, dat de overheid ter wille van het toekomstig geslacht en van de „raszuiver heid" individuen, die zeker een minderwaardig kroost zullen voortbrengen, moet verhinderen een huwelijk te sluiten. Laten wij eens een oogenblik aannemen, dat deze gedachte juist zou zijn. Hoe kan de overheid met zekerheid bewijzen, dat er uit een bepaald huwelijk min derwaardige individuen zullen voortkomen? Zij moet zich daarvoor beroepen op de wetenschap, ai. op de leer der overervingsverschijnselen. En hoeveel bewondering men ook hebben kan voor de geleerden, die zich op dit terrein hebben bewogen, de wetenschappelijke mannen Zijn de eersten om te verklaren, dat hier een wetenschap in opkomst is; dat er nog tallooze problemen zijn op te lossen. Men kan nu nog hoogstens van een vermoeden spreken. Wanneer bijv. onderzoekingen hebben uitgemaakt, dat slechts 19 pet. der epileptici geheel gezonde nakomelingen hebben, dan is het toch in een bepaald geval voor een overheidspersoon on doenlijk om een lijder aan vallende ziekte te verbieden te huwen. Zal zoo iemand tot de 19 pet. behooren? Mag aan iemand een eerste natuurrecht, het recht om te huwen, op grond van een vermoeden, om een waarschnlijk- heid, worden ontnomen? Er zijn voorbeelden te over in de geschiede nis, die ook een heiden, ook iemand, die alle hoogere motieven buiten zijn redeneering sluit, moeten doen huiveren voor zulk een staats- bevoegdheid. Karei de Vijfde had een krank zinnige moeder, Johanna de Waanzinnige. En niemand zal toch beweren, dat het maar beter ware geweest, wanneer deze vorst nooit ge boren was. De groote Duitsche dichter Heinrich Heine was erfelijk belast met geslachtsziekte van zijn voorouders. Reeds in zijn jeugd was hij gedeeltelijk verlamd door een zeer pijnlijke ruggemergziekte, welke tenslotte in een alge- heele verlamming overging. Desondanks ont plooide hij een ontzaglijke werkzaamheid en wordt hij tot de geniaalste menschen van zijn tijd gerekend. Lees de geschiedenis van het geslacht Beet hoven. Er bestaat een modern werk: Musik auf dem Rhein, waarin aan de hand van geschied kundig vaststaande gegevens wordt aangetoond, dat de Beethovens van geslacht op geslacht zwaar drankzuchtig waren. Toch bracht de kapelmeester van Bonn het muzikale genie Ludwig von Beethoven voort. Hadden er in die dagen huwelijksverboden bestaan, de schepper Van de negende symphonie zou nimmer het levenslicht hebben aanschouwd. Welk een verantwoordelijkheid neemt de overheid op zich! Zouden de tegenwoordige Duitsche machthebbers de consequentie van hun stelsel aandurven om de samenleving van genieën als Beethoven te berooven? Naast dit practische bezwaar geldt het veel ernstigere nml. het moreele. Met huwelijksver boden en sterilisatiewetten komt de Staat op een terrein, dat niet het zijne is. Waarom zou de burgerlijke overheid zich alleen tegen het huwelijk van dragers van bepaalde ziekte kiemen verzetten? Er zijn tal van andere com binaties denkbaar, welke aan de samenleving zeer ongewenschte individuen opleveren. Er trouwen menschen met misdadigen aanleg, van Wie 'n allertreurigst gezin met bijna wiskundige zekerheid kan worden voorspeld. Er huwen menschen met elkaar zonder eenig verant woordelijkheidsgevoel, van wie het allerergste Voor de samenleving is te vreezen. Terecht houdt de Staat daar zijn handen af: dit is particulier terrein. Er zijn duizenderlei onvol maaktheden in de maatschappij, waartegenover de Staat machteloos is en er zijn er even zoo vele, waartegen hij wel zou kunnen en zelfs zou moeten optreden, maar waarvan hij ter wille van de „gewetensvrijheid" de handen af houdt. Denk eens aan alle mogelijke manieren, Waarop in onze maatschappij een zwakke door e«n sterkere kan worden onderdrukt; denk eens aan de millioenen zonden, waartegen geen strafwet iets vermag; aan de ontelbare zeden