Vagebonden in den aether Md wdaal rnn den da§ A VERBODEN ZENDERS IN FRANKRIJK PIONIER DER OCEAAN- VLUCHTEN DE KLEINE SCHIPBREUK 7 Hu iswaa rts I onr» "2 \Als he FORT-MYSTERY DONDERDAG 15 MAART 1934 ln het geheele land blijken niet minder dan 410 geheime zenders te zijn De radio-peilstations Welmann vond de plaats, waar Columbus het eerst zijn voet op ,Jndischen bodem" zette Poolautoriteit van naam /RUIM 156 x HOOGER DAN Prof. PICGARD gestegen is, reikt de toren, die wij zouden kunnen opbouwen van alle Sunlight Zeep die jaarlijks in ons land wordt verbruikt. Deze verbazend groote voorkeur van de Nederlandsche huisvrouwen voor Sunlight Zeep bewijst hoe superieur de kwaliteit van dit beroemde wasch- middel is en hoeveel ver trouwen men er in stelt. AAN DIT GROOTE VERBRUIK DANKT U TEVENS DEN UITERST LAGEN PRIJS VAN Papegaaien-ziekte te Leipzig Patrouille door den vloed verrast Korte berichten heet is... I NOLA kapitein/ we ca an NU WANNEER RUNNEN WE yÜINWAARTS j/r/nnen NOE- \VEEL T/JD KUN NEN PE ANKER. JVAN UETJA(NT\ OEN/NT WPRPEN} {kAP/te/n? INTERNATIONALE BONT- VEILING AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Ml door Kafharina en Robert Pinkerton In Frankrijk zijn meer dan 400 verbo den zenders, waarvan er nog meer dan 300 volkomen onbekend zijn, wat bun ligging betreft. Met buitengewone verbazing heeft het Fransche volk dezer dagen uit de dag bladen kennis genomen van een officieel bericht. Men had tal van peilstations op den Mont Valérien Romainville en Montrouge in gericht, om eindelijk eens een overzicht te krijgen, op welke wijze de Franschen zich in den aether gedragen. Men moet daarbij in het oog houden, dat het In Frankrijk, evenals bij ons, streng verboden is, zonder officieele vergunning, een zender te bezitten of te gebruiken. Het onderzoek heeft nu een ongedacht resul taat opgeleverd: in het heele land zijn niet minder dan 410 verboden zenders. Er werden terstond alle mogelijke pogingen aangewend om de plaats dezer geheime zen ders te bepalen. Het officieele bericht spreekt echter van rond 300 zenders, welker ligging nog volkomen onbekend is. Van 19 zenders meent men vrijwel de ligging te kennen, terwijl men van 60 radiostations weet in welke stad en van 21 zenders in welke provincie zij liggen. Het moet den Franschen autoriteiten door peiling niet al te moeilijk vallen met behulp van moderne instrumenten de ligging van dit ongehoord groote aantal geheime zenders te bepalen. Waarschijnlijk wisselen de vagebonden in den aether voortdurend van plaats of zwij gen weken achtereen, zoodat een peiling niet mogelijk is. Hoe snapt men nu eigenlijk een geheimen zender? Een punt alleen is daarvoor niet vol doende. Men heeft twee verschillende stations noodig, die den golvenroover peilen. Met be hulp van een raamantenne kan men onmiddel lijk en zonder eenige moeilijkheid de richting bepalen, waaruit de uitzending plaats heeft. Een proces, dat heel eenvoudig is: want als men het raam om zijn as draait, volgen voortdu rend veranderingen in de geluidssterkte, welke men nauwkeurig kan waarnemen. Op het oogenblik, dat de geheime zender het luidste klinkt, heeft men de nauwkeurige richting, waarin men zoeken moet. Zij loopt nJ. lood recht op het peilraam. Worden nu dergelijke onderzoekingen op meer plaatsen gedaan, dan moet op het snijpunt van alle op kaart gebrachte peilstralen de geheime zender liggen. Men zou met recht kunnen vragen, of nu deze methode zoo nauwkeurig werkt, dat een bepaald punt in de huizenzee eener stad nauw keurig bepaald kan worden. Met vroegere mid delen kon men slechts grootere oppervlakten van eenige honderden vierkante meters aan wijzen, waarop zich een geheime zender moest