Gibert, de laatste zeeroover
ONZE 295e UITKEERING I
f 78.220
Met wfdiaal van dan daa
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
keerden wij heden uit
HEERLIJK!
De bewapeningen
Het Geheim van
het open Raam
DONDERDAG 19 APRIL 1934
OPGEHANGEN IN 1834
Piraten, door eigen „grootmoedig
heid" aan de galg gekomen
Einde der zeerooverij in
den Atlant. Oceaan
Moderne Aardrijkskunde
Misdadigersbewaking
ingevolge de voor onze abonnes geldende
gratis-ongevallen-verzekering aan den Heer
S. J. VAN BERKUM, K, v. 't Veerstraat 75, Alkmaar
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN
aan onze verzekerde abonnes is uitgekeerd,
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS
Wat Duitschland eischte
Een ultimatum aan de
Mandsjoe-dynastie
Amerikaansch bezoek
afgezegd
Onderzeeërs te Emmahaven
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET QNGEVAL
Detective-verhaal door
ANTHONIE GILBERT
Ongeveer een eeuw geleden ging de zee
rooverij op den Atlantischen Oceaan
langzamerhand haar ondergang tegemoet
etl liet daarmede het bedrijf voornamelijk over
fcan de piraten in de zeeën langs de Oostkust
?an Azie.
Dit is de reden, dat de laatste verhalen, die
°ver de Atlantische piraten in omloop zijn,
Voornamelijk dateeren uit de jaren 1330 tot
1834. Eén van deze verhalen betreft den laat-
sten piraat van den Atlantischen Oceaan.
Wiens ontmoeting met het zeilschip „Mexican
door den commandant van dit schip, Butman,
Nauwkeurig is opgeteekend.
In September 1832 kruiste de „Mexican" met
thee en salpeter ter waarde van vierduizend
dollar enkele kilometers van de Zuid-Ameri-
kaansche kust, toen in de verte een schoener
opdook in den nevel. De kapitein groep zijn
kijker en trachtte de boot te onderkennen. Er
scheen aanvankelijk geen gevaar aanwezig te
2Ün en hij liet alle zeilen bijzetten om den
schoener in te halen. Nauwelijks had de „Mexi
can" zijn snelheid opgevoerd, of ook de schoe-
her schoot vooruit, hoewel hij geen ensel zei)
had bijgezet. De commandant leidde hieruit
af, dat de boot dus eerst het anker uit had
en het nu had ingehaald. Na een plotseling;
Wending keerde de schoener zich tegen de
•.Mexican", kwam met volle zeilen op hem
af en loste een kanonschot, terwijl het de Co-
lumbiaansche vlag heesch.
Toen lagen beide schepen stil en begonnen
te seinen: „Wie zijt gij? Waarheen gaat de
veis? Welke lading?" „Thee en salpeter" was
het antwoord. Butman krijgt dan bevel van
boord te gaan met zijn papieren. H.j neemt
afscheid van zijn tweeden bevelhebber Reed en
baalt af in de roeiboot, die hem naar de „Fan-
ha" zal brengen. Maar daar laat men hem
hiet aan boord. Vijf piraten, het pistool op den-
gordel en de dolk in de hand, springen in
ahn boot en bevelen hem mee terug *e zwem-
taen naar de „Mexican". Daar aangekomen,
gaan twee roovers direct naar de ka.iuit van
hen kapitein, terwijl de drie anderen op de
commando-brug blijven en enkele schepelin
gen, die hen nieuwsgierig bekijken, met hun
holk aan het hoofd verwonden. Een oer ge-
Wonden, die ae wonde overleefde en tater als
getuige in het proces tegen de piraten zou op
treden, had zijn leven te danken aan een doek,
hie hij onder zijn muts om het hoofd had.
Het aanwezige geld, een bedrag van twintig
huizend dollar, was intusschen gevonden en
een van de piraten seint het nieuws naar de
>,Panda". Onmiddellijk wordt een boot te wa
ter gelaten en een twintigtal piraten roeit op
he „Mexican" af. De bemanning van het over
vallen schip krijgt order om de kisten met
geld naar de andere boot over te brengen en
terwijl dit geschiedt, gaan de bandieten naar
he kajuit terug om den kapitein de gebruike
lijke beleedigingen naar het hoofd te slingeren
hem met hun dolken te bewerken en hem tenslot
te om nog meer geld te vragen, terwijl zij hem
met een scheepshoorn op het hoofd slaan. Twee
matrozen, die in de nabijheid zijn, trachten
te vluchten en worden onmiddellijk achter
volgd. Een van hen wordt in het ruim ge
smeten en breekt den nek, de andere weet den
Voorsteven te bereiken, waar de geheele be
manning van de „Mexican" bijeen gedreven
staat.
