IN EN OM HAARLEM j J. L0TTGERING m PLU Multifilm onder de loupe TAR 1 Het Heilig Jaar 1 DINSDAG 20 MAART 1934 Het Schouwburgbezoek GR. HOUTSTRAAT 5 a Verven - Stoomen - Stoppage WILHELMINALAAN 22 KLEIN BEGONNEN SNEL UITGEBREID 1 Oproep aan Haarlems Katholieken SmiiiiiiiiiimiiimMiiiiiiiimmimiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiimiiimmiiimmiiimmmimiuiiiniiiiimmiminmiiiiiiiiimiiiiiimmiMiiiiminmiiML' Onpassende kritiek Op het Vastenmandement MUZIEK KUNSTKRING HEEMSTEDE Les Instruments anciens de Henri Casadesus MEN IS NOOIT TE OUD. 74-jarige weduwe en de edele leeskunst Een kijkje in de serre van het gebouw van N.V. Multifilm in het Kenaupark. De zwarte, schuin geplaatste toestellen vóór de planten, zijn de film-camera's, die door de er naast geplaatste electro-motons op bepaalde oogenblikken in beweging worden gebracht, terwijl dan eveneens de groote schijnwerpers ontstoken worden. Dit alles geschiedt door het op de linkerzijde van de foto afgebeelde schakelbord met de velerlei meters, schakelaars, knoppen en andere toestellen. Op vooraf be paalde tijdstippen (b.v. om het uur) doet dit schakelbord (dat men de „hersens" van het bedrijf zou kunnen noemen) de gordijnen automatisch dicht, doet de schijnwerpers opflitsen, brengt de genoemde motoren in beweging, waardoor één opname van de betreffende plant wordt gemaakt, en laat de gordijnen, nadat alles gereed is, zich weer openen. Het heele mechanisme is zóó gesteld, dat als er planten zijn, waarvan b.v. om de 20 minuten een opname gemaakt moet worden, terwijl van andere ditzelfde om het kwartier moet geschieden, de zaak toch niet in de war geraakt, maar alles op de seconde af automatisch precies ver loopt. Deze geniale inrichting is geheel door den heer Mol ontworpen. (ACHTER HET WESTERHOUTPARK - TEL. 12953) Luxe Verhuur met en zonder chauffeur Autor ij lessen f 2— per uur COMFORTABELE 4- EN 6-PERSOONS RENAULT-WAGENS Wat de heer J. C. Mol, de direc teur en stichter der onder neming, ons vertelde Maar de crisis Ontstaan Aan het werk Poppet j es films Eén opname per jaar Veel medewerking Crisis. il|||IIIJIIIIIIIIIII!lllllllll!llllllllll!l!IIIM/M//mM,VMWI!l^ immuunminus 179 5uiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii|||iiiiiiiiiii|||„||||||,|||||,|m|||,|,||miI|im,|= Wie regelmatig eiken dag langs den stads schouwburg kwam, kreeg dezen winter onwille keurig den indruk, dat het schouwburgbezoek, ondanks de nog altijd groote malaise, beter Was dan het in jaren geweest is. Wij behoeven bovendien maar te herinneren fcan de goed bezochte opvoeringen soms uit verkochte zalen van Marcel Achards' „Pe trus", van „De vier Müllers", „Vorstelijke Emi granten" en andere kasstukken om dien indruk begrijpelijk te maken en een sterken schijn van juistheid te geven. Toen dan ook de wethouder van financiën, de beer mr. Slingenberg, bij een der levendige de batten, welke den laatsten tijd in den Haar- lemschen gemeenteraad zijn gehouden, zich, toen hij dat argument goed kon gebruiken, liet ontvallen, dat de huidige exploitant van den Stadsschouwburg er reeds dit seizoen zal weten •.uit-te-springen", hoewel de gemeente in de jaren dat zij zelf exploiteerde, er steeds „dui zenden" bij heeft moeten leggen, zagen velen daarin een bevestiging van den eigen goeden dunk, dien zij van de exploitatie van den stads schouwburg hadden opgedaan en waren meer dan ooit overtuigd dat het daarmede tegen woordig niet kwaad gaat. Wij zijn er eens met den heer van Deinum, den pachter van den schouwburg over gaan Praten, want de vraag hoe de belangstelling Voor het tooneel nieuw leven kan worden in geblazen, is van meer dan Haarlemsche betee- kenis. Overal, niet alleen in Holland, maar ook üi het buitenland, is dat een probleem, waar- Voor tot nu toe tevergeefs een oplossing is ge- Zocht. Het glunderige gezicht van den heer van Deinum, toen wij hem om zijn ervaringen