PASSIE-SPELEN AFDEELING REIS OBERAMMERGAU 9iet oettiaal van den da§ r FORT-MYSTERY NAAR DE III Klas II Klas. f 90.- f 115.- DE KIP DE LIJDT SCHIPBREUK De dankbare Annie ^DERTjsll s.- MAANDAG 19 MAART 1934 VAN 1 JUNI TOT 8 JUNI A.S. Bijwoning van het Passiespel Benadeeling van de schatkist De leden van het parlement van Engeland genoten vroeger vrijdom van port De filmindustrie in Zweden De speelstraten in Engeland Leonardo da Vinei en de luchtvaart Vliegtuigen tegen Sprinkhanen De geluks- paraplu j ,4r' AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL TE OBERAMMERGAU PROGRAMMA: Vrijdag 1 Juni: Vertrek per D-trein uit Utrecht te ongeveer 10.30 uur; diner in restauratie rijtuig; reis langs den Rijn; souper in res tauratierijtuig; aankomst te Nürnberg te ongeveer 22 uur; logies in hotel. Zaterdag 2 Juni: Ontbijt in hotel; te ongeveer 10 uur vertrek van Nürnberg naar München; aankomst aldaar ongeveer 13 uur; diner te München in de groote restauratiezalen van het Centraal-Station; te 15 uur vertrek van München (Starnbergerbahnhof) naar Oberam- mergau'. aankomst aldaar te 18 uur; betrek king der pensions; souper in pension; logies. Zondag 3 Juni: Te 6 uur plechtige gezongen H. Mis; ontbijt; te 8 uur aanvang het Passiespel; te 12 uur diner in pension; te 2 uur verdere bijwoning van het Passiespel, dat te ongeveer 17.30 uur geëindigd is; souper in pension; logies. Maandag 4 Juni: Ontbijt; te ongeveer 9.30 uur per trein (schitterende reis!) van Oberammer- gau over Murnau naar het luxueuze en toover- schoone Garmisch-Partenkirchen, alwaar wij ons voor de volgende dagen vestigen in uit stekende hotels; aankomst te 12 uur; diner; na het diner uitstapje naar de geweldige rots formaties en watervallen van den Partnach- klamm; souper; 's avonds gezellig samenzijn: uitvoering van Beiersche boerendansen, schuhplatteln, jodeln! logies. Dinsdag 5 Juni: Ontbijt; den geheelen dag autotocht door de zuidelijkste Beiersche Alpen over Mittenwald (Oostenrijksche grens); diner aan 't Walchen-meer (onvergetelijk uitzicht!); souper in hotel te Garmisch-Partenkirchen; 's avonds gezellig samenzijn (zie boven); logies. Woensdag 6 Juni: Ontbijt; te 8.30 uur auto tocht naar het heerlijk gelegen, wereld beroemde Klooster Ettal; bezichtiging der merkwaardigheden; orgelconcert voor onze reisdeelnemers; per auto over de alsdan zoo juist gereed gekomen auto-straat naar het betooverende sprookjes-slot Linderhof van Ludwig II; diner in hotel te Ettal; per auto terug naar Garmisch-Partenkirchen. waar in den namiddag de Kreuz-egg- of je Wank-berg (naar verkiezing) per Schwebe- bahn „bestegen" wordt (hier ligt het Beiersche hooggebergte aan onze voeten; hier zien wij de bergmeren diep beneden ons!); Souper in hotel; na souper gezellig samenzijn (zie boven); logies. Donderdag 7 Juni: Ontbijt; te ongeveer 8 uur vertrek per trein van Garmisch-Partenkirchen naar München; aankomst aldaar te ongeveer 10 uur; groote autotocht door München oud en nieuw; diner in de restauratiezalen van het Centraal Station; 's namiddags gelegen heid tot winkelen; te 7 uur souper, weder in de restauratiezalen van het Centraal Station; 's avonds onder geleide bezoek aan het be roemde Hofbrauhaus; te ongeveer 11 uur per trein naar Holland. Vrijdag 8 Juni: Ontbijt in den trein; aankomst in Holland te ongeveer 10 uur. AFSCHEID