Repetitie te Oberammergau
Md wdmX, van den daq
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
Z
GESPREKKEN MET DE
SPELERS
de Bilt
kreeg
g e 31j k
Het Geheim van
het open Raam
I
WOENSDAG 18 APRIL 1934
Dikwijls brengt een bezorgde
vrouw of moeder een van
de spelers eten en
drinken op de
repetitie
Onaangename erva
ringen voor vader Zwink
Leerstoel voor humor
De oudste Grieksche
papyrus
De „geheimzinnige berg"
in Britsch Columbia
President Lebrun als
peetoom
Nieuw soort sidderaal
Een talengenie
c*
Zeven kleuren, drie
stijlen
Twaalf nationale par
ken in Japan
Beruchte woestijn-
roover gearresteerd
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Detective-verhaal door
ANTHONIE GILBERT
n
Moeder, ik ga naar de graflegging!"
„Eet dan tenminste nog een hapje,
voor je weggaat!"
„Neen, neen. Ik heb geen tijd meer. De re
petitie begint
Zulke gesprekken hoort men iederen avond
te Oberammergau.
Wanneer de duisternis de bergtoppen omhult
en de avondklokken luiden, dan gaan de huis
deuren open en stroomen de bewoners van
Oberammergau van alle kanten naar de repe
titie van het Passie-spel.
150 menschen repeteeren eiken avond in
drie zalen. In de school worden de zangrepeti
ties gehouden, in het repetitie-theater speelt
het Passie-orkest; in het atelier van den regis
seur Georg Lang komen de Passie-spelers
bijeen.
De zang-repetities zijn bijzonder belangrijk,
want den zangers van Oberammergau, dis
wereldbekend zijn om hun prachtige en ge
schoolde stemmen, wacht een groote taak.
Vóór elk spel wordt een H. Mis opgedragen, tij
dens welke het kerkkoor zingt. Daarbij komt,
dat dezen keer een musicaal debuut aan de
eerste opvoering van het Passie-spel verbonden
is; de componist van de „Kreuzesschule", prof.
Wilhelm Müller, heeft een plechtige jubileum-
Passie-mis geschreven, die 't Jubileumjaar 1934
voor de muziekliefhebbers nog aantrekkelijkei
zal maken. Maar ook de musici hebben geen
gemakkelijke taak. De Passie-muziek van
Rochus Dedler is uitgesproken Rococomuziek,
die een zeer grondig instudeeren van haar
bekoorlijke melodieën vereischt. Men heeft
Dedler den „Mozart" van Oberammergau" ge
noemd, verheven en liefelijk als de werken van
Mozart is ook Dedler's Passie-muziek.
In het atelier verwacht de regisseur zijn
spelers.
„Hoewel wij het Passie-spel pas vier jaar ge
leden hebben opgevoerd, moet er toch veel
veranderd worden. Niet alleen moet de ensce-
neering worden verbeterd, maar ook van m'n
spelers verlang ik de grootste toewijding en een
groeiende verinnerlijking. Iederen keer wan
neer zij op de repetitie komen, moeten zij
„beter" spelen," zoo vertelt Georg Lang.
De eerste, die het repetitielokaal betreedt,
is Maria. De spelers zitten nog aan
tafeltjes hun rollen door te lezen, want op
het tooneel in het openlucht-theater ligt nog
sneeuw. Maar binnen enkele weken worden de
repetities op het tooneel zelf gehouden. Dan
wordt het met het spelen ernst. Dikwijls wordt
urenlang gerepeteerd en het is geen zeldzaam
heid, dat een bezorgde vrouw of moeder aan
een van de spelers eten en drinken op de
repetitie brengt.
„Mijn opvatting is sinds 1930 veranderd,"
vertelt Anny Rutz, de Maria. „Toen gaf ik
de smart weer in de uitdrukking der woorden,
maar thans zal ik dit veel meer in mijn stem
doen klinken. Vaak krijg ik brieven uit alle
werelddeelen met de vraag, hoe ik mij de moe
der van Christus voorstel, als goddelijk of
als menschelijk wezen. Ik zie in haar in de
eerste plaats de Mo e der, een moeder, die de
hoogste genade mocht beleven, die ooit een
vrouw ten deel is gevallen...."