vroe gen, verzekerde ons al bij voorbaat, dat hij over den gang van zaken niet ontevreden was, al thans, dat het slechter zou kunnen gaan en mis schien zelfs, dat hij 't zich bij 't begin slechter had Voorgesteld. „Maar er-uit-springen? Neen, zeide ons de heer van Deinum, ik begrijp niet waar de heer Slingenberg die wetenschap vandaan haalt. Van mij heeft hij ze in geen geval, want ik zal beide handen toeknijpen als ik dit sei zoen kan volstaan met f 5000.op de exploi tatie toe te leggen. Wel hoop ik, dat ik het vol gend seizoen, zoo ik al geen winst maak, de eindjes aan elkaar zal kunnen knoopen en dat ik, omdat ik dan ook het buffet zal exploitee- ren, eenige winst zal kunnen maken. Nu is daar nog geen sprake van". De heer van Deinum vertelde ons van de groote sommen, die bij de exploitatie van een inrichting als de schouwburg, gemoeid zijn. Hij rekende ons voor, dat hij elke week aan het technisch personeel f500 heeft uit te betalen en hij vertelde van de extra moeilijkheden Waarmede een schouwburg-exploitant te wor stelen kan hebben. Zoo hebben B. en W. van Haarlem onlangs verordonneerd, dat voortaan de brandwachts betaald moeten worden door de vereenigingen, die de uitvoeringen geven. Tot nu toe nam de gemeente die voor haar rekening. De buitensteedsche gezelschappen en ook verschillende gezelschappen in de stad, denken er echter niet aan om de brandwachts, Waarom zij niet vragen en die tijdens hun voor stellingen ook van geen nut zijn, te bekostigen. Toch eischt het gemeentebestuur betaling en Wil de schouwburgdirecteur Haarlem niet van het bezoek van elk tooneelgezelschap uitsluiten, dan zit er niets anders op dan dat hij zelf die kosten op zich neemt. In één enkel seizoen kost dat den directeur een f 1000.extra. Of het schouwburgbezoek goed gaat, vroegen Wij den heer van Deinum, en wij vertelden hem, dat velen van meening zijn, dat het schouw burgbezoek in het nu bijna afgeloopen seizoen veel beter is geweest dan vele jaren het geval Was. Dat het zoo is, is best mogelijk, zeide de heer van Deinum, maar dan moet het in vorige ja ren toch al heel lamentabel zijn geweest, want er is geen sprake van, dat wij voor dit jaar over een eenigszins tevredenstellend bezoek mogen reppen. En wat erger is: het schouwburgbezoek is in Haarlem slechter dan elders. Haarlem staat bij de tooneelgezelschappen als met een zwarte kool geteekend. De heer van Deinum meende, dat dit slechte bezoek waarschijnlijk zijn oorzaak vindt in het feit, dat Haarlem dicht bij Amsterdam ligt, waar de nieuwste snufjes op tooneelgebied di rect te genieten zijn en vanwaar het nieuws, als een stuk gevallen is, zich zeer spoedig naar Haarlem verbreidt. Als er wat moois is, gaan de menschen in Amsterdam kijken. Door een betreurenswaardige wisselwerking gebeurt het daardoor ook, dat de gezelschappen in Haarlem niet met stukken durven te komen, waaraan een dure ensceneering vast zit, daar zij vreezen, dat de door hen te lijden schade te groot zal zijn. Merkwaardig is het, dat het pu bliek zich aan de kostbaarheid van een stuk zoo weinig gelegen laat liggen. Een stuk als Phaea, waarvan de decors met groote vrachtauto's door het land moeten wor den gevoerd en dat f300.— kost alvorens het op het tooneel staat, trok enkele honderden bezoekers, terwijl de Vier Müllers b.v., waarvan de heele ensceneering in een paar handkoffer' tjes wordt meegesjouwd, recettes van f700 en f 800, schoon, per avond maakten. Maar al pratende kwamen wij toch wel tot de conclusie, dat het eenige middel om de menschen naar den schouwburg te trekken is: het geven van goede stukken voor lagen entrée' prijs. De moeilijkheid daarbij is echter, hoe men het publiek kan laten weten, wat de mooie stukken zijn. De heer van Deinum heeft daarvoor dit sei zoen een reclamemiddel toegepast van eigen vinding. Wanneer de heer van Deinum vernam, dat een stuk het ergens goed deed