PASSIE-SPELEN
AFDEELING
REIS OBERAMMERGAU
9iet oettiaal van den da§
r
FORT-MYSTERY
NAAR DE
III Klas
II Klas.
f 90.-
f 115.-
DE KIP
DE
LIJDT SCHIPBREUK
De dankbare Annie
^DERTjsll
s.-
MAANDAG 19 MAART 1934
VAN 1 JUNI TOT 8 JUNI A.S.
Bijwoning van het Passiespel
Benadeeling van de
schatkist
De leden van het parlement van
Engeland genoten vroeger
vrijdom van port
De filmindustrie in
Zweden
De speelstraten in
Engeland
Leonardo da Vinei en de
luchtvaart
Vliegtuigen tegen
Sprinkhanen
De geluks-
paraplu j
,4r'
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
TE OBERAMMERGAU
PROGRAMMA:
Vrijdag 1 Juni: Vertrek per D-trein uit Utrecht
te ongeveer 10.30 uur; diner in restauratie
rijtuig; reis langs den Rijn; souper in res
tauratierijtuig; aankomst te Nürnberg te
ongeveer 22 uur; logies in hotel.
Zaterdag 2 Juni: Ontbijt in hotel; te ongeveer
10 uur vertrek van Nürnberg naar München;
aankomst aldaar ongeveer 13 uur; diner te
München in de groote restauratiezalen van
het Centraal-Station; te 15 uur vertrek van
München (Starnbergerbahnhof) naar Oberam-
mergau'. aankomst aldaar te 18 uur; betrek
king der pensions; souper in pension; logies.
Zondag 3 Juni:
Te 6 uur plechtige gezongen H. Mis; ontbijt;
te 8 uur aanvang het Passiespel; te 12 uur
diner in pension; te 2 uur verdere bijwoning
van het Passiespel, dat te ongeveer 17.30 uur
geëindigd is; souper in pension; logies.
Maandag 4 Juni: Ontbijt; te ongeveer 9.30 uur
per trein (schitterende reis!) van Oberammer-
gau over Murnau naar het luxueuze en toover-
schoone Garmisch-Partenkirchen, alwaar wij
ons voor de volgende dagen vestigen in uit
stekende hotels; aankomst te 12 uur; diner;
na het diner uitstapje naar de geweldige rots
formaties en watervallen van den Partnach-
klamm; souper; 's avonds gezellig samenzijn:
uitvoering van Beiersche boerendansen,
schuhplatteln, jodeln! logies.
Dinsdag 5 Juni: Ontbijt; den geheelen dag
autotocht door de zuidelijkste Beiersche Alpen
over Mittenwald (Oostenrijksche grens); diner
aan 't Walchen-meer (onvergetelijk uitzicht!);
souper in hotel te Garmisch-Partenkirchen;
's avonds gezellig samenzijn (zie boven); logies.
Woensdag 6 Juni: Ontbijt; te 8.30 uur auto
tocht naar het heerlijk gelegen, wereld
beroemde Klooster Ettal; bezichtiging der
merkwaardigheden; orgelconcert voor onze
reisdeelnemers; per auto over de alsdan zoo
juist gereed gekomen auto-straat naar het
betooverende sprookjes-slot Linderhof van
Ludwig II; diner in hotel te Ettal; per
auto terug naar Garmisch-Partenkirchen.
waar in den namiddag de Kreuz-egg- of je
Wank-berg (naar verkiezing) per Schwebe-
bahn „bestegen" wordt (hier ligt het Beiersche
hooggebergte aan onze voeten; hier zien wij
de bergmeren diep beneden ons!); Souper in
hotel; na souper gezellig samenzijn (zie
boven); logies.
Donderdag 7 Juni: Ontbijt; te ongeveer 8 uur
vertrek per trein van Garmisch-Partenkirchen
naar München; aankomst aldaar te ongeveer
10 uur; groote autotocht door München oud
en nieuw; diner in de restauratiezalen van
het Centraal Station; 's namiddags gelegen
heid tot winkelen; te 7 uur souper, weder in
de restauratiezalen van het Centraal Station;
's avonds onder geleide bezoek aan het be
roemde Hofbrauhaus; te ongeveer 11 uur per
trein naar Holland.