Plotseling verschijnt de tweede bevelvoerder
Van de „Mexican", gevolgd door den roover-
kapitein, ter plaatse en geeft een der matrozen
bevel een bedrag van tweehonderd dollar, dat
hy voor hem verborgen had, te halen. De ma
troos, Larcomb genaamd, gaat zoeken en
brengt tenslotte den zak met geld. De piraat
grijpt den zak, bestijgt de commandobrug en
strooit den zak over het dek leeg om de be
manning van de „Panda" te laten zien, dat
hy nog geld heeft gevonden. Daarna richt hij
het woord tot Butman en dreigt hem en zijn
geheele bemanning de keel af te snijden, als
hiet onmiddellijk al het geld, dat aan boord is.
Wordt afgedragen. De matrozen krijgen den
schrik te pakken. Ze hebben allen hun klein
bezit op verborgen plaatsen bewaard. Het wei-
hige geld, dat zy op zak hebben, werpen zy
heer, omdat zy weten, dat de piraten ge
makkelijk het andere geld zullen vinden. De
bandieten nemen daarna alle horloges in beslag
en alle nieuwe kleeren der bemanning. Dan
Vertrekken zij. omstreeks drie uur in den na
middag, en laten de bemanning aan haar lot
over.
Kapitein Butman, die door een patrijspoort
de bandieten had zien aftrekken, verschynt
aan dek en ziet, hoe de piraten hebben huis
gehouden. De takelage was doorgesneden en
het schip lag machteloos en zonder verweer op
de golven te deinen. De zeilen waren tot lap-
Pen gescheurd de instrumenten waren vernield
en in de keuken was brand gesticht. De be
manning vond hij opgesloten m de kajuiten.
Zijn eerste werk was den brand te blusschsn en
zijn mannen te bevrijden, die onmiddeliyk aan
het werk gingen om de schade te repareeren.
Men moest echter voorzichtig manoeuvreeren,
daar de piraten nog niet ver genoeg verwijderd
waren en zij zeker zouden terugkomen, als zy
zagen, dat de bemanning bevrijd was en dus
ontkomen kon. Een storm dreef het schip ten
slotte naar de plaats van bestemming, de ha
ven van Salem. En de bemanning was gered,
dank zy de ongebruikelijke „grootmoedigheid"
van de roovers. Het was immers hun gewoon
te om de veroverde schepen volkomen te ver
nielen. De bemanning werd meestal gedood, of
minstens gebonden, waarna het schip afdoende
in brand werd gestoken. Op deze wijze ontkwam
geen enkele boot aan haar lot. Maar zelden
gebeurde het, dat de piraten een zoo groote
som aan geld vonden als thans op de „Mexi
can" en dit verleidde hen tot een slordigheid
die sterk afstak tegen hun eeuwenoude wreed
heid, die geen grenzen kende.
Hun optreden was dan ook een afwijking van
het bevel van hun kapitein om de geheele be
manning te vermoorden. De aanvoerder van de
aanvallers had zich tevreden gesteld met de
bemanning op te sluiten en het schip ln brand
te steken. Later zou hy verklaren, dat hy. na
de brandstichting medeiyden kreeg met de
slachtoffers en hun daarom het leven had ge
spaard.
Toen Butman aan wal kwam was zyn eerste
werk om de autoriteiten in kennis te stellen
yan den overval en onmiddeliyk werden be
velen uitgegeven om de „Panda" te achter
volgen. Op de rivier Nazareth aan de Oostkust
van Afrika werd de boot aangetroffen en ge
nomen. Het grootste deel der bemarihing wist
over land te ontkomen, maar een twaalftal
roevers, onder wie de commandant, werd ge
pakt en zwaar geketend naar Engeland gevoerd,
alwaar in 1834 in Boston hun proces werd be
handeld. Kapitein Gibert en vier van zijn man
nen werden ter dood veroordeeld en opgehan
gen. Een zekere De Soto werd begenadigd, om
dat hij een -paar jaar tevoren een zestigtal
passagiers van een vergane boot had gered van
de rotsen in zee, waar zij een toevlucht nadder
gezocht. Een andere, Ruiz genaamd, werd even
eens vrygelaten, omdat hy ontoerekenbaar
werd verklaard.
