Vagebonden in den aether
Md wdaal rnn den da§
A
VERBODEN ZENDERS IN
FRANKRIJK
PIONIER DER OCEAAN-
VLUCHTEN
DE KLEINE
SCHIPBREUK
7
Hu iswaa rts I
onr» "2 \Als he
FORT-MYSTERY
DONDERDAG 15 MAART 1934
ln het geheele land blijken niet
minder dan 410 geheime
zenders te zijn
De radio-peilstations
Welmann vond de plaats, waar
Columbus het eerst zijn voet
op ,Jndischen bodem"
zette
Poolautoriteit van naam
/RUIM 156 x
HOOGER DAN
Prof. PICGARD
gestegen is, reikt de
toren, die wij zouden
kunnen opbouwen
van alle Sunlight Zeep
die jaarlijks in ons
land wordt verbruikt.
Deze verbazend groote voorkeur van
de Nederlandsche huisvrouwen voor
Sunlight Zeep bewijst hoe superieur
de kwaliteit van dit beroemde wasch-
middel is en hoeveel ver
trouwen men er in stelt.
AAN DIT GROOTE VERBRUIK DANKT U
TEVENS DEN UITERST LAGEN PRIJS VAN
Papegaaien-ziekte te
Leipzig
Patrouille door den
vloed verrast
Korte berichten
heet is... I
NOLA kapitein/ we ca an
NU
WANNEER
RUNNEN WE
yÜINWAARTS
j/r/nnen NOE-
\VEEL T/JD KUN
NEN PE ANKER.
JVAN UETJA(NT\
OEN/NT WPRPEN}
{kAP/te/n?
INTERNATIONALE BONT-
VEILING
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Ml
door
Kafharina en Robert Pinkerton
In Frankrijk zijn meer dan 400 verbo
den zenders, waarvan er nog meer dan 300
volkomen onbekend zijn, wat bun ligging
betreft.
Met buitengewone verbazing heeft het
Fransche volk dezer dagen uit de dag
bladen kennis genomen van een officieel
bericht. Men had tal van peilstations op den
Mont Valérien Romainville en Montrouge in
gericht, om eindelijk eens een overzicht te
krijgen, op welke wijze de Franschen zich in
den aether gedragen.
Men moet daarbij in het oog houden, dat het
In Frankrijk, evenals bij ons, streng verboden
is, zonder officieele vergunning, een zender te
bezitten of te gebruiken.
Het onderzoek heeft nu een ongedacht resul
taat opgeleverd: in het heele land zijn niet
minder dan 410 verboden zenders.
Er werden terstond alle mogelijke pogingen
aangewend om de plaats dezer geheime zen
ders te bepalen. Het officieele bericht spreekt
echter van rond 300 zenders, welker ligging nog
volkomen onbekend is. Van 19 zenders meent
men vrijwel de ligging te kennen, terwijl men
van 60 radiostations weet in welke stad en van
21 zenders in welke provincie zij liggen.
Het moet den Franschen autoriteiten door
peiling niet al te moeilijk vallen met behulp
van moderne instrumenten de ligging van dit
ongehoord groote aantal geheime zenders te
bepalen. Waarschijnlijk wisselen de vagebonden
in den aether voortdurend van plaats of zwij
gen weken achtereen, zoodat een peiling niet
mogelijk is.
Hoe snapt men nu eigenlijk een geheimen
zender? Een punt alleen is daarvoor niet vol
doende. Men heeft twee verschillende stations
noodig, die den golvenroover peilen. Met be
hulp van een raamantenne kan men onmiddel
lijk en zonder eenige moeilijkheid de richting
bepalen, waaruit de uitzending plaats heeft.
Een proces, dat heel eenvoudig is: want als men
het raam om zijn as draait, volgen voortdu
rend veranderingen in de geluidssterkte, welke
men nauwkeurig kan waarnemen. Op het
oogenblik, dat de geheime zender het luidste
klinkt, heeft men de nauwkeurige richting,
waarin men zoeken moet. Zij loopt nJ. lood
recht op het peilraam. Worden nu dergelijke
onderzoekingen op meer plaatsen gedaan, dan
moet op het snijpunt van alle op kaart gebrachte
peilstralen de geheime zender liggen.