Vrijdag 8 Juni: Ontbijt in den trein; aankomst
in Holland te ongeveer 10 uur.
AFSCHEID
N.B. Zij, die bezwaar mochten hebben tegen
de nachtreis van 7 op 8 Juni, kunnen tegen
een minimum van kosten en onder geleide de
terugreis op 8 Juni per dag trein afleggen;
nadere bijzonderheden daaromtrent worden
door ons gaarne verstrekt.
De hierboven in het kort beschreven luxueuze
reis biedt de Directie van de Vereenigde Kath.
Pers aan hare abonné's (uitsluitend aan hare
abonné's) aan tegen den prijs van
Bij inschrijving is voor administratiekosten, enz. een bedrag van 2.50
verschuldigd.
Gegadigden gelieven zich zoo spoedig mogelijk aan te melden, opdat een
'n ieder bevredigende voorbereiding gewaarborgd kan zijn.
Voorloopig nemen wij tot Donderdag 12 April a.s. aanmeldingen in ontvangst.
Men adresseere aan de Administratie van dit blad
Nu ons in dezen tijd steeds meer de
oogen opengaan door de „verzwegen
millioenen", is het niet onaardig te
laten zien, dat twee eeuwen geleden, de schat
kist ook wel eens benadeeld werdZoo iets
is dus niet van „vandaag of gisteren."
Voor de personen, die hét gevolg uitmaakten
van koning Lodewijk XIV, bestond een middel,
om door tusschenkomst van 'skonings boden,
briefwisseling te houden met de vrienden te
Parijs, wanneer Z. M. zich buiten de residentie
bevond. Zij hadden n.l. daartoe zekere merken
te hechten aan de brieven, door hen verzonden
of aan hen gericht. Er bestaat nog een brief
van Mile de Scudery, die van zulk een teeken
is voorzien. Men zou deze de oudste postzegel
kunnen noemen.
De leden van het Engelsche Parlement ver
kregen tusschen de jaren 1635 en 1642 vrijdom
van briefport voor alle brieven, door hen afge
zonden of voor hen bestemd; daartoe moest de
enveloppe van hun handteekening voorzien
zijn. Het gevolg was, dat er een vrij uitgebrei
de handel ontstond in dergelijke geteekende
enveloppen, waarvan weldra vele nagemaakte
onderteekeningen droegen. Dit voorrecht werd
in den loop der achttiende eeuw wel herhaal
delijk beperkt, doch eerst in 1840 voor goed af
geschaft.
Men berekende, dat dit misbruik aan de
schatkist een nadeel berokkende van ruim een
half millioen gulden in 1730 en van ruim een
millioen in 1760.
Het idee van gestempelde of gemerkte en-
veloppes is dus aan dat der postzegels vooraf
gegaan. Reeds vóór Sir Rowland Hill zijn denk
beelden omtrent de postzegels uiteenzette, had
Treffenberg, in Zweden, 23 Maart 1823, het
voorstel gedaan, van Staatswege gestempeld pa
pier uit te geven voor enveloppes, die vrijdom
van port zouden hebben. Het werd echter met
groote meerderheid verworpen, evenals, eenige
jaren later, een gelijk plan van Stead door het
postbeheer in Engeland werd afgekeurd.
In Finland, Polen en Rusland zijn echter de
gestempelde enveloppes de postzegels vooraf
gegaan.
Ze kwamen er in 1845, 1851 en 1848 in ge
bruik, terwijl de postzegels in 1858, 1857 en
1856 volgden.
Een jury waarvan de leden waren benoemd
door de vooraanstaande Zweedsche filmmaat
schappij de Svensk Filmindustrie, is thans be
zig met de enorme taak na te gaan, welke drie
handschriften de beste zijn van de 700 inge-
zondene in de competitie, waarvoor prijzen zijn
uitgeloot van 5000, 3000 en 2000 kronen. De
meerderheid der handschriften zijn van schrij
vers, wier eerste poging op dit gebied thans aan
een oordeel wordt onderworpen. Voorwaarde tot
deelneming aan deze competitie is dat de
Svensk het recht zal hebben het scenario te
gebruiken, waarbij de schrijver van het ma
nuscript dan een honorarium zal ontvangen
van 5000 kronen boven het bedrag van den
prijs, indien hij of zij tot de eerste drie wordt
uitverkoren. Het zal minstens een paar maan
den duren eer de uitslag bekend zal worden
gemaakt.