En hiermede was de laatste piraat in den
Atlantischen Oceaan verdwenen. Gibert was de
laatste, die door zijn eerste, zy het onvrijwil
lige en maar zeer gedeelteiyk goede daad, een
einde maakte aan zyn leven en daarmede aan
de zeerooverij op dit gedeelte der wereldzeeen.
Men moet dit althans aannemen, omdat na
dezen overval, dus na 1834, geen geval van
„Als je met een auto in 3 kwar
tier van den Haag naar Amster
dam wilt rijden en je gaat om
twee uur weg, waar ben je dan
om half drie?"
„In Leiden, meester, in het acade
misch ziekenhuis."
zeerooverij in den Atlantischen Oceaan meer
te ontdekken viel.
Wie overigens de geheele geschiedenis van
de zeeroovery van naby wil leeren kennen,
leze het bekende boek van Philip Gosse
„De Geschiedenis der Zeeroovery", uitgegeven
te Londen, en ook in het Fransch vertaald.
Op een eiland in de baai van San Francisco
is een nieuwe gevangenis in aanbouw, waar de
200 gevaariykste misdadigers des lands zullen
worden opgesloten, en waar het vrijwel uitge
sloten is, dat een gedetineerde kan ontsnap
pen.
De cipiers zullen speciaal getraind zyn in
worstelen, boksen en Jiu-jitsu, onzichtbare
stralen zijn aangebracht die alarm slaan wan
neer iemand passeert
Wanneer iemand, die metaal by zich heeft,
hetzy een mes, geweer of ander wapen, de
poorten nadert, treden luidsprekers in wer
king. (Reuter)
J.I i1111111111111111111 i 11111 111111111111111 i 111 i i M11111111111111 r 1111111111111 i 111111111111 r 11 ii 111 1111111111111111 ii 111111111111111111111111 r i 11111M11111111111 11111111 i u
■■IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHMIIIIIIB
5
ïïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiim
UMIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU
De natuur is dikwijls nukkig,
Want zij doet niet zoo men wil.
En dat uit zich doorgaans heftig
In de grapjesmaand April!
Waf kalenders graag voorspellen
Is gewoonlijk niets gedaan,
Want het weer trekt zich maar
weinig
Van de weerprofeten aan.
En daar ook een vergelijking
Zelden in dit kader past,
Geven ouderen van dagen
Zelfs weerkundig geen houvast!
Plots'ling zit men in den zomer,
Absoluut Augustus-weer
Open ramen, lichte kleeren f
En men zegt: ik transpireer!
Er wordt zelfs in dichte trammen,
Wat een stokpaard is, geklaagd,
Daar het kwik des thermometers
I Thans om luchtverversching vraagt.
Maar al zit er een verrassing
I In een zomerschen April,
Dit keer schijnt April te willen,
Zooals iedereen het wil!
MARTIN BERDEN 1
(Nadruk verboden)
7l III lllll llll lllllllllllllllll lllll IIIIIIIIIIIIIIIII III III IIIIIIIIIIIIIIIII lllll 111111117
LONDEN, 18 April. (Reuter) De Fransche
antwoordnota werd heden gepubliceerd in een
Witboek, dat ook de sinds 14 Februari in de
ontwapeningskwestie gewisselde nota's behelst.
Het Witboek bevat o.a. een korte uiteenzet
ting der Duitsche regeering van de door haar
gewenschte wijzigingen in het Engelsche me
morandum van 29 Januari. Met name eischt
Duitschland in afwyking van de Engelsche
voorstellen het bezit van defensieve luchtstrijd
krachten, zonder bombardementsvliegtuigen,
gedurende de eerste 5 jaar van de voorgestelde
conventie en gelijkheid op luchtvaartgebied op
het eind van de tweede 5-jarige periode.
Duitschland wil nieuwe regelingen aanvaarden,
welke het niet-militaire karakter der S.A.- en
S.S.-formaties verzekeren onder garantie van
een controle-systeem.
Tenslotte wil Berlijn instemmen met een ver
daging van de bewapeningsverminderingen der
andere mogendheden tot het eind van het vyfde
jaar der conventie.
SHANGHAI, 18 April. (V. D.) De Chineesche
regeering heeft besloten, den leden van de kei-
zeriyke dynastie van Mandsjoekwo voor te
stellen uit China te vertrekken, indien zij kei
zer Poe Yi erkennen. Bovendien heeft de Chi
neesche regeering de pensioenen voor de leden
dezer dynastie geblokkeerd.
