De ijstijd in nieuw licht
W8P
POTTER'S LINIA
Jtfdzulke
4ckomtye4
Land van Umbrië
RADIO
BEZOEKT
■üt êm. vtititoA,
BADINRICHTING, Badhuisstr. 5t.o. Baan
ONZE ADVOCAAT OP
EEN VOETSTUK!
/140
WYNHUYS „DE GULDE DRUYF"
Van Haren's Schoenen
PARAPLU IES
Pioniers van het mensch-
dom
JecLersfooltde honden samen
Voor die. 15c.tedjoune!
(BipzowLeXe.
etGfien
Goed Gereedschap is het halve werk
KHOENFABRIEKEN WAALWIJK
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
WÈÊ0M
Perugia en het Trasimeensche
meer
Staat van besommingen
KENNEMERPLEIN
LUXE TOURINGCAR
dat is Potter's Linia, welke mij zoo
vlug van mijn verkoudheid afhelpt.
Eén enkel tabletje in den mond is
voldoende. Per doosje van meer dan
250 stuks 35 ct. Imo. H. ten Herkei.
Hilversum.
(53# Q&uzXj*- iiooQt U. z&keA/
DE PAASCHFEESTDRANK BIJ
UITNEMENDHEID
KOMT NAAR ONZE ZAAK
ZIET ONZE VOORRAAD
OVERTUIGT U
Stofzuigerhuis ELECTBO-FOBT
Teen „Het snelle Rendief" welgemoed neu
riënd zijn tent uitkwam deed zich een
geweldig schouwspel voor hem open. Het
was een milde zomermorgen en reeds kusten
de zonnestralen de bloeiende kruiden aan zijn
voeten. Van den rand van het hoogterras,
waarop zijn stam de tenten had opgeslagen,
zag hij weer op de breede Maasvallei, door-
kronkeld niet door één, maar door tallooze el
kaar omstrengelende stroomen. Zij brachten
water en nog eens water uit het verre zuiden,
vooral in den zomer, den tijd van het smeltend
Üs. In noordwestelijke richting verloren de vloe
den zich in nevelige verten. „Het snelle Rendier"
wendde den blik naar den kant van de op
komende zon. Reeds straalde zij hoog boven
de doorschijnende pracht van den „Witten
Muur". De Witte Muur, zoo noemden de men-
schen de ijsbarrière, die hun wereld in het
Noord-Oosten afsloot: Honderd ellen hoog
stond daar de wal van ijs en vele waterstroo-
men ontsnapten aan de poorten en spleten van
de witte veste. Aan de kinderen werd verteld,
dat achter den Witten Muur het sprookjesland
lag, waar de ijskoning zijn weergaloos paleis
had, maar de mannen wisten, dat de muur een
voudig de rand was van een ijswoestijn, waar
geen eind aan was. Sprookjes hoefde je elkaar
daar allerminst te vertellen, je moest danig
opletten, dat je niet afgleed in spleten van
peillooze diepte, waaronder je het water hoorde
rommelen als het gegorgel van een reus. En
wat deed je er ook! De jacht was er slecht,
want ook de dieren verkozen de warme vlakte.
Niet, dat het daar weelde was. Het bosch was
er schaarsch, nog onder den adem van den
fjskoning. Wat berken en wilgen die kwalijk
schuilplaats boden aan grof wild. Dat moest je
zoeken meer in het Zuiden, waar rotsen en
wouden waren in overvloed. Hier was het ren
dier de uitkomst, dat bij kudden graasden in
de drassige velden en dat voedsel leverde met
zijn vleesch, dekking met zijn vel en gereed
schappen, die zich lieten maken uit zijn been
deren en uit zijn gewei.
Nomaden van den oertijd-
Zoo was de wereld van den ijstijdmensch
in onze streken. Hij was een nomade, een zwer
ver over de Noordelijke vlakten. Zijn leefwijze
verschilde niet veel van die der Eskimo's, die
thans nog leven onder omstandigheden als de
zijne. Zijn landschap was het best te vergelijken
met dat van Groenland's westkust. Ook daar
wonen menschen sinds onheuglijke tijden aan
den voet van het eeuwige ijs. Anderhalf millioen
vierkante kilometers, die het binnenland van
Groenland vormen, zijn bedolven onder een
witte sneeuwkap, die naar schatting tot duizend
meter dik is. In deze barre woestenij dringt
alleen nu en dan een koene onderzoeker door,
die er geen ander levend wezen treft dan een
enkelen vogel, die om onbekende redenen zijn
vlucht kiest over het ongenaakbare hoogland.
