Dag van ontroering in de Residentie iff m Koningin Emma verwant met Luxemburg Grafkelder der Oranje's geopend TAAL DER BLOEMEN GROOTE MOEILIJKHEDEN TE OVERWINNEN VRIJDAG 23 MAART 1934 Dinsdag in Princestad Naast Willem III wacht open plaats De geslachtslijst Uit alle lagen der bevolking kwa men talloos velen de laatste eer bewijzen aan de overleden Vorstin De liefde der natie Verkennersleiders in rouw Maatregelen te Delft Vertrek autoriteiten In de Nieuwe Kerk Plechtigheid der bijzetting De stoet De Nieuwe Kerk te Delft in de steigers DE BRUG OVER HET HOLLANDSCH DIEP Aanbesteding van negen pijlers van twee landhoogten IN EN OM DEN KONINKLIJKEN GRAFKELDER Restauratiewerkzaamheden in de Nieuwe Kerk te Delft plot seling onderbroken I I I Geïmproviseerd portaal Na den zonnigen lentedag van gisteren Is het Voorhout vandaag weer even grijs en triest als bij het verscheiden der lieve Vorstin. Opnieuw is het een magnetische kracht, die duizenden en duizenden uit alle wijken en buurten der Residentie trekt naar het ruime plein onder de regelmatige don kere boomenrij. Onder de afzetting door stroomen zonder ophouden de mensclien aan. Zij worden ge leid in carré's van paaltjes en touwwerk, waar de staag-aangroeiende menigte moet wachten op haar beurt, om langs het pa leis te kunnen optrekken. Om klokslag negen gaan de eersten voorbij, aanvankelijk in een enkel gelid, maar reeds na een half uur in twee a drie rijen naast elkaar. Alles gaat rustig en zonder opzien. En juist in dat stille, zwijgende voorbijtrekken ligt iets diep ontroerends, wordt een schouwspel ge boden, dat op allen, die er getuige van zijn, diepen indruk maakt. Uit alle lagen der maatschappij is men hier samengekomen. Pelsjassen en bontkragen naast pillow en petten, de omslagdoek en het bonte schort van de volksvrouw naast bontmantel en juweelenschittering van de dame uit de so ciety, mannen en vrouwen, oud en jong. Kleine kinderen die op moeders arm of aan vaders hand meegaan. Steeds breeder en lan ger dijt de massa der wachtenden, voor wie het steeds duidelijker wordt, dat het uren en uren kan duren, voor hun beurt daar is. Boven de samengepakte menschenmenigte steken vlaggen en vaandels der vereenigingen uit, rouw-omfloerst of zwart-gestrikt. Velen trachten de meegebrachte bloemen zoo goed mogelijk in het gedrang te beschermen. Het spreekt werkelijk van de groote sympa thie en genegenheid, die in al die harten voor de ontslapen Vorstin leeft, dat men zich deze opofferingen wil getroosten, want, naarmate de tijd voortschrijdt, wordt het voor de nieuw- aankomenden benauwend te zien, hoe, in de haast onafzienbare rij voor hen, nauwelijks be weging is te bespeuren, hoe de vaandels der deputaties eindeloos zichtbaar blijven, steeds op dezelfde plek. Dat men toch blijft aansluiten, zonder een oogenblik weifelen, dat men gaarne aanvaardt de vermoeienissen en het tijdverlies, om daar opeengedrongen te staan uren en uren, om dan eindelijk, een moment, te kunnen voor bijgaan aan de baar, dat alles wijst er op hoe groot de plaats is, welke Koningin Emma bij haar volk inneemt. Hier trekt een volks langs zijn Moeder. Hier spreekt de liefde van een natie, die, wars van uitbundig heid en demonstratief vertoon, met een enkel gebaar, met een sympa thieke daad, uiting geeft aan haar diepste gevoelens, want wie de men- schen ziet wachten en wachten en eindelijk dat heel, heel korte oogen blik toeven bij de doode, zonder meer te kunnen zien dan een glimp van schittering, licht en bloemen, voelt bij intuitie, dat geen nieuws gierigheid