TOKIO, 18 April. (V. D.) De Japansche pers
meldt, dat het bezoek van het Amerikaansche
eskader, dat in de maand Juni aan Yokohama
zou worden gebracht, door de Amerikaansche
autoriteiten om technische redenen is afgezegd.
Jimmy Priest van de onvergeiykelijke Cana
dian North West Mounted Police was
in de ferme, rood-groene uniform der be
reden inspectie een zeer imponeerende ver
schijning. En de kreupele Timothy, met zijn
eeuwig tranende oogen, zijn te kort been en te
groot hoofd, was dit alles behalve.
In de situatie tusschen hen beiden gerezen
kon Timothy echter worden beschouwd als de
beheerschende factor en de politieman, als de
beheerschte. Deze stond tenminste, beide ar
men gehoorzaam in de lucht geheven, met een
lichtelijk verbijsterd gezicht te kijken in de
kleine ronding van een revolverloop, welke met
onverbiddeiyke juistheid de plaats aanwees
waar Jimmy's hart klopte.
„Ik moet zeggen," begon de kreupele Timo
thy, terwijl hij. steeds met zijn wapen dreigend
zich met de linkerhand bliksemsnel meester
maakte van de politioneele revolver, die in
Priest's leeren gordel stak. „Ik moet zeggen
dat de N.W.M.P. er heel verkeerd aan heeft
gedaan, zulke jonge kerels als jij bent, op myn
spoor te zetten. Je moet een oude rat met be
proefde honden vangen." En toen de and^r
verontwaardigd een hoofdbeweging maakte:
„Ja, wou je soms beweren dat ik ongelijk had?
Zeker, je bent een goed padvinder, anders had
je deze hut nooit gevonden, maar een goed
politieman ben je niet, anders had je er wel
voor gezorgd tydens je bezoek hier niet te
worden verrast door den terugkeerenden eige
naar."
„Toe zeg, een beetje redeiyker," suste het
slachtoffer van zijn eigen onoplettendheid:
„kan ik weten, dat zoo'n lompe vent als jij
naderbij kan sluipen als een Indiaansch ver
spieder! En overigens het beste paard strui
kelt wel eens."
„Dat mag dan waar zyn," grinnikte de kreu
pele, „maar dat struikelen van jou zal de
North West Mounted een flink stuk van haar
reputatie kosten."
„Ga jij je nu niet te veel verbeelden!"
„Ik verbeeld me niets, sergeant," lachte Ti
mothy fyntjes. „En dat is ook juist de reden
waarom ik er nog maar steeds niet in wil tip
pelen."
De beklaagde politie-beambte bond in. „Ti
mothy," zei hy verzoenend, „laten wij nu den
tijd niet verknoeien met dergelijke onnutte be
spiegelingen, maar hem besteden aan andere
zaken. Zoo wilde ik b.v. erg graag van je weten
wat je nu eigenlijk met mij van plan bent."
Timothy's ongunstige tronie kreeg een erg
onaangename, loerende uitdrukking.
„Dat zul je hooren, sergeant! Dan Castabon,
myn rechterhand hier, een pracht van een
kerel, die zijn gewicht in goud waard is, reed
vanmorgen uit, om een paar privé-zaken ie
regelen. Tegen den middag zou hy weer hier
zijn. Het begint nu te schemeren en hy is nog
niet terug. Wat denk jy daarvan?"
Wat Jimmy Priest daarvan dacht, hield hy
liever voor zich. Er zijn nu eenmaal bepaalde
gevallen, waarin het zeer onverstandig is ver
standige meeningen te uiten. Het kwam hem
voor dat zijn geval bij die bepaalde categorie
kon worden gerekend; hij deed er dus het zwij
gen toe en bekeek met studie zyn nagels.
„Je weet natuurlijk net zoo goed als ik," ver
volgde Timothy dan, „dat hy, tien tegen één,
een ontmoeting heeft gehad met eon paar van
jou lieve kameraden. Als dat zoo is, zie ik hem
de eerste acht jaar niet meer terug. Maar dit
wil ik je wel vertellen," zoo besloot de kreu
pele op eenigszins onstuimige wijze zijn be
toog, „dat, als het zoo moet zijn, de N.W.M.P.
een ijverig, zij het dan ook niet al te snugger
ambtenaar voorgoed zal missenHier op dit
horloge Timothy haalde een grooten, ouder-
wetschen knol van een uurwerk, aan een zwaren
ketting gemonteerd, te voorschijn geef ik je
nog een volle 20 minuten. Is Dan binnen dien
tyd nog niet teruggekeerddan bepaal jij
maar wie van de lui in jullie kazerne je rij
laarzen zal erven."