Zooals nu Groenland is, zoo was teen Skandina-
vië en Finland, en daar bleef het niet bij. Van
de hoogten der Zweedsche bergen daalde het
ijspakket af in de ten Zuiden gelegen gebieden
en over Denemarken bereikte een enorme glet-
scher zelfs onze streken. Het was een gletscher
van zulke afmetingen en zulk een dikte, dat
hij geheele landen kon bedekken, zoodat wij er
terecht den naam op toepassen van landijs.
Ijsberg
Thans vinden wij zulk landijs nog in Groenland
en aan het andere einde van den aardbol, in
het Zuidpoolgebied. Het zal ieder bekend zijn,
dat rond de Zuidpool een vast land zich uit
strekt, een hoogvlakte zelfs, die op zijn beurt
begraven ligt onder een vracht van ijs, die ruw
geschat wordt op zeven millioen kubieke kilo
meters.
„Het snelle Rendier", de zoon van den ijstijd,
dien wij zooeven ontmoetten aan de boorden van
de Maas. had van Groenland en van Zuidpool
land nooit gehoord. Maar wel wist hij, dat, hoe
ver je westelijk of oostelijk ook trok, er aan den
ijsmuur nooit een einde kwam. Daar hield de
wereld op, en omdat het altijd zoo geweest was
bij menschenheugenis, verdiepte hij er zich niet
verder in. Toch wist hij u veel merkwaardigs te
vertellen, want de opmerkingsgave was bij de
zen jager sterk ontwikkeld, en als nomade zwer
vend met zijn stam, had hij veel van de we
reld gezien. Hij had meermalen waargenomen
en zuidelijker stammen hadden het hem ge
tuigd dat ook daar waar de zon het hoog
ste stond, een Witte Muur was. Uit zijn poor
ten ontsproten de wateren van Rijn en Maas en
vele andere stroomen uit het Zuiden. Het ijs,
koning van de wereld, spotte met de gloeiende
blikken van de dagvorstin. Waar slechts een
berg zich op het vasteland verhief, had hij een
vesting gebouwd, die de Zon zelf had te eerbie
digen. Geen wonder, dat de ijstijdmensch vol
ontzag tot hem, den koning der verschrikking,
opzag. Hij waagde zich niet roekeloos in het
rijk des doods. Bood de vlakte niet alles, wat
hij behoefde voor zijn onderhoud? Zeker, het
was er geen luilekkerland, de poolhazen liepen
hem niet gebraden in den mond, maar niet
voor niets had hij zijn spierkracht en zijn ge
oefend oog, en niet zonder reden werd hij „het
snelle rendier" genoemd!
Hoe indrukwekkend het verschijnsel van den
Ijstijd ons ook voorkomt, we hoeven ons van de
verschrikkingen er van geen overdreven voor
stelling te vormen. De ijstijdmensch was niet
minder vindingrijk en praktisch dan de Es
kimo, de Groenlander, de Samojede. Vele be
wijzen van zijn werkzaamheden heeft hij ons
nagelaten, met name van zijn vaardigheid om
uit het harde materiaal van den vuursteen
messen en bijlen te kappen. In Frankrijk, waar
hij minder stond onder de bedreiging van het
nabije ijs en waar de jacht dankbaarder was,
heeft hijin zijn vrije uren tafreelen uit zijn
leven uitgeteekend op den wand van zijn hol-
woningen. In een stijl, die niet zelden getuigt
van goed ontwikkelde artisticiteit, schildert hij
ons de jacht op muskusossen en bisons en zijn
verbitterden strijd tegen den reus dier dagen,
den ontzagwekkenden holenbeer.
