Repetitie te Oberammergau Md wdmX, van den daq PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND Z GESPREKKEN MET DE SPELERS de Bilt kreeg g e 31j k Het Geheim van het open Raam I WOENSDAG 18 APRIL 1934 Dikwijls brengt een bezorgde vrouw of moeder een van de spelers eten en drinken op de repetitie Onaangename erva ringen voor vader Zwink Leerstoel voor humor De oudste Grieksche papyrus De „geheimzinnige berg" in Britsch Columbia President Lebrun als peetoom Nieuw soort sidderaal Een talengenie c* Zeven kleuren, drie stijlen Twaalf nationale par ken in Japan Beruchte woestijn- roover gearresteerd AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Detective-verhaal door ANTHONIE GILBERT n Moeder, ik ga naar de graflegging!" „Eet dan tenminste nog een hapje, voor je weggaat!" „Neen, neen. Ik heb geen tijd meer. De re petitie begint Zulke gesprekken hoort men iederen avond te Oberammergau. Wanneer de duisternis de bergtoppen omhult en de avondklokken luiden, dan gaan de huis deuren open en stroomen de bewoners van Oberammergau van alle kanten naar de repe titie van het Passie-spel. 150 menschen repeteeren eiken avond in drie zalen. In de school worden de zangrepeti ties gehouden, in het repetitie-theater speelt het Passie-orkest; in het atelier van den regis seur Georg Lang komen de Passie-spelers bijeen. De zang-repetities zijn bijzonder belangrijk, want den zangers van Oberammergau, dis wereldbekend zijn om hun prachtige en ge schoolde stemmen, wacht een groote taak. Vóór elk spel wordt een H. Mis opgedragen, tij dens welke het kerkkoor zingt. Daarbij komt, dat dezen keer een musicaal debuut aan de eerste opvoering van het Passie-spel verbonden is; de componist van de „Kreuzesschule", prof. Wilhelm Müller, heeft een plechtige jubileum- Passie-mis geschreven, die 't Jubileumjaar 1934 voor de muziekliefhebbers nog aantrekkelijkei zal maken. Maar ook de musici hebben geen gemakkelijke taak. De Passie-muziek van Rochus Dedler is uitgesproken Rococomuziek, die een zeer grondig instudeeren van haar bekoorlijke melodieën vereischt. Men heeft Dedler den „Mozart" van Oberammergau" ge noemd, verheven en liefelijk als de werken van Mozart is ook Dedler's Passie-muziek. In het atelier verwacht de regisseur zijn spelers. „Hoewel wij het Passie-spel pas vier jaar ge leden hebben opgevoerd, moet er toch veel veranderd worden. Niet alleen moet de ensce- neering worden verbeterd, maar ook van m'n spelers verlang ik de grootste toewijding en een groeiende verinnerlijking. Iederen keer wan neer zij op de repetitie komen, moeten zij „beter" spelen," zoo vertelt Georg Lang. De eerste, die het repetitielokaal betreedt, is Maria. De spelers zitten nog aan tafeltjes hun rollen door te lezen, want op het tooneel in het openlucht-theater ligt nog sneeuw. Maar binnen enkele weken worden de repetities op het tooneel zelf gehouden. Dan wordt het met het spelen ernst. Dikwijls wordt urenlang gerepeteerd en het is geen zeldzaam heid, dat een bezorgde vrouw of moeder aan een van de spelers eten en drinken op de repetitie brengt. „Mijn opvatting is sinds 1930 veranderd," vertelt Anny Rutz, de Maria. „Toen gaf ik de smart weer in de uitdrukking der woorden, maar thans zal ik dit veel meer in mijn stem doen klinken. Vaak krijg ik brieven uit alle werelddeelen met de vraag, hoe ik mij de moe der van Christus voorstel, als goddelijk of als menschelijk wezen. Ik zie in haar in de eerste plaats de Mo e der, een moeder, die de hoogste genade mocht beleven, die ooit een vrouw ten deel is gevallen...." Hans Zwink, de Judas-vertolker, repe teert bijzonder vlijtig, want het is de eerste keer, dat hij deze gewichtige en dramatische rol zal spelen. Zijn haar is al flink lang ge groeid en hij doet veel moeite om zich een echten „Judas-blik" eigen te maken. Het ver- vereischt veel oefening," vertelt hy, „om de stem zoo