Het ideale Engelsch huis Md vaAaal van den da§ PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND FORT-MYSTERY MEUBELS VANHOUTPULP DINSDAG 3 APRIL 1934 De verrezen Byron Hoeveel macaroni Italië eet Geldregen over Boedapest Moderne Aardrijkskunde eendmethet™:\ De gentleman- dief Mahoniehout van koraalrood tot oestergrijs en zelfs in een zachtgroene nuance Het „dorp van de toekomst" Eikenhout verliest Gemakkelijke stoelen Tegels en kurk Het Lindbergh-jacht verkocht Represailles der Nawa» jos-Indianen AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL mm door Katharina en Robert Pinkerton Voor aanzicht van een huis uit het „Dory van de Toekomst" van „The Ideal Home" tentoonstelling. Er werden reeds verschillende huizen van dit type in Zuid-Eonden en Twickenham gebouwd. De hal komt uit op een eet- en een zit kamer en een keuken, terwijl daarboven ruimte is voor drie slaapkamers en een badkamer noemen wil, heeft een lengte van 26 M. en Is zeer modern uitgerust. De rol, die bovengenoemde Charles H. Con- solo werkelijk in deze zaak speelde is nooit heele- maal duidelijk geworden. Of hij met de ver schillende bedriegerijen die zich indertijd rond de Lindbergh-zaak afspeelde in contact stond en of hij direct of indirect aandeel had in de 100.000 dollar die Lindbergh in contanten be taalde, zonde, er echter zijn kind voor terug te krijgen, is nooit definitief uitgemaakt. Bij deze gelegenheid werd ontdekt, dat zich ook elders in Amerika in alle stilte een leven dige handel in Lindbergh-relikwieën uit de ontvoeringsgeschiedenis ontwikkeld heeft. Niet alleen afpersingsbrieven maar ook zoo genaamde „laatste kleedingstukken" van Lind bergh's zoontje' zijn voor grof geld verkrijg baar. Toen de bekende Amerikaansche roman schrijver Dean Howells redacteur was van een Amerikaansch tijdschrift, kreeg hij op zekeren dag in zijn redactie-bureau bezoek van een jongeman, die hem een gedicht overhandigde met het verzoek, dat direct te lezen. Howells las het gedicht aandachtig door en verzekerde zijn bezoeker, dat hij het uitstekend vond, al leen kwam het hem eenigszins bekend voor, of hij het neelemaal alleen geschreven had? „Ja zeker," was het trotsche antwoord van den zelfbewusten jongen dichter, „ieder voord is van mij." Toen gleed er een guitige glimlach over het gezicht van den redacteur, hij stond op en maakte een diepe buiging, terwill hii de vol gende woorden met eerbied sprak: „Ik oen zeer gelukkig, U te zien, Lord Byron, want tot nu toe verkeerde ik in de vaste meening, dat u al jaren dood was." In een ïtaliaansch tijdschrift heeft men trachten uit te rekenen hoeveel macaroni jaar lijks in Italië wordt gegeten. Het resultaat is verbluffend: als men alle macaroni, die de Ita lianen in den loop van 'n jaar om hun vorken winden, aaneen zou binden, zou men een snoer krijgen, dat niet alleen lang genoeg zou zijn om de aarde met de maan te verbinden, maar dat zelfs nog een flink stuk boven de maan zou uitschieten. In dit snoer zou nog niet de maca roni begrepen zijn, die door Italië wordt ge ëxporteerd. Kort geleden werd de directeur van het zie kenhuis te Debreczin verrast door een geldzen ding van 1000 Pengö. Nu ontving de directeur, dr. Eugen Baar, wel vaker geldzendingen, maar in dit geval was de afzender hem totaal onbe kend. Bij nader onderzoek bleek, dat de afzen der zich er in het geheel niet bewust van was, een dergelijk bedrag geschonken te hebben. Steeds meer personen meldden zich, die ook geldzendingen ontvangen hadden, zonder den afzender te kennen. Het werd een raadselach tige geschiedenis, die nu eindelijk door de krant „Mai Nap" werd opgehelderd. Deze krant kreeg n.l. een omgeteeikenden brief van dengene, die sinds weken voor goede fee speeldt. Hieruit blijkt, dat de schenker in zijn jeugd door het begaan van een misdaad in het bezit kwam van 70.000 Pengö. Dank zij dit bedrag heeft hij zich een enorm vermogen