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii
iiiiiiiiiiiiiimiiiiiuiiiie
De kip kakelt:
De arbeidstijd is voor de kip
Waarachtig niet zoo slecht
Omdat per dag, als maximum,
Eén eitje wordt gelegd.
En 't is vooral in dezen tijd
Van vroegen zonneschijn,
Dat onze eitjes tok tok tok
Het allerfijnste zijn!
En wat ook onze leggerij
Zoo bijster animeert,
is, dat ze nu door groot en klein
Ook worden gewaardeerd!
Alleen is 't jammer, dat voorheen
Een kip eens, naar men zegt,
- Vit overmoed een gouden ei
In 't kiphok heeft gelegd.
Dat gouden ei was tactisch fout
En vrees'lijk ondoordacht
Maar tot haar straf werd deze kip
I Deswegen ook geslacht!
i Wij leggen sindsdien eieren
Met dooier en met wit,
Waarin gezondheid, levenskracht
En vitamine zit. i
Maar gek, de boer, die ons alleen
Te zijn pleziere houdt, I
I Verlangt op zijn beurt nu van ons i
De eieren vangoud! i
Wij zijn ons voer niet waard! zegt hij,
Ondanks de kwaliteit-
i O ik, pardon, tok tok, ik moet
Een roomversch eitje kwijt.
MARTIN BERDEN f
(Nadruk verboden) f
Fel mi min minimum minimi ii immuun mi ii mi ii immuun ii lining
De onlangs in Engeland (Manchester en Sal-
ford) vastgestelde speelstraten voor de jeugd,
de straten voor alle voertuigverkeer afgesloten,
hebben een groot succes gehad, meldt de K.
N. A. C. Zoo groot was het succes, dat de
„National Safety First Association" thans het
voorstel heeft gedaan ook in Londen -nkele
speelstraten in te stellen, welke tijdens een ze
kere periode van den dag voor verkeer met
voertuigen verboden zouden zijn.
Bij de nationale luchtvaarttentoonstelling,
welke binnenkort te Milaan zal worden geopend,
zal o. a. ook een overzicht worden gegeven van
de a'eronautische experimenten uit vroeger
eeuwen. Verschillende musea verleenen hun
medewerking van dezen; ook de schetsen, wel
ke Leonardo da Vinei voor vliegtuigen ver
vaardigde worden geëxposeerd.
In het Centraal-Aziatisch deel van Sovjet-
Rusland hebben vliegtuigen een verwoeden strijd
aangebonden tegen de sprinkhanen, die den
oogst dreigen te vernielen. Door gebruik te ma
ken van chemische vloeistoffen zijn reeds mil
lioenen dezer insecten gedood.
Tot verdelging van de malaria-muggen in
de moerasachtige gebieden van Rusland zijn
ook met succes vliegtuigen gebruikt.
Doe me 'n plezier en geef me even een
paraplu," zei Bob Velthuys. terwijl nü de
portiersloge van „De Gouden Zon' bin
nenstapte.
„Waarvoor heeft mijnheer een parapiu noo-
dig, als ik vragen mag," deed de portier ver
baasd.
„Ten eerste mag je het niet vragen," stoof
Bob op „en ten tweede kan ik je zeggen dat ik
geen paraplu noodig heb om aardappelen te
schillen"
„O, ik hoop niet dat mijnheer 't me kwalijk
neemt, maar ik wist niet, dat 't regende en
daarom dacht ik zoo bij mezelf, toen u me
vroeg of ik...."
„Vent, zanik in 's hemelsnaam toch niét zoo."
riep Bob zenuwachtig uit, „ik vraag je alleen
of je een paraplu hebt, ja of nee."
