1
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel
Plaats dan een „Omroeper
voor 75.000 gezinnen. J
Voortzetting van de drooglegging?
BEZWAREN VAN EERSTE
KAMERLEDEN
11
-
WOENSDAG 18 APRIL 1934
Tijdens de openingsrede van den heer C. Evers, loco-burgemeester van Roermond, bij de ingebruikneming
van de nieuwe haven, welke Dinsdag is geschied
m
De nieuwe haven te Roermond is Dinsdag officieel in gebruik genomen. De eerste
schepen varen gepavoiseerd de haven binnen
De resultaten van den Wieringer-
meerpolder vallen niet mee
Belangrijk financieel
risico
W erkverruiming
Duitsche immigranten
PSEUDOLUCHTAANVAL
N.V. Holl. Grondkredietbank
's Gravenhage
LEONID SOLOGOUB
Expositie in Den Haag
KOSTEN VAN ARMENZORG
Bij noodlijdende gemeenten
LOODSDIENST VOOR ZEE-
SCHEPEN
Stomme demonstranten
Machinisten-examen
St. Bureaucratius is een
taaie gezel
BELANGHEBBENDEN BIJ DEN
SCHOENHANDEL
Nieuwe vereeniging opgericht
FOTOREPORTAGE
V
■'i.v
imitilliliiliiiiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiLiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiliiiiillililiillliliiiiiliiiiHillllllllllllttlf^
Op den Amstel te Amsterdam wordt druk
geoefend voor de komende roeiwedstrijden.
Een der achten van Nereus in training voor
de Varsity
De leider van de Mount Everest vliegtuig
expeditie, commander P. F. Fellows, heeft
in Pulchri Studio te den Haag een lezing
gehouden, georganiseerd door de Haag-
sche Aeroclub
K
'S'
-
>-W.' -f.-""--
i. i.
Rector Der Kinderen (inzet), de Bossche diocesane jeugdleider en aalmoezenier is bij Heesch
met zijn auto tegen een boom gereden en op slag gedood. De plaats des onheils
Blijkens het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over de begrooting van het Zuiderzee-
fonds voor 1934 hadden vele leden ernstig be
zwaar tegen verdere drooglegging van Zuider-
zeeg ronden en waren daarom min oi meer
scherp gekant tegen den memoriepost inzake
den N.O. polder.
De bezwaren kwamen in hoofdzaak hierop
neer, dat na de inpoldering van de Wieringer-
meer de toestanden op agrarisch gebied zich
dermate hebben gewijzigd, dat thans stilstand
van de drooglegging geraden is. De voordeeien
zullen h.i. geenszins opwegen tegen de nadee-
len. De resultaten van den Wiermgermeerpol-
der vallen niet mee; het land schijnt niet vol
doende te zijn ontzilt; van bereidwilligheid om
den grond te aanvaarden blijkt niet; gegadig
den voor de in erfpacht uit te geven gronden
schijnen zich niet aan te melden. De Staat is
tot veel grootere offers verplicht dan weid ver
wacht.
Behoefte aan uitbreiding van cultuurgrond
bestaat niet, ja het is zelfs de vraag, of deze
niet schadelijk zou moeten heeten, tenzij men
zou willen aansturen op Nederlandsche autarkie
voor wat de graanvoorziening betreft. Indien
dit niet de bedoeling is en de producten, op
deze gronden te verkrijgen, voor de wereld
markt bestemd zijn, dan is het stellig de vraag,
of hier commercieel wel een rendement is te
verwachten. Bovendien mag niet uit het oog
worden verloren, dat bij de door aanwending
van kunstmest, vooral na de uitvinding van
stikstof bereiding uit de lucht, sterk vei hoogde
productiviteit van den grond, naburige in-
dustrieele staten meer dan vroeger in eigen be
hoeften zullen kunnen voorzien en de vooruit
zichten voor onzen export van landbouwproduc
ten ook voer de toekomst slecht zijn.
Het betreft hier, zooals verder werd opge
merkt, een geheel \nder geval dan aanwezig
is bij de vervroegde uitvoering van nood
zakelijke werken.
