INSTELLING L A NDBOU W-CRISISF ONDS Industrie niet achtergesteld Lentepracht en herfstbelofte HET REGEERINGSBELEID ALS DE BOOMGAARDEN IN BLOEI STAAN DONDERDAG 19 APRIL 1934 Aangestuurd zal worden op ver~ mindering der kosten van levensonderhoud Ook voor de industrie op de bres Exportverliezen Verschil van economisch karakter Industrieel herstel Steun nog noodig Druk op de bevolking DE BLUE BAND GLIMLACH! Verschillende tochten door de nu mooie plekjes van ons land In Noord en Zuid Naar de Betuwe Zuid-Limburg De Beemster De Bangert en Zuid-Beveland *SL Geen individueele steun Positie landarbeiders Uitvoering steunmaatregelen De K.R.O. en de werklooze musici Oude vrouw verdronken Arbeid der Katholieken op radiogebied Verheugende resultaten KNAAP DOODGEBLEVEN Tijdens een inbraak PROV. LANDBOUWCRISIS ORGANISATIES Erkenningen als aardappelmeel handelaar Universitaire examens door vreemdelingen Élillllllllllllllliillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer no pens de volgende wetsontwerpen: wijziging en verhooging van het tiende hoofdstuk der Rijks- begrootlng van het dienstjaar 1933. (Wijziging, verhooging en invoeging van artikelen in ver band met de instelling van het Landbouw- Crisisfonds)vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Landbouw- Crisisfonds voor het dienstjaar 1933; vaststel ling van de begrooting van inkomsten en uit gaven van het Landbouw-Crisisfonds voor het dienstjaar 1934. Aan deze Memorie wordt het volgende ont leend: De Minister deelt mede dat er ernstig naar gestreefd zal worden de begrooting voor 1935 tegelijk met de Rijksbegrooting in te dienen. De moeilijkheden, welke zich hierbij zullen voor doen moge men intusschen niet onderschatten. Het overleggen van een balans en een winst en verliesrekening iedere drie maanden heeft naar de meening van den Minister weinig zin. Wel is hij bereid te overwegen in hoeverre het mogelijk ia iedere drie maanden aan de Staten- Generaal een financieel overzicht te doen toe komen van al hetgeen er in dat tijdvak ten aanzien van het Fonds is geschied. Het groote aantal factoren, waarmede reke ning gehouden zou moeten worden bij de be paling van de verliezen bij den export van ge steunde producten en de moeilijkheid der in vloed van ieder dezer factoren te bepalen, ma ken het niet mogelijk deze verliezen in een be drag uit te drukken, dat op eenige juistheid aanspraak zou kunnen bestaan. De noodzakelijkheid te kiezen tusschen ver nietiging van een aantal producten en het tegen iederen prijs verkoopen dezer producten, als mede het feit, dat het uit de markt nemen van een surplus boven de binnenlandsche behoefte, de binnenlandsche markt voor volkomen ineen storting behoedt en dus prijsverhoogend werkt zijn factoren waarvan de invloed niet in geld is uit te drukken. Ten aanzien van den last, welke in totaal tengevolge van de steunmaatregelen op de con sumenten is gelegd, merkt de Minister op, dat zich hierbij dezelfde moeilijkheden voordoen, als bij de bepaling van exportverliezen. Men zou ongetwijfeld bezijden de waarheid zijn, indien men de lasten, gelegd op de consu menten, eenvoudig zou willen bepalen uit de heffingen, etc., welke momenteel moeten worden betaald, omdat de grenzen van dit vraagstuk dan Inderdaad te eng zouden zijn gesteld. Een Juiste bepaling toch van den last, welke op de consumenten wordt gelegd, zou slechts te bereiken zijn, indien men daarbij o.a. een ver gelijking kon maken tusschen de prijzen, welke de consument momenteel betaalt en die, welke zouden zijn betaald, indien geen steunmaatre gelen voor den landbouw zouden zijn genomen, waarbij er dan rekening