De man, wien deze ongunstige perspectieven
werden geopend, had even tijd noodig om zich
hierop in te stellen.
„Dat klinkt niet bijzonder hoopvol," consta
teerde hy dan, en zyn stem was nog bewonde
renswaardig los en onbewogen, „maar in ieder
geval is het loffeiyk sober. Geen woord te
Ruim een kwartier was verstreken, toen de
heer Sidney Bey binnenkwam. Hy drukte mij
beide handen en liet zich daarna het verhaal
van myn vondst en de reden van myn vlucht
vertellen. Vol medeiyden keek hy my aan, en
toen de inspecteur uitgesproken was, riep hij
uit: Myn beste jongen, had ik dat geweten, 'k
zou je direct alles gezegd hebben. En met de
woorden „je mag mee", overhandigde hy mj
een brief.
Aan Bok Bols stond op het couvert en 'k zag
direct dat het 't handschrift van myn vader
was. Er moesten wel verschillende velletjes in
zitten, want de brief was erg dik. Kom jongen, ga
hem lezen, zei de inspecteur, ben je niet nieuws
gierig naar wat je ouders je te zeggen hebben?
Mijn handen trilden by t openmaken van den
brief, terwijl mijn hart juichte: je mag mee, je
mag mee. Het eerste wat ik uit het couvert
haalde was een bankbiljet van zestig gulden,
een van twintig gulden en twee van tien. Wat
ik oogen opzette. Zoo rijk was ik nog nooit ge
weest. Die lieve ouders toch!
Ik vloog den brief door. Vader schreef, dat
ik, omdat ik toch niet deugde voor het schoen
makersvak, mee mocht. Het geld was bestemd
voor myn uitrusting. Namens moeder werd my
verzocht toch vooral voorzichtig te zyn, ge
regeld naar huis te schrijven en er om te den
ken, dat Schiphol nog steeds een geschikte
landingsplaats voor vliegtuigen bleef.
Buiten De sigaret
iiiiiimiiitiMitn
veel!" En toen de ander niet inging op zyn
bluf: „Toch zou ik maar niet meer stukken
maken als ik jou was; je zondenregister is al
groot genoeg."
„Och," deed Timothy poeslief, „bekommer je
maar niet om my, jongen, dat komt wel in
orde!"
„Ik help het je hopen," zei de politieman en
knipte een paar maal vlug met de oogleden.
„Kan ik misschien myn armen laten zakken?"
De ander knikte toestemmend.
Een lange poos bleef het absoluut stil in de
kleine blokhut. Op de wijzerplaat van het hor
loge schoof de
wijzer langzaam ...,j
vooruit: vijf mi-
nuten, acht mi-
nuten.
bleef het stil.
„Mag ik een si-
garet rooken?"
informeerde Jimmy plotseling. Hij vroeg het
heel dociel, een beetje verlegen zelfs, maar in
zijn oogen vonkte het even vreemd en ge
vaarlijk.
Zijn bewaker overlegde een oogenblik by zich
zeiven. „Als je geen kunstjes gaat vertoonen.
dan voor mijn part," besliste hij tenslotte.
Jimmy diepte uit zyn tuniekje een leeren
koker op, koos er een sigaret uit.... Een luci
fer vlamde aan....
Het was een tyd geleden, dat Timothy geno
ten had van goede Engelsche tabak. Hij snoof
gretig en trok de lippen even zuigend bijeen.
Dat ontging den ander niet. „Ook een siga
ret?" bood hy aan.
„Dat zou je wel willen, hé." gromde de kreu
pele gesard, want de verleiding was groot, „om
dan meteen de gelegenheid te benutten en mij
te overvallen. Ja, ik ben me daar even gek!"
„Bah, wat een kind," zei Jimmv minachtend,
zocht een nieuwe sigaret uit zijn koker er.
wierp hem die voor de voeten. „Daar, toon nu
eens dat je werkelyk zoo'n held bent als waar
voor je aangezien wilt worden en raap die
sigaret dan eens op. Het is toch een verduiveld
koud kunstje, het zoo te doen, dat je van mi;
geen last krijgt"
Het is voor een man niet byster prettig voor
een kind te worden uitgemaakt en de kreupele
Timothy had zijn eigendunk in meer dan ge
paste mate. Zonder zijn prooi ook maar een
oogenblik uit het oog te verliezen, boog hij diep
door in de knieën en griste de sigaret van den
grond. Meteen was hij weer opgeveerd, haalde
een lucifer te voorschijn en streek haar met
een forschen zet aan langs zijn broek.