„Nou, mijnheer, als ik 't dan eerlijk moet zeg
gen, nee, ik heb er geen een, al zou ik u er rijk
mee kunnen maken. Dat zal je nou altijd zien,
hc, den heelen zomer is 't droog en
Maar Bob Velthuys was alweer de hal inge-
loopen en de portier hield, bij gebrek aan be
langstelling, zijn mond maar. „Vervelende ge
schiedenis," mopperde Bob in zichzelf, terwijl
hij de hal rondkeek, „als je zoo'n ding noodig
hebt, kun je er nergens een vinden en wanneer
de zon schijnt, staat het hier vol. Dat is nou
de eerste keer in m'n leven dat ik een Aha.
wat is dat?" Bob rende naar den hoek, waar hij
eensklaps een knop boven de leuning van een
fauteuil zag uitsteken. Ja, warempel, daar stond
een paraplu en 'n zeer behoorlijke ook. „Geen
verstandig mensch, die met zulk weer zoo'n
mooie paraplu in de hal van „De Gouden Zon"
laat staan," overwoog Bob. En inderdaad, het
was ook niet verstandig om dat te doen want
het kan gebeuren dat iemand, die heel erg om
een regenscherm verlegen zit, voorbij gaat en
in de verzoeking komt het nuttige voorwerp
mee te nemen. „Hij moet maar boeten voor z n
slordigheid," vond Bob en hij greep de par aplu,
keek links en rechts of niemand hem bespiedde
en liep toen tnet groote stappen naar buiten.
In de portiek stond een aardig meisje, dat
met aandacht de grauwe lucht bestudeerde. Ze
scheen iets te hebben tegen de groote regen
druppels, die In een buitengewoon tempo naar
beneden vielen.
„Hé, dat is toevallig," zei Bob opgewekt,
„hoe maakt u 't, juffrouw Bergman?"
't Meisje keerde zich verrast om. „Ach, mijn
heer Velthuys, bent u daar. Ik schrok er van
,.U bent toch niet van plan om zoo door dien
regen naar huis gaan?" informeerde Bob en
hij manoeuvreerde wat met de paraplu.
„Ik zal wel moeten," lachte zij.
„Maai- u hebt geen paraplu. Zou ik u mis
schien de mijne mogen aanbieden? Br moet
juist de richting van uw huis uit. dus ik zou u
misschien van dienst kunnen zijn."
Elly Bergman glimlachte vriendelijk. „Heel
graag." zei ze toen. „Ik vind het erg aardig
van u. Ik zou het u niet hebben durven vra
gen, want u
Ze hield eensklaps stil.
„Nou," drong Bob aan. „Waarom durfde u
het niet ie vragen? Ben ik zoo'n bullebak?
Dacht u soms dat ik het zou geweigerd heb
ben?'
„Ik weet niet," zei Elly zac'nl, terwiji ze sa
men onder de paraplu wandelden, „maar ik
was bang dat u het erg brutaal zou vinden. U
bent anders altijd zoo op 'n afstand en dan is
'n meisje natuurlijk bang, dat ze zich gek aan
stelt."
„Geen sprake van gek aanstellen," zei 8ob.
„Ik vind het reuze aardig dat ik u een dienst
kan bewijzen, maar ik heb altijd een beetje
angst voor uw vader. Hij is nogal kort aange
bonden en daarom ben ik nooit zoo erg spraak
zaam, als hij in de buurt is. En helaas was hij
tot nu toe altijd in de buurt, als ik u sprak."
Elly begon te lachen. „Kom," zei ze. „bent u
zoo bang voor vader? Maar dat is heelemaal
niet noodig. Vader is een schat. Alleen bromt
hij weieeens, maar dat is niet erg hoor, want
hij meent er niks van."
Ze wandelden samen verder en Bob ging zelfs
mee het tuinpoortje binnen van Elly's huis, om
het meisje zonder waterschade te kunnen af
leveren.
De wandeling was hem best bevallen en hij
zou graag nog een half uurtje er aan hebben
Bob
vastgekoppeld, maar met dit weer durfde hij
't toch niet voor te stellen. Als 't morgen nou
droog was. dan zou 't misschien wel gaan.
