DE MEESTER VAN MORGEN
Wf
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
FORT-MYSTERY
JOSE MARIA GIL ROBLES
DINSDAG 27 MAART 1934
Jarenlang streed hij om agrarische
hervormingen te ver
wezenlijken
De actie van de C.E.D.A.
mm
'V
Gil Robles
De „godin der blauwe
slangen"
Josephine Baker acht
zich beleedigd
Uurwerken voor vlieg
tuigen
Slechts veertig taxi's
in Leningrad
Wegaanleg door
vrouwen
Jacht op den „koning
der gangsters"
Vogels voorkomen een
sprinkhanenplaag
dooder
De voedingswaarde van
verduurzaamde
groenten
Alleabonné's ongevallen1 verzekerd voor een der volgende uitkeeringen f3000. m verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f750. doodelijken afloop f250-
AANC1FTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
door
Kafharina en Robert Pinkerton
v.-'-.
Er is één naam, die in het nieuwe Spanje,
door sommigen met haat en afkeer,
door anderen, de meesten, met bewon
dering en vereering wordt genoemd: de naam
van don José Maria Gil Robles, den jongen
strijdbaren Katholiek, leider van de C. E. D. A..
Corteslid van grooten invloed, redenaar en de
bater van machtig talent, vriend van armen
en onterfden.
Ieder weet, ieder voelt, dat Gil Robles de
man van Spanje's toekomst is, de meester
van morgen.
José Maria Gil Robles werd op 27 November
1898 te Salamanca geboren; hij is dus eerst
vijf en dertig jaar oud. Zijn vader, Enrique Gil
Robles, die in 1908 stierf, was hoogleeraar in
de rechten aan de beroemde universiteit van
Salamanca. Hij was niet alleen een zeer ge
leerd, maar ook een zeer rechtschapen man en
de jonge Gil Robles had groote vereering
voor hem.
De knaap toonde reeds vroeg bijzondere ga
ven. Toen hij zestien jaar was werd hij als
student aan de Hooge School te Salamanca
ingeschreven. In 1922 promoveerde hij te Ma
drid tot doctor in de rechten en in hetzelfde
jaar werd hem reeds een hoogleeraarszetel aan
de universiteit van Laguna aangeboden. Gil
Robles vertrok evenwel niet naar de Canari-
sche eilanden; hij begreep dat zijn taak op
Spanje's vasteland lag. Met veel succes beoefen
de hij eenigen tijd het vak van advocaat, maar
gaf dat weldra op, toen Angel Herrera. de
leider van .Hl Debate", hem een plaats in de
redactie van het groote Katholieke dagblad
aanbood.
Zonder twijfel zou hij op den duur met de
leiding van „El Debate" belast zijn, als niet
de politiek hem belet had zijn journalistieke
loopbaan te vervolgen.
Verlangend het ellendige lot van den Spaan-
schen boer te verbeteren gaf hij weldra al zun
krachten en talenten aan de Katholiek-agrari
sche Federatie. Zes jaar lang was hij secretaris
van dezen bond, waarbij drie duizend vakver-
eenigingen aangesloten zijn. Zonder eenige
hulp van den Staat trachtte, reeds toen. de
federatie een agrarische hervorming te verwe
zenlijken.
Intusschen was in 1923 de sociale volkspartij
opgericht. Gil Robles behoorde tot de stichters.
Een ijverig lid was hij ook van de Katholieke
Actie, waarvoor hij bovenal den steun der jon
geren trachtte te winnen. Zooals veel Spanjaar
den beschouwde hij in den aanvang het werk
van den dictator primo de Rivera niet zonder
welwillendheid, maar weldra begreep hij. dat
deze generaal niet de doeleinden nastreefde,
die hem na aan het hart lagen. Hij keerde zich
van de dictatuur af, reisde in Europa en in
Amerika, en schreef een aantal werken, o.m
over de politieke constructie van de republiek
Tsjecho-Slowakije en de Evenredige Vertegen
woordiging, die een helderen kijk op een groot
aantal vèr-ui teenliggende vraagstukken ver
raden.
De verkiezingen van 12 April 1931 brengen
hem tijdelijk in het kamp der monarchisten,
maar toen reeds erkende hij, dat de staatsvorm
van gering belang is. Voor hèm alléén het be
lang der natie, inzonderheid dat van de arbei
ders en hij wijst er op, dat deze hun eischen
zullen kunnen verwezenlijken aan welk regiem
de staat ook onderworpen is. Na de revolutie
verdedigt hij in de Cortes dan ook niet de mo
narchie. maar wel: „den godsdienst, het va
derland, de orde, het gezin en den privé-eigen-
dom." Dit is het programma, dat als grondslag
dient voor de stichting van de partij der Na
tionale Actie, die weldra de „Accion Popu
lar" zal worden, daar de regeering niet wil. dat
een politieke partij zich „nationaal" noemt.