Beide mannen stonden dan vierkant en zwij
gend tegenover elkaar; blauwe sigarettenrook
wolkte boven hun hoofden, rook van goede en
pittige tabak.
Timothy zoog aan zijn sigaret met lange ge
nietende trekken; hij inhaleerde diep en met 'r
zichtbaar welbehagen. Op het horloge schoof
de wijzer al verder naar het fatale oogenblik,
vrat in op den tyd en op het leven van den
gevangen politieman. Deze tartte het noodlot
in een provoceerend nonchalante pose, speelde
met de nestels van zijn papaverkleurige uni
form, zijn vaste klare oogen bezagen Timothy
met een peinzende uitdrukking, half meely-
dend, half geamuseerd.
„Weet je wat ik daar opeens bedenk," ani
meerde hij tenslotte, „al mijn familieleden zijn
ouder dan zestig jaar geworden, t Is gewoon
traditie in myn geslacht dien leeftyd te over-
schryden. Ik wou je maar waarschuwen, zie je,
als je de traditie geweld aandoet, wreekt zich
dat -onmiddeliyk."
Timothy opende den mond om iets te zeggen.
Wat hij juist beweren wou, is echter voor de
wereld steeds een geheim gebleven.
Verraderlijk onverwacht veranderde het vre
dige vuurpuntje aan het eind van zyn bran
dende sigaret in een fel uitschietende vlam,
schroeide zijn baardharen, blakerde zyn gezicht.
Er klonk een knal als van een explodeerend
kruitde kreupele sloeg met een schorren
schreeuw beide handen voor het gezicht. De
revolver viel en ging af, een kogel boorde zjcl
in een der wanden.
Met één sprong had Jimmy Priest zich op
den overtroefden vyand geworpen. Een korte
worsteling en Timothy lag vloekend en tie
rend, maar zeer deskundig gebonden op den
grond.
„Als ik jou was, man," zei Jimmy met een
lichtelijk trillende stem, „zou ik, in plaats van
daar liederlyke taal uit te slaan, den hemel
danken dat 't ding Je het ooglicht niet heef
gekost
Den volgenden dag rapporteerde sergean'
Joachim Priest het voorgevallene aan zyn in
specteur.
„En als ik nu bedenk," zoo besloot hy syi.
relaas, „dat, had ik die sigaret niet by me ge
had, ik nu ergens liggen zou met een gaatj
in mijn schedel.
De inspecteur knikte ernstig. „Hoe kwam jc
eigenlyk aan dat ding?" informeerde hy dan
„O, houthakkers aan den Grooten Slaaf
plaagden elkander met die knal-artikelen.
Maar ze waren veel te zwaar geladen, er zijn
ongelukken mee gebeurd. Ik heb toen een paar
van onze manschappen den heelen voorraad in
beslag laten nemen en vernietigen. Die eene
stak ik bij me voor het rapport en als bewys-
stuk om de fabriek aan te pakken."
„Nou," overdacht de inspecteur nog eens het
avontuur van zyn mindere, „je mag alles bij
elkaar die fabriek wel dankbaar zyn!"
PADANG, 18 April. (ANETA). De onderzee-
ers K XIV en K XV zyn gisteren te Emma
haven gearriveerd na een zware reis als ge
volg van een defect aan het duikroer.
til 1 'f op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f Of)f)f) bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f "7 Cf) bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een hand f 1 O C oij verlies van een f Cf) by een breuk van f Af)
All€ (tOOH/ie S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen O UUU»m verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen fclt/»" doodelijken afloop een voet of een oog# X t#. duim of wijsvinger W(/«"been of arm Tl/«"
bij verlies van "n
anderen vinger
3
„O neen, Sir Hector. Ik vroeg, of ik even
de maat mocht nemen van de ramen in de
bibliotheek, vanwege de gordynen. die ik moest
knippen, en daar had niemand bezwaar tegen.
Mrs. Burgoyne was uit en de dienstboden
Waren aan tafel. Trouwens, die zouden er toch
zeker geen vermoeden van gehad hebben dat
een werkvrouw zich ook nog voor zeldzame
boeken kan interesseeren."
„Wanneer heb je dit te pakken gekregen?"