Aanschijn der aarde vernieuwd-
Ja-, wel verschilde de wereld van die dagen
van de onze. Toch kunnen wij als het ware
stap voor stap vervolgen, hoe de toestand van
thans zich uit dien van het verleden heeft ont
wikkeld. De studie van het grondmateriaal, dat
het ijs heeft achtergelaten, van de geraamten
der dieren en van de overblijfselen van planten
uit vervlogen dagen, en niet het laatst de oud
heidkundige vondsten, die den mensch betref
fen, geven ons een verrassend beeld van deze
voorhistorie. Wij leeren hoe er niet minder dan
vier groote ijs-offensieven zijn geweest, terwijl
daartusschen mildere „tusschen-ijstijden" ver-
poozing brachten. Met zekerheid weten wij, dat
in den laatsten tusschenijstijd de mensch de
Europeesche vlakten al betrokken had, dat hij
de volgende barre periode, des winters terugge
trokken in zijn holen, met succes heeft door
staan om daarna mildere tijden tegemoet te
gaan. Met bewondering mogen wij deze pio
niers van het menschelijk geslacht gedenken.
Hun leven was niet minder onderhevig dan het
onze aan wederwaardigheden. Met grooten
moed en altijd jonge kracht hebben zij zich
geweerd, steeds zich aanpassend, steeds nieuwe
wegen zoekend. Kortom, den eeretitel van
mensch hebben zij niet vergeefs gedragen!
Terwijl de ijstijdmensch in het oude Eu
ropa zijn moeizaam bestaan voerde, leefden
meer bevoorrechte soortgenooten aan de over
zijde der Middellandsche Zee, waar gelijktijdig
met de vergletschering van het Noorden een
regenperiode levën bracht in thans dorre
gewesten. Zfjn niet in het hart van de
Sahara nog onlangs de sporen van hun
werkzaamheid onthuld in de rotsteekeningen
van Zuid-Tripolis? Intusschen dreven de vol
ken van den Bijbel hun ongerechtigheden in de
landen van Euphraat en Tigris, en het is niet
onwaarschijnlijk dat de zondvloed in die dagen
het verdorvenste deel van het menschdom ver
zwolg. Immers, deze vloed past zoo geheel in
het kader van den ijstijd, dat de oude onder
zoekers den naam van Diluvium, wat zooveel be-
teekent als Zondvloed, toepasten op heel deze
periode. IJs en water hebben in die dagen in
derdaad het aanschijn der aarde vernieuwd.
Feiten en verklaringen.
Moeilijker nog dan het vaststellen van de fei
ten van het verleden is hun verklaring. Van
waar die klimaatveranderingen over zoo groote
gebieden van de wereldkaart? Want niet enkel
onze oude wereld had het hard te verantwoor
den. Gelijktijdig met Europa maakte Noord-
Amerika een ijstijd door. De feiten zijn daar
niet minder nauwkeurig onderzocht dan bij ons.
De gelijkenis der verschijnselen bij onze trans
atlantische overburen met de hier bekende is
zoo treffend, dat wij gedwongen worden ze alle
in één kader te verklaren. Maar hoe, waar een
Atlantische Oceaan er tusschen ligt, die geheel
andere voorwaarden schept op zijn Westelijke
en Oostelijke oevers? Moeten wij dan een land-
brug aannemen, die wat nu gescheiden is, eens
tot een eenheid samenbond? Vele onderzoekers
hellen over naar deze veronderstelling. Zij mee-
nen in de Shetland-eilanden, de Far Oer, IJs
land en Groenland de laatste ruïnes er van te
bespeuren.
Een heel nieuwe voorstelling van een derge
lijke landverbinding is ons gegeven door den
geophysicus Wegener. Dëzegeniale geleerde, die
in den vroegeren samenhang der continenten de
verklaring meent te vinden van veel wat on
verklaarbaar was, heeft ook het verschijnsel van
den ijstijd in een nieuw daglicht geplaatst. In
zijn veronderstelling vormde het landijs van die
dagen één geheel, te vergelijken met de hui
dige ijsbedekking van het Zuidpoolland. La
brador, Groenland en Skandinavië sloten ten
naastebij aan elkaar. De Noordpool lag in hun
midden. Niemand kan ontkennen, dat daarmee
op verrassende wijze een sluitende verklaring van
het geheimzinige ijstijdverschijnsel is verkregen.