de drijfveer is, maar eén sterke, alles overheerschende drang, nog iets te kunnen geven, nog iets te mogen doen voor iemand, waaraan men zich met hechte banden verbon den weet. De hoofdkwartier-commissaris voor de Ka tholieke Verkenners heeft aan commissaris sen, welpenleidsters, verkennersleiders en voor trekkersleiders het volgende meegedeeld: Wegens het overlijden van H. M. de Konin gin-Moeder komt het mij wenschelijk voor eeni- ge regelingen te treffen en in verband hierme de verzoek ik allen leid(st)ers en a.s. leid(st)ers in uniform rouw te dragen (een rouwband van c.M. breedte rond den linkerbovenarm) tot 20 Juni a.s. (de jongens dragen geen rouw). Over eventueele godsdienstige plechtigheden ontvangt u nader bericht. Tenslotte moge ik U verzoeken in de komen de dagen zoo weinig mogelijk vertoon naar bui ten te doen plaats vinden bij het houden van de bijeenkomsten der verkenners en welpen. Delft zal Dinsdag na des morgens 10 uur voor een groot deel afgesloten zijn. Deze mededee- ling mogen degenen die voornemens zijn zich naar Delft te begeven, wel onthouden. Speciaal ook voor hen, die op de Markt of elders in de stad een kamer of eenige andere gelegenheid hebben gehuurd, om den stoet te zien voorbijtrekken, geldt deze mededeeling. De Commissaris van Politie te Delft, de heer U. v. d. Zee, heeft ons n.l. medegedeeld, dat reeds thans diverse verzceken waren ingekomen om vrijen doorgang naar deze plaatsen. Onherroepelijk wordt om 10 uur begonnen met het afzetten van de straten, en niemand dan zij die in het bezit zijn van een speciale kaart dit geldt ook voor Persvertegenwoor digers zal zich op de afgezette straten mogen bevinden. Moeilijk wordt het voor hen die op de Markt een kamer hebben gehuurd. Het is n.l. wel te verwachten, dat reeds des nachts, of anders des morgens heel vroeg de geheele Markt, voor zoover deze niet wordt afgezet, door het pu bliek „geblokkeerd" zal zijn. Degenen die dus in deze omgeving een kamer huurden, zullen het verstandigst doen, den avond tevoren of des nachts hun plaatsen te betrekken. Want de politie kan in geen geval eenige hulp tot het bereiken daarvan verleenen. Alleen is toegestaan, dat vanaf de zijde van den Oude Langendijk die n.l. vrij blijft met behulp van bootjes de achterzijde der wo ningen van de Markt wordt bereikt. Natuurlijk is er reeds een stroom van verzoeken voor ventvergunningen ingekomen bij de politie. Evenwel zij medegedeeld, dat de politie heeft besloten alleen aan Delftenaren, die aan be paalde voorwaarden inzake hun reputatie moe ten voldoen, een vergunning zal worden ver leend. Het feit dat de verschillende autoriteiten, die met den rouwstoet zullen medekomen, per auto naar de Residentie of andere plaatsen weer zullen vertrekken, heeft het noodzakelijk gemaakt een speciale parkeer-gelegenheid voor deze voertuigen aan te wijzen, n.l. den N. Lan gendijk. Naar we voorts vernemen zullen de troepen, die het eere-escorte bij de begrafenis vormen, dadelijk langs de N. Kerk doorgaan en via den N. Langendijk en Oostplantsoen Delft weer ver laten. Het aanvankelijke voornemen, dat het verkeer voor Rotterdam en Den Haag vrijwel intact kon worden gelaten, en over den ouden Haag- weg geleid, blijkt om verschillende redenen niet mogelijk te zijn. De verkeersstremmingen die aan de Hoornbrug zouden ontstaan, hebben o.m. het eerste voornemen gewijzigd. Donderdag is de fa. Pander uit Den Haag be gonnen met het maken van een 45 meter langen tunnel met zijnissen, die met rouwcrêpe ge drapeerd zullen worden. Men wérkt dag en nacht