misdrijven, aan de ergernis tegenover de jeugd, door prikkellectuur en bioscoop. Het huwelijk is allereerst een persoonlijke aangelegenheid en daarnaast is het een zaak van de Kerk. Zij alleen kan hier met gezag en ook met goed gevolg optreden. Vele menschen zjjn ongeschikt voor het huwelijk. Het eenig juiste middel om hen er van terug te houden is overreding. De ouders zijn de allereerst aan gewezenen om, wanneer zij zulk een lichame lijke of geestelijke ongeschiktheid bij hun kin deren ontdekken, vroegtijdig, voorzichtig en met tact de gedachten aan een huwelijk af te lei den. Zij zullen goed doen zich daarbij door een medicus, waar noodig door een psychiater te laten voorlichten. Het voornaamste werk in- tusschen zal de geestelijke leidsman moeten doen, die het verantwoordelijkheidsgevoel van den patiënt zoozeer zal moeten aanwakkeren, dat deze gelaten in zijn lot berust. Zulk een overwinning op zichzelf behaald, Zal den betrokkene tot groote verdienste strek ken en hem moreele kracht geven voor zijn verder leven. Ook al zou hier een vergissing worden begaan en zou de betreffende persoon geen slechte erfdrager zijn, dan is er naar christelijke opvatting toch niets verloren. "Wordt een persoon tegen zijn wil door staatsdwang verhinderd van zijn huwelijksrecht gebruik te maken, dan kan dit groote schade aan zijn zieleleven toebrengen. In het andere geval, wan neer hij vrijwillig, overtuigd, dat Gods Wil met hem een andere is, aan het huwelijk ver zaakt, zal hij groote waarden voor zijn ziel verwerven. Het huwelijk is allereerst een persoonlijke zaak. De kerk heeft altijd gestreden tegen lou ter contracthuwelijken, tegen verkoop van de bruid aan de ouders van den bruidegom en al soortgelijke misbruiken, die den persoonlijken wil van de aanstaande echtgenooten aan ban den leggen. De huwenden moeten zelf de groote, zedelijke verantwoordelijkheid begrijpen, welke zij op zich nemen door een verbintenis voor het leven, verantwoordelijkheid ook tegenover het te verwachten kroost. Uitgaande van die persoonlijke verantwoordelijkheid kan niemand beter dan de geestelijke leidsman in bepaalde gevallen een huwelijk ook met klem ontraden. Ook de Paus spoort de biechtvaders daartoe aan en hier en daar zijn daaromtrent aan de priesters zelfs voorschriften gegeven; zoo bijv. bij de Diocesane synode van Paderborn in 1922. Zeker, alle huwelijken, welke naar mensche- lijke berekening ongewenscht zijn, zullen hier mee niet worden tegengehouden. Dit moge echter niet tot de principieele fout leiden, dat de Staat op een zuiver persoonlijk terrein in grijpt. De mensch staat hier tegenover God en zijn geweten; daar blijve een burgerlijke overheid verre! Duizenden voorbeelden zijn aan te halen, waar de goddelijke voorzienigheid heerlijke vruchten doet opbloeien voor dit en het andere leven, welke de eigenwijze mensch in kortzich tigheid ruw zou hebben weggeworpen. De Fransche „Académie" beschikt over een fonds, waaruit ieder jaar gelden worden ge leend aan menschen, voor wie de strijd om het bestaan bijzonder moeilijk is, maar die niet temin hun strijd met een bewonderenswaardige taaiheid, volharding en geduld blijven voeren. Uit de annalen van het fonds is een typisch geval bekend geworden. Een jong meisje, Jeanne Chaise, is de oudste van een gezin van zes meisjes, waarvan de moeder krank zinnig is en de vader lijdende aan een chro nische ziekte. Jeanne bestuurt het huishouden met het kleine inkomen, dat zij in een fabriek verdient. Zij voedt haar jongere zusjes op, wascht, naait en verstelt kleeren, verpleegt va der en moeder en onderhoudt het geheele gezin van acht personen, dat moreel en materiaal alleen door haar vlijt en heldhaftige toewijding kan bestaan. Dit is niet een legende van eeuwen terug of een heiligenleven, waarvoor men zoo licht de schouders