krachtig te maken, dat deze op 70 meter afstand tot aan de achterste plaat sen van het theater doordringt. Maar ik heb flink geoefend. Mijn stem heeft al veel grooter draagkracht gekregen. En de tekst? die geeft mij geen moeilijkheden, ik ben er als het ware „in geboren", want mijn vader, de be roemde Judas van de Passie-spelen 18901900 en 1910, wilde juist op de generale repetitie in 1890 met zijn vertolking beginnen, toen hem mijn geboorte werd medegedeeld. Reeds als kleine jongen kende ik zijn rol uit het hoofd. Nu ben ik wel nieuwsgierig, of het my precies zoo zal gaan als mijn vader. Vaak hebben opgewonden bezoekers hem na het spel opge wacht, om den „gemeenen verrader" af te ros sen. Menigmaal kwam hij bont en blauw ge slagen thuis Ook Johannes, Willy Bierling speelt zijn rol voor den eersten keer. Zijn haar hangt in lange, blonde lokken op zijn schouders en kenmerkt hem reeds op straat als den jongen lievelingsapostel. Ook voor hem is de tekst niet moeilijk, „want de woorden van deze rol ken- Van 1 tot 8 Juni a.s. organiseeren wij voor onze lezers een premiereis naar de wereldberoemde Passiespelen te Oberammergau, met daaraan ver bonden uitstapjes in de prachtige Beiersche Alpen. De termijn voor inschrijving is nog niet gesloten. Eventueele deelnemers vragen echter ten spoedigste nadere inlichtingen aan het bureau van dit blad, afdeeling Reis Oberammergau. de ik reeds uit mijn hoofd, toen ik pas 10 jaar was," zegt hij. In geheel Oberammergau is er onder de opgroeiende jongelingen niet één, wiens hartewensch niet de Johannes-rol is. De Christusvertolker waagt zijn gezondheid voor zijn rol. Zeer ver moeiend zijn de repetieties voor hem. „Wij bevinden ons reeds midden in het Passie-gebeuren," vertelt Alois Lang. Verleden week hebben wij de „Opstan ding" en den „Olijfberg" gerepeteerd. Van daag zijn de „graiwachters en de opstanding" aan de beurt. De volgende week komt de „Gang naar Jerusalem". Ik ben iederen dag verschei dene uren op de repetitie. Zoodra men op het open tooneel van het theater kan spelen, beginnen de repetities aan het kruis. Deze zijn zeer vermoeiend. Ofschoon de kruisigings scène bij de opvoering-zelf 28 minuten duurt, is dit bij de repetities natuurlijk veel langer. Voor het oprichten van het kruis worden al leen maar betrouwbare menschen gekozen, want wanneer er maar een kleinigheid aan de wijze van oprichting zou haperen, dan zou ik met het kruis kunnen vallen en misschien het leven er bij inschieten. Wanneer men voor de eerste maal „gekruisigd" wordt, krijgt men een eigenaardig gevoel, dat men even moet overwinnen. Want zoodra de machinerieën on der den vloer van het tooneel in werking tre den, heft het kruis zich omhoog en men heeft dan een gewaarwording, alsof men in de toe schouwersruimte terecht komt. Ook aan het hangen aan het kruis op een hoogte van 3,5 meter, moet men eerst weer wennen. Ik weet, dat menig Christus-vertolker duizelig is ge worden, wanneer hij vanuit deze hoogte naar beneden keek. Armen en beenen worden al gauw gevoelloos en zijn als het ware afgestor ven. Dat geeft bijzondere moeilijkheden, want tusschen de afname van het kruis en mijn weerverschijnen op het tooneel mag slechts 1.5 minuut voorbijgaan. „Het ergste, waarover alle Christus-vertolkers klaagden, is de koude aan het kruis. Tijdens het nagelen ligt men onder een glazen dak. waar het zeer warm is. Maar het opgerichte kruis staat op zulk een hoogte, dat het thea ter geen bescherming meer biedt. De koude bergwind waait scherp en snijdend om het slechts met tricot en lendendoek bedekte lichaam. Het is dan ook geen wonder, dat de Christusvertolker een gedeelte van zijn leven voor zijn rol opoffert. De grootste lichame lijke inspanning van de kruisigingsscène voel ik nauwelijks. Ja, ik zou bijna zeggen, hoe grootere lichamelijke inspanning, des te beter het spel! Het kruis, dat