Dit werk is niet noodzakelijk en bovendien
wordt een object verkregen, welks waarde in
geen verhouding staat tot de daaraan te be
steden kosten. Er steekt een belangrijk finan
cieel risico in verdere drooglegging. Een ge
raamde prijs van ƒ2500 per H.A. is te hoog,
dewijl de allerbeste gronden in Friesland op het
oogenblik minder opbrengen. Er zou, volgens
de leden, hier aan het woord, op een verkoop
prijs van slechts 1000 per H.A. mogen worden
gerekend. Bovendien meenden zij met zeker
heid te weten, dat de gronden van den N.O.
polder voor een groot gedeelte van belangrijk
mindere hoedanigheid zijn dan die in ae Wie-
ringermeer. Ook het bewoonbaar maken vergt,
getuige de Wieringermeer, nog groote offers.
Het zou daarom zaak zijn, van hetgeen thans
in beginsel zou worden aanvaard, de uitvoering
eenige jaren op te schorten, totdat er op land
bouwgebied gunstigere verhoudingen zijn in
getreden.
Uit een oogpunt van werkverschaffing zou
bevordering van wegenbouw en boscncultuur
veeleer aanbeveling verdienen, omdat daarbij
groote bedragen aan arbeidsloon zijn gemoeid.
Eenige leden verklaarden ook niet bereid te
zijn gelden te voteeren voor verdere droog
legging, als consequentie van het eenmaal ge
nomen besluit tot afsluiting der Zuiderzee.
Immers, de voorstelling, die men destijds
bovendien onder geheel andere financieele om
standigheden had, is onjuist gebleken; de
begrootingen der kosten zijn zoo verre over
schreden, dat, had men die cijfers gekena,
waarschijnlijk niet tot afsluiting der Zuiderzee
ware besloten.
Op grond van al deze overwegingen bepleit
ten de leden, hier aan het woord, met nadruk
het stopzetten van den arbeid der Zuiderzee
werken.
Verscheidene andere leden konden zich, on
danks de daartegen ingebrachte oezwaren,
nederleggen bij het denkbeeld van de Regee
ring om tot inpoldering van den N.O. polder
over te gaan. Hunne eindbeslissing werd dan
ook in hoofdzaak beïnvloed door de overwe
ging, dat daardoor voor de eerste jaren een
object van werkverruiming van beteekenis zou
worden verkregen. Intusschen werd opgemerkt,
dat men het element werkverruiming niet moet
overschatten.
Waren deze leden ondanks niet te miskennen
bezwaren bereid met het voorstel mede te gaan,
de wijze, waarop de Minister het voorstel finan
cieel aantrekkelijk wil maken, vond van meer
dan een zijde bezwaar.
Men zou gaarne vernemen van den Minister
hoe hij zich ce financiering denkt.
Bij den gedachtengang van den Minister zijn
alle kosten van arbeidsloon voor de inpoldering
buiten rekening gelaten. De Minister schijnt
aldus te redeneeren: Voert men dit werk niet
uit, dan moet de Overheid jaarlijks een 4000
man te hulp komen als zijnde werkloos Hier
rijzen twee vragen: le. moet men nu reeds bij
voorbaat aannemen, dat gedurende den geheelen
tijd, dat de uitvoering duurt, 10 a 12 jaar, de
toestand van de arbeidsmarkt zal blijven gelijk
die thans is? en 2e. is het juist om aan ie ne
men, dat de kosten van steun aan de hier ge
dachte werkloozen gelijk zullen zijn aan het
volle geldende loon?
Bij voorbaat alle werkloonen, gedurende 10
a 12 jaren, uit de werkelijke kosten te eliml-
neeren, maar die toch als buitengewoon ten
koste van het nageslacht te brengen, achtte
men niet bepaald een gelukkige financieele
operatie.
Sommige leden wezen er op, dat in verschil
lende bladen is medegedeeld, dat gronden in
den Wieringermeerpolder ten behoeve van
Duitsche immigranten (vluchtelingen) ter be
schikking zijn gesteld, opdat dezen zich daarop
in den landbouw zouden bekwamen met het
oog op hun mogelijke latere vestiging in Pa
lestina. Daarbij zou, volgens die berichten, de
Regeering tevens barakken hebben verstrekt
voor tijdelijke huisvesting.