ophaalt. Dit is een bladzijde uit een officieel rapport en een historie uit onzen eigen tijd. Ze kan ons leeren, dat wij de wijs heid niet in pacht hebben. Wij menschen mo gen en moeten voorzichtig zijn; wij moeten onze medemenschen zooveel mogelijk van roe- kelooze daden afhouden en ook zorgen voor een gezond nageslacht. Maar in onze midde len daartoe zijn wij beperkt. Er is een grens, welke wij niet mogen overschrijden. Die grens is het persoonlijk geweten van iederen mensch. De Staat, die huwelijksverboden uitvaardigt of zijn burgers door medisch ingrijpen onvrucht baar laat maken, overschrijdt zijn bevoegdheid, treedt op een terrein, dat het zijne niet is, speelt voorzienigheid op een gebied, waar God alleen heer en meester is. In deze overwegingen ligt de veroordeeling van alle rassentheorieën, sterilisatiewetten en al dergelijke maatregelen, welke zijn uitgebroed in de hersens van hen, voor wie land en volk meer waard zijn dan God en eeuwigheid, naastenliefde en zieleleven. LIBRA „Er is bij Telegraaf en Courant een tweede schandaal in de maak: ditmaal geldt het den heer Ketelaar, die als penningmeester van het Centraal Genootschap voor Kinderherstel- lings- en Vacantiekolonies een toelage van f 1200 per jaar ontvangt. Voorshands pakken de beide bladen, die tot voor eenige dagen hun (o zoo echte!) verontwaardiging door stad en land trompetterden, den (dan ook zeer popu- lairen) heer Ketelaar met zachtheid aan. Hij is nog niet als „professional der liefdadigheid"' uitgefloten en tot object voor publieke ver achting tentoongesteld. Wij nemen aan, dat ook dit zijn goede redenen heeft.... Intusschen kan men na de verklaring, door Burgemeester De Vlugt gisteren in den Am- sterdamschen Raad afgelegd, het onheil me ten, dat Telegraaf en Courant over de prae- tuberculeuze kinderen gebracht hebben. Zij zijn er, blijkens de mededeelingen van den Burgemeester, in geslaagd om bij een deel van het publiek den indruk te planten, dat het geld, bijeengebracht voor kinderuitzending, door een stel elkaar sauveerende deugnieten ten eigen bate wordt misbruikt. De financieele bodem onder dit sociaal onmisbare kinder- uitzendingswerk zakt weg. Straks, als de zomer aanbreekt zullen de vereenigingsbesturen met de handen in het haar zitten en tal van moe ders, die op wat zon en genezing voor haar kinderen gehoopt hebben, moeten teleurstel len: tafereelen, die voor een aangrijpende Te- legraaf-reportage overvloed van stof zouden kunnen leveren. Wij prijzen de leiding van bladen, die een zoo schrijnende verantwoordelijkheid jegens duizenden met een blank geweten aanvaarden, waarlijk niet gelukkig. Zij heeft met een ka non op een mug gevuurd. Want ook zij, die de houding van dr. Abrahams fel veroordeelen, weten deze, op zichzelf onbelangrijke, zaak ge scheiden te houden van het beginsel, dat de overheid tot plicht heeft, om voor de gezond heid van het armste en kleinste geslacht op te komen. Zij achten de daartoe uitgelegde subsidies volkomen verantwoord en denken er niet aan om met één armzwaai de levensbelan gen dier kleinen op de vrijwillige liefdadigheid af te wentelen. Voor die afwenteling pleiten Telegraaf en Courant en zij doen het onder het parool, dat de subsidieering niet in den volks wil wortelt (voor een blad met Hitler-sym- pathieën) is de eensluidende uitspraak van een vertegenwoordigend lichaam als de ge meenteraad natuurlijk zonder bewijskracht) en slechts corruptie kweekt. Deze fanfaronnades Het Heilig Jubeljaar is bijzonder rijk aan Ge lukzalig- en Heiligverklaringen; meerdere plech tigheden hebben al plaats gehad te Rome, eenige moeten nog plaats hebben: onder deze laatste ook de heiligverklaring van Louise de Marillac, welke heden plaats heeft. Buiten den kring van diegenen, die in ver schillende plaatsen in contact zijn met de Doch ters van