of een goede pers had. oreaniseerde hü voor Haarlem zoogenaam de invitatievoorstellingen. In groote hoeveelheid stuurde hij invitaties rond, waarbij de geïnvi teerde in de gelegenheid wordt gesteld tegen een gereduceerden prijs een plaats voor de voorstelling te krijgen. Het was den heer van Deinum genoeg, dat de zaal vol was en dat de onkosten aan het geven van het stuk door de ontvangsten gedekt werden. Voor het gezel schap, dat dan optreedt, is het prettig voor een uitverkochte zaal te spelen en het voor deel, dat de heer van Deinum van deze vrij gevigheid verwacht is, dat de honderden be zoekers, die voor lagen prijs een mooi stuk za gen, daarover met hun kennissen zullen spre ken en dezen daardoor zullen worden aange spoord de volgende opvoeringen te bezoeken en zoodoende een goed gevulde zaal tegen nor malen entréeprijs zullen leveren. Tot nu toe heeft de heer van Deinum met deze methode succes geboekt, maar of het re clamemiddel op den duur zal blijken te voldoen is nog niet te zeggen. De heer van Deinum haalde, bij het vragen naar zijn meening in dezen, heel hoog zijn schouders op. Men zal naar deugdelijke middelen moeten omzien om de belangstelling voor het Tooneel op te voeren. Door de afdeeling Haarlem der Nationaal- socalistische Beweging werd dezer dagen bij katholieken huis aan huis een op oranje-papier gedrukten, uitdagenden oproep verspreid, tot bijwoning eener vergadering, waar twee Katholieken het woord zouden voeren, om het Vasten-mandement van H.H. H.H. E.E. de Bisschoppen aan openbare critiek te onderwerpen. Het uitdagend karakter was te scherper, daar de vergadering zou plaats hebben in een bis schoppelijke residentie op den vooravond van het Triduum, dat a.s. Donderdag in de St. Bavo-kathedraal tot inleiding der plechtige sluiting van het H. Jaar wordt geopend. De oproep-circulaire kondigde aan, dat de heer mr. Graaf de Marchant d'Ansembourg het woord zou voeren over „Het bisschoppelijk Vas- tenmandement en het standpunt, dat door onze geloovige Katholieken hieromtrent wordt in genomen." Daarna zou de heer Vlekke optre den, om een rede te houden over de „N. S. B. en de Katholieken", die zouden worden aange spoord, zich in grooten getale aan te sluiten bij de beweging, tegen welke zich het Doorluchtig Episcopaat had gekeerd. Voor weldenkende Katholieken was de erger nis te pijnlijker, daar de heer Vlekke familie is van een verdienstelijken katholieken leider, en omdat het eerste program van de R.K. Par ty met de politieke geloofsbeiydenis uit de En cycliek „Immortale Dei" mede was ondertee kend door een Graaf de Marchant d'Ansem bourg. Zooals was gemeld, heeft Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent aan den Hoogeerw. Deken van Haarlem ter bekendmaking bericht, dat het aan Katholieken niet is geoorloofd, deze on passende vergadering by te wonen, waar open- ïyk kritiek wordt uitgeoefend op de Bisschop pen van Nederland. Het is te hopen, dat voor de heeren mr. Graaf de Marchant d'Ansembourg en Vlekke deze bisschoppelijke maatregel aanleiding wordt, om het mogeiyke te doen, de openbare ergernis te voorkomen. De vier leden dezer illustre familie, die de erfenis hooghouden van een grooten en be roemden naam, concerteerden gisterenavond m het Gebouw van den Nederlandschen Prot. Bond. Helaas slechts voor 'n halfbezette zaal. En men vraagt zich iedere maal opnieuw af. waarom een ontwikkeld publiek, als de Heem- steedsche Kunstkring aan leden telt, zoo'n uit- zonderiyken avond als dezen niet komt by- wonen. We zagen Henri Casadesus verbaasd de zaal inkijken, zich klaarblijk, evenals wy verwon derend over zulk 'n opkomst. Gelukkig dat dit geen invloed had op het spel van deze rasmusici, die zich misschien m dit intieme gezelschap zoo mogelijk nog sterker op hun heerlijke kunst konden concentreeren. Ze hebben ons in de beide composities van oude Fransche meesters als Noudonville