IN EN OM HAARLEM j
J. L0TTGERING
m
PLU
Multifilm onder de loupe
TAR
1 Het Heilig Jaar 1
DINSDAG 20 MAART 1934
Het Schouwburgbezoek
GR. HOUTSTRAAT 5 a
Verven - Stoomen - Stoppage
WILHELMINALAAN 22
KLEIN BEGONNEN SNEL
UITGEBREID
1 Oproep aan Haarlems
Katholieken
SmiiiiiiiiiimiiimMiiiiiiiimmimiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiimiiimmiiimmiiimmmimiuiiiniiiiimmiminmiiiiiiiiimiiiiiimmiMiiiiminmiiML'
Onpassende kritiek
Op het Vastenmandement
MUZIEK
KUNSTKRING HEEMSTEDE
Les Instruments anciens de
Henri Casadesus
MEN IS NOOIT TE OUD.
74-jarige weduwe en de edele
leeskunst
Een kijkje in de serre van het gebouw van N.V. Multifilm in het Kenaupark. De
zwarte, schuin geplaatste toestellen vóór de planten, zijn de film-camera's, die
door de er naast geplaatste electro-motons op bepaalde oogenblikken in beweging
worden gebracht, terwijl dan eveneens de groote schijnwerpers ontstoken worden.
Dit alles geschiedt door het op de linkerzijde van de foto afgebeelde schakelbord
met de velerlei meters, schakelaars, knoppen en andere toestellen. Op vooraf be
paalde tijdstippen (b.v. om het uur) doet dit schakelbord (dat men de „hersens"
van het bedrijf zou kunnen noemen) de gordijnen automatisch dicht, doet de
schijnwerpers opflitsen, brengt de genoemde motoren in beweging, waardoor één
opname van de betreffende plant wordt gemaakt, en laat de gordijnen, nadat
alles gereed is, zich weer openen. Het heele mechanisme is zóó gesteld, dat als er
planten zijn, waarvan b.v. om de 20 minuten een opname gemaakt moet
worden, terwijl van andere ditzelfde om het kwartier moet geschieden, de zaak
toch niet in de war geraakt, maar alles op de seconde af automatisch precies ver
loopt. Deze geniale inrichting is geheel door den heer Mol ontworpen.
(ACHTER HET WESTERHOUTPARK - TEL. 12953)
Luxe Verhuur met en zonder chauffeur
Autor ij lessen f 2— per uur
COMFORTABELE 4- EN 6-PERSOONS RENAULT-WAGENS
Wat de heer J. C. Mol, de direc
teur en stichter der onder
neming, ons vertelde
Maar de crisis
Ontstaan
Aan het werk
Poppet j es films
Eén opname per jaar
Veel medewerking
Crisis.
il|||IIIJIIIIIIIIIII!lllllllll!llllllllll!l!IIIM/M//mM,VMWI!l^
immuunminus
179
5uiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii|||iiiiiiiiiii|||„||||||,|||||,|m|||,|,||miI|im,|=
Wie regelmatig eiken dag langs den stads
schouwburg kwam, kreeg dezen winter onwille
keurig den indruk, dat het schouwburgbezoek,
ondanks de nog altijd groote malaise, beter
Was dan het in jaren geweest is.
Wij behoeven bovendien maar te herinneren
fcan de goed bezochte opvoeringen soms uit
verkochte zalen van Marcel Achards' „Pe
trus", van „De vier Müllers", „Vorstelijke Emi
granten" en andere kasstukken om dien indruk
begrijpelijk te maken en een sterken schijn van
juistheid te geven.
Toen dan ook de wethouder van financiën, de
beer mr. Slingenberg, bij een der levendige de
batten, welke den laatsten tijd in den Haar-
lemschen gemeenteraad zijn gehouden, zich,
toen hij dat argument goed kon gebruiken, liet
ontvallen, dat de huidige exploitant van den
Stadsschouwburg er reeds dit seizoen zal weten
•.uit-te-springen", hoewel de gemeente in de
jaren dat zij zelf exploiteerde, er steeds „dui
zenden" bij heeft moeten leggen, zagen velen
daarin een bevestiging van den eigen goeden
dunk, dien zij van de exploitatie van den stads
schouwburg hadden opgedaan en waren meer
dan ooit overtuigd dat het daarmede tegen
woordig niet kwaad gaat.
Wij zijn er eens met den heer van Deinum,
den pachter van den schouwburg over gaan
Praten, want de vraag hoe de belangstelling
Voor het tooneel nieuw leven kan worden in
geblazen, is van meer dan Haarlemsche betee-
kenis. Overal, niet alleen in Holland, maar ook
üi het buitenland, is dat een probleem, waar-
Voor tot nu toe tevergeefs een oplossing is ge-
Zocht.
