I
Wekelijksch Beursoverzicht
Scheldpartij in de rechtszaal
Handelspolitiek
Tram en autobus
ZWARE JONGENS ONDER
ELKAAR
ZONDAG 15 APRIL 1934
Geknoei in de boeken
Geen „vechttarieven"
Garantie van Staat en
Provincie
Vrienden van Egmond
Minister Verschuw
Het drama te Reeuwijk
Onnes geeft zijn meening over de
chantage-poging van Koning
Allemaal zwendel
Jongens onder elkaar
Knoeien, of er uit!
Hoe Onnes de zaak ziet
HET JONGSTE DUITSCHE SCHIP
Buitenlandsche onderscheidingen
De Regeering heeft bevoegdheid
noodig om snel tot tariefs
wijziging te kunnen
overgaan
Tot 1 Januari 1937
Bevordering van samenwerking
der tramwegen in Noord-
Brabant tot een goed
verkeer slichaam
GEEN LIQUIDATIE
Het accoord van de N.V. Holl.
Stoomboot Mij, aangenomen
Begin der volgende week u.
het ziekenhuis
Groote belangstelling bij de
begrafenis van het
slachtoffer
Contingenteering van rijst
In het verder verloop der zitting van Zater
dag wordt Witbraad voorgeroepen. Hij ant
woordt op een vraag van mr. Muller Massis,
dat hij nooit met Johanknegt over den brand
bij den expediteur v. d. Lee te Utrecht heeft
gesproken.
Johanknegt zelf heeft indertijd het tegendeel
verklaard.
Koning komt dan voor het hekje en houdt
vol, dat hij in de kwestie over de paarden het
recht op zijn hand had. Getuige Van Leeuwen
zou hem zelfs nog geld schuldig zijn. Koning
legt eenige correspondentie over.
Getuige Prance is ook niet erg over Koning
tevreden. In 1930 had hij een inboedel van Ko
ning gekocht voor 8000. K. woonde toen te
Den Haag. Hij vertelde tegen getuige, dat hy
over vier maanden naar Brussel zou verhuizen
en verzocht den inboedel nog in bruikleen te
mogen houden. Aanvankelijk was getuige daar
niet op ingegaan maar later had hl] meubelen
aan de huishoudster Juffr. Schuurman, die het
huis te huur had, in gebruik afgestaan. Koning
wilde op afbetaling de meubelen terug
koopen. Ten slotte verveelde het getuige en hij
vorderde de meubelen op. Koning gaf ze niet
af en getuige begon een proces.
Koning verklaarde daarin, dat de verkoop
fictief was geweest
Getuige: „Koning heeft me nog bedreigd, hij
zei toen: Ik heb zooveel relaties, Je maakt me
niets, ik houd de zaak zes jaar slepende
Ik geloofde dat niet, maar we zijn nu in het
vierde jaar van dat proces.
Koning stelt het voor, of het een geldleening
was, dat heeft hij aanvankelijk wel voorgesteld,
maar daar heb ik geen oogenblik aan gedacht.
Mr. Muller Massis: „Heeft Koning u wel eens
andere voorstellen gedaan."
Getuige: „Ja, dat waren allemaal zwendel-
zaken."
De Officier staat dan op en zegt: „Ik verzet
me tegen die vraag; het komt niet te pas. dat
deze civiele zaak hier van één zijde wordt be
keken."
Mr. Muller Massis: „We hebben alle vrijheid
om de feiten naar voren te brengen."
De rechtbank gaat in raadkamer en wanneer
zij even later terugkomt, deelt de president me
de, dat de vragen mogen worden gesteld en
beantwoord in neutrale bewoordingen.
Mr. Muller Massis (tot getuige): „Vertelt u
me dan maar, welke voorstellen K. u deed."
Getuige vertelt dan, dat Koning hem ver
zocht had, menschen over te halen hem K.
hun aandeelen ter hand te stellen. Koning
garandeerde dan een rente van 5 pCt. Het
bleek, dat het Koning's bedoeling was de aan
deelen te beleenen. Ik had den indruk aldus
get. dat het allemaal zwendel was.
Mr. Muller Massis (tot get.): „Welken indruk
had u van Koning?"
Getuige: „Ik vond hem een fantast."
Koning geeft dan zijn lezing van het geval,
en hij ontkent alle schuld.
Mees Gerritsen komt nu als getuige déchar
ge voor het hekje. Hij verklaart op een vraag
van mr. Kappeyne, dat al het gestolen goed uit
Nijenrode naar Koning moest worden gebracht.
Deze immers zou ook het geld uitbetalen. Later
was gezegd, dat het onderweg naar Engeland
in zee moest worden gegooid.
President: „Wie heeft dat gezegd."
Getuige Mees: „Witbraad!"
Witbraad en Maag, die in de getuigenbanken
zitten, vliegen op en beginnen tegen Mees te
schelden. De scheldwoorden: „patser", „ploert"
en „schoft" vliegen door de rechtszaal.
