INSTELLING
L A NDBOU W-CRISISF ONDS
Industrie niet achtergesteld
Lentepracht en herfstbelofte
HET REGEERINGSBELEID
ALS DE BOOMGAARDEN
IN BLOEI STAAN
DONDERDAG 19 APRIL 1934
Aangestuurd zal worden op ver~
mindering der kosten van
levensonderhoud
Ook voor de industrie
op de bres
Exportverliezen
Verschil van economisch
karakter
Industrieel herstel
Steun nog noodig
Druk op de bevolking
DE BLUE BAND GLIMLACH!
Verschillende tochten door de
nu mooie plekjes van
ons land
In Noord en Zuid
Naar de Betuwe
Zuid-Limburg
De Beemster
De Bangert en Zuid-Beveland
*SL
Geen individueele steun
Positie landarbeiders
Uitvoering steunmaatregelen
De K.R.O. en de werklooze musici
Oude vrouw verdronken
Arbeid der Katholieken
op radiogebied
Verheugende resultaten
KNAAP DOODGEBLEVEN
Tijdens een inbraak
PROV. LANDBOUWCRISIS
ORGANISATIES
Erkenningen als aardappelmeel
handelaar
Universitaire examens door
vreemdelingen
Élillllllllllllllliillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Verschenen is de Memorie van Antwoord op
het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer no
pens de volgende wetsontwerpen: wijziging en
verhooging van het tiende hoofdstuk der Rijks-
begrootlng van het dienstjaar 1933. (Wijziging,
verhooging en invoeging van artikelen in ver
band met de instelling van het Landbouw-
Crisisfonds)vaststelling van de begrooting van
inkomsten en uitgaven van het Landbouw-
Crisisfonds voor het dienstjaar 1933; vaststel
ling van de begrooting van inkomsten en uit
gaven van het Landbouw-Crisisfonds voor het
dienstjaar 1934.
Aan deze Memorie wordt het volgende ont
leend:
De Minister deelt mede dat er ernstig naar
gestreefd zal worden de begrooting voor 1935
tegelijk met de Rijksbegrooting in te dienen. De
moeilijkheden, welke zich hierbij zullen voor
doen moge men intusschen niet onderschatten.
Het overleggen van een balans en een winst
en verliesrekening iedere drie maanden heeft
naar de meening van den Minister weinig zin.
Wel is hij bereid te overwegen in hoeverre het
mogelijk ia iedere drie maanden aan de Staten-
Generaal een financieel overzicht te doen toe
komen van al hetgeen er in dat tijdvak ten
aanzien van het Fonds is geschied.
Het groote aantal factoren, waarmede reke
ning gehouden zou moeten worden bij de be
paling van de verliezen bij den export van ge
steunde producten en de moeilijkheid der in
vloed van ieder dezer factoren te bepalen, ma
ken het niet mogelijk deze verliezen in een be
drag uit te drukken, dat op eenige juistheid
aanspraak zou kunnen bestaan.
De noodzakelijkheid te kiezen tusschen ver
nietiging van een aantal producten en het tegen
iederen prijs verkoopen dezer producten, als
mede het feit, dat het uit de markt nemen van
een surplus boven de binnenlandsche behoefte,
de binnenlandsche markt voor volkomen ineen
storting behoedt en dus prijsverhoogend werkt
zijn factoren waarvan de invloed niet in geld
is uit te drukken.
Ten aanzien van den last, welke in totaal
tengevolge van de steunmaatregelen op de con
sumenten is gelegd, merkt de Minister op, dat
zich hierbij dezelfde moeilijkheden voordoen,
als bij de bepaling van exportverliezen.
Men zou ongetwijfeld bezijden de waarheid
zijn, indien men de lasten, gelegd op de consu
menten, eenvoudig zou willen bepalen uit de
heffingen, etc., welke momenteel moeten worden
betaald, omdat de grenzen van dit vraagstuk
dan Inderdaad te eng zouden zijn gesteld.