Het einde van den ijstijd is dan even harmo
nisch te verklaren, en al als we aannemen, dat
Europa, Amerika en Groenland uit elkaar zfjn
geweken in een vlucht voor de pool. Deze laat
ste kwam daardoor te liggen in de Poolzee ten
noorden van Groenland. Europa en Canada, in
voordeeliger positie dan Groenland, raakten
hun ijsvracht op hun tocht naar het Zuiden
geleidelijk kwijt. Groenland zelf is er tot op den
dag van heden mee blijven zitten.
Een sterke steun vindt deze theorie in het
feit, dat Groenland's huidige ligging, hoe noor
delijk ook, geen verklaring geeft voor zijn land-
ijsbedekking. Immers Alaska en Noord-Siberië
zijn even Noordelijk gelegen, terwijl landijs ter
dikte van honderden meters er ten eenen male
ontbreekt.
Wel moeten wij aannemen, dat op het tijd
stip, waarop de mensch de Europeesche vlakten
betrad, de Nieuwe Wereld al een heel stuk van
ons was weggedreven. Europa zal nog vele eeu
wen het landijs hebben getorst, nadat de zus-
tergebieden hun eigen weg waren gegaan. Wel
is het menschdom oud, maar wij hebben geen
aanwijzingen er voor, dat het den heelen cyclus
der ijstijden beleefd heeft. Deze wordt op hon
derdduizenden jaren geschat en pas tegen het
einde verschenen onze voorloopers in de Eu
ropeesche jachtvelden. Een landweg naar Ame
rika was toen gewis niet meer voorhanden,
want wat zou dezen zwerver belet hebben hem
westwaarts te vervolgen en zich neer te laten
aan de boorden van den Mississippi. Zijn sporen
zijn echter tot op heden in Noord-Amerika niet
gevonden, en dat terwijl de Europeesche bodem
op honderdtallen plaatsen getuigt van zijn aan
wezigheid. Noord-Amerika schijnt pas veel la
ter, en wel van over de Behringstraat, bevolkt
te zijn. De eerste ontdekker van de Nieuwe
Wereld is „Het snelle Rendier" dus nog niet
geweest.
L. BIJLMER.
Te Florence hadden wij een locaaltrein, ge
nomen, van plan om over Terrontola direct
naar Perugia te sporen, maar toen de trein al
een goed kwartier langs het beroemde Trasi
meensche Meer reed, namen wij het kloeke
besluit om in Passignano uit te stappen en de
buurt eens te verkennen. Wij wilden zelf op de
plaatsen loopen, waar Hannibal de bekende ge
weldige en bloedige overwinningen op C. Flami-
nius behaalde in 217 voor Christus. Hoewel ons
reisplan er door in de war is geloopen en wij
tot tweemaal toe een trein misten, hebben wij
er geen spijt van gehad. Op een zwerftocht van
een maand of vijf maakt één dag buiten een
opgesteld program niet veel uit.
