I Wekelijksch Beursoverzicht Scheldpartij in de rechtszaal Handelspolitiek Tram en autobus ZWARE JONGENS ONDER ELKAAR ZONDAG 15 APRIL 1934 Geknoei in de boeken Geen „vechttarieven" Garantie van Staat en Provincie Vrienden van Egmond Minister Verschuw Het drama te Reeuwijk Onnes geeft zijn meening over de chantage-poging van Koning Allemaal zwendel Jongens onder elkaar Knoeien, of er uit! Hoe Onnes de zaak ziet HET JONGSTE DUITSCHE SCHIP Buitenlandsche onderscheidingen De Regeering heeft bevoegdheid noodig om snel tot tariefs wijziging te kunnen overgaan Tot 1 Januari 1937 Bevordering van samenwerking der tramwegen in Noord- Brabant tot een goed verkeer slichaam GEEN LIQUIDATIE Het accoord van de N.V. Holl. Stoomboot Mij, aangenomen Begin der volgende week u. het ziekenhuis Groote belangstelling bij de begrafenis van het slachtoffer Contingenteering van rijst In het verder verloop der zitting van Zater dag wordt Witbraad voorgeroepen. Hij ant woordt op een vraag van mr. Muller Massis, dat hij nooit met Johanknegt over den brand bij den expediteur v. d. Lee te Utrecht heeft gesproken. Johanknegt zelf heeft indertijd het tegendeel verklaard. Koning komt dan voor het hekje en houdt vol, dat hij in de kwestie over de paarden het recht op zijn hand had. Getuige Van Leeuwen zou hem zelfs nog geld schuldig zijn. Koning legt eenige correspondentie over. Getuige Prance is ook niet erg over Koning tevreden. In 1930 had hij een inboedel van Ko ning gekocht voor 8000. K. woonde toen te Den Haag. Hij vertelde tegen getuige, dat hy over vier maanden naar Brussel zou verhuizen en verzocht den inboedel nog in bruikleen te mogen houden. Aanvankelijk was getuige daar niet op ingegaan maar later had hl] meubelen aan de huishoudster Juffr. Schuurman, die het huis te huur had, in gebruik afgestaan. Koning wilde op afbetaling de meubelen terug koopen. Ten slotte verveelde het getuige en hij vorderde de meubelen op. Koning gaf ze niet af en getuige begon een proces. Koning verklaarde daarin, dat de verkoop fictief was geweest Getuige: „Koning heeft me nog bedreigd, hij zei toen: Ik heb zooveel relaties, Je maakt me niets, ik houd de zaak zes jaar slepende Ik geloofde dat niet, maar we zijn nu in het vierde jaar van dat proces. Koning stelt het voor, of het een geldleening was, dat heeft hij aanvankelijk wel voorgesteld, maar daar heb ik geen oogenblik aan gedacht. Mr. Muller Massis: „Heeft Koning u wel eens andere voorstellen gedaan." Getuige: „Ja, dat waren allemaal zwendel- zaken." De Officier staat dan op en zegt: „Ik verzet me tegen die vraag; het komt niet te pas. dat deze civiele zaak hier van één zijde wordt be keken." Mr. Muller Massis: „We hebben alle vrijheid om de feiten naar voren te brengen." De rechtbank gaat in raadkamer en wanneer zij even later terugkomt, deelt de president me de, dat de vragen mogen worden gesteld en beantwoord in neutrale bewoordingen. Mr. Muller Massis (tot getuige): „Vertelt u me dan maar, welke voorstellen K. u deed." Getuige vertelt dan, dat Koning hem ver zocht had, menschen over te halen hem K. hun aandeelen ter hand te stellen. Koning garandeerde dan een rente van 5 pCt. Het bleek, dat het Koning's bedoeling was de aan deelen te beleenen. Ik had den indruk aldus get. dat het allemaal zwendel was. Mr. Muller Massis (tot get.): „Welken indruk had u van Koning?" Getuige: „Ik vond hem een fantast." Koning geeft dan zijn lezing van het geval, en hij ontkent alle schuld. Mees Gerritsen komt nu als getuige déchar ge voor het hekje. Hij verklaart op een vraag van mr. Kappeyne, dat al het gestolen goed uit Nijenrode naar Koning moest worden gebracht. Deze immers zou ook het geld uitbetalen. Later was gezegd, dat het onderweg naar Engeland in zee moest worden gegooid. President: „Wie heeft dat gezegd." Getuige Mees: „Witbraad!" Witbraad en Maag, die in de getuigenbanken zitten, vliegen op en beginnen tegen Mees te schelden. De scheldwoorden: „patser", „ploert" en „schoft" vliegen door de rechtszaal. Witbraad schreeuwt: „Ik heb nooit