Een Juiste bepaling toch van den last, welke
op de consumenten wordt gelegd, zou slechts te
bereiken zijn, indien men daarbij o.a. een ver
gelijking kon maken tusschen de prijzen, welke
de consument momenteel betaalt en die, welke
zouden zijn betaald, indien geen steunmaatre
gelen voor den landbouw zouden zijn genomen,
waarbij er dan rekening mede gehouden zou
moeten worden, dat ook in dat geval de land
bouwers op andere wijze zouden moeten worden
geholpen en ook daarvoor geld noodig zou zijn
geweest, dat door de ingezetenen zou moeten
worden opgebracht.
De Minister zet vervolgens uiteen, dat er on
derscheid bestaa* tusschen de crisispolitiek met
betrekking tot den landbouweenerzij ds en in
dustrie. scheepvaart en andere takken van be
drijf anderzijds. Dit onderscheid vindt zijn na
tuurlijke verklaring in het verschil van econo
misch karakter tusschen de genoemde bedrijfs
takken, in de verschillende omstandigheden,
waarin zij verkeeren vooral in de verschillende
mogelijkheden van Regeeringshulp, welke zich
te hunnen opzichte openen. Zoo is het b.v. met
het verschil in karakter tusschen landbouw en
industrie gegeven, dat een prijsdaling, zooals de
wereld thans teistert nog afgezien van de
omstandigheid, dat zij voor landbouwproducten
veel dieper is dan voor industrieele producten,
eerstgenoemden bedrijfstak veel zwaarder treft
dan laatstgenoemden. Het landbouwbedrijf im
mers kan zich veel minder dan het industrieele
bedrijf door interne aanpassing aan de nadee-
llge gevolgen van een prijsval onttrekken Bo
vendien ziet men den toestand van de nijver
heid reeds verbeteren, zoodra zij haar afzet ver
meerderen kan, omdat bij vermeerdering van
den omzet de kosten per eenheid dalen Voor
bet landbouwbedrijf, dat den omvang van zijn
voortbrenging zeer moeilijk kan wijzigen, ts deze
weg practisch gesloten. Het ligt dan ook wel
tenigszins voor de hand, dat de Regeering, even
als in de meeste landen, den landbouw in de
eerste plaats tracht te steunen door dezen bedrijfs
tak voor zijn producten 'n hoogeren prijs te be
zorgen, terwijl zij het voor de industrieele pro
ducten vooral in een verbetering van den afzet
zoekt. Dit is dus veel meer een verschil in mo
gelijkheden en methode dan een verschil in be
ginsel.
Geheel onjuist is de voorstelling, als zou de
Regeering zich er niet om bekommeren, of tal
rijke, op zich zelf gezonde industrieele en
scheepvaart-ondernemingen moeten verdwij
nen. terwijl zij den landbouw zonder meer voor
verlies zou behoeden. Natuurlijk kan de Regee
ring niet voorkomen, dat industrieele bedrijven,
die achterlijk zijn of in de structuur blijken niet
te passen, aan de crisis ten offer vallen; dit
««idt in alle bedrijfstakken, land- en tuinbouw
niet uitgezonderd. Maar evenmin als de Re
geering land- en tuinbouw laat ten ondergaan,
zoo min heeft zij ook andere onmisbare gedeel
ten van ons productie-apparaat aan den on
dergang prijsgegeven.
Een debat over de vraag, of de industrie dan
wel de landbouw voor ons lang belangrijker is,
acht de Minister onvruchtbaar.
De Minister verzekert nogmaals, dat de werk
zaamheid der Regeering ten behoeve van de
nijverheid zich geenszins beperkt tot contingen-
teering en propaganda voor Nederlandsch fa
brikaat. Zelfs hetgeen de Regeering langs direc-
ten weg voor de nijverheid tracht te bereiken,
wordt door zoodanige voorstelling onrecht aan
gedaan. Nog afgezien voor directe Overheids
voorzieningen als de verbetering van den eco-
viomischen voorlichtingsdienst, de verleening
van exportcredietgaranties en het aangevraagde
orediet voor werkverruiming, dat voor een on
belangrijk gedeelte mede aan de nijverheid zal
kunnen ten goede komen, is de Regeering bij
voortduring werkzaam door het voeren van on
derhandelingen met het buitenland, voor zoo
veel in haar vermogen ligt, handelsbelemmerin
gen ook voor de nijverheid uit den weg te rui
men.
Tot deze directe voorzieningen behoort niet
minder hetgeen op het gebied van een afzet
van industrieele producten in Ned.-Ir,dië be
reikt werd.