Witbraad schreeuwt: „Ik heb nooit met jou
gepraat, patser, maar wel met Biesing."
Het rumoer wordt nog grooter als Onnes
plotseling uitroept: „Koning roept „schottl",
dat gaat toch niet, die man scheldt hier ieder
een maar uit."
Koning wil t eerst ontkennen, maar na
eenige aarzeling geeft hij toe „binnensmonds"
over „schoften" te hebben gesproken.
Mees doet dan een uitvoerig verhaal, waarin
hij zijn gesprekken met Witbraad weergeeft.
Witbraad had van Koning gezegd: „Dat is een
man uit de groote wereld, maar hij gaat over
lijken."
Getuige zegt, dat hij in zijn hart een hekel
aan Koning had. Witbraad had nog verschil
lende confidenties over Koning gedaan tegen
over getuige, waarop de President niet verder
in wil gaan.
Mees zet zijn verhaal voort, de Officier mengt
er zich zoo nu en dan in en felle debatten blij
ven niet uit. De president houdt echter het heft
in handen en hij coupeert al te lange uitwei
dingen. Hij vertelt weer de geschiedenis van het
bezorgen van het gestolen goed bij Johanknegt.
Zijn verklaringen wijken op sommige punten
af van die van Johanknegt en zijn secretaresse.
Er wordt dan gepauzeerd tot twee uur.
Na de pauze wordt als getuige gehoord de
rubber-expert De Koning (niet te verwarren met
den kroongetuige Koning). Hij vertelt dertien
Jaar lang by Onnes te hebben gewerkt. Onge
veer zestien Jaar geleden had hij namens verd.
Onnes in diens tegenwoordigheid opdracht ge
kregen in de boeken enkele boekingen te ver
anderen. Na overleg met een advocaat had ge
tuige dit niet gedaan.
Mr. Kappeyne: Wie had u de opdracht ge
geven?
Getuige: Meneer Hoogeweg (vroeger ook in
dienst bij Onnes).
Verdachte: Ik sta hier voor een groot raad
sel, my is van de heele quaestie niets bekend.
De handelsagent Comellssen komt de ver
klaringen van den vorigen getuige bevestigen,
maar het biykt, dat hy indertyd het verhaal
van de Koning zelf had gehoord.
Getuige Comellssen vertelt dan, dat de K.
hem indertyd herhaaldeiyk had medegedeeld,
dat Onnes hem wilde dwingen de boeken te
vervalschen.
Getuige de Koning spreekt nu weer tegen
dat het herhaalde malen is gebeurd, hy doelt
op één geval. Tusschen de beide getuigen ont
staat dan een meenlngsverschil, wscarln zich de
Officier en rechter de Gaay Portman mengen,
zonder dat de zaak echter tot een oplossing
wordt gebracht. Getuige De Koning doet zyn
verhaal nog eens: hy moest een groote inktvlek
over een bepaalde boeking gooien, de vlek weg
werken en een andere boeking plaatsen.
Het blykt, dat Comellssen dit geval by den
Officier heeft aangebracht. „Onnes is correct
in kleine zaken en zeer oncorrect in groote
zaken" meent getuige over verdachte op te
moeten merken.
De Officier komt weer terug op de voorge
stelde vervalsching van de boeken, hij merkt
naar aanleiding daarvan op: ,,'t Was voor ge
tuige een dilemma: knoeien, of er uit."
Getuige zelf echter spreekt dit tegen, met
ontslag is hy nooit bedreigd.
Verdachte Onnes windt zich op en de Offi
cier repliceert: ,,'t Wordt tyd dat we u óók te
kyk zetten."
Getuige Kristen is bij verd. Onnes in dienst
geweest van 19051932. Ook hy kent het ver
haal over het omwerken van den inktpot en de
valsche boeking. Van de feiten weet hy verder
niets, ook hy heeft het van „hooren zeggen".
Op de vragen van verd. zegt getuige, dat z.i.
de zaken op het kantoor van Onnes zeer cor
rect werden behandeld: ,,'t was nuj een eer om
by u te werken".
Biesing wordt nu weer voorgeroepen, hy wordt
nog eens gehoord over verschillende byzonder-
heden.
De Officier van Justitie deelt dan mede, dat
op zyn verzoek de Utrechtsche justitie een
huiszoeking heeft verricht by v. d. Lee te
Utrecht, om te zoeken naar de belde nog ver
miste schilderijen. Dit onderzoek heeft geen
resultaat opgeleverd.
De president, mr. De Vries, neemt hierop een
verhoor aan den verdachte af.
Nogmaals geeft Onnes een lezing van het ge
val, veel nieuws levert dit verhaal niet op. Uit
den aard der zaak heeft verdachte tydens het
langdurige getuigenverhoor reeds alles tot in
de kleinste bijzonderheden verteld. Met klem
houdt verdachte vol, van de inbraak niets af
te hebben geweten, de correspondentie tusschen
hem en Koning is naar zyn zeggen niet fictief.