Als candidaat van het Agrarische Blok
wordt hij in de Constituante gekozen en weldra
vestigt hij de aandacht op zich. Maar invloed
kan hij in deze Cortes niet uitoefenen Het
anti-religieuze en anti-sociale werk wordt, on
danks de oppositie, die machteloos is, voortge
zet, en Gil Robles en de zijnen trekken zich
voorloopig terug, vast voornemens een beroep
op het land en op de kiezers te doen, zoo spoe-
dig nieuwe verkiezingen in uitzicht zijn.
Die kunnen op den duur niet uitblijven, want
het wordt van dag tot dag duidelijker, dat de
Constituante zich overleeft. De „Acción Po
pular" heft de vaan van het revisionisme.
Een campagne, waarvan Gil Robles de ziel is,
neemt een aanvang. Overal spreekt de jonge
geestdriftige Katholieke leider, overal wordt hij
toegejuicht. Behalve de „Acción Popular" leidt
hij de C. E. D. A., de Spaansche Confederatie
der Autonome Rechtsche Partijen.
De triomf van zijn onvermoeide actie neemt
gestalte aan bij gelegenheid van de Cortesver-
kiezingen: de C. E. D. A. verwerft 115 zetels.
Logischerwijze moet haar leider de formatie
van het nieuwe kabinet worden opgedragen.
Maar Gil Robles heeft geen haast naar een
macht te grijpen, die hem zeker in handen
vallen zal. Hij laat Lerroux en diens radicalen
de baan vrij, bereid het kabinet van de over
gangsperiode te steunen zoolang dat in de lijn
blijft, die het kiezerscorps heeft uitgestippeld.
Lerroux valt de taak ten deel de nefaste
eerste periode van de republiek te liquideeren:
daamé, eerst kan de rechterzijde met vrucht
haar opbouwend en vernieuwend werk be
ginnen.
Vernieuwing! Ziedaar het parool van Gil
Robles. Hij is allerminst een conservatief of
een reactionnair. Integendeel! Men kan hem
veeleer revolutionnair noemen. Zijn politiek
programma omvat een herziening van de
grondwet, een hervorming der belastingwetge
ving en een reeks ingrijpende maatregelen, die
het spoorweg- en luchtnet betreffen, den land
bouw en den handel. Hij vreest nóch een revo
lutie van links, nóch een staatsgreep van
rechts.
Deze jonge man geeft zich gehéél aan zijn
land. Onder zijn leiding zal Spanje straks een
periode van opbloei tegemoet gaan, omdat hij.
de meester van morgen, geen politiek theoreti
cus is, die zweert bij monarchie of republiek,
bij fascisme of corporatisme, maar een prac
ticus, die de welvaart van land en volk
door geëigende maatregelen op zoo hoog mo
gelijk peil brengen wil.
Italiaansche bladen melden uit Calcutta de
tragi-komische geschiedenis van een jonge
Amerikaansche. Nadat zij eenigen tijd met een
Griekschen dichter getrouwd geweest was en
zich had laten scheiden, ging zij drie jaar ge
leden naar Iiïdië en werd daar een enthousias
te aanhangster van Gandhi's leer. Zij trad in
een soort Indisch klooster en nam zelfs be
halve kleeding en gewoonten ook een Indischen
naam aan, die „Godin der blauwe Slangen"
heette. De aanhangster der nieuwe leer stu
deerde ijverig, liep zonder hoed en schoenen
alleen gekleed in een wollen tuniek en voedde
zich uitsluitend met geitenmelk en vruchten.
Het had reeds allen schijn, dat zij haar gelofte
trouw zou blijven, tot zij op een goeden dag
verklaarde, dat zij genoeg had van het kloos
terleven en een onbedwingbaar verlangen had
naar de drukte van het Europeesche leven.
Het bestuur van het Indische convent stond
sprakeloos tegenover dezen psychologischen om
mekeer en dacht dat de „Godin der blauwe
slangen" plotseling krankzinnig geworden was.
Men liet haar daarom naar een krankzinnigen
gesticht brengen. Dat was het onverwacht ein
de van het Indische avontuur, waaruit de En-
gelsche regeering de Amerikaansche bevrijdde
en haar naar haar vaderland terugbracht.
de in een koelingsinstallatie van de Zwitserscne
firma Sulzer. De uurwerken werden 24 uur ge
laten in een temperatuur van resp. minus twin
tig graden, nul graden en plus veertig graden.
