Nu gaat de Heer voorbij"
De restauratie der Bakenesserkerk
EN WIJ LUISTEREN
ZONDAG 15 APRIL 1934
UIT HAAR HISTORIE
Het baken op de „nes"
Thans geen duizenden
in de openlucht
STADSNIEUWS
R.K. HAARL. VOETBALBOND
Uitslagen 8 April
Academische examens
DAMMEN
GESCHIEDKUNDIGE
ANECDOTE
Het torentje van Blaauw
Een eigenaardig proces
In eenige jaren zal het kerkgebouw
geheel gerestaureerd en
verbeterd zijn
De „Boomklok"
Herstelling noodig
Geen openbaar vervolgonderwijs
meer
Woensdag de première van dit
Graalspel in den Amsterdam-
schen Stadsschouwburg
Geest en bedoelen
De Bakenessertoren
STEUN AAN WERKLOOZEN
TE BLOEMENDAAL
25 tewerkgestelden krijgen een
tijdelijke aanstelling
Het spel zelf
VERMOGENSBELASTING
TE BLOEMENDAAL
Nog geen heffing van opcenten
Gemeenteraad
Oude en Nieuwe Wet
OM HET LANDSKAMPIOEN
SCHAP
Keiler en Dukel winnen
KASTEELHEER VOOR DEN
-RECHTER
Getuigenverhoor loopt af
DE REVOLVERAANSLAG IN
DEN HAAG
99
5 Wijziging der Bebouwingsvoorschriften.
6 Verkoop van grond langs de Leidsche-
vaart aan J. C. Kramer, J. J. de Wilde, A. Ples-
sius, F. de Wit.
7 Aankoop grond voor verbreeding van den
Conollyweg.
8 Voorstel om perceel Vogelenzangscheweg
no. 3a onbewoonbaar te verklaren.
9 Vaststelling vergoeding ex art. 101 L. O.
wet 1920 aan diverse schoolbesturen over 1931
10 Intrekking der verordening tot regeling
van het openbaar vervolgonderwijs.
11 Voorstel tot herziening der tarieven van
het schoolgeld L. O. en U. L. O.
12 Vaststelling verordeningen op de heffing
van opcenten.
D. ConcordiaH.B.C. 33
V.V.F.G.I.V. 3—9
E. G. W.— D.E.K. 0—3
T.Y.B.B.—K.B.C. 1—2
Santp.V.I.V. e 50
Asp. A.
D.E.K.V.V.F. 0—0
B. B.S.M.—V.I.V. 10—1
T.Y.B.B. e—D.E.K. b 2—0
D.E.K„ c—T.Y.B.B. d 0—15
Kampioenschap Haarlem
O.G.—H.B.C 1—6
T.Y.B.B.Santp. 51
VogelenzangConcordia 15
Na-competitie
C. O.G. b—O.I.V. e 6—3
Santp. b—G.W. b 1—1
D. H.B.C. b—D.E.K. 1—1
D.S.O.—O.G. c 04
Asp. T.Y.B.B. a—O.I.V. 5—0
Programma 22 April
H.B.C.Concordia (Kampioenschap Haar
lem) 1 uur.
D. D.E.K.—H.B.C. 1.30 uur.
E. D.E.K.—H.B.C. 12.30 uur.
O.I.V. fSantpoort 12.30 uur.
OJ.V. e—G.W. 1.30 uur.
Asp. A
VogelenzangD.E.K. 12.30 uur.
B. O.I.V.—D.E.K. c 1.30 uur.
Zaterdag 21 April
B. T.Y.B.B. e—T.Y.B.B. c 2 uur.
Na-competitie
A. O.G.Alliance 12.30 uur.
B. Santp. av. Nispen 1 uur.
C. G.W. bO.G. c 1 uur.
Santp. bVogelenzang 2 uur.
T.Y.B.B. c—O.I.V. c 12.30 uur.
D. H.B.C. o—B.S.M. 2 uur
T.Y.B.B. d—D.S.O. 1.30 uur.
Zaterdag 21 April
Asp. H.B.C.—T.Y.B.B. a 2 uur.
AMSTERDAM. Doctoraal-examen in de Ge
neeskunde de heeren R. Wartena, F. J. Pont,
F. H. Ruinen en J. H. G. N. van Deth.
Op het terrein van de bekende begraafplaats
.vesterveld" te Driehuis staat ergens, hoog op
.en duintop, een kleine ronde toren, het z.g.
.crentje van Blaauw. Het is in Romeinschen
stijl gebouwd en maakt een sprookjesachtigen
indruk.
Bij vreemdelingen is het maar weinig bekend,
daar het aan het gezicht is onttrokken, door
dicht geboomte, en tamelijk afgelegen ligt.
Ook onder de omwonenden zijn er slechts en
kelen, die het torentje van dichtbij gezien heb
ben, of het doel en de oorsprong er van ken
nen. Wel doen allerlei verhalen de ronde, die
het een levensloop toedichten, zoo rijk aan ro
mantiek, als de roofriddersburchten aan den
Rijn.