De president begint dan over de chantage
poging van Koning te spreken.
De president zou graag de beschouwing van
Onnes over het gebeurde hooren.
Verdachte is er van overtuigd, dat het het
doel van Koning is geweest, de kostbaarheden
zelf in handen te krijgen om ze te verkoopen.
Uit de getuigenverklaringen blykt, dat het goed
onbeschadigd aan Koning moest worden gege
ven. Onbeschadigd moest alles blyven, ofschoon
Koning en Witbraad beweren, dat het later in
zee zou worden gegooid.
Het goed was twee ton waard, vergeet u dat
niet. Als,ik Koning aan geld had geholpen door
een leening, dan zou hy de inbrekers hebben
kunnen tevreden stellen en dan zou ik de
bestolene onwetend de zaak hebben gefinan
cierd."
Mr. de Gaay Fortman: In dat systeem past
niet, dat dan den verhuizers is verteld, dat ze
niet zoo byzonder voorzichtig hoefden op te
treden, want dat de bewoner van Nyenrode
van alles op de hoogte was
Verd.: Ja, op die manier zyn de verhuizers
overgehaald. Maar waarom trokken ze hand
schoenen aan?
Officier: Maar de risico zou door die zorge
loosheid wel groot worden voor Koning.
Verd.: Van Koning kan men alles verwach
ten.
De Officier wyst er dan nog eens op, dat
Koning over vele dingen en gebeurtenissen op
het kasteel op de hoogte was.
Getuige: Ja, hy heeft me handig uitgehoord
en van mny vertrouwen heeft hy een schan-
deiyk misbruik gemaakt. Zoo kon hy ook we
ten, wat ik ongeveer van de assurantie zou
krygen, ik was daar heelemaal niet geheim
zinnig mee en had het aan verschillende men
schen verteld.
De zitting wordt, nadat ook de verdediging
nog verschillende vragen heeft gesteld aan
verd. Onnes, te half zes geschorst tot Dinsdag
tien uur.
By K. B. is aan H. J. Schim van der Loeff,
arts, Geneesheer-Directeur der Psychiatrische
Inrichting „St. Anna", te Venray, verlof ver
leend tot het aannemen van het vreemde eere-
teeken van Ridder der Orde van den Heiligen
Gregorius den Grooten van den Heiligen Stoel.
By K. B. is aan dr. J. P. Fockema Andreae,
Commissaris der Koningin in de provincie Gro
ningen, verlof verleend tot het aannemen
van het eereteeken van Commandeur der Orde
van het Legioen van Eer van Frankryk.
iwiir J /f# wmiimmlmk i
De „Königin Louise" is te Hamburg van stapel geloopen. Het schip dient voor de
verbinding met de zeebadplaatsen op Helgoland en Sylt
De Ministers van Financiën, van Economische
Zaken en van Buitenlandsche Zaken hebben
hunne memorie van antwoord op het verslag
der vaste commissie van overleg met de Re
geering omtrent vraagstukken en maatregelen
van handelspolitieken aard inzake het wets
ontwerp tot instelling, afschaffing, verhooging
of verlaging van invoerrecht op korten termijn
aan de Tweede Kamer doen toekomen, wy
ontleenen daaraan het volgende:
Dat de Regeering bij aanvaarding van het
wetsontwerp ook op tariefgebied een groote
macht verkrygt, erkennen de ministers ten
volle, zy vraagt de onderwerpelyke bevoegdhe
den alleen, omdat deze in de tegenwoordige
tydsomstandigheden onmisbaar zyn. Het by
art. 1 voorgestelde beoogt in het vervolg te
voorkomen, dat een met het oog op de belan
gen van 'sRyks schatkist noodzakelyke tariefs-
wyziging eerst geruimen tyd na haar totstand
koming baten gaat afwerpen, doordat aan den
vooravond van die totstandkoming voorraden,
dikwyis voldoende voor de behoeften van et-
telyke maanden, tegen het lagere tarief wor
den ingevoerd. Terecht wyst de commissie er
op, dat de ervaring heeft geleerd, dat het noo
dig is daartegen te waken. Zeer leerzaam is
hier geweest het gebeurde in de laatste maan
den van het vorige jaar.
Ongetwyfeld bestaan ook tegen deze be
voegdheid bedenkingen. Het kan inderdaad op
de beslissing der Staten-Generaal van invloed
zyn, dat een aanhangige tariefswijziging reeds
is ingevoerd. Toch wil het den ministers voor
komen, dat die invloed in het onderhavige ge
val niet zoo groot zal zyn, dat de vrijheid der
Staten-Generaal in ernstige mate zal worden
belemmerd. Het gaat hier immers om fiscale
maatregelen
- Ook de ministers zijn van oordeel, dat het
bedrijfsleven meer gebaat is met een regeling,
waarby het verhoogde invoerrecht terstond,
nadat het voornemen om de wet te wijzigen is
bekend geworden, in werking treedt, al blyft
daarby de mogelykheid bestaan, dat het na
korten tyd weder wordt opgeheven, dan by be
houd van den tegenwoordigen toestand, die na
indiening van een voorstel tot tariefsverhoo-
ging een jacht ontketent, om vóór de inwer
kingtreding nog zooveel mogelyk in te voeren.