met jou gepraat, patser, maar wel met Biesing." Het rumoer wordt nog grooter als Onnes plotseling uitroept: „Koning roept „schottl", dat gaat toch niet, die man scheldt hier ieder een maar uit." Koning wil t eerst ontkennen, maar na eenige aarzeling geeft hij toe „binnensmonds" over „schoften" te hebben gesproken. Mees doet dan een uitvoerig verhaal, waarin hij zijn gesprekken met Witbraad weergeeft. Witbraad had van Koning gezegd: „Dat is een man uit de groote wereld, maar hij gaat over lijken." Getuige zegt, dat hij in zijn hart een hekel aan Koning had. Witbraad had nog verschil lende confidenties over Koning gedaan tegen over getuige, waarop de President niet verder in wil gaan. Mees zet zijn verhaal voort, de Officier mengt er zich zoo nu en dan in en felle debatten blij ven niet uit. De president houdt echter het heft in handen en hij coupeert al te lange uitwei dingen. Hij vertelt weer de geschiedenis van het bezorgen van het gestolen goed bij Johanknegt. Zijn verklaringen wijken op sommige punten af van die van Johanknegt en zijn secretaresse. Er wordt dan gepauzeerd tot twee uur. Na de pauze wordt als getuige gehoord de rubber-expert De Koning (niet te verwarren met den kroongetuige Koning). Hij vertelt dertien Jaar lang by Onnes te hebben gewerkt. Onge veer zestien Jaar geleden had hij namens verd. Onnes in diens tegenwoordigheid opdracht ge kregen in de boeken enkele boekingen te ver anderen. Na overleg met een advocaat had ge tuige dit niet gedaan. Mr. Kappeyne: Wie had u de opdracht ge geven? Getuige: Meneer Hoogeweg (vroeger ook in dienst bij Onnes). Verdachte: Ik sta hier voor een groot raad sel, my is van de heele quaestie niets bekend. De handelsagent Comellssen komt de ver klaringen van den vorigen getuige bevestigen, maar het biykt, dat hy indertyd het verhaal van de Koning zelf had gehoord. Getuige Comellssen vertelt dan, dat de K. hem indertyd herhaaldeiyk had medegedeeld, dat Onnes hem wilde dwingen de boeken te vervalschen. Getuige de Koning spreekt nu weer tegen dat het herhaalde malen is gebeurd, hy doelt op één geval. Tusschen de beide getuigen ont staat dan een meenlngsverschil, wscarln zich de Officier en rechter de Gaay Portman mengen, zonder dat de zaak echter tot een oplossing wordt gebracht. Getuige De Koning doet zyn verhaal nog eens: hy moest een groote inktvlek over een bepaalde boeking gooien, de vlek weg werken en een andere boeking plaatsen. Het blykt, dat Comellssen dit geval by den Officier heeft aangebracht. „Onnes is correct in kleine zaken en zeer oncorrect in groote zaken" meent getuige over verdachte op te moeten merken. De Officier komt weer terug op de voorge stelde vervalsching van de boeken, hij merkt naar aanleiding daarvan op: ,,'t Was voor ge tuige een dilemma: knoeien, of er uit." Getuige zelf echter spreekt dit tegen, met ontslag is hy nooit bedreigd. Verdachte Onnes windt zich op en de Offi cier repliceert: ,,'t Wordt tyd dat we u óók te kyk zetten." Getuige Kristen is bij verd. Onnes in dienst geweest van 19051932. Ook hy kent het ver haal over het omwerken van den inktpot en de valsche boeking. Van de feiten weet hy verder niets, ook hy heeft het van „hooren zeggen". Op de vragen van verd. zegt getuige, dat z.i. de zaken op het kantoor van Onnes zeer cor rect werden behandeld: ,,'t was nuj een eer om by u te werken". Biesing wordt nu weer voorgeroepen, hy wordt nog eens gehoord over verschillende byzonder- heden. De Officier van Justitie deelt dan mede, dat op zyn verzoek de Utrechtsche justitie een huiszoeking heeft verricht by v. d. Lee te Utrecht, om te zoeken naar de belde nog ver miste schilderijen. Dit onderzoek heeft geen resultaat opgeleverd. De president, mr. De Vries, neemt hierop een verhoor aan den verdachte af. Nogmaals geeft Onnes een lezing van het ge val, veel nieuws levert dit verhaal niet op. Uit den aard der zaak heeft verdachte tydens het langdurige getuigenverhoor reeds alles tot in de kleinste bijzonderheden verteld. Met klem houdt verdachte vol, van de inbraak niets