Het ideale Engelsch huis
Md vaAaal van den da§
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
FORT-MYSTERY
MEUBELS VANHOUTPULP
DINSDAG 3 APRIL 1934
De verrezen Byron
Hoeveel macaroni
Italië eet
Geldregen over
Boedapest
Moderne Aardrijkskunde
eendmethet™:\ De gentleman-
dief
Mahoniehout van koraalrood tot
oestergrijs en zelfs in een
zachtgroene nuance
Het „dorp van de
toekomst"
Eikenhout verliest
Gemakkelijke stoelen
Tegels en kurk
Het Lindbergh-jacht
verkocht
Represailles der Nawa»
jos-Indianen
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
mm
door
Katharina en Robert Pinkerton
Voor aanzicht van een huis uit het „Dory van de Toekomst" van „The Ideal
Home" tentoonstelling. Er werden reeds verschillende huizen van dit type in
Zuid-Eonden en Twickenham gebouwd. De hal komt uit op een eet- en een zit
kamer en een keuken, terwijl daarboven ruimte is voor drie slaapkamers en een
badkamer
noemen wil, heeft een lengte van 26 M. en Is
zeer modern uitgerust.
De rol, die bovengenoemde Charles H. Con-
solo werkelijk in deze zaak speelde is nooit heele-
maal duidelijk geworden. Of hij met de ver
schillende bedriegerijen die zich indertijd rond
de Lindbergh-zaak afspeelde in contact stond
en of hij direct of indirect aandeel had in de
100.000 dollar die Lindbergh in contanten be
taalde, zonde, er echter zijn kind voor terug
te krijgen, is nooit definitief uitgemaakt.
Bij deze gelegenheid werd ontdekt, dat zich
ook elders in Amerika in alle stilte een leven
dige handel in Lindbergh-relikwieën uit de
ontvoeringsgeschiedenis ontwikkeld heeft.
Niet alleen afpersingsbrieven maar ook zoo
genaamde „laatste kleedingstukken" van Lind
bergh's zoontje' zijn voor grof geld verkrijg
baar.
Toen de bekende Amerikaansche roman
schrijver Dean Howells redacteur was van een
Amerikaansch tijdschrift, kreeg hij op zekeren
dag in zijn redactie-bureau bezoek van een
jongeman, die hem een gedicht overhandigde
met het verzoek, dat direct te lezen. Howells
las het gedicht aandachtig door en verzekerde
zijn bezoeker, dat hij het uitstekend vond, al
leen kwam het hem eenigszins bekend voor, of
hij het neelemaal alleen geschreven had?
„Ja zeker," was het trotsche antwoord van
den zelfbewusten jongen dichter, „ieder voord
is van mij."
Toen gleed er een guitige glimlach over het
gezicht van den redacteur, hij stond op en
maakte een diepe buiging, terwill hii de vol
gende woorden met eerbied sprak: „Ik oen zeer
gelukkig, U te zien, Lord Byron, want tot nu
toe verkeerde ik in de vaste meening, dat u al
jaren dood was."
In een ïtaliaansch tijdschrift heeft men
trachten uit te rekenen hoeveel macaroni jaar
lijks in Italië wordt gegeten. Het resultaat is
verbluffend: als men alle macaroni, die de Ita
lianen in den loop van 'n jaar om hun vorken
winden, aaneen zou binden, zou men een snoer
krijgen, dat niet alleen lang genoeg zou zijn om
de aarde met de maan te verbinden, maar dat
zelfs nog een flink stuk boven de maan zou
uitschieten. In dit snoer zou nog niet de maca
roni begrepen zijn, die door Italië wordt ge
ëxporteerd.
Kort geleden werd de directeur van het zie
kenhuis te Debreczin verrast door een geldzen
ding van 1000 Pengö. Nu ontving de directeur,
dr. Eugen Baar, wel vaker geldzendingen, maar
in dit geval was de afzender hem totaal onbe
kend. Bij nader onderzoek bleek, dat de afzen
der zich er in het geheel niet bewust van was,
een dergelijk bedrag geschonken te hebben.
Steeds meer personen meldden zich, die ook
geldzendingen ontvangen hadden, zonder den
afzender te kennen. Het werd een raadselach
tige geschiedenis, die nu eindelijk door de krant
„Mai Nap" werd opgehelderd.
Deze krant kreeg n.l. een omgeteeikenden
brief van dengene, die sinds weken voor goede
fee speeldt. Hieruit blijkt, dat de schenker in
zijn jeugd door het begaan van een misdaad
in het bezit kwam van 70.000 Pengö. Dank zij
dit bedrag heeft hij zich een enorm vermogen
verworven. Maar nu, als oud man, voelt hij be
rouw en wil by wijze van boete dit geld weg
schenken. Tot nu toe heeft hij 12.000 Pengö
verstuurd. Geheel Boedapest hoopt een klein
deel van de resteerende 58.000 in de brievenbus
te vinden.