„O, een paar weken geleden, maar ik
ftieende, dat het niet erg veilig zou zyn, Sir
Hector, om het u ineens te brengen, voor 't
geval Mr. Bourgoyne het andere exemplaar
zou vinden, dat u mij mede gaf om dit boek
te vervangen. Voor my zyn ze precies eender
Maar ik vermoed, dat hij er nog niet aan ge
dacht heeft, het van de plank te nemen
„En dat zal hy de eerste zes maanden wel
hiet doen ook. Trouwens als hij het niet heei
Zorgvuldig onderzoekt, of de voorpagina aan
een expert laat zien. zal hy nog niet ontdekken,
dat hy gedupeerd is."
Miss Ferris leunde achterover in haar stoel
en zag naar haar groote vierkante, zwarte
rijglaarzen, die onder den zoom van haar lan
gen versleten rok te voorschijn kwamen.
„Het geeft toch een heele hoop drukte, Sir
Hector," zei ze zacht. „Ik heb er nu drie jaar
op zitten loeren om dit te pakken te krijgen
Het is natuuriyk absoluut uitgesloten om zoo
iets uit te halen, als men er slechts heel kort
is geweest. Als ze het boek nu vinden, of liever
gezegd, als ze ontdekken dat het er niet meer
is, zullen ze zeggen: Miss Ferris kan dat nooit
gedaan hebben, die is hier al zooveel jaren.
Indien ze werkelijk idee had gehad om het weg
te nemen, zou ze het al jaren geleden hebben
gedaan."
„En ik heb," ging Ascher met welbehagen
verder, „bij Burgoyne herhaaldelijk met nadruk
beweerd, dat het boek een namaak was, een
verbazend handige namaak, maar in ieder
geval een imitatie. Indien nu iedere andere
criticus myn gezichtspunten deelt, zal hy ten
slotte gelooven, dat de fout by hem zat."
„Is u niet bang, dat men u vandaag of mor
gen met gekke vragen zou komen lastig vallen?
Waarom of de oorspronkelyke en zeldzame uit
gave juist in Sir Hector Ascher's bibliotheek
moest worden gevonden?"
„Het zal nooit in mijn bibliotheek worden ge
vonden," antwoordde de man nuchter. „Ben je
ook al een van die rare menschen, die vasthou
den aan het dwaze begrip, dat mijn boeken een
fortuin waard zyn?" Hy lachte: een cynische
lach, die de trekken van zijn „ameiyk volle
roode lippen slechts accentueerde.
„Nee, nee, Nora. Dat is allemaal in orde.
Maak je niet ongerust," ging hy ineens ver
der, toen zij plotseling overeind kwam zitten
en in houding en gezicht haar afkeuring te
kennen gaf. „Ik neem geen enkel risico, wU
zijn hier volkomen veilig. Sommige boeken....
sommige natuurlijk, vele zelfs, zyn authen
tiek. Ik ben echter niet rijk genoeg om de
eenige eigenaar van eerste uitgaven te zyn. Elk
oorspronkelijk boek in deze bibliotheek heeft
zyn duplicaat of wellicht verschillende dupli
caten in de bibliotheken van andere mannen.
Zeldzame boekenga die in Frankryk of ln
Duitschland of in Amerika zoeken, maar niet
in Merlin St. Hugh."
„Verkoopt u ze dan?"
„Ja, ik verkoop ze natuuriyk. Heb je er
eenig idee van, wat sommige van die boeken
mij wel opbrengen? Maar nooit aan menschen
uit dit land of aan verzamelingen! Indien een
maal het gerucht de ronde zou doen dat Hector
Ascher begonnen was, zyn boeken te verkoopen.
zou zyn reputatie voor eeuwig verloren zyn.
Ik ben juist van Londen verhuisd, omdat ik
hier minder achterna wordt gezeten door
bibliophielen en er minder gelegenheid voor
menschen is om te gissen...."
„Gissen?"
Hij haalde de magere schouders op.
..Nou, dat ik zoo iets ben als een handelaar,
'n tusschenpersoon. Nee, nee, lk heb je al ge
zegd, dat de bibliotheek nooit te helder, te
licht moet zijn. Er zijn namaken Miss Ferris,
die zoo buitengewoon handig tot stand -yn ge
komen, dat zelfs de fynproevers zich laten
beetnemen; dergeiyke namaken staan hier
nogal." Hij wuifde met zijn welverzorgde kleine
hand langs de dicht bezette planken. „Ik ben
zeer voorzichtig, ik speel niet met vuur. Mr.
Burgoyne is nu weg, niet waar? Welnu, voordat
hij terugkomt, ls dat boek.... ja, wie zal het
zeggen, waar? Maar niet ln myn bezit. Niet
in 't bezit van Sir Hector Ascher."