en Nicoley, waarmee ze het programma openden en sloten, laten genieten van een zeldzaam mooi verzorgd samenspel, waarin alles van een fijne distinctie was, en waarin nochtans ook het forschere, muzikantische vreugd-element niet ontbrak. Prachtig van opzet was ook het Concerto Italïen van J. S. Bach, met het zang en klankrijke aanvangsthema, het ryke An dante, en het contrapuntische heeriyk geschre ven Presto. Daarna kregen allen op de celliste na (Lucette Casadesus die de viola da gamba be speelde) gelegenheid om ook afzonderiyk te doen biyken van hun zeer bijzondere begaafd heid op de oude instrumenten. Madame Regina Patorni-Casadesus speelde ons een petillante Gigue voor van Ph. Emm. Bach, met een verrassend snel slottempo, met prachtig zingende bas. Daarby viel op dat hoe mooi deze Pleyel-clavecymbel overigens ook klinkt, een langzaam tempo aan zangerigheid inboet uit den aard van het instrument in boeten moet, zoodat de snellere deelen steeds het meest bevredigen. We kregen voor het dankbare en aanhoudende applaus twee f ij n - geestige, technische meesterstukjes als toegift. Marius Casadesus trad op met zijn voornaam klinkende quinton met werk van Somis, den beroemden violist (1686—1783) en kapelmees ter te Turijn. Deze leerling van Corellx speelde in 1733 in de Concerts Spirituels te Parijs en was vooral beroemd om zijn soepele en tech nisch volmaakte stokvoering. Hü was boven dien de leermeester van Leclair van wien Henri Casadesus de Suite Franeaise speelde. De dne eerstgenoemde werkjes vonden ook in Marius Casadesus een uitnemend vertolker, van groot technisch meesterschap en met een artistiek verantwoorde interpretatie, waarin het ragfijne en teere smaakvol werd afgewisseld met prach tige mezzo-tinten en ook ruigere gedeelten. Leclair was de viool-leerling van Andrè Chéron, wiens stijl die van Couperin meer be nadert dan van Corelli, en die een belangrüke rol heeft vervuld in de ontwikkeling der Fran- sche instrumentale muziek. Van diens Suite Framjaise voor viola d'amore apprecieerden we het meest het langzame deel, terwijl evenwe: ook de snellere deelen van groot technisch kunnen en van innige muzikaliteit getuigden. Gaarne hadden we ook van Lucette Casa desus een solo-nummer gehoord, want haar viola da gamba trof door haar nobelen klank en resonance in de ensemble-werken. Een uiterst verdienstelijk aandeel in het suc ces van den avond, dat voor het viertal kun stenaars zeer groot was, en waarvoor allen dankten met één of meer toegiften, had voor zeker Madame Regina Patorni-Casadesus, die de solistische werkjes ook nog had te begelei den, en dit deed met evenveel gratie als nauw gezetheid, en met sterk aanpassingsvermogen. Het werd een avond van bloeiend en genot vol musiceeren, van een intense homogeniteit in alle opzichten, ontsproten aan een langdu rige en innige samenwerking in zuiver artistiek zoowel als in technisch opzicht. De bloemenhulde aan het kunstzinnige fa milie-ensemble trof deze eenvoudige, maar groote kunstenaars blijkbaar zeer. Maar het genoegen en de eer waren ten slot te geheel aan onzen kant. Beide waren onver deeld en de herinnering aan een schoonen avond van zuiver en hoogstaand kunstgenot zal ons nog lang bijbiyven. De tout coeur: merci et au revoir! J. S. Vijfhuizen is een rustig dorpje, waar men de nieuwtjes slechts uit de krant op kan diepen. Een 74-jarige vrouw, de wed. C. v. Egmont, was deze nieuwtjes vroeger slecht te weten kunnen komen, als haar man zyn courant open spreidde en haar de berichten voorlas. Zijzelf had de edele leeskunst nooit leeren beoefenen. Dit gemis voelde zy na het overly den van haar echtgenoot zeer zwaar. Maar de vrouw was cordaat en by de pinken. Ze stapte naar den onderwijzer, den heer Mid delkoop, die genegen was haar te leeren lezen. Het eerste begin was moeiiyk, maar ten de eerste stappen gezet waren, vorderde de vrouw, dankbare