„Als je met een auto in 3 kwar
tier van den Haag naar Amster
dam wilt rijden en je gaat om
twee uur weg, waar ben je dan
om half drie
„In Leiden, meester, in het acade
misch ziekenhuis."
Lord Harwood zat in een gemakkelijken
stoel bij den haard. Hij was alleen in zijn
flat en had het zich gemakkelijk gemaakt.
Zijn voeten rustten op de zitting van een an
deren stoel en bij zijn 'rechterhand stond een
tafeltje met rookgerei. Lord Harwood lg.s blijk
baar een spannenden roman, want hij had ab
soluut geen aandacht voor zijn omgeving. Hij
hoorde zelfs niet het vrij duidelijk kraken' van
de kamerdeur. Eerst bü het dichtgaan van de
deur keek Lord Harwood op. „Ben je terug
gekomen, Jaures?" vroeg hij op verwonderden
toon. „Draai meteen het licht op, want ik kan
je niet zien; dit leeslampje is niet voldoende
om een kamer te verlichten."
Er werd aan den schakelaar gedraaid en
ineens was de kamer vol licht. „Nou James,
vertel maar wat je op het hart hebt," zei Lord
Harwood.
Hij zweeg abrupt, want voor hem stond een
vreemde heer en niet de butler, zooals hij ge
meend had.
„Goeden avond, Lord Harwood," zei de man
en zijn stem klonk beschaafd, „ik geloof dat ik
u een excuus schuldig ben."
„Dat bent u me zeker," zei Lord Harwood
gemelijk, „hoe voor den drommel haalt u het
in uw hoofd hier onaangediend binnen te wan
delen?"
„Ik ben niet gewend gebruik te maken van
butlers en dergelijke menschen," antwoordde
de vreemde, „ik help liever me zelf. Daarom
heb ik gewacht tot uw bediende weg was. U
bent laat, Lord Harwood."
„Ik geloof dat ik u niet goed begrijp," zei de
ander. „Waarvoor ben ik te laat?"
„Maar u bent toch het gecostumeerde feest
van de Blackburns niet vergeten? U zoudt ei
heen gaan als edelman uit de zeventiende
eeuw."
Lord Harwood fronste het voorhoofd, doch
antwoordde niet.
De vreemdeling glimlachte, trok zijn lange
donkere jas uit en voor de oogen van den ver
baasden Lord Harwood vertoonde hij zich eens
klaps in een prachtig bewerkt zeventiende
eeuwsch costuum.
Zooals hij daar stond in het volle licht, was
er een opvallende gelijkenis tusschen Lord Har
wood en den vreemdeling. Lord Harwood was
zelf verbluft bij deze ontdekking. Hij begreep
onmiddellijk dat de vreemde van deze gelij
kenis wilde profiteeren, om een of ander doel
te bereiken. Daarom bleef hij kalm zitten en
vroeg: „En wat kan ik voor u doen?"
De indringer lachte geheimzinnig, haalde met
een nonchalant gebaar een revolver uit zijn
zak en legde deze voor zich neer. „U kunt heel
wat voor me doen, Lord Harwood. Op de eerste
plaats raad ik u aan geen onnoodig lawaai te
maken. Ik weet dat u alleen in uw flat bent
en u zoudt dus veel moeite hebben om u te
doen hooren. Dit aardig stukje speelgoed
hij maakte een achteloos gebaar met zijn re
volver is geladen en bovendien heb ik voor
alle zekerheid een fleschje chloroform meege
bracht. Een kogel in uw schouder of in uw
been zal u zeker niet bevallen. Ik ben een goed
schutter en wanneer ik schiet, tref ik meestal
precies de plaats, die ik treffen wil. Als het
noodig is, kunt u aan het fleschje ruiken en
ik verzeker u dat ge daarna zoo kalm zult zijn
als wenschelijk is. Maar ik verklaar u ronduit,
dat ik het onaangenaam zou vinden om tot
dergelijke ruwe praktijken mijn toevlucht te
moeten nemen. Bovendien geloof ik, dat u te
verstandig bent om het zoover te laten komen."
Lord Harwood glimlachte. „Ik ben veel te
nieuwsgierig naar uw plannen," zei hij, „ik
wil den boel niet in de war sturen."
„Dank u," antwoordde de indringer. „Ik zal
u dan het voornaamste vertellen. De Black-
burans geven vanavond een gecostumeerd feest
en u zoudt daarheen gaan als zeventiende
eeuwsche ridder, in een costuum dus als" dit."