Volgens die verhalen zou het gebouwd zijn in
den tijd der Romeinsche kolonisatie. Anderen
houden het weer voor een soort Mausoleum. Zoo
goed als niemand weet echter het ware van de
zaak.
Het eenige wat van het torentje historisch
bekend is, is dat het niet gebouwd is vóór 1650
en verder, dat het aanleiding is geweest tot een
merkwaardig proces, waarin de eigenaar vele
duizenden verspeeld moet hebben.
Het doel waartoe het gebouwd is, was blijk
baar niet anders dan een gril van den bewoner
van de toenmalige buitenplaats „Westerveld",
die hield van een romantisch tuinhuisje en
mooie vergezichten. Men had er n.l. het uitzicht
over heel den omtrek: Oostwaarts over de ein-
delooze weilanden en de watervlakten van de
tegenwoordige IJpolders, Noord- Zuidwaarts
over de duinen en naar het Westen op de
Noordzee.
Bij jachtpartijen was het een geliefkoosd
punt van samenkomst, terwijl het bij avond
feesten gebruikt werd als theeschenkerij.
In dit laatste nu school juist het gevaar voor
den toenmaligen eigenaar, Blaauw!
Bij die gelegenheid ni. werd het feestelijk
verlicht, zoodat het ver in den omtrek zicht
baar was, ook in zee.
Nu is het op een avond gebeurd, dat een
schip het feestelijke licht van het torentje van
Blaauw, heeft aangezien voor een doodgewoon
vuurtorenlicht. Het richtte zijn koers er heen,
met het noodlottig gevolg dat het strandde en
verging.
De reederij maakte later een proces aanhan
gig tegen den eigenaar van den misleidenden
vuurtoren.
Na een langdurig proces besliste eindelijk de
rechtbank en veroordeelde den eigenaar van
het torentje tot een hooge geldboete en be
paalde, dat het voor zijn rekening op alle zee
kaarten moest worden aangebracht, ter voor
koming van meerdere ongelukken.
Dit is het eenige heldenfeit, dat eenigen ge
schiedkundigen grond heeft; maar wat er ver
der is geschied, dat vertelt de historie niet.
Van het landgoed „Westerveld" zelf is be
kend, dat het op het eind der 18e eeuw onder
den hamer viel, waarna het met de glorie ge
daan was.
(Onderstaande berichten reeds geplaatst
in een deel onzer vorige oplage)
Sinds den zomer van het vorgi jaar wordt
de Bakenesserkerk grondig onder handen
genomen. Zij had een flinke restauratie
hoodig, want de Noordbeuk vertoonde reeds be
denkelijke symptomen en de geheele zuidzijde
had veel van het weer te lijden gehad.
Eeuwen geleden werd Haarlem als een groot
en machtig water door het Spaame bespoeld.
Toen nog (vóór 1285) bestonden de sluizen van
Spaamdam niet en stond het Spaame in
opren verbinding met het IJ en daardoor direct
met de Zuiderzee. Nu maakt het water bij Haar
lem een tamelijk scherpe bocht waardoor dus
een stuk land in den vorm van een driehoek,
omgeven wordt. Zoo'n driehoek noemde men
vroeger een nes, misschien in vergelijking met
neus. Daar nu zoo'n bocht, vooral bij mistig
Veer, een niet ongevaarlijk punt was, plaatste
men, ongeveer op de plek, waar nu de Kouden-
hom begint, een baken om den schipper op dat
Punt attent te maken.
Daardoor kreeg het land langzamerhand den
naam van Bakenes. Dat is wel heel lang gele
den, maar de namen Bakenesserstraat, -gracht
en -kerk herinneren er nog steeds aan. Bakenes
vormt nog een der oudste gedeelten van Haar
lem. Daar kwam ook de eerste kerk van Haar
lem. Ze heette „Onze Lieve Vrouwenkerk". Nog
herinnert de naam der straat, langs de noord
zijde, de Vrouwestraat, daaraan.
De noodige papieren bescheiden, dat deze
kerk, gewijd aan de H. Maagd, in de 12de eeuw
zou gesticht zijn, ontbreken. Wel zegt Luïscius,
dat ze door Graaf Willem II van Holland, den
bouwer van het kasteel op het Sant te Haar
lem, zou gebouwd zijn en aan de H. Maagd
Maria was gewijd. Volgens hem zou ze door Z.
H. Innocentius IV, die in 1243 tot Paus werd
Verkozen, met groote aflaten begiftigd zijn.