Hans Zwink, de Judas-vertolker, repe
teert bijzonder vlijtig, want het is de eerste
keer, dat hij deze gewichtige en dramatische
rol zal spelen. Zijn haar is al flink lang ge
groeid en hij doet veel moeite om zich een
echten „Judas-blik" eigen te maken. Het ver-
vereischt veel oefening," vertelt hy, „om de
stem zoo krachtig te maken, dat deze op
70 meter afstand tot aan de achterste plaat
sen van het theater doordringt. Maar ik heb
flink geoefend. Mijn stem heeft al veel grooter
draagkracht gekregen. En de tekst? die
geeft mij geen moeilijkheden, ik ben er als het
ware „in geboren", want mijn vader, de be
roemde Judas van de Passie-spelen 18901900
en 1910, wilde juist op de generale repetitie in
1890 met zijn vertolking beginnen, toen hem
mijn geboorte werd medegedeeld. Reeds als
kleine jongen kende ik zijn rol uit het hoofd.
Nu ben ik wel nieuwsgierig, of het my precies
zoo zal gaan als mijn vader. Vaak hebben
opgewonden bezoekers hem na het spel opge
wacht, om den „gemeenen verrader" af te ros
sen. Menigmaal kwam hij bont en blauw ge
slagen thuis
Ook Johannes, Willy Bierling speelt
zijn rol voor den eersten keer. Zijn haar hangt
in lange, blonde lokken op zijn schouders en
kenmerkt hem reeds op straat als den jongen
lievelingsapostel. Ook voor hem is de tekst niet
moeilijk, „want de woorden van deze rol ken-
Van 1 tot 8 Juni a.s. organiseeren
wij voor onze lezers een premiereis
naar de wereldberoemde Passiespelen
te Oberammergau, met daaraan ver
bonden uitstapjes in de prachtige
Beiersche Alpen.
De termijn voor inschrijving is nog
niet gesloten. Eventueele deelnemers
vragen echter ten spoedigste nadere
inlichtingen aan het bureau van dit
blad, afdeeling Reis Oberammergau.
de ik reeds uit mijn hoofd, toen ik pas 10 jaar
was," zegt hij. In geheel Oberammergau is
er onder de opgroeiende jongelingen niet één,
wiens hartewensch niet de Johannes-rol is.
De Christusvertolker waagt zijn
gezondheid voor zijn rol. Zeer ver
moeiend zijn de repetieties voor hem.
„Wij bevinden ons reeds midden in het
Passie-gebeuren," vertelt Alois Lang.
Verleden week hebben wij de „Opstan
ding" en den „Olijfberg" gerepeteerd. Van
daag zijn de „graiwachters en de opstanding"
aan de beurt. De volgende week komt de „Gang
naar Jerusalem". Ik ben iederen dag verschei
dene uren op de repetitie. Zoodra men op
het open tooneel van het theater kan spelen,
beginnen de repetities aan het kruis. Deze
zijn zeer vermoeiend. Ofschoon de kruisigings
scène bij de opvoering-zelf 28 minuten duurt,
is dit bij de repetities natuurlijk veel langer.
Voor het oprichten van het kruis worden al
leen maar betrouwbare menschen gekozen,
want wanneer er maar een kleinigheid aan de
wijze van oprichting zou haperen, dan zou
ik met het kruis kunnen vallen en misschien
het leven er bij inschieten. Wanneer men voor
de eerste maal „gekruisigd" wordt, krijgt men
een eigenaardig gevoel, dat men even moet
overwinnen. Want zoodra de machinerieën on
der den vloer van het tooneel in werking tre
den, heft het kruis zich omhoog en men heeft
dan een gewaarwording, alsof men in de toe
schouwersruimte terecht komt. Ook aan het
hangen aan het kruis op een hoogte van 3,5
meter, moet men eerst weer wennen. Ik weet,
dat menig Christus-vertolker duizelig is ge
worden, wanneer hij vanuit deze hoogte naar
beneden keek. Armen en beenen worden al
gauw gevoelloos en zijn als het ware afgestor
ven. Dat geeft bijzondere moeilijkheden, want
tusschen de afname van het kruis en mijn
weerverschijnen op het tooneel mag slechts
1.5 minuut voorbijgaan.
„Het ergste, waarover alle Christus-vertolkers
klaagden, is de koude aan het kruis. Tijdens
het nagelen ligt men onder een glazen dak.
waar het zeer warm is. Maar het opgerichte
kruis staat op zulk een hoogte, dat het thea
ter geen bescherming meer biedt. De koude
bergwind waait scherp en snijdend om het
slechts met tricot en lendendoek bedekte
lichaam. Het is dan ook geen wonder, dat de
Christusvertolker een gedeelte van zijn leven
voor zijn rol opoffert. De grootste lichame
lijke inspanning van de kruisigingsscène voel
ik nauwelijks. Ja, ik zou bijna zeggen, hoe
grootere lichamelijke inspanning, des te beter
het spel! Het kruis, dat ik moet dragen, is zeer
zwaar. Het weegt bijna 100 K.G. Ook dat moet
worden geoefend.