Men zou met recht kunnen vragen, of nu
deze methode zoo nauwkeurig werkt, dat een
bepaald punt in de huizenzee eener stad nauw
keurig bepaald kan worden. Met vroegere mid
delen kon men slechts grootere oppervlakten
van eenige honderden vierkante meters aan
wijzen, waarop zich een geheime zender moest
bevinden. Tegenwoordig is de peiltechniek vrij
wel volmaakt. Zoo worden bijv. in Duitschland
met behulp der peilstralen zelfs bij den dicht-
sten mist de groote zeeschepen zonder loodsen
de Weser en Elbe binnengevoerd. Een afwijking
van weinig meters zou daarbij reeds tot onheil
kunnen leiden.
Ook bij de landing van vliegtuigen gebruikt
men tegenwoordig radio-mistbakens; men her-
innere zich maar de landing van de Pelikaan.
Zoo is het verder mogelijk de positie van een
vliegtuig van de aarde uit door twee stations
precies te bepalen. Al deze ervaringen te za-
men genomen, doet het wel eenigszins vreemd
aan, dat de Fransche autoriteiten de ligging
der talrijke geheime zenders nog niet hebben
kunnen uitvisschen.
Natuurlijk behooren deze verboden Fransche
«tations ook niet aan de organisatie der korte-
golf-amateurs, wier centrale zich in Amerika,
het moederland en het dorado van het korte-
golf-bedrijf bevindt. Bij deze vereeniging, die
ln Hartford (Ver. Staten) haar zetel heeft, zijn
de amateurs der verschillende landen in secties
aangesloten. De grootste af deeling is natuurlijk
Amerika, op de tweede plaats volgt de Engel-
sche. Slechts zeer weinig amateurs echter be
zitten een eigen zender, waarvoor de toestem
ming van de autoriteiten noodig is. In 1924,
toen deze regeling werd getroffen, heeft men
nog ongeveer 50 tot 60 van zulke licenties ver
leend. De bekoring, welke de korte golven op
vele radio-amateurs uitoefenen, vindt haar oor
zaak vooral daarin, dat men met zeer ge
ringe zendenergiën van weinig Watt lan
den en zeeën kan overbruggen, ja, zelfs den
halven aardbol kan omspannen. Dit feit komt
eerst in het volle licht, als men nagaat, nat
sommige Europeesche langegolfzenders van 15Ö
kilowatt, dat is 150.000 watt, nog niet eens in
alle Europeesche staten te hooren zijn.
In een voorstad van New-York stierf de
zer dagen de Journalist Walter Well-
mann, eens een beroemd luchtvaarder
en natuuronderzoeker, de eerste man ter
wereld, die een poging deed den Oceaan
en wel in 1910 met een luchtschip over
te steken.
Men is wantrouwend geworden tegenover de
steeds wederkeerende legende van de Ameri-
kaansche millionnairs en vooraanstaande figu
ren, die als krantenjongen zijn begonnen. Maar
in het onderhavige geval kan daaraan niet ge
tornd worden. Walter Wellmann verkocht eerst
in Sutton zelf kranten en gaf op 14-jarigen
leeftijd een weekblad uit. Zeven jaren later
richtte hij de „Cincinatti Evening Post" op.
welke hij bijna geheel zelf schreef. Hij trok de
aandacht en werd correspondent van de „Chi
cago Herald" te Washington.
Zoo begon Walter Wellmann maar hem
bleef alles te klein en te begrensd! Hij had zijn
groote, interessante denkbeelden, het eene al
stoutmoediger dan het andere. Maar buiten die
ideeën had hij ook den moed tot verwezenlij
king er van.
Op zekeren dag nam hij verlof en reisde naar
San Salvador. Tevoren had hij in de bibliothe
ken met niemand er over gesproken, wat hij
eigenlijk wilde
Tot hij op het Walting-eiland op de Baha
ma's precies de plek vond, waar Christophorus
Columbus het eerst zijn voet op „Indischen" bo
dem zette. Geen geleerde kon Wellmann tegen
spreken. En heden ten dage staat op deze plaats
een groot gedenkteeken, waarvan Wellmann des
tijds den eersten steen heeft gelegd.
Maar dit volgen van de sporen van den groo-
ten ontdekker had ook nog andere uitwerking
op den journalist, die roeping tot natuuronder
zoeker in zich gevoelde.
Voor precies veertig jaren in een tijd dus,
dat het werkelijk nog een buitengewoon stout
moedig waagstuk was organiseerde hij een
Pool-expeditie. Tot de Noordpool kwam hij niet,
maar tot 81 gr. N.B., Noordoostelijk van Spits
bergen. Vier jaar later kwam hij zelfs tot Franz
Jozefsland, ontdekte zeven nieuwe eilanden en
bereikte den 82sten graad N.B.