verworven. Maar nu, als oud man, voelt hij be rouw en wil by wijze van boete dit geld weg schenken. Tot nu toe heeft hij 12.000 Pengö verstuurd. Geheel Boedapest hoopt een klein deel van de resteerende 58.000 in de brievenbus te vinden. „Als je met een auto in 3 kwar tier van den Haag naar Amster dam wilt rijden en je gaat om twee uur weg, waar ben je dan om half drie „In Leiden, meester, in het acade misch ziekenhuis." Lord Harwood zat in een gemakkelijken stoel bij den haard. Hij was alleen in zijn flat en had het zich gemakkelijk gemaakt. Zijn voeten rustten op de zitting van een an deren stoel en bij zijn 'rechterhand stond een tafeltje met rookgerei. Lord Harwood lg.s blijk baar een spannenden roman, want hij had ab soluut geen aandacht voor zijn omgeving. Hij hoorde zelfs niet het vrij duidelijk kraken' van de kamerdeur. Eerst bü het dichtgaan van de deur keek Lord Harwood op. „Ben je terug gekomen, Jaures?" vroeg hij op verwonderden toon. „Draai meteen het licht op, want ik kan je niet zien; dit leeslampje is niet voldoende om een kamer te verlichten." Er werd aan den schakelaar gedraaid en ineens was de kamer vol licht. „Nou James, vertel maar wat je op het hart hebt," zei Lord Harwood. Hij zweeg abrupt, want voor hem stond een vreemde heer en niet de butler, zooals hij ge meend had. „Goeden avond, Lord Harwood," zei de man en zijn stem klonk beschaafd, „ik geloof dat ik u een excuus schuldig ben." „Dat bent u me zeker," zei Lord Harwood gemelijk, „hoe voor den drommel haalt u het in uw hoofd hier onaangediend binnen te wan delen?" „Ik ben niet gewend gebruik te maken van butlers en dergelijke menschen," antwoordde de vreemde, „ik help liever me zelf. Daarom heb ik gewacht tot uw bediende weg was. U bent laat, Lord Harwood." „Ik geloof dat ik u niet goed begrijp," zei de ander. „Waarvoor ben ik te laat?" „Maar u bent toch het gecostumeerde feest van de Blackburns niet vergeten? U zoudt ei heen gaan als edelman uit de zeventiende eeuw." Lord Harwood fronste het voorhoofd, doch antwoordde niet. De vreemdeling glimlachte, trok zijn lange donkere jas uit en voor de oogen van den ver baasden Lord Harwood vertoonde hij zich eens klaps in een prachtig bewerkt zeventiende eeuwsch costuum. Zooals hij daar stond in het volle licht, was er een opvallende gelijkenis tusschen Lord Har wood en den vreemdeling. Lord Harwood was zelf verbluft bij deze ontdekking. Hij begreep onmiddellijk dat de vreemde van deze gelij kenis wilde profiteeren, om een of ander doel te bereiken. Daarom bleef hij kalm zitten en vroeg: „En wat kan ik voor u doen?" De indringer lachte geheimzinnig, haalde met een nonchalant gebaar een revolver uit zijn zak en legde deze voor zich neer. „U kunt heel wat voor me doen, Lord Harwood. Op de eerste plaats raad ik u aan geen onnoodig lawaai te maken. Ik weet dat u alleen in uw flat bent en u zoudt dus veel moeite hebben om u te doen hooren. Dit aardig stukje speelgoed hij maakte een achteloos gebaar met zijn re volver is geladen en bovendien heb ik voor alle zekerheid een fleschje chloroform meege bracht. Een kogel in uw schouder of in uw been zal u zeker niet bevallen. Ik ben een goed schutter en wanneer ik schiet, tref ik meestal precies de plaats, die ik treffen wil. Als het noodig is, kunt u aan het fleschje ruiken en ik verzeker u dat ge daarna zoo kalm zult zijn als wenschelijk is. Maar ik verklaar u ronduit, dat ik het onaangenaam zou vinden om tot dergelijke ruwe praktijken mijn toevlucht te moeten nemen. Bovendien geloof ik, dat u te verstandig bent om het zoover te laten komen." Lord Harwood glimlachte. „Ik ben veel te nieuwsgierig naar uw plannen," zei hij, „ik wil den boel niet in de war sturen." „Dank u," antwoordde de indringer. „Ik zal u dan het voornaamste vertellen. De Black- burans geven vanavond een gecostumeerd feest en u zoudt daarheen gaan als zeventiende eeuwsche ridder, in een costuum dus