„Ik dacht dat het mijn eigen costuum was,"
merkte Lord Harwood op. „Ik geloof niet dat u
te verlegen bent om het mijne aan te trekken
„O nee, Lord Harwood, te verlegen daarvoor
ben ik zeker niet. Ik houd er echter van op
m
alles voorbereid te zijn. Verkleeden eischt veel
tijd en wanneer u reeds gekleed zoudt zijn ge-
weet, zou ik me te veel rompslomp op den hals
hebben gehaald. Daarom liet ik uw kleermaker
een zelfde costuum maken, omdat ik het uwe
zoo buitengewoon mooi vond. Maar enfin, dat
is allemaal bijzaak, U zoudt vanavond dansen
met Miss Blackburn en na het dansen zoudt
u ergens zijn gaan zitten en u zoudt Miss Black
burn ten huwelijk hebben gevraagd."
Lord Harwood maakte een beweging alsof
hij wilde opstaan, maar hij scheen zich te be
denken.
„U bent uitstekend op de hoogte," antwoord
de hij. De vreemde maakte een lichte buiging.
„U hadt met Miss Blackburn afgesproken een
bepaald masker te dragen."
„Wel verdraaid," zei Lord Harwood.
„Ik wil dit masker van u leenen," ging de
vreemde verder,
tHIIIIMIIIIIIIIHIIHIilimilllllllllll» 41111111
terwijl hij drei-
vreerde. „Ik zal E
vanavond Lord 1
Harwood
zijn,
niet om u con- ||||ia,|||,||,,aa,|>|,,*Basia,a|*|>*a,**i*"i|a**|ia*1"*
currentie aan te doen in de liefde, doch alleen
om de aardige steentjes, die Miss Blackburn
draagt en die veel te kostbaar voor haar zijn."
„Op de sofa ligt het masker," zei Lord Har
wood en zijn gelaat bleef onbewogen. „Neem
het masker mee. Wenscht u nog iets?"
„Uw woord van eer, dat u vanavond niet naar
de Blackburns zult gaan. Twee Lords Harwood
op één avond is te veel. Verder moogt u binnen
twee uren geen waarschuwing geven via buren
etc. Ik moet twee uren hebben om mijn werk
te doen. Laat me dus twee uren met rust."
„En wanneer ik weiger?" vroeg Lord Har
wood.
„Dan," zei de indringer, „ben ik genoodzaakt
om de reeds genoemde maatregelen te nemen."
Een oogenblik scheen Lord Harwood te wei
felen. „Nee," zei hij dan, „doet u geen moeite,
ik ben bereid aan uw verzoek te voldoen. Maar
vertel me wat u zult uitvoeren."
„Ik meende dat ik het reeds duidelijk genoeg
gezegd had," glimlachte de man. „Ik ga naai
de Blackburns en dans en wanneer ik gedanst
heb, zal ik praten met Miss Blackburn, zooals
dat een Lord Harwood betaamt. Men verwacht
een huwelijksaanzoek en in een dergelijk geval
laat men een jong paartje wel eenige oogen-
blikken alleen in een stil, met palmen versierd
hoekje. Denkt u ook niet? Drie druppels chlo
roform op een zakdoek zijn voldoende om de
lieftallige Miss Blackburn eenige oogenblikken
gedachteloos te maken en mij de gelegenheid
te geven den stralenden diamanten ketting in
andere handen te brengen. Heel eenvoudig,
nietwaar?"
„Zeker," zei Lord Harwood, „zeer eenvoudig.
Ik moet dus twee uren wachten, voor ik de
politie mag waarschuwen?"
„Twee uren is voldoende," bevestigde de
vreemde.
„Ik stem toe," zei de Lord.
„Dan dank ik u voor uw bereidwilligheid. Het
masker zal ik u na gebruik terugsturen." Hij
trok zijn jas aan, greep het masker en stapte
rustig de deur uit. „Goeden avond, Lord Har
wood," zei hij nog. „Ik vertrouw op uw woord.
Nog nooit heeft een Lord Harwood zijn woord
gebroken."
„Ook deze Lord Harwood zal dat niet doen,"
antwoordde de aangesprokene, en hij zei het
met overtuiging.
De deur werd gesloten en Lord Harwood was
alleen.
„Gelukkig," mompelde hij, „dat ik niet ge
noodzaakt was op te staan, anders zou hij heb
ben bemerkt dat ik door m'n verzwikten enkel
niet in staat ben te loopen. 'tls bovendien een
geluk, dat ik juist m'n enkel verzwikt heb, toen
ik vanmorgen schaatsen reed met Miss Black
burn en dat zij weet dat ïk vanavond onmo
gelijk kan komen. Maar 't is jammer voor m'n
vriend, den diamantendief. Ik vermoed dat zijn
poging weinig succes zal hebben."