Het ligt echter in het wezen der zaak. dat
de afzetvermeerdering, welke de industrie be
hoeft, in hoofdzaak slechts langs indirecten
weg zal kunnen worden bevorderd. Prijzen kan
men desnoods garandeeren, een verzekerden af
zet niet.
Eerste voorwaarde voor indus
trieel herstel is verlaging van ons
kosten- en prijspeil en de Regee
ring is ten volle bereid volgens
lijnen, reeds eerder uitgestippeld,
daartoe mede te werken. Inderdaad
legt de Regeering daarbij, naast ver
sobering op ander gebied, ook op
de noodzakelijkheid van loonsver-
laging den nadruk. Doch zg zal niet
nalaten, het worde hier herhaald,
te doen wat in haar vermogen ligt
om het dragen dezer offers zooveel
mogelijk te verlichten, in de eerste
plaats door maatregelen tot vermin-
dring der kosten van levensonder
houd.
Dat de landbouwsteun de dalende beweging,
welke deze kosten vertoonden, tijdelijk onder
broken en een geringe stijging veroorzaaxt
heeft, is niet te wijten aan een innerlijke te
genstrijdigheid in het Regeeringsbeleid, maar
aan een noodzakelijke correctie, op de oneven
redige daling, waaraan de prijzen der inheem-
sche voedingsmiddelen, vergeleken met de prij
zen van andere goederen (en diensten), welke
in het budget voorkomen, onderhevig waren.
Nu deze correctie is aangebracht, zal aan een
verdere, zooveel mogelijk evenredige daling alle
aandacht worden gewijd.
Hoever de verlaging der loonen en kosten in
ons land zal moeten gaan, is niet bij benade
ring aan te geven. Dit zal voor een groot deel
afhangen van de toekomstige ontwikkeling van
den economischen toestand en van ae econo
mische politiek in de ons omringende landen.
Hoe aanlokkelijk het nastreven van een natio
naal beheerscht prijsniveau in theorie ook moge
zijn, in de practljk staat ons land, krachtens
zijn geheele structuur, voor de onontkoombare
noodzaak om in staat te zijn zich met zijn
voornaamste concurrenten op de internationale
markt, waar het zijn goederen en diensten moet
aanbieden om de onmisbare grondstoffen te
koopen, wat prijs aangaat te meten.
Het vraagstuk der credietverleening aan de
industrie heeft Ministers aandacht. De ge
westelijke pogingen in die richting worden door
hem met sympathie gevolgd. Daar ook hij het
gevaar voor een zekere provinciale niet
denkbeeldig acht, zal hij gaarne overwegen of
en zoo ja, op welke wijze de Regeering voor de
noodige coördinatie zou kunnen zorg dragen.
Het opleggen van een verplichting aan ge
steunde landbouwbedrijven om hun behoefte
aan gereedschappen en machines uitsluitend
bij de Nederlandsche industrie te dekken, voor
zoover die het benoodigde kan leveren, gaat de
Minster te ver.
Dat verscheidene industrieën in de werking
van de Landbouw-Crisiswet betrokken zijn ge
worden, was voor een goede uitvoering dier wet
onvermijdelijk.
Voor den Minister staat vast, dat opheffing
thans catastrophale gevolgen met zich zou slee
pen, niet alleen voor de gesteunde bedrijfstak
ken, maar voor het geheele economisch leven
van ons land, dat daardoor weer uit zijn moei
zaam verkregen evenwicht zou geraken. Dit be-
teekent echter niet, dat de landbouw blijveno
op den huldigen steun zou kunnen blijven re
kenen. De tendenz naar een lager levensniveau
zal ook de landbouw moeten volgen. Dit be
hoeft niet in de eerste plaats te worden gezocht
in een verlaging van de richtprijzen, hoewel
de snel afnemende koopkracht in den lande
elke gedachte aan onaantastbaarheid ook daar
van verwerpelijk doet voorkomen.
Dat „de" landbouw nog steeds een kwijnend
bestaan lijdt, kan de Minister niet toegeven.