als" dit." „Ik dacht dat het mijn eigen costuum was," merkte Lord Harwood op. „Ik geloof niet dat u te verlegen bent om het mijne aan te trekken „O nee, Lord Harwood, te verlegen daarvoor ben ik zeker niet. Ik houd er echter van op m alles voorbereid te zijn. Verkleeden eischt veel tijd en wanneer u reeds gekleed zoudt zijn ge- weet, zou ik me te veel rompslomp op den hals hebben gehaald. Daarom liet ik uw kleermaker een zelfde costuum maken, omdat ik het uwe zoo buitengewoon mooi vond. Maar enfin, dat is allemaal bijzaak, U zoudt vanavond dansen met Miss Blackburn en na het dansen zoudt u ergens zijn gaan zitten en u zoudt Miss Black burn ten huwelijk hebben gevraagd." Lord Harwood maakte een beweging alsof hij wilde opstaan, maar hij scheen zich te be denken. „U bent uitstekend op de hoogte," antwoord de hij. De vreemde maakte een lichte buiging. „U hadt met Miss Blackburn afgesproken een bepaald masker te dragen." „Wel verdraaid," zei Lord Harwood. „Ik wil dit masker van u leenen," ging de vreemde verder, tHIIIIMIIIIIIIIHIIHIilimilllllllllll» 41111111 terwijl hij drei- vreerde. „Ik zal E vanavond Lord 1 Harwood zijn, niet om u con- ||||ia,|||,||,,aa,|>|,,*Basia,a|*|>*a,**i*"i|a**|ia*1"* currentie aan te doen in de liefde, doch alleen om de aardige steentjes, die Miss Blackburn draagt en die veel te kostbaar voor haar zijn." „Op de sofa ligt het masker," zei Lord Har wood en zijn gelaat bleef onbewogen. „Neem het masker mee. Wenscht u nog iets?" „Uw woord van eer, dat u vanavond niet naar de Blackburns zult gaan. Twee Lords Harwood op één avond is te veel. Verder moogt u binnen twee uren geen waarschuwing geven via buren etc. Ik moet twee uren hebben om mijn werk te doen. Laat me dus twee uren met rust." „En wanneer ik weiger?" vroeg Lord Har wood. „Dan," zei de indringer, „ben ik genoodzaakt om de reeds genoemde maatregelen te nemen." Een oogenblik scheen Lord Harwood te wei felen. „Nee," zei hij dan, „doet u geen moeite, ik ben bereid aan uw verzoek te voldoen. Maar vertel me wat u zult uitvoeren." „Ik meende dat ik het reeds duidelijk genoeg gezegd had," glimlachte de man. „Ik ga naai de Blackburns en dans en wanneer ik gedanst heb, zal ik praten met Miss Blackburn, zooals dat een Lord Harwood betaamt. Men verwacht een huwelijksaanzoek en in een dergelijk geval laat men een jong paartje wel eenige oogen- blikken alleen in een stil, met palmen versierd hoekje. Denkt u ook niet? Drie druppels chlo roform op een zakdoek zijn voldoende om de lieftallige Miss Blackburn eenige oogenblikken gedachteloos te maken en mij de gelegenheid te geven den stralenden diamanten ketting in andere handen te brengen. Heel eenvoudig, nietwaar?" „Zeker," zei Lord Harwood, „zeer eenvoudig. Ik moet dus twee uren wachten, voor ik de politie mag waarschuwen?" „Twee uren is voldoende," bevestigde de vreemde. „Ik stem toe," zei de Lord. „Dan dank ik u voor uw bereidwilligheid. Het masker zal ik u na gebruik terugsturen." Hij trok zijn jas aan, greep het masker en stapte rustig de deur uit. „Goeden avond, Lord Har wood," zei hij nog. „Ik vertrouw op uw woord. Nog nooit heeft een Lord Harwood zijn woord gebroken." „Ook deze Lord Harwood zal dat niet doen," antwoordde de aangesprokene, en hij zei het met overtuiging. De deur werd gesloten en Lord Harwood was alleen. „Gelukkig," mompelde hij, „dat ik niet ge noodzaakt was op te staan, anders zou hij heb ben bemerkt dat ik door m'n verzwikten enkel niet in staat ben te loopen. 