Zoo was uit den journalist een onbestreden
Poolautoriteit van naam geworden, aan wien
520-02S2H
menig groot natuuronderzoeker van destijds om
raad vroeg.
En destijds bouwde men de eerste bestuur
bare luchtschepen. Wellmann kwam onmiddel
lijk op de gedachte, dat men met zulk een lucht
schip ook de Noordpool zou kunnen veroveren.
Het luchtschip werd gebouwd, maar de eerste
poging in de wereldgeschiedenis om met een
luchtschip naar de Pool te gaan, mislukte door
een storm, die 27 dagen van de Pool uit woedde..
Men weet, dat het onjuist is, wat wel eens
wordt beweerd: dat Lindbergh de eerste is ge
weest, die een non-stop vlucht over den Oceaan
volbracht: Lindbergh was de 67ste! Vóór hem
hadden twee Zeppelin-bemanningen en de vlie
gers Sir John Alcock en Sir Arthur Whitten-
Brown den Oceaan overwonnen (1919). Maar
wie de eerste groote poging, negen jaren tevo
ren deed, is de wereld vergeten! Deze moedige
was Wellmann, die zich een luchtschip van 70 M.
lengte liet bouwen, dat 24.000 pond last ver
mocht te dragen.
Twee machines namen dit gewicht in. Maar
zij waren te zwaar en te onmachtig. De vlucht
was afhankelijk van gunstige winden en toe
valligheden.
Toch vloog Wellmann meer dan 1500 K.M.
over den Oceaan! 72 Uur, drie lange dagen
dreef het luchtschip r.u eens hoog, dan weer
laag en werd toen midden op zee neergedrukt.
Steeds meer werd het luchtschip gevuld met
water. Toen kwam het stoomschip „Trent" en
redde Wellmann en de stoutmoedige mannen,
die met hem den tocht hadden gewaagd.
Zoo eindigde de eerste Oceaanvlucht.
Werkelijk: dat alles heeft de wereld verge
ten. Zij dacht in het geheel niet meer aan dezen
man. Harding herinnerde zich tijdens zijn pre
sidentschap de welversneden pen van Wellmann,
wiens moed en pionierswerk hem hadden ge
ïmponeerd en wiens uitingen over de Coóksche
Poolgeschiedenis destijds een sensatie waren.
Hij bleef rusteloos tot het laatst. Walter Well
mann was ongetwijfeld te vroeg geboren; hij
werd oud, toen de machine de hoogte bereikte,
welke hij zich destijds had gedroomd
LEIPZIG, 14 Maart. (D.N.B.) Evenals in
1930, 1932 en 1933 zijn thans wederom drie ge
vallen van papegaaienziekte te Leipzig gecon
stateerd, waarvan twee met doodelijken afloop.
Men meent te weten, dat de besmette dieren
afkomstig zijn van een particulieren „fokker"
te Leipzig. Er zijn reeds maatregelen genomen
om de verspreiding der ziekte tegen te gaan.
Twee leden van de Zuid-Afrikaansche politie
waren, te zamen met twee inlandsche politie
dienaren, uitgezonden om een politiepost op
te richten te Natab, in de Namib-woestijn, op
75 mijl van Walvisch-Baai, om diamantstroo-
pers den toegang te belemmeren.
Zij sloegen hun tenten op, op ongeveer dertig
yard van de Kuisibrivier, terwijl de boorden
van de rivier op vijftig yard gelegen zijn. De
rivier begon plotseling te wassen en overviel
het kampement. De politiemannen streden
wanhopig om hun eigendommen, die in twee
tenten waren ondergebracht, te redden. Tot
aan de oksels door het water wadend, werkten
de sergeant en zijn mannen den geheelen
nacht. Vele malen moesten zij zwemmende de
pakjes, die zij op het hoofd hadden gebonden,
in veiligheid brengen.
Bij het aanbreken van den dag hadden zij
een toevlucht gezocht op den top van een
duin, waar zij evenwel door het nog steeds stij
gende water opnieuw werden gedwongen naar
°en hooger gelegen niveau te verhuizen. Het
had niet veel gescheeld of een van de inland
sche politiemannen was door den stroom mee
gesleurd bij een poging zijn waterproofjas,
welke door den stroom werd medegenomen,
weer te pakken te krijgen.