Hij zet uiteen, hoe het landbouwbedrijf weer
een, zij het krap sluitende rekening heeft. Dit
kan helaas nog niet worden gezegd van het
tuinbouwbedrijf, waar de noodzaak van aan
passing dan ook wel het meest klemt.
De Minister vestigt er ook de aandacht op.
dat om te kunnen concurreeren, neerdrukking
van de binnenlandsche prijzen onzer landbouw
producten geenszins noodzakelijk is, daar vrij
wel geen eer ons omringende landen zijn prij
zen onbeschermd laat.
De wereldmarktprijs is voor deze producten
min of meer een overschotprijs geworden, die
zijn normatieve beteekenis goeddeels verloren
heeft. Zoo blijft dan vanzelf de productieprijs
als eenige richtprijs ever. Deze, door ver door
gevoerde rationalisatie op een zoo laag moge
lijk peil gebracht, is ook inderdaad de basis,
waarop de steun gebaseerd is. Beperking van
de teelt tot daarvoor geschikte gronden, wordt
zoo veel mogelijk nagestreefd. Welke cultures
op den duur reden van bestaan zullen hebben
en in welken omvang, kan nog zoo moeilijk
vastgesteld worden, dat deze eisch niet met
zekerheid kan worden nageleefd. Bovendien
stelt de wisselbouw zekere eischen, die met de
voorgaande in strijd kunnen zijn.
Deze onzekerheid bestaat met name ten aan
zien van de buitenlandsche afzetmogelijkheden,
waarin op zijn onverwachts wijziging kan ko
men. Valt een markt, waarop gerekend was,
weg, dan moet wel eens tijdelijk op een andere
markt het surplus met verlies gespuit worden.
De bodemverdeeling van ons land heeft ons
voorbestemd om een belangrijken agrarischen
export te hebben en vooral in dezen tijd zal al
het mogelijke in het werk moeten worden ge
steld om dien export te behouden, zij het tij
delijk door het brengen van eenige offers.
Het is de uitdrukkelijke wensch van den Eco
nomischen Raad dat zijn standpunt ten op
zichte van het Regeeringsbeleid niet kenbaar
zal worden gemaakt. De Raad meent dat dit
met zijn karakter als adviseur der Regeering
het meest in overeenstemming is. Dit gevoelen
wordt door de Regeering gedeeld.
Van de beteekenis van den last, welke door
de landbouwsteunmaatregelen op den consu
ment worden gelegd, heeft de Minister zich
zoo nauwkeurig mogelijk rekenschap gegeven.
Het percentage van 3.2 pCt., dat hij bij een
eerdere gelegenheid genoemd heeft, had be
trekking op de stijging van de kosten van le-
vensondernoud, welke onder den invloed der
toen bestaande steunmaatregelen van Maart
1932 tot October 1933 heeft plaats gehad.
In aanmerking nemende, dat sedert October
1933 enkele nieuwe maatregelen noodzakelijk
bleken en reeds bestaande verder hebben door
gewerkt, is de Minister echter geneigd het be
doelde percentage thans wel iets hooger te
schatten.
Er is terecht op gewezen, dat het hooge peil,
waarop de kosten van levensonderhoud zich in
ons land nog bevinden, veel meer dan in de
prijzen der levensmiddelen, waarvan na de
aanvankelijke diepe daling een zekere stijging
onvermijdelijk was, in de te geringe daling der
overige kosten zijn voornaamste oorzaak vindt.
Met name geldt dit voor de hooge prijzen in de
beschutte bedrijven en voor de distributie-
kosten.
Met deze opmerkingen, welke op het ver-
(adv.)
Nu een waarlijk zomersche warmte ons land
gekoesterd heeft, hebben alle deelen, waar een
vruchtbare bodem de vruchtboomen laat ge
dijen, zich getooid met een rijk bloesemkieed:
gebieden als de Betuwe, Zuid-Limburg, de
Bangert en Zeeland zijn meer dan ooit een
bezoek overwaard. Ten dienste van de vele dui
zenden toeristen, die de bloeiende boomgaarden
als een welkome gelegenheid beschouwen om
het zomertechtenseizoen te openen, geven wij
hier enkele routes, welke door bij uitstek schoo-
ne gebieden leiden.