af te hebben geweten, de correspondentie tusschen hem en Koning is naar zyn zeggen niet fictief. De president begint dan over de chantage poging van Koning te spreken. De president zou graag de beschouwing van Onnes over het gebeurde hooren. Verdachte is er van overtuigd, dat het het doel van Koning is geweest, de kostbaarheden zelf in handen te krijgen om ze te verkoopen. Uit de getuigenverklaringen blykt, dat het goed onbeschadigd aan Koning moest worden gege ven. Onbeschadigd moest alles blyven, ofschoon Koning en Witbraad beweren, dat het later in zee zou worden gegooid. Het goed was twee ton waard, vergeet u dat niet. Als,ik Koning aan geld had geholpen door een leening, dan zou hy de inbrekers hebben kunnen tevreden stellen en dan zou ik de bestolene onwetend de zaak hebben gefinan cierd." Mr. de Gaay Fortman: In dat systeem past niet, dat dan den verhuizers is verteld, dat ze niet zoo byzonder voorzichtig hoefden op te treden, want dat de bewoner van Nyenrode van alles op de hoogte was Verd.: Ja, op die manier zyn de verhuizers overgehaald. Maar waarom trokken ze hand schoenen aan? Officier: Maar de risico zou door die zorge loosheid wel groot worden voor Koning. Verd.: Van Koning kan men alles verwach ten. De Officier wyst er dan nog eens op, dat Koning over vele dingen en gebeurtenissen op het kasteel op de hoogte was. Getuige: Ja, hy heeft me handig uitgehoord en van mny vertrouwen heeft hy een schan- deiyk misbruik gemaakt. Zoo kon hy ook we ten, wat ik ongeveer van de assurantie zou krygen, ik was daar heelemaal niet geheim zinnig mee en had het aan verschillende men schen verteld. De zitting wordt, nadat ook de verdediging nog verschillende vragen heeft gesteld aan verd. Onnes, te half zes geschorst tot Dinsdag tien uur. By K. B. is aan H. J. Schim van der Loeff, arts, Geneesheer-Directeur der Psychiatrische Inrichting „St. Anna", te Venray, verlof ver leend tot het aannemen van het vreemde eere- teeken van Ridder der Orde van den Heiligen Gregorius den Grooten van den Heiligen Stoel. By K. B. is aan dr. J. P. Fockema Andreae, Commissaris der Koningin in de provincie Gro ningen, verlof verleend tot het aannemen van het eereteeken van Commandeur der Orde van het Legioen van Eer van Frankryk. iwiir J /f# wmiimmlmk i De „Königin Louise" is te Hamburg van stapel geloopen. Het schip dient voor de verbinding met de zeebadplaatsen op Helgoland en Sylt De Ministers van Financiën, van Economische Zaken en van Buitenlandsche Zaken hebben hunne memorie van antwoord op het verslag der vaste commissie van overleg met de Re geering omtrent vraagstukken en maatregelen van handelspolitieken aard inzake het wets ontwerp tot instelling, afschaffing, verhooging of verlaging van invoerrecht op korten termijn aan de Tweede Kamer doen toekomen, wy ontleenen daaraan het volgende: Dat de Regeering bij aanvaarding van het wetsontwerp ook op tariefgebied een groote macht verkrygt, erkennen de ministers ten volle, zy vraagt de onderwerpelyke bevoegdhe den alleen, omdat deze in de tegenwoordige tydsomstandigheden onmisbaar zyn. Het by art. 1 voorgestelde beoogt in het vervolg te voorkomen, dat een met het oog op de belan gen van 'sRyks schatkist noodzakelyke tariefs- wyziging eerst geruimen tyd na haar totstand koming baten gaat afwerpen, doordat aan den vooravond van die totstandkoming voorraden, dikwyis voldoende voor de behoeften van et- telyke maanden, tegen het lagere tarief wor den ingevoerd. Terecht wyst de commissie er op, dat de ervaring heeft geleerd, dat het noo dig is daartegen te waken. Zeer leerzaam is hier geweest het gebeurde in de laatste maan den van het vorige jaar. Ongetwyfeld bestaan ook tegen deze be voegdheid bedenkingen. Het kan inderdaad op de beslissing der Staten-Generaal van invloed zyn, dat een aanhangige tariefswijziging reeds is ingevoerd. Toch wil het den ministers voor komen, dat die invloed in het onderhavige ge val niet zoo groot zal zyn, dat de vrijheid der Staten-Generaal in ernstige mate zal worden belemmerd. Het gaat