leerlinge van den onderwüzer (die ze vroeger zelf gebakerd had), reeds spoedig en na acht maanden kon ze reeds krantten en boe ken lezen. Vanzelfsprekend heeft de oude vrouw hier een geweldige voldoening van en de onder- wijzer ziet zijn werk wel met succes bekroond. Het lijkt wat afgezaagd om te zeggen, dat de film de belangstelling heeft en de ontspanning vormt van heel wat menschen, groot en klein. Men heeft het zoo pas nog kunnen constatee- ren, toen de „Jantjes" in Haarlem draaiden. De belangstelling was overweldigend. Dagen lang stonden breede ryen van wachtenden voor de bioscoop, die hoopten nog een plaatsje mach tig te kunnen worden.' Politie moest de orde be waren. Toen de „Jantjes" geprolongeerd wer den, herhaalde zich dit schouwspel: Wéér reus achtige toeloop, wéér iedere voorstelling uit verkocht. Daarby grootsche huldigingen van de Hollandsche filmsterren, die in deze film optraden. Het zal menig Hollandsch hart goed doen, dat een film van eigen bodem een eersteling nog wel zóó'n succes heeft. Maar men moge niet vergeten, dat, terwijl de „Jantjes" hun triomftocht door Haarlem, ja, door geheel Nederland maakten, hier in deze stad of elders wellicht een kleine groep per sonen zat te küken in een eenvoudig lokaal, zonder de bioscopische schittering, naar een film een film van evenééns Hollandsch fa brikaat. Geen film echter, waarin acteurs en actrices in aangrijpende drama's hun talenten laten blinken, maar een film, waarin de natuur als „filmster" optreedt. Bloemen gaan erin open en dicht, bloeien en verwelken, een stengelrank hecht zich kronkelend vast aan een lat op 'n muur of een vlinder ontpopt zich. Films, met zoo ontzettend veel geduld en uiterst ingenieuze hulpmiddelen vervaardigd. Werd voor de „Jantjes" de machtige reclame techniek (met groot succes) in werking gesteld de Multifilms maken reclame voor zichzelf eveneens met succes, zy het by een select publiek. En zal dan ook de „Jantjes", na vele malen voor „uitverkochte" bioscopen gedraaid te hebben, opgeborgen worden in de veilige filmarchieven, de Natuurfilms zullen voor de liefhebbers en liefhebsters steeds „het neusje van de zalm" biyven en hun als een open boek de doodgewone versehynselen der natuur too- nen, waavaan zy anders achteloos voorby gaan. Wij willen thans de oorzaken van deze te genstelling niet nagaan, maar eens iets ver tellen over de geschiedenis van het ontstaan van die films, die 10 jaar geleden nog „terra incognita" (onbekend) waren. In de groote, maar uiterlijk sobere villa in het Kenaupark, waarin de „N.V. Multifilm" gevestigd is, heeft de directeur, de heer J. C. Mol, in een vrijgemaakt halfuurtje ousschen zyn overdruk bezetten tyd in, ons die geschie denis verteld en ons verhaald van de zeer snelle ontwikkeling en uitbreiding van zyn werk in weinige jaren tyds. Zooals uit een nietigen bloemknop zich in korten tyds een prachtige bloem ontwikkelt, zoo is uit het kleine labo ratorium, door den heer Mol 12 jaar geleden in zyn woning in Bloemendaal gesticht, de thans groote en bekende Multifilm gegroeid. De belangstelling van den heer Mol voor de film dateert al van zyn schooltyd af een schooltyd, die, zyn gryzende haren in aanmer king genomen, wel al een heel stuk achter den rug moet liggen. In tegenstelling echter met zoovele bak- visschen en jongstudenten, hadden niet de op gedofte filmsterren zyn interesse, maar de tech nische zyde van de film: de kinematografie. Bovendien was hy toen al vertrouwd met het gebruik van de microscoop. De microscopie nu tezamen met de kinematografie brengen zyn natuurfilms tot stand. Jawel, maar.... die combinatie, die samenwerking te vinden, dé.t is de groote moeilykheid geweest. Want de be- noodigde instrumenten om de uitzonderlyke natuurfilms van den heer Mol op te nemen, be stonden en bestaan niet in den handel. En de menschen, die het weten kunnen, zooals prof. Ziedentopf