De Haarlemsche geschiedschrijver Van Oos
ten de Bruyn, van deze kerk sprekende, zegt dat
in 1328, toen bijna de geheele stad door een
Zwaren brand werd geteisterd en alle kerken in
de asch werden gelegd, alleen deze kerk, aan de
H. Maagd gewijd, en daarom Onze Lieve Vrouwe
Kapelle geheeten, gespaard bleef. Een kroniekje,
door Dominus Ampsing ontdekt, vertelt in
Middeleeuwsch Nederlandsch hetzelfde en zegt
o.a.: „Die Capelle sekerlike der Saliger Maget
Marien buten onder die steden, als wij hopen
bij haire hulpe, bleef onverbrant." De ingang
Vas vroeger onder den toren op de Bakenesser-
gracht. In 1639, toen de kerk al een tijd een
Protestantsche was, werd een ingang aan de
Vrouwesteeg gemaakt in den toen modernen,
dus Hollandschen, Renaissancestijl. Een andere
ingang in het voormalige koor is dus aan de
Oostzijde, n.l. Bakenesserstraat (vroeger Klerk-
steeg).
Tot 1866 werden hier alle stadsaccfjnzen ge
heven. Om nu te beletten, dat vaartuigen 's
nachts ongemerkt in de stad konden komen
met belastbare goederen, werden 's avonds de
boomen gesloten. Die lagen overdag tegen den
Walkant en 's avonds werden ze naar elkaar ge
trokken en aan elkaar vastgemaakt. Dat gebeur
de wanneer de klok van de Bakenesserkerk het
teeken gaf en daarom noemde de spraakmaken
de gemeente haar de „boomklok". Maar zoo ge
Weet werd in 1896 de onderscheiding in steden en
dorpen afgeschaft en sprak men van gemeenten.
De Boomklok was toen niet meer noodig. Hen-
ricus van Meurs had ze in 1614 gegoten. In den
Bakenessertoren is ook een klokkenspel geweest,
maar dat verdween na de komst der Fransche
Revolutie. Francois van Hemony had het in
1665 gemaakt. De treurige staat der geldmiddelen
in den Franschen tijd noopte het stadsbestuur
de klokken der Bakenesserkerk te verkoopen.
De Bakenesserkerk is niet weidsch, maar ken
merkt zich door grooten eenvoud. Ze is in Go-
thischen stijl gebouwd. Oorspronkelijk moet ze
grooter zijn geweest, maar bijbouw en verbouw
waren niet altijd in haar voordeel. De muur
haast de kosterswoning is het restant van den
muur, die het voorerf van de Vrouwesteeg af
sloot. Dit voorplein liep indertijd tot aan de
gracht door. Al de huizen hier, dat is in het
bijzonder te zien aan de Christelijke school met
onderwijzerswoning, zijn van veel lateren datum.
Omstreeks het laatste deel der 16e eeuw was
het terrein vóór de kerk nog open en onbe
bouwd en wandelde men van de gracht regel
recht op den ingang onder den toren aan. Er
bestaat een schilderij, waarop men dit nog kan
zien. Ze stelt voor, hoe de door de Spanjaarden
Juli 1573 gevangen genomen Haarlemmers het
kerkgebouw verlaten onder gewapend geleide.
2ij waren ter dood veroordeeld, werden naar de
Groote Markt gebracht om daar hun lot te on
dergaan. De toreningang vormt een soort ge
welfd portaal met sluitsteenen in de hoeken. Ze
zijn door de veelvuldige overkalkingen bijna on
herkenbaar geworden. Boven den tegenwoordi-
ëep hoofdingang aan de Vrouwesteeg is een
ovaalvormig lichtraam, in gebeeldhouwde lijst
Sepiaatst. Naar de mode dier dagen is er 'n op-
Schrift in het Latijn bij met het jaartal 1639.
De beteekenis der woorden is: Hebben zij, die
hieuwe tempels bouwden, lof verdiend, waarom
z<m men dan ook hen niet eeren, die ze ver-
hieuwen en van het oude dit gebouw hebben
Opgericht.
De oostzijde der kerk, tegenover de Valken-
steeg, is ook in 17e eeuwschen bouwtrant gecon
strueerd. We lezen daar alleen Anno Domini
('n 't jaar Onzes Heeren) 1620, in verband
staande met een verbouwing uit dien tijd.
Oorspronkelijk bestond de kerk maar uit één
trans, n.l. den Zuidertrans aan de zijde van het
®Paarne, die van weer en wind geducht heeft
beleden. Honderden verweerde steenen hebben
Zich daar vertoond. Ze zijn alle verwijderd en
^ervangen door gave oude steenen van gelijke
kleur, net als die aan de andere muren. Van
hen Zuidertrans werd in 1638 de noordergevel
^eggebroken en vervangen door een rij pi
laren; naar het Noorden werd toen de Noorder
trans gebouwd, maar veel lager dan de Zui-
hertrans. Naar boven scheelt het nu nog wel
een paar meters, terwijl de bodem, tot vorig
l^ar een paar decimeter lager, nu gelijk is.