Juist is, dat by tariefswijziging tegenstrijdige
belangen zyn betrokken en wat den een baat
den ander kan schaden. Dit bezwaar is echter
lnhaerent aan de tarief swyziging als zoodanig
en is onafhankeiyk van de vervroegde invoe
ring.
Uitbreiding van het artikel tot accijnzen is
niet noodzakelijk.
Het opnemen van een bepaling in een tarief-
wet, die aan de wet terugwerkende kracht geeft
tot het tydstip harer indiening, brengt groote
moeilijkheden met zich, omdat dan het ver
hoogde invoerrecht niet aanstonds kan worden
geheven, doch later van den importeur moet
worden nagevorderd. Dit leidt ertoe, dat de im
porteur by doorverkoop van de goederen zich
moet dekken tegen de mogelijkheid van navor
dering.
De hier gevraagde bevoegdheid is niet ver
zocht voor een bepaalden termijn, omdat zij
by fiscale tariefswijzigingen ook al is zij in
den tegenwoordigen tyd dubbel gewenscht
in het algemeen reden van bestaan heeft. In-
tusschen bestaat er bij de Regeering geen be
zwaar te voldoen aan den door enkele leden
geuiten wensch om de bevoegdheid voorloo-
pig te beperken tot een tijd van ongeveer twee
jaren. Een bepaling, die de wet zal doen ver
vallen op 1 Januari 1937, wordt daarom by nota
van wyziging toegevoegd.
Door het volstrekt vereischte van goedkeu
ring door den wetgever is de volmacht aller
minst een onbeperkte. Te minder is dit het ge
val, waar de werkingsduur van het besluit een
termijn van een jaar niet kan overschrijden.
Wat bezwaren tegen het hanteeren dpr mach
tiging op zichzelf betreft, merken de ministers
aanstonds op, dat niets verder van hun bedoe
ling verwyderd is dan het invoeren van „vecht
tarieven", met behulp waarvan in de achter
ons liggende 15 jaren weinig aanlokkelijke re
sultaten zyn bereikt.
Het geval, dat de Regeering in het bijzonder
voor oogen staat, is, dat by onderhandelingen
over handelsverdragen blykt, dat concessies
voor den invoer van Nederlandsche producten
kunnen worden verkregen, wanneer daartegen
over onzerzijds bepaalde tariefsverlagingen
worden gesteld. Het kan dus gewenscht zijn,
dat die verlagingen terstond worden ingevoerd,
teneinde zoo spoedig mogelijk in het genot te
kunnen treden van de daartegenover onzerzijds
bedongen concessies.
Al ontkent de Regeering niet, dat onze han
delspolitiek door den drang der omstandighe
den „actiever" is geworden, en, naar te vree
zen staat, voorloopig zal moeten blijven dan
tot voor korten tijd het geval was, tot het in
voeren van een actieve politiek van vechttarie
ven wenscht zy allerminst over te gaan.
In het algemeen gesproken is het zeker juist,
dat bescherming van bedrijfstakken tegen ab
normale buitenlandsche concurrentie door con-
tingenteeringsmaatregelen veel meer aanbeve
ling verdient dan door tariefmaatregelen. Bij
voortduring der omstandigheden van het oogen
blik zal dan ook de contingenteering de aller
eerste plaats moeten blyven innemen. Er zyn
echter uitzonderingsgevallen, waarin de contin
genteering alleen niet voldoende hulp biedt.
Het is zeker juist, dat onze scheepvaart van
belemmering van den invoer niet anders dan
nadeel kan ondervinden. Wanneer de regeering
in de Memorie van Toelichting dan ook be
toogt, dat zij de voorgestelde bevoegdheid ook
(Samengesteld door De Spaarne Bank N.Y.
Amsterdam)
De f 900 miljoen groote Nederlandsche
Staatsleening is met enkele miljoenen overtee-
kend. Indien men bedenkt, dat:
L de rentevoet voor prima beleggingen zeer
laag is;
2. de toestand van onze Staatsfinanciën gun
stig afsteekt by dien van de meeste andere
landen;
3. Engeland momenteel tegen 3 Amerika
tegen 3 K en Italië tegen 3 34 leent,
dan verwondert het ons niet, dat de Nederland
sche belegger op royale wyze zijn gelden tegen
een rentevergoeding van 4 aan den Staat
heeft toevertrouwd. De Staatsschuld, die nu
ongeveer f 2725.miljoen bedraagt, is sinds
1932 met f 400.miljoen vermeerderd. Men
mag echter wel aannemen, dat de zware lasten,
die de Staat in deze crisisjaren op de schouders
moet nemen, in normale tyden weer zullen ver-
dwynen. Wil de financieele toestand van den
Staat echter gezond blyven, hetgeen een nood
zakelyke voorwaarde is voor een gunstige eco
nomische ontwikkeling van ons bedrijfsleven,
dan zal een verdere bezuiniging op de uitgar
ven onvermydelyk zyn.