hier immers om fiscale maatregelen - Ook de ministers zijn van oordeel, dat het bedrijfsleven meer gebaat is met een regeling, waarby het verhoogde invoerrecht terstond, nadat het voornemen om de wet te wijzigen is bekend geworden, in werking treedt, al blyft daarby de mogelykheid bestaan, dat het na korten tyd weder wordt opgeheven, dan by be houd van den tegenwoordigen toestand, die na indiening van een voorstel tot tariefsverhoo- ging een jacht ontketent, om vóór de inwer kingtreding nog zooveel mogelyk in te voeren. Juist is, dat by tariefswijziging tegenstrijdige belangen zyn betrokken en wat den een baat den ander kan schaden. Dit bezwaar is echter lnhaerent aan de tarief swyziging als zoodanig en is onafhankeiyk van de vervroegde invoe ring. Uitbreiding van het artikel tot accijnzen is niet noodzakelijk. Het opnemen van een bepaling in een tarief- wet, die aan de wet terugwerkende kracht geeft tot het tydstip harer indiening, brengt groote moeilijkheden met zich, omdat dan het ver hoogde invoerrecht niet aanstonds kan worden geheven, doch later van den importeur moet worden nagevorderd. Dit leidt ertoe, dat de im porteur by doorverkoop van de goederen zich moet dekken tegen de mogelijkheid van navor dering. De hier gevraagde bevoegdheid is niet ver zocht voor een bepaalden termijn, omdat zij by fiscale tariefswijzigingen ook al is zij in den tegenwoordigen tyd dubbel gewenscht in het algemeen reden van bestaan heeft. In- tusschen bestaat er bij de Regeering geen be zwaar te voldoen aan den door enkele leden geuiten wensch om de bevoegdheid voorloo- pig te beperken tot een tijd van ongeveer twee jaren. Een bepaling, die de wet zal doen ver vallen op 1 Januari 1937, wordt daarom by nota van wyziging toegevoegd. Door het volstrekt vereischte van goedkeu ring door den wetgever is de volmacht aller minst een onbeperkte. Te minder is dit het ge val, waar de werkingsduur van het besluit een termijn van een jaar niet kan overschrijden. Wat bezwaren tegen het hanteeren dpr mach tiging op zichzelf betreft, merken de ministers aanstonds op, dat niets verder van hun bedoe ling verwyderd is dan het invoeren van „vecht tarieven", met behulp waarvan in de achter ons liggende 15 jaren weinig aanlokkelijke re sultaten zyn bereikt. Het geval, dat de Regeering in het bijzonder voor oogen staat, is, dat by onderhandelingen over handelsverdragen blykt, dat concessies voor den invoer van Nederlandsche producten kunnen worden verkregen, wanneer daartegen over onzerzijds bepaalde tariefsverlagingen worden gesteld. Het kan dus gewenscht zijn, dat die verlagingen terstond worden ingevoerd, teneinde zoo spoedig mogelijk in het genot te kunnen treden van de daartegenover onzerzijds bedongen concessies. Al ontkent de Regeering niet, dat onze han delspolitiek door den drang der omstandighe den „actiever" is geworden, en, naar te vree zen staat, voorloopig zal moeten blijven dan tot voor korten tijd het geval was, tot het in voeren van een actieve politiek van vechttarie ven wenscht zy allerminst over te gaan. In het algemeen gesproken is het zeker juist, dat bescherming van bedrijfstakken tegen ab normale buitenlandsche concurrentie door con- tingenteeringsmaatregelen veel meer aanbeve ling verdient dan door tariefmaatregelen. Bij voortduring der omstandigheden van het oogen blik zal dan ook de contingenteering de aller eerste plaats moeten blyven innemen. Er zyn echter uitzonderingsgevallen, waarin de contin genteering alleen niet voldoende hulp biedt. Het is zeker juist, dat onze scheepvaart van belemmering van den invoer niet anders dan nadeel kan ondervinden. Wanneer de regeering in de Memorie van Toelichting dan ook be toogt, dat zij de voorgestelde bevoegdheid ook (Samengesteld door De Spaarne Bank N.Y. Amsterdam) De f 900 miljoen groote Nederlandsche Staatsleening is met enkele miljoenen overtee- kend. Indien men bedenkt, dat: L de rentevoet voor prima beleggingen zeer laag is; 2. de toestand van onze Staatsfinanciën gun stig afsteekt by dien van de meeste