De A.N.W.B.-Toeristenbond voor Nederland,
die ons deze tochten en bijgaand schetskaartje
deed toekomen, vestigt er in het bijzonder de
aandacht op, dat het meest bekende bloesem-
gebied, de Betuwe, nog steeds niet langs vaste
bruggen bereikbaar is.
Men neme dus den reistijd niet te krap, an
ders wordt het jakkeren, wat juist thans ge
vaar oplevert.
gaat vanouds de groote trek. In de eerste plaats
natuurlijk, omdat dit gebied overrijk is aan
boomgaarden, verder vanwege de bekendheid
en tenslotte omdat de Betuwe in verband met
de centrale ligging van alle deelen des lands
uit gemakkelijk bereikbaar is.
De mooiste tochten maakt men hier over de
groote rivierdijken, men ziet dan de bloesem
pracht beneden zich liggen en heeft buiten
gewoon mooie vergezichten. Aan de hand van
het schetskaartje is het gemakkelijk om zelf een
prachtige route in elkaar te zetten; bovendien
vindt men hierachter een completen rondrit ge
traceerd.
is veel minder bekend. Toch zijn tochten daar
heen bijzonder aanbevelenswaardig, omdat men
hier in ons nationale bergland komt. Zelfs
wanneer men het eens ongunstig mocht tref
fen, zoodat de boomgaarden nog niet voldoende
in bloei staan, dan nog is de rit erheen dubbel
de moeite waard, omdat Zuid-Limburg uitmunt
door een bijzonder soort natuurschoon.
In de omgeving van Eijsden en Gronsveld
treft men de grootste kersenboomgaarden van
ons land aan.
Behalve in- Limburg en Gelderland vindt men
ook nog in verschillende andere deelen des lands
fruitteelt. De Beemster is vanouds beroemd om
zijn bloesempracht. Een zeer mooien tocht
maakt men, door van Amsterdam uit den weg
door de interessante Zaanstreek te nemen
(overvaren bij Hembrug), dan volgt men den
hoofdweg door de Wijde Wormer om oij Pur-
merend de Beemster te bereiken. Vandaar
volgt men de A.N.W.B.-wegwljzers „Alkmaar"
en rijdt zoo over Midden-Beemster, Groot-
Schermer en Schermerhorn naar den polder
de „Schermer".
Met den vorigen tocht is een bezoek aan de
Bangert te combineeren. Van Schermerhorn
volgt men dan de wegwijzers „Hoorn" Van
Hoorn uit make men den rondrit over Wester
Blokker, ^Vestwoud en Zwaag, terwijl men wel
licht de verleiding niet kan weerstaan om ook
nog een kijkje te gaan nemen in den Wierin-
germeerpolder.
Dat ook Zeeland mooie vruchtboomstreken
bezit is in den lande niet bijzonder bekend.
Wie de bovenbeschreven gebieden reeds kem,
kan met succes het stuur zuidwestwaarts wen
den.
Na een mooien rit door Noord-Brabants we»-
leiyx deel komt men op een modernen ver
keersweg, die van Bergen-op-Zoom naar Mid
delburg voert.
Tot besluit van dit toeristische praatje geven
wij thans den rondrit, waarin het Beiuwsche
gebied ingeschakeld is.
mr Amersfoort &9Km
foar v Amilerdam
Wouden berq
Haar ÖUtrech!
Borferdam
&U
6 Maersberqen
Amersfoort!
en Utrecht
ss Km
'•O Odijk
naar 28km
Apeldoorn
Oo»H»rbeek*>. 4
!Eck en Wletxke veer t
>*ELda
9.1
•..cA/ner°«qee
ulemborq
tfZoeïmond
4
uren
HèFeren
hmdenl-gi-faci
Groove Bruq
4.11 IJ zendoor
Kerk AvezaaF
naar
V tl Bosch 15 km
ijmeqee
Haar tvenlo 61 ka
Aansluitend
111!'N
Vrr'
Viiv"1
Ric 6 Rac-
Chicago, o! de macht der gewoonte.
starringselement, dat in de distributiekosten
steekt, de aandacht vestigden, kan de Minis
ter zich dan ook geheel vereenigen. Ook hier
zal in de eerste plaats moeten worden gestreefd
naar een meer rationeele organisatie, waaraan
nog veel ontbreekt.