En hij nam zijn boek en begon opnieuw te
lezen.
Eén uur later telefoneerde Miss Blackburn
dat een gentleman-dief getracht had on
der Lord Harwood's naam binnen te dringen,
doch dat de man onmiddellijk gearresteerd was
door den detective, die voor alle zekerheid aan
wezig was.
LONDEN, 31 Maart.
Voorjaarsschoonmaak heeft de winterkleur
weggevaagd. Hier en daar is men bezig,
met eigen hulpmiddelen en door eigen
smaak gedreven, een nieuwen toon in eigen
„home" aan te brengen. Maar de wonderlijkste
tinten zijn niet in 's menschen brein geboren,
noch door s menschen handen gewrocht: het
is de bonte wisseling van levende kleuren, die
het voorjaar in de natuur toovert, in parken
en tuinen.
Is er wel een beter oogenblik denkbaar, om
het eigen interieur zoo gezellig mogelijk te ma
ken? En het is daarom zoo juist gezien van de
organisatoren der „Ideal Home"-tentoonstel-
ling in Olympia te laten zien, waartoe de
Britsche handel en industrie in staat zijn. In "n
voorjaar, dat beide zich in opgaande lijn be
wegen. Een voorjaar, dat eindelijk een lang ver
beide lente van ontluikenden voorspoed bren
gen zal.
Het ligt niet in onze bedoeling, U een be
schrijving te geven, van alles, wat er op de „The
Ideal Home"-tentoonstelling te zien zal zijn. Wij
zullen slechts enkele grepen doen. hier en daar
en U vertellen, op welke wijze Engeland rea
geert op het moeilijke probleem van het ideale
tehuis. De grootste puzzle begint, wanneer men
de architectuur van huis en tuin bestudeert.
Met het daarbij behoorend conflict tusschen
den huis-architect en den. bouwer van tuinen.
Een conflict, dat zich gelukkig niet zoo scherp
6telt bij het overgroote gedeelte der bezoekers
van deze show, om de eenvoudige reden, dat
zij nimmer in aanmerking kunnen komen voor
huizen met grocte tuinen.
Wat al dadelijk opvalt bij het observeeren
van wat Engeische architecten in het bouwplan
voor het „Dorp van de Toekomst" hebben ver
werkt, is het groote gebruik van glas en staal.
Het eerste in gekleurdsn vorm voornamelijk als
decoratie. Er heerscht een algemeen streven,
zooveel mogelijk licht en lucht te doen binnen
dringen.
Wanneer we de zeer voorname factoren als
gTond- en vloerbekleeding voorloopig onaange
roerd laten, dan heeft dit zijn oorzaak in het
feit dat men in Holland in dat opzicht niet
veel meer van de Britten te leeren heeft. Wat
de meubelen betreft gelooven we echter, dat
Engeland nog wel den toon aangeeft. In dit
verband is het dan ook van belang te vernemen
dat eikenhout hier aan populariteit heeft ver
loren. Men gebruikt het alleen nog maar in ge
vallen. dat men over niet voldoende contanten
beschikt, om een andere houtsoort te nemen
En aangezien er ook in het zich herstellende
Britsche Rijk nog menschen genoeg zijn, die
gebrek aan de noodige contanten hebben, zoo
is het gebruik van eikenhout, maar dan vrij
wel uitsluitend voor eetkamerameublementen,
nog op 40 procent van het totaal te stellen.
De helft van het in deze industrie gebruikte
hout bestaat uit wortelnotenhout terwijl de
re-t, een 10 procent dus. voor mahoniehout ge
reserveerd blijft. Met dat al wint net mahonie
hout gaandeweg ten koste van het eikenhout en
het is opmerkelijk, dat dit hout zijn gewone
kleur gaat verliezen. Van de 40 nieuwe monsters
was er geen enkel meer van de gewone donker
roodbruine kleur. Men heeft tegenwoordig ma
honiehout van. koraalrood tot oestergrijs en
zelfs In een lichtgroene nuance.
De kasten hebben alle dit gemeen, dat ze voor
2 3 als hangkast zijn ingericht, terwijl men ze
van binnen een kleur heeft gegeven, die met de
omgeving harmonieert, omdat men van de zeer
juiste veronderstelling is uitgegaan, dat een
kastdeur dikwijls geruimen tijd open blijft
staan.