Eiken dag werden de uurwerken met een
standaarduurwerk in het observatorium verge
leken en werden de afwijkingen, die slechts
zeer gering mogen zijn, daar de uurwerken an
ders worden afgekeurd, genoteerd.
Het Fransche tijdschrift „La Croix" heeft in
een artikel belangwekkende bijzonderheden me
degedeeld over het beproeven van voor Fran
sche vliegtuigen bestemde uurwerken in het
observatorium te Besan?on.
Daar de uurwerken in vliegtuigen voortdurend
aan groote temperatuurswisselingen onderhevig
zijn, werden zij in het observatorium onderzocht
op weerstand tegen atmospherische en electri-
sche invloeden, tegen voortdurende trillingen
van het schakelbord, tegen het stooten van het
vliegtuig bij het landen, enz.
In het observatorium werden de uurwerken
blootgesteld aan wisselende temperaturen van
minus twintig graden tot plus veertig graden. In
werkelijkheid daalt de temperatuur op groote
hoogte nog belangrijk beneden twintig graden,
doch verder kon de proefneming niet gaan,
daar in de uurwerkindustrie gebruikte smeer
oliën een goede smering beneden minus twintig
graden niet toelaten. De proefneming geschied-
Leningrad, de voormalige keizerlijke hoofd
stad, heeft op het oogenblik slechts 40 taxi's,
waarvan er gemiddeld 15 in reparatie zijn.
Leningrad heeft een bevolking van drie mil-
lioen zielen, zoodat er per 120.000 inwoners
slechts één taxi is.
In de provincie Kwangsi wordt, naar men uit
Kanton bericht, uitsluitend door vrouwen een
groote verkeersweg aangelegd.
Niet minder dan 5000 vrouwen hebben op
deze wijze werk gekregen. Geen enkele man is
by dezen aanleg te werk gesteld, daar het de
bedoeling was aan werklooze boerenvrouwen
arbeid te verschaffen.
Josephine Baker, die in een theater te Alex-
andrië voorstellingen gaf, is dezer dagen plot
seling van het podium afgeloopen en heeft ge
weigerd terug te komen.
Zij verklaarde door toeschouwers op de galerij
te zijn beleedigd. Een van de dansen der actrice
werd door toeschouwers op de galerij stormach
tig toegejuicht, teneinde een bisseeren te ver
krijgen.
Josephine dankte buigend voor het applaus,
doch verdween vervolgens van het podium om
plaats te maken voor een lid van haar band.
Dit was echter niet naar den zin van de galerij
bezoekers die onder luid kabaal protesteerden.
Josephine kwam toen weder op het podium en
verzocht den toeschouwers naar het volgende
nummer te luisteren, waaraan echter door de
galerij geen gevolg werd gegeven.
De actrice werd daarop zóó woedend, dat zij
het orkest gelastte te zwijgen en het gordijn deed
sluiten, ten teeken dat de voorstelling geëin
digd was.
De belangstelling in Amerika gaat op het
oogenblik uit naar de fantastische jacht op
John Dillinger, „koning der gangsters", die er
in geslaagd is uit de gevagenis van Corown-
point te ontsnappen.
Geheele kolommen en pagina's wijdt de Ame
rikaansche pers er aan en hevig wordt de di
rectrice van de gevangenis, Lillian Holley, aan
gevallen. Lillian Holley had beweerd, dat zij
hem net zoo lang zou vasthouden als men van
haar verlangde. En nu gelukte het Dillinger
niettegenstaande de scherpe bewaking te ont
snappen. Met 20.000 man, pantserauto's, vracht
wagens en vliegmachines maakt men op den
gangster jacht. Lillian Holley heeft de leiding
van het geheel. Haar verbittering is nog geste
gen door Dillinger's spotzucht. Deze had na
melijk als gijzelaar den sheriff meegenomen,
dien hij weer heeft losgelaten en „vriendelijke
groeten aan Lillian Holley" verzocht over te
brengen. Dillinger zal zich ongetwijfeld niet zon
der tegenstand overgeven. Voorloopig is het nog
de vraag of men hem ooit vinden zal.
De sprinkhaanvogel, die zich met sprinkhanen
voedt, is op het juiste oogenblik den boeren van
Zuid-Afrika ter hulp gekomen en heeft hen
bevrijd van de zoozeer gevreesde sprimchanen-
plaag, die werd verwacht. Onmetelijke zwermen
sprinkhanen over geheel Zuid-Afrika zijn dooi
den sprinkhaanvogel in de verdrukking gekomen.
