1 in en om haarlem! Santpoorts hoofdstraat IN EN OM DE GEVANGENIS MARIA-STICHTING VAN DORPSSTRAA T TOT VERKEERSWEG GAAN WE VOORBIJ? DONDERDAG 19 APRIL 1934 Voor veilig verkeer mimmi Is dit het slot der ge schiedenis? PARKEERTERREIN BLOEMEN- DAALSCHE STRAND Openbare verpachting PALACE-BIOSCOOP Parijs danst Anna, enkele oogenblikken voor zij door de misdadigers wordt aangevallen ALLIANCE FRANCAISE De oorsprong van 't Fransche volk K.J.M.V. „St. Augustinus' EMMA-BLOEMCOLLECTE TE AMSTERDAM Zeer veel moeilijkheden overwonnen Eindelijk De rioleering Medeleven en hulpvaardig heid noodig Het reclasseeringsrapport CRISIS-POSTZEGELS Beroep op Haarlems burgerij De trottoirs Verkeersstremmingen Kennemer Fotokring IEDEREN MIDDAG VAN 2-3 UUR POLIKLINIEK SiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim «iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiliiiiiiiiiiiuiiiiiiuuiiiiiiiiiiliiiiuiiiiiiiiiiiiii,mm,immuun,iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiinuininu;; Na de „lichtenweek" en de „bochtenweek" heeft de Haarlemsche verkeerspolitie thans een «remmenweek" georganiseerd. Op verschillende Punten van de stad kan men aangehouden auto's zien staan, waarvan de soms haastige bestuurders met ongeduld het rustige remmen- onderzoek der Haarlemsche politie ondergaan. Het is ratuurlijk uitmuntend, dat rijwielen, motorfietsen en auto's goede en goed geplaatste lichten hebben, dat de remmen van die voer tuigen voortdurend uitstekend in orde zyn en dat alle bestuurders precies weten hoe zij een bocht moeten nemen. Het is ook prijzenswaar dig, dat de Haarlemsche politie de onwetenden op dit gebied tracht te onderwijzen, maar wij gelooven toch niet, dat de methode om deze lessen in den vorm van éénweeksche cursussen te gieten veel nut oplevert en bij het publiek sympathie ontmoet. Het publiek ziet niet graag, dat een agent van Politie bekeuringen maakt. Instinctief neemt 't de partij van den geverbaliseerde op. Dit is ge durende een „lichtenweek", een „bochtenweek" en een „remmenweek" niet anders, hoezeer enkele voorbijgangers pleizier zullen hebben in sommige grappige situaties, en daardoor zal de politie door deze weken een deel van haar moeilijk verworven populariteit inboeten. Wij vreezen ook, dat het organiseeren van deze lesweken, waarbij de noodige straffen Worden uitgedeeld, op den duur den goeden haam van Haarlem als prettig gastheer zal Schaden en onze gemeente in verkeerskringen eenzelfde beruchtheid öpleveren als sommige „autovallen" langs de drukke wegen van ons land thans hebben. In dit verband mag ook de vraag worden ge steld of het wel tactisch was, de remmenweek Voor Haarlem vast te stellen in den bollentijd. Het is immers nu de tijd, dat er door Haar lem duizenden auto's passeeren uit binnen- en Uit buitenland, die er anders nooit komen. De vreemdeling, die hier een bekeuring op loopt doordat er streng gelet wordt op de rem men, zal geen prettige herinnering aan Haar lem, aan de bollenstreek en aan den bollentijd meedragen. En als de politie haar onderzoek serieus doet, dan kunnen daarvan verkeersopstoppingen het gevolg zijn. In deze dagen heeft de Haarlemsche politie een dankbaarder taak in het vlug en vlot door Haarlem loodsen van den autovloed, dan dat zij er belang bij heeft door een of anderen maatregel de kans te loopen de verkeersmoei lijkheden te vergrooten. De mogelijkheid is ook niet uitgesloten, dat automobilisten, die weten, dat in Haarlem een bekeuring op hen ligt te wachten, veiligheids halve een kilometer omrijden en Haarlem mij den, wat allicht op schade voor de Haarlem sche neringdoenden uitloopt. Het organiseeren van een „remmenweek" in tien bollentijd zou voor de Haarlemsche politie alléén zin hebben, als zü tot taak had als in structeur op te treden van heel autoënd, rij wielend en motorrijdend Nederland. Zoo uitgebreid is echter haar taak niet. De Haarlemsche politie doet ook beter zich te bepalen tot het instrueeren der Haarlem mers en het lessen uitdeelen aan anderen dan Haarlemmers over te laten aan de daarvoor aangewezen andere politiekorpsen in ons land. Maar ook hij die voorstander is tan speciale «weken", zal overtuigd zijn, dat het orga niseeren van zoo'n week in één stad, weinig hut heeft en dat het houden ervan pas effec tief wordt, als er in alle steden van ons land dezelfde „weken", op denzelfden tijd, worden gehouden. Het zou dan ook goed zijn als er door