'tls bovendien een geluk, dat ik juist m'n enkel verzwikt heb, toen ik vanmorgen schaatsen reed met Miss Black burn en dat zij weet dat ïk vanavond onmo gelijk kan komen. Maar 't is jammer voor m'n vriend, den diamantendief. Ik vermoed dat zijn poging weinig succes zal hebben." En hij nam zijn boek en begon opnieuw te lezen. Eén uur later telefoneerde Miss Blackburn dat een gentleman-dief getracht had on der Lord Harwood's naam binnen te dringen, doch dat de man onmiddellijk gearresteerd was door den detective, die voor alle zekerheid aan wezig was. LONDEN, 31 Maart. Voorjaarsschoonmaak heeft de winterkleur weggevaagd. Hier en daar is men bezig, met eigen hulpmiddelen en door eigen smaak gedreven, een nieuwen toon in eigen „home" aan te brengen. Maar de wonderlijkste tinten zijn niet in 's menschen brein geboren, noch door s menschen handen gewrocht: het is de bonte wisseling van levende kleuren, die het voorjaar in de natuur toovert, in parken en tuinen. Is er wel een beter oogenblik denkbaar, om het eigen interieur zoo gezellig mogelijk te ma ken? En het is daarom zoo juist gezien van de organisatoren der „Ideal Home"-tentoonstel- ling in Olympia te laten zien, waartoe de Britsche handel en industrie in staat zijn. In "n voorjaar, dat beide zich in opgaande lijn be wegen. Een voorjaar, dat eindelijk een lang ver beide lente van ontluikenden voorspoed bren gen zal. Het ligt niet in onze bedoeling, U een be schrijving te geven, van alles, wat er op de „The Ideal Home"-tentoonstelling te zien zal zijn. Wij zullen slechts enkele grepen doen. hier en daar en U vertellen, op welke wijze Engeland rea geert op het moeilijke probleem van het ideale tehuis. De grootste puzzle begint, wanneer men de architectuur van huis en tuin bestudeert. Met het daarbij behoorend conflict tusschen den huis-architect en den. bouwer van tuinen. Een conflict, dat zich gelukkig niet zoo scherp 6telt bij het overgroote gedeelte der bezoekers van deze show, om de eenvoudige reden, dat zij nimmer in aanmerking kunnen komen voor huizen met grocte tuinen. Wat al dadelijk opvalt bij het observeeren van wat Engeische architecten in het bouwplan voor het „Dorp van de Toekomst" hebben ver werkt, is het groote gebruik van glas en staal. Het eerste in gekleurdsn vorm voornamelijk als decoratie. Er heerscht een algemeen streven, zooveel mogelijk licht en lucht te doen binnen dringen. Wanneer we de zeer voorname factoren als gTond- en vloerbekleeding voorloopig onaange roerd laten, dan heeft dit zijn oorzaak in het feit dat men in Holland in dat opzicht niet veel meer van de Britten te leeren heeft. Wat de meubelen betreft gelooven we echter, dat Engeland nog wel den toon aangeeft. In dit verband is het dan ook van belang te vernemen dat eikenhout hier aan populariteit heeft ver loren. Men gebruikt het alleen nog maar in ge vallen. dat men over niet voldoende contanten beschikt, om een andere houtsoort te nemen En aangezien er ook in het zich herstellende Britsche Rijk nog menschen genoeg zijn, die gebrek aan de noodige contanten hebben, zoo is het gebruik van eikenhout, maar dan vrij wel uitsluitend voor eetkamerameublementen, nog op 40 procent van het totaal te stellen. De helft van het in deze industrie gebruikte hout bestaat uit wortelnotenhout terwijl de re-t, een 10 procent dus. voor mahoniehout ge reserveerd blijft. Met dat al wint net mahonie hout gaandeweg ten koste van het eikenhout en het is opmerkelijk, dat dit hout zijn gewone kleur gaat verliezen. Van de 40 nieuwe monsters was er geen enkel meer van de gewone donker roodbruine kleur. Men heeft tegenwoordig ma honiehout van. koraalrood tot oestergrijs en zelfs In een lichtgroene nuance. De kasten hebben alle dit gemeen, dat ze voor 2 3 als hangkast zijn ingericht, terwijl men ze van binnen een kleur heeft gegeven, die met de omgeving harmonieert, omdat men van de zeer juiste veronderstelling is uitgegaan, dat een kastdeur dikwijls geruimen tijd open blijft staan. De gemakkelijke stoelen zijn eenvoudiger van lijn en ze nemen ook niet meer zooveel plaats in. Een even sierlijke als practische oplossing werd gevonden in stoelen, waarvan men den rugstand zelf kan regelen en waarbij dan de zitting uitschuifbaar is. Er zijn stoelen met 8 bergplaatsen voor boeken: twee in front en tw:e aan eiken kant van eiken arm. Een bij zonderheid is