Fortuinlijke sprinkhanen waren gedurende tien
a twaalf weken overgebleven in hun pleister
plaatsen, doch millioenen zijn door middel van
vergiftigde takjes verdelgd. Twee weken bleven
de regeering nog over om haar campagne tot
een krachtige bestrijding van de sprinkhanen
plaag te voltooien, maar in enkele streken is
het alleen te danken geweest aan de komst van
de sprinkhanen-etende vogels, dat zij succes
kon boeken. De met sprinkhanen bedekte op
pervlakte is echter zoo kolossaal, dat niettemin
gevreesd wordt, dat de vereenigde krachtsin
spanning ten spijt, de sprinkhanenplaag over
een groot gebied bedekt met welvarende boer
derijen, den oogst geheel zal verwoesten.
Jid mfaal van den daa
Het was een warme dag in Augustus, zoo'n
dag waarop je in Amerika van alles
kunt tegenkomen. Toen kreeg de kame
raad in onze tent die met de huishouding be
last was we waren met 4 personen 't in
z'n hoofd, mij den berg op te sturen, achter
onze tent, om bramen te plukken. Er waren
op die berghelling allemaal open plekken en
boschjes, nogal romantisch. Er weidden daar
koeien ook, die door het loof van de eene open
plek naar de andere schoven. Ik kreeg een
grooten emmer, en den raad, niet alleen te
gaan.
Enfin, ik nam een geweer mee. Iemand met
een emmer ziet er veel en veel mannelijker uit
als hij een geweer draagt. Het geweer was een
Sharps, een voortreffelijk wapen, eigendom van
een vriend van mij, die er vele jaren geleden
eens op jacht mee had willen gaan. Hij kon er
bijna met ieder schot een boom mee raken als
't niet waaide, het weer mooi was en de boom
niet te ver af stond. Natuurlijk niet zoo'n erge
dunne boom.
Wat mijn vaardigheid als schutter betreft,
jaren geleden had ik eens een vink geschoten
onder zeer vernederende omstandigheden. De
vogel zat in een bessenboompje. Ik laadde een
groot gangenroer vol, kroop naar den boom,
liet het geweer op den grond steunen, met den
tromp een meter of drie van het dier, deed
allebei m'n oogen dicht en haalde over. Toen
ik opstond om te kijken wat er gebeurd was,
lag de vink onder den boom in meer dan dui
zend stukken, waarvan er niet één groot ge
noeg was, om een dierkundige te laten uit
maken, tot welke soort hij behoorde. Hierdoor
kreeg ik een afkeer van het jagersleven.
In het braambosch, waarheen ik me begaf,
waren wel eens beren gezien. Een zwarte keu
kenmeid had er den vorigen zomer bramen ge
plukt met een klein meisje uit het dorp, en
toen kwam er opeens een beer naar hen toe
stappen. Het meisje zette het op een loopen
en ontsnapte. De keukenmeid, verlamd van
schrik, ging op den grond zitten huilen en gil
len. De beer was hierdoor overbluft. Hij kwam
dichterbij, keek en liep om haar heen. Mis
schien had hij nog nooit een negerin gezien en
wist hij niet, of hij met haar om zou kunnen
springen. In ieder geval maakte hij rechts
om keert en ging weer 't bosch in.
Toen ik den heuvel beklommen had. zette
ik m'n geweer tegen een boom en begon
bramen te plukken, van boschje tot boschje,
voortgelokt door den zwarten glans van 't
fruit. Steeds dieper drong ik door van de eene
open plek naar de andere. Nu en dan ont
moette ik een kalm rund, dat me een seconde
onnoozel aankeek en dan in 't groene gras
verdween. Ik keek naar den anderen kant van
de open plek endaar stond een beer. Hij
stond op z'n achterpooten en deed net wat ik
deed: bramen plukken. Met één klauw boog hij
de takken neer en met den anderen sloeg hij
de vruchten in z'n muil, met groen en al. Als
ik zeg, dat ik verbaasd was, zeg ik te weinig.
Ik ontdekte eensklaps, dat ik er volstrekt niet
naar verlangde een beer te zien. Bijna op het
zelfde oogenblik zag de beer mij, hield op met
eten, en keek me aan met blijde verwondering.
Daarna liet hij zich op z'n voorpooten neer en
kwam langzaam naar me toe. In een boom
klimmen, hielp niet met zoo'n goeden klim
mer achter je. Als ik hard liep, zou de beer
dat zeker ook gaan doen, en ik voelde, dat hij
over dat ruige terrein sneller vooruit zou komen
dan ik. De beer naderde. Eensklaps viel me in,
hoe iR z'n aandacht kon afleiden, tot ik in staat
van tegenweer was. Mijn emmer was vol prach
tige bramen, veel mooier dan de beer zelf pluk
ken kon. Ik zette den emmer op den grond
en liep langzaam achteruit, den beer steeds in
't oog houdend. De list gelukte.