De manschappen moesten, doordat hun pro
visie grootendeels verloren was gegaan, totdat
van Walvisch Baai nieuwen mondvoorraad was
ontvangen, op rantsoen worden gesteld.
In weerwil van hun onaangename ervarin
gen hebben zij den patroullletocht voortgezet.
De koning van Siam is door Mussolini in het
Palazzo Venezia ontvangen. Het onderhoud
droeg een uiterst hartelijk karakter.
Gisterochtend heeft het Siameesche konink
lijke paar met groote belangstelling de beziens
waardigheden van Rome bezocht.
Twee heeren zijn gedood bij een lawine-onge
luk nabij Obertsdorf. Een dame wordt nog ver
mist, doch voor haar leven wordt gevreesd.
Volgens de berekeningen van de American
Federation of Labor is het aantal werkloozen
in de Ver. Staten in Januari van dit jaar ge
stegen tot 11.690.000. Sedert September van het
vorige jaar is het aantal werkloozen weer toe
genomen met 1.582.000.
Mijnheer Ferdinand Wijnschenk zat met
een sombere uitdrukking op zijn gelaat,
te staren naar een schilderij, dat aan
den wand hing. Het was een dure crayonteeke-
ning, voorstellende het levensgroote portret
van zijn eenige dochter Helena.
Die sombere uitdrukking was het gevolg van
een kort, maar beteekenisvol onderhoud, dat hij
dien morgen met zijn dochter gevoerd had. Het
beteekende niets meer of minder dan de mede-
deeling van het meisje, dat zij verliefd was op
een jong, civiel ingenieur, met name Harry
Magnee. Dezen middag zou de jongeman den
officieelen stap wagen en den papa van zijn
beminde de toestemming tot hun verloving
vragen.
Mijnheer Wijnschenk was het, alsof de beken
tenis van zijn dochter hem als zijn doodvonnis
in de ooren klonk.
....„Was het niet schandalig? Twintig jaar
lang had hij de verzorging en de opvoeding van
zijn kind. zijn Helena, op de best denkbare
wijze volbracht. Zij was nu een mooi, goed ont
wikkeld meisje geworden, dat op allerlei ma
nieren haar dank voor deze opvoeding in iets
tastbaars trachtte om te zetten.
Wijnschenk had zijn kind lief met zijn ge
heele ziel, hij verafgoodde haar en juist nu.
op het oogenblik dat hij haar voor geen geld ter
wereld zou willen missen, komt zoo'n vreemde
snoeshaan haar het hoofdje op hol brengen
Vandaag zou de beslissende slag vallen.
....Neen maarMijnheer beschouwde de
aanstaande poging van den jongen ingenieur
als niets meer of minder dan gemeenen dief
stalkinderroofeen fatsoenlijk mensch
onwaardig. Iemand die daartoe in staat was,
had geen greintje gevoel van menschelijkheid
in zijn hart.
Hoe haatte hij alle jongelieden die, als hij
met zijn lieveling wandelde, het durfden wagen,
haar een glimlach of een lonkje toe te werpen.
Maar hemdien ingenieurdien wijs
neusdien onverlaat, waarover Helena haa
gesproken, met een verdacht enthousiasme
hem haatte hij dubbel. O, als hij het durfde
wagen een voet over zijn drempel te zetten,
dan.
Verschrikt vloog hij overeind, toen er ge
beld werd.
„Drommels, zou hij het toch wagen, ondanks
mijn waarschuwing?" mompelde mijnheer.
Het dienstmeisje opende de deur en diende
een heer aan die mijnheer Wijnschenk per
soonlijk wenschte te spreken.
Het gelaat van den ouden man was verwron
gen van woede en hij nam zich voor, den be
zoeker dusdanig den mantel uit te vegen, dat
hij er voorgoed voor zou bedanken, hem ooit
weer met het krankzinnige gezeur om ziin
dochter lastig te vallen.
Een oogenblik later werd wederom de kamer
deur geopend en op den drempel verscheen een
onberispelijk gekleede jongeman, die een be
leefde buiging voor den heer des huizes maakte.
„Mijnheer Wijnschenkvroeg hij, ter
wijl zijn blik toevallig op het groote portret van
het meisje viel en daar welgevallig op bleef
rusten.
Deze ongepaste belangstelling maakte den
ander zoo mogelijk nog boozer en hij beet den
bezoeker toe:
„Ja, mijnheer Wijnschenk dat ben ik. Dat
weet je opperbest."