Bij de kruisiging heb ik enkele veranderin
gen aangebracht. Vroeger hing de ge
kruisigde met de handen aan kleine
dwarsriemen. Ik heb nu riemen overlangs inge
voerd. Hierdoor is het mogelijk, dat het lichaam
na den dood als jiet ware krachteloos ineen
zakt. Daardoor wordt het effect van deze scène
verhoogd.
„De vroegere Christus-vertolkers droegen on
der het tricot een metalen plaatje op de
plaats, waar de speer het hart moet treffen.
De speer, waarmede de steek wordt toege
bracht, is reeds drie eeuwen oud en een won
derwerk van tooneelkunst. De punt wijkt te
rug en laat bloed op het lichaam stroomen.
Nu heb ik deze metalen plaat weggelaten, om
de illusie niet te verstoren. Het was voor mij
bijna slecht afgeloopen, toen de eerste speer
steek zonder metalen plaat werd
uitgevoerd. De „Romeinsche landsknecht",
die den steek moest volbrengen, trof
niet de juiste plaats. De punt van de
speer week niet terug, maar de speer zeif gleed
af en kwam in mijn onderkaak terecht. De
hevigheid was zóó groot, dat mijn medespelers
dachten, dat mijn kaak was doorboord.
„Maar ook de moordenaars, die naast
mij gekruisigd worden, hebben het niet gemak
kelijk. Zij moeten nu reeds beginnen om hun
rol lichamelijk te oefenen. Want tijdens de
kruisigingsscène moeten zij 28 minuten lang
op één been staan, wat een geweldige licha
melijke inspanning is.
„Maar wanneer ik over de repetities vertel,
zoo eindigt „Christus" „mag ik ook
mijn ezeltje niet vergeten, dat mij naar Jeru
salem brengt. Vroeger was het een ezel uit
Unterammergau, maar tegenwoordig moet het
uit Zuid-Tirol komen. Het moet steeds een
braaf en gewillig dier zijn, opdat den kinderen,
die met den intocht meedoen, niets overkomt.
Mijn vorig ezeltje, dat ik uit Bozen haalde,
was zóó zwak en ondervoed, dat het bijna
onder mij bezweek. Toen heb ik het net zoo
lang met mais gevoed, tot het sterk en wel
gedaan was. Het heeft mij bij elke opvoering
heel gewillig over het tooneel gedragen. Ook
dat moet geoefend worden en het is niet een
van de gemakkelijkste scènes...."
De Amerikaansche Mark Twain-vereeniging
heeft besloten, ter eere van den beroemden
humorist een leerstoel voor internationalen
humor te doen stichten. Deze leerstoel zal een
internationaal karakter hebben en van jaar tot
jaar door een professor uit een ander land be
zet worden. De eerste lezingen worden dezen
zomer gehouden aan de universiteit van Mis
souri.
In den tijd van Alexander den Grooten leefde
ir. Memphis een Grieksche, Artemisia genaamd.
Haar familie bevond zich in geldgebrek. Zoo
juist was haar dochter overleden en lag gebal
semd in huis en nu had men de doode aan een
schuldeischer als waarborg overgelaten als
waarborg voor een leening. in Egypte was het
n.l. een gebruik, de mummies van zooeven ge
storven personen als „pand" te gebruiken, daar
men met recht aannam, dat niemand een fa
milielid op den duur in vreemde handen en on
begraven zou laten. Maar in dit geval onttrok
zich de echtgenoot en vader eenvoudig aan zijn
plicht en ging er van doorDe papyrus nu
bevat den vloek der verontwaardigde moeder
tegen haar echtgenoot. Zij gaf het blad, opge
rold en toegebonden, in den tempel van Serapis
en daar bleef het gedurende twee duizend jaren
liggen, tot men het in 1830 bij een uitgraving
ontdekte. Vandaar kwam het in de verzameling
der Habsburgers en draagt den naam „De vloek
van Artemisia!"
iwss
de automobilist voelde
duidelijk, dat het regen
de. Maar een ander
dacht.dat hij linksafwilde.
Direct daarop werd zijn
auto zoodoende zwaar
beschadigd. Houdt Uw
hand in bedwang:
Als de herfst over de met sneeuw bedekte
toppen der Waddington-bergen ligt, zal men
niet meer spreken van „Geheimzinnigen Berg".