om het kerkgebouw op tijd in passenden vorm te brengen voor de ontvangst van Neêrlands groote doode. Door de Philipsfabrieken zullen geluidverster kers aangebracht worden in hoofdzaak voor het orgel. De omgeving van het kerkgebouw wordt door den dienst van Gemeentewerken aan een extra reiniging onderworpen. Gistermorgen heeft de Bourdon, de groote luidklok van de Oude Kerk voor het eerst na langen tijd weer zijn zware metalen stem over de Princestad doen hooren, als inleiding voor de droeve klanken, welke zij Dinsdag bij het betreden van den lijkstoet binnen haar veste, zal laten weerklinken. Omtrent de regeling van de overbrenging van het stoffelijk overschot van H. M. de Ko ningin-Moeder kan het volgende worden mede gedeeld: Bij het paleis aan het Lange Voor hout zal een eerewacht worden gevormd door een detachement van de Brigade Grenadiers en Jagers, waarbij het omfloerste vaandel met een vaandelwacht van het regiment jagers en het muziekkorps van het vijfde regiment in fanterie, alles onder commando van een kapi tein. Voor het afzetten van het Lange Voor hout en eventueel den Kneuterdijk zijn aange wezen een zoo sterk mogelijk geformeerd de tachement onbereden huzaren van het derde regiment, onder commando van een ritmeester en voorts detachementen ter sterkte van een luitenant, een sergeant of wachtmeester en twaalf korporaals of soldaten van ieder der vol gende corpsen: De luchtvaartafdeeling, de schoolcompagnie van den motordienst, het regiment wielrijders, het eerste, het derde, het vierde, het vijfde, het zevende en het achtste regiment veld-artillerie, het regiment motor-artillerie, het corps rijdende artillerie, het regiment kust-artillerie, het corps luchtdoelartillerie, het regiment genietroepen, het corps pontonniers en torpedisten, van de hospitaalsoldaten en van de school voor dienst plichtige onderofficieren-administrateurs. De stoet zal geopend worden door een de tachement Koninklijke marechaussee te paard met omfloersten standaard en stan- daardwacht, onder commando van een offi cier ter sterkte van 16 ruiters. Daarachter volgt, als algemeen troepencommandant, Ge neraal Majoor van Andel, als bevelhebber in de eerste militaire afdeeling met zijn staf. Dan komt de Koninklijke militaire Kapel en vervolgens te paard, als commandant van het voorste militaire gedeelte van den stoet, een luitenant-kolonel, commandant van een der regimenten grenadiers en ja gers met een bereden luitenant-adjudant. Daarna volgt, onder commando van een ma joor te paard, een bataljon infanterie, waar bij het omfloerste vaandel met een vaandel- wacht van het regiment grenadiers. De vier compagnieën van het bataljon worden ge vormd uit de tweede, derde, vierde en vijfde infanteriebrigades. Het voorste militaire ge deelte van den stoet wordt besloten met een escadron bereden huzaren van het derde half-regiment, waarbij de omfloerste standaard van dat regiment. Achter den daarop volgenden rouwstoet van het Koninklijk Huls rijdt een luitenant-kolonel te paard, als commandant van het achterste militaire gedeelte van den stoet met een bereden luitenant-adjudant. Vervolgens komt een batal jon marine-troepen, onder commando van een hoofd-officier van de Koninklijke Marine en be staande uit: A.) Tamboers en pijpers; B.) een compagnie mariniers, waarbij het omfloerste vaandel van het corps mariniers en C.) twee compagnieën matrozen. Dan volgt het muziekcorps van het zesde re giment infanterie en verder, onder commando van een majoor van 't zesde regiment infanterie te paard, een bataljon