„Excuseer, mijnheer.... ik wilde...."
„Schei maar uit. Alsof ik niet weet wat u
wilt. Dat behoeft u mij niet te komen vertellen.
Ik heb vanmorgen van de zaak kennis gekre
gen. U komt en dringt hier als een misdadiger
binnen, om de rust en den vrede in een tot
nog toe gelukkig huisgezin te verstoren. Wat
zeg ikTe verstoren....? Neen, te ver
nietigen, dat is uw doel en niet anders,
maar
Kalm liet de bezoeker den stortvloed van
woorden over zijn hoofd gaan, toen viel hij
den ander in de rede:
„Ik vraag nogmaals beleefd excuus. Ik kom
om
„Drommels nog toe," stoof mijnheer Wijn
schenk op. „Ik zeg u toch dat ik het al weet?
Waartoe die verdraaiing van woorden, die toch
op hetzelfde neerkomen? Ik leefde steeds ge
lukkig met mijn vrouw en mijn eenig kind, en
daar komt u. als een afgeschoten, misvormde
torpedo mijn huis binnenvallen en...."
„Het spijt mij werkelijk, dat ik u en uw ge
zin stoor in uw vredige rust," onderbrak de
bezoeker den woedenden man.
„Storenstoren?Maar man, heb je
aan geen greintje menschelijk gevoel in je lijf?
Kan je dan niet begrijpen met je bekrompen
verstand, hoe onmenschelijk beestachtig het is,
een paar gelukkige ouders hun kind te ont-
rooven?"
„Pardon, mijnheer," zei de ander verbaasd.
„Dat is in het geheel mijn bedoeling niet."
„Neen, natuurlijk niet. Die praatjes ken ik.
Het is hetzelfde banale zinnetje dat de jonge
lui altijd plachten te gebruiken. U verliest uw
dochter niet. U kunt haar immers dagelijks
zien en spreken? Maar inwendig fluistert bij
jullie een stem die zegt: „Liever heb ik, dat
je wegblijft." Zoo is het immers? Dacht u dat
ik nooit iets als een huwelijksaanzoek heb
meegemaakt. En
dacht u, dat ik
■iiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiii*.
KEEPEN?
WE6.' PE DOKTER ZEOT, DA7
ANN IE VEEL BETER IS. WE
BONNEN ELK OOOENBUK VER
TREKKEN/ PRÓ we aan
V P//RE0T.'
ME PUNKTPAT
ZE VEEL BETER
/S; WE KUNNEN
VERTREKKEN WAN
NEER WE IW/UEN
B/N/VEN vijf me)
noten, we kor-
NEN NIER NIET
'PAUW óENOEO VAN-
PAAN NAAR M'N
GRJan*
EINDELIJK OP WEO
NAAR W/S/ K/JKT VOOR 7
LAA TST NAAR NET TH Ami
J0N6EN5. NET /S TE NO-
PEN PAT JE PAT LAND VDL\
KWADE KOORTSEN NÓO/7Ï
i MEER ZIET
schoon jongelui
tegen de moeder
en den vader van
hun prooi plegen
uit te kramen?
„Mijnheer," antwoordde de bezoeker kalm.
„Ik geloof, dat hier een komische, misschien
tragische, maar in elk geval betreurenswaardige
dwaling.
„Zeker, zekeris het een betreurenswaar
dige dwaling van de ouders, als zij aan de
mooie maar huichelachtige frasen van jongelui
als u, geloof slaan, om dan later te moeten er
varen, dat hun lieve schoonzoon eroo uit is,
behalve hun kind, ook nog een groot deel van
hun schamele inkomsten te ontrooven. Hen in
elk geval voor de bruiloftskosten te raten op
draaien. Het ishet is
Wijnschenk stikte van woede, temeer daar
de man tegenover hem al deze grofheden on
verstoord over zijn hoofd liet gaan en steeds
glimlachend naar hem keek.
„Pardon, ik moet zeggen, dat uw privé-aan-
gelegenheden mij uitermate interesseeren,
maar
„Natuurlijk, ze interesseeren u, maar verder
gaan ze u niet aan, hé? Gij wenscht Immers
alleen mijn dochter, met al de provenuën daar
aan verbonden en als die verbrast zijn. dan
volgt er een heel onschuldig briefje met het
verzoek om alstublieft wat contanten."