mede gehouden zou moeten worden, dat ook in dat geval de land bouwers op andere wijze zouden moeten worden geholpen en ook daarvoor geld noodig zou zijn geweest, dat door de ingezetenen zou moeten worden opgebracht. De Minister zet vervolgens uiteen, dat er on derscheid bestaa* tusschen de crisispolitiek met betrekking tot den landbouweenerzij ds en in dustrie. scheepvaart en andere takken van be drijf anderzijds. Dit onderscheid vindt zijn na tuurlijke verklaring in het verschil van econo misch karakter tusschen de genoemde bedrijfs takken, in de verschillende omstandigheden, waarin zij verkeeren vooral in de verschillende mogelijkheden van Regeeringshulp, welke zich te hunnen opzichte openen. Zoo is het b.v. met het verschil in karakter tusschen landbouw en industrie gegeven, dat een prijsdaling, zooals de wereld thans teistert nog afgezien van de omstandigheid, dat zij voor landbouwproducten veel dieper is dan voor industrieele producten, eerstgenoemden bedrijfstak veel zwaarder treft dan laatstgenoemden. Het landbouwbedrijf im mers kan zich veel minder dan het industrieele bedrijf door interne aanpassing aan de nadee- llge gevolgen van een prijsval onttrekken Bo vendien ziet men den toestand van de nijver heid reeds verbeteren, zoodra zij haar afzet ver meerderen kan, omdat bij vermeerdering van den omzet de kosten per eenheid dalen Voor bet landbouwbedrijf, dat den omvang van zijn voortbrenging zeer moeilijk kan wijzigen, ts deze weg practisch gesloten. Het ligt dan ook wel tenigszins voor de hand, dat de Regeering, even als in de meeste landen, den landbouw in de eerste plaats tracht te steunen door dezen bedrijfs tak voor zijn producten 'n hoogeren prijs te be zorgen, terwijl zij het voor de industrieele pro ducten vooral in een verbetering van den afzet zoekt. Dit is dus veel meer een verschil in mo gelijkheden en methode dan een verschil in be ginsel. Geheel onjuist is de voorstelling, als zou de Regeering zich er niet om bekommeren, of tal rijke, op zich zelf gezonde industrieele en scheepvaart-ondernemingen moeten verdwij nen. terwijl zij den landbouw zonder meer voor verlies zou behoeden. Natuurlijk kan de Regee ring niet voorkomen, dat industrieele bedrijven, die achterlijk zijn of in de structuur blijken niet te passen, aan de crisis ten offer vallen; dit ««idt in alle bedrijfstakken, land- en tuinbouw niet uitgezonderd. Maar evenmin als de Re geering land- en tuinbouw laat ten ondergaan, zoo min heeft zij ook andere onmisbare gedeel ten van ons productie-apparaat aan den on dergang prijsgegeven. Een debat over de vraag, of de industrie dan wel de landbouw voor ons lang belangrijker is, acht de Minister onvruchtbaar. De Minister verzekert nogmaals, dat de werk zaamheid der Regeering ten behoeve van de nijverheid zich geenszins beperkt tot contingen- teering en propaganda voor Nederlandsch fa brikaat. Zelfs hetgeen de Regeering langs direc- ten weg voor de nijverheid tracht te bereiken, wordt door zoodanige voorstelling onrecht aan gedaan. Nog afgezien voor directe Overheids voorzieningen als de verbetering van den eco- viomischen voorlichtingsdienst, de verleening van exportcredietgaranties en het aangevraagde orediet voor werkverruiming, dat voor een on belangrijk gedeelte mede aan de nijverheid zal kunnen ten goede komen, is de Regeering bij voortduring werkzaam door het voeren van on derhandelingen met het buitenland, voor zoo veel in haar vermogen ligt, handelsbelemmerin gen ook voor de nijverheid uit den weg te rui men. Tot deze directe voorzieningen behoort niet minder hetgeen op het gebied van een afzet van industrieele producten in Ned.