De beer kwam bij de bramen en bleef staan.
Niet gewend zijnde uit een emmer te eten,
gooide hij dien om, neusde in het fruit rond
en schrokte het in als een varken met vuil en
blaren en al. Zoodra de kop van mijn vijand
benedenwaarts was gericht, zette ik het op een
loopen totdat ik mijn geweer bereikt had. Het
was geen minuut te vroeg. Ik hoorde den beer
achter me aandraven door het struikgewas.
Woedend over m'n dubbelhartigheid kwam hij
op me af. Ik voelde, dat de dagen van een van
ons beiden geteld waren. In zulke oogenblikken
van gevaar gaan de gedachten snel. Terwijl ik
Ik liet mijn vader niet met rust, maar sprak Tot onverwacht de heele zaak een wending Op n goeien dag werd ik naar een klant ge- Intusschen bleef ik veel langer weg dan noo-
steeds over mijn verlangen om de heele wereld nam. 'k Was niet alleen bij het vak om wat te zonden, die dicht bü onze haven woonde, waar dig was. Zoo jij schavuit, riep vader basch en
door te reizen. Eerst was het antwoord: Zul je leeren, maar 'k was, naast leer- ook boodschap- ik aan 't drukke verkeer mijn hart kon opha- toen nog kwader, wat van jou groeit? Een
zwijgen, ik moet een knecht hebben om me te penjongen. 't Gemaakte schoenwerk moest wor- len. Een schip lag gereed om te vertrekken, kringetjesspuwer. Ben jij een flinke werker?
helpen Later probeerde vader het met Oost- den terugbezorgd, daar waar het vandaan ge- 't bevel klonk: Gooi los de trossen! Wat zou ik Een luie vlegel ben je, een nietsnut, en dat een
Indisch doof zijn. haald was. graag zijn meegegaan, zoo regelrecht naar In- jongen van jouw leeftijd!.
dië.
ii Mimi minim in iiMMiiiiiiiiiiiimim in ii
den haan van mijn geweer spande, verhief
zich voor mijn geest een onvolledig overzicht
van m'n geheele leven. In zoo'n geval herinner
je je nooit iets goeds. Zoo herinnerde ik me
een abonnement op een krant, dat ik jaren en
jaren geleden verzuimd had te betalen, totdat
de uitgever en de krant allebei dood waren,
zoodat ik nu nooit meer kon betalen.
De beer naderde. Ik trachtte mij te herin
neren, wat ik in m'n leven gelezen had over
ontmoetingen met beren. Ik kon me niet één
geval herinneren van een man, die voor een
beer weggeloopen en ontsnapt was, maar wel
voorbeelden dat de beer aan den man was ont
snapt. Ik dacht er over na, wat de beste ma
niet zou zijn om
een beer met een
geweer te doo- I p. n
den. Eerst dacht UV nerefl-
ik naar z'n hoofd
te schieten tus- 1
schen de oogen,
lïlclëir d&t iS gg- "■"••••"«'••••••miiimMiiiimiiiiiiiiiiiiiiin
waagd, want 'n beer heeft hersens, en als je die
niet raakt, geeft hij niets om een kogel door z'n
kop. Ik had gelezen, dat een beer onmiddellijk
dood is, als je hem 'n kogel geeft goed vlak ach
ter z'n voorpoot naar z'n borst. Maar die plek is
ook al niet gemakkelijk te bereiken, tenzij de
beer dwars ging staan. Ik besloot dus, zoo
maar in 't algemeen op hem te schieten.
De beer naderde. Ik dacht aan m'n familie.
Omdat m'n familie klein is, was dat niet moei
lijk. Wat zou m'n vrouw wel denken, als t
eene uur na het andere verliep en ik kwam
niet terug! Wat zou de rest van m'n familie
wel denken, als ze geen bramen kregen. Wat
zou m'n vrouw zich schamen, als ik opgegeten
bleek te zijn door een beer!