infanterie van drie com pagnieën, waarbij het omfloerste vaandel van het zesde regiment infanterie. Deze compagnieën worden gevormd uit de zevende en achtste in fanteriebrigades. Daarachter komen, onder com mando van een hoofdofficier van het tweede re giment veldartillerie te paard, met bereden lui tenant-adjudant: twee batterijen veldartillerie, iedere batterij bestaande uit vier vuurmonden van zeven veld met caissons, gevormd uit de eerste artilleriebrigade. De stoet wordt besloten door een detachement Koninklijke Marechaussée te paard, ter sterkte van twaalf ruiters, onder commando van een officier der Koninklijke Marechaussée. Als algemeen commandant van de te Delft op tredende troepen is aangewezen de luitenant-ko lonel van den generalen staf, J. J. van Santen, die op Dinsdag a.s. tevens optreedt als waar nemend garnizoenscommandant te Delft. Bij de Nieuwe Kerk wordt een eerewacht van mariniers opgesteld ter sterkte van 80 man, waarbij de marine-kapel. Voorts zal in de Nieu we Kerk, bij den ingang van den grafkelder, een eerewacht worden gevormd door tien adelbor sten met het omfloerste vaandel van het Ko ninklijk Instituut voor de Marine, onder com mando van een officier van de koninklijke mari ne en tien kadetten met het omfloerste vaan del van de Koninklijke Militaire Academie, on der commando van een officier van de Ko ninklijke Militaire academie. Het overlijden van de Koningin-Moeder heeft in Hongarije, zoo wordt uit Boedapest gemeld, een diepen indruk gemaakt, hetgeen begrijpe lijk is, indien men weet, hoe bemind de Hol- landsche koninklijke familie in Hongarije is. Op de Nederlandsche Legatie te Boedapest ligt een register, waarin druk geteekend wordt. De dagbladen huldigen in lange artikelen de nagedachtenis van de overledene en leggen den nadruk op Haar succesvol en wijs beleid tijdens het regentschap. De „Pesti Hirlap" schrijft ö.a. „Geheel Europa rouwt met het Nederlandsche volk, want men kende alom de karakteristieke figuur der Koningin-Moeder en er vormden zich legenden over Haar. Als vrouw, moeder en grootmoeder kon zij als voorbeeld worden gesteld voor iedere Holland- sche vrouw. Zij rustte nooit, steeds zocht Zij werkzaam heden, waarmee Zij Haar volk behulpzaam kon z(jn. Op 17 April a.s. zal door den Rijkswaterstaat te 's-Gravenhage worden aanbesteed het maken van negen pijlers, van twee landhoogten, van een viaduct boven den op den zuidelijken rivier dijk gelegen weg met bijkomende werken voorde verkeersbrug over het Hollandsch Diep, nabij den Moerdijk. De raming bedraagt f 2.260.000. Het geheele werk zal 630 dagen na datum van aanvang gereed moeten zijn. Het thans geheel met steigerpalen bezette kerkschip van de St. Ursula te Delft, vóór de werkzaamhedenOp den achtergrond het Koor met het praalgraf van Prins Willem 1 In de oude Sint Ursula, de latere Nieuwe Kerk te Delft wordt thans alles in gereedheid gebracht, om den vorstelijken lijkstoet op Dins dag aanstaande te ontvangen. Zelden zal de kerk slechter in conditie zijn geweest voor een dergelijke gebeurtenis dan juist op dit oogen blik. Zooals men weet, verkeerde de Zuidelijke zij-beuk van het kerkschip kort geleden in zoo vervallen staat, dat gevaar voor instorten werd gevreesd. Men verlegde toen de kerkdiensten naar het daartoe geïmproviseerde transept, en begon met nationale hulp de restauratie van dit, aan de Ned. Herv. Gemeente te Delft toe- behoorend kerkgedeelte. Een en ander bracht natuurlijk groote en ingrijpende werkzaamheden mede, temeer daar ook de kap van het schip zelf onder handen