Zuider- en Noordertrans werden toen tot één
^ereenigd en een preekstoel geplaatst tegen
ket midden van den zuidelijken muur. Twee
gorden met naamlijst van „Bedienaren des
tfeiligen Woords" noemen de namen van hen,
hie hier hebben gepredikt. Ge vindt er bekende
hamen onder, die oude historische herinneringen
0PWekken, o.a. Samuel Ampsing, den historie-
Schrijver van Haarlem, maar ook namen uit den
Jhodernen tijd als: Dirk Veegens, Gabriel van
°ordt, Pieter Huibert Nahuis, J. S. van Stave
nen, J. j. scholten, E. M. Cats, P. M. Hugen-
holtz, G. A. Hoog, H. Smeding. Wij denken dan
hen tijdgenooten uit schi'derkunst, politiek, in-
hustrieelen en letterkundigen.
Van den toren meldden we alleen dat er
nog maar één klok is, benevens een slaguur
werk, dat heele en halve uren slaat. Eenige jaren
geleden is er geducht aan gewerkt maar reeds in
1854 vroeg een duchtige herstelling een uitgave
van f 2600, terwijl o.a. in 1868 weer voor pl.m.
f 1000 werd verwerkt. Noemden we reeds de
kerk buitenwerks sober en eenvoudig binnen is
het net zoo. De twee transen loopen evenwijdig,
in het midden door zeven kolommen en aan de
beide uiteinden door twee halfronde pilasters
ondersteund. Beide transen hebben een afzon
derlijke bekapping en dragen een tongewelf. Het
noordelijke, thans gerestaureerd, is in vakken
afgedeeld en met rosetten en bloemwerk ver
sierd. De noordertrans is iets korter; op t la
gere wezen we weer.
Aan de oostzijde was het koor. Daar
stond het hoofdaltaar, zeer waarschijnlijk opge
dragen aan de H. Maagd. Van de vier evangelis
ten ziet men nog de afbeeldingen in gebeeld
houwde consoles. Daarop rusten de hoekkepers
der dakverbinding. Het orgel staat tegen den
torenmuur; maar als het zoover is komt er een
verwisseling. Het voorfront en de kast worden
er afgenomen en vervangen door die uit de
Janskerk.
In den loop van 1877 onderging dit gedeelte
der kerk een doelmatige verbetering. Het ver
brokkelde, oude hardsteenen plaveisel werd
afgebroken en vervangen door een houten vloer.
Uit den Noordertrans waren de gebarsten res
tanten van grafzerken reeds in 1876 verwijderd.
Thans zijn ook de houten vloeren weg. Bk- wordt
een betonnen vloer gemaakt en daarover komt
een nieuwe houten vloer.
De Bakenesserkerk is bij overeenkomst op 21
Januari 1577 met Bisschop Godfried van Mlerio
aan de Hervormden overgegaan. Den 24sten
Maart 1577 werd er door Thomas Fillus, gewezen
Abt van St. Bernard bij Antwerpen voor het
eerst gepreekt en sinds is er door vaste predi
kanten zonder eenige belemmering godsdienst
oefening gehouden.
Al in de 15e eeuw raakte de kerk in verval.
Wat er sindsdien al is gerepareerd en veran
derd is niet ten volle na te gaan. maar nu is
men sinds het laatst van Juli 1933 druk aan
den gang en het werk zal dezen zomer nog wel
duren.
In Maart 1931 hadden B. en W. van Haarlem
voorgesteld voor de algeheele restauratie van
de Bakenesserkerk gedurende 10 achtereenvol
gend jaren een subsidie van 1000.te ver-
leenen. 15 April in den Raad aangehouden werd
de subsidie in de zitting van 3 Juni toegestaan,
onder voorwaarde, dat nimmer aan de kerk een
andere bestemming wordt gegeven zonder toe
stemming van het gemeentebestuur en mits
vooraf de zekerheid bestaat dat het werk nu ge
heel wordt voltooid. In de Bakenesserkerk was
men al aan het restaureeren geweest, maar dat
was stopgezet wegens gebrek aan geld. Dit zou
eerst hervat kunnen worden als het geld binnen
kwam. Ook moest men weten hoeveel voor de
restauratie op de Rijksbegrooting zou worden ge
plaatst.
Toen waren al gerestaureerd o.a. de kosters
woning, de preekstoel, de verzakte pilaren.
Thans hebben alle muren een goede beurt ge
had; de lekke looden goot op den muur is ver
vangen door een koneren er naast; de pilaren
zijn van een dikke kalklaag ontdaan, zoodat men
nu de blanke steen ziet. Wij wezen al op het
grondig herstel van vloeren, lambrizeeringen en
banken, de geschonden kapiteelen en voetstuk
ken zullen in eere worden hersteld, enz., enz.
Op het pleintje achter den Noordertrans is een
gebouwtje voor centrale verwarming verrezen.