een nieuwe materie voor dit soort stoeien, namelijk boutpulp, dat in aJJe ge- wenschte vormen geleverd wordt en hetwelk vele voovdeelen bezit. Het is een zeer licht ma teriaal, dat een langen levensduur heeft en zeer gced tegen temperatuursveranderingen bestand is. Dit laatste is van veel belang voor meubels, die dicht bij haarden, kachels of verwarmings toestellen geplaatst worden. Wanneer we een kijkje nemen in de afdee- ling badkamers en keukens, dan treft, ons de handige manier, waarop de kwestie der raam gordijnen is opgelost. Men gebruikt hiervoor ren olie-achtige zijdestof. welke in alle tinten te verkrijgen ls. Dit „oil-silk" is zeer goed bestand tegen de vochtige dampen, die er geen Invloed op uitoefenen. Zoowel in keuken als m bad kamer heeft men volkomen afstand gedaan van een vloerbedekking met tegels, ook al nad deze de eigenschap, gemakkelijk schoon te nouden te zijn. Tegels zijn échter te gevaarlijk met het oog op het uitglijden, ze zijn koud aan de voe ten en het loopen is te gehoorig. Inplaats van tegels heeft men algemeen kurk als grondbedskking ingevoerd. En wel op twee manieren: als permanente vloer, in blokken ge legd, een zoogenaamde parketvloerbewerking en voorts als karpet. In de keukens heeft men echter terwilie van het gemakkelijk schoon houden de gewone tegels onder en vlak om de kookgelegenheden behouden. Een alleraardigst effect heeft men met tegels als wandbedekking bereikt in de badkamers, door er visch-motie- ven in te verwerken. Aangezien er naar eigen smaak zooveel ongekleurde tegels geplaatst kunnen worden, als men zelf verkiest, is men in de gelegenheid bijzonder geslaagde combinaties te maken, welke ook boven de vaste wasch- tafels gebruikt kunnen worden. Natuurlijk ontbreken op deze show ook de uitersten niet. Zoo kan men hier een badkamer bewonderen ln Zweedsch marmer en perzik- kleurig glas, waarin een uitschuifbare arm het telefoontoestel boven het bad brengt en er te vens gelegenheid is, om een plank met boeken naar zich toe te bewegen. Een klaterend drink- fonteintje en een inrichting voor het wasschen van het haar completeeren deze badkamer voor een Sybariet. De afdeeling tuinen zal vanzelfsprekend de grootste attractie vormen op aeze tentoonstel ling. want een Engelschman heeft nu eenmaal een bijzondere voorliefde voor zijn tuin, al is deze ook nog zoo klein. Een tuin om in tie wer ken. maar ook om in te kunnen uitrusten na de beslommeringen van den strijd om het be staan, ln den avond van welbesteed leven. Een tentoonstelling voor de gelukkigen, die een eigen home bezitten en over de middelen beschikken, om het naar eigen smaak te ver fraaien. Een show, die den Brit aan het hart gaat, cmdat hij er zijn devies: „my home is my castle" kan toetsen aan de steeds voortschrij dende gedachte van begaafde landgenooten. Frankrijk heeft een schip gekocht waaraan zich bittere en tragische herinneringen vast geknoopt hebben n.l. het Lindbergh-jacht. Over den prijs en den naam van den kooper wordt het diepste stilzwijgen bewaard. Maar men verzekert dat men voor dien prijs ver schillende van zulke jachten had kunnen bou wen. Het jacht heet Marcon en was eens het ei gendom van een zekeren Charles H. Consolo, die zoo'n voorname rol speelde in de Lindbergh- affaire. Hij had zich aangeboden om een ver binding met de ontvoerders van den oudsten zoon van kolonel Lindbergh tot stand te bren gen. Werkelijk wa. Lindbergh aan boord van het jacht, ook dager, en nachten onder leiding van kapitein Lackmarin onderweg. Deze ont ving van Lindbergh een dankschrijven voor de bereidwillige hulp die hy verleende. Dit schrijven is in de cabinet van het jacht onder een glazen plaat met ijzeren afrastering in veiligheid gebracht en vormt het „meest waardevolle stuk" van het jacht. Naar men weet leverden alle nasporingen van Lindbergh toen geen enkel resultaat op. Het jacht dat enkel uit sensatie-lust zoo uiterst duur