Het glunderige gezicht van den heer van
Deinum, toen wij hem om zijn ervaringen vroe
gen, verzekerde ons al bij voorbaat, dat hij over
den gang van zaken niet ontevreden was, al
thans, dat het slechter zou kunnen gaan en mis
schien zelfs, dat hij 't zich bij 't begin slechter had
Voorgesteld. „Maar er-uit-springen? Neen, zeide
ons de heer van Deinum, ik begrijp niet waar
de heer Slingenberg die wetenschap vandaan
haalt. Van mij heeft hij ze in geen geval, want
ik zal beide handen toeknijpen als ik dit sei
zoen kan volstaan met f 5000.op de exploi
tatie toe te leggen. Wel hoop ik, dat ik het vol
gend seizoen, zoo ik al geen winst maak, de
eindjes aan elkaar zal kunnen knoopen en dat
ik, omdat ik dan ook het buffet zal exploitee-
ren, eenige winst zal kunnen maken. Nu is
daar nog geen sprake van".
De heer van Deinum vertelde ons van de
groote sommen, die bij de exploitatie van een
inrichting als de schouwburg, gemoeid zijn. Hij
rekende ons voor, dat hij elke week aan het
technisch personeel f500 heeft uit te betalen
en hij vertelde van de extra moeilijkheden
Waarmede een schouwburg-exploitant te wor
stelen kan hebben. Zoo hebben B. en W. van
Haarlem onlangs verordonneerd, dat voortaan
de brandwachts betaald moeten worden door
de vereenigingen, die de uitvoeringen geven.
Tot nu toe nam de gemeente die voor haar
rekening. De buitensteedsche gezelschappen en
ook verschillende gezelschappen in de stad,
denken er echter niet aan om de brandwachts,
Waarom zij niet vragen en die tijdens hun voor
stellingen ook van geen nut zijn, te bekostigen.
Toch eischt het gemeentebestuur betaling en
Wil de schouwburgdirecteur Haarlem niet van
het bezoek van elk tooneelgezelschap uitsluiten,
dan zit er niets anders op dan dat hij zelf die
kosten op zich neemt. In één enkel seizoen
kost dat den directeur een f 1000.extra.
Of het schouwburgbezoek goed gaat, vroegen
Wij den heer van Deinum, en wij vertelden hem,
dat velen van meening zijn, dat het schouw
burgbezoek in het nu bijna afgeloopen seizoen
veel beter is geweest dan vele jaren het geval
Was.
Dat het zoo is, is best mogelijk, zeide de heer
van Deinum, maar dan moet het in vorige ja
ren toch al heel lamentabel zijn geweest, want
er is geen sprake van, dat wij voor dit jaar over
een eenigszins tevredenstellend bezoek mogen
reppen. En wat erger is: het schouwburgbezoek
is in Haarlem slechter dan elders. Haarlem
staat bij de tooneelgezelschappen als met een
zwarte kool geteekend.
De heer van Deinum meende, dat dit slechte
bezoek waarschijnlijk zijn oorzaak vindt in het
feit, dat Haarlem dicht bij Amsterdam ligt,
waar de nieuwste snufjes op tooneelgebied di
rect te genieten zijn en vanwaar het nieuws,
als een stuk gevallen is, zich zeer spoedig naar
Haarlem verbreidt. Als er wat moois is, gaan
de menschen in Amsterdam kijken.
Door een betreurenswaardige wisselwerking
gebeurt het daardoor ook, dat de gezelschappen
in Haarlem niet met stukken durven te komen,
waaraan een dure ensceneering vast zit, daar
zij vreezen, dat de door hen te lijden schade te
groot zal zijn. Merkwaardig is het, dat het pu
bliek zich aan de kostbaarheid van een stuk
zoo weinig gelegen laat liggen.
Een stuk als Phaea, waarvan de decors met
groote vrachtauto's door het land moeten wor
den gevoerd en dat f300.— kost alvorens het
op het tooneel staat, trok enkele honderden
bezoekers, terwijl de Vier Müllers b.v., waarvan
de heele ensceneering in een paar handkoffer'
tjes wordt meegesjouwd, recettes van f700 en
f 800, schoon, per avond maakten.
Maar al pratende kwamen wij toch wel tot
de conclusie, dat het eenige middel om de
menschen naar den schouwburg te trekken is:
het geven van goede stukken voor lagen entrée'
prijs. De moeilijkheid daarbij is echter, hoe
men het publiek kan laten weten, wat de
mooie stukken zijn.