Maar dan moest hij 't nu toch vragen. Zou hij
dat durven? Er kwam opeens een angstig ge
voel bij Bob op. Als ze het weigerde, dan zou
hij 't ellendig vinden. Nee, hij moes't maar even
wachten nog. „Ik vond het erg prettig,' zei hij,
„dat ik u van dienst kon zjjn. Tot ziens, juf
frouw Bergman."
Hij liep vlug de tuinpoort uit en botste bij 't
hek juist tegen een dikken heer op.
„Kijk uit," zei een barsche stenj-
Vanonder de paraplu gluurde Bob naar zijn
slachtoffer. „Neemt u me niet kwalijk, mijn
heer Bergman," zei hij verschrikt, „ik zag u
niet."
„Zoo," gromde Elly's vader, „let dan in het
vervolg beter op, jongeman en mishandei geen
oude menschen. Maar verdorie, wat doe je
daar met mijn paraplu. Waar breng je die
naar toe?"
„Ik wou die paraplu juist naar „De Gouden
Zon" brengen,"
antwoordde
verschrikt.
„Ben je gek
geworden,"
schreeuwde mijn
heer Bergman,
„eerst loop je me
bijna te pletter en nou zul je mijn paraplu
naar „De Gouden Zon" gaan brengen. Wat
mankeert jou?"
„Ik wist niet, dat het uw paraplu was," mom
pelde Bob.
„Nee, dat wist je niet! En je haalt haar toch
uit m'n eigen paraplubak. Je komt toch uit
m'n huis. Dacht je soms, dat ik je niet gezien
had?"
,,'t Is niet waar, mijnheer," verdedigde Bob
zich, „ik heb deze paraplu in de hal van „De
Gouden Zon" gevonden."
„Klets niet," schreeuwde mijnheer Bergman
en hij trok Bob Velthuys mee den tuin in naar
zijn woning. „Ik zal jou leeren."
Bob was genoodzaakt om mee terug te gaan.
Het was alleronaangenaamst. Zoo'n terugkeer
naar Elly had hij niet verwacht en zeker niet
verlangd. Bij de deur stond Elly nog. Ze keek
verbaasd naar haar vader, die Bob stevig bij
z'n arm hield. „Wat doet u, vader?" vroeg ze
verschrikt.
„Laat me erdoor kind," zei mijnheer Berg
man, „deze mijnheer heeft m'n paraplu uit den
bak gehaald Een brutaliteit! En hij ziet er
nogal zoo netjes uit. Zoo zie je, dat je nooit up
't uiterlijk kan afgaan!"
„Er is niets van aan!", schreeuwde Bob woe
dend. „Ik ben nog nooit in uw auis geweest."
„Vadertje." begon Elly.
„Stil kind," zei mijnheer Bergman, ,ik weet
het pertinent, dat ik de paraplu in den bak
heb gezet."
„Zoudt u nou heusch niet naar binnen gaan,
vadertje," antwoordde Elly verlegen en ze
kleurde nog heviger. „Uw jas druipt vreeselijlr.
U maakt heele plassen in de gang
Mijnheer Bergman keek stom verbaasd naar
z'n dochter, maar hij ging.
„Je moet t vader niet kwalijk nemen," zei
Elly tot Bob en ze bloosde nog steeds, Is een
vergissing
Bob greep haar hand. „Dus je wist. dat t
mijn paraplu niet was?," riep hij eensklaps. .En
jij hebt het ding in de hal gezet? Waarom deed
je dan of je geen paraplu had?"
„Ik moet naar binnen," zei Elly en ze pro
beerde weg te winnen. Maar Bob hield haar
hand stevig vast. „Eerst vertellen," lachte hij.
„Nou, goed dan," zei ze. „Ik zag je zi'ten in
„De Gouden Zon" en toen dacht ik, als hü me
hier ziet staan, zonder paraplu, brengt hij me
vast wel naar huis en toen heb ik die paraplu
daar neergezet. Ik dacht dat ik je een beetje
moest aanmoedigen, want je bent altijd zoo op
'n afstand. Dus 't is mijn schuld ademwal."
„Maar wilde je dan zoo graag dat ik
„Je vraagt te veel," lachte Elly ondeugend.