bevinden. Tegenwoordig is de peiltechniek vrij wel volmaakt. Zoo worden bijv. in Duitschland met behulp der peilstralen zelfs bij den dicht- sten mist de groote zeeschepen zonder loodsen de Weser en Elbe binnengevoerd. Een afwijking van weinig meters zou daarbij reeds tot onheil kunnen leiden. Ook bij de landing van vliegtuigen gebruikt men tegenwoordig radio-mistbakens; men her- innere zich maar de landing van de Pelikaan. Zoo is het verder mogelijk de positie van een vliegtuig van de aarde uit door twee stations precies te bepalen. Al deze ervaringen te za- men genomen, doet het wel eenigszins vreemd aan, dat de Fransche autoriteiten de ligging der talrijke geheime zenders nog niet hebben kunnen uitvisschen. Natuurlijk behooren deze verboden Fransche «tations ook niet aan de organisatie der korte- golf-amateurs, wier centrale zich in Amerika, het moederland en het dorado van het korte- golf-bedrijf bevindt. Bij deze vereeniging, die ln Hartford (Ver. Staten) haar zetel heeft, zijn de amateurs der verschillende landen in secties aangesloten. De grootste af deeling is natuurlijk Amerika, op de tweede plaats volgt de Engel- sche. Slechts zeer weinig amateurs echter be zitten een eigen zender, waarvoor de toestem ming van de autoriteiten noodig is. In 1924, toen deze regeling werd getroffen, heeft men nog ongeveer 50 tot 60 van zulke licenties ver leend. De bekoring, welke de korte golven op vele radio-amateurs uitoefenen, vindt haar oor zaak vooral daarin, dat men met zeer ge ringe zendenergiën van weinig Watt lan den en zeeën kan overbruggen, ja, zelfs den halven aardbol kan omspannen. Dit feit komt eerst in het volle licht, als men nagaat, nat sommige Europeesche langegolfzenders van 15Ö kilowatt, dat is 150.000 watt, nog niet eens in alle Europeesche staten te hooren zijn. In een voorstad van New-York stierf de zer dagen de Journalist Walter Well- mann, eens een beroemd luchtvaarder en natuuronderzoeker, de eerste man ter wereld, die een poging deed den Oceaan en wel in 1910 met een luchtschip over te steken. Men is wantrouwend geworden tegenover de steeds wederkeerende legende van de Ameri- kaansche millionnairs en vooraanstaande figu ren, die als krantenjongen zijn begonnen. Maar in het onderhavige geval kan daaraan niet ge tornd worden. Walter Wellmann verkocht eerst in Sutton zelf kranten en gaf op 14-jarigen leeftijd een weekblad uit. Zeven jaren later richtte hij de „Cincinatti Evening Post" op. welke hij bijna geheel zelf schreef. Hij trok de aandacht en werd correspondent van de „Chi cago Herald" te Washington. Zoo begon Walter Wellmann maar hem bleef alles te klein en te begrensd! Hij had zijn groote, interessante denkbeelden, het eene al stoutmoediger dan het andere. Maar buiten die ideeën had hij ook den moed tot verwezenlij king er van. Op zekeren dag nam hij verlof en reisde naar San Salvador. Tevoren had hij in de bibliothe ken met niemand er over gesproken, wat hij eigenlijk wilde Tot hij op het Walting-eiland op de Baha ma's precies de plek vond, waar Christophorus Columbus het eerst zijn voet op „Indischen" bo dem zette. Geen geleerde kon Wellmann tegen spreken. En heden ten dage staat op deze plaats een groot gedenkteeken, waarvan Wellmann des tijds den eersten steen heeft gelegd. Maar dit volgen van de sporen van den groo- ten ontdekker had ook nog andere uitwerking op den journalist, die roeping tot natuuronder zoeker in zich gevoelde. Voor precies veertig jaren in een tijd dus, dat het werkelijk nog een buitengewoon stout moedig waagstuk was organiseerde hij een Pool-expeditie. Tot de Noordpool kwam hij niet, maar tot 81 gr. N.B., Noordoostelijk van Spits bergen. Vier jaar later kwam