Bij den gedachtengang van den Minister is
geen plaats voor individueelen steun (welke
dan bovendien niet tot het werkterrein van den
Minister zou behooren)maar slechts voor
steun aan den landbouw in het algemeen.
Dat de grondprijzen en de pachten tenge
volge van de steunmaatregelen als algemeen
verschijnsel weer omhoog zouden gaan. is
geenszins gebleken en komt den Minister ook
weinig waarschijnlijk voor.
Uit het feit, dat ook de Minister een nieuwe
regeling van de pacht wenschelijk blijft achten
moge voldoende blijken, dat hij geenszins van
meening is, dat de positie van de verpachters,
ook na en door de steunmaatregelen thans in
alle opzichten gunstig is. Hij is bereid den mi
nister van Justitie nog eens op de wenschelijk-
heid van een nieuwe regeling te wijzen.
Ook eventueele wettelijke maatregelen ter
voorkoming van onredelijke executie zullen in
de eerste plaats uitgaan van den Minister van
Justitie met medewerking van den Minis
ter van Financiën en den Minister van Econo
mische Zaken.
Wat betreft de positie der landarbeiders
heeft de minister besloten een poging te doen
om ernstige onbillijkheden tegen te gaan. Maat
regelen zijn daartoe in voorbereiding, waarbij
aan de gesteunde landbouwbedrijven de ver
plichting wordt opgelegd, de door den minister
nader te bepalen voorwaarden betreffende de
verhouding tusschen werkgever en arbeider in
acht te nemen. Het ligt in de bedoeling in het
algemeen drie voorwaarden voor te schrijven
en wel:
le. dat door hem aan te wijzen organisaties
van werknemers moeten worden erkend;
2e. dat gesloten collectieve arbeidsovereen
komsten getrouwelijk moeten worden nage
leefd;
3e. dat arbitrage moet worden aanvaard in
de nader door hem te bepalen gevallen.
De minister meent door deze maatregelen te
kunnen ingrijpen daar waar van de steunmaat
regelen, ten koste van de landarbeiders niet
het gewenschte gebruik wordt gemaakt.
De minister kan geen vrijheid vinden, eenige
toezegging te doen aan hen, die de verplichting
zouden willen zien opgelegd een zeker aantal
arbeiders te werk te stellen.
Een permanent overleg met de organisaties
acht de minister niet noodig en evenmin wen
schelijk, omdat vertraging daarvan slechts het
gevolg kan zijn.
Aan het verlangen, bij het voeren van on
derhandelingen met het buitenland personen
van het bedrijfsleven in te schakelen, wordt
reeds gevolg gegeven.
De werking der monopolies voldoet goed en
machtsmisbruik behoeft geenszins te worden
gevreesd. De minister ontkent, dat door de in
stelling van monopolies onze export noodeloos
zou zijn teruggeloopen.
Op het oogenblik is nog slechts één der re-
geeringscommissarissen lid van één der Kamers
der Staten-Generaal. Het bezwaar, dat deze re-
geeringsbetrekking een lid der Staten-Generaal
de noodige vrijheid zou kunnen ontnemen tot
het oefenen van critiek als Kamerlid, heeft de
minister nooit in die mate gevoeld. Hij is ech
ter bereid, deze zaak nog eens onder de oogen
te zien.
De opvatting, dat bezwaar bestaat tegen het
belasten van sterk belanghebbenden met de
hoofduitvoering van crisiswetten, acht de mi
nister in haar algemeenheid minder juist. Er
kunnen gevallen voorkomen waarbij de geheele
regeling slechts kan slagen als dit wel ge
schiedt. Een scherpe controle heeft den minis
ter de overtuiging geschonken dat van bevoor
deeling van eigen zaken boven die van anderen,
bij deze belanghebbenden geen sprake is.
Ook het opleggen van nieuwe heffingen
ter wille van steun aan andere producten,
welke geen inkomsten voor het Fonds af
werpen, zal niet dan in het uiterste geval
mogen worden overgegaan.
Voorts deelt de minister mede, dat hy door
de instelling van een College van Regeerings-
ccmmissarissen onder leiding van den secreta
ris-generaal van zijn Departement, de eenheid
in de te nemen maatregelen zal bevorderen en
het juiste verband tusschen de maatregelen van
de organisaties zal tot stand brengen.