-Ir,dië be reikt werd. Het ligt echter in het wezen der zaak. dat de afzetvermeerdering, welke de industrie be hoeft, in hoofdzaak slechts langs indirecten weg zal kunnen worden bevorderd. Prijzen kan men desnoods garandeeren, een verzekerden af zet niet. Eerste voorwaarde voor indus trieel herstel is verlaging van ons kosten- en prijspeil en de Regee ring is ten volle bereid volgens lijnen, reeds eerder uitgestippeld, daartoe mede te werken. Inderdaad legt de Regeering daarbij, naast ver sobering op ander gebied, ook op de noodzakelijkheid van loonsver- laging den nadruk. Doch zg zal niet nalaten, het worde hier herhaald, te doen wat in haar vermogen ligt om het dragen dezer offers zooveel mogelijk te verlichten, in de eerste plaats door maatregelen tot vermin- dring der kosten van levensonder houd. Dat de landbouwsteun de dalende beweging, welke deze kosten vertoonden, tijdelijk onder broken en een geringe stijging veroorzaaxt heeft, is niet te wijten aan een innerlijke te genstrijdigheid in het Regeeringsbeleid, maar aan een noodzakelijke correctie, op de oneven redige daling, waaraan de prijzen der inheem- sche voedingsmiddelen, vergeleken met de prij zen van andere goederen (en diensten), welke in het budget voorkomen, onderhevig waren. Nu deze correctie is aangebracht, zal aan een verdere, zooveel mogelijk evenredige daling alle aandacht worden gewijd. Hoever de verlaging der loonen en kosten in ons land zal moeten gaan, is niet bij benade ring aan te geven. Dit zal voor een groot deel afhangen van de toekomstige ontwikkeling van den economischen toestand en van ae econo mische politiek in de ons omringende landen. Hoe aanlokkelijk het nastreven van een natio naal beheerscht prijsniveau in theorie ook moge zijn, in de practljk staat ons land, krachtens zijn geheele structuur, voor de onontkoombare noodzaak om in staat te zijn zich met zijn voornaamste concurrenten op de internationale markt, waar het zijn goederen en diensten moet aanbieden om de onmisbare grondstoffen te koopen, wat prijs aangaat te meten. Het vraagstuk der credietverleening aan de industrie heeft Ministers aandacht. De ge westelijke pogingen in die richting worden door hem met sympathie gevolgd. Daar ook hij het gevaar voor een zekere provinciale niet denkbeeldig acht, zal hij gaarne overwegen of en zoo ja, op welke wijze de Regeering voor de noodige coördinatie zou kunnen zorg dragen. Het opleggen van een verplichting aan ge steunde landbouwbedrijven om hun behoefte aan gereedschappen en machines uitsluitend bij de Nederlandsche industrie te dekken, voor zoover die het benoodigde kan leveren, gaat de Minster te ver. Dat verscheidene industrieën in de werking van de Landbouw-Crisiswet betrokken zijn ge worden, was voor een goede uitvoering dier wet onvermijdelijk. Voor den Minister staat vast, dat opheffing thans catastrophale gevolgen met zich zou slee pen, niet alleen voor de gesteunde bedrijfstak ken, maar voor het geheele economisch leven van ons land, dat daardoor weer uit zijn moei zaam verkregen evenwicht zou geraken. Dit be- teekent echter niet, dat de landbouw blijveno op den huldigen steun zou kunnen blijven re kenen. De tendenz naar een lager levensniveau zal ook de landbouw moeten volgen. Dit be hoeft niet in de eerste plaats te worden gezocht in een verlaging van de richtprijzen, hoewel de snel afnemende koopkracht in den lande elke gedachte aan onaantastbaarheid ook daar van verwerpelijk doet voorkomen. Dat „de" landbouw nog steeds een kwijnend bestaan lijdt, kan de Minister niet toegeven. Hij zet uiteen, hoe het landbouwbedrijf weer een, zij het