De gemakkelijke stoelen zijn eenvoudiger van
lijn en ze nemen ook niet meer zooveel plaats
in. Een even sierlijke als practische oplossing
werd gevonden in stoelen, waarvan men den
rugstand zelf kan regelen en waarbij dan de
zitting uitschuifbaar is. Er zijn stoelen met 8
bergplaatsen voor boeken: twee in front en
tw:e aan eiken kant van eiken arm. Een bij
zonderheid is een nieuwe materie voor dit soort
stoeien, namelijk boutpulp, dat in aJJe ge-
wenschte vormen geleverd wordt en hetwelk
vele voovdeelen bezit. Het is een zeer licht ma
teriaal, dat een langen levensduur heeft en zeer
gced tegen temperatuursveranderingen bestand
is. Dit laatste is van veel belang voor meubels,
die dicht bij haarden, kachels of verwarmings
toestellen geplaatst worden.
Wanneer we een kijkje nemen in de afdee-
ling badkamers en keukens, dan treft, ons de
handige manier, waarop de kwestie der raam
gordijnen is opgelost. Men gebruikt hiervoor ren
olie-achtige zijdestof. welke in alle tinten te
verkrijgen ls. Dit „oil-silk" is zeer goed bestand
tegen de vochtige dampen, die er geen Invloed
op uitoefenen. Zoowel in keuken als m bad
kamer heeft men volkomen afstand gedaan van
een vloerbedekking met tegels, ook al nad deze
de eigenschap, gemakkelijk schoon te nouden
te zijn. Tegels zijn échter te gevaarlijk met het
oog op het uitglijden, ze zijn koud aan de voe
ten en het loopen is te gehoorig.
Inplaats van tegels heeft men algemeen kurk
als grondbedskking ingevoerd. En wel op twee
manieren: als permanente vloer, in blokken ge
legd, een zoogenaamde parketvloerbewerking en
voorts als karpet. In de keukens heeft men
echter terwilie van het gemakkelijk schoon
houden de gewone tegels onder en vlak om de
kookgelegenheden behouden. Een alleraardigst
effect heeft men met tegels als wandbedekking
bereikt in de badkamers, door er visch-motie-
ven in te verwerken. Aangezien er naar eigen
smaak zooveel ongekleurde tegels geplaatst
kunnen worden, als men zelf verkiest, is men in
de gelegenheid bijzonder geslaagde combinaties
te maken, welke ook boven de vaste wasch-
tafels gebruikt kunnen worden.
Natuurlijk ontbreken op deze show ook de
uitersten niet. Zoo kan men hier een badkamer
bewonderen ln Zweedsch marmer en perzik-
kleurig glas, waarin een uitschuifbare arm het
telefoontoestel boven het bad brengt en er te
vens gelegenheid is, om een plank met boeken
naar zich toe te bewegen. Een klaterend drink-
fonteintje en een inrichting voor het wasschen
van het haar completeeren deze badkamer voor
een Sybariet.
De afdeeling tuinen zal vanzelfsprekend de
grootste attractie vormen op aeze tentoonstel
ling. want een Engelschman heeft nu eenmaal
een bijzondere voorliefde voor zijn tuin, al is
deze ook nog zoo klein. Een tuin om in tie wer
ken. maar ook om in te kunnen uitrusten na
de beslommeringen van den strijd om het be
staan, ln den avond van welbesteed leven.
Een tentoonstelling voor de gelukkigen, die
een eigen home bezitten en over de middelen
beschikken, om het naar eigen smaak te ver
fraaien. Een show, die den Brit aan het hart
gaat, cmdat hij er zijn devies: „my home is my
castle" kan toetsen aan de steeds voortschrij
dende gedachte van begaafde landgenooten.
Frankrijk heeft een schip gekocht waaraan
zich bittere en tragische herinneringen vast
geknoopt hebben n.l. het Lindbergh-jacht.
Over den prijs en den naam van den kooper
wordt het diepste stilzwijgen bewaard. Maar
men verzekert dat men voor dien prijs ver
schillende van zulke jachten had kunnen bou
wen.
Het jacht heet Marcon en was eens het ei
gendom van een zekeren Charles H. Consolo,
die zoo'n voorname rol speelde in de Lindbergh-
affaire. Hij had zich aangeboden om een ver
binding met de ontvoerders van den oudsten
zoon van kolonel Lindbergh tot stand te bren
gen. Werkelijk wa. Lindbergh aan boord van
het jacht, ook dager, en nachten onder leiding
van kapitein Lackmarin onderweg. Deze ont
ving van Lindbergh een dankschrijven voor de
bereidwillige hulp die hy verleende.
Dit schrijven is in de cabinet van het jacht
onder een glazen plaat met ijzeren afrastering
in veiligheid gebracht en vormt het „meest
waardevolle stuk" van het jacht. Naar men
weet leverden alle nasporingen van Lindbergh
toen geen enkel resultaat op.