N.B. Zij, die bezwaar mochten hebben tegen de nachtreis van 7 op 8 Juni, kunnen tegen een minimum van kosten en onder geleide de terugreis op 8 Juni per dag trein afleggen; nadere bijzonderheden daaromtrent worden door ons gaarne verstrekt. De hierboven in het kort beschreven luxueuze reis biedt de Directie van de Vereenigde Kath. Pers aan hare abonné's (uitsluitend aan hare abonné's) aan tegen den prijs van Bij inschrijving is voor administratiekosten, enz. een bedrag van 2.50 verschuldigd. Gegadigden gelieven zich zoo spoedig mogelijk aan te melden, opdat een 'n ieder bevredigende voorbereiding gewaarborgd kan zijn. Voorloopig nemen wij tot Donderdag 12 April a.s. aanmeldingen in ontvangst. Men adresseere aan de Administratie van dit blad Nu ons in dezen tijd steeds meer de oogen opengaan door de „verzwegen millioenen", is het niet onaardig te laten zien, dat twee eeuwen geleden, de schat kist ook wel eens benadeeld werdZoo iets is dus niet van „vandaag of gisteren." Voor de personen, die hét gevolg uitmaakten van koning Lodewijk XIV, bestond een middel, om door tusschenkomst van 'skonings boden, briefwisseling te houden met de vrienden te Parijs, wanneer Z. M. zich buiten de residentie bevond. Zij hadden n.l. daartoe zekere merken te hechten aan de brieven, door hen verzonden of aan hen gericht. Er bestaat nog een brief van Mile de Scudery, die van zulk een teeken is voorzien. Men zou deze de oudste postzegel kunnen noemen. De leden van het Engelsche Parlement ver kregen tusschen de jaren 1635 en 1642 vrijdom van briefport voor alle brieven, door hen afge zonden of voor hen bestemd; daartoe moest de enveloppe van hun handteekening voorzien zijn. Het gevolg was, dat er een vrij uitgebrei de handel ontstond in dergelijke geteekende enveloppen, waarvan weldra vele nagemaakte onderteekeningen droegen. Dit voorrecht werd in den loop der achttiende eeuw wel herhaal delijk beperkt, doch eerst in 1840 voor goed af geschaft. Men berekende, dat dit misbruik aan de schatkist een nadeel berokkende van ruim een half millioen gulden in 1730 en van ruim een millioen in 1760. Het idee van gestempelde of gemerkte en- veloppes is dus aan dat der postzegels vooraf gegaan. Reeds vóór Sir Rowland Hill zijn denk beelden omtrent de postzegels uiteenzette, had Treffenberg, in Zweden, 23 Maart 1823, het voorstel gedaan, van Staatswege gestempeld pa pier uit te geven voor enveloppes, die vrijdom van port zouden hebben. Het werd echter met groote meerderheid verworpen, evenals, eenige jaren later, een gelijk plan van Stead door het postbeheer in Engeland werd afgekeurd. In Finland, Polen en Rusland zijn echter de gestempelde enveloppes de postzegels vooraf gegaan. Ze kwamen er in 1845, 1851 en 1848 in ge bruik, terwijl de postzegels in 1858, 1857 en 1856 volgden. Een jury waarvan de leden waren benoemd door de vooraanstaande Zweedsche filmmaat schappij de Svensk Filmindustrie, is thans be zig met de enorme taak na te gaan, welke drie handschriften de beste zijn van de 700 inge- zondene in de competitie, waarvoor prijzen zijn uitgeloot van 5000, 3000 en 2000 kronen. De meerderheid der handschriften zijn van schrij vers, wier eerste poging op dit gebied thans aan een oordeel wordt onderworpen. Voorwaarde tot deelneming aan deze competitie is dat de Svensk het recht zal hebben