krap sluitende rekening heeft. Dit kan helaas nog niet worden gezegd van het tuinbouwbedrijf, waar de noodzaak van aan passing dan ook wel het meest klemt. De Minister vestigt er ook de aandacht op. dat om te kunnen concurreeren, neerdrukking van de binnenlandsche prijzen onzer landbouw producten geenszins noodzakelijk is, daar vrij wel geen eer ons omringende landen zijn prij zen onbeschermd laat. De wereldmarktprijs is voor deze producten min of meer een overschotprijs geworden, die zijn normatieve beteekenis goeddeels verloren heeft. Zoo blijft dan vanzelf de productieprijs als eenige richtprijs ever. Deze, door ver door gevoerde rationalisatie op een zoo laag moge lijk peil gebracht, is ook inderdaad de basis, waarop de steun gebaseerd is. Beperking van de teelt tot daarvoor geschikte gronden, wordt zoo veel mogelijk nagestreefd. Welke cultures op den duur reden van bestaan zullen hebben en in welken omvang, kan nog zoo moeilijk vastgesteld worden, dat deze eisch niet met zekerheid kan worden nageleefd. Bovendien stelt de wisselbouw zekere eischen, die met de voorgaande in strijd kunnen zijn. Deze onzekerheid bestaat met name ten aan zien van de buitenlandsche afzetmogelijkheden, waarin op zijn onverwachts wijziging kan ko men. Valt een markt, waarop gerekend was, weg, dan moet wel eens tijdelijk op een andere markt het surplus met verlies gespuit worden. De bodemverdeeling van ons land heeft ons voorbestemd om een belangrijken agrarischen export te hebben en vooral in dezen tijd zal al het mogelijke in het werk moeten worden ge steld om dien export te behouden, zij het tij delijk door het brengen van eenige offers. Het is de uitdrukkelijke wensch van den Eco nomischen Raad dat zijn standpunt ten op zichte van het Regeeringsbeleid niet kenbaar zal worden gemaakt. De Raad meent dat dit met zijn karakter als adviseur der Regeering het meest in overeenstemming is. Dit gevoelen wordt door de Regeering gedeeld. Van de beteekenis van den last, welke door de landbouwsteunmaatregelen op den consu ment worden gelegd, heeft de Minister zich zoo nauwkeurig mogelijk rekenschap gegeven. Het percentage van 3.2 pCt., dat hij bij een eerdere gelegenheid genoemd heeft, had be trekking op de stijging van de kosten van le- vensondernoud, welke onder den invloed der toen bestaande steunmaatregelen van Maart 1932 tot October 1933 heeft plaats gehad. In aanmerking nemende, dat sedert October 1933 enkele nieuwe maatregelen noodzakelijk bleken en reeds bestaande verder hebben door gewerkt, is de Minister echter geneigd het be doelde percentage thans wel iets hooger te schatten. Er is terecht op gewezen, dat het hooge peil, waarop de kosten van levensonderhoud zich in ons land nog bevinden, veel meer dan in de prijzen der levensmiddelen, waarvan na de aanvankelijke diepe daling een zekere stijging onvermijdelijk was, in de te geringe daling der overige kosten zijn voornaamste oorzaak vindt. Met name geldt dit voor de hooge prijzen in de beschutte bedrijven en voor de distributie- kosten. Met deze opmerkingen, welke op het ver- (adv.) Nu een waarlijk zomersche warmte ons land gekoesterd heeft, hebben alle deelen, waar een vruchtbare bodem de vruchtboomen laat ge dijen, zich getooid met een rijk bloesemkieed: gebieden als de Betuwe, Zuid-Limburg, de Bangert en Zeeland zijn meer dan ooit een bezoek overwaard. Ten dienste van de vele dui zenden toeristen, die de bloeiende boomgaarden als een welkome gelegenheid beschouwen om het zomertechtenseizoen te openen, geven wij hier enkele routes, welke door bij uitstek schoo- ne gebieden leiden. De A.N.W.B.