te Berlyn, wiens natuurfilms onzen gastheer op het idee bracht, om zelf ook der gelijke films te vervaardigen, waren niet „scheu tig" met inlichtingen. Evenzoo Dr. Commandon te Parys, wiens films ook de leermeester van den heer Mol zyn geweest, maar die al even weinig mededeelde. Dan maar zonder inlichtingen de heer Mol maakte zyn instrumenten toch! Als we nu zien, dat tot dat instrumentarium een electrische machinerie behoort, die gordynen met de regel maat van een klok op bepaalde tydstippen dicht doet, een camera in werking stelt om één enkel beeldje van een bloeiende plant b.v. op te nemen de gordynen weer opent, eenigen, vooraf te bepalen tyd rust neemt, en dan het zelfde spel opnieuw herhaalt voorts een uiterst gecompliceerde teekentafel voor teeken films en microscopen en andere ingewikkelde laboratorium-toestellen, dan zal men mij toe geven, dat men om dergelyke apparaten te kun nen construeeren, nog wel iets meer kennis moet hebben dan alleen van de kinematografie. Om zooiets tot stand te kunnen brengen, moet nien een knap electricien zyn, een vernuftig technicus, een deskundig botanicus en dier kundige, over een groote fantasie beschik ken en toch nooit het praetisch bereikbare uit het oog verliezen. Maar terzake. De heer Mol ontwierp en maakte dus zelf zyn instrumenten en ging aan het werk. Zyn eerste films waren een film van het werk van den grooten Nederlandschen na tuurkundige Anthonie van Leeuwenhoek en de bekende Malariafilm. Het werk had allengs succes en uitbreiding van ateliers bleek nood- zakelyk. In 1927, nog geen zeven jaar geleden, werd de N.V. „Multifilm" opgericht en verhuis den alle ateliers en laboratoria van Bloemen daal naar Haarlem in het gebouw aan het Spaame, waar vroeger de reeds lang ter ziele zijnde Hollandiafabriek, die „stille" speelfilms vervaardigde, gevestigd was en waarin tnans de afd. Haarlem van de N.S.B. haar kringhuis heeft. In het gebouw aan het Spaarne kreeg de De heer Pointel bezig in een uiterst inge wikkeld en gecompliceerd toestel voor tee kenfilms in het laboratorium van de N.V. Multifilm te Haarlem heer Mol de beschikking over veel meer ruimte, dan hij in zyn uiteraard beperkte woning in Bloemendaal had. Hij kon er dan ook inrich tingen voor versnelde films de beroemde films over het bloeien van bloemen en pianten en voor teekenfilms bijbouwen. Velen zullen bij het woord „teekenfilms" on- miadellyk denken aan Micky Mouse en con sorten of andere dergelijke teekenfilins van Amerikaansch maaksel door den neer Mol fyntjes gekarakteriseerd met „poppetjesfilms". Maar die maakt op het oogenblik „Multifilm" niet. De hier bedoelde teekenfilms zijn films, die b.v. de schematische werking van een ex plosiemotor doen zien, en dus veeleer voor de wetenschappelijke ontwikkeling van den toe schouwer dienen, dan voor diens ontspanning... Toch heeft ook „Multifilm" eenige jaren ge leden „poppetjesfilms" vervaardigd en met suc ces. Maar toen kwam de geluidsfilm en moest de fabricatie van „poppetjesfilms" stopgezet worden. Thans heeft de heer Mol er ook een geluidsinstallatie zelf bijgebouwd (degene, die de techniek van een geluids-installatie kent, zal bij deze mededeeling groote oogen opzetten, maar na het voorgaande is ze eigen^jk niet verbazingwekkend meer!) en is men van plan om in de toekomst weer poppetjesfilms te gaan maken. „Micky Mouse" wordt dan dus een doodgewone Haarlemsche huismuis! Die Hol landsche rattenvangers ook! Misschien is dit plan ontstaan omdat de gemeente Zandvoort thans een premie van 5 cent voor iederen aldaar gevangen rat uitbetaalt? De film kan rare ge dachten oproepen! De N.V. „Multifilm" was pas een paar jaar in het gebouw aan het Spaarne gevestigd, toen ze weer verhuisde, thans naar het tegenwoor dige gebouw in het Kenaupark. Wel is daar dezelfde ruimte aanwezig, maar alles kon beter naar de uiteraard extravagante eischen van het