Begrijpelykerwyze stond de beleggingsmarkt
deze week in het middelpunt der belangstel
ling. Staatsleeningen waren pryshoudend, ter
wijl 4%-obligatiën Nederlandsch-Indië een
koersverbetering te zien gaven. De belangstel
ling voor leeningen van de groote gemeenten
is den laatsten tyd zeer groot geweest. Aan het
einde der week haalde men echter de koers
winst binnen en bleek de interesse voor de con-
versieleening grooter te zyn.
Onder het motto: „Dultschlands crediteuren
vereenigt U" is men te Basel samengekomen,
doch men is er niet in geslaagd een gemeen-
schappeiyke houding t.o.v. den debiteur aan te
nemen. De Nederlandsche houders van Duit-
sche obligatiën ontvangen voor hunne coupons
het eerste halfjaar 1934 100 in contanten
en hunne positie voor de toekomst blyft sterk.
Door deze factoren kon de Young-leening de
laatste dagen enkele punten verbeteren, na het
zeer lage peil van 36 y, te hebben bereikt. Het
zwakke verloop van den Markenkoers geeft
echter wel aan, dat het vertrouwen in de fi
nancieele positie van den Duitschen Staat niet
byster groot is.
Op de aandeelenmarkt was de handel zeer
gering.
Doordat de Motor Product Corp., de voor
naamste auto-onderdeelenproducente, heeft
toegestemd in een loonsverhooging van 10
zijn de arbeidsgeschillen in de Amerikaansche
automobielindustrie weer bygelegd. Voor zoo
lang het duurt! Daar de productiekosten nu
hooger worden, moeten de fabrikanten de prij-
zen der auto's verhoogen en het is nu maar te
hopen, dat de vraag door deze prysstyging niet
vermindert. Theoretische economisten zullen
met verbazing het verloop van deze moderne
prysvorming gadeslaan. Momenteel schijnt ech
ter de kooplust zeer groot te zyn. General
Motors publiceeren een groote toename van
den verkoop aan particulieren en handelaren.
De totale automobielproductie in de maand
Maart wordt geschat op 262000 stuks, hetgeen
meer dan driemaal zooveel is, in vergelyking
met Maart 1933.
Terwyl Roosevelt op vacantiè Was, heeft de
president van de Stock Exchange Whitney, van
de gelegenheid gebruik gemaakt om de beurs
wet van haar scherpe kanten te ontdoen. In
plaats van de beurs onder curateele van den
Senaat te brengen, wil men een onafhankeiyke
contróle-commissie in het leven roepen, terwyl
er kans bestaat, dat de minimum dekkings
percentages worden verlaagd.
De berichten uit het oeiirijfsleven bleven
gunstig. Amerikanen waren hier goed prijs
houdend. Koper waarden zyn vast op de ver
wachting, dat de „code" spoedig onderteekend
zal worden. Hoewel de voorraden nog groot zyn,
verbetert de marktpositie door verlaging van
de productiekosten en een toenemende vraag.
Industrieelen vertoonden een zwakke tendenz.
Op ongunstige dividendgeruchten (11 over
16 maanden) verloren Philips een 7-tal pun
ten. Het Jaarverslag van Unilever was niet op
wekkend en bracht weinig nieuws. Een gun
stige uitzondering in deze afdeeling vormden
A. K. U.'s, die zich met haar buitenlandsche
collega's in een speciale belangstelling moch
ten verheugen.
Vele groote olie-magnaten zyn op weg naar
Londen, doch men ontkent de bedoeling van
een gemeenschappelijk „rendez-vous". Toch
ware dit wel gewenscht, daar groote verschui
vingen het toch al labiele evenwicht op de olie-
markt dreigen te verstoren. De Irak-olie doet
binnenkort haar intrede, terwyl Amerika zyn
export aanmerkelyk wil vergrooten. Deze week
had Koninkiyke Olie weer van aanbod te lij
den.
Culturen waren verlaten, doch pryshoudend.
In een geestig artikeltje in de „Econ. Statisti
sche Berichten" hekelt de heer Ligthart de
dwaze politiek van sommige regeeringen om
„coüte que coüte" den export te willen stimu-
leeren, ten koste van den binnenlandsehen
consument. De bietsuiker schijnt zich voor dit
doel al zeer bijzonder te leenen. Polen expor
teert tegen 17 Zloty per 100 K.G., terwyl de
binnenlandsche consument 114 Zloty moet be
talen. In Europa (zonder Rusland) wordt de
bebouwde oppervlakte met suikerbieten In 1934
weer uitgebreid met ruim 100.000 H.A. Suiker-
aandeelen lijken ons vooralsnog geen aantrek-
keiyk bezit.
De theeveilingen te Londen brachten weer
hoogere pryzen op.