de Haarlemsche politie overleg was gepleegd met politie in andere steden van ons land of dit mogelijk was. Dat er van het houden van deze weken eenig hut uitgaat, zullen intusschen maar weinigen met de Haarlemsche politie eens zijn. Wat voor blijvend nut heeft b.v. de bochten- Week in Haarlem opgeleverd? Zeer, zeer weinig! In die „bochtweek" werd scherp gelet op het goed nemen van straathoeken. Er zijn toen heel wat lesjes door de Haar lemsche politie uitgedeeld en er is daarbij heel Wat gelachen door het publiek. De bestuurders maakten er tenslotte een sport van om de bochten zoo keurig en zoo sierlijk mogelijk te hemen. Het werd model! Maar nauwelijks was de bochtenweek afge- loopen of de oude nonchalance kwam te voor schijn. Er werd weer „gesneden", dat het een lust Was en de agent van politie op den straathoek, waar twee automobilisten probeerden elkaar het leven te benemen, stond er evenals voor heen kalm naar te kijken met de handen op den rug, maakte geen proces-verbaal op, maak te ^zelfs geen aanmerking. Wat in de bochten- B. en W. van Bloemendaal hebben Woens dagmorgen ten raadhuize aldaar openbaar ver pacht het eenige parkeerterrein voor auto's, rijwielen enz. aan den Zeeweg (Zuidzijde) na bij het strand dat een oppervlakte heeft van plus minus 5500 M2. voor de jaren 1934, 1935 en 1936. Vorige jaren maakte de heer Bakhuis daar gebruik van een groote loods die eenige duizen den fietsen kon bevatten. Auto's moest men in de vrije lucht op een afgesloten ruimte parkeeren. De loods is thans afgebroken uit aesthetisch oogpunt en de totaal beschikbare ruimte is nu verpacht. De heer Bakhuis, die ter plaatse dus met de Bituatie op de hoogte is schreef voor de 3 ja ren in totaal voor een bedrag van f 3150. Van de overige 24 inschrijvers noemen we Ris hoogste Meierhof te Haarlem voor f 12 750 (de inschrijving verwekte eenige hilariteit!) en als laagste Schellenbag voor f 360, (niet min der hilariteit!). De gunning zal later bekend worden ge maakt. week gevaarlijk was, was het blijkbaar acht dagen later niet meer. Dat nu is geen verkeersopvoeding. Beter is het, de surveillance op het verkeer over het geheele jaar te verdeelen, en niet te beperken tot enkele weken. Dat strookt ook beter met de natuur van den mensch. De sensaties der beweging toch wekken een oerinstinct by den automobilist op. In den eenvoudigsten vorm worden die sen saties genoten door hardloopen, duiken en zwemmen. In den meest acuten vorm zyn zij alleen gegeven aan den piloot van een kam pend gevechtsvliegtuig. Maar de auto biedt een milder mogeiykheid en heel bezadigde bestuur ders van heel langzame wagens zullen zoo nu en dan eens den dolleman uithangen door snel den hoek om te schieten of den auto met snel heid een gevaariyk bruggetje te doen nemen, tot groote ergernis van hun vrouwen. Natuurlijk bekent geen enkel automobilist ooit, dat hy deze instincten bezit. Hy maakt iets verstandigs van wat in den grond onder werping is aan een primitief instinct. Tegen dergeiyke uitlaaiingen helpt geen bochtenweek, geen lichtenweek en geen rem menweek, tegen dergelijke gevaren past alleen een doorloopend toezicht het geheele jaar door. Morgenavond krygen we in Palace weer eens een Fransche film van René Clair, „Parijs danst", wat zeker een prettige afwisseling is met de Duitsche producten die er veelal ge draaid worden. Want het is toch maar waar, dat een Fran sche film heel wat anders is dan een Duitsche en ook dan een Amerikaansche, dat ze een eigen cachet heeft, dat echte pétillante heeft, dat nu eenmaal het privilege van de Fran- schen schynt te zijn. Kijk maar eens naar die verzorgde details, als byvoorbeeld de goedmoedige ruzietjes tus- schen twee taxi-chauffeurs, waardoor je je aanstonds weer midden in Parijs voelt en waardoor je heel het drukke gedoe van de bou levards weer voor je ziet, zooals je het zag toen je de laatste maal Parijs bezocht. Kyk naar die brokstukken verweerde gevels, met één enkel venster, waaruit een kleine tri color wappert en je voelt je weer slenteren in die armzalige slopje en steegjes, waar niets mooi is en toch alles je aantrekt, waar je, meer nog dan op de boulevards, het echte Pa- ryzer leven kunt bespieden, 't echte, onbezorg de leven van den gewonen man, met z'n zon en z'n biyheid zon en blijheid, waar echter ook de zonde en de misdaad tusschen door sluipen. En dan zien we er ook het mondaine leven, want de film