andere landen; 3. Engeland momenteel tegen 3 Amerika tegen 3 K en Italië tegen 3 34 leent, dan verwondert het ons niet, dat de Nederland sche belegger op royale wyze zijn gelden tegen een rentevergoeding van 4 aan den Staat heeft toevertrouwd. De Staatsschuld, die nu ongeveer f 2725.miljoen bedraagt, is sinds 1932 met f 400.miljoen vermeerderd. Men mag echter wel aannemen, dat de zware lasten, die de Staat in deze crisisjaren op de schouders moet nemen, in normale tyden weer zullen ver- dwynen. Wil de financieele toestand van den Staat echter gezond blyven, hetgeen een nood zakelyke voorwaarde is voor een gunstige eco nomische ontwikkeling van ons bedrijfsleven, dan zal een verdere bezuiniging op de uitgar ven onvermydelyk zyn. Begrijpelykerwyze stond de beleggingsmarkt deze week in het middelpunt der belangstel ling. Staatsleeningen waren pryshoudend, ter wijl 4%-obligatiën Nederlandsch-Indië een koersverbetering te zien gaven. De belangstel ling voor leeningen van de groote gemeenten is den laatsten tyd zeer groot geweest. Aan het einde der week haalde men echter de koers winst binnen en bleek de interesse voor de con- versieleening grooter te zyn. Onder het motto: „Dultschlands crediteuren vereenigt U" is men te Basel samengekomen, doch men is er niet in geslaagd een gemeen- schappeiyke houding t.o.v. den debiteur aan te nemen. De Nederlandsche houders van Duit- sche obligatiën ontvangen voor hunne coupons het eerste halfjaar 1934 100 in contanten en hunne positie voor de toekomst blyft sterk. Door deze factoren kon de Young-leening de laatste dagen enkele punten verbeteren, na het zeer lage peil van 36 y, te hebben bereikt. Het zwakke verloop van den Markenkoers geeft echter wel aan, dat het vertrouwen in de fi nancieele positie van den Duitschen Staat niet byster groot is. Op de aandeelenmarkt was de handel zeer gering. Doordat de Motor Product Corp., de voor naamste auto-onderdeelenproducente, heeft toegestemd in een loonsverhooging van 10 zijn de arbeidsgeschillen in de Amerikaansche automobielindustrie weer bygelegd. Voor zoo lang het duurt! Daar de productiekosten nu hooger worden, moeten de fabrikanten de prij- zen der auto's verhoogen en het is nu maar te hopen, dat de vraag door deze prysstyging niet vermindert. Theoretische economisten zullen met verbazing het verloop van deze moderne prysvorming gadeslaan. Momenteel schijnt ech ter de kooplust zeer groot te zyn. General Motors publiceeren een groote toename van den verkoop aan particulieren en handelaren. De totale automobielproductie in de maand Maart wordt geschat op 262000 stuks, hetgeen meer dan driemaal zooveel is, in vergelyking met Maart 1933. Terwyl Roosevelt op vacantiè Was, heeft de president van de Stock Exchange Whitney, van de gelegenheid gebruik gemaakt om de beurs wet van haar scherpe kanten te ontdoen. In plaats van de beurs onder curateele van den Senaat te brengen, wil men een onafhankeiyke contróle-commissie in het leven roepen, terwyl er kans bestaat, dat de minimum dekkings percentages worden verlaagd. De berichten uit het oeiirijfsleven bleven gunstig. Amerikanen waren hier goed prijs houdend. Koper waarden zyn vast op de ver wachting, dat de „code" spoedig onderteekend zal worden. Hoewel de voorraden nog groot zyn, verbetert de marktpositie door verlaging van de productiekosten en een toenemende vraag. Industrieelen vertoonden een zwakke tendenz. Op ongunstige dividendgeruchten (11 over 16 maanden) verloren Philips een 7-tal pun ten. Het Jaarverslag van Unilever was niet op wekkend en bracht weinig nieuws. Een gun stige uitzondering in deze afdeeling vormden A. K. U.'s, die zich met haar buitenlandsche collega's in een speciale belangstelling moch ten verheugen. Vele groote olie-magnaten zyn op weg naar Londen, doch men ontkent de bedoeling van een gemeenschappelijk „rendez-vous". Toch ware dit wel gewenscht, daar groote verschui vingen het toch al labiele evenwicht op de olie- markt dreigen te verstoren. De Irak-olie doet binnenkort haar intrede, terwyl