het scenario te gebruiken, waarbij de schrijver van het ma nuscript dan een honorarium zal ontvangen van 5000 kronen boven het bedrag van den prijs, indien hij of zij tot de eerste drie wordt uitverkoren. Het zal minstens een paar maan den duren eer de uitslag bekend zal worden gemaakt. miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii iiiiiiiiiiiiiimiiiiiuiiiie De kip kakelt: De arbeidstijd is voor de kip Waarachtig niet zoo slecht Omdat per dag, als maximum, Eén eitje wordt gelegd. En 't is vooral in dezen tijd Van vroegen zonneschijn, Dat onze eitjes tok tok tok Het allerfijnste zijn! En wat ook onze leggerij Zoo bijster animeert, is, dat ze nu door groot en klein Ook worden gewaardeerd! Alleen is 't jammer, dat voorheen Een kip eens, naar men zegt, - Vit overmoed een gouden ei In 't kiphok heeft gelegd. Dat gouden ei was tactisch fout En vrees'lijk ondoordacht Maar tot haar straf werd deze kip I Deswegen ook geslacht! i Wij leggen sindsdien eieren Met dooier en met wit, Waarin gezondheid, levenskracht En vitamine zit. i Maar gek, de boer, die ons alleen Te zijn pleziere houdt, I I Verlangt op zijn beurt nu van ons i De eieren vangoud! i Wij zijn ons voer niet waard! zegt hij, Ondanks de kwaliteit- i O ik, pardon, tok tok, ik moet Een roomversch eitje kwijt. MARTIN BERDEN f (Nadruk verboden) f Fel mi min minimum minimi ii immuun mi ii mi ii immuun ii lining De onlangs in Engeland (Manchester en Sal- ford) vastgestelde speelstraten voor de jeugd, de straten voor alle voertuigverkeer afgesloten, hebben een groot succes gehad, meldt de K. N. A. C. Zoo groot was het succes, dat de „National Safety First Association" thans het voorstel heeft gedaan ook in Londen -nkele speelstraten in te stellen, welke tijdens een ze kere periode van den dag voor verkeer met voertuigen verboden zouden zijn. Bij de nationale luchtvaarttentoonstelling, welke binnenkort te Milaan zal worden geopend, zal o. a. ook een overzicht worden gegeven van de a'eronautische experimenten uit vroeger eeuwen. Verschillende musea verleenen hun medewerking van dezen; ook de schetsen, wel ke Leonardo da Vinei voor vliegtuigen ver vaardigde worden geëxposeerd. In het Centraal-Aziatisch deel van Sovjet- Rusland hebben vliegtuigen een verwoeden strijd aangebonden tegen de sprinkhanen, die den oogst dreigen te vernielen. Door gebruik te ma ken van chemische vloeistoffen zijn reeds mil lioenen dezer insecten gedood. Tot verdelging van de malaria-muggen in de moerasachtige gebieden van Rusland zijn ook met succes vliegtuigen gebruikt. Doe me 'n plezier en geef me even een paraplu," zei Bob Velthuys. terwijl nü de portiersloge van „De Gouden Zon' bin nenstapte. „Waarvoor heeft mijnheer een parapiu noo- dig, als ik vragen mag," deed de portier ver baasd. „Ten eerste mag je het niet vragen," stoof Bob op „en ten tweede kan ik je zeggen dat ik geen paraplu noodig heb om aardappelen te schillen" „O, ik hoop niet dat mijnheer 't me kwalijk neemt, maar ik wist niet, dat 't regende en daarom dacht ik zoo bij mezelf, toen u me vroeg of ik...." „Vent, zanik in 's hemelsnaam toch niét zoo." riep Bob zenuwachtig uit, „ik vraag je alleen of je een paraplu hebt, ja of nee." „Nou, mijnheer, als ik 't dan eerlijk moet zeg gen, nee, ik heb er geen een, al zou ik u er rijk mee kunnen maken. Dat zal je nou altijd