De beer naderde! Eigenlijk was hij al gena
derd. M'n gedachten raakten in de war. Ik
legde aan, dekte de borst van den beer met den
korrel en vuurde. Toen keerde ik me om en
liep als een hazewind. Ik hoorde den beer niet
en keek om. Daar lag hij. Toen herdacht ik
dat je na 't afschieten van een geweer nooit
beter kunt doen, dan het opnieuw te laden. Ik
liet er een patroon in glijden, zonder den beer
een oogenblik uit 't oog te verliezen. Hij be
woog zich niet. Vol argwaan liep ik terug; hij
kon wel veinzen dood te zijn: beren zijn echte
veinzaards. Om zeker te zijn, kwam ik nader
en schoot hem door z'n kop. Hij gaf nu toch
nergens meer om. Het was een kalme dood. Ik
had een beer verslagen!
Met een onnoozel gezicht liep ik naar binnen.
Een koor van stemmen verwelkomde mij„Waar
zijn de bramen? Waar heb je zoo lang gezeten?
Waar is je emmer? Heb je écht een beer ge
zien? Liep hij? Wat deed je toen? Waar is
hij?"
Ik besloot hen te overtuigen door den beer
naar huis te halen. Ik ging naar het dal om
hulp te zoeken en kreeg daar ongeloovige lach
jes tot antwoord. Maar ondanks die ongeloo-
vigheid, ging er toch een man of vijftig mee.
Niemand geloofde er iets van, maar iedereen
nam een geweer mee, of een revolver, of een
stok, of een hooivork, of een pook. En toen ik
hen op de plek bracht en wees op het dier,
dat daar morsdood lag, kon niemand looche
nen dat het een beer was en ik was de held...
enfin, ze brachten het dier naar huis.
Sinds dien tijd sta ik in hoog aanzien bij m'n
familie en kennissen; men noemt mij algemeen
Charley den berendooder.
Voor de leden van de Royal Society of Arts
heeft de bekende geleerde Dr. T. N. Morris van
het Low Temperature Research Station te Lon
den een lezing gehouden, waarin hij verklaarde,
dat geconserveerde voedingsmiddeien een hoo-
gere voedingswaarde hebben dan versche. Vol
gens spr. was het duidelijk, dat bij het conser-
veeren, waarbij het voedsel wordt gekookt in
een gesloten ketel, niets verloren kan gaan van
de essentieele bestanddeelen door het weg
werpen van het water, waarin het wordt ge
kookt. Het moge waar zijn, dat er eenig verlies
is bij zekere voorbereidende werkzaamheden,
maar het verlies is veel geringer dan bij het
bereiden der groenten op normale wijze. Boven
dien wees spr. er op, dat door de hooge tempe
raturen, die bij het conserveeringsproces wor
den toegepast, de voedingsmiddelen beter ver
teerbaar zijn.
Betreffende de vitaminen, die geconserveerde
levensmiddelen bevatten, deelde Dr. Morris
mede, dat. verhitting van de produpten bij aan
wezigheid van lucht, de vitaminen doodt. In
dien lucht ontbreekt, en dit is bij conserveeren
het geval, heeft de hitte slechts weinig uitwer
king. Spr. kan dan ook volkomen instemmen
met het resultaat van vele onderzoekingen in
Amerika aangaande dit probleem, waarbij Is
komen vast te staan, dat geconserveerde pro
ducten grooter vitamine-gehalte hebben dan op
normale wijze gekookt voedsel. Vele generaties
ratten en Guineesche biggetjes zijn gevoed met
geconserveerde voedingsmiddelen; in geen en
kel opzicht deden zich bij deze dieren abnor
male verschijnselen voor.
bij verlies van een hand f 1 O C oij verlies van een f Cf) bij een breuk van f Af) bij verlies van 'n
een voet of een oog# X«v>" duim of wijsvinger t#l/»~been of arm Ti/«" anderen vinger
42.
(Korte inhoud van net voorafgaande
Da via Patterson is de eigenaar van een
bloeienaen Delshandel in Noord-Canada
Zttn exnansie-zucht vindt slechts een nin-
derpaal. de machtige Hudson Bay Ccm-
nanv ziin grootste concurrent Deze oezet
een oost Por, Mvsterv' genaamd en door
Herbert Morlev oeheerd «aar Patterson
ondank» nerhaalde oogmgen nooit in ge.
slaagd is vasten voet te verkrttaen Bruce
Rochette die een dienen haat koestert te
gen de Hudson's zal dan voor Patterson
trachten een handelsoost te vestteen in
het veelomstreden gebied Hi; vertrekt met
Joe Snowbird en wordt hartehlk door Mor
lev en ztln echtgenoote ontvangen Bruce
geeft voor belast te zl1n met het doen van
waarnemingen voor een aardriikskundlg
genootschap Zlln bediende Joe Snowbird
laat hem dan plotseling in den steek
Bruce vreest dat Morlev hem heeft door
zien en hem tn een valstrik tracht te lok
ken. maar hij olilft moedie op zijn oost
en helpt bil het ollhouden der boeken
waardoor hl) vele tnteressante bilvonderhe
dea over de Hudson's Cy. te weten komt.)