Amerika zyn export aanmerkelyk wil vergrooten. Deze week had Koninkiyke Olie weer van aanbod te lij den. Culturen waren verlaten, doch pryshoudend. In een geestig artikeltje in de „Econ. Statisti sche Berichten" hekelt de heer Ligthart de dwaze politiek van sommige regeeringen om „coüte que coüte" den export te willen stimu- leeren, ten koste van den binnenlandsehen consument. De bietsuiker schijnt zich voor dit doel al zeer bijzonder te leenen. Polen expor teert tegen 17 Zloty per 100 K.G., terwyl de binnenlandsche consument 114 Zloty moet be talen. In Europa (zonder Rusland) wordt de bebouwde oppervlakte met suikerbieten In 1934 weer uitgebreid met ruim 100.000 H.A. Suiker- aandeelen lijken ons vooralsnog geen aantrek- keiyk bezit. De theeveilingen te Londen brachten weer hoogere pryzen op. De toenemende productie van bevolkingsrub ber moge het restrictievuur bij de betreffende regeeringen doen aanwakkeren. De positie van de geldmarkt in aanmerking nemend, is de prolongatierente van 2 ry- kelyk hoog. Slotkoersen per 6 4 pet. Nederl. 193Ï 4Va pet. Indie 1926 3 y2 pet. Engeland 5% pet. Young A.K.U. Ford Philips Unilever Scheepv. Unie Kon. Olie Redjang Lebong Amsterd. Rubber H.V.A. Deli My. Senembah Beth. Steel Steel Anaconda Intern, Nickel Prolongatie en 13 April "34 997/g 100 977/f 98% 66Ve 66% 38L/p 38Va 4334 47 158 155'4 247VS 239% 791/2 76% 41 4 U/a 165% 15934 162 138 Va 104% 106 179V* 1753/4 124 Va 127 148% 148 26% 26% 3\% 9% 10% 17% 17% 7.61 h 7.62 1.474-4 1.4734 2 pCt. 2 pCt. in het belang der scheepvaart behoeft, dan heeft zy daarmede op het oog de gevallen, waarin zy met behulp van die bevoegdheid er in zal kunnen slagen, nieuwe uitvoermogeiyk- heden te veroveren, die het vervoer van Neder landsche producten naar den vreemde met Ne derlandsche schepen zullen kunnen bevorde ren. Ook kunnen by de met het buitenland te maken tariefafspraken verlagingen van de in voerrechten volgens hef' Nederlandsche tarief worden overeengekomen, waarvan de onverwyi- de invoering aan de Nederlandsche scheepvaart ten goede kan komen door verhoogden im port hier te lande van die goederensoorten, waarop de verlaging betrekking heeft. Nyverheid en Handel zyn zeker in het alge meen niet gebaat met plotselinge tariefsver anderingen. Ook dit zal een reden zyn om de bevoegdheid zeer spaarzaam te gebruiken. Het ontwerp mag alleen beschouwd worden in het kader eener fiscale tariefpolitiek. De Re geering zou het bepaald ongeoorloofd en in de hoogste mate ongewenscht achten, indien in het algemeene karakter van onze tarief politiek verandering zou worden gebracht, zonder dat daaromtrent te voren door den wet gever een beslissing was genomen. Van eenige dogmatische opvatting by de re geering is hier geen sprake. Zou de regeering, hetgeen vooralsnog niet het geval is, tot het oordeel komen, dat de grond slag van onze tariefpolitiek moet worden ver anderd, dan zal zy langs den normalen weg van wetgevend beleid dit doel moeten trachten te bereiken. Het onderhavig ontwerp mag daar voor niet worden gebruikt en de toezegging van ruimer gebruik, die enkele leden van haar verlangen, kan de regeering dan ook niet geven. Aan de Memorie van Antwoord der Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot bevordering van samenwerking der tramwegen In Noord- Brabant wordt het volgende ontleend. Niet het in het leven houden der tramweg- maatschappyen is het doel, doch de samen smelting dezer veel te talryke en versnipper de bedryven tot een goed georganiseerd en geoutilleerd verkeerslichaam ter bediening van het streekverkeer in Noord-Brabant, waartoe, naast het op de voorgestelde wyze in het le ven houden der bestaande maatschappyen, het scheppen van een nieuw exploitatiebedryf het meest passend middel is gebleken. Het oordeel van een aantal leden, dat de tramwegen in Noord-Brabant kunnen verdwy- nen, wordt geenszins gedeeld door de geweste- lyke autoriteiten, die, waar het de voorziening van het streekverkeer betreft, toch zeker wel competent mogen worden beschouwd. De