zien, hc, den heelen zomer is 't droog en Maar Bob Velthuys was alweer de hal inge- loopen en de portier hield, bij gebrek aan be langstelling, zijn mond maar. „Vervelende ge schiedenis," mopperde Bob in zichzelf, terwijl hij de hal rondkeek, „als je zoo'n ding noodig hebt, kun je er nergens een vinden en wanneer de zon schijnt, staat het hier vol. Dat is nou de eerste keer in m'n leven dat ik een Aha. wat is dat?" Bob rende naar den hoek, waar hij eensklaps een knop boven de leuning van een fauteuil zag uitsteken. Ja, warempel, daar stond een paraplu en 'n zeer behoorlijke ook. „Geen verstandig mensch, die met zulk weer zoo'n mooie paraplu in de hal van „De Gouden Zon" laat staan," overwoog Bob. En inderdaad, het was ook niet verstandig om dat te doen want het kan gebeuren dat iemand, die heel erg om een regenscherm verlegen zit, voorbij gaat en in de verzoeking komt het nuttige voorwerp mee te nemen. „Hij moet maar boeten voor z n slordigheid," vond Bob en hij greep de par aplu, keek links en rechts of niemand hem bespiedde en liep toen tnet groote stappen naar buiten. In de portiek stond een aardig meisje, dat met aandacht de grauwe lucht bestudeerde. Ze scheen iets te hebben tegen de groote regen druppels, die In een buitengewoon tempo naar beneden vielen. „Hé, dat is toevallig," zei Bob opgewekt, „hoe maakt u 't, juffrouw Bergman?" 't Meisje keerde zich verrast om. „Ach, mijn heer Velthuys, bent u daar. Ik schrok er van ,.U bent toch niet van plan om zoo door dien regen naar huis gaan?" informeerde Bob en hij manoeuvreerde wat met de paraplu. „Ik zal wel moeten," lachte zij. „Maai- u hebt geen paraplu. Zou ik u mis schien de mijne mogen aanbieden? Br moet juist de richting van uw huis uit. dus ik zou u misschien van dienst kunnen zijn." Elly Bergman glimlachte vriendelijk. „Heel graag." zei ze toen. „Ik vind het erg aardig van u. Ik zou het u niet hebben durven vra gen, want u Ze hield eensklaps stil. „Nou," drong Bob aan. „Waarom durfde u het niet ie vragen? Ben ik zoo'n bullebak? Dacht u soms dat ik het zou geweigerd heb ben?' „Ik weet niet," zei Elly zac'nl, terwiji ze sa men onder de paraplu wandelden, „maar ik was bang dat u het erg brutaal zou vinden. U bent anders altijd zoo op 'n afstand en dan is 'n meisje natuurlijk bang, dat ze zich gek aan stelt." „Geen sprake van gek aanstellen," zei 8ob. „Ik vind het reuze aardig dat ik u een dienst kan bewijzen, maar ik heb altijd een beetje angst voor uw vader. Hij is nogal kort aange bonden en daarom ben ik nooit zoo erg spraak zaam, als hij in de buurt is. En helaas was hij tot nu toe altijd in de buurt, als ik u sprak." Elly begon te lachen. „Kom," zei ze. „bent u zoo bang voor vader? Maar dat is heelemaal niet noodig. Vader is een schat. Alleen bromt hij weieeens, maar dat is niet erg hoor, want hij meent er niks van." Ze wandelden samen verder en Bob ging zelfs mee het tuinpoortje binnen van Elly's huis, om het meisje zonder waterschade te kunnen af leveren. De wandeling was hem best bevallen en hij zou graag nog een half uurtje er aan hebben Bob vastgekoppeld, maar met dit weer durfde hij 't toch niet voor te stellen. Als 't morgen nou droog was. dan zou 't misschien wel gaan. Maar dan moest hij 't nu toch vragen. Zou hij dat durven? Er kwam opeens een angstig ge voel bij Bob op. Als ze het