Het enorm uitgestrekte meer (de omvang is
'n goede 40 K.M.) en de omgeving bieden een
prachtstuk natuurschoon. Het meer vormt drie
flink bégroeide eilanden, die als het ware op
duiken uit het lichtgroene water. De wisseling
van tinten, waaruit elke schoonheid wordt ge
boren, is hier zeer opmerkelijk. De kleuren ver-
toonen een overgang bij eiken lichtval van de
zon en zoo hebben wij langs het meer ge
loopen, toen het water donkerbruin scheen en
elders felblauw. De hooge toppen der Apennijnen
op den achtergrond vormen een omlijsting, die
het meer overal prachtig doet uitkomen. Wü
hebben pogingen aangewend om te roeien, maar
er was geen boot te vinden; wij zouden, al pijp-
smorend, er tevens gaarne, tusschen de bedrijven
door, karpers of snoeken hebben gevangen, want
die moeten er maar genoeg zijn. Er is weinig
fantasie voor noodig om in deze omgeving heel
den bloedigen veldslag voor den geest te roe
pen, zooals hij ons het best beschreven wordt
bij Polubios. Tusschen Borghetto en Passignano
is het tooneel van den strijd geweest, vlak ach
ter eerstgenoemde plaats wijken de heuvels
terug, maar ook bij het dorpje Tuoro, en zoo
is een vlak terrein vrijgekomen, dkt Zuidelijk
door het meer en verder door vrij steile heuvels
begrensd is. Op deze hoogten stelde Hannibal
zfjn leger in lange rijen op. Het zou ons te ver
voeren om u meer te vertellen van het terrein,
omdat men er geloopen moet hebben, om alles
wat Polubois schrijft te begrijpen. Wij hebben
in oude geschiedenislessen of bij het lezen van
oude schrijvers zelden den euvelen moed gehad
om voor onze leerlingen 'n bord vol te kalken
met lijnen, cijfers en getallen, om daarmee een
voorgevallen slag te verduidelijken. Doorgaans
zeggen we: wij gaan bij gelegenheid zelf eens
kijken. Nu zouden wij met gerustheid dezen
bekenden veldslag op het bord kunnen tooveren;
wij hebben, laten we maar zeggen, op dezelfde
graszode, waar eens Hannibal een broodje of
zoo iets opknabbelde, een teekening gemaakt
van het heele operatieterrein met de toegangen
tot de vlakte, den engen bergpas van Borghetto
naar Mogione, de omringende hoogten en na
tuurlijk de noodige soldaatjes. Het eind van den
beroemden slag bij het Trasimeensche Meer, in
217 voor Christus (eei. van de weinige jaar
tallen, die ieder gymnasiast of oud-leerling
weet) was, dat de 33-jarige Hannibal een vol
ledige overwinning behaalde, waarbij C. Fla-
minius, die nogal onvoorzichtig gehandeld had,
omkwam en met hem zoo goed als alle Ro-
meinsche soldaten. Dat Hannibal's geest er nog
rondspookt, gelijk wij ergens lazen, konden wij
niet vinden; misschien komt dat, omdat ik al
van af de lagere school 'n zwak heb voor dien
veldheer, die zoo'n groote liefde had voor zijn
vaderstad Carthago, maar een nog veel felleren
en grenzeloozen haat jegens Rome en al wat daar
mee samenhing. Zijn portret, bij Livius getee-
kend, ken ik in deze rustieke vlakte goed terug.
Bij den Noordelijken oever van het meer gaan
we het Umbrische gebied binnen, waar ontel
baar veel dichters de schoonheid van bezongen
hebben.
Umbrië ligt in het hart van het Apenaijnsche
schiereiland en biedt op allerlei gebied verras
sende heerlijkheden in het landschap.
De vóór-Romeinsche tijd liet in Umbrië tal
rijke sporen van Etruskische en Umbrische cul
tuur achter. Wij kunnen zeggen, dat wij van de
Etruriërs vrijwel al hun belangrijke cultuur
centra hebben bezocht. Van Rome uit: Vei.
Caere, Cerveteri en Tarquinea. Op wekenlange
zwerftochten Viterbo, Orvieto, Chiusi, Voiterra,
Fiesole, Cortona, Spoleto en zooveel andere
Hoe ruw en sterk staan nog de vele resten van
Umbrische woningen op de heuvels en hoe in
teressant zijn naast de Etruskische necropolen.
ook de versterkte graven voor de dooden!
Nu vertel ik u iets over Perugia: de noofdstaö
van Umbrië. Perugia behoorde in de oudste tij
den tot de voornaamste plaatsen van den Etrus-
kischen twaalfstedenbond. Historisch wordt pas
melding gemaakt van de stad in 309 v. Ch„
coen Q. Fabius bij Perugia in een verschrikke-
xijken veldslag een 60.000 Etruskers versloeg of
gevangen nam Hoewel een wapenstilstand werd
gesloten, verbrak Perugia die een jaar daarna
en nu kwam Q. Fabius weer opzetten en zou
ongetwijfeld alles met den grond hebben gelijk
gemaakt, als de bewoners zich niet hadden
overgegeven. In 297 of daaromtrent kregen ze
nog eens een flinke afstraffing. We kunnen dus
vrijwel zeker zeggen, dat evenals geheel Etrurië
ook Perugia vóór het einde der 5e eeuw onder
Rome's macht kwam. Op de Porta Marzia staat
nog „Colonia Vibia", hetgeen er op wijst, dat
de stad in 43 v. Chr. gekoloniseerd werd, want
C. Vibius Pansa was toén consul. Mede in den
strijd gewikkeld tusschen Antonius en Octavia-
nus werd Perugia door den laatste zóó in het
nauw gebracht, dat een inwoner, C. Cestius, in
een vlaag van wanhoop den brand gooide in
zijn eigen huis en heel de stad werd mede een
prooi der vlammen. Augustus bouwde ze als
Augusta Perugia weer op in 39 v. Chr. en toen
groeide zij uit tot een der belangrijkste steden.