„Ik zal niets meer vragen," grinnikre Boo.
„Verdikkie, dat had ik eerder moeten weten.
Ik dacht dat ik geen kans had. Verdikkie...."
En hij gaf Elly een zoen.
„Ga mee," zei hij even later, „dan breng ik
de geluksparaplu aan schoonpapa terug, t Zal
z'n tweede verrassing vanmiddag zijn!"
WAT EEN
AAKDIOE
JURK 18
DAT.mTBB1
VAN
wieri
HEBT
U 9
OIE
:EFT
MIE»
MUNHEER WAR&UCkS HEEFT
~ZE VOOB JE GEKOCHT, ANNIE
H'J REKENDE ER VA8T0P
lE TB VINDEN ÊN MAM(
TÜEN H'J UITVOER., EEN
HEELE- UITZET VOOR JE
nee aan boord van
2 N JACHT.
HIJ heeft wel overal aan üeï>acht\
HIJ NAM DE DOKTER EN Mij MEE/
H'J VOORZAG DAT H'J ONS NOODIG
HAD iEOEREEN DACHT,DAT jE OM
GEKOMEN WAS, MAAR MUNHEFR
VVAR&UCK3 NIET KIJK EEN8 IN DIEN
koffer; OlE /S VOL VAN ALLERLEI
DINGEN VOORJOU 8EYTFM0
.HEEFT H'J JE HET NI E T
verteld y
o
2! /sr.
VOOR DEH DROMM EL ZOO Ti
KLEINE «AKKER WAAROM^
DENK IK DAT ZU 'hETWA8
2E ZEGGEN DATV«OuWEM
MIET AL Tl )D DANK6AAR ZIJN(
MAAR ZIJ IS HET WELf
A list 'j op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f O fill I) bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/) bij een ongeval met f OCfi bij verlies van een hand f IOC olj verlies van een f Cfl bij een breuk van f Afl bij verlies van "n
XTJ.ll" Q. O O Tl Tl" S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen Ovt/v»m verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen f f doodelijken afloop# XnJU»m een voet of een oogt I luim of wijsvinger been of arm# "l/« anderen vinger
mm
door
Katharina en Robert Pinkerton
(Korte Inhoud van het voorafgaande
David Patterson is de eigenaar van een
bloeienden oelshandel ln Noord-Canada
Zttn expansie-zucht vindt slechts een hin
derpaal, de machtige Hudson Bay Com
pany ztln grootste concurrent Deze oezet
een post ..For, Mvstery' genaamd en door
Herbert Morley beheerd waar Patterson
ondanks herhaalde pogingen, nooit tn ge.
slaagd is vasten voet te verkrügen Bruce
Rochette die een diepen haat koestert te
gen de Hudson's zal dan voor Patterson
trachten een handelspost te vestigen in
het veelomstreden gebied HU vertrekt met
Joe Snowbird en wordt harteiyk door Mor-
lev en zijn echtgenoote ontvangen Bruce
geeft voor belast te z!1n met het doen van
waarnemingen voor een aardrllkskundlg
genootschap ZUn bediende Joe Snowbird
laat hem dan plotseling in den steek
Bruce vreest, dat Morley hem heeft door
zien en hem ln een valstrik tracht te lok
ken, maar hll blijft moedig op zijn post
en helpt bi) het bijhouden der boeken,
waardoor hl) vele Interessante bijzonderhe
den over de Hudson's Cy. te weten komt.)
De vier jaren die gevolgd waren na zijn col-
legetijd had hij vertoefd in eenzame, ver
afgelegen posten. Van het oogenblik af, dat hij
New-York had verlaten tot op het tijdstip dat
Evelyn Morley op Fort-Mystery was gearri
veerd, had hij niet meer dan een drietai keeren
met jonge vrouwen geconverseerd. Hij had de
vrouwen niet ontweken. Het was eenvoudig om
dat er in de plaatsen waar hij geweest was,
geen jonge vrouwen waren. Zij hadden geen
deel uitgemaakt van zijn leven en in zijn af
zondering had hij haar niet gemist. Voor
Bruce bestond er in de wereld slechts een zaak:
de vernedering van de groote Hudson's Bay
Company.