ik moet dragen, is zeer zwaar. Het weegt bijna 100 K.G. Ook dat moet worden geoefend. Bij de kruisiging heb ik enkele veranderin gen aangebracht. Vroeger hing de ge kruisigde met de handen aan kleine dwarsriemen. Ik heb nu riemen overlangs inge voerd. Hierdoor is het mogelijk, dat het lichaam na den dood als jiet ware krachteloos ineen zakt. Daardoor wordt het effect van deze scène verhoogd. „De vroegere Christus-vertolkers droegen on der het tricot een metalen plaatje op de plaats, waar de speer het hart moet treffen. De speer, waarmede de steek wordt toege bracht, is reeds drie eeuwen oud en een won derwerk van tooneelkunst. De punt wijkt te rug en laat bloed op het lichaam stroomen. Nu heb ik deze metalen plaat weggelaten, om de illusie niet te verstoren. Het was voor mij bijna slecht afgeloopen, toen de eerste speer steek zonder metalen plaat werd uitgevoerd. De „Romeinsche landsknecht", die den steek moest volbrengen, trof niet de juiste plaats. De punt van de speer week niet terug, maar de speer zeif gleed af en kwam in mijn onderkaak terecht. De hevigheid was zóó groot, dat mijn medespelers dachten, dat mijn kaak was doorboord. „Maar ook de moordenaars, die naast mij gekruisigd worden, hebben het niet gemak kelijk. Zij moeten nu reeds beginnen om hun rol lichamelijk te oefenen. Want tijdens de kruisigingsscène moeten zij 28 minuten lang op één been staan, wat een geweldige licha melijke inspanning is. „Maar wanneer ik over de repetities vertel, zoo eindigt „Christus" „mag ik ook mijn ezeltje niet vergeten, dat mij naar Jeru salem brengt. Vroeger was het een ezel uit Unterammergau, maar tegenwoordig moet het uit Zuid-Tirol komen. Het moet steeds een braaf en gewillig dier zijn, opdat den kinderen, die met den intocht meedoen, niets overkomt. Mijn vorig ezeltje, dat ik uit Bozen haalde, was zóó zwak en ondervoed, dat het bijna onder mij bezweek. Toen heb ik het net zoo lang met mais gevoed, tot het sterk en wel gedaan was. Het heeft mij bij elke opvoering heel gewillig over het tooneel gedragen. Ook dat moet geoefend worden en het is niet een van de gemakkelijkste scènes...." De Amerikaansche Mark Twain-vereeniging heeft besloten, ter eere van den beroemden humorist een leerstoel voor internationalen humor te doen stichten. Deze leerstoel zal een internationaal karakter hebben en van jaar tot jaar door een professor uit een ander land be zet worden. De eerste lezingen worden dezen zomer gehouden aan de universiteit van Mis souri. In den tijd van Alexander den Grooten leefde ir. Memphis een Grieksche, Artemisia genaamd. Haar familie bevond zich in geldgebrek. Zoo juist was haar dochter overleden en lag gebal semd in huis en nu had men de doode aan een schuldeischer als waarborg overgelaten als waarborg voor een leening. in Egypte was het n.l. een gebruik, de mummies van zooeven ge storven personen als „pand" te gebruiken, daar men met recht aannam, dat niemand een fa milielid op den duur in vreemde handen en on begraven zou laten. Maar in dit geval onttrok zich de echtgenoot en vader eenvoudig aan zijn plicht en ging er van doorDe papyrus nu bevat den vloek der verontwaardigde moeder tegen haar echtgenoot. Zij gaf het blad, opge rold en toegebonden, in den tempel van Serapis en daar bleef het gedurende twee duizend jaren liggen, tot men het in 1830 bij een uitgraving ontdekte. Vandaar kwam het in de verzameling der Habsburgers en draagt den naam „De vloek van Artemisia!" iwss de automobilist voelde duidelijk, dat het regen de. Maar een ander dacht.dat hij linksafwilde. Direct daarop werd zijn auto zoodoende zwaar beschadigd. Houdt Uw hand in bedwang: Als de herfst over de met sneeuw bedekte toppen der Waddington-bergen ligt, zal men niet meer spreken van „Geheimzinnigen Berg". De Norman Watson-expeditie, welke tot nog toe de meeste onderzoekingen in dit gebeid deed, zal met de