hij zelfs tot Franz Jozefsland, ontdekte zeven nieuwe eilanden en bereikte den 82sten graad N.B. Zoo was uit den journalist een onbestreden Poolautoriteit van naam geworden, aan wien 520-02S2H menig groot natuuronderzoeker van destijds om raad vroeg. En destijds bouwde men de eerste bestuur bare luchtschepen. Wellmann kwam onmiddel lijk op de gedachte, dat men met zulk een lucht schip ook de Noordpool zou kunnen veroveren. Het luchtschip werd gebouwd, maar de eerste poging in de wereldgeschiedenis om met een luchtschip naar de Pool te gaan, mislukte door een storm, die 27 dagen van de Pool uit woedde.. Men weet, dat het onjuist is, wat wel eens wordt beweerd: dat Lindbergh de eerste is ge weest, die een non-stop vlucht over den Oceaan volbracht: Lindbergh was de 67ste! Vóór hem hadden twee Zeppelin-bemanningen en de vlie gers Sir John Alcock en Sir Arthur Whitten- Brown den Oceaan overwonnen (1919). Maar wie de eerste groote poging, negen jaren tevo ren deed, is de wereld vergeten! Deze moedige was Wellmann, die zich een luchtschip van 70 M. lengte liet bouwen, dat 24.000 pond last ver mocht te dragen. Twee machines namen dit gewicht in. Maar zij waren te zwaar en te onmachtig. De vlucht was afhankelijk van gunstige winden en toe valligheden. Toch vloog Wellmann meer dan 1500 K.M. over den Oceaan! 72 Uur, drie lange dagen dreef het luchtschip r.u eens hoog, dan weer laag en werd toen midden op zee neergedrukt. Steeds meer werd het luchtschip gevuld met water. Toen kwam het stoomschip „Trent" en redde Wellmann en de stoutmoedige mannen, die met hem den tocht hadden gewaagd. Zoo eindigde de eerste Oceaanvlucht. Werkelijk: dat alles heeft de wereld verge ten. Zij dacht in het geheel niet meer aan dezen man. Harding herinnerde zich tijdens zijn pre sidentschap de welversneden pen van Wellmann, wiens moed en pionierswerk hem hadden ge ïmponeerd en wiens uitingen over de Coóksche Poolgeschiedenis destijds een sensatie waren. Hij bleef rusteloos tot het laatst. Walter Well mann was ongetwijfeld te vroeg geboren; hij werd oud, toen de machine de hoogte bereikte, welke hij zich destijds had gedroomd LEIPZIG, 14 Maart. (D.N.B.) Evenals in 1930, 1932 en 1933 zijn thans wederom drie ge vallen van papegaaienziekte te Leipzig gecon stateerd, waarvan twee met doodelijken afloop. Men meent te weten, dat de besmette dieren afkomstig zijn van een particulieren „fokker" te Leipzig. Er zijn reeds maatregelen genomen om de verspreiding der ziekte tegen te gaan. Twee leden van de Zuid-Afrikaansche politie waren, te zamen met twee inlandsche politie dienaren, uitgezonden om een politiepost op te richten te Natab, in de Namib-woestijn, op 75 mijl van Walvisch-Baai, om diamantstroo- pers den toegang te belemmeren. Zij sloegen hun tenten op, op ongeveer dertig yard van de Kuisibrivier, terwijl de boorden van de rivier op vijftig yard gelegen zijn. De rivier begon plotseling te wassen en overviel het kampement. De politiemannen streden wanhopig om hun eigendommen, die in twee tenten waren ondergebracht, te redden. Tot aan de oksels door het water wadend, werkten de sergeant en zijn mannen den geheelen nacht. Vele malen moesten zij zwemmende de pakjes, die zij op het hoofd hadden gebonden, in veiligheid brengen. Bij het aanbreken van den dag hadden zij een toevlucht gezocht op den top van een duin, waar zij evenwel door het nog steeds stij gende water opnieuw werden gedwongen naar °en hooger gelegen niveau te verhuizen. Het had niet veel gescheeld of een van de inland sche politiemannen was door den stroom mee gesleurd bij een poging zijn waterproofjas, welke door den stroom werd medegenomen, weer te pakken te krijgen. De manschappen