De Norman Watson-expeditie, welke tot nog toe
de meeste onderzoekingen in dit gebeid deed,
zal met de nieuwste middelen de steenachtige
kust haar geheimen ontrukken. De Waddington-
berg is meer dan 5000 Meter hoog, hooger dus
dan eenige top van het Canadeesch gebergte.
Omstreeks 1860 wilde een moedig pionier, Alfred
Waddington, eén weg over den bergketen zoe
ken. Hij toog moedig aan het werk, doch de
weg werd nooit gelegd. Hij self beleefde slechts,
dat de hoogtetop van den berg naar hem werd
genoemd. Men vergat den bergweg en den berg
zelf, zoodat de Canadeesche bergbeklimmer Don
Munday den top opnieuw ging ontdekken en
met eenige helpers de eigenlijke ligging in 1926
kartegraphisch vastlegde. Aan de zijde van den
Pacific liep de berg steil af. Pogingen om den
Geheimzinnigen Berg" vanuit het Westen te
veroveren, moesten bij voorbaat als vruchteloos
worden beschouwd. Drie jaar geleden naderde
Sir Norman Watson hem dicht, vanuit de Oost
zijde. Met uitvoerig studiemateriaal keerde hij
terug. Nu in 1934, heeft men de menschen en
het geld tezamen gekregen om onder leiding
van vroegere Himalaya-beklimmers de bestij
ging te wagen. Men wil evenwel niet alleen den
hoogsten top bereiken, doch het Waddington-
project verwerkelijken, dus den weg aanleggen.
Professor H. K. Johnson uit Cincinnati heeft
in een meer nabij Michigan een nieuw soort
zoetwateraal ontdekt, die verwantschap ver
toont met de sidderalen. Zooals men weet, krijgt
men, wanneer men deze dieren aanraakt, een
electrischen schok.
De meest geliefde peetoom in Frankrijk is
president Albert Lebrun. Hij heeft reeds 497
peetkinderen en verwacht wordt dat hy by zijn
aftreden in Mei 1939 meer dan 1500 peetkin
deren zal hebben.
Niet iedere baby kan den president als peet
oom hebben. Hij of zij moet minstens het acht
ste levende kind uit een familie en van zuiver
Fransche nationaliteit zijn. De maatschappelijke
positie van de ouders, plaats van inwoning of
godsdienst zijn evenwel geen bezwaar. Het ma
ken van den staatspresident tot peetoom is in
gesteld tijdens den oorlog door Poincaré.
Gaston Doumergue, de huidige premier, is
peetoom van meer dan duizend kinderen.
Mijn vriend Zacharias de Polster is kunst
schilder. Weinigen zullen van hem ge
hoord hebben, om de eenvoudige reden
dat Zacharias onder een anderen naam schil
dert en dan nog voor een spiegel- en lijsten-
handel
Zacha zooals hij in het wereldje van schil
ders, beeldhouwers, schrijvers en artisten, ver-
eenigd in de kunstminnende vereeniging „De
Slof" genoemd wordt is een handige jongen.
Hij levert op bestelling en op maat alle
gewenschte variaties op de bekende paartjes
„Zomer en Winter", „Ouderdom en Jeugd",
„Afscheid en Weerzien" en meer van die lieve
stelletjes aan den wand, welke het. in menige
„mooie kamer" nog uithouden tot het einde
der dagen. Zijn werkelijk goede scheppingen
v/achten nog altijd op koopers. Maar dat is door
eeuwen heen al zoo geweest en het zal wel
zoo blyven ook.
Natuurlijk levert zijn werk voor den spiegel
en lystenhandel te weinig op om fatsoenlijk
te kunnen leven, met het treurige volg dat hij
noodgedwongen onfatsoenlijk moet leven, dat
wil zeggen: dat hij dikwijls niet te eten heeft
en soms heel rare sprongen moet maken om
het wél te hebben. Het onfatsoenlijke in zyn
bestaan bepaalt zich hoofdzakelijk tot het feit,
dat er in het Quartier Latin verschillende ca-
fé's en zaken" zijn. waar Zacha nooit komt,
omdat hij er al te dikwyls geweest is en ten
slotte meestal vergat te betalen. Dat zijn van
die kleine dingen in het leven, die men een
arm kunstenaar niet kwalijk moet nemen.
Dat hij een specialist is in het zonder-beta-
ling-meerijden in de Metro, moet eveneens eer
der als compliment dan als ongepastheid wor
den beschouwd. (Tusschen haakjes: het Iaat
hem overigens totaal onverschillig, hoe het be
schouwd wordt!)