Het jacht dat enkel uit sensatie-lust zoo
uiterst duur betaald werd, is aan boord van
een Baltimore-stoomsehip de „City of Nor
folk" naar Europa ingescneept. Dit is de eerste
maal dat een jacht van zulke afmetingen aan
het dek van een schip vervracht werd. De Mar
con of het Lindbergh-jacht al naar men net
Hoe lang wij gevlogen hadden weet ik niet,
en waar wij ons bevonden op dat oogenblik
nog minder, maar dit weet ik wel, dat, onver
wacht nog, de vliegers my in de gaten kregen
Het toestel geraakte n.l. in een ijle luchtlaag
en viel plots een paar honderd meter, 'k Was op
dien val niet verdacht en kreeg een leeiyken
opstopper. Plotseling helde het toestel erg naar
links over. Ik begon te rollen, botste tegen de
postzakken, die vielen en...,, bevond me midden
in het toestel, tot groote ontsteltenis van den
mecanicien, en ook van een der vliegers, die
omkeek, om de werking van het staartroer te
controleeren.
Hoe die kerel keek! Hy werd ïykbleek en ik
denk, dat hy op dat oogenblik zoo ongeveer
hetzelfde gevoel kreeg, dat de „Hollandsche
Vriend" had in zy'n nachtmerrie over den
krankzinnige, die bij het oplaten van een lucht
ballon tegen een der touwen opkroop en zich
in den mand wist te werken. Daar aangekomen,
was zyn doel „al hooger en hooger" te komen,
waarom hy alle ballast over boord wierp en ten
slotte dit ook de beide luchtvaarders zou gaan
doen, wat byna gelukte. Bijna.... want de
„Hollandsche Vriend" ontwaakte met een
scheeuw enzat in bed.
De beide vliegers zaten echter niet in bed,
maar in den cockpit en mijn aanwezigheid was
even werkeiyk als hun schrik, die tot gevolg
had. dat wij ln een vrille raakten en pyisnel
vielen.
Ik gaf een schreeuw van ontzetting. Het
angstzweet brak mij uit. Zou myn onverant-
woordeiyke daad oorzaak worden van myn dood
en dien van drie andere menschen? Wat er toen
in mij omging, het is met geen pen te beschre
ven. Moeder, moeder, steunde ik.
De Nawajos Indianen hebben op hun laatste
stamvergadering besloten, dat zë, die geen
geboren Nawajos zijn, van hun Nawajosrechten
vervallen worden verklaard. Tengevolge hiervan
zullen Douglas Fairbanks, Mary Pickford,
Jackie Coogan en andere grooten van Hollywood,
die door de Nawajos indertijd werden benoemd
tot eere-opperhoofd, den Nawajos-adelaar niet
meer mogen dragen.
Aanleiding tot dit besluit is de verontwaardi
ging, die by deze Indianen heerscht over het
feit, dat zy niet genoeg meer door filmmaat
schappijen worden geëngageerd. Zij achten het
een beleediging van hun ras, dat de filmonder-
nemingen Indianenrollen tegenwoordig laten
spelen door Mexicanen, Chineezen en negers.
1 11 op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f O/l/l/l by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7Cf] by een ongeval met f O Cf] bij verlies van een hand f 1 OC oij verlies van een f Cf] by een breuk van f Af] by verlies van 'n
A LLC CLDOTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeericgea OUU\I*m verlies van belde armen, beide beenen of bei.de oogen t %/U»m doodelijken afloop# een voet of een oog# duim of wijsvinger c#t/.~been of arm# Tw«" anderen vinger
i Korte inhoud van het voorgaande
David Patterson is de eigenaar van een
bloeienden pelshandel in Noord-Canada
Zlln expansie-zucht vindt slechts één hin
derpaal. de machtige Hudson Bav Com
pany. ziln grootste concurrent. Deze oeze-
een post „Fort Mystery'' genaamd en door
Herbert Morlev beheerd waar Patterson
ondanks herhaalde pogingen, nooit ln ge
slaagd ls vasten voet te verkrygen. Bruce
Rochette. die een diepen haat koestert te
gen de Hudson's zal dan voor Patterson
trachten een handelspost te vestigen Id
het veelomstreden gebied. HU wordt har-
telllk door Morley en zlln echtgenoote ont
vangen. Bruce geeft voor belast te zijn met
het doen van waarnemingen voor een
aardrykskundlg genootschap en helpt by
het byhouden der boeken waardoor hi1 vele
interessante bllzonderheden over de Hud
son's Cy. te weten komt. Bruce heeft
Inmiddels een groote genegenheid opgevat
voor Evelyn Morley's dochter. HU gaat
door met ziln plannen tot hem plotseling
biykt. dat mevr. Morlev hem heeft door
zien. i
Bruce -achtte hun bedoelingen te lezen in
hun blikken. Toen zy zyn blik opvingen,
keken ze weer naar het vuur, doch hy had
toch duidelijk kunnen waarnemen, dat ze
uiterst bevreesd waren en haatdragend, terwijl
een vast voornemen hen bezielde. Alvorens te
spreken, bestudeerde hy hun trekken.