moesten, doordat hun pro visie grootendeels verloren was gegaan, totdat van Walvisch Baai nieuwen mondvoorraad was ontvangen, op rantsoen worden gesteld. In weerwil van hun onaangename ervarin gen hebben zij den patroullletocht voortgezet. De koning van Siam is door Mussolini in het Palazzo Venezia ontvangen. Het onderhoud droeg een uiterst hartelijk karakter. Gisterochtend heeft het Siameesche konink lijke paar met groote belangstelling de beziens waardigheden van Rome bezocht. Twee heeren zijn gedood bij een lawine-onge luk nabij Obertsdorf. Een dame wordt nog ver mist, doch voor haar leven wordt gevreesd. Volgens de berekeningen van de American Federation of Labor is het aantal werkloozen in de Ver. Staten in Januari van dit jaar ge stegen tot 11.690.000. Sedert September van het vorige jaar is het aantal werkloozen weer toe genomen met 1.582.000. Mijnheer Ferdinand Wijnschenk zat met een sombere uitdrukking op zijn gelaat, te staren naar een schilderij, dat aan den wand hing. Het was een dure crayonteeke- ning, voorstellende het levensgroote portret van zijn eenige dochter Helena. Die sombere uitdrukking was het gevolg van een kort, maar beteekenisvol onderhoud, dat hij dien morgen met zijn dochter gevoerd had. Het beteekende niets meer of minder dan de mede- deeling van het meisje, dat zij verliefd was op een jong, civiel ingenieur, met name Harry Magnee. Dezen middag zou de jongeman den officieelen stap wagen en den papa van zijn beminde de toestemming tot hun verloving vragen. Mijnheer Wijnschenk was het, alsof de beken tenis van zijn dochter hem als zijn doodvonnis in de ooren klonk. ....„Was het niet schandalig? Twintig jaar lang had hij de verzorging en de opvoeding van zijn kind. zijn Helena, op de best denkbare wijze volbracht. Zij was nu een mooi, goed ont wikkeld meisje geworden, dat op allerlei ma nieren haar dank voor deze opvoeding in iets tastbaars trachtte om te zetten. Wijnschenk had zijn kind lief met zijn ge heele ziel, hij verafgoodde haar en juist nu. op het oogenblik dat hij haar voor geen geld ter wereld zou willen missen, komt zoo'n vreemde snoeshaan haar het hoofdje op hol brengen Vandaag zou de beslissende slag vallen. ....Neen maarMijnheer beschouwde de aanstaande poging van den jongen ingenieur als niets meer of minder dan gemeenen dief stalkinderroofeen fatsoenlijk mensch onwaardig. Iemand die daartoe in staat was, had geen greintje gevoel van menschelijkheid in zijn hart. Hoe haatte hij alle jongelieden die, als hij met zijn lieveling wandelde, het durfden wagen, haar een glimlach of een lonkje toe te werpen. Maar hemdien ingenieurdien wijs neusdien onverlaat, waarover Helena haa gesproken, met een verdacht enthousiasme hem haatte hij dubbel. O, als hij het durfde wagen een voet over zijn drempel te zetten, dan. Verschrikt vloog hij overeind, toen er ge beld werd. „Drommels, zou hij het toch wagen, ondanks mijn waarschuwing?" mompelde mijnheer. Het dienstmeisje opende de deur en diende een heer aan die mijnheer Wijnschenk per soonlijk wenschte te spreken. Het gelaat van den ouden man was verwron gen van woede en hij nam zich voor, den be zoeker dusdanig den mantel uit te vegen, dat hij er voorgoed voor zou bedanken, hem ooit weer met het krankzinnige gezeur om ziin dochter lastig te vallen. Een oogenblik later werd wederom de kamer deur geopend en op den drempel verscheen een onberispelijk gekleede jongeman, die een be leefde buiging voor den heer des huizes maakte. „Mijnheer Wijnschenkvroeg hij, ter wijl zijn blik toevallig op het groote portret van het meisje viel en daar welgevallig op bleef rusten. Deze ongepaste belangstelling maakte den ander zoo mogelijk nog boozer