„Maar, mijnhemel, mijnheer Wijnschenk. Ik
wilde enkel en alleen
„Probeeren mij te plunderen, beken het maar
gerust. Gij vergist u echter, als u denkt dat ik
tegen de lamp zou vliegen. Of dacht u mis
schienHet scheen dat dit geïnterrumpeer
den bezoeker ging vervelen.
„Luister dan tenminste één enkel oogenblik
naar mij," drong hij met stemverheffing aan.
„Nooit zeg ik u. Nooit zal ik naar nonsens
luisteren. En nu moet het uit zijn.... hoort
uUit moet het zijn...."
„Maar bekijk dan tenminste even deze pa
pieren, mijnheer. Dat zijn toch geen
„Papieren? papieren? Wat papieren. Dacht
u soms dat ik wat geef om die diploma's van
tegenwoordig? Bah
De bezoeker stampte ongeduldig met den
voet op den grond.
„Maar laat mij dan eindelijk eens uitspreken
en val mij niet herhaaldelijk met dien onzin
in de rede, anders zal ik tot mijn spijt ge
noodzaakt zijn, het recht
Het gelaat van Wijnschenk zwol op van
woede en schier buiten adem stotterde hij:
„Watwilt gij mij dreigen? Ja, ik begrijp
het. U wilt zeggen, dat u dan van het .-echt
van een meerderjarig meisje gebruik zult ma
ken, om je zin door te drijven. Maar ik zeg u
bij dezen, Jongeman, dat mijn dochter Das over
drie jaar meerderjarig is."
De ander schoot in een onbedaarlijke lach
bui.
„Maar mijnheer Wijnschenk, wat heeft uw
dochter in hemelsnaam met onze zaken te ma
ken? Wat voor belang heeft zij bij obligaties
en prolongaties?" „ObligatiesProlonga
tiesstamelde Wijnschenk. „Maar wie bent
u dan in vredesnaam?"
„Ik ben de hoofdkassier van de Universaal
Bank. Ik kom u de kwitantie presenteeren van
de door u gekochte Internationale Trustaan-
deelen,"
„Drommels nog toe, mijnheer," zeide de an
der met een benepen lachje. „Waarom het>r u
mij dat niet eerder gezegd? Waarom hebt u
mij zoolang om den tuin geleid? Al die leehjke
onaangename woorden hadden dan achterwege
kunnen blijven. Ehkan ik u misschien met
een heerlijk sigaartje van dienst zijnen
een lekker wijntje..
Helene Wijnschenk en Harry Magnee had
den het interessante onderhoud, in het naast
gelegen vertrek van het begin tot het einde
verstaan en zij hoorden, dat de booze bui van
mijnheer Wijnschenk door dit intermezzo ge
heel was verdwenen Hij lachte een hartelijken
lach.
„Nu is het tijd," fluisterde de jongeman. „We
moeten het ijzer smeden, als het heet is."
Op hun teenen slopen zij naar de deur en
de overrompeling was zoo geweldig, dat mijn
heer Wijnschenk de nederlaag leed.
De internationale bontveiling te Leningrad is
geëindigd In totaal werd voor 3 millioen goud
roebel verkocht. De voornaamste koopers waren
Engeland, Frankrijk, Amerika, Duitschland,
Tsjecho-Slowaitije en Polen.
J II op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f 9/J/j/l bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7C/) bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een hand f 1 OC al) verlies van een Cf) bij een breuk van Af) bij verlies van 'n
AllC UOOTlllS S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen f Jl/I/lf»" verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen «V'" doodelijken afloop# Atfv.— een voet of een oog ifhtj.— duim of wijsvinger KI l/« ""been of arm T(/«" anderen vinger
S3
(Korte inhoud van het voorafgaande
David Patterson is de eigenaar van een
bloeienden oelshande) in Noord-Canada
Ziin exoansie-zucht vindt slechts een Hin
derpaal. de machtige Hudson Bay Com
pany aim grootste concurrent Deze oezer
een oost Por, Mvsterv' genaamd en door
Herbert Morlev oeheerd waar Patterson
ondanks nerhaalde oogmgen nooit tn ge
slaand is vasten voet te verkriiaen Bruce
Rochette die een diepen naat koestert te
gen de Hudson's zal dan voor Patterson
trachten een nandelspost te vesttec-n in
het veelomstreden gebied Hl; vertrekt met
Joe Snowbird en wordt hartelijk door Mor
lev en zijn echtgenoote ontvangen Bruce
geeft voor oelast te ziin met het doen van
waarnemingen voor een aardriikskundig
genootschap Bruce krijgt de gelegenheid
om een tocht te maken naar een afgelegen
kamp en ontdekt hier het geheim van Port
Mystery. Hij doet verschillende ontdekkin
gen van belang betreffende het werk van
de Hudson Bav Comp Plotseling wil zijn
bediende de halfbloed Joe Snowbird dan
vertrekken en Bruce slaagt er niet ln hem
tegen te houden.