weigerde, dan zou hij 't ellendig vinden. Nee, hij moes't maar even wachten nog. „Ik vond het erg prettig,' zei hij, „dat ik u van dienst kon zjjn. Tot ziens, juf frouw Bergman." Hij liep vlug de tuinpoort uit en botste bij 't hek juist tegen een dikken heer op. „Kijk uit," zei een barsche stenj- Vanonder de paraplu gluurde Bob naar zijn slachtoffer. „Neemt u me niet kwalijk, mijn heer Bergman," zei hij verschrikt, „ik zag u niet." „Zoo," gromde Elly's vader, „let dan in het vervolg beter op, jongeman en mishandei geen oude menschen. Maar verdorie, wat doe je daar met mijn paraplu. Waar breng je die naar toe?" „Ik wou die paraplu juist naar „De Gouden Zon" brengen," antwoordde verschrikt. „Ben je gek geworden," schreeuwde mijn heer Bergman, „eerst loop je me bijna te pletter en nou zul je mijn paraplu naar „De Gouden Zon" gaan brengen. Wat mankeert jou?" „Ik wist niet, dat het uw paraplu was," mom pelde Bob. „Nee, dat wist je niet! En je haalt haar toch uit m'n eigen paraplubak. Je komt toch uit m'n huis. Dacht je soms, dat ik je niet gezien had?" ,,'t Is niet waar, mijnheer," verdedigde Bob zich, „ik heb deze paraplu in de hal van „De Gouden Zon" gevonden." „Klets niet," schreeuwde mijnheer Bergman en hij trok Bob Velthuys mee den tuin in naar zijn woning. „Ik zal jou leeren." Bob was genoodzaakt om mee terug te gaan. Het was alleronaangenaamst. Zoo'n terugkeer naar Elly had hij niet verwacht en zeker niet verlangd. Bij de deur stond Elly nog. Ze keek verbaasd naar haar vader, die Bob stevig bij z'n arm hield. „Wat doet u, vader?" vroeg ze verschrikt. „Laat me erdoor kind," zei mijnheer Berg man, „deze mijnheer heeft m'n paraplu uit den bak gehaald Een brutaliteit! En hij ziet er nogal zoo netjes uit. Zoo zie je, dat je nooit up 't uiterlijk kan afgaan!" „Er is niets van aan!", schreeuwde Bob woe dend. „Ik ben nog nooit in uw auis geweest." „Vadertje." begon Elly. „Stil kind," zei mijnheer Bergman, ,ik weet het pertinent, dat ik de paraplu in den bak heb gezet." „Zoudt u nou heusch niet naar binnen gaan, vadertje," antwoordde Elly verlegen en ze kleurde nog heviger. „Uw jas druipt vreeselijlr. U maakt heele plassen in de gang Mijnheer Bergman keek stom verbaasd naar z'n dochter, maar hij ging. „Je moet t vader niet kwalijk nemen," zei Elly tot Bob en ze bloosde nog steeds, Is een vergissing Bob greep haar hand. „Dus je wist. dat t mijn paraplu niet was?," riep hij eensklaps. .En jij hebt het ding in de hal gezet? Waarom deed je dan of je geen paraplu had?" „Ik moet naar binnen," zei Elly en ze pro beerde weg te winnen. Maar Bob hield haar hand stevig vast. „Eerst vertellen," lachte hij. „Nou, goed dan," zei ze. „Ik zag je zi'ten in „De Gouden Zon" en toen dacht ik, als hü me hier ziet staan, zonder paraplu, brengt hij me vast wel naar huis en toen heb ik die paraplu daar neergezet. Ik dacht dat ik je een beetje moest aanmoedigen, want je bent altijd zoo op 'n afstand. Dus 't is mijn schuld ademwal." „Maar wilde je dan zoo graag dat ik „Je vraagt te veel," lachte Elly ondeugend. „Ik zal niets meer vragen," grinnikre Boo. „Verdikkie, dat had ik eerder moeten weten. Ik dacht dat ik geen kans had. Verdikkie...." En hij gaf Elly een zoen. „Ga mee," zei hij even later, „dan breng ik de geluksparaplu aan schoonpapa terug, t Zal z'n tweede verrassing vanmiddag