betaald werd, is aan boord van een Baltimore-stoomsehip de „City of Nor folk" naar Europa ingescneept. Dit is de eerste maal dat een jacht van zulke afmetingen aan het dek van een schip vervracht werd. De Mar con of het Lindbergh-jacht al naar men net Hoe lang wij gevlogen hadden weet ik niet, en waar wij ons bevonden op dat oogenblik nog minder, maar dit weet ik wel, dat, onver wacht nog, de vliegers my in de gaten kregen Het toestel geraakte n.l. in een ijle luchtlaag en viel plots een paar honderd meter, 'k Was op dien val niet verdacht en kreeg een leeiyken opstopper. Plotseling helde het toestel erg naar links over. Ik begon te rollen, botste tegen de postzakken, die vielen en...,, bevond me midden in het toestel, tot groote ontsteltenis van den mecanicien, en ook van een der vliegers, die omkeek, om de werking van het staartroer te controleeren. Hoe die kerel keek! Hy werd ïykbleek en ik denk, dat hy op dat oogenblik zoo ongeveer hetzelfde gevoel kreeg, dat de „Hollandsche Vriend" had in zy'n nachtmerrie over den krankzinnige, die bij het oplaten van een lucht ballon tegen een der touwen opkroop en zich in den mand wist te werken. Daar aangekomen, was zyn doel „al hooger en hooger" te komen, waarom hy alle ballast over boord wierp en ten slotte dit ook de beide luchtvaarders zou gaan doen, wat byna gelukte. Bijna.... want de „Hollandsche Vriend" ontwaakte met een scheeuw enzat in bed. De beide vliegers zaten echter niet in bed, maar in den cockpit en mijn aanwezigheid was even werkeiyk als hun schrik, die tot gevolg had. dat wij ln een vrille raakten en pyisnel vielen. Ik gaf een schreeuw van ontzetting. Het angstzweet brak mij uit. Zou myn onverant- woordeiyke daad oorzaak worden van myn dood en dien van drie andere menschen? Wat er toen in mij omging, het is met geen pen te beschre ven. Moeder, moeder, steunde ik. De Nawajos Indianen hebben op hun laatste stamvergadering besloten, dat zë, die geen geboren Nawajos zijn, van hun Nawajosrechten vervallen worden verklaard. Tengevolge hiervan zullen Douglas Fairbanks, Mary Pickford, Jackie Coogan en andere grooten van Hollywood, die door de Nawajos indertijd werden benoemd tot eere-opperhoofd, den Nawajos-adelaar niet meer mogen dragen. Aanleiding tot dit besluit is de verontwaardi ging, die by deze Indianen heerscht over het feit, dat zy niet genoeg meer door filmmaat schappijen worden geëngageerd. Zij achten het een beleediging van hun ras, dat de filmonder- nemingen Indianenrollen tegenwoordig laten spelen door Mexicanen, Chineezen en negers. 1 11 op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f O/l/l/l by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7Cf] by een ongeval met f O Cf] bij verlies van een hand f 1 OC oij verlies van een f Cf] by een breuk van f Af] by verlies van 'n A LLC CLDOTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeericgea OUU\I*m verlies van belde armen, beide beenen of bei.de oogen t %/U»m doodelijken afloop# een voet of een oog# duim of wijsvinger c#t/.~been of arm# Tw«" anderen vinger i Korte inhoud van het voorgaande David Patterson is de eigenaar van een bloeienden pelshandel in Noord-Canada Zlln expansie-zucht vindt slechts één hin derpaal. de machtige Hudson Bav Com pany. ziln grootste concurrent. Deze oeze- een post „Fort Mystery'' genaamd en door Herbert Morlev beheerd waar Patterson ondanks herhaalde pogingen, nooit ln ge slaagd ls vasten voet te verkrygen. Bruce Rochette. die een diepen haat koestert te gen de Hudson's zal dan voor Patterson trachten een handelspost te vestigen Id het veelomstreden gebied. HU wordt har- telllk door Morley en zlln echtgenoote ont vangen. Bruce geeft voor belast te zijn met het doen van waarnemingen voor een aardrykskundlg genootschap en helpt by het byhouden der boeken waardoor hi1 vele interessante bllzonderheden over de Hud son's Cy. te weten komt. Bruce heeft Inmiddels een groote