tramwegmaatschappyen in Noord-Bra bant hebben zich reeds voor een groot ceel, zy het ook wegens geldgebrek eerst laat, naar de tegenwoordige omstandigheden weten te voegen: het massavervoer 'vindt nog ner tram plaats, doch daarnaast zijn voor de kleinere vervoeren autobussen en vrachtauto's in dienst gesteld en in deze richting zal na het tot stand komen van de samenwerking worden voortge gaan. Deze samenwerking van tram en auto waarborgt het meest economische vervoer. Een bedryf, dat zich zelf kan bedruipen, zaJ niet onmiddellyk verkregen worden; een ga rantie van den Staat en de provincie, geduren de vyf jaren in uitzicht gesteld, is daarom niet te ontgaan. Dat opheffing van tramiynen een groot voor deel zou meebrengen voor de wegenverbete ring, kan slechts ten deele worden toegege ven; dergelyke verbetering is, zooals de erva ring leert, Ook by behoud van den tramweg veelal mogelijk; bovendien liggen de tramiy nen deels op eigen baan of op de bermen der wegen, die niet door het motorverkeer worden gebruikt. Ook zal opheffing van tramiynen veelal door de zware vrachten, die dan op den weg komen, aanmerkelijk hoogere eischen aan den weg stellen en dientengevolge de aan de wegen te besteden kosten aanzlenlyk ver hoogen. Vrees voor maatregelen van wetgeving en bestuur om het tramverkeer boven het auto verkeer te bevoordeelen, kan op de wetsont werpen niet worden gegrond, daar deze juist coördinatie en harmonische samenwerking van rail- en railloos verkeer beoogen. Instandhouding der tramwegen is niet het hoofddoel, doch overal waar dit noodig is, zal de tram worden vervangen of aangevuld door motorvervoermiddelen. De bestaande onder nemingen misten de noodige geldmiddelen om daartoe op groote schaal over te gaan en ty dens de voorbereiding van de samenwerking kon deze gezondmaking van de gezameniyke bedrijven niet ter hand worden genomen. Dit is de taak van de nieuwe verkeersonderneming (B. B. A.), die ook zal beslissen, welke tram iynen zullen worden opgebroken. De rechtspositie van het personeel, dat naar de nieuwe vennootschap overgaat, zal worden geregeld in een Reglement Dienstvoorwaarden, dat niet ongunstiger zal zyn dan dat van de bestaande maatschappyen. Zaterdag is de verificatie-vergadering gehou den in het faillissement der N.V. Holland- sche Stoomboot My. ter behandeling van het voorgestelde accoord. Mr. M. van Regteren Altena, curator in het faillissement tezamen met den heer Paul den Tex, directeur der Kon. Holl. Lloyd, advi seerden aanneming van dit accoord, aange zien dit voor de crediteuren grooter voordee- len zal opleveren dan liquidatie. Nadat door enkele obligatiehouders bezwaren naar voren waren gebracht, werd gestemd over het accoord, dat aangenomen werd. De homologatie-vergadering van het accoord werd bepaald op 26 ApriL Hieronder laten wij een ïyst volgen met de namen der plaatselijke correspondenten van de „Vrienden van Egmond" AERDENHOUT: Mej H. Everard, Boeken- rodeweg 45, telefoon 26031. ALKMAAR: Mr. L. van Lookeren Campagne, Breedstraat 10, Privé telefoon 970, Kantoor telefoon 668; Mevrouw C. Smal, Kennemerpark 1, telefoon 830. AMSTERDAM: A. G. K. Barge, Vondelstraat 51 telefoon 83444; Mevrouw F. A. Besier, Da Costakade 71; Mej. M. Everling, Prinsengracht 413 telefoon 37922; Mr. A. J. M. Hendrix, Kei zersgracht 401 telefoon 36992; Mevr. A. M. M. Olsthoorn-v. Woetik, Da Cossakade 44, telefoon 82737; Mej. M. Peek, Gabr. Metsustraat 14; H. Velthuyce, Linnaeushof 95 telefoon 53892: P. Visser, Linnaeushof 87; M. Sedelaar, v. Breestraat 40; P. Sweers, Bosb. Toussaintstraat 70 (Postgiro 84526); Mej. Chr. J. M. Wennen, Prins Hendrikkade 186; J. Wubbe, Jan van Goyenkade 11 Postgiro 38274; Gem giro W 6789) telefoon 22344. ARNHEM: Mr. J. P. Bervoets, Steenstraat 1, Privé telefoon 24110, Kantoor telefoon 23640; W. Baron van Hugenpoth tot Aerdt, v. Heem stralaan 10 telefoon 26184. BAARN: Ir. G. F. H. Houben, Regentesse- laan 2 telefoon 397; Mevr. H. Moltzer-van Kempen, Rost-Ede, Stationsweg. BAKKUM N.H.: H. A. Nysen, v. d. Myleweg I, telefoon 530. BERGEN N.H. G. J. Stockmann, Dr. van Peltlaan 23. BLARICUMMej. Truus Rigter. BLOEMENDAAL: G. L. van der Mey, de Genestetweg 26, BREDA: C. Sassen; Mr. Dr. G. W. A. van Sonsbeeck, Wilhelminapark 15, telefoon 3421. BUSSUM: E. P. C. Slaghek, Meerweg 44, te lefoon 5931. CASTRICUM: H. A. Nysen, v. d. Myleweg 1, Bakkum, telefoon 530. DUIVEN: Mevr. O. B.esse v. Dorth tot Med- ler, telefoon 22. EGMOND-BINNENJ. Verheggen. ENKHUIZEN: H. F. Fluitman, Hoofd der R. K. School, telefoon 74. GENDRINGEN: Jhr. R. van Grotenhuis. 