U weet, dat dit juist zakenconcurrentie is.
antwoordde hij vlug. U weet niet wat het voor
mij beteekent, noch wat ik doen moet.
Een oogenblik aarzelde hij; toen ging hij
verder:
U is eerlijk geweest tegenover mij. U dacht,
dat ik hier kwam om de pelsen te bemachtigen.
De pelshandel is echter een middel geweest om
een doel te bereiken, en het is niet meer dan
billijk, dat ik u ook mijn eigen geschiedenis
verhaal. Dan zult u begrijpen, waarom ik ver
der móét.
Ook hij viel met de deur in huis, en ving aan
met het verhaal van het huwelijk van zijn
Engelsche moeder met zijn Fransch-Canadee-
schen vader. Hij verhaalde over zijn jeugd, over
het leven dat zijn ouders en hij hadden geleid;
zijn zinnen waren kort. zijn schildering levendig,
hartstochtelijk, doch alles was zoo duidelijk dat
een helder licht scheen op den door zijn ouders
gevoerden strijd en het geluk van hun klein
gezin in de wildernis.
Hij naderde vlug het oogenblik, waarop hij en
zijn vader den post verlaten hadden, terwijl zijn
zieke moeder op de tobbogan was gelegd; hier
werd zijn toon geheel anders. Terwijl hij zijn
verhaal deed, doorleefde hij opnieuw die harde,
pijnlijke, droeve dagen. Twaalf jaren was het
geleden sinds dien nacht waarin zijn moeder was
gestorven, sinds hij >s morgens was wakker
geworden, uitgeput van vermoeidheid en zijn
moeder dood naast hem aantrof; ieder detail
stond zoo scherp voor hem, dat hij het gevoel
had alsof alles zich den vorigen nacht had af
gespeeld.
In die twaalf jaren had hij slechts eenmaal
die geschiedenis verteld, namelijk aan David
Pattison. Het verhaal had hem toen opgewonden,
doch daar had steeds de koude blik van den
pelshandelaar op hem gerust. Hier stond hij
voor een vrouw, wier oogen, bij het aanhooren
der geschiedenis, zich met tranen vulden, wier
lippen trilden van aandoening en hij werd door
zijn verhaal geheel meegesleept.
Daarom ben ik hierheen gekomen, besloot
hij. Daarom wil ik de pelsen bemachtigen.
Begrijpt u me thans? Ik móét verder. Zoo lang
ik leven zal, kan ik onmogelijk vergeten wat de
Hudson's Bay mijn moeder aangedaan heeft. De
maatschappij heeft haar vermoord en ze zal me
alles vergoeden. Ze zal het En ik ben in de
gelegenheid haar hier te treffen en ik doe het!
Maar. Bruce
Neen, ik kan het niet vereeten. Ik kan
het niet. Doch zelfs als niets van dat alles waar
was zelfs al had ik dergelijke redenen niet, toch
moet ik thans mijn gang gaan. Ik ben gebonden
aan iemand. Ik heb zijn geld aanvaard onder
voorwaarde dezen post te zullen bespieden. Ik
kan mij gegeven woord niet breken.
Bruceonderbrak mevrouw Morley hem
opnieuw.
U weet wat een strijd om de pelsen moet
zijn, raasde hij verder, u hebt anderen doen
falen en hen uit dit district verdreven. Nu mag
u niet.
Bruce!
Haar toon was zoo barsch, dat hij ophield. Ze
had echter alleen zoo barsch gesproken om hem
te doen ophouden. Toen ze verder sprak, klonk
haar stem wederom hartelijk.
Bruce, zei ze, u moogt me niet verkeerd
begrijpen. Denk niet, dat ik u mijn levensge
schiedenis heb verteld in de hoop dat u mede
lijden met me zoudt hebben, omdat ik een
vrouw ben; dat ik gebruik wil maken van de
-wapens van een vrouw om u te overwinnen. Dat
is het niet; en ik moet u nog meer zeggen.
Ik voel wat de dood van uw moeder voor
u geweest is. Ik begrijp ook, dat u op het oogen
blik gedreven wordt door meer dan gewonen
haat. En ik wil u niet beleedigen door te trach
ten u van uw voornemen af te brengen. Het is
alleen billijk, dat ik in uw voordeel en ter ver
dediging van de Hudson's Bay Company hier
verklaar, dat de maatschappij geen strijd voert
tegen vrouwen. Er is niemand in de maat
schappij die willens en wetens zoo iets zou doen.