-Toeristenbond voor Nederland, die ons deze tochten en bijgaand schetskaartje deed toekomen, vestigt er in het bijzonder de aandacht op, dat het meest bekende bloesem- gebied, de Betuwe, nog steeds niet langs vaste bruggen bereikbaar is. Men neme dus den reistijd niet te krap, an ders wordt het jakkeren, wat juist thans ge vaar oplevert. gaat vanouds de groote trek. In de eerste plaats natuurlijk, omdat dit gebied overrijk is aan boomgaarden, verder vanwege de bekendheid en tenslotte omdat de Betuwe in verband met de centrale ligging van alle deelen des lands uit gemakkelijk bereikbaar is. De mooiste tochten maakt men hier over de groote rivierdijken, men ziet dan de bloesem pracht beneden zich liggen en heeft buiten gewoon mooie vergezichten. Aan de hand van het schetskaartje is het gemakkelijk om zelf een prachtige route in elkaar te zetten; bovendien vindt men hierachter een completen rondrit ge traceerd. is veel minder bekend. Toch zijn tochten daar heen bijzonder aanbevelenswaardig, omdat men hier in ons nationale bergland komt. Zelfs wanneer men het eens ongunstig mocht tref fen, zoodat de boomgaarden nog niet voldoende in bloei staan, dan nog is de rit erheen dubbel de moeite waard, omdat Zuid-Limburg uitmunt door een bijzonder soort natuurschoon. In de omgeving van Eijsden en Gronsveld treft men de grootste kersenboomgaarden van ons land aan. Behalve in- Limburg en Gelderland vindt men ook nog in verschillende andere deelen des lands fruitteelt. De Beemster is vanouds beroemd om zijn bloesempracht. Een zeer mooien tocht maakt men, door van Amsterdam uit den weg door de interessante Zaanstreek te nemen (overvaren bij Hembrug), dan volgt men den hoofdweg door de Wijde Wormer om oij Pur- merend de Beemster te bereiken. Vandaar volgt men de A.N.W.B.-wegwljzers „Alkmaar" en rijdt zoo over Midden-Beemster, Groot- Schermer en Schermerhorn naar den polder de „Schermer". Met den vorigen tocht is een bezoek aan de Bangert te combineeren. Van Schermerhorn volgt men dan de wegwijzers „Hoorn" Van Hoorn uit make men den rondrit over Wester Blokker, ^Vestwoud en Zwaag, terwijl men wel licht de verleiding niet kan weerstaan om ook nog een kijkje te gaan nemen in den Wierin- germeerpolder. Dat ook Zeeland mooie vruchtboomstreken bezit is in den lande niet bijzonder bekend. Wie de bovenbeschreven gebieden reeds kem, kan met succes het stuur zuidwestwaarts wen den. Na een mooien rit door Noord-Brabants we»- leiyx deel komt men op een modernen ver keersweg, die van Bergen-op-Zoom naar Mid delburg voert. Tot besluit van dit toeristische praatje geven wij thans den rondrit, waarin het Beiuwsche gebied ingeschakeld is. mr Amersfoort &9Km foar v Amilerdam Wouden berq Haar ÖUtrech! Borferdam &U 6 Maersberqen Amersfoort! en Utrecht ss Km '•O Odijk naar 28km Apeldoorn Oo»H»rbeek*>. 4 !Eck en Wletxke veer t >*ELda 9.1 •..cA/ner°«qee ulemborq tfZoeïmond 4 uren HèFeren hmdenl-gi-faci Groove Bruq 4.11 IJ zendoor Kerk AvezaaF naar V tl Bosch 15 km ijmeqee Haar tvenlo 61 ka Aansluitend 111!'N Vrr' Viiv"1 Ric 6 Rac- Chicago, o! de macht der gewoonte. starringselement, dat in de distributiekosten steekt, de aandacht vestigden, kan de Minis ter zich dan ook geheel vereenigen. Ook hier zal in de eerste plaats moeten worden gestreefd naar een meer rationeele organisatie, waaraan nog veel ontbreekt. Bij den gedachtengang van den Minister is geen plaats voor individueelen steun (welke dan bovendien niet tot het werkterrein van den Minister zou behooren)maar slechts voor steun aan den landbouw in het algemeen. Dat de grondprijzen en de pachten tenge volge van de steunmaatregelen als algemeen verschijnsel