Ten gevolge van veranderingen in de inkom
sten en uitgaven sluit de geheele dienst van
het Fonds op 31 December 1934 met een na-
deelig saldo van 20.945.316.34, bestaande uit
een voordeelig saldo op den gewonen dienst van
952.483.66 en een nadeelig saldo op den kapi-
taaldienst van 21.897.800.
Zooals voor ongeveer een maand werd ge
publiceerd, zal de K.R.O. aan ensembles, ge
vormd uit werklooze musici, gelegenheid geven
voor de KR.O.-microfoon een gehonoreerd
concert ten gehoore te brengen.
In overleg met den Nederl. Toonkunstenaars-
bond zijn thans enkele ensembles uitgekozen,
welke Dinsdag 24 April en Zaterdag 28 April
van 12.15—2.00 uur en Zaterdagavond 2® April
van 8.0011.00 uur zullen concerteeren. Het
vertrouwen is gerechtvaardigd dat Nederland
sche werkgevers er toe over zullen gaan de
moeite van het luisteren te nemen en bij het
engageeren van orkestjes ook aan landgenooten
zullen denken.
Te Oudewater heeft zich een tragisch onge
val voorgedaan. De 83-jarige wed., mej. Ne-
derend, die by haar zoon, den landbouwer W.
Nederend te Diemerbroek inwoonde, wilde met
een stokje een stukje lyfgoed, dat zij bad uit
gespoeld en dat in t water was gevallen, op-
visschen. Waarschijnlük is zy by 't bukken door
een duizeling bevangen. Zü geraakte te water
en is verdronken.
Van 15 tot 17 April vond te Hilversum een
jaarlijksche conferentie plaats van het bestuur
van het Internationaal Katholiek Radio Bu
reau. De bijeenkomsten werden geleid door den
voorzitter, pastoor L. H. Perquin O. P. te Am
sterdam, den stichter en voorzitter van den
Katholieken Radio Omroep in Nederland.
Uit het jaarverslag van den directeur van
het bureau, Mgr. Marschall, bleek, dat over de
geheele wereld verheugende resultaten op het
gebied van den Katholieken Radio-arbeid waar
te nemen zijn. Langzamerhand ontwaakt in
vele landen het verantwoordelijkheidsgevoel der
katholieken ten opzichte van de ontwikkeling
der radio.
Vooral de godsdienstige programma's worden
zoowel door omroepleiders als luisteraars zeer
gewaardeerd. In de onderscheidene landen
worden deze programma's gegeven in den vorm
van: Voordrachten, artistiek-godsdienstige uit
zendingen, liturgische uitzendingen en gods-
dienstig-cultureele berichten.
Om het uitwisselen van e aringen op radio-
gebied te bevorderen, besloot het bestuur over
te gaan tot de uitgave van een bulletin dat op
bepaalde tijden zal vërschijnen. De redactie
hiervan werd opgedragen aan den heer P. A.
M. Speet, algemeen bedrijfsleider van den
K. R. O.
Ingevolge besluit van de Fuldauer Bisschops
conferentie werd de zetel van het bureau van
Keulen verplaatst naar Düsseldorf, waar het
Bisschoppelijk Centraal Arbeidssecretariaat ge
vestigd is. (Düsseldorf, Reichsstrasse 20, Tel.
10911).
Even voor de Brabantsch-Belgische grens
nabij Budel, in het Belgisch grensplaacsje Bo-
cholt, is, terwijl dieven een slaapkamer bin
nendrongen, een te bed liggende negen-jarige
jongen van schrik en angstdoodgebleven.
De politie is den daders, die tot een uitge
breide dievenbende schynen te behooren, op het
spoor.
Op het Departement van Economische Za
ken werden Woensdag de voorzitters en secre
tarissen der nieuwe provinciale landbouwcrisis-
organisati-3 geïnstalleerd'. De installatie ge
schiedde namens den Minister van Economi
sche Zaken door den secretaris-generaal, Mr.
Dr. A. A. van Rhyn.
Spreker wees er o.m. op, dat iedere provin
ciale organisatie zal hebben uit te voeren de
opdrachten, die door de diverse landelijke cen
trales (telkens een voor ieder crisisproduct in
gesteld) aan die organisaties worden gegeven.