en hij beet den bezoeker toe: „Ja, mijnheer Wijnschenk dat ben ik. Dat weet je opperbest." „Excuseer, mijnheer.... ik wilde...." „Schei maar uit. Alsof ik niet weet wat u wilt. Dat behoeft u mij niet te komen vertellen. Ik heb vanmorgen van de zaak kennis gekre gen. U komt en dringt hier als een misdadiger binnen, om de rust en den vrede in een tot nog toe gelukkig huisgezin te verstoren. Wat zeg ikTe verstoren....? Neen, te ver nietigen, dat is uw doel en niet anders, maar Kalm liet de bezoeker den stortvloed van woorden over zijn hoofd gaan, toen viel hij den ander in de rede: „Ik vraag nogmaals beleefd excuus. Ik kom om „Drommels nog toe," stoof mijnheer Wijn schenk op. „Ik zeg u toch dat ik het al weet? Waartoe die verdraaiing van woorden, die toch op hetzelfde neerkomen? Ik leefde steeds ge lukkig met mijn vrouw en mijn eenig kind, en daar komt u. als een afgeschoten, misvormde torpedo mijn huis binnenvallen en...." „Het spijt mij werkelijk, dat ik u en uw ge zin stoor in uw vredige rust," onderbrak de bezoeker den woedenden man. „Storenstoren?Maar man, heb je aan geen greintje menschelijk gevoel in je lijf? Kan je dan niet begrijpen met je bekrompen verstand, hoe onmenschelijk beestachtig het is, een paar gelukkige ouders hun kind te ont- rooven?" „Pardon, mijnheer," zei de ander verbaasd. „Dat is in het geheel mijn bedoeling niet." „Neen, natuurlijk niet. Die praatjes ken ik. Het is hetzelfde banale zinnetje dat de jonge lui altijd plachten te gebruiken. U verliest uw dochter niet. U kunt haar immers dagelijks zien en spreken? Maar inwendig fluistert bij jullie een stem die zegt: „Liever heb ik, dat je wegblijft." Zoo is het immers? Dacht u dat ik nooit iets als een huwelijksaanzoek heb meegemaakt. En dacht u, dat ik ■iiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiii*. KEEPEN? WE6.' PE DOKTER ZEOT, DA7 ANN IE VEEL BETER IS. WE BONNEN ELK OOOENBUK VER TREKKEN/ PRÓ we aan V P//RE0T.' ME PUNKTPAT ZE VEEL BETER /S; WE KUNNEN VERTREKKEN WAN NEER WE IW/UEN B/N/VEN vijf me) noten, we kor- NEN NIER NIET 'PAUW óENOEO VAN- PAAN NAAR M'N GRJan* EINDELIJK OP WEO NAAR W/S/ K/JKT VOOR 7 LAA TST NAAR NET TH Ami J0N6EN5. NET /S TE NO- PEN PAT JE PAT LAND VDL\ KWADE KOORTSEN NÓO/7Ï i MEER ZIET schoon jongelui tegen de moeder en den vader van hun prooi plegen uit te kramen? „Mijnheer," antwoordde de bezoeker kalm. „Ik geloof, dat hier een komische, misschien tragische, maar in elk geval betreurenswaardige dwaling. „Zeker, zekeris het een betreurenswaar dige dwaling van de ouders, als zij aan de mooie maar huichelachtige frasen van jongelui als u, geloof slaan, om dan later te moeten er varen, dat hun lieve schoonzoon eroo uit is, behalve hun kind, ook nog een groot deel van hun schamele inkomsten te ontrooven. Hen in elk geval voor de bruiloftskosten te raten op draaien. Het ishet is Wijnschenk stikte van woede, temeer daar de man tegenover hem al deze grofheden on verstoord over zijn hoofd liet gaan en steeds glimlachend naar hem keek. „Pardon, ik moet zeggen, dat uw privé-aan- gelegenheden mij uitermate interesseeren, maar „Natuurlijk, ze interesseeren u, maar verder gaan ze u niet aan, hé? Gij wenscht Immers alleen mijn dochter, met al de provenuën daar aan verbonden en als die verbrast zijn. dan volgt er een heel onschuldig briefje met het verzoek om alstublieft wat contanten." „Maar, mijnhemel, mijnheer Wijnschenk. Ik wilde enkel en alleen „Probeeren mij te plunderen, beken het maar gerust. Gij vergist u echter, als u denkt dat ik tegen de lamp zou vliegen. Of dacht u mis schienHet scheen dat dit geïnterrumpeer den bezoeker ging vervelen. „Luister dan tenminste één enkel oogenblik naar mij," drong hij met