weer omhoog zouden gaan. is geenszins gebleken en komt den Minister ook weinig waarschijnlijk voor. Uit het feit, dat ook de Minister een nieuwe regeling van de pacht wenschelijk blijft achten moge voldoende blijken, dat hij geenszins van meening is, dat de positie van de verpachters, ook na en door de steunmaatregelen thans in alle opzichten gunstig is. Hij is bereid den mi nister van Justitie nog eens op de wenschelijk- heid van een nieuwe regeling te wijzen. Ook eventueele wettelijke maatregelen ter voorkoming van onredelijke executie zullen in de eerste plaats uitgaan van den Minister van Justitie met medewerking van den Minis ter van Financiën en den Minister van Econo mische Zaken. Wat betreft de positie der landarbeiders heeft de minister besloten een poging te doen om ernstige onbillijkheden tegen te gaan. Maat regelen zijn daartoe in voorbereiding, waarbij aan de gesteunde landbouwbedrijven de ver plichting wordt opgelegd, de door den minister nader te bepalen voorwaarden betreffende de verhouding tusschen werkgever en arbeider in acht te nemen. Het ligt in de bedoeling in het algemeen drie voorwaarden voor te schrijven en wel: le. dat door hem aan te wijzen organisaties van werknemers moeten worden erkend; 2e. dat gesloten collectieve arbeidsovereen komsten getrouwelijk moeten worden nage leefd; 3e. dat arbitrage moet worden aanvaard in de nader door hem te bepalen gevallen. De minister meent door deze maatregelen te kunnen ingrijpen daar waar van de steunmaat regelen, ten koste van de landarbeiders niet het gewenschte gebruik wordt gemaakt. De minister kan geen vrijheid vinden, eenige toezegging te doen aan hen, die de verplichting zouden willen zien opgelegd een zeker aantal arbeiders te werk te stellen. Een permanent overleg met de organisaties acht de minister niet noodig en evenmin wen schelijk, omdat vertraging daarvan slechts het gevolg kan zijn. Aan het verlangen, bij het voeren van on derhandelingen met het buitenland personen van het bedrijfsleven in te schakelen, wordt reeds gevolg gegeven. De werking der monopolies voldoet goed en machtsmisbruik behoeft geenszins te worden gevreesd. De minister ontkent, dat door de in stelling van monopolies onze export noodeloos zou zijn teruggeloopen. Op het oogenblik is nog slechts één der re- geeringscommissarissen lid van één der Kamers der Staten-Generaal. Het bezwaar, dat deze re- geeringsbetrekking een lid der Staten-Generaal de noodige vrijheid zou kunnen ontnemen tot het oefenen van critiek als Kamerlid, heeft de minister nooit in die mate gevoeld. Hij is ech ter bereid, deze zaak nog eens onder de oogen te zien. De opvatting, dat bezwaar bestaat tegen het belasten van sterk belanghebbenden met de hoofduitvoering van crisiswetten, acht de mi nister in haar algemeenheid minder juist. Er kunnen gevallen voorkomen waarbij de geheele regeling slechts kan slagen als dit wel ge schiedt. Een scherpe controle heeft den minis ter de overtuiging geschonken dat van bevoor deeling van eigen zaken boven die van anderen, bij deze belanghebbenden geen sprake is. Ook het opleggen van nieuwe heffingen ter wille van steun aan andere producten, welke geen inkomsten voor het Fonds af werpen, zal niet dan in het uiterste geval mogen worden overgegaan. Voorts deelt de minister mede, dat hy door de instelling van een College van Regeerings- ccmmissarissen onder leiding van den secreta ris-generaal van zijn Departement, de eenheid in de te nemen maatregelen zal bevorderen en het juiste verband tusschen de maatregelen van de organisaties zal tot stand brengen. Ten gevolge van veranderingen in de inkom sten en uitgaven sluit de geheele dienst van het Fonds op 31 December 1934 met een na- deelig saldo van 20.945.316.34, bestaande uit een voordeelig saldo op den gewonen dienst van 952.483.66 en een nadeelig saldo op den kapi- taaldienst van 21.897.800. Zooals voor ongeveer een maand werd ge publiceerd, zal de K.R.O. aan ensembles, ge vormd uit werklooze musici, gelegenheid geven voor de KR.O.