Men schijnt de bedoeling te hebben de gods
dienstoefeningen 's winters niet meer in de
Groote Kerk te doen plaats hebben, maar hier
waar een houten vloer en de centrale verwar
ming alle kilte zullen wegnemen. Ook wordt er
electrisch licht aangebracht, maar tevens wordt
gezorgd, dat ook de kaarsen (het zullen ook we)
electrische zijn) kunnen branden. De preekstoel
komt nu aan de zijde van den toren. Een mi
crofoon zal zorgen dat ook slechthoorenden den
dienst kunnen volgen. Het orgel krijgt een elec
trische installatie. Vondsten waren er niet: al
leen een paar botten, een kannetje, terwijl men
meende restanten van huidfundeering te heb
ben gevonden.
De totale restauratiekosten schat men op
een halve ton.
B. en W. schrijven aan den raad:
Sinds 1928 wordt in de gemeente geen open
baar vervolgonderwijs meer gegeven omdat
Wanneer „de Graal" ons roept komen Neer-
lands Katholieken gaarne luisteren en zien.
Want wat de Graal biedt is altijd de moeite
waard er zijn volle aandacht aan te wijden.
„De Graal" staat midden in het jonge leven
van den modernen dag en hoe ook het kunst
zinnig litterair oordeel misschien moge uit
vallen over het een of ander spel: erkend zij
dat de Graal altijd grijpt in het volle ziedende
leven van ons heden. Oog en oor worden ge
boeid, maar door oog en oor wordt de ziel
bemeesterd.
Naar een spel van „de Graal" te gaan is een
geestelijk festijn. Telkens iets eigens, telkens
iets nieuws, telkens iets anders, maar met
dien geest van alle christeneeuwen bezield:
Jezus den gekruisigde.
Woensdagavond zal „De Graal" voor 't eerst
te Amsterdam in den Stadsschouwburg dat
nieuwe Graalspel opvoeren „Nu gaat de Heer
voorbij"....
Thans geen duizenden In de openlucht...
thans niet de grqotsche ruimte van een
zich daarvoor niet voldoende leerlingen meer
hebben aangemeld.
De desbetreffende verordeningen t.w.
1 de verordening tot regeling van het open
baar vervolgonderwijs in de gemeente Bloemen-
daal en
2 de regeling van de belooningen van het
personeel van het vervolgonderwijs in de ge
meente Bloemendaal
beide vastgesteld bij raadsbesluit van 15 No
vember 1923 zijn mitsdien niet meer noodig en
behooren te worden ingetrokken.
B. en W. van Bloemendaal schrijven aan den
raad:
In het najaar des vorigen jaars is in den raad
aangedrongen op eene herziening van de werk
verschaffing in deze gemeente. Men opperde
bezwaren tegen de onafgebroken tewerkstelling
van werkloozen.
Ook werden de loonen te hoog geacht en eene
bezuiniging op den post „werkverschaffing"
werd noodzakelijk geoordeeld,
Burgemeester en Wethouders en de Commis
sie voor Sociale Zaken hebben verschillende ver-
gadérihgeii aan deze zaak gewijd.
Met ingang van 1 Januari 1934 zijn de te
werkgestelden boven den 65-jarigen leeftijd uit
de werkverschaffing genomen. Op hen is nu
eene steunregeling van toepassing.
Voorts werd vrijwel algemeen (met uitzonde
ring van den heer van Riessen) de billijkheid
erkend en de juistheid er van ingezien, dat
eene tijdelijke aanstelling worde gegeven aan
plus minus 25 tewerkgestelden, de meest ge
schikte krachten, die ook in normalen tijd, als
er geen werkverschaffingsobjecten zijn, met ge
mist kunnen worden.
Het loon van hen, die een tijdelijke aanstel
ling krijgen, ware te stellen op f 29.— per week,
verminderd met 10 pCt. korting.
Teneinde de overige tewerkgestelden a. h. w.
los te maken van de gemeente en de werkver
schaffing, werd het raadzaam geacht hen ten
minste zes weken per jaar (drie weken per half
jaar) aan hun lot over te laten. Gedurende
dien tijd daarvoor kunnen de tewerkgestel
den de voor hen gunstigste periode (n) kiezen
stadion, thans de algeheele beslotenheid
van een schouwburg met een zij 't dan ook
groot, maar in elk geval toch betrekkelijk
beperkt tooneel. Maar dit spel op een wer
kelijk tooneel zal daarom geen teruggrijpen
wezen naar het spel der geloovige middel
eeuwers, doch zal een geloofsuiting wezen in
moderne vormen, in moderne symbolisee
ring.
We hebben den Paaschtijd beleefd. Alle
luja, Christus is opgestaan! De Paaschjubel
heeft de kerken doorschald, de Paaschjubel
heeft de gezinnen verblijdt, de Paaschjubel
is als een renovatie door de harten en
zielen gegaan. Het geweten heeft gesproken,
de schuld is beleden, de ziel is rein. We
hebben den geestelijken doortocht door de
roode zee beleefdhet Lam is geslacht
offerdde Heer is voorbij gegaan...