De heer van Deinum heeft daarvoor dit sei
zoen een reclamemiddel toegepast van eigen
vinding.
Wanneer de heer van Deinum vernam, dat
een stuk het ergens goed deed of een goede pers
had. oreaniseerde hü voor Haarlem zoogenaam
de invitatievoorstellingen. In groote hoeveelheid
stuurde hij invitaties rond, waarbij de geïnvi
teerde in de gelegenheid wordt gesteld tegen
een gereduceerden prijs een plaats voor de
voorstelling te krijgen. Het was den heer van
Deinum genoeg, dat de zaal vol was en dat de
onkosten aan het geven van het stuk door de
ontvangsten gedekt werden. Voor het gezel
schap, dat dan optreedt, is het prettig voor
een uitverkochte zaal te spelen en het voor
deel, dat de heer van Deinum van deze vrij
gevigheid verwacht is, dat de honderden be
zoekers, die voor lagen prijs een mooi stuk za
gen, daarover met hun kennissen zullen spre
ken en dezen daardoor zullen worden aange
spoord de volgende opvoeringen te bezoeken
en zoodoende een goed gevulde zaal tegen nor
malen entréeprijs zullen leveren.
Tot nu toe heeft de heer van Deinum met
deze methode succes geboekt, maar of het re
clamemiddel op den duur zal blijken te voldoen
is nog niet te zeggen.
De heer van Deinum haalde, bij het vragen
naar zijn meening in dezen, heel hoog zijn
schouders op.
Men zal naar deugdelijke middelen moeten
omzien om de belangstelling voor het Tooneel
op te voeren.
Door de afdeeling Haarlem der Nationaal-
socalistische Beweging werd dezer dagen
bij katholieken huis aan huis een op
oranje-papier gedrukten, uitdagenden oproep
verspreid, tot bijwoning eener vergadering,
waar twee Katholieken het woord zouden
voeren, om het Vasten-mandement van H.H.
H.H. E.E. de Bisschoppen aan openbare critiek
te onderwerpen.
Het uitdagend karakter was te scherper, daar
de vergadering zou plaats hebben in een bis
schoppelijke residentie op den vooravond van
het Triduum, dat a.s. Donderdag in de St.
Bavo-kathedraal tot inleiding der plechtige
sluiting van het H. Jaar wordt geopend.
De oproep-circulaire kondigde aan, dat de
heer mr. Graaf de Marchant d'Ansembourg het
woord zou voeren over „Het bisschoppelijk Vas-
tenmandement en het standpunt, dat door onze
geloovige Katholieken hieromtrent wordt in
genomen." Daarna zou de heer Vlekke optre
den, om een rede te houden over de „N. S. B.
en de Katholieken", die zouden worden aange
spoord, zich in grooten getale aan te sluiten bij
de beweging, tegen welke zich het Doorluchtig
Episcopaat had gekeerd.
Voor weldenkende Katholieken was de erger
nis te pijnlijker, daar de heer Vlekke familie
is van een verdienstelijken katholieken leider,
en omdat het eerste program van de R.K. Par
ty met de politieke geloofsbeiydenis uit de En
cycliek „Immortale Dei" mede was ondertee
kend door een Graaf de Marchant d'Ansem
bourg.
Zooals was gemeld, heeft Z. H. Exc. Mgr. J.
D. J. Aengenent aan den Hoogeerw. Deken
van Haarlem ter bekendmaking bericht, dat het
aan Katholieken niet is geoorloofd, deze on
passende vergadering by te wonen, waar open-
ïyk kritiek wordt uitgeoefend op de Bisschop
pen van Nederland.
Het is te hopen, dat voor de heeren mr.
Graaf de Marchant d'Ansembourg en Vlekke
deze bisschoppelijke maatregel aanleiding
wordt, om het mogeiyke te doen, de openbare
ergernis te voorkomen.
De vier leden dezer illustre familie, die de
erfenis hooghouden van een grooten en be
roemden naam, concerteerden gisterenavond m
het Gebouw van den Nederlandschen Prot.
Bond. Helaas slechts voor 'n halfbezette zaal.
En men vraagt zich iedere maal opnieuw af.
waarom een ontwikkeld publiek, als de Heem-
steedsche Kunstkring aan leden telt, zoo'n uit-
zonderiyken avond als dezen niet komt by-
wonen.
We zagen Henri Casadesus verbaasd de zaal
inkijken, zich klaarblijk, evenals wy verwon
derend over zulk 'n opkomst.
Gelukkig dat dit geen invloed had op het
spel van deze rasmusici, die zich misschien m
dit intieme gezelschap zoo mogelijk nog sterker
op hun heerlijke kunst konden concentreeren.