zijn!" WAT EEN AAKDIOE JURK 18 DAT.mTBB1 VAN wieri HEBT U 9 OIE :EFT MIE» MUNHEER WAR&UCkS HEEFT ~ZE VOOB JE GEKOCHT, ANNIE H'J REKENDE ER VA8T0P lE TB VINDEN ÊN MAM( TÜEN H'J UITVOER., EEN HEELE- UITZET VOOR JE nee aan boord van 2 N JACHT. HIJ heeft wel overal aan üeï>acht\ HIJ NAM DE DOKTER EN Mij MEE/ H'J VOORZAG DAT H'J ONS NOODIG HAD iEOEREEN DACHT,DAT jE OM GEKOMEN WAS, MAAR MUNHEFR VVAR&UCK3 NIET KIJK EEN8 IN DIEN koffer; OlE /S VOL VAN ALLERLEI DINGEN VOORJOU 8EYTFM0 .HEEFT H'J JE HET NI E T verteld y o 2! /sr. VOOR DEH DROMM EL ZOO Ti KLEINE «AKKER WAAROM^ DENK IK DAT ZU 'hETWA8 2E ZEGGEN DATV«OuWEM MIET AL Tl )D DANK6AAR ZIJN( MAAR ZIJ IS HET WELf A list 'j op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f O fill I) bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/) bij een ongeval met f OCfi bij verlies van een hand f IOC olj verlies van een f Cfl bij een breuk van f Afl bij verlies van "n XTJ.ll" Q. O O Tl Tl" S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen Ovt/v»m verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen f f doodelijken afloop# XnJU»m een voet of een oogt I luim of wijsvinger been of arm# "l/« anderen vinger mm door Katharina en Robert Pinkerton (Korte Inhoud van het voorafgaande David Patterson is de eigenaar van een bloeienden oelshandel ln Noord-Canada Zttn expansie-zucht vindt slechts een hin derpaal, de machtige Hudson Bay Com pany ztln grootste concurrent Deze oezet een post ..For, Mvstery' genaamd en door Herbert Morley beheerd waar Patterson ondanks herhaalde pogingen, nooit tn ge. slaagd is vasten voet te verkrügen Bruce Rochette die een diepen haat koestert te gen de Hudson's zal dan voor Patterson trachten een handelspost te vestigen in het veelomstreden gebied HU vertrekt met Joe Snowbird en wordt harteiyk door Mor- lev en zijn echtgenoote ontvangen Bruce geeft voor belast te z!1n met het doen van waarnemingen voor een aardrllkskundlg genootschap ZUn bediende Joe Snowbird laat hem dan plotseling in den steek Bruce vreest, dat Morley hem heeft door zien en hem ln een valstrik tracht te lok ken, maar hll blijft moedig op zijn post en helpt bi) het bijhouden der boeken, waardoor hl) vele Interessante bijzonderhe den over de Hudson's Cy. te weten komt.) De vier jaren die gevolgd waren na zijn col- legetijd had hij vertoefd in eenzame, ver afgelegen posten. Van het oogenblik af, dat hij New-York had verlaten tot op het tijdstip dat Evelyn Morley op Fort-Mystery was gearri veerd, had hij niet meer dan een drietai keeren met jonge vrouwen geconverseerd. Hij had de vrouwen niet ontweken. Het was eenvoudig om dat er in de plaatsen waar hij geweest was, geen jonge vrouwen waren. Zij hadden geen deel uitgemaakt van zijn leven en in zijn af zondering had hij haar niet gemist. Voor Bruce bestond er in de wereld slechts een zaak: de vernedering van de groote Hudson's Bay Company. Door sommige zonderlingen wordt de theorie verkondigd, dat, wanneer een man vóór zijn dertigste jaar nog niet dronken is geweest, hij ten doode is opgeschreven. Degenen die ge loof hechten aan dit dwaze axioma, kunnen tal van voorbeelden aanhalen van menschen, die na een halven menschenleeftijd doorgebracht te hebben in onthouding, werden overrompeld door een abnormaal hunkeren naar drank, vol gende op hun „late" eerste dronkenschap. Bruce