In de landeiyke centrales zullen, onder goed
keuring van den Minister, de principieele ïynen
worden getrokken. De toekomst zal leeren, of
het gewenscht is op de centralisatie der pro
vinciale organisaties, die thans intreedt, ook
een centralisatie der landelijke organisaties te
doen volgen.
Spreker wees verder op den belangrijken ar
beid, welken het bestuur der provinciale orga
nisaties bij zyn uitvoeringsarbeid wacht. De
inventarisatie der landbouwondernemingen en
de uitvoering der teeltbeperking, zullen met
spoed ter hand moeten worden genomen.
Het bestuur zal bestaan uit 515 leden Wat
de personen betreft, zyn aanbevelingen der
landbouworganisaties gevraagd. De aanbevolen
candidaten zijn door den Minister vrijwel allen
overgenomen. Spreker meent, dat ook hieruit
blijkt, dat de Regeering de landbouworganisa
ties gaarne in de uitvoering der landbouw-
crisispolitiek betrekt. Voorts zullen ook andere
belanghebbenden, zooals b.v. de handel, waar
noodig, in de provinciale organisaties kunnen
worden vertegenwoordigd door het oprichten
van commissies van advies. Op deze wüze zal
b.v. de aardappelhandel kunnen worden inge
schakeld.
Na de installatie door Dr. van Rhyn bleven
de voorzitters en secretarissen der nieuwe pro
vinciale organisaties byeen om onder leiding
van den Regeeringscommissaris voor granen
en varkens, Ir. S. L. Louwes, over den prac-
tischen gang van zaken nader van gedachten
te wisselen. Verschillende andere Regeerings-
commissarissen waren hierbij mede aanwezig.
De Nederlandsche Aardappelcentrale verzoekt
ons mede te deelen, dat overdracht van erken
ningen als aardappelmeelhandelaar, b.v. by ver
koop van een aardappelzaak, buiten medewe
ten der Centrale, verboden is.
Hij, die een aardappelzaak koopt of op an
dere wijze van derden verkrijgt, behoort zich
onmiddellijk, schriftelijk of mondeling, tot de
Centrale te wenden met een aanvrage tot er
kenning als handelaar onder overlegging van de
noodige bewijzen, dat hy financieel en anders
zins in staat is een dergelijke zaak te dryven.
Aangezien de erkenningen strikt persooniyk
zyn, kan nimmer een erkenningskaart over
gedragen worden op een ander, omdat dan uit
de namen en foto reeds duidelyk blijkt, dat
die kaart aan een ander toebehoort dan den
houder.
Tevens is hy, die zyn zaak wenscht te ver
koopen of op andere wijze aan derden over te
doen, verplicht, hiervan tydig aan de Centrale
kennis te geven onder opzending van zijn er
kenning, die van 't moment af, dat de zaak is
overgegaan aan een derde, volkomen waarde
loos is, zoodat hy op deze oude erkenning nim
mer een nieuwe zaak zal kunnen beginnen, zon
der toestemming der Centrale.
Eveneens dient de eventueele verkrijger van
de verkochte of anderszins vervreemde zaak zich
ter dege bewust te zyn van het feit, dat al
leen die erkenning, welke behoorlijk is aan
gevraagd by de Centrale, geldig is en dat alle
andere erkenningen, op welke wijze en van
wien deze ook zyn gekocht of verkregen, ten
eenenmale waardeloos zyn, zoodat daarop geen
vervoerbewijzen zullen worden verstrekt.
Biykens het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over het ontwerp tot tijdeiyke beper
king van de bevoegdheid van hen, die niet
de Nederl. nationaliteit bezitten tot het afleg
gen van universitaire examens enz. konden
sommige leden zich bezwaarlik met het ont
werp vereenigen, zy betwistten de noodzake-
ïykheid aan vreemdelingen te beletten hier
examens te doen.
Verscheidene andere leden gaven eveneens
uiting aan hun afkeer van de strekking der
voorgestelde regeling, doch zy moesten toe
geven, dat de tegenwoordige internationale ver
houdingen en de nood van dezen tyd tot tU-
delijke maatregelen, zooals hier voorgesteld,
dwongen.