nieuwste middelen de steenachtige kust haar geheimen ontrukken. De Waddington- berg is meer dan 5000 Meter hoog, hooger dus dan eenige top van het Canadeesch gebergte. Omstreeks 1860 wilde een moedig pionier, Alfred Waddington, eén weg over den bergketen zoe ken. Hij toog moedig aan het werk, doch de weg werd nooit gelegd. Hij self beleefde slechts, dat de hoogtetop van den berg naar hem werd genoemd. Men vergat den bergweg en den berg zelf, zoodat de Canadeesche bergbeklimmer Don Munday den top opnieuw ging ontdekken en met eenige helpers de eigenlijke ligging in 1926 kartegraphisch vastlegde. Aan de zijde van den Pacific liep de berg steil af. Pogingen om den Geheimzinnigen Berg" vanuit het Westen te veroveren, moesten bij voorbaat als vruchteloos worden beschouwd. Drie jaar geleden naderde Sir Norman Watson hem dicht, vanuit de Oost zijde. Met uitvoerig studiemateriaal keerde hij terug. Nu in 1934, heeft men de menschen en het geld tezamen gekregen om onder leiding van vroegere Himalaya-beklimmers de bestij ging te wagen. Men wil evenwel niet alleen den hoogsten top bereiken, doch het Waddington- project verwerkelijken, dus den weg aanleggen. Professor H. K. Johnson uit Cincinnati heeft in een meer nabij Michigan een nieuw soort zoetwateraal ontdekt, die verwantschap ver toont met de sidderalen. Zooals men weet, krijgt men, wanneer men deze dieren aanraakt, een electrischen schok. De meest geliefde peetoom in Frankrijk is president Albert Lebrun. Hij heeft reeds 497 peetkinderen en verwacht wordt dat hy by zijn aftreden in Mei 1939 meer dan 1500 peetkin deren zal hebben. Niet iedere baby kan den president als peet oom hebben. Hij of zij moet minstens het acht ste levende kind uit een familie en van zuiver Fransche nationaliteit zijn. De maatschappelijke positie van de ouders, plaats van inwoning of godsdienst zijn evenwel geen bezwaar. Het ma ken van den staatspresident tot peetoom is in gesteld tijdens den oorlog door Poincaré. Gaston Doumergue, de huidige premier, is peetoom van meer dan duizend kinderen. Mijn vriend Zacharias de Polster is kunst schilder. Weinigen zullen van hem ge hoord hebben, om de eenvoudige reden dat Zacharias onder een anderen naam schil dert en dan nog voor een spiegel- en lijsten- handel Zacha zooals hij in het wereldje van schil ders, beeldhouwers, schrijvers en artisten, ver- eenigd in de kunstminnende vereeniging „De Slof" genoemd wordt is een handige jongen. Hij levert op bestelling en op maat alle gewenschte variaties op de bekende paartjes „Zomer en Winter", „Ouderdom en Jeugd", „Afscheid en Weerzien" en meer van die lieve stelletjes aan den wand, welke het. in menige „mooie kamer" nog uithouden tot het einde der dagen. Zijn werkelijk goede scheppingen v/achten nog altijd op koopers. Maar dat is door eeuwen heen al zoo geweest en het zal wel zoo blyven ook. Natuurlijk levert zijn werk voor den spiegel en lystenhandel te weinig op om fatsoenlijk te kunnen leven, met het treurige volg dat hij noodgedwongen onfatsoenlijk moet leven, dat wil zeggen: dat hij dikwijls niet te eten heeft en soms heel rare sprongen moet maken om het wél te hebben. Het onfatsoenlijke in zyn bestaan bepaalt zich hoofdzakelijk tot het feit, dat er in het Quartier Latin verschillende ca- fé's en zaken" zijn. waar Zacha nooit komt, omdat hij er al te dikwyls geweest is en ten slotte meestal vergat te betalen. Dat zijn van die kleine dingen in het leven, die men een arm kunstenaar niet kwalijk moet nemen. Dat hij een specialist is in het zonder-beta- ling-meerijden in de Metro, moet eveneens eer der als compliment dan als ongepastheid wor den beschouwd. (Tusschen haakjes: het Iaat hem overigens totaal onverschillig, hoe het be schouwd wordt!) Hij tracht op alle mogelijke en onmogelijke manieren zijn voordeel te doen hij moet het wel doen, want ik zeide reeds: Zacha is