genegenheid opgevat voor Evelyn Morley's dochter. HU gaat door met ziln plannen tot hem plotseling biykt. dat mevr. Morlev hem heeft door zien. i Bruce -achtte hun bedoelingen te lezen in hun blikken. Toen zy zyn blik opvingen, keken ze weer naar het vuur, doch hy had toch duidelijk kunnen waarnemen, dat ze uiterst bevreesd waren en haatdragend, terwijl een vast voornemen hen bezielde. Alvorens te spreken, bestudeerde hy hun trekken. Wat wilt ge van me? vroeg hij eindelyk. Hij sprak in Ojibwaasch, want het was niet noodig zijn kennis der landstaal te verbergen, terwijl deze mannen geen Engelsch kenden. Geen hunner echter antwoordde. Enkelen keken naar een kleinen man, die tegenover Bruce by het vuur zat. Blijkbaar was hy de leider, en Bruce wendde zich tot hem: Wat wilt ge van me? De kleine man keek op. Zën blik getuigde van haat en was zonder ontzag noch vrees; hij sprak op bitsigen en snauwenden toon, zonder het eigenaardige keelgeluid te doen nooran: U gaat met ons terug naar Fort-Mystery antwoordde hy. U moet daar uw duivelsche machine wegnemen en ze vernietigen. Wanneer u daarmede klaar bent. zulten we u dooden. Bruce had zooiets wel vermoed. Morley had hem verteld, wat de Indianen dachten en zei den, Joe Snowbird was daarvoor op de vlucht gegaan en mevrouw Morley had hem hiervoor gewaarschuwd. In het begin had hij zich geen vrees laten aanjagen en later was hij te veel met zyn eigen groote plannen bezig geweest oir daaraan zyn aandacht te runnen schenken Hij was voor de Indianen wel niet bevreesd doch gevoelde er weinig voor naar Fort-Mystery terug te keeren. Hij kón niet. Zijn opzet was het dat hij zoo vlug mogelijk Winnipeg moest bereiken. Deze mannen zouden oorzaak worden, dat hy op zyn tocht een vertraging van hon derd myien zou hebben. Gë zyt dwazen! riep hij uit, op nijdigen toon. Nee-da-boy. die bedrieger, heelt jullie allemaal om den tuin geleid. Mijn instrumenten hebben niets uitstaande mét het weer. Ze kun nen het weer noch koud noch warm maken. Wanneer ik hier niet gekomen was, dan zou ae winter dezelfde geweest zijn. Niemand kan er voor zorgen, dat het goed of slecht weer is. Het weer is er, koud of warm, en we moeten het nemen zooals het is. Gaat terug naar Fort- Mystery. Neemt het instrument weg uit de veranda, als ge zulks wenscht. Neemt het en werpt het ln het meer, of maakt een groot vuur en verbrandt het, of neemt een bijl en slaat het stuk. Doet alles ermee wat ge wilt doch laat mij met rust. Niemand antwoordde. Niemand keek op van het vuur, behalve zy, die hun geweren gereed hielden en wier oogen Bruce geen oogenblik verlieten. Het gelaat dezer drie mannen had een buitengewoon kalme uitdrukking. Ik wil niet met jullie terug gaan! ver klaarde hy. Ik ga niet terug naar Fort-Mystery. U zult teruggaan! riep de kleine man woedend nit. U kwam hier om ons een eeuwigen winter te brengen. U bracht een macnine mee. die ys en sneeuw en koude maakt, die de zon belet hoog aan den hemel te ctaan en haar vèr weg in het zuiden vasthoudt, waardoor de win ter niet heengaat. We kennen uw toovermidde. ien. We weten, dat de blanke krachtiger toover- middelen dan de Indiaan kan maken. We weten dat er blanken zijn, ver in het zuiden, waar u vandaan komt, die alle Indianen hier uit dit land willen verdryven, opdat zy dit land dan bezitten. We hebben van dat alles gehoord en we weten, dat dit de reden is, waarom u naar Fort-Mystery gekomen zijt. Doch uw roovermid- delen zijn thans zonder macht. Drie geweren zijn nu op uw borst gericht en geen blanke is ooit in staat geweest een toovermiddel te maken ■dat tegen drie kogels is opgewassen. Wanneer ge probeert nu eenig toovermiddel tegen ons ta maken, dan zullen we u dooden vóór u hiertoe in staat brent. Zoolang ge de duivelsche machine niet hebt weggenomen zullen deze drie geweren altyd op uw borst gericht blijven. Wanneer wij zien, dat ge een toovermiddel gaat maken, dan