De toenemende productie van bevolkingsrub
ber moge het restrictievuur bij de betreffende
regeeringen doen aanwakkeren.
De positie van de geldmarkt in aanmerking
nemend, is de prolongatierente van 2 ry-
kelyk hoog.
Slotkoersen per 6
4 pet. Nederl. 193Ï
4Va pet. Indie 1926
3 y2 pet. Engeland
5% pet. Young
A.K.U.
Ford
Philips
Unilever
Scheepv. Unie
Kon. Olie
Redjang Lebong
Amsterd. Rubber
H.V.A.
Deli My.
Senembah
Beth. Steel
Steel
Anaconda
Intern, Nickel
Prolongatie
en 13 April "34
997/g
100
977/f
98%
66Ve
66%
38L/p
38Va
4334
47
158
155'4
247VS
239%
791/2
76%
41
4 U/a
165%
15934
162
138 Va
104%
106
179V*
1753/4
124 Va
127
148%
148
26%
26%
3\%
9%
10%
17%
17%
7.61 h
7.62
1.474-4
1.4734
2 pCt.
2 pCt.
in het belang der scheepvaart behoeft, dan
heeft zy daarmede op het oog de gevallen,
waarin zy met behulp van die bevoegdheid er
in zal kunnen slagen, nieuwe uitvoermogeiyk-
heden te veroveren, die het vervoer van Neder
landsche producten naar den vreemde met Ne
derlandsche schepen zullen kunnen bevorde
ren. Ook kunnen by de met het buitenland te
maken tariefafspraken verlagingen van de in
voerrechten volgens hef' Nederlandsche tarief
worden overeengekomen, waarvan de onverwyi-
de invoering aan de Nederlandsche scheepvaart
ten goede kan komen door verhoogden im
port hier te lande van die goederensoorten,
waarop de verlaging betrekking heeft.
Nyverheid en Handel zyn zeker in het alge
meen niet gebaat met plotselinge tariefsver
anderingen. Ook dit zal een reden zyn om de
bevoegdheid zeer spaarzaam te gebruiken.
Het ontwerp mag alleen beschouwd worden
in het kader eener fiscale tariefpolitiek. De Re
geering zou het bepaald ongeoorloofd en in
de hoogste mate ongewenscht achten, indien
in het algemeene karakter van onze tarief
politiek verandering zou worden gebracht,
zonder dat daaromtrent te voren door den wet
gever een beslissing was genomen.
Van eenige dogmatische opvatting by de re
geering is hier geen sprake.
Zou de regeering, hetgeen vooralsnog niet het
geval is, tot het oordeel komen, dat de grond
slag van onze tariefpolitiek moet worden ver
anderd, dan zal zy langs den normalen weg
van wetgevend beleid dit doel moeten trachten
te bereiken. Het onderhavig ontwerp mag daar
voor niet worden gebruikt en de toezegging
van ruimer gebruik, die enkele leden van haar
verlangen, kan de regeering dan ook niet
geven.
Aan de Memorie van Antwoord der Tweede
Kamer inzake het wetsontwerp tot bevordering
van samenwerking der tramwegen In Noord-
Brabant wordt het volgende ontleend.
Niet het in het leven houden der tramweg-
maatschappyen is het doel, doch de samen
smelting dezer veel te talryke en versnipper
de bedryven tot een goed georganiseerd en
geoutilleerd verkeerslichaam ter bediening van
het streekverkeer in Noord-Brabant, waartoe,
naast het op de voorgestelde wyze in het le
ven houden der bestaande maatschappyen,
het scheppen van een nieuw exploitatiebedryf
het meest passend middel is gebleken.
Het oordeel van een aantal leden, dat de
tramwegen in Noord-Brabant kunnen verdwy-
nen, wordt geenszins gedeeld door de geweste-
lyke autoriteiten, die, waar het de voorziening
van het streekverkeer betreft, toch zeker wel
competent mogen worden beschouwd.
De tramwegmaatschappyen in Noord-Bra
bant hebben zich reeds voor een groot ceel, zy
het ook wegens geldgebrek eerst laat, naar
de tegenwoordige omstandigheden weten te
voegen: het massavervoer 'vindt nog ner tram
plaats, doch daarnaast zijn voor de kleinere
vervoeren autobussen en vrachtauto's in dienst
gesteld en in deze richting zal na het tot stand
komen van de samenwerking worden voortge
gaan. Deze samenwerking van tram en auto
waarborgt het meest economische vervoer.
Een bedryf, dat zich zelf kan bedruipen, zaJ
niet onmiddellyk verkregen worden; een ga
rantie van den Staat en de provincie, geduren
de vyf jaren in uitzicht gesteld, is daarom niet
te ontgaan.