Door sommige zonderlingen wordt de theorie
verkondigd, dat, wanneer een man vóór zijn
dertigste jaar nog niet dronken is geweest, hij
ten doode is opgeschreven. Degenen die ge
loof hechten aan dit dwaze axioma, kunnen tal
van voorbeelden aanhalen van menschen, die
na een halven menschenleeftijd doorgebracht
te hebben in onthouding, werden overrompeld
door een abnormaal hunkeren naar drank, vol
gende op hun „late" eerste dronkenschap. Bruce
was nog geen dertig jaar en had nog nimmer
den invloed van de andere sexe gevoeld; hij had
nog niet de eerste kleine aanvallen gekend,
die, al scheppen ze dan ook geen weerstands
factor, het slachtoffer ten minste toch doen
vermoeden wat er gaande is. Hij werd in den
kolk meegezogen, zonder dat hij het wist.
Zeker, hij was er van overtuigd, dat hij
Evelyn bewonderde. Het zou hem pijn hebben
gedaan wanneer een ander niet evenzoo over
haar gedacht had. Zij was niet alleen mooi,
doch ze bezat iets zoo frisch, zoo opwekkends,
zoo gezonds, dat hij zich absolouut tot haar
aangetrokken moest gevoelen. Hij wist dat hij
graag in haar tegenwoordigheid was, dat hij zich
rusteloos voelde als ze er niet was, dat hij ver
langde naar hun lange tochten op sneeuwschoe-
nen, zelfs wanneer hij haar tegenwoordigheid
moest deelen met haar ouders.
Bruce zag duidelijk in, dat haar levendige
persoonlijkheid een geheele verandering ge
wrocht had in de atmosfeer van het woonhuis
van Fort-Mystery. Door haar was het verblijf
hier menschelijk geworden. De thee werd steeds
op hetzelfde uur in den namiddag geserveerd
en de formaliteit van het diner was ongewij
zigd gebleven. Nimmer meer, sinds dien eersten
avond had Evelyn er op gezinspeeld, dat die
gewoonte in al haar ernst toch aan het be
lachelijke grensde.
Doch de wijze waarop zij aan alles deelnam,
veranderde alles in iets natuurlijks, iets aange
naams, een soort familiegebruik; door haar was
het koele geheel verdwenen.
Als door een geheimzinnigen invloed leek de
atmosfeer van het huls niet langer meer op
iets, dat gegroeid scheen uit haat en opstand,
doch er heerschte thans een geest van huise
lijkheid, iets natuurlijks, vroolijks; en in 't huis
werkten menschen, die daarvan hielden en er
eerlijk tegenover stonden.
Zelfs mevrouw Morley was niet meer dezelfde.
Uiterlijk deed ze de dingen juist zooals vroe
ger op denzelfden tijd en tot in de kleinste
bijzonderheden. Doch ze was zachter en meer
beheerscht, ze had haar vroegere zelfvoldaan
heid en het stijve in haar houding laten varen.
Het was alsof de liefde voor haar dochter haar
nieuwe levenskracht had gegeven. en alsof ze
daardoor veranderd was van een dood werk
tuig, dat zich zonder de minste emotie beweegt
in de wereld waarin het zich bevindt, in een
vrouw en een moeder.
Morley was de eerste die zich herstelde van
den roes van geluk, waarin de bewoners van
het huis waren meegesleept. Zulks was wellicht
toe te schrijven aan de rauwe werkelijkheid die
voor hem oprees: dat de winterberichten zoo
vlug mogelijk moesten worden afgezonden,
althans wanneer hij er op stond, dat ze voor de
benaming „winterberichten" in aanmerking
kwamen. De overzichten moesten alle nog wor
den klaargemaakt en geen boek was inge
keken geworden sinds de aankomst van Evelyn.
Hij was ongerust, vroeg naar Bruce en het werk
werd wederom opgevat.