En dit spel van oud-testamentische visie,
van bijbelsche voor-afbeelding en nieuw tes-
tamentische vervulling wordt geen spel van en
kelingen maar samenspel van velen.
De tekst is geen nieuwe schepping. Het spel
is als 't ware een compositie van bijbelsche
verhalen, van liturgische gezangen, van gewij
de symboliseeringen. t
We hebben een deel eener repetitie bijge
woond en zijn getroffen geworden door de ge
boetseerde schoonheid van sommige wijdings
volle tafereelen.
Tot levende rhythmlsche plastiek wordt de
beelding onder de klanken der muziek en de
uitzegging der koren.
Mevrouw Russe zal het „verhaal" vertellen
van hetgeen wordt uitgebeeld ten tooneele.
En wij, hoorders en toeschouwers, mediteeren
met oor en oog, met de ziel vooral het verzin
nebeelde: het leven onzes Heeren.
Het Offerlam, Dat wegneemt de zonde der
moeten betrokkenen in hun onderhoud
trachten te voorzien door werkzaam te zijn bij
particuliere werkgevers of voor eigen rekening.
Het is waarschijnlijk, dat zij, die bi] een
werkloozenkas aangesloten zijn (en een zooda
nige voorzorg is toch eigenlijk een moreele
plicht voor de tewerkgestelden) daaruit een we-
kelijksche uitkeering ontvangen, indien zij ge
durende den tijd der uitsluiting bij de gemeen
telijke werkverschaffing, geen emplooi Kunnen
vinden.
Wat de loonen betreft, dienaangaande is in
de vergadering van burgemeester en wethouders
en de Commissie voor Sociale Zaken, geen over
eenstemming verkregen.
Burgemeester en Wethouders zijn van mee
ning, dat de loonen niet veel lager gesteld kun
nen worden dan de thans geldende loonen. Hun
voorstel is om de loonen der tewerkgestelden
met f 1.per week te verminderen.
De heeren Noorman en Bolleman willen even
wel de bestaande loonen ad f 22.en f 13.
per week gehandhaafd zien.
Daarentegen meenen de heeren Enschedé en
van Riessen, dat de loonen een aanmerkelijke
vermindering moeten ondergaan, nl. tot respec
tievelijk f 19.— en f 10.— per week.
Eene verlaging der loonen met f 1.per week
levert eene bezuiniging op van plus minus
4 pCt.
De uitsluiting gedurende zes weken levert
eene bezuiniging op van 6/52 of plus minus
12 pCt.
In totaal zal volgens het voorstel plus mi
nus f 22.000.— te bezuinigen zijn, waartegenover
staat, dat plus minus 39000 werkuren (zes we
ken verzuim) plus ongeveer 32000 werkuren
(vrijen Zaterdag) tezamen plus minus 71000
werkuren, minder gemaakt worden.
Een poging om in deze gemeente de werk
verschaffing geheel te baseeren op loon naar be
hoefte (in den geest van het Haagsche systeem)
heeft schipbreuk geleden, omdat daartegenover
stond:
veel minder werkuren, dus veel minder ar
beidsprestatie,
verhooging van andere posten van die der
werkverschaffing,
desorganisatie van den dienst,
de noodzakelijkheid van de vaststelling van
een huurtoeslagregeling met de daarmede ge
paard gaande financieele lasten,
voorts contróle-moeilijkheden, leegloopen enz.
Een ontwerp-besluit is bij dit raadsstuk ge
voegd.
B. en W. schrijven den raad:
Bij de behandeling van de ontwerp-begroo-
ting 1934 werd door u besloten voor het be
lastingjaar 1934/1935 op de hoofdsom der ge
meentefondsbelasting 15 opcenten te heffen,
en het tekort ad ƒ48.000 ontstaan door ver
mindering der uitkeering uit het gemeente
fonds, uit de reserve te putten. In verband
hiermede bieden wij u hierbij een verordening
op de heffing en invordering dezer opcenten
aan.
Tevens stellen wij hierbij aan de orde het
voorstel van het raadslid Cassee, strekkende
tot heffing van 25 opcenten op de hoofdsom
der vermogensbelasting. Wel is waar is het de
bedoeling van bedoeld raadslid deze opcenten
eerst dan te heffen, als in hoogste instantie is
beslist, dat ten behoeve van den gewonen dienst
1934 niet over de reserve mag worden beschikt
maar aangezien op deze beslissing niet kan
worden gewacht, omdat dan inmiddels de tijd
zal zijn verstreken om alsnog voor 1934/1935
opcenten op de vermogensbelasting te heffen
hebben wij gemeend bedoeld voorstel thans
reeds ter tafel, te moeten brengen! Echter met
de financieele. commissie, die hieromtrent is
gehoord, zijn wij van oordeel, dat dit voorstel
thans niet urgent is, althans Indien u bij uw
besluit om voor 1934 uit de reserve te putten
blijft volharden. Omdat door ons is aangeno
men, dat dit laatste wel het geval zal zijn, ge
ven wij u in overweging het voorstel Cassee
aan te houden tot de behandeling van de ont-
werp-begrocting voor 1935.