'sGRAVENHAGE: Ir. L. J. M. Feber, Joh. v. Oldenbarneveldtlaan 115 telefoon 553903, (niet tusschen 1214 en 1819 uur); Dr. L. G. Kor- tenhorst, Lange Voorhout 19, telefoon 117270. GROOTEBROEK: P. Noordeloos, Snoekstraat. HAARLEM: F. Caron, Jansstraat 64, telefoon 16655; L. C. J. Nieuw'enhuys, Wagenweg 46, tele foon 14390; H. W. M. van Os, Gedempte Oude Gracht 76, telefoon 13397; B. Schlaghecke, Ke naustraat 3, telefoon 16936; Mevr. Vorstman, Emmalaan 9 telefoon 15607; Dr. W. M. A. v. d. Wijnpersse, Zijlweg 295, telefoon 14834. HEEMSTEDE: Ed. Brongersma, Heimanslaan 2, telefoon 28669; Prof. Dr. A. M. A. A. Steger. Lanckhorstlaan 36, telefoon 28568; Familie de Wildt, Heerenweg 106. 'sHEERENBERG: W. Passtoors. HEILOO: W. Tanis, Hoofd der R. K. school, Alkmaar, telefoon 426. DEN HELDER: A. Sillacus, Kanaalweg 3. H1LLEGOM: Mr. D. F. Pont, Privé telefoon 5839. HOORN: A. G. Buitink, Groote Noord 25. HUISSEN. Mej. Ch. Helmich. HULST: B. A. Th. M. Truffino, Steenstraai 138, telefoon 95. LUTJEBROEK: P. Noordeloos, Snoekstraat. Grootebroek. MAASTRICHT: Jhr. mr. A. van Ryckevor- sel, Keizer Karelplein 10. MEDEMBLIK: J. van der Lee, Westerhaven 28. NIJMEGEN: Mr. P. I. J. M. van der Velden, Guyotstraat 5, Privé telefoon 2177. Kantoor te lefoon 212. OOSTERHOUT: St. Paulus Abdy (Giro nummer 39167). OVERVEEN: J. Krieger, Adr. Stoopplein 8; Mej. Peeters, Huize Duinrust, telefoon 10820; W. G. Van Seggelen, Bloemendaalscheweg, 227, telefoon 23682. ROTTERDAM: L. F. A. Veltmeyer, Bergsin- gel 122, telefoon 43455; H. G. M. v. d. Vyver, Westersingel 35, telefoon 57049. TILBURG: P. Nieuwenhuis, Spoorlaan 92. UTRECHT: Mej. Nelly Ruys, Boothstraat 19, telefoon 10313; L. C. F. M. Smulders, Malie singel 39, telefoon 12718, Secretaris van het Sub-Comité. VELP: S. C. M. Fontein Strootman, Biesdel- schelaan 11, telefoon 32579. VOORSCHOTEN: Mevrouw M. van der Schrieck, Noortheylaan 11. WASSENAAR: J. J. M. Wiegman, Acacialaan 15. Privé telefoon 716285, Kantoor telefoon 717120. IJMUIDEN-OOST: H. C. van Kuyerer Trompstraat 141. ZEIST: Th. Ruys, Rond 5, telefoon 10<" Aangaande den gezondheidstoestand van den Minister van Economische Zaken, mr. T. J- Verschuur, die, zooals bekend, in verband met een niersteenaandoening wordt verpleegd in het Maria Paviljoen te Amsterdam, kan thans met vry groote zekerheid worden medegedeeld, dat zyne Excellentie het ziekenhuis in het begin van de volgende week verlaten zal. Wel staat het, zooals wy reeds in een vorig bericht mededeelden, vast, dat de Minister voor algeheel herstel nog eenigen tyd vacantie zal moeten nemen. Op „Oud Eik en Duinen" te Den Haag is Zaterdagmiddag het stoffelyk overschot van den M. T. S.-scholier Chr. A. H. Ebbinge Wub- ben, dat te Reeuwyk na een vermissing sedert 11 November j.l. werd gevonden, ter aarde be steld. Er was veel belangstelling; aanwezig waren o.m. bestuursleden, directeur, enkele leeraren en verscheidene leerlingen van de Haarlemsche M. T. S. Een schat van bloemstukken dekte de baan Daaronder waren er van het bestuur, van di recteur en leeraren en van het corps van leer lingen der M. T. S. en verschillende bloemstuk ken van vrienden. In de kapel speelde de heer C. Littooy °P het orgel twee koralen van Bach en „Was Gott tut das 1st wohlgetan". Er werden geen toespraken gehouden. Bij het graf dankte de vader voor de b®' langstelling. - In afwyking van het eerder medegedeelde is de termyn van contingenteering van rys" vastgesteld op 1 jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 6