was nog geen dertig jaar en had nog nimmer den invloed van de andere sexe gevoeld; hij had nog niet de eerste kleine aanvallen gekend, die, al scheppen ze dan ook geen weerstands factor, het slachtoffer ten minste toch doen vermoeden wat er gaande is. Hij werd in den kolk meegezogen, zonder dat hij het wist. Zeker, hij was er van overtuigd, dat hij Evelyn bewonderde. Het zou hem pijn hebben gedaan wanneer een ander niet evenzoo over haar gedacht had. Zij was niet alleen mooi, doch ze bezat iets zoo frisch, zoo opwekkends, zoo gezonds, dat hij zich absolouut tot haar aangetrokken moest gevoelen. Hij wist dat hij graag in haar tegenwoordigheid was, dat hij zich rusteloos voelde als ze er niet was, dat hij ver langde naar hun lange tochten op sneeuwschoe- nen, zelfs wanneer hij haar tegenwoordigheid moest deelen met haar ouders. Bruce zag duidelijk in, dat haar levendige persoonlijkheid een geheele verandering ge wrocht had in de atmosfeer van het woonhuis van Fort-Mystery. Door haar was het verblijf hier menschelijk geworden. De thee werd steeds op hetzelfde uur in den namiddag geserveerd en de formaliteit van het diner was ongewij zigd gebleven. Nimmer meer, sinds dien eersten avond had Evelyn er op gezinspeeld, dat die gewoonte in al haar ernst toch aan het be lachelijke grensde. Doch de wijze waarop zij aan alles deelnam, veranderde alles in iets natuurlijks, iets aange naams, een soort familiegebruik; door haar was het koele geheel verdwenen. Als door een geheimzinnigen invloed leek de atmosfeer van het huls niet langer meer op iets, dat gegroeid scheen uit haat en opstand, doch er heerschte thans een geest van huise lijkheid, iets natuurlijks, vroolijks; en in 't huis werkten menschen, die daarvan hielden en er eerlijk tegenover stonden. Zelfs mevrouw Morley was niet meer dezelfde. Uiterlijk deed ze de dingen juist zooals vroe ger op denzelfden tijd en tot in de kleinste bijzonderheden. Doch ze was zachter en meer beheerscht, ze had haar vroegere zelfvoldaan heid en het stijve in haar houding laten varen. Het was alsof de liefde voor haar dochter haar nieuwe levenskracht had gegeven. en alsof ze daardoor veranderd was van een dood werk tuig, dat zich zonder de minste emotie beweegt in de wereld waarin het zich bevindt, in een vrouw en een moeder. Morley was de eerste die zich herstelde van den roes van geluk, waarin de bewoners van het huis waren meegesleept. Zulks was wellicht toe te schrijven aan de rauwe werkelijkheid die voor hem oprees: dat de winterberichten zoo vlug mogelijk moesten worden afgezonden, althans wanneer hij er op stond, dat ze voor de benaming „winterberichten" in aanmerking kwamen. De overzichten moesten alle nog wor den klaargemaakt en geen boek was inge keken geworden sinds de aankomst van Evelyn. Hij was ongerust, vroeg naar Bruce en het werk werd wederom opgevat. Dagelijks zwoegde Bruce vijf uren aan een stuk. Den overigen tijd verdeelde hij tusschen Evelyn en zijn thermometers. lederen namiddag gingen ze er met de sneeuwschoenen op uit en maakten een wandeling, nu eens naar den rand van het bosch, dan weer in de richting van het meer, soms ook verdwenen ze van af de kust in rechte lijn en gingen dan zoover, dat ze slechts nog wisten dat de post ginds lag door de rookkolommetjes die ze in de lucht daar boven zagen hangen. Waarover