Hij tracht op alle mogelijke en onmogelijke
manieren zijn voordeel te doen hij moet
het wel doen, want ik zeide reeds: Zacha is
kunstschilder, en dat verklaart alles. Ook met
dat haar. Dat gebeurde namelijk zoo:
Zacha had weer eens heel weinig geld, iets
wat hem als een chronische kwaal aangere
kend moet worden, en hij had honger. Hij
stapte dus een goedkoop restaurant binnen en
bestelde een portie erwtensoep. Ik mag hier
wel verklaren, dat hij nog juist anderhalve
franc bezat, goed voor een bord erwtensoep-
met-fooi.
Zacha bestudeerde dus heel gewichtig het
beduimelde kaartje met opschrift „menu".
„Eén erwtensoep" kwam hy eindelijk, toen
de juffrouw voor de vierde maal langs kwam.
„met brood en niet zoo heet alsjeblieft."
Toen het bestelde even later gebracht werd,
zette hij zich op zijn gemak te eten, met heel
kleine hapjes anders was de kom zoo héél
gauw leeg. Hij had dien kom al meer dan half
leeg, toen hij sjakkes! een lang haar in
de soep ontdekte.
Zacha werd woedend en timmerde driftig
met zyn lepel op den rand van de soepkom.
De bedienende juffrouw haastte zich naar hem
toe en direct viel Zacharias tegen haar uit:
„Kyk u nou toch eens, juffrouw: een groot
haar in de soep. Dat is toch geen werk!"
Hy hield het lange haar demonstratief in
Te Londen is, vrywel onopgemerkt. Herbert
Winstone gestorven, die een der grootste talen
genieën was, die de wereld ooit heeft voort
gebracht. Hy stamde uit een armoedig milieu
en leerde verschillende talen beheerschen,
doordat hy werkzaam was als kellner. Een
Chinees, die door hem werd aangesproken in
de taal van het Hemelsche Rijk, ontdekte hem.
Toen hij zesentwintig talen beheerschte, kreeg
Winstone een rijksbetrekking. Hy studeerde
echter vlytig door en op het eind van zyn
leven beheerschte hy niet minder dan negen-
en-vyftig talen in woord en geschrift. Herbert
Winstone is slechts acht-en-veertig Jaar oud
geworden.
Toen ik er over nadacht wat ik nu weer ge
daan had, kreeg ik razende spijt van mijn
dwaze daad. Waar moest ik heen, waar zou ik
onderdak vinden? Ik staarde den weg langs
om te zien of de veekoopman met zijn auto
misschien ergens was blijven staan, 'k zóu hem
dan achterna hollen. Maar 'k zag niets. Wan
hopig liet ik me voorover in het gras vallen.
Hoe lang ik daar gelegen heb weet ik niet.
Maar plots hoorde ik een motorrijwiel in mijn
nabyheid stoppen en op 't zelfde oogenblik
beurden een paar agenten van de Weensche
motorpolitie mij p en transporteerden mij in
het zij s pan Wage n t j eAllicht had de veekoopman
de politie gewaarschuwd.
Na een rit van ongeveer een half uur arri
veerde ik weer in mijn kosthuis, het politie
bureau, waarop ik onmiddelijk door den chef
van dienst aan een verhoor werd onderworpen
en gewezen werd op het dwaze van mijn daad.
Maar wat een geluk wachtte mijhij vertel
de meteen, dat mijnheer Sidney Bey her
haalde malen was geweest om mij te spreken
en opdracht had gegeven hem direct te bellen
als ik gevonden was. -
Voorts vertelde hij mij namens den hoofd
commissaris van politie, dat ik niet vervolgd zou
worden en wat hem betrof morgen aan den dag
naar Marokko mocht vliegen. Ik vergoot een
stroom tranen van blijdschap en had lust den
inspecteur om den hals te vliegen.
de hoogte en zag de juffrouw daarbij verre van
vriendelyk aan. Zij mompelde een excuus.
M'sjeu kreeg natuurlyk een andere portie.
Zacha deponeerde het haar op tafel en dacht
bij zich zelf: „Zie zoo, dat is ten minste ander
halve kom voor hetzelfde geld...."
De juffrouw verscheen met een nieuwe kom
en Zacha begon weer rustig te eten. Maar toen
hy alweer over de
helft was, viel zyn
oog op het haar j
Hy zag even om r\
zich heen. maar HjCH HdClT
de aanwezigen
hadden schyn- f
baar alleen maar
interesse voor hun borden, niemand lette op
hem. En Zacha sleepte het haar weer in de
soep
„Juffrouw," klonk het even later, Juffrouw!"
en de gedienstige haastte zich weer naar hem
toe, één en al vraagteeken.