kunstschilder, en dat verklaart alles. Ook met dat haar. Dat gebeurde namelijk zoo: Zacha had weer eens heel weinig geld, iets wat hem als een chronische kwaal aangere kend moet worden, en hij had honger. Hij stapte dus een goedkoop restaurant binnen en bestelde een portie erwtensoep. Ik mag hier wel verklaren, dat hij nog juist anderhalve franc bezat, goed voor een bord erwtensoep- met-fooi. Zacha bestudeerde dus heel gewichtig het beduimelde kaartje met opschrift „menu". „Eén erwtensoep" kwam hy eindelijk, toen de juffrouw voor de vierde maal langs kwam. „met brood en niet zoo heet alsjeblieft." Toen het bestelde even later gebracht werd, zette hij zich op zijn gemak te eten, met heel kleine hapjes anders was de kom zoo héél gauw leeg. Hij had dien kom al meer dan half leeg, toen hij sjakkes! een lang haar in de soep ontdekte. Zacha werd woedend en timmerde driftig met zyn lepel op den rand van de soepkom. De bedienende juffrouw haastte zich naar hem toe en direct viel Zacharias tegen haar uit: „Kyk u nou toch eens, juffrouw: een groot haar in de soep. Dat is toch geen werk!" Hy hield het lange haar demonstratief in Te Londen is, vrywel onopgemerkt. Herbert Winstone gestorven, die een der grootste talen genieën was, die de wereld ooit heeft voort gebracht. Hy stamde uit een armoedig milieu en leerde verschillende talen beheerschen, doordat hy werkzaam was als kellner. Een Chinees, die door hem werd aangesproken in de taal van het Hemelsche Rijk, ontdekte hem. Toen hij zesentwintig talen beheerschte, kreeg Winstone een rijksbetrekking. Hy studeerde echter vlytig door en op het eind van zyn leven beheerschte hy niet minder dan negen- en-vyftig talen in woord en geschrift. Herbert Winstone is slechts acht-en-veertig Jaar oud geworden. Toen ik er over nadacht wat ik nu weer ge daan had, kreeg ik razende spijt van mijn dwaze daad. Waar moest ik heen, waar zou ik onderdak vinden? Ik staarde den weg langs om te zien of de veekoopman met zijn auto misschien ergens was blijven staan, 'k zóu hem dan achterna hollen. Maar 'k zag niets. Wan hopig liet ik me voorover in het gras vallen. Hoe lang ik daar gelegen heb weet ik niet. Maar plots hoorde ik een motorrijwiel in mijn nabyheid stoppen en op 't zelfde oogenblik beurden een paar agenten van de Weensche motorpolitie mij p en transporteerden mij in het zij s pan Wage n t j eAllicht had de veekoopman de politie gewaarschuwd. Na een rit van ongeveer een half uur arri veerde ik weer in mijn kosthuis, het politie bureau, waarop ik onmiddelijk door den chef van dienst aan een verhoor werd onderworpen en gewezen werd op het dwaze van mijn daad. Maar wat een geluk wachtte mijhij vertel de meteen, dat mijnheer Sidney Bey her haalde malen was geweest om mij te spreken en opdracht had gegeven hem direct te bellen als ik gevonden was. - Voorts vertelde hij mij namens den hoofd commissaris van politie, dat ik niet vervolgd zou worden en wat hem betrof morgen aan den dag naar Marokko mocht vliegen. Ik vergoot een stroom tranen van blijdschap en had lust den inspecteur om den hals te vliegen. de hoogte en zag de juffrouw daarbij verre van vriendelyk aan. Zij mompelde een excuus. M'sjeu kreeg natuurlyk een andere portie. Zacha deponeerde het haar op tafel en dacht bij zich zelf: „Zie zoo, dat is ten minste ander halve kom voor hetzelfde geld...." De juffrouw verscheen met een nieuwe kom en Zacha begon weer rustig te eten. Maar toen hy alweer over de helft was, viel zyn oog op het haar j Hy zag even om r\ zich heen. maar HjCH HdClT de aanwezigen hadden schyn- f baar alleen maar interesse voor hun borden, niemand lette op hem. En Zacha sleepte het haar weer in de soep „Juffrouw," klonk het even later, Juffrouw!" en de gedienstige haastte zich weer naar hem toe, één en al vraagteeken. „Blijft dat soms zoo," vroeg Zacha veront waardigd en toonde ten tweede male een