moest worden genomen. Zoo waren dus de twee belangrijkste gedeelten van de kerk, door welke de stoet moet passeeren om bij den koninklijken grafkelder te kunnen komen, geblokkeerd en miste het eenig over blijvende gedeelte, waarlangs de weg daarheen omgelegd zou kunnen worden, het geheele dak! Geen kleine opgave dus voor architect en uit voerenden, om daar tijdig een oplossing voor te vinden. Met man en macht heeft men, na het bezoek van den Vorst van Waldeck, de kwestie aange pakt. Wanneer men door den hoofdingang, aan de zijde van de Groote Markt binnengaat, kan men reeds duidelijk bemerken, hoe er sedert ji. Dinsdag met man en macht, dag en nacht door, is gewerkt. De in het portaal onder den toren liggende tegelvloer was sedert de laatste restauratie van het ondergedeelte van den toren, nog in volkomen desolaten toestand ge bleven. Onmiddellijk heeft de stedelijke ge meente, aan welke juist dit onder den toren liggende gedeelte, met den toren zelf toebehoort, er een aantal werklieden te werk gesteld, om den vloer opnieuw met tegels te beleggen. Dit betrekkelijk eenvoudig stukje „herstel der restauratie" schiet reeds hard op en spoedig zal men er dan ook weer normaal overheen kun nen loopen. Waneer men echter vanuit dit portaal de kerk betreedt, komt men voor zeer gecompliceerde moeilijkheden te staan. Daar ligt namelijk het kerkschip, door hetwelk de stoet rechtuit naar den grafkelder trekken moet. In dit schip is men, zooals fezegd, bezig met de vernieuwing van de kap. De ongeveer veertig meter lange en zeven meter breede ruimte is bezet met een mastbosch van steigerpalen, waarvan er telkens vier naast elkaar staan. Om tot aan de kap te kunnen komen, zijn er ook vier omhoog aan elkaar bevestigd, verbonden door een net van dwarsliggende palen en touwwerk. Daarbovenop rust de groote steigervloer, uit lange planken bestaande, die onderling bevestigd zijn aan de palen. Men was genoodzaakt om voor den door- van den lijkstoet óf den geheelen steiger af te breken, óf een minder ingrijpende, maar zeker niet eenvoudig te bedenken oplossing toe te passen. Inderdaad slaagde men er in. Van de beide het meest in het midden staande palen nam men de onderste der vier omhoog gebonden masten weg, en onderving het be nedeneinde van de nu loshangende tweeden paal met een dwarsbalk, die aan de beide het Dat Koningin Wilhelmina, als afstammelinge van den jongsten der twee groote Nassau-takken (n.l. den Otto'schen), van vaderskant verwant is met groothertogin Charlotte van Luxemburg, de afstammelinge van den oudsten der twee Nassau-takken (n.l. den Walramschen), is niet van zoo'n heel groote bekendheid hier. Nog minder bekend echter is, dat zij óók door haar Moeder, Koningin Emma, een bloedverwante is van deze katholieke Vorstin. Van haar huwelijk met Willem III af tot aan diens dood is Koningin Emma zelf ook Groot hertogin van Luxemburg geweest. Daar toen tertijd in Luxemburg nog de Salische Wet van kracht was, ging bij den dood van Koning Willem III het Groothertogdom Luxemburg over op zijn naasten mannelijken bloedverwant, Hertog Adolf van Nassau, den grootvader der tegenwoordig regeerende Groothertogin Char lotte. Ter verduidelijking laten wij hier de ge slachtslijst, betrekking hebbend op Koningin Emma's persoonlijke bloedverwantschap met de Groothertogin van Luxemburg, volgen: WILLEM GEORGE AUGUST HENDRIK BELGICUS 1839 (erft alle Walramsche en Ot- to'sche bezittingen in Duitsch- Eand, vormende tezamen het Hertogdom Nassau) ADOLF t 1905 (Hertog van Nassau, Paltz- graaf van den Rijn, komt