-microfoon een gehonoreerd concert ten gehoore te brengen. In overleg met den Nederl. Toonkunstenaars- bond zijn thans enkele ensembles uitgekozen, welke Dinsdag 24 April en Zaterdag 28 April van 12.15—2.00 uur en Zaterdagavond 2® April van 8.0011.00 uur zullen concerteeren. Het vertrouwen is gerechtvaardigd dat Nederland sche werkgevers er toe over zullen gaan de moeite van het luisteren te nemen en bij het engageeren van orkestjes ook aan landgenooten zullen denken. Te Oudewater heeft zich een tragisch onge val voorgedaan. De 83-jarige wed., mej. Ne- derend, die by haar zoon, den landbouwer W. Nederend te Diemerbroek inwoonde, wilde met een stokje een stukje lyfgoed, dat zij bad uit gespoeld en dat in t water was gevallen, op- visschen. Waarschijnlük is zy by 't bukken door een duizeling bevangen. Zü geraakte te water en is verdronken. Van 15 tot 17 April vond te Hilversum een jaarlijksche conferentie plaats van het bestuur van het Internationaal Katholiek Radio Bu reau. De bijeenkomsten werden geleid door den voorzitter, pastoor L. H. Perquin O. P. te Am sterdam, den stichter en voorzitter van den Katholieken Radio Omroep in Nederland. Uit het jaarverslag van den directeur van het bureau, Mgr. Marschall, bleek, dat over de geheele wereld verheugende resultaten op het gebied van den Katholieken Radio-arbeid waar te nemen zijn. Langzamerhand ontwaakt in vele landen het verantwoordelijkheidsgevoel der katholieken ten opzichte van de ontwikkeling der radio. Vooral de godsdienstige programma's worden zoowel door omroepleiders als luisteraars zeer gewaardeerd. In de onderscheidene landen worden deze programma's gegeven in den vorm van: Voordrachten, artistiek-godsdienstige uit zendingen, liturgische uitzendingen en gods- dienstig-cultureele berichten. Om het uitwisselen van e aringen op radio- gebied te bevorderen, besloot het bestuur over te gaan tot de uitgave van een bulletin dat op bepaalde tijden zal vërschijnen. De redactie hiervan werd opgedragen aan den heer P. A. M. Speet, algemeen bedrijfsleider van den K. R. O. Ingevolge besluit van de Fuldauer Bisschops conferentie werd de zetel van het bureau van Keulen verplaatst naar Düsseldorf, waar het Bisschoppelijk Centraal Arbeidssecretariaat ge vestigd is. (Düsseldorf, Reichsstrasse 20, Tel. 10911). Even voor de Brabantsch-Belgische grens nabij Budel, in het Belgisch grensplaacsje Bo- cholt, is, terwijl dieven een slaapkamer bin nendrongen, een te bed liggende negen-jarige jongen van schrik en angstdoodgebleven. De politie is den daders, die tot een uitge breide dievenbende schynen te behooren, op het spoor. Op het Departement van Economische Za ken werden Woensdag de voorzitters en secre tarissen der nieuwe provinciale landbouwcrisis- organisati-3 geïnstalleerd'. De installatie ge schiedde namens den Minister van Economi sche Zaken door den secretaris-generaal, Mr. Dr. A. A. van Rhyn. Spreker wees er o.m. op, dat iedere provin ciale organisatie zal hebben uit te voeren de opdrachten, die door de diverse landelijke cen trales (telkens een voor ieder crisisproduct in gesteld) aan die organisaties worden gegeven. In de landeiyke centrales zullen, onder goed keuring van den Minister, de principieele ïynen worden getrokken. De