schieten wij u dood. Bruce begreep het standpunt der Indianen met betrekking tot de ingewikkeldheid van het maken van toovermiddelen. Iemand die stil zit, hoe machtig hy overigens moge wezen is niet in staat een bezwering uit te spreken noch geesten op te roepen. De geesten moeten opge roepen, bezworen en bewerkt worden. Gejoel, trommellawaai, bezwerings- en hocus-pocus for mules en andere vreemde kunsten moeten hierby eerst te pas komen. Dat was het waaraan de Indianen geloofden. Daarom was het, dat de geweren gereed werden gehouden. Bij het eerste verdachte toovevteeken van Bruce zouden de geweren worden afge vuurd. De vrees van deze bygeloovigen en dat wat zij dachten dat hy had gedaan en wellicht nog zou doen kon oorzaak zyn dat ze hem op staanden voet zouden vermoorden. Dit belette hem echter niet met hen te spreken, ofschoon hij door zijn bekendheid met 't karakter van de Indianen wist, dat dit nut teloos was. Al had hy gepraat tot den jongsten dag, al was zyn betoog nog zoo logisch mogelyk geweest en zoo helder, dat zelfs de eenvoudig- sten het hadden kunnen begrijpen, toen zou dit geen resultaat hebben gehad. Hy moest hier vechten tegen bygeloof, haat en verdenking, en een geloof in domme onlogische dingen. Wan neer een blanke, die de Indianen kent, en overi gens een overtuigend en goed spreker ls. met één Indiaan te doen heeft, dan bestaat de mogelykheid dat het dezen overtuigt. Doch staande tegenover twee of drie of, zooals hier het geval was, tegenover tien Indianen, dan is hij machteloos. Toch praatte Bruce. Hy sprak over tal van dingen, die in nauw verband staan met 't ge loof der Indianen, liet duidelyk de domheid van verschillende punten uitkomen hij sloeg een weg in, dien hy in andere oogenblikken niet zou hebben willen volgen. Eindelyk had hë zichzelf uitermate opgewonden, doch zonder resultaat; want aller oogen bleven gericht op het vuur, geen gelaatsuitdrukking was veranderd, geen woord was er gesproken. Toen Bruce eindelijk ophield met spreken, gaf de kleine Indiaan aan de drie mannen met de geweren bevel streng de wacht te hcuden De anderen gingen liggen slapen in hun konijnen- velvachten. Gedurende een poos nam Bruce zijn wachters op, terwijl zijn geest zich bezig hield met het bedenken van een plan om te vluchten. Doch, welk plan hij ook bedacht, steeds stootte hy op de onwrikbaarheid der Indiaansche natuur; eindelijk viel ook hij, daar hy doodmoe was, in slaap. Hy werd wakker door het gefluister der jagers en zag de mannen een maaltyd gereed maken vóór hun terugkeer naar Fort-Mystery. De dag was nog niet aangebroken en in de bewegingen van de Indianen was eenige opgewondenheid te bespeuren. Toen het ontbyt klaar was boden ze hem ook wat aan en hij weigerde met. Nadat ze klaar waren stonden ze op; Bruce werd in het midden van het troepje geplaatst en de terugtocht begon. De Indianen reizen over het algemeen niet zoo vlug als de blanken of de halfbloed; boven dien waren deze mannen nog vermoeid door hun lange achtervolging. Het viel Bruce niet moei- lyk hen te volgen. Er werd niet veel gezegd, be halve de gebruikelijke commentaren over het spoor van een of ander dier. dat men ontdekte. Een Indiaan, ofschoon hy zën leven doorbrengt met jagen, windt zich altyd op by het zien van een spoor van eenig wild. Getrouw aan de gewoonte der Indianen, hield men tal van keeren stil om te rusten en een pëp aan te steken, en 's middags gebruikte men weer wat. Bruce had een plan tot ontvluchten bedacht. Hij dacht, er niet meer aan te argumen teeren, ofschoon de rusten hem daartoe volle gelegenheid boden, doch zag scherp toe of zyn wachters niet de een of andere onoplettendheid begingen. Hij zag echter weldra in, dat hy. met de gewapende jagers achter en vóór zich en de sneeuw, die hem overal omringde even hulpeloos was, alsof hy aan handen en voeten was ge bonden. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10