Ze hebben ons in de beide composities van
oude Fransche meesters als Noudonville en
Nicoley, waarmee ze het programma openden
en sloten, laten genieten van een zeldzaam
mooi verzorgd samenspel, waarin alles van een
fijne distinctie was, en waarin nochtans ook
het forschere, muzikantische vreugd-element
niet ontbrak. Prachtig van opzet was ook het
Concerto Italïen van J. S. Bach, met het zang
en klankrijke aanvangsthema, het ryke An
dante, en het contrapuntische heeriyk geschre
ven Presto.
Daarna kregen allen op de celliste na
(Lucette Casadesus die de viola da gamba be
speelde) gelegenheid om ook afzonderiyk te
doen biyken van hun zeer bijzondere begaafd
heid op de oude instrumenten.
Madame Regina Patorni-Casadesus speelde
ons een petillante Gigue voor van Ph. Emm.
Bach, met een verrassend snel slottempo, met
prachtig zingende bas. Daarby viel op dat hoe
mooi deze Pleyel-clavecymbel overigens ook
klinkt, een langzaam tempo aan zangerigheid
inboet uit den aard van het instrument in
boeten moet, zoodat de snellere deelen steeds
het meest bevredigen. We kregen voor het
dankbare en aanhoudende applaus twee f ij n -
geestige, technische meesterstukjes als toegift.
Marius Casadesus trad op met zijn voornaam
klinkende quinton met werk van Somis, den
beroemden violist (1686—1783) en kapelmees
ter te Turijn. Deze leerling van Corellx speelde
in 1733 in de Concerts Spirituels te Parijs en
was vooral beroemd om zijn soepele en tech
nisch volmaakte stokvoering. Hü was boven
dien de leermeester van Leclair van wien Henri
Casadesus de Suite Franeaise speelde. De dne
eerstgenoemde werkjes vonden ook in Marius
Casadesus een uitnemend vertolker, van groot
technisch meesterschap en met een artistiek
verantwoorde interpretatie, waarin het ragfijne
en teere smaakvol werd afgewisseld met prach
tige mezzo-tinten en ook ruigere gedeelten.
Leclair was de viool-leerling van Andrè
Chéron, wiens stijl die van Couperin meer be
nadert dan van Corelli, en die een belangrüke
rol heeft vervuld in de ontwikkeling der Fran-
sche instrumentale muziek. Van diens Suite
Framjaise voor viola d'amore apprecieerden we
het meest het langzame deel, terwijl evenwe:
ook de snellere deelen van groot technisch
kunnen en van innige muzikaliteit getuigden.
Gaarne hadden we ook van Lucette Casa
desus een solo-nummer gehoord, want haar
viola da gamba trof door haar nobelen klank
en resonance in de ensemble-werken.
Een uiterst verdienstelijk aandeel in het suc
ces van den avond, dat voor het viertal kun
stenaars zeer groot was, en waarvoor allen
dankten met één of meer toegiften, had voor
zeker Madame Regina Patorni-Casadesus, die
de solistische werkjes ook nog had te begelei
den, en dit deed met evenveel gratie als nauw
gezetheid, en met sterk aanpassingsvermogen.
Het werd een avond van bloeiend en genot
vol musiceeren, van een intense homogeniteit
in alle opzichten, ontsproten aan een langdu
rige en innige samenwerking in zuiver artistiek
zoowel als in technisch opzicht.
De bloemenhulde aan het kunstzinnige fa
milie-ensemble trof deze eenvoudige, maar
groote kunstenaars blijkbaar zeer.
Maar het genoegen en de eer waren ten slot
te geheel aan onzen kant. Beide waren onver
deeld en de herinnering aan een schoonen
avond van zuiver en hoogstaand kunstgenot zal
ons nog lang bijbiyven.
De tout coeur: merci et au revoir!
J. S.
Vijfhuizen is een rustig dorpje, waar men de
nieuwtjes slechts uit de krant op kan diepen.
Een 74-jarige vrouw, de wed. C. v. Egmont,
was deze nieuwtjes vroeger slecht te weten
kunnen komen, als haar man zyn courant open
spreidde en haar de berichten voorlas. Zijzelf
had de edele leeskunst nooit leeren beoefenen.
Dit gemis voelde zy na het overly den van
haar echtgenoot zeer zwaar.
Maar de vrouw was cordaat en by de pinken.
Ze stapte naar den onderwijzer, den heer Mid
delkoop, die genegen was haar te leeren lezen.