stemverheffing aan. „Nooit zeg ik u. Nooit zal ik naar nonsens luisteren. En nu moet het uit zijn.... hoort uUit moet het zijn...." „Maar bekijk dan tenminste even deze pa pieren, mijnheer. Dat zijn toch geen „Papieren? papieren? Wat papieren. Dacht u soms dat ik wat geef om die diploma's van tegenwoordig? Bah De bezoeker stampte ongeduldig met den voet op den grond. „Maar laat mij dan eindelijk eens uitspreken en val mij niet herhaaldelijk met dien onzin in de rede, anders zal ik tot mijn spijt ge noodzaakt zijn, het recht Het gelaat van Wijnschenk zwol op van woede en schier buiten adem stotterde hij: „Watwilt gij mij dreigen? Ja, ik begrijp het. U wilt zeggen, dat u dan van het .-echt van een meerderjarig meisje gebruik zult ma ken, om je zin door te drijven. Maar ik zeg u bij dezen, Jongeman, dat mijn dochter Das over drie jaar meerderjarig is." De ander schoot in een onbedaarlijke lach bui. „Maar mijnheer Wijnschenk, wat heeft uw dochter in hemelsnaam met onze zaken te ma ken? Wat voor belang heeft zij bij obligaties en prolongaties?" „ObligatiesProlonga tiesstamelde Wijnschenk. „Maar wie bent u dan in vredesnaam?" „Ik ben de hoofdkassier van de Universaal Bank. Ik kom u de kwitantie presenteeren van de door u gekochte Internationale Trustaan- deelen," „Drommels nog toe, mijnheer," zeide de an der met een benepen lachje. „Waarom het>r u mij dat niet eerder gezegd? Waarom hebt u mij zoolang om den tuin geleid? Al die leehjke onaangename woorden hadden dan achterwege kunnen blijven. Ehkan ik u misschien met een heerlijk sigaartje van dienst zijnen een lekker wijntje.. Helene Wijnschenk en Harry Magnee had den het interessante onderhoud, in het naast gelegen vertrek van het begin tot het einde verstaan en zij hoorden, dat de booze bui van mijnheer Wijnschenk door dit intermezzo ge heel was verdwenen Hij lachte een hartelijken lach. „Nu is het tijd," fluisterde de jongeman. „We moeten het ijzer smeden, als het heet is." Op hun teenen slopen zij naar de deur en de overrompeling was zoo geweldig, dat mijn heer Wijnschenk de nederlaag leed. De internationale bontveiling te Leningrad is geëindigd In totaal werd voor 3 millioen goud roebel verkocht. De voornaamste koopers waren Engeland, Frankrijk, Amerika, Duitschland, Tsjecho-Slowaitije en Polen. J II op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f 9/J/j/l bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7C/) bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een hand f 1 OC al) verlies van een Cf) bij een breuk van Af) bij verlies van 'n AllC UOOTlllS S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen f Jl/I/lf»" verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen «V'" doodelijken afloop# Atfv.— een voet of een oog ifhtj.— duim of wijsvinger KI l/« ""been of arm T(/«" anderen vinger S3 (Korte inhoud van het voorafgaande David Patterson is de eigenaar van een bloeienden oelshande) in Noord-Canada Ziin exoansie-zucht vindt slechts een Hin derpaal. de machtige Hudson Bay Com pany aim grootste concurrent Deze oezer een oost Por, Mvsterv' genaamd en door Herbert Morlev oeheerd waar Patterson ondanks nerhaalde oogmgen nooit tn ge slaand is vasten voet te verkriiaen Bruce Rochette die een diepen naat koestert te gen de Hudson's zal dan voor Patterson trachten een nandelspost te vesttec-n in het veelomstreden gebied Hl; vertrekt met Joe Snowbird en wordt hartelijk door Mor lev en zijn echtgenoote ontvangen Bruce geeft voor oelast te ziin met het doen van waarnemingen voor een aardriikskundig genootschap Bruce krijgt de gelegenheid om een tocht te maken naar een afgelegen kamp en ontdekt hier het geheim van Port Mystery. Hij doet