Wat wilt ge van me? vroeg hij eindelyk.
Hij sprak in Ojibwaasch, want het was niet
noodig zijn kennis der landstaal te verbergen,
terwijl deze mannen geen Engelsch kenden.
Geen hunner echter antwoordde. Enkelen keken
naar een kleinen man, die tegenover Bruce by
het vuur zat. Blijkbaar was hy de leider, en
Bruce wendde zich tot hem:
Wat wilt ge van me?
De kleine man keek op. Zën blik getuigde van
haat en was zonder ontzag noch vrees; hij sprak
op bitsigen en snauwenden toon, zonder het
eigenaardige keelgeluid te doen nooran:
U gaat met ons terug naar Fort-Mystery
antwoordde hy. U moet daar uw duivelsche
machine wegnemen en ze vernietigen. Wanneer
u daarmede klaar bent. zulten we u dooden.
Bruce had zooiets wel vermoed. Morley had
hem verteld, wat de Indianen dachten en zei
den, Joe Snowbird was daarvoor op de vlucht
gegaan en mevrouw Morley had hem hiervoor
gewaarschuwd. In het begin had hij zich geen
vrees laten aanjagen en later was hij te veel
met zyn eigen groote plannen bezig geweest oir
daaraan zyn aandacht te runnen schenken
Hij was voor de Indianen wel niet bevreesd
doch gevoelde er weinig voor naar Fort-Mystery
terug te keeren. Hij kón niet. Zijn opzet was
het dat hij zoo vlug mogelijk Winnipeg moest
bereiken. Deze mannen zouden oorzaak worden,
dat hy op zyn tocht een vertraging van hon
derd myien zou hebben.
Gë zyt dwazen! riep hij uit, op nijdigen
toon. Nee-da-boy. die bedrieger, heelt jullie
allemaal om den tuin geleid. Mijn instrumenten
hebben niets uitstaande mét het weer. Ze kun
nen het weer noch koud noch warm maken.
Wanneer ik hier niet gekomen was, dan zou ae
winter dezelfde geweest zijn. Niemand kan er
voor zorgen, dat het goed of slecht weer is.
Het weer is er, koud of warm, en we moeten
het nemen zooals het is. Gaat terug naar Fort-
Mystery. Neemt het instrument weg uit de
veranda, als ge zulks wenscht. Neemt het en
werpt het ln het meer, of maakt een groot vuur
en verbrandt het, of neemt een bijl en slaat
het stuk. Doet alles ermee wat ge wilt doch laat
mij met rust.
Niemand antwoordde. Niemand keek op van
het vuur, behalve zy, die hun geweren gereed
hielden en wier oogen Bruce geen oogenblik
verlieten. Het gelaat dezer drie mannen had
een buitengewoon kalme uitdrukking.
Ik wil niet met jullie terug gaan! ver
klaarde hy. Ik ga niet terug naar Fort-Mystery.
U zult teruggaan! riep de kleine man
woedend nit. U kwam hier om ons een eeuwigen
winter te brengen. U bracht een macnine mee.
die ys en sneeuw en koude maakt, die de zon
belet hoog aan den hemel te ctaan en haar vèr
weg in het zuiden vasthoudt, waardoor de win
ter niet heengaat. We kennen uw toovermidde.
ien. We weten, dat de blanke krachtiger toover-
middelen dan de Indiaan kan maken. We weten
dat er blanken zijn, ver in het zuiden, waar u
vandaan komt, die alle Indianen hier uit dit
land willen verdryven, opdat zy dit land dan
bezitten. We hebben van dat alles gehoord en
we weten, dat dit de reden is, waarom u naar
Fort-Mystery gekomen zijt. Doch uw roovermid-
delen zijn thans zonder macht. Drie geweren
zijn nu op uw borst gericht en geen blanke is
ooit in staat geweest een toovermiddel te maken
■dat tegen drie kogels is opgewassen. Wanneer
ge probeert nu eenig toovermiddel tegen ons ta
maken, dan zullen we u dooden vóór u hiertoe
in staat brent. Zoolang ge de duivelsche machine
niet hebt weggenomen zullen deze drie geweren
altyd op uw borst gericht blijven. Wanneer wij
zien, dat ge een toovermiddel gaat maken, dan
schieten wij u dood.