Het eerste begin was moeiiyk, maar ten de
eerste stappen gezet waren, vorderde de vrouw,
dankbare leerlinge van den onderwüzer (die ze
vroeger zelf gebakerd had), reeds spoedig en
na acht maanden kon ze reeds krantten en boe
ken lezen.
Vanzelfsprekend heeft de oude vrouw hier
een geweldige voldoening van en de onder-
wijzer ziet zijn werk wel met succes bekroond.
Het lijkt wat afgezaagd om te zeggen, dat de
film de belangstelling heeft en de ontspanning
vormt van heel wat menschen, groot en klein.
Men heeft het zoo pas nog kunnen constatee-
ren, toen de „Jantjes" in Haarlem draaiden.
De belangstelling was overweldigend. Dagen
lang stonden breede ryen van wachtenden voor
de bioscoop, die hoopten nog een plaatsje mach
tig te kunnen worden.' Politie moest de orde be
waren. Toen de „Jantjes" geprolongeerd wer
den, herhaalde zich dit schouwspel: Wéér reus
achtige toeloop, wéér iedere voorstelling uit
verkocht. Daarby grootsche huldigingen van
de Hollandsche filmsterren, die in deze film
optraden.
Het zal menig Hollandsch hart goed doen,
dat een film van eigen bodem een eersteling
nog wel zóó'n succes heeft.
Maar men moge niet vergeten, dat, terwijl de
„Jantjes" hun triomftocht door Haarlem, ja,
door geheel Nederland maakten, hier in deze
stad of elders wellicht een kleine groep per
sonen zat te küken in een eenvoudig lokaal,
zonder de bioscopische schittering, naar een
film een film van evenééns Hollandsch fa
brikaat. Geen film echter, waarin acteurs en
actrices in aangrijpende drama's hun talenten
laten blinken, maar een film, waarin de natuur
als „filmster" optreedt. Bloemen gaan erin open
en dicht, bloeien en verwelken, een stengelrank
hecht zich kronkelend vast aan een lat op 'n
muur of een vlinder ontpopt zich.
Films, met zoo ontzettend veel geduld en
uiterst ingenieuze hulpmiddelen vervaardigd.
Werd voor de „Jantjes" de machtige reclame
techniek (met groot succes) in werking gesteld
de Multifilms maken reclame voor zichzelf
eveneens met succes, zy het by een select
publiek. En zal dan ook de „Jantjes", na vele
malen voor „uitverkochte" bioscopen gedraaid
te hebben, opgeborgen worden in de veilige
filmarchieven, de Natuurfilms zullen voor de
liefhebbers en liefhebsters steeds „het neusje
van de zalm" biyven en hun als een open boek
de doodgewone versehynselen der natuur too-
nen, waavaan zy anders achteloos voorby gaan.
Wij willen thans de oorzaken van deze te
genstelling niet nagaan, maar eens iets ver
tellen over de geschiedenis van het ontstaan
van die films, die 10 jaar geleden nog „terra
incognita" (onbekend) waren.
In de groote, maar uiterlijk sobere villa in
het Kenaupark, waarin de „N.V. Multifilm"
gevestigd is, heeft de directeur, de heer J. C.
Mol, in een vrijgemaakt halfuurtje ousschen
zyn overdruk bezetten tyd in, ons die geschie
denis verteld en ons verhaald van de zeer snelle
ontwikkeling en uitbreiding van zyn werk in
weinige jaren tyds. Zooals uit een nietigen
bloemknop zich in korten tyds een prachtige
bloem ontwikkelt, zoo is uit het kleine labo
ratorium, door den heer Mol 12 jaar geleden
in zyn woning in Bloemendaal gesticht, de
thans groote en bekende Multifilm gegroeid.
De belangstelling van den heer Mol voor de
film dateert al van zyn schooltyd af een
schooltyd, die, zyn gryzende haren in aanmer
king genomen, wel al een heel stuk achter den
rug moet liggen.
In tegenstelling echter met zoovele bak-
visschen en jongstudenten, hadden niet de op
gedofte filmsterren zyn interesse, maar de tech
nische zyde van de film: de kinematografie.
Bovendien was hy toen al vertrouwd met het
gebruik van de microscoop. De microscopie nu
tezamen met de kinematografie brengen zyn
natuurfilms tot stand. Jawel, maar.... die
combinatie, die samenwerking te vinden, dé.t is
de groote moeilykheid geweest. Want de be-
noodigde instrumenten om de uitzonderlyke
natuurfilms van den heer Mol op te nemen, be
stonden en bestaan niet in den handel. En de
menschen, die het weten kunnen, zooals prof.