Thans volgen ter bekrachtiging de niervoren-
bedoelde concept-verordeningen op de heffing
en invordering van 15 opcenten op de gemeen
tefondsbelasting.
De raad der gemeente Bloemendaal houdt
op Donderdag 19 April 1934 des namiddags 2
uur in het raadhuis te Overveen een open
bare vergadering.
De agenda vermeldt:
1 Ingekomen stukken.
2 Wijziging der werkloozenregeling.
3 Voorloopige vaststelling onteigeningsplan
voor verlenging van de Prins Hendriklaan.
4 Ontheffing bepalingen bebouwingsvoor
schriften.
wereld, gaat ons voorbij.
Zang, dans, beschouwend koor en muzikale
illustratie onderlijnen in dit spel de meest naar
voren komende gedachten. We gebruikten daar
het woord dans. „De Graal" heeft den dans
weer in toepassing gebracht ook voor het ge
wijde. Is hier echter 't woord dans nog op z'n
plaats voor dit rhythmisch bewogen uitbeelden
door lichaamsplastiek van een wijdingsvol in
nerlijk beleven? Het is een rhythmische plas
tiek, van levend boetseersel.
De Heer gaat voorbij
„Als de Joden lang genoeg gezwoegd hadden
onder hunne harde meesters en de beproeving
der ellende hunne zielen gelouterd had, besloot
de God van Abraham, Izaak en Jacob, de
Egyptenaren te kastijden door den Engel des
verderfs....
„En in die dagen sprak nu de Heer tot
Mozes en Aaron in het land van Egypte: zoo
zult gij spreken tot de heele vergadering der
kinderen van Israël: den tienden dag van deze
maand, moeten alle huisvaders een lam nemen
tot een offer voor hunne schulden, dat in
plaatsvervangend lijden zal uitboeten de zonde
van geheel het huisgezin. Dat lam moet zijn
zonder smet, van het mannelijk geslacht en
een jaar oud."
Zoo gaat ons deze testamentische voorafbeel
ding voorbij terwijl een zachte melodie als een
oude troostende herinnering verklinkt.
Laudate DominumDe palmen wuiven..
Miserein boete en deemoed jammeren de
scharenmisereHeer ontferm u onzer.
En ontferming komt. De Verlosser is geboren.
„En Hij groeide op en nam toe in welbehagen
by God en de menschen". Totdat zyn uur
kwam en Hij het Brood brak aan het Laatste
Avondmaal. „Neemt en eet, dit is Mijn Li
chaam".
Het Pascha van de Oude werd vervangen
door het Pascha van de Nieuwe Wet.
„Ecce Panis Angelorum".
„Zie het Engelenbrood wordt spijze
Voor ons pelgrims op de reize".
De voorlaatste en achtste ronde van het
kampioenschap van Nederland, Zaterdag in het
Parkhotel te Amsterdam verspeeld, bracht de
volgende resultaten:
R. C. KeilerA. Ligthart 20
B. DukelN. Cohen 20
P. J. van DartelenC. J. Lochtenberg 11
F. RamanJ. H. Vos I1
Daar zoowel Keller als Dukel dus wonnen,
blijft de beslissing in de laatste ronde van
heden. De stand luidt:
R.
C. Keiler
8
4
4
0
12
B.
Dukel
8
4
3
1
11
P,
J. van Dartelen
8
1
7
0
9
W.
Rustenburg
8
2
5
1
9
J.
H. Vos
8
1
5
2
7
A.
K. W. Damme
8
1
5
2
7
N.
Cohen
8
1
5
2
7
F.
Raman
8
2
3
3
7
C.
J. Lochtenberg
8
1
4
3
6
A.
Ligthart
8
1
3
4
5
Heden om 11 uur laatste ronde in het Park
hotel.
Heel zacht en heel hoog klinkt de zang, ter-
wül de massa het Onze Vader bidt.
Men voelt t reeds aan: dit spel is weer iets
eigens, iets nieuws. Het lokt ons, het roept
ons. Hoort en ziet.
Er geen deel aan hebben dreigt een gemis
te wezen.
We weten ons onwaardig: Attende Domine:
„luister Heer en Ontferm U onzer want wy
hebben gezondigd tegen U". En HyHü is
gerechtigd te klagen: „Mun Volk, wat heb ik
U misdaan?"
De ïydensprocessie trekt ons oog voorby:
Kruis, speer, geesels, doornenkroon en Graal!
Heilige God, Heilige Sterke, Heilige Onster-
feiyke.
Zoo staan we ten slotte met Maria, de droeve
moeder, onder het kruis.
Schoon boven alle schoone,
hoe mag t gheschlen,
dat ghi dus hangt ten toone
voor alle lien?