Dat opheffing van tramiynen een groot voor
deel zou meebrengen voor de wegenverbete
ring, kan slechts ten deele worden toegege
ven; dergelyke verbetering is, zooals de erva
ring leert, Ook by behoud van den tramweg
veelal mogelijk; bovendien liggen de tramiy
nen deels op eigen baan of op de bermen der
wegen, die niet door het motorverkeer worden
gebruikt. Ook zal opheffing van tramiynen
veelal door de zware vrachten, die dan op den
weg komen, aanmerkelijk hoogere eischen aan
den weg stellen en dientengevolge de aan de
wegen te besteden kosten aanzlenlyk ver
hoogen.
Vrees voor maatregelen van wetgeving en
bestuur om het tramverkeer boven het auto
verkeer te bevoordeelen, kan op de wetsont
werpen niet worden gegrond, daar deze juist
coördinatie en harmonische samenwerking van
rail- en railloos verkeer beoogen.
Instandhouding der tramwegen is niet het
hoofddoel, doch overal waar dit noodig is, zal
de tram worden vervangen of aangevuld door
motorvervoermiddelen. De bestaande onder
nemingen misten de noodige geldmiddelen om
daartoe op groote schaal over te gaan en ty
dens de voorbereiding van de samenwerking
kon deze gezondmaking van de gezameniyke
bedrijven niet ter hand worden genomen. Dit
is de taak van de nieuwe verkeersonderneming
(B. B. A.), die ook zal beslissen, welke tram
iynen zullen worden opgebroken.
De rechtspositie van het personeel, dat naar
de nieuwe vennootschap overgaat, zal worden
geregeld in een Reglement Dienstvoorwaarden,
dat niet ongunstiger zal zyn dan dat van de
bestaande maatschappyen.
Zaterdag is de verificatie-vergadering gehou
den in het faillissement der N.V. Holland-
sche Stoomboot My. ter behandeling van het
voorgestelde accoord.
Mr. M. van Regteren Altena, curator in
het faillissement tezamen met den heer Paul
den Tex, directeur der Kon. Holl. Lloyd, advi
seerden aanneming van dit accoord, aange
zien dit voor de crediteuren grooter voordee-
len zal opleveren dan liquidatie.
Nadat door enkele obligatiehouders bezwaren
naar voren waren gebracht, werd gestemd over
het accoord, dat aangenomen werd.
De homologatie-vergadering van het accoord
werd bepaald op 26 ApriL
Hieronder laten wij een ïyst volgen met de
namen der plaatselijke correspondenten van de
„Vrienden van Egmond"
AERDENHOUT: Mej H. Everard, Boeken-
rodeweg 45, telefoon 26031.
ALKMAAR: Mr. L. van Lookeren Campagne,
Breedstraat 10, Privé telefoon 970, Kantoor
telefoon 668; Mevrouw C. Smal, Kennemerpark
1, telefoon 830.
AMSTERDAM: A. G. K. Barge, Vondelstraat
51 telefoon 83444; Mevrouw F. A. Besier, Da
Costakade 71; Mej. M. Everling, Prinsengracht
413 telefoon 37922; Mr. A. J. M. Hendrix, Kei
zersgracht 401 telefoon 36992; Mevr. A. M. M.
Olsthoorn-v. Woetik, Da Cossakade 44, telefoon
82737; Mej. M. Peek, Gabr. Metsustraat 14;
H. Velthuyce, Linnaeushof 95 telefoon 53892:
P. Visser, Linnaeushof 87; M. Sedelaar, v.
Breestraat 40; P. Sweers, Bosb. Toussaintstraat
70 (Postgiro 84526); Mej. Chr. J. M. Wennen,
Prins Hendrikkade 186; J. Wubbe, Jan van
Goyenkade 11 Postgiro 38274; Gem giro W
6789) telefoon 22344.
ARNHEM: Mr. J. P. Bervoets, Steenstraat 1,
Privé telefoon 24110, Kantoor telefoon 23640;
W. Baron van Hugenpoth tot Aerdt, v. Heem
stralaan 10 telefoon 26184.
BAARN: Ir. G. F. H. Houben, Regentesse-
laan 2 telefoon 397; Mevr. H. Moltzer-van
Kempen, Rost-Ede, Stationsweg.
BAKKUM N.H.: H. A. Nysen, v. d. Myleweg
I, telefoon 530.
BERGEN N.H. G. J. Stockmann, Dr. van
Peltlaan 23.
BLARICUMMej. Truus Rigter.
BLOEMENDAAL: G. L. van der Mey, de
Genestetweg 26,
BREDA: C. Sassen; Mr. Dr. G. W. A. van
Sonsbeeck, Wilhelminapark 15, telefoon 3421.
BUSSUM: E. P. C. Slaghek, Meerweg 44, te
lefoon 5931.
CASTRICUM: H. A. Nysen, v. d. Myleweg
1, Bakkum, telefoon 530.
DUIVEN: Mevr. O. B.esse v. Dorth tot Med-
ler, telefoon 22.
EGMOND-BINNENJ. Verheggen.
ENKHUIZEN: H. F. Fluitman, Hoofd der R.
K. School, telefoon 74.
GENDRINGEN: Jhr. R. van Grotenhuis.