verschillende ontdekkin gen van belang betreffende het werk van de Hudson Bav Comp Plotseling wil zijn bediende de halfbloed Joe Snowbird dan vertrekken en Bruce slaagt er niet ln hem tegen te houden. Ik geloof vast, Herbert, zei mevrouw Morley, dat er iemand gearriveerd is. Ik ben er haast zeker van, dat het Macleod, de dis- trichtsmanager is Terwijl ze spraken hoorden ze de zachte voet stappen van Indiaansch schoeisel in de veranda. Bruce wierp een vluggen blik op de deur. Mevrouw Morley was opgestaan Daar kwam dus de districts-manager. Hij zou Bruce daar aantreffen, bezig met het bijwerken van de boeken, hii zou alles vernemen wat er was geschied en dan Bruce vermande zich. De comedie was uit. Morley kon niet langer meer met zijn slachtoffer spelen. De val was nu dichtgeklapt. Vóór men een uur verder was, zou Brace's lot Deslist zijn. Morley was vlug opgestaan en ging naar de deur. Alvorens hij ze echter had kunnen ope nen, woei er een koude luchtsroom het vertrek binnen en de gordijnen werden opzij ge schoven. En daar stond, in de deuropening, de oogen stralend en hijgend van opwinding, een meisje. Vader! Moeder! riep ze, kent u me dan niet meer? Morley was midden ln de kamer blijven staan. Het leek wel of hij even duizelde en iets. wat het midden hield tusschen een schreeuw en een gekreun, ontsnapte aan zijn lippen. Met een kreet sprong hij vooruit en sloeg zijn armen om het meisje. Evelyn! riep hij uit. Evelyn! Mijn kindje! Evelyn, kindje! Brace stond als aan den grond vastgeklonken. Hij had nimmer kunnen droomen, dat de Moi- ley's een kind hadden. Ze hadden er ook nooit over gesproken. Toen. terwijl Morley zijn dochter vast omarmd hield, dacht Bruce aan de moe der. Hij keerde zich om, ln afwachtmg ander maal getuige te zijn van eenzelfde gemis aan emotie, eenzelfde koele houding, die mevrouw Morley sinds zijn verblijf op Fort-Mystery had gekenmerkt. Mevrouw Morley was niet van haar stoel op gestaan. Ze was op den grond gegleden en lag daar roerloos, de kin op de borst, met doods bleek gelaatbewusteloos. HOOFDSTUK XI DE ONTDEKKING Zelfs toen hij naar de keuken vloog om wat koud water te halen, en vreesde, dat de doode- lijke bleekheid van mevrouw Morley méér was dan een bezwijming betrapte Bruce zichzelf er op, dat hij het visioen voor zich zag, hetwelk hij in de deuropening had gezien. Het was een visioen geweest. Hij had gedacht te zullen staan voor een autoriteit der Hud son's Bay Company, voor de ineenstorting van alles wat hij gehoopt en geambieerd had. Doch inplaats van het norsche grimmige gezicht van een dweepziek meedoogenloos Schctsch districts- manager, had hij het gelaat gezien van een Jonge vrouw, wier natuurlijke schoonheid nog verhoogd werd door haar toilet en de heerlijke extase van het oogenblik. Brace herinnerde zich niet dat heur donker goudkleurig haar te i voorschijn kwam van onder den rand van de zwarte otterpelsmuts, waarvan de franjes neer hingen op haar pelsmantel van karibou. Evenmin zou hij hebben kunnen zeggen, dat door de koude haar wangen bloosden, haar lippen een warm-roode kleur hadden en de ivoren tanden daartusschen als paarlen glin sterden, dat zij heerlijk blauwe oogen had, wier blauw deed denken aan de kleur van een meer van het Noorden en die glinsterden als het schitterendste Noorderlicht. Ook wist hij niet. dat ze de pelsen van het Noorden droeg en beenwindsels van karibouhuid, dat haar lange dameswanten met een rood koord om haar hals hingen en zij het algemeen herkenlngsteeker. van 't Noorden, een bont gekleurden gordel, om haar middel droeg. Hij kon zich slechts herinneren, dat het een fel-gekleurd beeld geweest was, dat in de deuropening was verschenen, iets