Als bijna alle steden in Italië is er aan een
stuk doorgevochten en in de Middeleeuwen ver
ging het de stad als met Florence, Siëna en
zooveel andere. Partijstrijden zonder eind, waar
in de pausen zich duchtig mengden Perugia
was destijds altijd 'n soort van kleinood van de
Pausen.
Met de electrische tram kruipen we van af het
station 'n goede 500 Meter omhoog, overal
oiijfboomen en in het rond een pracht verge
zicht. Als we boven op de Rocca Paolina staan,
kunnen we 'n gebied overzien, dat zich uit
strekt tot aan Grosseto, Rieti en Terni en den
tot in den nevel gaanden Monte Sibillini. Noor
delijk de Apennijnen, met de blokkig massieve
Catria. De meest wonderlijke kleuren vermen
gen zich, van zachtgroen tot donkerbruin; de
kleine heuvels zijn soms purperrood, ae bergen
doorgaans blauwig. De vlakte tot aan Spoleto
behoort tot de grootste in Italië en heeft de
meeste akkers en tuinen. In het midden van het
dal, de Vergiliaansch-vredige Clitumnus. die er
samenstroomt met de Topino. Waar het Tiber-
dal met deze vlakte samenkomt, prachtige kas-
tanjebosschen. Het geheel van het landschap is
rustig en ernstig; hier op dit hoogste ount van
Perugia begrijp ik den invloed van het mi
lieu. zooals ongetwijfeld het niet ver afgelegen
Assisië en de omgeving zoo beslissend gewerkt
hebben op den heiligen Franciscus.
van de heden aan den Rijksvischafslag aan
gekomen stoomtrawlers: Proef II 245 manden
1920.Ancor 100 manden 1520.Holland II
105 manden 1570.Hoop 320 manden 2670.
Adriatic 170 manden 1550.Walrus 70 manden
1700.Rotterdam 700 manden 4080.Gloria
440 manden 5700.Logger: Sch. 133 770.
IJMUIDÈN, 13 Maart Rijksvischafslag
Tarbot per kg. 0.90 tot 0.75, griet per 50 kg.
38.tot 18.tong per kg. 1.15 tot 0.75, groote
schol per 50 kg. 11.50 tot 10.middel schol per
50 kg. 18.tot 13.50, zetschol per 50 kg. 22.50
tot 19.kleine schol per 50 kg. 17.50 tot 7.50,
bot per 50 kg. 4.50 tot 4.20, schar per 50 kg. 9.
tot 3.tongschar per 50 kg. 2.90 tot 23.rog
per 20 stuks 19.tot 8.vleet per stuk 3.10 tot
0.65, pieterman en poon per 50 kg. 11.tot
4.20, groote schelvisch per 50 kg. 25.tot 18.
middel schelvisch per 50 kg. 24.tot 18.klei
ne middel schelvisch per 50 kg. 20.tot 14.50,
kleine schelvisch per 50 kg. 16.tot 8.50, ka
beljauw per 125 kg. 37.tot 17.gullen per
50 kg. 13.50 tot 7.leng per stuk 2.tot 0.60,
heilbot per kg. 1.15 tot 0.55, wijting per 50 kg.
10.tot 5.50, koolvisch per stuk 1.20 tot 0.13,
versche haring per kist 5.tot 4.70.
Conserf Net-Eitjes
Zangvogel-Eitjes
20 ct. p. half pond
Choc. Praline-Eitjes
23 Ct. p. half pond
Choc. Nougat-Eitjes
15 Ct. per IJ- ons
Chocolade Net-Eitjes
25 Ct. per 2 ons
Holle Eieren
5 stuks voor 10 ct.