Ik geloof vast, Herbert, zei mevrouw
Morley, dat er iemand gearriveerd is. Ik ben
er haast zeker van, dat het Macleod, de dis-
trichtsmanager is
Terwijl ze spraken hoorden ze de zachte voet
stappen van Indiaansch schoeisel in de
veranda. Bruce wierp een vluggen blik op de
deur. Mevrouw Morley was opgestaan Daar
kwam dus de districts-manager. Hij zou Bruce
daar aantreffen, bezig met het bijwerken van
de boeken, hii zou alles vernemen wat er was
geschied en dan
Bruce vermande zich. De comedie was uit.
Morley kon niet langer meer met zijn slachtoffer
spelen. De val was nu dichtgeklapt. Vóór men
een uur verder was, zou Brace's lot Deslist zijn.
Morley was vlug opgestaan en ging naar de
deur. Alvorens hij ze echter had kunnen ope
nen, woei er een koude luchtsroom het vertrek
binnen en de gordijnen werden opzij ge
schoven.
En daar stond, in de deuropening, de oogen
stralend en hijgend van opwinding, een meisje.
Vader! Moeder! riep ze, kent u me dan
niet meer?
Morley was midden ln de kamer blijven staan.
Het leek wel of hij even duizelde en iets. wat
het midden hield tusschen een schreeuw en een
gekreun, ontsnapte aan zijn lippen. Met een
kreet sprong hij vooruit en sloeg zijn armen
om het meisje.
Evelyn! riep hij uit. Evelyn! Mijn kindje!
Evelyn, kindje!
Brace stond als aan den grond vastgeklonken.
Hij had nimmer kunnen droomen, dat de Moi-
ley's een kind hadden. Ze hadden er ook nooit
over gesproken. Toen. terwijl Morley zijn dochter
vast omarmd hield, dacht Bruce aan de moe
der. Hij keerde zich om, ln afwachtmg ander
maal getuige te zijn van eenzelfde gemis aan
emotie, eenzelfde koele houding, die mevrouw
Morley sinds zijn verblijf op Fort-Mystery had
gekenmerkt.
Mevrouw Morley was niet van haar stoel op
gestaan. Ze was op den grond gegleden en lag
daar roerloos, de kin op de borst, met doods
bleek gelaatbewusteloos.
HOOFDSTUK XI
DE ONTDEKKING
Zelfs toen hij naar de keuken vloog om wat
koud water te halen, en vreesde, dat de doode-
lijke bleekheid van mevrouw Morley méér was
dan een bezwijming betrapte Bruce zichzelf er
op, dat hij het visioen voor zich zag, hetwelk hij
in de deuropening had gezien.
Het was een visioen geweest. Hij had gedacht
te zullen staan voor een autoriteit der Hud
son's Bay Company, voor de ineenstorting van
alles wat hij gehoopt en geambieerd had. Doch
inplaats van het norsche grimmige gezicht van
een dweepziek meedoogenloos Schctsch districts-
manager, had hij het gelaat gezien van een
Jonge vrouw, wier natuurlijke schoonheid nog
verhoogd werd door haar toilet en de heerlijke
extase van het oogenblik. Brace herinnerde
zich niet dat heur donker goudkleurig haar te
i voorschijn kwam van onder den rand van de
zwarte otterpelsmuts, waarvan de franjes neer
hingen op haar pelsmantel van karibou.
Evenmin zou hij hebben kunnen zeggen, dat
door de koude haar wangen bloosden, haar
lippen een warm-roode kleur hadden en de
ivoren tanden daartusschen als paarlen glin
sterden, dat zij heerlijk blauwe oogen had, wier
blauw deed denken aan de kleur van een meer
van het Noorden en die glinsterden als het
schitterendste Noorderlicht. Ook wist hij niet.
dat ze de pelsen van het Noorden droeg en
beenwindsels van karibouhuid, dat haar lange
dameswanten met een rood koord om haar hals
hingen en zij het algemeen herkenlngsteeker.
van 't Noorden, een bont gekleurden gordel, om
haar middel droeg.