„Blijft dat soms zoo," vroeg Zacha veront
waardigd en toonde ten tweede male een lang
haar, „ik begin nou werkelijk te gelooven.
Wat hy geloofde, interesseerde de juffrouw
schynbaar heelemaal niet, want met een hoofd
als een biet griste ze de kom weg en verdween
er mee.
,Als er nou weer een haar in zit," zei ze,
toen ze een nieuwe volle kom vrij onzacht voor
Zacha had neergezet, „begin ik te gelooven da»
u die zélf er in doet, m'sjeu!"
„Toppunt!" bracht Zacha er uit, maar zy
was al verdwenen.
Hy lepelde nu snel zijn soep op en bedacht
dat hy in dit restaurant wel niet meer zou
terugkomen. By de laatste hapjes werd hy op
den schouder getikt en een mager heertje met
waterige oogjes sprak
„Pardon, maar mag ik u eens iets vragen?"
„Ga uw gang," antwoordde Zacha en veegde
zijn mond af.
Het heertje lachte, gaf een knipoogje naar
het haar en vroeg:
„Is dat haar al vrij?"
Men is dezer dagen gereed gekomen met het
herstellingswerk aan den Augsburgerdom. Als
ieder Gothisch bouwwerk had ook deze Augs-
burger Ulrichsmiinster bijzonder veel van ver
weering te lijden: men restaureerde het eerst
de plekken, die het meest in gevaar verkeer
den en waar zelfs de kans op instorting groot
was.
Het herstel van het binnenste der kerk ver
oorzaakte echter niet alleen technische maar
ook artistieke moeilijkheden. Hier kwam de
oude strijdvraag op den voorgrond: restauree-
ren of ccnserveeren? Na lang over en weer ge
praat, besloot men in dit geval tot het laatste
over te gaan. Maar nu moest men ui'.zoeken,
wat eigenlyk voor verduurzaming in aanmer
king kwam. In de veertiende eeuw had men
de kerk ingericht, maar sindsdien had men zes
keer over de oorspronkelijke kleur heengestre-
ken. Deze zes streken, behoorende tot dne stijl
perioden, moesten worden weggevaagd. Daarna
conserveerde men het oorspronkelyke schilder
werk. zoodat de kerk er nu van binnen uitziet,
zooals zy zes eeuwen geleden deed.
De Japansche regeering heeft besloten tot den
aanleg van twaalf nationale parken, waarvan
drie reeds in beginsel gereed zyn, te weten:
het „Mount Kirishima-Nationalpark" het
„Unzen-Park" en de „Inland Sea".
Voor vreemdelingen zal in het bijzonder het
Unzen-park een soort Mekka der bewoners
van Achter-Azië een groote attractie vor
men, daar er zich uitstekende golflinks bevin
den, heete bronnen, eersteklas hotels en vol
maakte autowegen.
„Inland Sea" is het eerste maritieme natio
nale park in Japan.
De beruchte woestijnroover Abu Jildeh, die
zeventien moorden op zyn geweten heeft, is
na een opwindende maandenlange jacht door
de woestyn, door de Engelsche politie gevangen
genomen. De politie moest allerlei listen te
baat nemen om den roover te arresteeren, die
gezworen had liever zelfmoord te plegen, dan
zich te laten vangen. Behalve de radio hadden
ook politiehonden een belangryk aandeel in de
achtervolging. Verscheidene politiebeambten
namen aan de achtervolging deel, vermomd als
Arabieren. Zy slaagden er tenslotte in Abu Jil
deh en zyn metgezel Mustapha Armeet. die
eveneens verscheidene moorden op zyn gewe
ten heeft, in een hol te omsingelen, zy namen
de politie onder vuur, doch moesten zich ten
slotte overgeven, zonder iemand te hebben ge
wond of getroffen.
All op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden
JxllC QOOTltie S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen
tegen f Ofhflfl bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7Cfi bij
Ingen O l/Uif»verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen J(/,- doe
een ongeval met
O/T/l bij verlies van een hand 1 *}C oij verlies van een Cfï bij een breuk van Aby verlies van 'n
f een voet of een oog# X duim of wijsvinger cl "been of arm anderen vinger
2.