Liefde is zij weinig bekend in Katho liek Nederland. Nederig als zij was in haar leven op aarde, zal zij ook niet verlangen meer be kend te worden na haar dood. Maar als de H. Kerk haar inschrijft in de lijst der Heiligen, is het omdat zij door haar leven waardig bevon den is, aan onze vereering en navolging voor gesteld te worden. De H. Louise de Marillac is met den H. Vin- centius a Paulo de mede-stichteresse van de Dochters van Liefde, dat wil zeggen, dat de liefdadigheid haar levenstaak was. Zij werd geboren uit een zeer goede familie te Parijs in 1591. Zij ontving een zorgvuldige op voeding. Terwijl zij in haar jeugd meende ge roepen te zijn tot het kloosterleven, beschikte God dat ze in het huwelijk zou treden. Op 34-jarigen leeftijd was zij weduwe. Vroom en godsdienstig, goed ontwikkeld, rijk aan velerlei ondervinding was zij nu rijp voor de plannen van God, die haar naar een gees telijken leidsman Vincentius a Paulo, den Va der der Armen voert. Deze man Gods zag overal ontelbaar lijdende menschen. Zonder vooropgestelde plannen, maar steeds onder Gods leiding, was hij aan het werk getuigen van een opgeblazenheid, die slechts lachwekkend zou zijn, indien haar effect zoo triest niet ware. Zoo laveert de pers, die zichzelf uitkraait als orgaan, waarin „de roepstem van Jong Ne derland weerklank vindt"; de pers, die jaar in jaar uit bestaat om het behendigst mogelijk gebruik te maken van een lacuneuze belasting wetgeving; de pers, die talloozen, behoorende tot Jong Nederland, in den afgrond der werk loosheid gestort heeft, nadat zij hen eerst nood de op den vulkaan van willekeur en sociaal on fatsoen; de pers, die thans het armste en jong ste, het zwakste en beklagenswaardigste Neder land wil prijsgegeven zien aan de „liefdadigheid", opdat één uit elfhonderd tonnen gouds worde bezuinigd. Amsterdams Burgemeester heeft uit de vol heid van zijn hart de belangen der kleinen in de genade van de grooten aanbevolen. Dat zijn opwekking in en buiten Amsterdam weerklank vinde! Dat er reactie kome tegen die verderfe lijke propaganda, die populariteit bij sommigen beoogt ten koste van het leed van duizenden. De Telegraaf en De Courant hebben den veld tocht tegen den overheidssteun ten bate van den arbeid der menschelijkheid ingezet. Moge heel Nederland toonen te beseffen, dat zij die arm zijn en klein, de deuren der gemeenschap moe ten zien opengaan, wanneer zij kloppen." Aldus het „Utrechtsch Nieuwsblad". getogen, om op geestelijk en tijdelijk gebied te redden wat hij redden kon. Reeds zag hij rondom zich eenige priesters. Ook had hij sinds eenige jaren reeds vereeni- gingen van vrouwen opgericht voor de verple ging der zieken en de verzorging der armen: maar er ontbrak hem nog voor dit werk een goede leidster, toen God hem er een zond in de persoon van Louise de Marillac. 't Was haar biechtvader zelf, die haar aan geraden had zich onder leiding te stellen van Vincentius a Paulo. Zij gehoorzaamde. Vincentius liet haar door gebed en boetvaar digheid zich voorbereiden voor haar werk. Eindelijk kan zij aan 't werk gaan. Zij be gint met de bestaande Confréries of Vereenl- gingen te bezoeken, sticht nieuwe, maakt een reglement, enz't Gaat wel goed, maar het is niet wat zij en Vincentius wenschen. Kan men veel verwachten voor de verpleging van zieken en armen van dames die daartoe geen oplei ding genoten hebben, die door haar huiselijke zorgen en bezigheden niet vrij beschikken over haar tijd? De Stichter en de Stichteresse beslo ten het te probeeren met jonge meisjes, die Louise de Marillac zelf zou vormen en oplei den tot degelijke godsvrucht, in stipte gehoor zaamheid aan het reglement, in edelmoedige en altijd offervaardige liefde voor de armen. In de maand December 1633 nam zij de eerste meisjes in haar huis op om haar opleiding te beginnen. Dat haar