Hij kon zich slechts herinneren, dat het een
fel-gekleurd beeld geweest was, dat in de
deuropening was verschenen, iets ongekend
warms en onvergetelijk-heerlijks. Later herin
nerde hij zich alle bijzonderheden en het werd
hem voor de eerste maal duidelijk, waarom
feitelijk de pelshandel bestond, waarom er men-
schen waren, die leden en zwoegden, waarom
hijzelf haat in zijn hart droeg en alies aan zijn
wraakverlangens opofferde.
Toen hij met een kom vol water terugkwam,
keek Evelyn, die naast haar moeder geknield
zat, naar hem op Hij zag toen het wonderschoon
gezichtje en het prachtig haar, dat de fijne
otterpelsmuts omlijstte. De natuur verrijkte hier
zichzelf, door uit haar vèrafgelegen schatkamers
datgene te nemen, wat haar grootste bezit de
vrouw zou tooien om dit den menschen te
laten, zien en door hen te doen bewonderen;
door de afgelegen hoeken der aarde te plunde-
en om de schoonheid der vrouw de glorie
van haai heerlijkste schepping te verhoogen.
De zuiderling in Bruce kwam onmiddellijk
boven. Zijn vrees van eenige oogenblikken te
voren vergat hij; hij vergat op welke manier hij
hier binnengekomen was, vergat zijn vermoe
dens, zijn vrees, zijn plannen en zijn hoop op de
toekomst. De kunstenaar in hem verheerlijkte
den pelshandel en ontdeed hem van zijn
schraapzucht, zijn twisten en zijn vijandschap
pen en zag alleen zijn alleruiterste doel: de ver
hooging der vrouwelijke schoonheid.
Hij stond er verbaasd over, dat dit hem vroe
ger nooit was opgevallen. Hij had tal van rijke,
wondermooie, schitterende pelsen verkocht en
verhandeld. Hij had de pelsen door het land
zien trekken, gebundeld in ontelbare pak ten
doch het waren voor hem slechts handelsartike
len geweest, stomme dingen in den strijd om de
macht. Thans was het hem duidelijk, waarom
de menschen doordroegen tot verafgelegen
plaatsen, waarom ze koude en honger wilden
lijden, ja zelfs den dood trotseerden. Een zwarte
bontkraag om den hals van Evelvn Morley.
aldus dacht hij, kon alles wat de menschen in
het hooge Noorden te lijden hadden, wel goed
maken.
Dat alles joeg als een bliksemflits door
Bruce's gedachten, terwijl hij het meisje aan
staarde. Toen ze om het water vroeg, sprak uit
haar oogen een ontzettend ongeduld en Bruce
deed een stap vooruit.
Mevrouw Morley opende de oogen, nadat
haar wangen en voorhoofd met het frissche
water waren besprenkeld. Een oogenblik staarde
ze in het rond, alsof ze geen goed begrip had
van wat om haar heen geschiedde; toen slaakte
ze een kreet, een kreet, die alleen geuit kon
worden door een hunkerend, alleenzijnd en
lijdend hart, en trok haar dochters hoofd aan
haar borst en begon te snikken.
Bruce voelde zich plotseling verlegen en keek
naar Morley. De manager stónd in het midden
der kamer, terwijl zijn blikken rustten op beide
vrouwen. Dikke tranen rolden over ziin roode
wangen, doch zijn oogen straalden van geluk,
een geluk, zóó groot, als Bruce zich nimmer had
kunnen indenken. Plotseling voelde hij. dat zijn
tegenwoordigheid hier bij deze drie menschen
op iets momsterachtig-indringends geleek. Dit
was méér dan een gewoon samenzijn van een
gelukkig gezin. Hij verdween in de richting van
de hal en ging naar zijn kamer, zonder dat
'emand dit heengaan had bemerkt.
Gedurende de twee uren. die de jongeman
daarboven vóór het diner nog doorbracht, had
hij heel wat nuttig werk kunnen verrichten, hij
had zijn plannen nader kunnen overwegen in
verband met de thans geboden gelegenheid
welke h;j slechts behoefde aan te grijpen om te
vluchten. De aankomst van hun dochter was
voor de Morley's blijkbaar méér dan een ver
rassing. Ze waren door haar plotselinge ver
schijning ten tooneele zóó aangegrepen, dat de
reactie on dien schok zeker een paar dagen zou
duren, wellicht zelfs nog langer.
(Wordt vervolgd.)