lang haar, „ik begin nou werkelijk te gelooven. Wat hy geloofde, interesseerde de juffrouw schynbaar heelemaal niet, want met een hoofd als een biet griste ze de kom weg en verdween er mee. ,Als er nou weer een haar in zit," zei ze, toen ze een nieuwe volle kom vrij onzacht voor Zacha had neergezet, „begin ik te gelooven da» u die zélf er in doet, m'sjeu!" „Toppunt!" bracht Zacha er uit, maar zy was al verdwenen. Hy lepelde nu snel zijn soep op en bedacht dat hy in dit restaurant wel niet meer zou terugkomen. By de laatste hapjes werd hy op den schouder getikt en een mager heertje met waterige oogjes sprak „Pardon, maar mag ik u eens iets vragen?" „Ga uw gang," antwoordde Zacha en veegde zijn mond af. Het heertje lachte, gaf een knipoogje naar het haar en vroeg: „Is dat haar al vrij?" Men is dezer dagen gereed gekomen met het herstellingswerk aan den Augsburgerdom. Als ieder Gothisch bouwwerk had ook deze Augs- burger Ulrichsmiinster bijzonder veel van ver weering te lijden: men restaureerde het eerst de plekken, die het meest in gevaar verkeer den en waar zelfs de kans op instorting groot was. Het herstel van het binnenste der kerk ver oorzaakte echter niet alleen technische maar ook artistieke moeilijkheden. Hier kwam de oude strijdvraag op den voorgrond: restauree- ren of ccnserveeren? Na lang over en weer ge praat, besloot men in dit geval tot het laatste over te gaan. Maar nu moest men ui'.zoeken, wat eigenlyk voor verduurzaming in aanmer king kwam. In de veertiende eeuw had men de kerk ingericht, maar sindsdien had men zes keer over de oorspronkelijke kleur heengestre- ken. Deze zes streken, behoorende tot dne stijl perioden, moesten worden weggevaagd. Daarna conserveerde men het oorspronkelyke schilder werk. zoodat de kerk er nu van binnen uitziet, zooals zy zes eeuwen geleden deed. De Japansche regeering heeft besloten tot den aanleg van twaalf nationale parken, waarvan drie reeds in beginsel gereed zyn, te weten: het „Mount Kirishima-Nationalpark" het „Unzen-Park" en de „Inland Sea". Voor vreemdelingen zal in het bijzonder het Unzen-park een soort Mekka der bewoners van Achter-Azië een groote attractie vor men, daar er zich uitstekende golflinks bevin den, heete bronnen, eersteklas hotels en vol maakte autowegen. „Inland Sea" is het eerste maritieme natio nale park in Japan. De beruchte woestijnroover Abu Jildeh, die zeventien moorden op zyn geweten heeft, is na een opwindende maandenlange jacht door de woestyn, door de Engelsche politie gevangen genomen. De politie moest allerlei listen te baat nemen om den roover te arresteeren, die gezworen had liever zelfmoord te plegen, dan zich te laten vangen. Behalve de radio hadden ook politiehonden een belangryk aandeel in de achtervolging. Verscheidene politiebeambten namen aan de achtervolging deel, vermomd als Arabieren. Zy slaagden er tenslotte in Abu Jil deh en zyn metgezel Mustapha Armeet. die eveneens verscheidene moorden op zyn gewe ten heeft, in een hol te omsingelen, zy namen de politie onder vuur, doch moesten zich ten slotte overgeven, zonder iemand te hebben ge wond of getroffen. All op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden JxllC QOOTltie S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen tegen f Ofhflfl bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7Cfi bij Ingen O l/Uif»verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen J(/,- doe een ongeval met O/T/l bij verlies van een hand 1 *}C oij verlies van een Cfï bij een breuk van Aby verlies van 'n f een voet of een oog# X duim of wijsvinger cl "been of arm anderen vinger 2. Om aan het aanzienlijk vermogen van tante Honoria's erfenis te komen, trachtte sir Hector het meisje voor zich te winnen. Reeds zes jaar lang hield hij haar in z'n macht. Aanvankelyk had hij niet de minste vrees, dat zoowel haar buitengewone schoonheid als haar