leiding goed was blijkt wel uit den zegen Gods, die zichtbaar rustte op de nieuwe instelling. De roepingen stroomden toe, hoe langer hoe meer. Nieuwe huizen werden geopend, in steden en dorpen, eerst in Frank rijk, daarna in de andere landen van Europa, en niet het laatst in de Missielanden. Op dit oogen blik telt de Congregatie der Dochters van Liefde 40.000 leden; 14 zijn den marteldood gestorven, 10 in China, 4 tijdens de Fransche Revolutie. Aan de vruchten kent men den boom. We kunnen moeilijk in deze schets uitweiden over het karakter der heiligheid van Louise de Marillac. Wonderen heeft zij in haar leven niet verricht en na haar dood juist genoeg om ach tereenvolgens Gelukzalig en Heilig verklaard te worden. Buitengewone werken heeft zij niet verricht. Maar de gewone en dagelijksche zoete werken verrichtte zij op buitengewone wijze, en op haar is van toepassing het beeld, dat de H. Schrift ons geeft van de sterke vrouw. Moge de Heiligverklaring van Louise de Maril lac nieuwen zegen doen nederkomen op de Doch ters van Liefde en haar werken! Moge die zegen bijzonder nederdalen over hare stichtingen in Nederland! Moge die zegen o.a. vele roepingen opwekken voor de eer van God en het heil der armen. De burgemeester van Heerlen heeft tegen Maandag a.s. een conferentie bijeengeroepen, waarop uitgenoodigd zijn de burgemeesters van de Zuid-Limburgsche Gemeenten, waarin de mijnbedrijven gevestigd zijn. Punt van bespreking zal uitmaken de nood toestand, waarin vele mijnwerkersgezinnen ver- keeren en de eventueel te nemen maatregelen. Als gevolg van deze bijeenkomst zal daarop een vergadering worden gehouden, waarin de burgemeesters van alle mijngemeenten te za- men komen. In het klooster Sion der paters Trappisten te Diepenveen is na een langdurig lijden op 76- jarigen leeftijd overleden pater Gilbertus (Christiaan van Kessel). Na het mislukken der bemiddeling door het Dagelijksch Bestuur der Provinciale Commissie voor de Veilingen in Noord-Holland, hebben B. en W. van Aalsmeer partijen Zaterdagmiddag ten gemeentehuize tot een conferentie uitge noodigd. Het resultaat der besprekingen is, dat men tot volledige overeenstemming is gekomen, zoo dat Maandag a.s. de exporteurs de veiling weer zullen bezoeken. 25 Maart zal het veertig jaar geleden zijn, dat de R. K. Parochie O. L. Vrouw geboorte te Halfweg werd gesticht en de eerste H. Mis werd opgedragen. De eerste kerk dezer parochie werd door pas toor Graaf z.g. (die ook de kerk aan de Jacob van Lennepkade gesticht heeft) gebouwd op een gedeelte van de gedempte Haarlemmer trekvaart (het tegenwoordige Plein) doch werd wegens het drukke verkeer inmiddels wederom afgebroken, terwijl een nieuwe kerk werd ge bouwd aan de Dr. Schaepmanstraat. Tot dege nen die pastoor van de jubileerende parochie zijn geweest behooren Deken Lucassen van Be verwijk en Deken van Rooy te Gouda. Wegens de moeilijke tijdsomstandigheden zal dit jubileum op zeer bescheiden wijze worden herdacht. Tevens zal op 25 Maart a.s. de heer P. P. Bottelier, die mede-oprichter der parochie Halfweg was, den dag herdenken, dat hü 40 jaar koorzanger dier parochie is. De delegatie, belast met het voeren van on derhandelingen met Frankrijk over de regeling van de wederzijdsche handelsbetrekkingen, zal Zondagavond wederom naar Parijs vertrekken. In de mededeeling, die wij uit een particulier gesprek geboekt hebben op den avond van den Z.Eerw. Pater Oorsprong, is een misvatting ge slopen. Onze zegsman herinnerd eraan, dat Lie- baard de heraldische naam is voor een klimmen- den leeuw. De „Pelikaan," uitreis, is heden uit Singapore vertrokken en bij uitzondering doorgevlogen naar Soerabaja. Deze uitzondering is gemaakt op ver zoek van de Soerabajasche vliegclub, daar men in Soerabaja het vliegtuig graag wilde zien en gebleken was, dat er veel