ongekend warms en onvergetelijk-heerlijks. Later herin nerde hij zich alle bijzonderheden en het werd hem voor de eerste maal duidelijk, waarom feitelijk de pelshandel bestond, waarom er men- schen waren, die leden en zwoegden, waarom hijzelf haat in zijn hart droeg en alies aan zijn wraakverlangens opofferde. Toen hij met een kom vol water terugkwam, keek Evelyn, die naast haar moeder geknield zat, naar hem op Hij zag toen het wonderschoon gezichtje en het prachtig haar, dat de fijne otterpelsmuts omlijstte. De natuur verrijkte hier zichzelf, door uit haar vèrafgelegen schatkamers datgene te nemen, wat haar grootste bezit de vrouw zou tooien om dit den menschen te laten, zien en door hen te doen bewonderen; door de afgelegen hoeken der aarde te plunde- en om de schoonheid der vrouw de glorie van haai heerlijkste schepping te verhoogen. De zuiderling in Bruce kwam onmiddellijk boven. Zijn vrees van eenige oogenblikken te voren vergat hij; hij vergat op welke manier hij hier binnengekomen was, vergat zijn vermoe dens, zijn vrees, zijn plannen en zijn hoop op de toekomst. De kunstenaar in hem verheerlijkte den pelshandel en ontdeed hem van zijn schraapzucht, zijn twisten en zijn vijandschap pen en zag alleen zijn alleruiterste doel: de ver hooging der vrouwelijke schoonheid. Hij stond er verbaasd over, dat dit hem vroe ger nooit was opgevallen. Hij had tal van rijke, wondermooie, schitterende pelsen verkocht en verhandeld. Hij had de pelsen door het land zien trekken, gebundeld in ontelbare pak ten doch het waren voor hem slechts handelsartike len geweest, stomme dingen in den strijd om de macht. Thans was het hem duidelijk, waarom de menschen doordroegen tot verafgelegen plaatsen, waarom ze koude en honger wilden lijden, ja zelfs den dood trotseerden. Een zwarte bontkraag om den hals van Evelvn Morley. aldus dacht hij, kon alles wat de menschen in het hooge Noorden te lijden hadden, wel goed maken. Dat alles joeg als een bliksemflits door Bruce's gedachten, terwijl hij het meisje aan staarde. Toen ze om het water vroeg, sprak uit haar oogen een ontzettend ongeduld en Bruce deed een stap vooruit. Mevrouw Morley opende de oogen, nadat haar wangen en voorhoofd met het frissche water waren besprenkeld. Een oogenblik staarde ze in het rond, alsof ze geen goed begrip had van wat om haar heen geschiedde; toen slaakte ze een kreet, een kreet, die alleen geuit kon worden door een hunkerend, alleenzijnd en lijdend hart, en trok haar dochters hoofd aan haar borst en begon te snikken. Bruce voelde zich plotseling verlegen en keek naar Morley. De manager stónd in het midden der kamer, terwijl zijn blikken rustten op beide vrouwen. Dikke tranen rolden over ziin roode wangen, doch zijn oogen straalden van geluk, een geluk, zóó groot, als Bruce zich nimmer had kunnen indenken. Plotseling voelde hij. dat zijn tegenwoordigheid hier bij deze drie menschen op iets momsterachtig-indringends geleek. Dit was méér dan een gewoon samenzijn van een gelukkig gezin. Hij verdween in de richting van de hal en ging naar zijn kamer, zonder dat 'emand dit heengaan had bemerkt. Gedurende de twee uren. die de jongeman daarboven vóór het diner nog doorbracht, had hij heel wat nuttig werk kunnen verrichten, hij had zijn plannen nader kunnen overwegen in verband met de thans geboden gelegenheid welke h;j slechts behoefde aan te grijpen om te vluchten. De aankomst van hun dochter was voor de Morley's blijkbaar méér dan een ver rassing. Ze waren door haar plotselinge ver schijning ten tooneele zóó aangegrepen, dat de reactie on dien schok zeker een paar dagen zou duren, wellicht zelfs nog langer. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10