Deze leden zouden gaarne vernemen of, en
in hoeverre, deze mededeelingen juistheid be
vatten; zoo ja, in welken vorm deze medewer
king is verleend ook wat tijdsduur betreft, en
of er zekerheid bestaat, dat de aldus geplaats
ten, na verloop van een bepaalden tijd den
polder weder zullen verlaten. Immers, de mo
gelijkheid moet onder oogen worden gezien, dat
dit leerobject- voor sub-tropischen landbouw
niet in allen deele voldoet of dat het vertrek
naar Palestina niet, of niet voor allen, door
gaat.
Het zou dan allicht niet wenschelijk zijn, in-
dien een deel dezer vluchtelingen hier achter
bleef en zich op de uitoefening van andere be
drijven ter plaatse ging toeleggen en alzoo, on
der bevoorrechte omstandigheden, beslag ging
leggen op een arbeidsveld, hetwelk bij de in
poldering zeker niet ten behoeve van vreem
delingen is geschapen. Bij de zeer groote en
zware offers, welke het Nederlandsche volk
zich voor deze werken heeft getroost en zich
nog moet getroosten, mag niet uit het oog
worden verloren, dat de indirecte voordeeien
aan het eigen volk ten goede moeten komen en
moet worden gewaakt, dat handel en nering
niet in vreemde handen geraken.
Dinsdag werd te Temeuzen een oefening in
den luchtbeschermingsdienst gehouden, waarbij
eenige vliegtuigen van de luchtvaartafdeeling te
Soesterberg optraden.
Per radio-Scehveningen werden waarschu-
wingsseinen gegeven, waarna de verschillende
onderdeelen van den beschermingsdienst in
actie kwamen.
Een groot aantal autoriteiten was aanwezig,
o.a. de commissaris van de Koningin en een
vertegenwoordiger van den Minister van De
fensie.
De oefening begon omstreeks twee uur; om
vier uur gaf de radiozender te Scheveningen
het beri.At .luchtgevaar geweken", waarna de
resultaten van de oefening werden besproken.
Trekking van 16 April 1934
Serie 33659/21 met ƒ36.000.—..
Serie 63499/8 met ƒ4.800.—.
Serie 56438/25 met 1.200.—; 1707/50, 5330/44,
10670/44, 20201/48, 63499/14 elk ƒ480.—.
1279/23, 40, 47, 23976/33, 25777/11, 28297/27,
35, 32286/31, 46593/34, 63499/34 elk ƒ240.—.
Verder 40 ƒ120.—, 82 a ƒ43.—, 200 a 36.—,
400 a ƒ24.—, en 1260 15.—.
Door de „Stichting tot verbreiding van heden-
daagsche Schilderkunst" is een tentoonstelling
georganiseerd van werk van den Russischen
schilder Leonid Sologoub, in den kunsthandel
„Center" te 's-Gravenhage. Deze expositie omvat
schilderijen en teekeningen, waaruit men Solo
goub, die uit zjjn land verdreven werd en na een
verblijf te Parijs thans in Den Haag gevestigd
is ,als een goed-onderlegd naturalist leert ken
nen. 't Landschap, „den buiten" trekt hem aan
en uit deze aantrekking wint hij de krachtige in
spiratie, welke uit zijn doeken blijkt. Het is geen
dorre natuur-nabootsing en evenmin beeldt hij
het aanzien der wereld in vlakke constataties
uit. Een sterke drift leeft in zijn boomen, die
daar hoog of ineen gedrongen tegen den hemel
staan in een zacht, smeltend licht. Hij zoekt
niet de vlotheid en het gemakkelijk grijpbaar
effect, maar hij worstelt, zooals in zijn „Knot
wilgen", met den tegenstand die ze neerdrukte cn
kwetste.
Zoo blijft ook in fijnen lichtgreep van den win->
termiddag rond het massieve boerenhuis, de
hardheid van de hoekige muren onverwonnen,
doch niet meer ruw en koud van wezen. Solo
goub kent de scherpte der conflicten en hij doe
zelt ze niet weg, hij neemt ze zoo ze zijn op in
zijn visie en laat er enkel dë vibreerende golf
slag van het leven overgaan, zooals in zijn
„Duinlandschap"-pen en „Zeegezicht".