bij het overlijden van Koning Willem III als naaste man nelijke bloedverwant in 't be zit van het Groothertogdom Luxemburg) WILLEM ALEXANDER t 1912 (gehuwd met de katholieke Maria-Anna, Infante van Por tugal, Prinses van Braganza) HELENA (gehuwd met George Victor van Waldeck-Piermont) EMMA (gehuwd met Koning Willem III) KONINGIN WILHELMINA (gehuwd met Hertog Hendrik vafn Mecklenburg-Schwerin) MARIE ADELHELD f 1924 CHARLOTTE (vorige Groothertogin van (tegenwoordig regeerende Luxemburg) Groothertogin van Luxemburg. Gehuwd met Prins Felix van Bourbon-Parma) HILDA, ANTONIA, ELISABETH, SOPHIE JULIANA JEAN, ELISABETH-HILDA, MARIE-ADELHEID, MARIE- G ABRIELLE, CARL, ALEXANDRA. Zittend van links naar rechts: de toenma lige Erfgroothertogin Maria-Anna van Lu xemburg met haar dochtertje Hilda; de oude Vorstin van Anhalt-Dessau; Groot- iertog Adolf van Luxemburg met zijn leindochtertjes Marie Adelheid (vorige Groothertogin van Luxemburg) en Char lotte (tegenwoordige Groothertogin van Luxemburg); de echtgenoote van Groot hertog Adolf, Groothertogin Adelheid-Marie, jeboren Prinses van Anhalt-Dessau. Staand: Ge derde van linksde toenmalige Erfgroot- ertog van Luxemburg Wilhelm; de zeven- i van links: Koningin Wilhelmina; de achtste van links: Koningin Emma (Foto 1897) De thans geheel ontredderde zuidelijke zijbeuk van de St. Ursulakerk te Delft, die geheel gerestaureerd wordt, vóór de werkzaamheden minimimimmm meest terzijde staande steigerpooten werd be vestigd. Op deze wijze slaagde men er in, den doortocht naar het koor, waar de grafkelder is gelegen, vrij te maken. Daarnaast bleven nog twee voorzieningen noodzakelijk. Het orgel, dat aan de torenzijde boven het groote voorportaal is gebouwd, was, teneinde het voor beschadigingen bij het herstel der kap te vrijwaren, geheel en al ingekist. Om het orgelspel bij de diensten, die in het transept gehouden worden des Zondags, te kunnen hoo ren, maakte men gebruik van een sterken luid spreker, die daartoe boven den tijdelijken pre dikstoel was aangebracht. In de kerk zal echter tijdens het passeeren van het stoffelijk over schot der Koningin-Moeder het orgel moeten dienstdoen, zoodat men genoodzaakt was ook de bekisting te verwijderen en het uitwendige van het orgel, dat zoovele maanden verborgen is geweest, van stof en vuil te reinigen. De andere voorziening betrof het door het afgebroken dak openliggend gedeelte der zuide lijke zij-beuk. Dit geheele gedeelte bevindt zich met het schip zelf in een toestand, die duidelijk verraadt dat zeer elementaire werkzaamheden aan den gang zijn. Het is in deze zijbeuk, dat eenigen tijd geleden door aldaar werkzame schil ders, fragmenten ontdekt zijn van wandschil deringen, die nog in vrij goeden staat verkeer den. Een groot planken schot bedekt deze plaats thans, zonder dat men ons kon mede- deelen, wat er verder mee geschieden zal. Om het ruïneuze uitzicht, dat deze zij-beuk thans nog oplevert, aan het oog te onttrekken, heeft men over de geheele lengte van het kerkschip een houten betimmering gemaakt, welke meteen het steigerwerk afschut. De stoet loopt dus in het kerkschip door een geïmproviseerd portaal, waarin, omdat het met de besteigering ook het daglicht afsloot, electrische verlichting wordt aangebracht. Doch met de vrijmaking van den doortocht in het kerkschip was men nog niet aan het einde der moeilijkheden. Want nu moest nog een mogelijkheid gezocht worden, om ook het transept, het groote dwarsschip waarin zich aan de Zuidelijke zijde het Ed. de Bock-raam en aan de Noordelijke zijde het