Ziedentopf te Berlyn, wiens natuurfilms onzen
gastheer op het idee bracht, om zelf ook der
gelijke films te vervaardigen, waren niet „scheu
tig" met inlichtingen. Evenzoo Dr. Commandon
te Parys, wiens films ook de leermeester van
den heer Mol zyn geweest, maar die al even
weinig mededeelde.
Dan maar zonder inlichtingen de heer Mol
maakte zyn instrumenten toch! Als we nu zien,
dat tot dat instrumentarium een electrische
machinerie behoort, die gordynen met de regel
maat van een klok op bepaalde tydstippen
dicht doet, een camera in werking stelt om één
enkel beeldje van een bloeiende plant b.v. op te
nemen de gordynen weer opent, eenigen,
vooraf te bepalen tyd rust neemt, en dan het
zelfde spel opnieuw herhaalt voorts een
uiterst gecompliceerde teekentafel voor teeken
films en microscopen en andere ingewikkelde
laboratorium-toestellen, dan zal men mij toe
geven, dat men om dergelyke apparaten te kun
nen construeeren, nog wel iets meer kennis
moet hebben dan alleen van de kinematografie.
Om zooiets tot stand te kunnen brengen, moet
nien een knap electricien zyn, een vernuftig
technicus, een deskundig botanicus en dier
kundige, over een groote fantasie beschik
ken en toch nooit het praetisch bereikbare uit
het oog verliezen.
Maar terzake. De heer Mol ontwierp en
maakte dus zelf zyn instrumenten en ging aan
het werk. Zyn eerste films waren een film van
het werk van den grooten Nederlandschen na
tuurkundige Anthonie van Leeuwenhoek en de
bekende Malariafilm. Het werk had allengs
succes en uitbreiding van ateliers bleek nood-
zakelyk. In 1927, nog geen zeven jaar geleden,
werd de N.V. „Multifilm" opgericht en verhuis
den alle ateliers en laboratoria van Bloemen
daal naar Haarlem in het gebouw aan het
Spaame, waar vroeger de reeds lang ter ziele
zijnde Hollandiafabriek, die „stille" speelfilms
vervaardigde, gevestigd was en waarin tnans de
afd. Haarlem van de N.S.B. haar kringhuis
heeft.
In het gebouw aan het Spaarne kreeg de
De heer Pointel bezig in een uiterst inge
wikkeld en gecompliceerd toestel voor tee
kenfilms in het laboratorium van de
N.V. Multifilm te Haarlem
heer Mol de beschikking over veel meer ruimte,
dan hij in zyn uiteraard beperkte woning in
Bloemendaal had. Hij kon er dan ook inrich
tingen voor versnelde films de beroemde
films over het bloeien van bloemen en pianten
en voor teekenfilms bijbouwen.
Velen zullen bij het woord „teekenfilms" on-
miadellyk denken aan Micky Mouse en con
sorten of andere dergelijke teekenfilins van
Amerikaansch maaksel door den neer Mol
fyntjes gekarakteriseerd met „poppetjesfilms".
Maar die maakt op het oogenblik „Multifilm"
niet. De hier bedoelde teekenfilms zijn films,
die b.v. de schematische werking van een ex
plosiemotor doen zien, en dus veeleer voor de
wetenschappelijke ontwikkeling van den toe
schouwer dienen, dan voor diens ontspanning...
Toch heeft ook „Multifilm" eenige jaren ge
leden „poppetjesfilms" vervaardigd en met suc
ces. Maar toen kwam de geluidsfilm en moest
de fabricatie van „poppetjesfilms" stopgezet
worden. Thans heeft de heer Mol er ook een
geluidsinstallatie zelf bijgebouwd (degene, die
de techniek van een geluids-installatie kent,
zal bij deze mededeeling groote oogen opzetten,
maar na het voorgaande is ze eigen^jk niet
verbazingwekkend meer!) en is men van plan
om in de toekomst weer poppetjesfilms te gaan
maken. „Micky Mouse" wordt dan dus een
doodgewone Haarlemsche huismuis! Die Hol
landsche rattenvangers ook! Misschien is dit
plan ontstaan omdat de gemeente Zandvoort
thans een premie van 5 cent voor iederen aldaar
gevangen rat uitbetaalt? De film kan rare ge
dachten oproepen!