toekomst zal leeren, of het gewenscht is op de centralisatie der pro vinciale organisaties, die thans intreedt, ook een centralisatie der landelijke organisaties te doen volgen. Spreker wees verder op den belangrijken ar beid, welken het bestuur der provinciale orga nisaties bij zyn uitvoeringsarbeid wacht. De inventarisatie der landbouwondernemingen en de uitvoering der teeltbeperking, zullen met spoed ter hand moeten worden genomen. Het bestuur zal bestaan uit 515 leden Wat de personen betreft, zyn aanbevelingen der landbouworganisaties gevraagd. De aanbevolen candidaten zijn door den Minister vrijwel allen overgenomen. Spreker meent, dat ook hieruit blijkt, dat de Regeering de landbouworganisa ties gaarne in de uitvoering der landbouw- crisispolitiek betrekt. Voorts zullen ook andere belanghebbenden, zooals b.v. de handel, waar noodig, in de provinciale organisaties kunnen worden vertegenwoordigd door het oprichten van commissies van advies. Op deze wüze zal b.v. de aardappelhandel kunnen worden inge schakeld. Na de installatie door Dr. van Rhyn bleven de voorzitters en secretarissen der nieuwe pro vinciale organisaties byeen om onder leiding van den Regeeringscommissaris voor granen en varkens, Ir. S. L. Louwes, over den prac- tischen gang van zaken nader van gedachten te wisselen. Verschillende andere Regeerings- commissarissen waren hierbij mede aanwezig. De Nederlandsche Aardappelcentrale verzoekt ons mede te deelen, dat overdracht van erken ningen als aardappelmeelhandelaar, b.v. by ver koop van een aardappelzaak, buiten medewe ten der Centrale, verboden is. Hij, die een aardappelzaak koopt of op an dere wijze van derden verkrijgt, behoort zich onmiddellijk, schriftelijk of mondeling, tot de Centrale te wenden met een aanvrage tot er kenning als handelaar onder overlegging van de noodige bewijzen, dat hy financieel en anders zins in staat is een dergelijke zaak te dryven. Aangezien de erkenningen strikt persooniyk zyn, kan nimmer een erkenningskaart over gedragen worden op een ander, omdat dan uit de namen en foto reeds duidelyk blijkt, dat die kaart aan een ander toebehoort dan den houder. Tevens is hy, die zyn zaak wenscht te ver koopen of op andere wijze aan derden over te doen, verplicht, hiervan tydig aan de Centrale kennis te geven onder opzending van zijn er kenning, die van 't moment af, dat de zaak is overgegaan aan een derde, volkomen waarde loos is, zoodat hy op deze oude erkenning nim mer een nieuwe zaak zal kunnen beginnen, zon der toestemming der Centrale. Eveneens dient de eventueele verkrijger van de verkochte of anderszins vervreemde zaak zich ter dege bewust te zyn van het feit, dat al leen die erkenning, welke behoorlijk is aan gevraagd by de Centrale, geldig is en dat alle andere erkenningen, op welke wijze en van wien deze ook zyn gekocht of verkregen, ten eenenmale waardeloos zyn, zoodat daarop geen vervoerbewijzen zullen worden verstrekt. Biykens het voorloopig verslag der Eerste Kamer over het ontwerp tot tijdeiyke beper king van de bevoegdheid van hen, die niet de Nederl. nationaliteit bezitten tot het afleg gen van universitaire examens enz. konden sommige leden zich bezwaarlik met het ont werp vereenigen, zy betwistten de noodzake- ïykheid aan vreemdelingen te beletten hier examens te doen. Verscheidene andere leden gaven eveneens uiting aan hun afkeer van de strekking der voorgestelde regeling, doch zy moesten toe geven, dat de tegenwoordige internationale ver houdingen en de nood van dezen tyd tot tU- delijke maatregelen, zooals hier voorgesteld, dwongen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10