Maar het best en het mooist scheen ons zijn
werk in de drie stillevens „Tulpen", speciaal in
de twee hooggestengelde exemplaren in een
flesch op een tafel, midden in het bronzen ka
merlicht. Daar in dien donkerrooden gloed der
bloemen bloeit iets onzegbaars open, dat neer-
geurt in de duistere schaduwen langs den wand
en ergens hangen blijft in het gedroomd opene
tusschen muur en tafel.
Hierin uitte zich deze schilder in zijn volle
kracht: voornaam, bewogen en kloek. In de por
tretten, meest teekeningen, die er van hem aan
wezig zijn, troffen wij deze verdienste in veel
geringere mate aan. De expressie blijft daar wei
felend en onvoldragen, al maken we een uitzon
dering voor den suggestieven „Boer." v. O.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
de Colleges van Gedeputeerde Staten erop ge
wezen, dat in de tegenwoordige tijdsomstan
digheden de begrootingen van de publieke li
chamen bij voortduring een zoo getrouw moge
lijk beeld dienen te geven van de financieele
uitkomsten van elk dienstjaar. Uit dezen
grondregel vloeit voort, dat telkens, wanneer
met stelligheid te verwachten is, dat de prak
tijk het budgetaire aspect in ongunstigen zin
zal wijzigen, maatregelen worden genomen,
welke ertoe strekken, de begrooting daarmede
in overeenstemming te brengen.
Het is den Minister gebleken, dat verschil
lende gemeentebesturen met het nemen van
de bedoelde maatregelen veel langer wachten
dan in de huidige omstandigheden verantwoord
is. In het bijzonder met betrekking tot de pos
ten voor de kosten van de burgerlijke armen
verzorging op de begrootingen der noodlijdende
gemeenten heeft de Minister herhaaldelijk
kunnen opmerken, dat de weergegeven regel
niet was gevolgd. Maatregelen tot verhooging
van dezen post werden dikwijls eerst getroffen
omstreeks den tijd, dat de post geheel uitgeput
was geraakt, terwijl toch het gemeentebestuur
veelal reeds in de eerste maanden van het be-
grootingsjaar alle gelegenheid had op te mer
ken, dat de eischen, welke aan den post ge
steld werden, tot een ontijdige uitputting zou
den moeten leiden.
Voor de noodlijdende gemeenten heeft dese
praktijk nog het ongewenschte gevolg, dat het
ongunstiger beeld van de nin het begrootings-
jaar te dragen last wegens kosten van armen
verzorging, hetwelk den onstand uit 's Rijks
kas onmiddellijk beïnvloedt, aan de Regeering
veel te laat bekend wordt.
In het vorenstaande vinden de Mnisters van
Binnenlandsche Zaken en Financiën aanlei
ding aan alle gemeenten, die voor 1934 een
Rijksbijdrage in de kosten harer huishouding
hebben aangevraagd, de volgende voorwaarden
te stellen;
Van het op de begrooting voor 1934 uitge
trokken bedrag voor subsidie aan het burgerlijk
armbestuur of voor rechtstreeksche ondersteu
ning van behoeftigen zal op 1 Juli a.s. niet
meer dan 50 pet. mogen zijn uitbetaald. Aan
deze voorwaarde zal door Ged. Staten onthef
fing kunnen worden verleend, indien het ge
meentebestuur kan aantoonen op redelijks
gronden te mogen verwachten, dat desondanks
de geheele begrootingspost niet zal worden
overschreden. De bedoelde ontheffing dient
tijdig voor 1 Juli te worden aangevraagd bij
Gedeputeerde Staten.
Bij het afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp tot wijziging der bepalingen op den
loodsdienst voor zeeschepen voerden eenige
leden der Eerste Kamer als bezwaar daartegen
aan, dat de uitvoering der ontworpen maat
regelen voor de Nederlandsche schatkist een
verlies van ongeveer 850.000 's jaars zou mede
brengen, ais gevolg van de algemeene ver
laging van de loodsgelden. Zulks achtten zij in
dezen tijd van economische crisis niet te ver
antwoorden, naardien de Staat thans minder
dan ooit te voren bronnen van inkomsten kan
derven, terwijl daarenboven naar hun mee
ning de van de verlaging te verwachten toe
neming van de scheepvaart op onze havens
niet of althans niet in belangrijke mate zal
worden verwezenlijkt.