erfenis hem zouden ontgaan. Nu Paula echter over enkele weken meerderjarig zou worden en zich dus aan zijn voogdyschap zou kunnen onttrekken, trachtte hij haar tot allen prijs zyn wil op te dringen, vooral daar Paula voor hem steeds een uitgesproken minachting aan den dag legde. Aanvankelijk had hij niet de minste aan dacht geschonken aan de verstandhouding tus schen Paula en den jongen Newnham. Hy vond het jongmensch zeer vrijmoedig in z'n optreden. Daar Newnham zich echter dezelfde vrijheden tegenover miss Marlowne veroorloofde, bleef hy vrij van elke verdenking. Totdat Sir Hector op een kwaden dag naar Londen vertrok en bij zyn aankomst het huis leeg vond. Eerst laat in den avond kwamen de beide zondaars terug, met geen andere veront schuldiging dan een lekken band, die hen ge noodzaakt had, enkele uren in een restaurant te wachten. Zelfs het dienstmeisje had daar weinig geloof aan gehecht. Pleegdochter, voogd, secretaris en verschillende bedienden, van beider kunne, vormden het huis houden, ten tijde van deze tragedie. Daar kwam nog by Ascher's steno-typiste, die te Chancel- bury woonde en iedeben morgen en avond drie kilometer naar en van het kantoor te voet af legde. Zy kon met recht beschouwd worden als eén van Ascher's unieke aanwinsten, omdat zij tot het zeldzame soort typisten behoorde, die smaak en intelligentie, vrouwelijke charme en wellevendheid weten te combineeren aan de onvermoeibaarheid en de accuratesse van een machine. Zij was misschien een of twee jaar ouder dan Newnham, een verbazend flinke vrouw, met een byna mannelijk georiënteerden levenskijk zooals weinig vrouwen weten te be reiken. Zelfs haar stem en haar lach waren dien. meer van een man dan van een vrouw. Ze zag er steeds eenvoudig, maar goedgekleed uit in een mantelcostuum, dat door een kleermaker in strakke lynen was geknipt. Ondertusschen had Scott Egerton het station bereikt en z'n bespiegelingen over Ascher's huishouden beëindigd. Hij was reeds met zyn gedachten bij iets van veel directer belang, maar, evenals een vrouw in haar prullcmandje soms wel een strookje zijde of satijn opbergt, wat allicht nog wel eens dienst zal doen, wierp hy in de voorraadkamer van zijn herinnering het beeld van dat typische kleine bezoekstertje op dien zwoelen middag, en was zoodoende later toen de publieke opinie er belang in be gon te stellen, in staat dien indruk aan de nolitie weer te geven, IH De dame had ondertusschen de drie treden beklommen en met 'n bescheiden klopje, dat volkomen in overeenstemming was met haar uiterlijk, aandacht gevraagd voor haar per soon. Een enorme butler deed open. „Sir Hector?" fluisterde een zenuwachtige fyne stem. „Ik vermoed, dat hy me verwacht. Ik ben Miss Ferris." De man liet haar door en bracht haar in een keurig gemeubileerde hall, waar ze even kon wachten. Een oogenblik later kwam hy reeds terug. Toen hij haar in de ruime en imposante kamer liet, welke Hector Ascher's beroemde bibliotheek herbergde, was zijn gezicht even onverstoorbaar als steeds. Dit zeer groote ver trek had die bekende geheimzinnige hoedanig heid, welke men sfeer noemt. By de zeldzame gelegenheden dat het journalisten vergund werd in het Museum binnen te treden, (want zoo noemde men het huis in het dorp) namen de interviewers in deze zaal plaats. Het groote en indrukwekkende voorkomen ervan, bereikte steeds het wonderlijk effect, dat elk teveel aan gedïoedsbeweging onmiddellijk getemperd werd. Niemand kwam ooit verder dan de zelfkant van het leven, dat deze man hier leidde en zoo moet het ons niet verwonderen, dat Miss Ferris zich onmiddellyk een beetje beduusd gevoelde en zelfs een beetje zwak na de door gestane vermoeienissen. Het voorkomen van den geleerde viel nogal tegen en zijn verbazenden roep in aanmerking genomen, zag hii er zelfs onbeteekenend uit. 