belangstelling voor be stond. Wat thans een jongen van veertien jaar dikwijls weet en misschien heel gewoon vindt, was vóór driehonderd jaren nog onbekend en een groot geheim: ik bedoel den bloedsomloop. Vóór 300 jaren heeft Har vey ontdekt, dat het bloed werkelijk een kring loop volbrengt. Deze gaat als volgt. Het hart bestaat uit twee helften, een z.g. rechter en een linker helft. Aan het linker hart is verbonden de groote lichaamsslagader, aorta genaamd, die naar boven gaat, en in de bovenste helft van de borstkas ombuigt en naar beneden gaat tot onderaan in de buikholte. Uit die groote slag ader ontspringen nu allerlei kleine aderen, die naar het hoofd, naar de armen, naar de ver schillende deelen van den romp, naar de inge wanden gaan; en de groote slagader zelf splitst zich beneden in den buik in twee slagaderen, een voor het linker en een voor het rechter been. Al deze aderen geven weer kleinere aderen af, en dit gaat zoo lang door, totdat het kleinste soort bereikt is, de z.g. haarvaten of capillairen. Dit alles was ook vóór driehonderd jaar be kend. Maar wat men niet wist, was het vol gende. Deze haarvaten vereenigen zich weer met elkander, d.w.z. er komen er een aantal bij elkander, en deze vormen dan tezamen een heele kleine ader; verschillende van die kleine aderen komen weer bij elkaar en vormen een grootere ader; zoo gebeurt het in alle lichaams- deelen, en ten laatste komt al het bloed uit de benedenste helft van het lichaam tezamen in een groote ader, genaamd de benedenste holle ader; en alle bloed uit het bovenste deel van het lichaam komt tezamen in de bovenste holle ader. Deze twee groote aderen, die al het bloed van het lichaam opvangen, monden uit in het rechter hart. Van het rechter hart wordt dit bloed nu gepompt naar de longen door twee groote vaten, een voor rechts en één voor links. Die twee groote vaten splitsen zich langzamer hand weer in een onmetelijk aantal, millioenen en millioenen haarvaten, die overal' in de long te vinden zijn. Zooals men weet, kan de long met een spons vergeleken worden. De lucht, die ingeademd wordt, strijkt langs de wanden der haarvaten, en doordringt die haarvaten; althans de zuurstof gaat er door. Het bloed in de lon gen wordt aldus verzadigd van zuurstof en wordt daardoor helder rood. De haarvaten ver eenigen zich weer tot telkens grootere vaten en komen ten laatste tezamen in twee groote long ader, een van links en een van rechts, en deze twee longaderen monden weer uit in het linker hart. Nu is de terugloop gesloten. Het bloed, verzadigd van zuurstof, wordt uit het linker hart over de groote slagader en alle kleinere door het lichaam gevoerd, komt in de haarvaten, geeft daar zijn zuurstof aan het lichaam af, het bloed keert terug door de aderen naar het rechter hart. Dit pompt het bloed naar de lon gen, waar het weer met zuurstof verzadigd wordt en terugkeert naar het linker hart. En zoo gaat het van af meer dan zes maanden voor de geboorte tot aan den laatsten snik. Het onderzoek van den pols is de oudste me thode van hartonderzoek. Onze polsleer is niet zoo ingewikkeld als die van de Chineezen, en misschien zelfs niet zoo gecompliceerd als die van een duizend jaar geleden. Men onderscheidt aan den pols hoeveel slagen er in de minuut zijn, of de polsslag zelf een korte stoot dan wel een langzame golfbeweging is, of hij hard of zacht is, of de polsslagen steeds regelmatig opvolgen, en of alle polsslagen even sterk zijn. Dit is dus al heel wat. Er zijn verschillende soorten van onregelmatigheden bij den pols. En al die onregelmatigheden zijn vooral in de laatste jaren nauwkeurig geregistreerd. Iedere leek kent ook tegenwoordig de bepaling van v den bloeddruk. Wanneer men vindt, dat iemand een harden, moeilijk samendrukbaren polsslag heeft, dan zal men bij het bepalen van den bloeddruk