Om aan het aanzienlijk vermogen van tante
Honoria's erfenis te komen, trachtte sir Hector
het meisje voor zich te winnen. Reeds zes jaar
lang hield hij haar in z'n macht. Aanvankelyk
had hij niet de minste vrees, dat zoowel haar
buitengewone schoonheid als haar erfenis hem
zouden ontgaan. Nu Paula echter over enkele
weken meerderjarig zou worden en zich dus
aan zijn voogdyschap zou kunnen onttrekken,
trachtte hij haar tot allen prijs zyn wil op te
dringen, vooral daar Paula voor hem steeds een
uitgesproken minachting aan den dag legde.
Aanvankelijk had hij niet de minste aan
dacht geschonken aan de verstandhouding tus
schen Paula en den jongen Newnham. Hy vond
het jongmensch zeer vrijmoedig in z'n optreden.
Daar Newnham zich echter dezelfde vrijheden
tegenover miss Marlowne veroorloofde, bleef hy
vrij van elke verdenking.
Totdat Sir Hector op een kwaden dag naar
Londen vertrok en bij zyn aankomst het huis
leeg vond. Eerst laat in den avond kwamen de
beide zondaars terug, met geen andere veront
schuldiging dan een lekken band, die hen ge
noodzaakt had, enkele uren in een restaurant
te wachten.
Zelfs het dienstmeisje had daar weinig geloof
aan gehecht.
Pleegdochter, voogd, secretaris en verschillende
bedienden, van beider kunne, vormden het huis
houden, ten tijde van deze tragedie. Daar kwam
nog by Ascher's steno-typiste, die te Chancel-
bury woonde en iedeben morgen en avond drie
kilometer naar en van het kantoor te voet af
legde. Zy kon met recht beschouwd worden als
eén van Ascher's unieke aanwinsten, omdat zij
tot het zeldzame soort typisten behoorde, die
smaak en intelligentie, vrouwelijke charme en
wellevendheid weten te combineeren aan de
onvermoeibaarheid en de accuratesse van een
machine. Zij was misschien een of twee jaar
ouder dan Newnham, een verbazend flinke
vrouw, met een byna mannelijk georiënteerden
levenskijk zooals weinig vrouwen weten te be
reiken. Zelfs haar stem en haar lach waren
dien. meer van een man dan van een vrouw. Ze
zag er steeds eenvoudig, maar goedgekleed uit
in een mantelcostuum, dat door een kleermaker
in strakke lynen was geknipt.
Ondertusschen had Scott Egerton het station
bereikt en z'n bespiegelingen over Ascher's
huishouden beëindigd. Hij was reeds met zyn
gedachten bij iets van veel directer belang,
maar, evenals een vrouw in haar prullcmandje
soms wel een strookje zijde of satijn opbergt,
wat allicht nog wel eens dienst zal doen, wierp
hy in de voorraadkamer van zijn herinnering
het beeld van dat typische kleine bezoekstertje
op dien zwoelen middag, en was zoodoende
later toen de publieke opinie er belang in be
gon te stellen, in staat dien indruk aan de
nolitie weer te geven,
IH
De dame had ondertusschen de drie treden
beklommen en met 'n bescheiden klopje, dat
volkomen in overeenstemming was met haar
uiterlijk, aandacht gevraagd voor haar per
soon. Een enorme butler deed open.
„Sir Hector?" fluisterde een zenuwachtige
fyne stem. „Ik vermoed, dat hy me verwacht.
Ik ben Miss Ferris."
De man liet haar door en bracht haar in
een keurig gemeubileerde hall, waar ze even
kon wachten. Een oogenblik later kwam hy
reeds terug.
Toen hij haar in de ruime en imposante
kamer liet, welke Hector Ascher's beroemde
bibliotheek herbergde, was zijn gezicht even
onverstoorbaar als steeds. Dit zeer groote ver
trek had die bekende geheimzinnige hoedanig
heid, welke men sfeer noemt. By de zeldzame
gelegenheden dat het journalisten vergund werd
in het Museum binnen te treden, (want zoo
noemde men het huis in het dorp) namen de
interviewers in deze zaal plaats. Het groote
en indrukwekkende voorkomen ervan, bereikte
steeds het wonderlijk effect, dat elk teveel aan
gedïoedsbeweging onmiddellijk getemperd werd.
Niemand kwam ooit verder dan de zelfkant
van het leven, dat deze man hier leidde en
zoo moet het ons niet verwonderen, dat Miss
Ferris zich onmiddellyk een beetje beduusd
gevoelde en zelfs een beetje zwak na de door
gestane vermoeienissen.
Het voorkomen van den geleerde viel nogal
tegen en zijn verbazenden roep in aanmerking
genomen, zag hii er zelfs onbeteekenend uit.