vak ingericht worden. Voor menigeen zal het een verrassing zijn te vernemen, dat de N.V. „Multifilm" niet hoofdzakelijk natuur films fabriceert. Integendeel, deze zyn uitzon dering, alleen al om het feit, dat het maken daarvan zeer veel geld kost en ook veel tijd noodig heeft. Bij de laatste natuurfilm, die af geleverd is, de slijmzwam (onlangs in het Zon dagochtend-programma van het Rembrandt- theater vertoond) moest b.v., toen een bepaalde opname niet gelukt was, omdat het zwamver- schynsel zich maar eens per jaar voordoet, een heel jaar gewacht worden voordat met een zelfde opname kon maken. In het geheel is de heer Mol 4 jaar lang met deze film bezig geweest! Op het oogenblik is geen enkele première van een natuurfilm te wachten, wel zyn er vele „onder handen", zoo als o.a. een film van het kiemingsproces van zaden, welke over.... 5 jaar misschien gereed zal zijn. Dat is nog eens wat anders dan een speelfilm als de „Jantjes", die in enkele maan den voltooid was! By het opnemen van de natuurfilms heeft onze gastheer, wiens voorkomen het zij ter loops opgemerkt weinig gemeen heeft met een „kamergeleerde", zeer veel belanglooze medewerking gehad van biologen en andere natuurkundigen. Bij de film van de slijmzwam o.a. van iemand, van wien men biologische hulp niet zoo op de eerste plaats zou venvachten, n.l. van een Hoofdingenieur van de Ned. Spoor wegen, den heer Sweers, die jarenlang de slijm- zwammen bestudeerd heeft en nu zijn kennis op dit gebied den heer Mol ter beschikking stelde. Ook kreeg hij hulp van een student in de biologie, die aan zijn proefschrift werkte, en zich voor de slijmzwammen interesseerde. By de oesterfilm (de film, die zijn première destyds beleefde bij de afd. Haarlem van de Ned. Natuurhistorische Vereeniging en toen door ons gerecenseerd is) waren het de bioloog Dr. Haringa voor het technische gedeelte en de heer Kosters, die 20 jaar lang in de oester cultuur gewerkt heeft, voor het practische ge deelte van de film de medewerkers van „Multi film". Voorts hebben Dr. Theysse, de heeren Polak en Portielje, inspecteur van de levende have van Artis, biologen van Artis, aquarium en insectarium, medewerking in allerlei vorm aan natuurfilms verleend, een medewerking die het belang van deze films doet uitkomen.... Wy wezen er reeds op, dat de N.V. „Multi film" niet op de fabricatie en exploitatie var. natuurfilms „drijven" kan. Haar hoofdbezigheid bestaat dan ook in het maken van industrie-, 5 A I er voldoening aan den wensch van onzen H. Vader tot plechtige viering van de slui- ting van het H. Jaar, zal in de Kathedrale Kerk St. Bavo een Triduum worden gehouden, waartoe alle katholieken van Haarlem op de meest dringende wijze worden 1 uitgenoodigd. Op Donderdag 22 Maart wordt het Triduum geopend met een Lof om kwart over acht uur, met pre- dicatie van Dr. F. J. Feron. Vrijdag 23 Maart, eveneens om 2 kwart over acht uur, Lof met pre- dicatie door Pater E. Teppema. Tenslotte Zondag 25 Maart, om kwart over vier uur, plechtig H Sluitings-Lof met predicatie door Pater H. de Greeve S.J. Moge Katholiek Haarlem aan f§ den wensch der Kerkelijke Overheid jjj gehoor geven en door een massale opkomst deze sluiting van het H. |j Jaar zoo luisterrijk mogelijk weten 5 te vieren! reclame- en bedrijfsfilms, een werk, dat spe ciaal door den heer Pointel, den vasten mede werker van den heer Mol, wordt uitgevoerd De films van het Bloembollenbedrijf, van het be drijf der Prov. Waterleiding van Noord-Hoi- land, de „Drostefilms". en zoovele andere zyn door N.V. „Multifilm" gefabriekt. Ook voor buitenlandsche ondernemingen zijn dergelyke films opgenomen, zoo b.v. voor een Fransche maatschappy een waterleidingfilm, die o.a. mi croscopisch de verontreiniging van het water laat zien. Wat die buitenlandsche werkzaam heden betreft, zij hierby nog gevoegd, dat de heer Mol voordrachten gehouden heeft in