Dagelijks zwoegde Bruce vijf uren aan een
stuk. Den overigen tijd verdeelde hij tusschen
Evelyn en zijn thermometers. lederen namiddag
gingen ze er met de sneeuwschoenen op uit en
maakten een wandeling, nu eens naar den rand
van het bosch, dan weer in de richting van het
meer, soms ook verdwenen ze van af de kust
in rechte lijn en gingen dan zoover, dat ze
slechts nog wisten dat de post ginds lag door
de rookkolommetjes die ze in de lucht daar
boven zagen hangen.
Waarover ze ook spraken, steeds keerde het
meisje terug op het Noorden. Dat land had
haar snel en ook geheel ingepalmd. Daar zij de
betoovering voelde van al het mooie en opwek
kende van de groote vlakten, in al hun sober
heid en bekoring, beheerschte Bruce weldra ook
eenzelfde gevoel. Hij kende slechts de grim
mige realiteit van het hooge Noorden, z'n mee-
doogenloosheid en zijn wreedheid, en hij zag in,
dat hun beider liefde voor het Noorden een
illusie was.
Doch die illusie vond hij heerlijk. Hij had het
gevoel, als hij de boeken van Fort-Mystery
dichtklapte en zich bij Evelyn vervoegde, dat
hij een tooverwereld betrad, waarin zij beiden
als gelukkige kinderen speelden en alles wat
leelijk en verontrustend was, van zien afschud
den.
Wellicht dat Bruce, onder normale omstan
digheden, de beteekenis van dat alles zou heb
ben begrepen en zou hebben ingezien, dat het
liefde was, die voor hem de wereld kleurde.
Noch hiervan, noch van iets anders was hij zich
bewust; hij kende slechts één doel. Sinds zijr.
jeugd was hij door één idee bezield, had hij
alléén hiernaar gestreefd. In zijn leven was er
niets normaals geweest. De luchthartigheid en
zorgeloosheid der jeugd, haar ingeboren ver
langen naar geluk en vermaak, haar afkeer van
alles wat zweemt naar ernst, dat alles had hij
nooit gekend.
Had Evelyn Morley gehunkerd naar de ouder
liefde, Bruce had geleden door zijn verlangen
naar die dingen die het aandeel der jeugd zijn.
Thans, nu hij leefde in 'n voor hem nieuwe
atmosfeer, doch waarnaar hy onbewust toch
verlangd had, gaf hij zich geheel over aan de
vreugde die ze hem verschafte. Het maakte hem
dronken; en die tweevoudige natuur, die erfe
nis van zijn vader en zijn moeder twee zeer
uiteenloopende karakters stelde hem in staat
zijn vorig leven verder te leven en toch te ge
nieten van al het nieuwe dat zicty aan hem
openbaarde.
Wanneer hy by Evelyn was, ging hy geheel
op in haar wereld, lachte met haar, speelde
en stoeide met haar. Als hy zich daarna by
Morley in het kantoor vervoegde, werd hy weer
de bedachtzame, voorzichtige, absolute vyand
van de groote maatschappij. De verandering was
instinctmatig, geheel automatisch. Niet een
enkele maal twijfelde hy aan zijn houding. Hy
verdiepte zich in de boeken en werkte even
vlug en zeker als een telmachine. Wanneer
Morley het kantoor verliet om daarbuiten enkele
aangelegenheden te regelen, opende Bruce auto
matisch het Indianbook en schreef de namen ea
büzonderheden aangaande de jagers over.
Eens ging hy in den loop van een namiddag
terug naar het kantoor; er waren nog enkele
kleinigheden in orde te maken. Hy wierp een
blik op de staten en boeken, vergeleek som
mige cijfers en maakte nog enkele berekeningen.
Daarna deed hy in een geheimen binnenzak de
laatst overgeschreven byzonderheden over de
jagers. Zijn taak was volbracht. Niet alleen klop
ten de boeken Van Morley tot in alle details,
waren de maandstaten tot op den datum by
de districts-manager behoefde ze zelf slechts te
copieeren doch Bruce had in zyn binnenzak
en in een geheime bergplaats op zijn kamer
een volledig rapport over de zaken van Fort-
Mystery. een rapport dat iederen vrijhandelaar
in staat zou stellen het district binnen te
komen, en met behulp van Nee-da-boy de
fynste pelsen binnen te halen.
(Wordt vervolgd)