't Was een kleine man, en door een buitenge
woon knappen kleermaker uitstekend in de
kleeren gestoken. Aan z'n linkerhand droeg hy
een enormen gouden zegelring. Z'n tamelijk
borstelige donkere baard en zwarte haardos
werden door den besten coiffeur van Parijs
verzorgd. Z'n zwarte oogen die voor iederen
vreemdeling als donkere mysterieuze steenen
waren, werden nog geheimzinniger door een
paar in goud gevatte brilleglazen met dikke
lenzen; hij had by zonder witte, keurig verzorgde
handen; z'n spreken was zacht, zonder eenigen
nadruk en een beetje heesch.
Zelfs als hij stond, werd hy nog overscha
duwd door zijn omgeving. Een bezoeker kon
zich dikwyls niet den indruk ontveinzen, dat hy
deze gewaarwording bewust had geschapen door
de wyze, waarop hij zijn meubels had ge
plaatst. Op het eerste gezicht en vooral op een
donkeren dag, was het, als stond de kamer veel
te vol. Het groote donkere karpet scheen als be
zaaid met tafeltjes en tafels en overal langs
de muren stonden kleine standaards voor boe
ken van bijzondere waarde, of schoonheid, die
even zooveel vallen waren voor onattente
dienstboden. De muren van dit tamelyk onge
wone vertrek waren één schitterend goud, dat
op een heeten middag als deze een tamelyk
schril effect gaf, maar in den winter, met z'n
getemperde glanzen een byzondere sfeer van
warmte gaf aan een kamer, die op het Noorden
uitzag en waar zelden de zon in scheen.
Miss Ferris kwam met vlugge passen naar
binnen, stak een der in de goedkoope hand
schoenen gestoken handen uit en nam den
stoel, dien Ascher haar had aangewezen.
„Ah, Miss Ferris. Hoe staan de zaken?" Z'n
glimlach liet een rij welverzorgde tanden zien.
Moeten er den laatsten tyd nogal wat gordijnen
worden gerepareerd?"
Zy sprak zacht, maar een beetje haastig,
alsof zij wel bemerkte, hoe hy goedmoedig tot
haar afdaalde, door zooveel belang te stellen
in haar schoonmaak-bezigheden.
„O, ja, Sir Hector, zooveel als ik zelf
wensch. Ik ben de heele week by lady Miltown
in de South Street geweest die heeft een
erg mooi huis. Miss Penberthy heeft my daar
aanbevolenOfschoon zy al dien tijd haar
blik op het vloerkleed hield gevestigd, nad ze
toch kans gezien de uitdrukking van zyn ge
zicht even te bestudeeren. Nu ging ze op die
zelfde nederige, nerveuze wijze door: „Dan is
er nog Mrs. Freeman, die woont in Chelsea."
Ascher stak zijn hand uit en krabbelde den
naam op het blad papier.
„Freeman? Die ken ik. Die kan ons vandaag
of morgen wel te pas komen. En? Ben je nog
geweest naar het huis van Mr. Burgoyne?"
„Daar is voor de eerste maanden nog heel
wat werk. Sir Hector," viel zy hem by. „Mrs.
Burgoyne heeft nieuwe gordynen in de bilio-
theek groote donkere tapyten hangen daar
erg mooi geloof ik, maar ze maken de kamer
zoo donker, alsof er altyd een onweer in de
lucht hangt"
Weer liet Ascher zyn tanden zien.
„Des te beter," antwoordde hy. „Een
bibliotheek kan niet donker genoeg zyn, Miss
Ferris."
„Dat ben ik volkomen met u eens," gaf zyn
geheimzinnige bezoekster op emstigen toon toe.
„En hier heb ik iets, dat ik u kwam bren
genUit haar groote tasch haalde zij een
klein langwerpig pakje, dat erg netjes was in
gepakt. Er stond op geschreven: „Miss Ferris,
39 Charlton Row, S/W 1." Dit overhandigde
zy hem en ze volgde met een merkwaardig
schranderen blik de zenuwachtige haast, waar
mede hy het opende. Op het eerste gezicht
scheen de inhoud echter tamelyk prozaïsch,
een erg versleten band van een half in leer
gebonden boek. waarvan de bladzijden alle op
de hoeken waren omgevouwen of uitgerafeld
met allerlei vlekken op het leer en een ver
geelde kleur in het papier. Maar de druk zou
een expert hebben doen watertanden. Ascher
hield het boek op zijn beide handen, hij keek
afwezig voor zich uit. Zyn lichaam stond ge
spannen van een woordelooze vreugde. Ten
slotte wendde hy zich tot de kleine naaister.
„Hadt u er veel moeite mee?"
(Wordt vervolgd).