ook meestal een verhoogden bloed druk vinden. Sedert ruim honderd jaren zijn er ook twee andere methoden van hartonderzoek uitge werkt en dat zijn de percussie en de auscultatie. Heeft niet elke lezer wel eens een boek in de hand gehad, waarin beschreven wordt hoe de detective de wanden van een kamer beklopt, totdat hij ten laatste e enblinde deur vindt. De steenen muur geeft een doffer klank bij het bekloppen, dan een dunne wand, waar de de lucht achter zit. En zoo geeft het hart, dat solide is, d.w.z. zonder lucht, een doffer geluid bij bekloppen dan de omringende longen, die luchthoudend zijn, en daarom helderder klinken. Men kan dus door bekloppen met min of meer nauwkeurigheid vaststellen, hoe groot de om vang van het hart is. Deze methode is in 't laatst van de achttiende eeuw door den Oosten rijker Auenbrugger ontwikkeld. De methode wijst in de eerste plaats op een eventueele uit zetting, vergrooting of verwijding van het hart, maar er zijn ook nog tal van andere dingen die men bij deze methode kan vinden. Het luisteren, de auscultatie, onderzoekt, hoe de harttonen zijn. Bij elke samentrekking geef het hart een geluid. Waardoor dat geluid veroor zaakt wordt is het onderwerp geweest van tal looze debatten. Vast staat in elk geval, dat er aan de verschillende uitmondingen van het hart twee tonen worden gehoord, de één is de toon der samentrekking, de tweede die van de uit zetting van het hart. Bij sommige ziekten hoort men in plaats van een toon slechts een ge- ruisch. soms ontbreekt de ééne toon geheel; een andermaal zijn de tonen zwak. in weer andere gevallen is de toon te luid en te klappend. Soms ook is de eerste toon verdubbeld en dit noemt men dan twee kleinen en één sterken klap een galoprythme. Een andere methode van hartonderzoek is het voelen van den puntstoot, hetzelfde wat iemand voelt, die hartkloppingen heeft. Bij elke samen trekking richt zich als het ware het hart op en slaat met de punt tegen de borstkas. Ook dit kan soms een belangrijke aanduiding geven. Betrekkelijk nieuw is het electrocardiogram, waaraan de naam .van onzen landgenoot Prof. Einthoven is verbonden. Bij elke samentrekking van het hart worden er in het hart zelf elec- trische stroomen opgewekt, zeer geringe stroo men, maar die men toch met behulp van het uiterst gevoelige i -strument van Prof. Eint hoven, den snaargalvanometer, kan registree- ren. Men vindt dan, dat bij een normaal hart de sterkte van deze stroomen, of wil men liever, van deze potentiaal verschillen, een vasten regel heeft, een vaste curve. Bij hartziekten vindt men allerlei afwijkingen en men weet nog lang niet, wat al deze afwijkingen aan het electro cardiogram, beteekenen. Al deze methoden hebben hun gevaren. Hoe- vele menschen zijn er niet vroeger tot hart lijders verklaard, omdat zij onzuivere harts- tonen hadden? En hoevelen zijn er niet, die tot hartlijders verklaard werden, omdat zij een onregelmatigen pols hadden. En toch is een be paalde onregelmatigheid van den pols, nJ. een versnelling tijdens de uitademing, en een ver traging tijdens de inademing, voor jonge men schen geheel normaal. De beste methode van hartonderzoek kan echter uitkomst geven. Is iemand in staat zijn gewone bezigheden te ver richten zonder abnormale vermoeidheid, dan is er geen sprake van dat zijn hart niét goed functionneert. Wel kan men vaak voorspellen met de bovengenoemde methoden, dat de één meer kans heeft een hartlijder te worden dan een ander, maar zoo lang als de mensch zijn werk goed verrichten kan, is er geen aanleiding voor vrees. Het is vaak geschied, dat menschen met een hartkwaal, d.w.z. een afwijking aan het hart. toch zoo gezond waren, dat zij den geheelen veldtocht in den wereldoorlog zonder schade hebben doorstaan. TH. H. SCHLICHTTNG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5