Vele andere leden konden zich met dit betoog
niet vereenigen en gaven uiting aan hun inge
nomenheid met de indiening van dit wetont-
werp.
Sommige leden vestigden er de aandacht op,
dat de Minister voornemens is om, zoodra dit
ontwerp tot wet zal zijn verheven, de totstand
koming te bevorderen van een algemeenen
maatregel van bestuur, waarbij zal worden be
paald, dat aan Nederlandsche gezagvoerders en
eerste-stuurlieden slechts loodsbrevetten zullen
worden verstrekt voor lijndiensten op landen,
„welke een overeenkomstigen maatregel hebben
getroffen ten aanzien van kapiteins en stuur
lieden van hun nationaliteit". Zulks zouden de
leden, hier aan het woord, niet in het belang
van de Nederlandsche scheepvaart achten.
DEN HAAG. Geslaagd voor het theoretisch
gedeelte van diploma C., H. J. Gerritsen en L.
J. Emanuels, te Amsterdam en F. de Rooy te
Dordrecht.
Beeldenstorm heeft altijd gegolden, zegt de
„Volk. Beobacher" treffend, als het teeken van
kleine geesten. Daarom heeft het nationaal-
socialistische bewind ook toegestaan, dat de
oude konings- en keizers-schilderijen weer in
de vertrekken der ambtenaren mochten worden
opgehangen, uitgaande van de gedachte, dat
men de leiders van vorige geslachten mag
eeren, ai hebben ze door hun verkeerde wijze
van regeeren de ontwikkeling van het Duitsche
volk eeuwen lang tegengehouden. Dit laatste
klinkt niet erg bemoedigend, voor de vroegere
heerschers.
Wat men nu echter in de vertrekken der
ambtenaren ziet, zegt het genoemde, leidende
nazi-blad, ziet er uit als een demonstratie. D®
muren hangen vol met afbeeldingen van oude
heerschers, terwijl de afbeeldingen van Hitler
en Hindenburg in het gunstigste geval in brief
kaartenformaat op de schrijftafel der chefs
staan. Er behoeft absoluut geen sprake van
beeldenstorm te zijn, wanneer er wordt gede
creteerd, dat al die plunder van het verleden
wordt weggewerkt en dat alleen overblijven mag,
wat kunstwaarde heeft, want men kan niet aan
den indruk ontkomen, dat dit heele gedoe een
stomme demonstratie is tegen den geest van
den nieuwen tijd.
Sanctus Bureaucratius in een taaie gezel, die,
zegt tenslotte de „Volk. Beob.", zijn levenskracht
put uit weerstand tegen den nieuwen tijd en
uit de duffe atmosfeer der ambtenarij. De ver
nieuwing der muurversiering in de ambtenaars
kamers zou goed werken op de vernieuwing def
ambtenaren zelve.
Dinsdag kwam te Amsterdam een aantal be-
langhebenden by den schoenhandel te zamen,
zoowel ten aanzien van den groot- als van den
detailhandel, ter bespreking van den toestand,
ontstaan door de ingrijpende maatregelen der
Centrale Vereeniging ter Behartiging van de
Belangen van den huiden-, leder-, schoenen
en aanverwantenhandel.
Staande de vergadering werd een nieuwe
vereeniging opgericht, genaamd Het Alcemeen
Nederlandsch Verbond van Belanghebbenden
bij den Schoenhandel, waartoe alle aanwezigen
toetraden.
Een voorloopig bestuur werd gekozen, be
staande uit de volgende personen; C. N. van
Haren, Waalwijk, voorzitter; P. J. de Mandt,
Nijmegen, penningmeester; A. Feitsma, Leeu
warden; A. M. C. Dijkmans, Eindhoven; L. P*
Paanakker, Amsterdam.
Als secretaris werd aan het bestuur toege
voegd mr. P. W. van Doorne te Amsterdam-
Het secretariaat is voorloopig gevestigd te diens
.kantore Heerengracht 581, Amsterdam.