„Wy aanbidden u Christus en loven u. om
dat Gy door Uw Kruis de wereld hebt verlost!"
Zoo komen we tot het uur der uren: Het is
volbracht!
Christus is gestorven. Christus is begraven.
Maar de Paaschmorgen breekt aanDe
steen is afgewenteldAlleluja, Hy is verrezen
zooals Hy gezegd had."
Ons Paaschlam Christus is geslacht!
„Zoo Is ook nu de Heer hier langs ons aller
zielen zegenend voorby gegaan."
En haar Zoon eerend is ook haar belijden:
Staat op en zingt en zingt gy niet
Staat op en ondersteunt
Met hoofd en brandenden blik het lied
Dat in den orgel dreunt!
Honderden zullen Woensdag naar den Am-
sterdamschen Stadsschouwburg stroomen om
getuige te wezen van dit nieuwe wondere
Graalspel, dat evenwel niet tot Amsterdam be
perkt biyft, doch dat in verschillende steden
zal worden uitgevoerd.
De verhooren in t Onnes-proces zijn Zater
dag weer voortgezet. We beleven de zeven en
twintigste zitting. De belangstelling is weer ta
melijk groot en ook de advocaten in de ver
wante zaken zyn weer present.
Het getuigenverhoor loopt ten einde, er wordt
zelfs gefluisterd dat vandaag de laatste getuige
zal worden gehoord. In de kwestie van Cooten
en Blyenberg is nog geen nieuws. De Officier
van Justitie mr. van Thiel en de subs. Officier
mr. van Dullemen, zyn Vrijdag naar Den Haag
geweest voor een bespreking met den Minister
van Justitie. De kwestie van de beide recher
cheurs is in het Kabinet van den Minister be
handeld
Getuige van der Dussen wordt opnieuw ge
hoord. Hy is na de inbraak op het kasteel ge
weest om een onderzoek in te stellen. Destijds
heeft hij verklaard op 3 Maart op het kasteel
te zün geweest. Getuige had in zyn ooekje op-
geteekend, dat Onnes dien middag met op het
kasteel was „Onnes naar Amsterdam" had hy
opgeschreven. Later had hy dit doorgehaald en
veranderd in- „Onnes naar Oosterbeek" Thans
voegt hy aan zyn verklaring toe, dat er op 4
Maart in zijn boekje staat: .gehoord aat Onnes
op 3 Maart toch naar Goudstikker (dus naar
Amsterdam) is geweest." Op 7 Maart 1932, ver
klaart get. voorts nog, heeft een bespreking
plaats gehad tusschen de heeren van Ledden
Hulsebosch en Goudstikker, waarbij zij hebben
gesproken ever de mogeiykheid, dat Onnes zelf
de hand in de inbraak zou hebben gehad. Het
vóór en tegen is toen overwogen. Getuige weet
dit uit mededeelingen, die de deskundige hem
destyds heeft gedaan.
De heer Molenkamp wordt vervolgens als ge
tuige gehoord. Hy heeft Jarenlang samen met
verd. Onnes in den raad van Breukelen ge
zeten. Volgens getuige heeft verdachte zeer
veel voor de gemeente gedaan. Hij had een hel
deren kyk op de dingen, streed met open vizier
en niets was hem teveel, als het er op aan
kwam de belangen der gemeente te bevorderen.
Ook de restauratie van het kasteel Nyenrod#
was voor de Vechtstreek van het grootste be
lang geweest. Getuige verklaarde voorts, dat er
herhaaldelijk gestroopt werd op Nijenrode en
dat de politie opdracht had extra toezicht in de
omgeving te houden.
De heer A. van Leeuwen komt dan voor het
hekje. Op verzoek van Mr. Kappeyne vertelt hy
zyn ervaringen, welke hy met Koning heeft
gehad. Het verhaal, dat niet bijster interessant
is, speelt zich af in 1929. Voor gezamenlijke
rekening zouden getuige en Koning paarden
op rennen laten loopen. Getuige had als aan
deel 12.600 betaald, terwyl Koning de paarden
had ingebracht. Het doel was het oprichten
van een ren- en fokstal. Het paardenmateriaal
bleek echter zeer inferieur te zijn. Koning wilde
het geld niet teruggeven en tenslotte had ge
tuige een klacht wegens oplichting ingediend.
Hy had ook nog een correspondentie met Ko
ning gevoerd, doch de brieven moesten niet
naar Bussum (waar K. toen woonde) worden
gestuurd, doch naar Amsterdam, van Wou-
straat 239, waar Witbraad woonde.
De commissaris van politie in de afdeeling C.
te 's-Gravenhage verzoek opsporing en voorge
leiding van Sebastiaan Johannes Bunnig. oud 35
jaar, wonende aldaar, die verdacht wordt van
poging tot doodslag.
Signalement: lang 1-75 M„ blozend uiterlyk,
rossig blond, kaalhoofdig, gezet postuur en don
kere kleeding aan.