De N.V. „Multifilm" was pas een paar jaar
in het gebouw aan het Spaarne gevestigd, toen
ze weer verhuisde, thans naar het tegenwoor
dige gebouw in het Kenaupark. Wel is daar
dezelfde ruimte aanwezig, maar alles kon beter
naar de uiteraard extravagante eischen van
het vak ingericht worden. Voor menigeen zal
het een verrassing zijn te vernemen, dat de
N.V. „Multifilm" niet hoofdzakelijk natuur
films fabriceert. Integendeel, deze zyn uitzon
dering, alleen al om het feit, dat het maken
daarvan zeer veel geld kost en ook veel tijd
noodig heeft. Bij de laatste natuurfilm, die af
geleverd is, de slijmzwam (onlangs in het Zon
dagochtend-programma van het Rembrandt-
theater vertoond) moest b.v., toen een bepaalde
opname niet gelukt was, omdat het zwamver-
schynsel zich maar eens per jaar voordoet, een
heel jaar gewacht worden voordat met een
zelfde opname kon maken.
In het geheel is de heer Mol 4 jaar lang met
deze film bezig geweest! Op het oogenblik is
geen enkele première van een natuurfilm te
wachten, wel zyn er vele „onder handen", zoo
als o.a. een film van het kiemingsproces van
zaden, welke over.... 5 jaar misschien gereed
zal zijn. Dat is nog eens wat anders dan een
speelfilm als de „Jantjes", die in enkele maan
den voltooid was!
By het opnemen van de natuurfilms heeft
onze gastheer, wiens voorkomen het zij ter
loops opgemerkt weinig gemeen heeft met
een „kamergeleerde", zeer veel belanglooze
medewerking gehad van biologen en andere
natuurkundigen. Bij de film van de slijmzwam
o.a. van iemand, van wien men biologische hulp
niet zoo op de eerste plaats zou venvachten,
n.l. van een Hoofdingenieur van de Ned. Spoor
wegen, den heer Sweers, die jarenlang de slijm-
zwammen bestudeerd heeft en nu zijn kennis
op dit gebied den heer Mol ter beschikking
stelde. Ook kreeg hij hulp van een student in
de biologie, die aan zijn proefschrift werkte, en
zich voor de slijmzwammen interesseerde.
By de oesterfilm (de film, die zijn première
destyds beleefde bij de afd. Haarlem van de
Ned. Natuurhistorische Vereeniging en toen
door ons gerecenseerd is) waren het de bioloog
Dr. Haringa voor het technische gedeelte en
de heer Kosters, die 20 jaar lang in de oester
cultuur gewerkt heeft, voor het practische ge
deelte van de film de medewerkers van „Multi
film". Voorts hebben Dr. Theysse, de heeren
Polak en Portielje, inspecteur van de levende
have van Artis, biologen van Artis, aquarium
en insectarium, medewerking in allerlei vorm
aan natuurfilms verleend, een medewerking die
het belang van deze films doet uitkomen....
Wy wezen er reeds op, dat de N.V. „Multi
film" niet op de fabricatie en exploitatie var.
natuurfilms „drijven" kan. Haar hoofdbezigheid
bestaat dan ook in het maken van industrie-,
5 A I er voldoening aan den wensch
van onzen H. Vader tot
plechtige viering van de slui-
ting van het H. Jaar, zal in de
Kathedrale Kerk St. Bavo een
Triduum worden gehouden, waartoe
alle katholieken van Haarlem op
de meest dringende wijze worden 1
uitgenoodigd.
Op Donderdag 22 Maart wordt
het Triduum geopend met een Lof
om kwart over acht uur, met pre-
dicatie van Dr. F. J. Feron.
Vrijdag 23 Maart, eveneens om
2 kwart over acht uur, Lof met pre-
dicatie door Pater E. Teppema.
Tenslotte Zondag 25 Maart, om
kwart over vier uur, plechtig
H Sluitings-Lof met predicatie door
Pater H. de Greeve S.J.
Moge Katholiek Haarlem aan
f§ den wensch der Kerkelijke Overheid
jjj gehoor geven en door een massale
opkomst deze sluiting van het H.
|j Jaar zoo luisterrijk mogelijk weten
5 te vieren!
reclame- en bedrijfsfilms, een werk, dat spe
ciaal door den heer Pointel, den vasten mede
werker van den heer Mol, wordt uitgevoerd De
films van het Bloembollenbedrijf, van het be
drijf der Prov. Waterleiding van Noord-Hoi-
land, de „Drostefilms". en zoovele andere zyn
door N.V. „Multifilm" gefabriekt. Ook voor
buitenlandsche ondernemingen zijn dergelyke
films opgenomen, zoo b.v. voor een Fransche
maatschappy een waterleidingfilm, die o.a. mi
croscopisch de verontreiniging van het water
laat zien. Wat die buitenlandsche werkzaam
heden betreft, zij hierby nog gevoegd, dat de
heer Mol voordrachten gehouden heeft in
Duitschland, Frankrijk (Instituut Pasteur) en
Engeland.