Bruce begreep het standpunt der Indianen
met betrekking tot de ingewikkeldheid van het
maken van toovermiddelen. Iemand die stil zit,
hoe machtig hy overigens moge wezen is niet
in staat een bezwering uit te spreken noch
geesten op te roepen. De geesten moeten opge
roepen, bezworen en bewerkt worden. Gejoel,
trommellawaai, bezwerings- en hocus-pocus for
mules en andere vreemde kunsten moeten hierby
eerst te pas komen.
Dat was het waaraan de Indianen geloofden.
Daarom was het, dat de geweren gereed werden
gehouden. Bij het eerste verdachte toovevteeken
van Bruce zouden de geweren worden afge
vuurd. De vrees van deze bygeloovigen en dat
wat zij dachten dat hy had gedaan en wellicht
nog zou doen kon oorzaak zyn dat ze hem op
staanden voet zouden vermoorden.
Dit belette hem echter niet met hen te
spreken, ofschoon hij door zijn bekendheid met
't karakter van de Indianen wist, dat dit nut
teloos was. Al had hy gepraat tot den jongsten
dag, al was zyn betoog nog zoo logisch mogelyk
geweest en zoo helder, dat zelfs de eenvoudig-
sten het hadden kunnen begrijpen, toen zou dit
geen resultaat hebben gehad. Hy moest hier
vechten tegen bygeloof, haat en verdenking, en
een geloof in domme onlogische dingen. Wan
neer een blanke, die de Indianen kent, en overi
gens een overtuigend en goed spreker ls. met
één Indiaan te doen heeft, dan bestaat de
mogelykheid dat het dezen overtuigt. Doch
staande tegenover twee of drie of, zooals hier
het geval was, tegenover tien Indianen, dan is
hij machteloos.
Toch praatte Bruce. Hy sprak over tal van
dingen, die in nauw verband staan met 't ge
loof der Indianen, liet duidelyk de domheid van
verschillende punten uitkomen hij sloeg een weg
in, dien hy in andere oogenblikken niet zou
hebben willen volgen. Eindelyk had hë zichzelf
uitermate opgewonden, doch zonder resultaat;
want aller oogen bleven gericht op het vuur,
geen gelaatsuitdrukking was veranderd, geen
woord was er gesproken.
Toen Bruce eindelijk ophield met spreken, gaf
de kleine Indiaan aan de drie mannen met de
geweren bevel streng de wacht te hcuden De
anderen gingen liggen slapen in hun konijnen-
velvachten. Gedurende een poos nam Bruce zijn
wachters op, terwijl zijn geest zich bezig hield
met het bedenken van een plan om te vluchten.
Doch, welk plan hij ook bedacht, steeds stootte
hy op de onwrikbaarheid der Indiaansche
natuur; eindelijk viel ook hij, daar hy doodmoe
was, in slaap.
Hy werd wakker door het gefluister der jagers
en zag de mannen een maaltyd gereed maken
vóór hun terugkeer naar Fort-Mystery. De dag
was nog niet aangebroken en in de bewegingen
van de Indianen was eenige opgewondenheid te
bespeuren. Toen het ontbyt klaar was boden ze
hem ook wat aan en hij weigerde met. Nadat
ze klaar waren stonden ze op; Bruce werd in
het midden van het troepje geplaatst en de
terugtocht begon.
De Indianen reizen over het algemeen niet
zoo vlug als de blanken of de halfbloed; boven
dien waren deze mannen nog vermoeid door hun
lange achtervolging. Het viel Bruce niet moei-
lyk hen te volgen. Er werd niet veel gezegd, be
halve de gebruikelijke commentaren over het
spoor van een of ander dier. dat men ontdekte.
Een Indiaan, ofschoon hy zën leven doorbrengt
met jagen, windt zich altyd op by het zien van
een spoor van eenig wild.
Getrouw aan de gewoonte der Indianen, hield
men tal van keeren stil om te rusten en een pëp
aan te steken, en 's middags gebruikte men
weer wat. Bruce had een plan tot ontvluchten
bedacht. Hij dacht, er niet meer aan te argumen
teeren, ofschoon de rusten hem daartoe volle
gelegenheid boden, doch zag scherp toe of zyn
wachters niet de een of andere onoplettendheid
begingen. Hij zag echter weldra in, dat hy. met
de gewapende jagers achter en vóór zich en de
sneeuw, die hem overal omringde even hulpeloos
was, alsof hy aan handen en voeten was ge
bonden. (Wordt vervolgd)