Duitschland, Frankrijk (Instituut Pasteur) en Engeland. Maarde crisis! „Multifilm" zou een witte raaf genoemd mo gen worden, ais deze onderneming in het geheel niet van de crisis te lijden zou hebben. En niet waarwitte raven ziet men alléén op films! Waarmede we maar zeggen willen, dat ook voor „Multifilm" de gouden tijden (voor- loopig) voorbij zijnZeer hooge invoerrech ten op films in het buitenland, straffe bezui niging op het onderwijs en bij handelsonder nemingen in het binnenland, minder filmhuur bij diverse vereenigingen, ja, daar kan niemand tegen op roeien. En zoo is er ook by „Multi- film" crisis, wat vooral op het maken van na tuurfilms zijn terugslag heeft. „Natuurfilms zyn buitennissigheden, die maken we alleen als we geld en tijd overhouden, zoo zeide ons de heer Mcl en vooral het geld is in dezen tyd schaarscher geworden Wij hopen, dat de tüden zóó zullen verande ren. dat in het projectie-zaaltje met zyn goud- leeren behang, zijn bioscoop-gewyze opgestelde stoelen en zijn fraai plafond en ingelegde vloer, waar we zoo gezellig met onzen gastheer heb ben gepraat, zeer spoedig een van de mooie natuurfilms, waarvan „Multifilm" het recept bezit, op het witte doek zal geprobeerd worden, om ze daarna in circulatie te kunnen brengen! Ook alle natuurliefhebbers zullen dat onge twijfeld wenschen! Gezinnen Aantal kinderen Totaal 2 van 1 2 1 van 2 2 7 van 3 21 9 van 4 36 11 van 5 55 13 van 6 78 10 van 7 70 12 van 8 96 9 van 9 81 9 van 10 90 3 van 11 33 3 van 12 36 3 van 14 42 1 van 15 15 Tot. 93 gezinnen met totaal 657 kind. Als men 93 op 657 deelt, dan krygt men ge middeld ruim 7 kinderen per gezin. En welke die gezinnen zijn? Dat zyn die, waartoe onze studenten behooren. Waarom ik die cyfers geef? Omdat er iets bemoedigends in ligt. Men mag gerust aannemen, dat in de andere Missiehuizen, Seminaries en Priester-Studiehui zen dezelfde verhoudingen gevonden worden, dat dus die duizenden studenten ettelyke ma len zooveel duizenden broers en zusters hebben, die tot dezelfde godsdienstige gezinnen behoo ren en dezelfde opvoeding genieten of genoten hebben, welke een priester-roeping en soms meer dan één gekweekt heeft. Voegt daarbij nog de gezinnen, de goede ge zinnen, waaruit meestal de Broeders en Zusters voortkomen, en ge hebt een kern van godsdien stig leven, een som van offerzin en plichts betrachting in ons Katholieke, ons Nederland- sche volk, welke de pessimisten onder ons zal bemoedigen en de optimisten zal versterken in hun vertrouwen, dat ons volk nog zoo slecht niet is. We moesten eigenlijk een bond oprich ten van alle gezinnen, die priesters, toekomstige priesters, kloosterlingen en toekomstige klooster lingen hebben voortgebracht, wier ouders, broers en zusters zich verplichten steeds en overal ats de bijzondere verdedigers en verdedigsters van Geloof en zeden, van het Kerkelyk gezag op te treden. (Een maatsehappelyk goed gedrag volgt dan vanzelf). Ik zou wel eens een pelgrimstocht willen or- ganiseeren voor die ouders, broers en zusters naar een of ander genade-oord, b.v. Heiloo, waar dien duizenden eens zou worden duidelijk gemaakt waarom en hoe zij moeten meewerken in de wereld met hun kinderen, hun broers en zusters aan het winnen en redden der zielen voor Christus, hoe de ouders van toekomstige priesters hun studenten onder de vacantie moe ten behandelen om de roeping te beschermen. Wie weet wat er met de noodzakelyke mede werking en vooral den onontbeerlyken zegen van God nog eens op dit gebied bereikt kan worden. Father LEFEBER St. Bonifacius-Missiehuis Hoorn, postrekening 120937. Jongens, die hier as. September voor missio naris willen komen 'studeeren, doen goed met zich nu reeds op te geven. Dan kunnen zoo noodig voorbereidende lessen met den Onder wijzer besproken worden. Een aanvraag wordt gevolgd door ons persoonlyk bezoek.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 13