'sGRAVENHAGE: Ir. L. J. M. Feber, Joh. v.
Oldenbarneveldtlaan 115 telefoon 553903, (niet
tusschen 1214 en 1819 uur); Dr. L. G. Kor-
tenhorst, Lange Voorhout 19, telefoon 117270.
GROOTEBROEK: P. Noordeloos, Snoekstraat.
HAARLEM: F. Caron, Jansstraat 64, telefoon
16655; L. C. J. Nieuw'enhuys, Wagenweg 46, tele
foon 14390; H. W. M. van Os, Gedempte Oude
Gracht 76, telefoon 13397; B. Schlaghecke, Ke
naustraat 3, telefoon 16936; Mevr. Vorstman,
Emmalaan 9 telefoon 15607; Dr. W. M. A. v. d.
Wijnpersse, Zijlweg 295, telefoon 14834.
HEEMSTEDE: Ed. Brongersma, Heimanslaan
2, telefoon 28669; Prof. Dr. A. M. A. A. Steger.
Lanckhorstlaan 36, telefoon 28568; Familie de
Wildt, Heerenweg 106.
'sHEERENBERG: W. Passtoors.
HEILOO: W. Tanis, Hoofd der R. K. school,
Alkmaar, telefoon 426.
DEN HELDER: A. Sillacus, Kanaalweg 3.
H1LLEGOM: Mr. D. F. Pont, Privé telefoon
5839.
HOORN: A. G. Buitink, Groote Noord 25.
HUISSEN. Mej. Ch. Helmich.
HULST: B. A. Th. M. Truffino, Steenstraai
138, telefoon 95.
LUTJEBROEK: P. Noordeloos, Snoekstraat.
Grootebroek.
MAASTRICHT: Jhr. mr. A. van Ryckevor-
sel, Keizer Karelplein 10.
MEDEMBLIK: J. van der Lee, Westerhaven
28.
NIJMEGEN: Mr. P. I. J. M. van der Velden,
Guyotstraat 5, Privé telefoon 2177. Kantoor te
lefoon 212.
OOSTERHOUT: St. Paulus Abdy (Giro
nummer 39167).
OVERVEEN: J. Krieger, Adr. Stoopplein 8;
Mej. Peeters, Huize Duinrust, telefoon 10820;
W. G. Van Seggelen, Bloemendaalscheweg, 227,
telefoon 23682.
ROTTERDAM: L. F. A. Veltmeyer, Bergsin-
gel 122, telefoon 43455; H. G. M. v. d. Vyver,
Westersingel 35, telefoon 57049.
TILBURG: P. Nieuwenhuis, Spoorlaan 92.
UTRECHT: Mej. Nelly Ruys, Boothstraat 19,
telefoon 10313; L. C. F. M. Smulders, Malie
singel 39, telefoon 12718, Secretaris van het
Sub-Comité.
VELP: S. C. M. Fontein Strootman, Biesdel-
schelaan 11, telefoon 32579.
VOORSCHOTEN: Mevrouw M. van der
Schrieck, Noortheylaan 11.
WASSENAAR: J. J. M. Wiegman, Acacialaan
15. Privé telefoon 716285, Kantoor telefoon
717120.
IJMUIDEN-OOST: H. C. van Kuyerer
Trompstraat 141.
ZEIST: Th. Ruys, Rond 5, telefoon 10<"
Aangaande den gezondheidstoestand van den
Minister van Economische Zaken, mr. T. J-
Verschuur, die, zooals bekend, in verband met
een niersteenaandoening wordt verpleegd in het
Maria Paviljoen te Amsterdam, kan thans met
vry groote zekerheid worden medegedeeld, dat
zyne Excellentie het ziekenhuis in het begin
van de volgende week verlaten zal.
Wel staat het, zooals wy reeds in een vorig
bericht mededeelden, vast, dat de Minister voor
algeheel herstel nog eenigen tyd vacantie zal
moeten nemen.
Op „Oud Eik en Duinen" te Den Haag is
Zaterdagmiddag het stoffelyk overschot van
den M. T. S.-scholier Chr. A. H. Ebbinge Wub-
ben, dat te Reeuwyk na een vermissing sedert
11 November j.l. werd gevonden, ter aarde be
steld.
Er was veel belangstelling; aanwezig waren
o.m. bestuursleden, directeur, enkele leeraren
en verscheidene leerlingen van de Haarlemsche
M. T. S.
Een schat van bloemstukken dekte de baan
Daaronder waren er van het bestuur, van di
recteur en leeraren en van het corps van leer
lingen der M. T. S. en verschillende bloemstuk
ken van vrienden.
In de kapel speelde de heer C. Littooy °P
het orgel twee koralen van Bach en „Was Gott
tut das 1st wohlgetan".
Er werden geen toespraken gehouden.
Bij het graf dankte de vader voor de b®'
langstelling. -
In afwyking van het eerder medegedeelde
is de termyn van contingenteering van rys"
vastgesteld op 1 jaar.