Maarde crisis!
„Multifilm" zou een witte raaf genoemd mo
gen worden, ais deze onderneming in het geheel
niet van de crisis te lijden zou hebben. En niet
waarwitte raven ziet men alléén op
films! Waarmede we maar zeggen willen, dat
ook voor „Multifilm" de gouden tijden (voor-
loopig) voorbij zijnZeer hooge invoerrech
ten op films in het buitenland, straffe bezui
niging op het onderwijs en bij handelsonder
nemingen in het binnenland, minder filmhuur
bij diverse vereenigingen, ja, daar kan niemand
tegen op roeien. En zoo is er ook by „Multi-
film" crisis, wat vooral op het maken van na
tuurfilms zijn terugslag heeft. „Natuurfilms zyn
buitennissigheden, die maken we alleen als we
geld en tijd overhouden, zoo zeide ons de heer
Mcl en vooral het geld is in dezen tyd
schaarscher geworden
Wij hopen, dat de tüden zóó zullen verande
ren. dat in het projectie-zaaltje met zyn goud-
leeren behang, zijn bioscoop-gewyze opgestelde
stoelen en zijn fraai plafond en ingelegde vloer,
waar we zoo gezellig met onzen gastheer heb
ben gepraat, zeer spoedig een van de mooie
natuurfilms, waarvan „Multifilm" het recept
bezit, op het witte doek zal geprobeerd worden,
om ze daarna in circulatie te kunnen brengen!
Ook alle natuurliefhebbers zullen dat onge
twijfeld wenschen!
Gezinnen Aantal kinderen
Totaal
2
van
1
2
1
van
2
2
7
van
3
21
9
van
4
36
11
van
5
55
13
van
6
78
10
van
7
70
12
van
8
96
9
van
9
81
9
van
10
90
3
van
11
33
3
van
12
36
3
van
14
42
1
van
15
15
Tot. 93
gezinnen
met totaal
657 kind.
Als men 93 op 657 deelt, dan krygt men ge
middeld ruim 7 kinderen per gezin.
En welke die gezinnen zijn? Dat zyn die,
waartoe onze studenten behooren.
Waarom ik die cyfers geef? Omdat er iets
bemoedigends in ligt.
Men mag gerust aannemen, dat in de andere
Missiehuizen, Seminaries en Priester-Studiehui
zen dezelfde verhoudingen gevonden worden,
dat dus die duizenden studenten ettelyke ma
len zooveel duizenden broers en zusters hebben,
die tot dezelfde godsdienstige gezinnen behoo
ren en dezelfde opvoeding genieten of genoten
hebben, welke een priester-roeping en soms
meer dan één gekweekt heeft.
Voegt daarbij nog de gezinnen, de goede ge
zinnen, waaruit meestal de Broeders en Zusters
voortkomen, en ge hebt een kern van godsdien
stig leven, een som van offerzin en plichts
betrachting in ons Katholieke, ons Nederland-
sche volk, welke de pessimisten onder ons zal
bemoedigen en de optimisten zal versterken in
hun vertrouwen, dat ons volk nog zoo slecht
niet is. We moesten eigenlijk een bond oprich
ten van alle gezinnen, die priesters, toekomstige
priesters, kloosterlingen en toekomstige klooster
lingen hebben voortgebracht, wier ouders, broers
en zusters zich verplichten steeds en overal ats
de bijzondere verdedigers en verdedigsters van
Geloof en zeden, van het Kerkelyk gezag op te
treden. (Een maatsehappelyk goed gedrag volgt
dan vanzelf).
Ik zou wel eens een pelgrimstocht willen or-
ganiseeren voor die ouders, broers en zusters
naar een of ander genade-oord, b.v. Heiloo,
waar dien duizenden eens zou worden duidelijk
gemaakt waarom en hoe zij moeten meewerken
in de wereld met hun kinderen, hun broers en
zusters aan het winnen en redden der zielen
voor Christus, hoe de ouders van toekomstige
priesters hun studenten onder de vacantie moe
ten behandelen om de roeping te beschermen.
Wie weet wat er met de noodzakelyke mede
werking en vooral den onontbeerlyken zegen van
God nog eens op dit gebied bereikt kan worden.
Father LEFEBER
St. Bonifacius-Missiehuis
Hoorn, postrekening 120937.
Jongens, die hier as. September voor missio
naris willen komen 'studeeren, doen goed met
zich nu reeds op te geven. Dan kunnen zoo
noodig voorbereidende lessen met den Onder
wijzer besproken worden. Een aanvraag wordt
gevolgd door ons persoonlyk bezoek.