ze ook spraken, steeds keerde het meisje terug op het Noorden. Dat land had haar snel en ook geheel ingepalmd. Daar zij de betoovering voelde van al het mooie en opwek kende van de groote vlakten, in al hun sober heid en bekoring, beheerschte Bruce weldra ook eenzelfde gevoel. Hij kende slechts de grim mige realiteit van het hooge Noorden, z'n mee- doogenloosheid en zijn wreedheid, en hij zag in, dat hun beider liefde voor het Noorden een illusie was. Doch die illusie vond hij heerlijk. Hij had het gevoel, als hij de boeken van Fort-Mystery dichtklapte en zich bij Evelyn vervoegde, dat hij een tooverwereld betrad, waarin zij beiden als gelukkige kinderen speelden en alles wat leelijk en verontrustend was, van zien afschud den. Wellicht dat Bruce, onder normale omstan digheden, de beteekenis van dat alles zou heb ben begrepen en zou hebben ingezien, dat het liefde was, die voor hem de wereld kleurde. Noch hiervan, noch van iets anders was hij zich bewust; hij kende slechts één doel. Sinds zijr. jeugd was hij door één idee bezield, had hij alléén hiernaar gestreefd. In zijn leven was er niets normaals geweest. De luchthartigheid en zorgeloosheid der jeugd, haar ingeboren ver langen naar geluk en vermaak, haar afkeer van alles wat zweemt naar ernst, dat alles had hij nooit gekend. Had Evelyn Morley gehunkerd naar de ouder liefde, Bruce had geleden door zijn verlangen naar die dingen die het aandeel der jeugd zijn. Thans, nu hij leefde in 'n voor hem nieuwe atmosfeer, doch waarnaar hy onbewust toch verlangd had, gaf hij zich geheel over aan de vreugde die ze hem verschafte. Het maakte hem dronken; en die tweevoudige natuur, die erfe nis van zijn vader en zijn moeder twee zeer uiteenloopende karakters stelde hem in staat zijn vorig leven verder te leven en toch te ge nieten van al het nieuwe dat zicty aan hem openbaarde. Wanneer hy by Evelyn was, ging hy geheel op in haar wereld, lachte met haar, speelde en stoeide met haar. Als hy zich daarna by Morley in het kantoor vervoegde, werd hy weer de bedachtzame, voorzichtige, absolute vyand van de groote maatschappij. De verandering was instinctmatig, geheel automatisch. Niet een enkele maal twijfelde hy aan zijn houding. Hy verdiepte zich in de boeken en werkte even vlug en zeker als een telmachine. Wanneer Morley het kantoor verliet om daarbuiten enkele aangelegenheden te regelen, opende Bruce auto matisch het Indianbook en schreef de namen ea büzonderheden aangaande de jagers over. Eens ging hy in den loop van een namiddag terug naar het kantoor; er waren nog enkele kleinigheden in orde te maken. Hy wierp een blik op de staten en boeken, vergeleek som mige cijfers en maakte nog enkele berekeningen. Daarna deed hy in een geheimen binnenzak de laatst overgeschreven byzonderheden over de jagers. Zijn taak was volbracht. Niet alleen klop ten de boeken Van Morley tot in alle details, waren de maandstaten tot op den datum by de districts-manager behoefde ze zelf slechts te copieeren doch Bruce had in zyn binnenzak en in een geheime bergplaats op zijn kamer een volledig rapport over de zaken van Fort- Mystery. een rapport dat iederen vrijhandelaar in staat zou stellen het district binnen te komen, en met behulp van Nee-da-boy de fynste pelsen binnen te halen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 13