door Joep Nicolas geschilderde Hugo de Groot-raam bevinden, te ontruimen. In normale omstandigheden zou dit dwarsschip ledig geweest zijn en had men het middengedeelte ervan, waar de stoet passeert, vanzelf ter beschikking gehad. Door de werk zaamheden in het kerkschip echter, hield de Ned. Herv. Gemeente daar de Zondagsche kerkdiensten en waren niet alleen een groot aantal vaste banken, maar ook een predikstoel juist in dit middengedeelte opgeslagen. Een merkwaardige samenloop van omstandigheden wilde, dat in deze hervormde diensten gebruik werd gemaakt van den oud enpreekstoel, die tot voor korten tijd in een Katholieke kerk was gebruikt, nml. in de kerk van de H.H. Nicolaus en Gezellen aan de Raamstraat te Delft. Deze tijdelijke opstelling, die toch nog eenige dui zenden guldens gekost heeft, moest ook weder worden verwijderd. Daarmede is men dan op het koor zelf terecht gekomen. De daaraan grenzende gedeelten der zijbeuken van het kerkschip worden met de flanken van het dwarsschip eveneens afge schoten, zoodat men een behoorlijken doorgang verkrijgt. Het koor zelf, dat kortgeleden geheel gerestaureerd is onder leiding van den heer v. d. Kloot Meyburg, behoeft slechts kleine voorzie ningen; zoo zagen wij daar werklieden bezig met het schoonmaken van het praalgraf van Prins Willem I. Van het meeste gewicht zijn daar echter de werkzaamheden om en in den grafkelder van ons Vorstelijk Huis. Eenige dagen geleden heeft men er den sluitsteen, die ongeveer 3500 kilogram weegt en waarop het volle wapen van Oranje-Nassau, met drie helmen bekroond, is uitgebeiteld, reeds afgetakeld en met rollen naar de Zuidelijke kerkbeuk overge bracht. De grafkelder ligt daardoor vanaf het koor zichtbaar. Met een betegelde trap van een tiental treden daalt men af in een klein, even eens betegeld portaal; de kleur van deze tegels is lichtgeel. Dit portaal loopt uit in een even breede dwarsgang, waarin zich de bronzen deur bevindt, die den grafkelder afsluit. Achter deze deur bevindt zich een betrekke lijk smalle loopgang, waar aan weerszijden de looden kisten staan, die de eigenlijke lijkkist omsluiten. Zij zijn geplaatst in vakken, twee aan twee naast elkaar en boven elkaar, zoodat per vak vier kisten geborgen kunnen worden. De plaatst naast de kist van Koning Willem m is thans gereedgemaakt voor de ontvangst van de gade, die hem na ruim drie-en-veertig jaar is gevolgd in den dood.... Boven de kist van den Koning zijn de beide overige plaatsen in het vak nog open, zooals trouwens aan deze zijde van den grafkelder in de meeste vakken nog; aan de overzijde zijn echter alle vakken reeds geheel bezet. Ook te dezer plaatse waren verscheidene werk lieden bezig met het schoonmaken van den grafkelder, die ondanks alle voorzieningen tijdens de restauratie van het koor, toch ook nu nog niet vrij van indringend water scheen te zijn gebleven. De verbeterde toegang tot den kelder maakt het voor de eerste maal mogelijk, dat de kist van H. M. Koningin Emma tot aan de plaats van bijzetting toe gedragen kan worden. Vroe ger was men genoodzaakt de kisten aan een takel neder te laten door de zeer kleine opening naast het Mausoleum van 's Lands Eersten Regeerder. Ondanks den korten tijd, die resteert en de omvangrijke werkzaamheden die de voorberei ding van de waardige ontvangst der gestorven Vorstin onder deze omstandigheden vereischt, gelooven wij wel dat de grijze Prinsenstad er voortreffelijk in zal slagen, H. M. de Koningin- Moeder de laatste eer te brengen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5