Het was in dit geval slechts de halfbloed die
een wapen gebruikte, dat hij niet kon hanteeren.
Het wapen vloog uit zijn hand en dit was de
oorzaak, dat uw ouders een vreeselijk onrecht
werd aangedaan.
En wat is de achtergrond van dat alles?
riep Bruce uit. De houding van de groote maat
schappij, die toelaat, dat zulke wapens gebruikt
worden
Dat is dezelfde houding, die u en ik heb
ben aangenomen, een houding die in het pels-
land gebruikelijk is en die even lang in zwang
zal zijn als succes zal afhangen van een ver
kregen overwicht over een volk, welks mentali
teit niet hooger gaat, dan die van den gewonen
Tndiaanschen pelsjager.
Ze sprak rustig; Bruce zweeg. De logica van
haar antwoord was te duidelijk om Bruce de
fout in zijn eigen gedachtengang niet te doen
inzien. Doch mevrouw Morley had nog meer te
zeggen.
Ik verwacht niet uw standpunt te kunnen
veranderen, vervolgde zij. Emoties worden
nooit door de logica beheerscht. Evenmin
wensch ik u te beïnvloeden door mijn eigen
verhaal. Ik vraag u zelfs niet te veronderstel
len dat ik onbaatzuchtig geweest ben in mijn
doen en laten op Fort-Mystery. Doch het is
goed voor me geweest. Het Noorden is geen
plaats voor de vrouw. Weinigen vermogen de
dorheid en eentonigheid van dit land te over
leven. Sommigen zijn er, die bezield zijn met
zoo'n werkkracht, dat ze blijven doorgaan
onder de Indianen te werken en hun gezinnen
te verzorgen, langen tijd zelfs nadat ze tot de
ontdekking zijn gekomen van 't nuttelooze
hunner poging, het noodelooze tijdverkwisten
door zich aan dat werk te wijden. Die vrouwen
zijn echter gelukkig, want zoodoende bewaren
ze haar gezondheid. Doch voor die vrouwen, die
eenmaal de geringe waardeering van haar
arbeid hebben gevoeld, bestaat er geen redding
meer. Het pelsland is de plaats voor mannen.
Voor hen bestaat hier iets, waarnaar ze
streven kunnen. De vrouwen hebben hier niets.
Op het laatst worden haar ziel en lichaam ge
dood. Ik heb vrouwen gekend, die na enkele
jaren zenuwlijdsters zijn geworden. Wellicht
zou ik ook onder deze categorie behoord heb
ben, ware het niet, dat ik iets had gehad,
waarvoor ik werken kon. Doch mijn taak hier
gaf mij het geluk en het genot, dat men voelt,
bij het verrichten van iets werkelijks. Welnu,
Bruce, ik heb gespeeld als een man met de
kans om te slagen of te falen. Ook heb ik mijn
rol gespeeld geheel in overeenstemming met de
gebruiken en zeden van het Noorden en ik heb
er van genoten. Gij waart me welkom. Van het
eerste oogenblik af, vermoedde ik reeds wat
gij waart. De menschen in de pelslanden weten
altijd met wien ze te doen hebben. Het waren
kleinigheden, het was de een of andere uit
drukking die ik toetste aan mijn ondervindin
gen hier in dit land en ik wist genoeg. Bij
voorbeeld, u zei altijd „Hudson's Bay" nooit
.Hudson Bay"; zulks wijst er op dat men te
doen heeft met een pelshandelaar. Ik was
bovendien ook niet geheel overtuigd van de op
dracht die u beweerdet te hebben van het
Nationaal Aardrijkskundig Genootschap, om
hier aanteekeningen te komen maken, die reeds
jaren geleden werden verzameld. Ook trof mij
uw bekendheid met het land, welke gij in
ontelbare kleine dingen hebt verraden en die
een vrouw kon zien, -doch een man niet zouden
zijn opgevallen.
Om zekerheid te hebben, heb ik gepro
beerd u te vangen door op zekeren avond de
boeken open te laten liggen. Toen ik de kamer
binnenkwam, zag ik dat ge alles wist want ge
hield Morley scherp in het oog. Uw oogen
hebben u verraden. Ik trachtte u toen op een
dwaalspoor te brengen door haastig het
strookje papier „per ongeluk" van de boeken
te schuiven terwijl ik passeerde. Doch het feit
dat ge voeldet dat er 'n valstrik was gezet, zei
me precies wat ik weten moest. U had getracht
de boeken te doorsnuffelen.
(Wordt vervolgd.)