Haar vlugge onderzoekende blik ontging hem
en een oogenblik later zag zy weer erg bedeesd
en vroeg ze hem:
„Krygt u er een groote som voor?"
Hy noemde haar een prijs, zy knikte met
haar kleine slonzige hoofdje, met het muis-
kleurig haar, dat achter de ooren met haar
spelden werd samengehouden en met twee
tresjes op het breede voorhoofd lag, terwijl
de bestofte zwarte stroohoed met den ver
schoten crêpe-rand deze beweging op groteske
wijze volgde.
„Dat is ook wel wat moeite waard."
Ascher glimlachte cynisch.
„TJ wilt toch niet zeggen, dat u deel hebt
in al die moeilykheden door even een boek
voor een ander te verwisselen, terwijl Mrs.
Burgoyne uit is en de dienstboden zitten te
eten?"
„Er is een verhaal in het Oude Testament,"
antwoordde Miss Ferris erg zacht, „over een
man, met name David, die een reus neersloeg
met een steen en een slinger; zonder den ron
den steen zou hy Goliath nooit hebben kunnen
dooden!"
„En u bent hier de ronde steen? Misschien.
Wat zou u daarmee?"
Voor het eerst zag miss Ferris hem openlyk
in het gezicht.
„Ik heb er eens over nagedacht, Sir Hector.
Ik ben zoo'n jonge vrouw niet meer. Nee, ik
ben inderdaad al drie en vijftig en lk begin
dit bestaan wat vermoeiend te vinden. Ik heb
nu al vyf en dertig jaar hard gewerkt aan
gordynen en andere dingen. Ik zou graag wat
rusten. Ik heb ergens een leuk huisje gezien,
Ik zou misschien wat kippen kunnen houden,
dat is een aardige bijverdienste
Hy gaf zich de moeite om wat naar haar
over te leunen.
„En nu komt u zeker aan my -'en kleine,
geldelyke tegemoetkoming vragen," veronder
stelde hy.
„Indien u kans zou zien om mij te helpen,
Sir Hector
„Hier heb je watHy maakte een bundel
bankbiljetten op tafel.
Maar zy schudde het hoofd en het wankele
evenwicht van den stroohoed dreigde gevaarlyk
verstoord te worden.
„Ik had iets edelmoedigers gedacht."
Ascher leunde weer achterover in zyn stoel
en voegde haar op minachtenden toon toe:
„Je bent toch zeker niet zoo dwaas, te ver
onderstellen, dat je ook maar eenigszins vat od
my kunt hebben? Voor al je vorige oemoelin-
genben je betaald volgens een afgesproken
overeenkomst. De meest waakzame rechter in
deze wereld zou echter hard werk hebben om
te bewijzen, dat ik je ooit een shilling heb ge
geven."
„O nee," kwam het bescheiden antwoord.
„Ik weet dat u slim bent, al te slim. dan
dat een van ons beiden er onder zou moe
ten lijden en ik hoop, dat ik nooit me zal
laten verleiden tot dreigementen. Maar in
dien een dame, die voor haar eigen onder
houd moet zorgen, ln staat is om een man
van uw positie, Sir Hector, van dienst te zyn,
met zeer delicate opdrachten, kan het toch
wel eens gebeuren dat de lastgever bereid is
deze diensten op edelmoedige wyze te be-
loonen.
Ascher keek haar onderzoekend aan.
„Ban je bang, dat men je verdenkt?" vroeg
hy langzaam.
„Ach, dat is het niet; maar lk ben moe.
En ik geloof, dat lk minder overleg heb dan
vroeger. Ik begin bang te worden Als ik
's avonds naar huis loop, is het net of er
telkens stappen vlak achter my klinken en
soms werk ik inderdaad tot zeer laat in den
avond. Als ik langs gesloten huizen wandel,
voel lk telkens een hand op myn schouder
grijpen; en 's avonds op mijn kamer lees ik
de krant en ril en huiver by de verhalen van
andere vrouwen, dieniet erg gelukkig ge
weest zijn. En ik wensch myn werk er aan te
geven, voordat het te laat is. Ik heb dertig
jaar gespaard en het heeft me maar weinig
geholpen, Sir HectorU bent een rijk
mensch, u zou het niet eens missen."
Ze zag met haar fijne bleeke gezicht smee-
kend naar hem op, maar hy bromde nog dieper
in zyn baard.
("Wordt vervolgd)