Eieren met zachte
vulling
3 stuks voor 10 ct.
Marshmallow-Eieren
(stampvol) 5 ct.p.st.
Choc- en Suikereieren
van 3 Ct tot 60 ct.
Paaschnetjes
van 5 ct. tot 35 ct.
Paaschfiguren
33 van 7 Ct. tot 65 ct.
Manden
van 5 Ct. tot 7 O Ct.
ptflWffK
KRUISWEG.ÓO HAARLEM. TEL IÓÓ5Q
STAND 119 DAMESKRONIEK
CONSUMPTIE-KIOSK
naast de Autobussen.
Prima consumptie - Billijke prijzen
Bespreekt vroegtijdig Uw
bij
GARAGE BOUCKAERT
Telef. 14903
HYGIËNISCH EN RUSTIG BADEN
GEOPEND 'S MORGENS 10.30 UUR TOT 'S AVONDS 9 UUR,
VER BENEDEN DEN
NORMALEN PRIJS
SERIE I
Tompouce, prima k'zijde, in
moderne rand- en streep-
dessins, 16 banen, paragon
montuur. Knoppen in
uitsluitend moderne go lf-
modellen (zie afbeelding).
Alle moderne tinten
SERIE II
Tompouce van eerste kwaliteit
k'zijde in een keurcollectie
nieuwe dessins, 16 banen,
paragon montuur, nieuwste
knoppen in luxe uitvoering.
Alle modetinten
Gkrzott
(Het Specialiteitsmerk van ons Huis)
Onze ADVOCAAT heeft een naam, een reputatie Die
onzen Advocaat gewoon zijn te drinken, willen geen
anderen. Hier geen kwestie va.n geconserveerde eieren,
of eipoeder, van maizena of eenige meelsoort, van wijnen
of imitatie-wijnen, glucose, enz.
Doch hier niets anders als een saamstelling, zooals
ORIGINEELE ADVOCAAT
MOET zijnVersche eieren, Prima Brandewijn, enz.
Tot en met Paasch-Zaterdag houden wij een
SPECIALE ADVOCAAT-RECLAME
en stellen deze weken onzen Advocaat ter beschikking
voor slechts
per heele flesch, een bijzonder prima Merk.
WAT BEOOGEN WU DAARMEDE
Ten eerste Om ons voortreffelijk artikel in zéér uit-
gebreiden kring bekend te maken en dus nabestellingen
to krijgen.
Ten tweedeOm onze vaste clientèle aangenaam te zijn
en ook haar van deze zeldzame gelegenheid te laten
profiteeren.
Het oud en vertrouwd Adres van vóór 1650
Eigenaar P. J. M* VAN TETERING
TELEFOON 10134
GROOTE MARKT 4 enz.
JUIST NU met den SCHOONMAAK is een betrouwbare
STOFZUIGER onmisbaar. - Wij hebben den grootsten voorraad
van de beste merken, tegen de laagste prijzen.
door zonder verplichting te laten demonstreeren. - Alles
onder garantie. - Gratis onderhoudsdienst.
GEEN 2 JAAR IN DE SCHULD.
HAARLEM - GROOTE HOUTSTRAAT 94
zijn de kleinen dol gelukkig, de voetjes worden er
uitstekend mee verzorgd en U heefter veel pleizier van.
De van Haren's Kinderschoentjes zijn werkelijk zeer
apart en vooral ijzersterk. En de absolute eenheids
prijs voor alle modelletjes is slechts F. 1.25 voor maat
18 en 10 ct. stijging per maat. Voor dien prijs kunt
U de schoentjes niet eens laten verzolen. Komt de
prachtige collectie Kinderschoenen eens zien en
koopt ook voor Uw jongens en meisjes de betere
en veel goedkoopere
Leertip zegt: „Deze schoentjes zijn de grondslao
voor gezonde voeten op lateren leeftijd."
Eigen winkels in alle voorname plaatsen van Nederland.
HAARLEM:
Hoek Groote Hautstraat-Verwulft
are