't Was een kleine man, en door een buitenge woon knappen kleermaker uitstekend in de kleeren gestoken. Aan z'n linkerhand droeg hy een enormen gouden zegelring. Z'n tamelijk borstelige donkere baard en zwarte haardos werden door den besten coiffeur van Parijs verzorgd. Z'n zwarte oogen die voor iederen vreemdeling als donkere mysterieuze steenen waren, werden nog geheimzinniger door een paar in goud gevatte brilleglazen met dikke lenzen; hij had by zonder witte, keurig verzorgde handen; z'n spreken was zacht, zonder eenigen nadruk en een beetje heesch. Zelfs als hij stond, werd hy nog overscha duwd door zijn omgeving. Een bezoeker kon zich dikwyls niet den indruk ontveinzen, dat hy deze gewaarwording bewust had geschapen door de wyze, waarop hij zijn meubels had ge plaatst. Op het eerste gezicht en vooral op een donkeren dag, was het, als stond de kamer veel te vol. Het groote donkere karpet scheen als be zaaid met tafeltjes en tafels en overal langs de muren stonden kleine standaards voor boe ken van bijzondere waarde, of schoonheid, die even zooveel vallen waren voor onattente dienstboden. De muren van dit tamelyk onge wone vertrek waren één schitterend goud, dat op een heeten middag als deze een tamelyk schril effect gaf, maar in den winter, met z'n getemperde glanzen een byzondere sfeer van warmte gaf aan een kamer, die op het Noorden uitzag en waar zelden de zon in scheen. Miss Ferris kwam met vlugge passen naar binnen, stak een der in de goedkoope hand schoenen gestoken handen uit en nam den stoel, dien Ascher haar had aangewezen. „Ah, Miss Ferris. Hoe staan de zaken?" Z'n glimlach liet een rij welverzorgde tanden zien. Moeten er den laatsten tyd nogal wat gordijnen worden gerepareerd?" Zy sprak zacht, maar een beetje haastig, alsof zij wel bemerkte, hoe hy goedmoedig tot haar afdaalde, door zooveel belang te stellen in haar schoonmaak-bezigheden. „O, ja, Sir Hector, zooveel als ik zelf wensch. Ik ben de heele week by lady Miltown in de South Street geweest die heeft een erg mooi huis. Miss Penberthy heeft my daar aanbevolenOfschoon zy al dien tijd haar blik op het vloerkleed hield gevestigd, nad ze toch kans gezien de uitdrukking van zyn ge zicht even te bestudeeren. Nu ging ze op die zelfde nederige, nerveuze wijze door: „Dan is er nog Mrs. Freeman, die woont in Chelsea." Ascher stak zijn hand uit en krabbelde den naam op het blad papier. „Freeman? Die ken ik. Die kan ons vandaag of morgen wel te pas komen. En? Ben je nog geweest naar het huis van Mr. Burgoyne?" „Daar is voor de eerste maanden nog heel wat werk. Sir Hector," viel zy hem by. „Mrs. Burgoyne heeft nieuwe gordynen in de bilio- theek groote donkere tapyten hangen daar erg mooi geloof ik, maar ze maken de kamer zoo donker, alsof er altyd een onweer in de lucht hangt" Weer liet Ascher zyn tanden zien. „Des te beter," antwoordde hy. „Een bibliotheek kan niet donker genoeg zyn, Miss Ferris." „Dat ben ik volkomen met u eens," gaf zyn geheimzinnige bezoekster op emstigen toon toe. „En hier heb ik iets, dat ik u kwam bren genUit haar groote tasch haalde zij een klein langwerpig pakje, dat erg netjes was in gepakt. Er stond op geschreven: „Miss Ferris, 39 Charlton Row, S/W 1." Dit overhandigde zy hem en ze volgde met een merkwaardig schranderen blik de zenuwachtige haast, waar mede hy het opende. Op het eerste gezicht scheen de inhoud echter tamelyk prozaïsch, een erg versleten band van een half in leer gebonden boek. waarvan de bladzijden alle op de hoeken waren omgevouwen of uitgerafeld met allerlei vlekken op het leer en een ver geelde kleur in het papier. Maar de druk zou een expert hebben doen watertanden. Ascher hield het boek op zijn beide handen, hij keek afwezig voor zich uit. Zyn lichaam stond ge spannen van een woordelooze vreugde. Ten slotte wendde hy zich tot de kleine naaister. „Hadt u er veel moeite mee?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9