geeft ons een kykje op Parijs op z'n vroolijkst, op Parijs op den 14den Juli, den herdenkingsdag van de bestorming der Bastille -'MS'A in 1789, den dag waarop heel Parijs feest viert, rijk zoowel als arm. Met dien feestdag is in de film verweven vreugde en smart, liefde en misdaad, ernst en luim en René Clair heeft dit alles saamgevoegd tot een pakkend geheel, dat leeft en tintelt van het begin tot het einde. Door het geheel loopt natuurlijk een liefdes geschiedenis, die, ook al even natuuriyk in een filmverhaal, met allerlei ups en downs te kam pen heeft. Maar ten slotte krijgen Anna en Jean (Annabella en Thomy Bourdelle) elkaar dan toch en dat is maar het voornaamste. Voor Anna en Jean wel te verstaan;voor ons is het voornaamste dat „Parijs danst" een film is, die we met genoegen voor een tweede maal zullen zien. Wat voor een film zeker geen geringe lof- pryzing is! Volwassenen kunnen wij haar dan ook warm aanbevelen. Op geestige manier ingeleid door den voor zitter der Haarlemsche afdeeling van boven genoemd genootschap, den heer J. H. Sauveur, zette professor Raoul Blanchard, van de Uni versiteit van Grenoble gisterenavond in de bovenzaal van restaurant ,,De Kroon" zijn standpunt uiteen in zake den oorsprong van het Fransche volk. De Fransche geleerde, wiens naam als geo graaf niet slechts in zijn eigen land hoog staat aangeschreven, maar zelfs in tal van landen in de oude en nieuwe wereld de heer Blanchard doceert ook aan de universiteit van Harvard, in Amerika zeide niet als geograaf te zullen spreken, dezen avond, maar als Franschman, die er zijn „hobbie" van maakt, de afkomst na te pluizen van het eigenlijke Fransche volk, dat naar de communis opinio de schoonste mengeling van rassen is van heel Europa. Dat is waar, zoo zei spreker, maar op een heel andere manier, naar zijn meening dan algemeen wordt aangenomen. Om zijn these aannemelijk te maken zou hij gebruik moeten maken van de z.g. retro grade methode. Beginnend bij het einde, en alle elementen elimineerend welke, terug gaande in de geschiedenis van het Fransche volk, hun invloed op de samenstelling ervan zouden hebben gehad, moet men wel komen tot het pure ras, dat oorspronkelijk Frankryk bevolkte. Sinds wanneer, zoo vroeg spreker, zijn de Franschen, wat ze op heden zijn? Op geestige wyze werden de karakteristieke eigenschappen van den doorsnee Franschman belicht. En dan werden achtereenvolgens verworpen de afstamming der Spanjaarden, der Sarrasa- nen of Mooren, der Noormannen, der Basken, der Barbaren, der Franken zelfs, der Bour gondiërs, der Romeinen en Grieken, der Gal liërs, en dit alles op overtuigende gronden, niet alleen historische, maar ook geographi- sche en geologische. Zoodat ten slotte toch ook de gezaghebbende geograaf, die professor Blanchard is, aan het woord kwam in deze belangryke historische kwestie. Wie er dan wel geleek op het portret, dat sinds oeroude tijden van den Franschman als type van zijn ras bekend is? Men moet dat type zoeken, zeide spreker, niet in de groote steden, maar op het platteland. En langs uiterst interessante, en vooral geestig opgezette deducties kwam de geleerde spreker dan tot de conclusie, dat reeds negen tig procent van het Fransche ras in Frankryk gevestigd was 1000 jaar vóór Christus, en dat, rekening houdend met de gegevens uit het neolithische en palelithische tydperk, in over vloed aanwezig in Frankryk, het Fransche volk reeds 8000 jaar en langer gevestigd moet zyn geweest in de streken waar men het op heden nog aantreft in zyn puursten vorm. Vandaar de zeer bijzondere karaktereigenschappen, de psychologie van den Franschman, die conser vatief als weinig andere rassen, slechts tevre den leeft in Frankrijk, wat de spreker anec- dotisch op bijzonder frappante en geestige wijze bewees. De heer J. H. Sauveur vertolkte op geest driftige manier de dankgevoelens der vergaderde vrienden van Frankrijk in een geestig speechje, geheel naar den trant waarmee de geleerde spreker zyn auditorium den geheelen avond zoo zeer had weten te boeien. J. S. Hedenavond om kwart vóór 9 zal de modera tor, kapelaan J. P. van Houten voor de K. J. M. V. „St. Augustinus" een lezing houden over Fre- derik van Eeden, terwijl de voorz. der vereeni- ging, J. van den Berg, op Donderdag 26 April des avonds om kwart vóór negen een causerie zal houden over „Luchtvaart ennog iets." Deze bijeenkomsten worden gehouden in café restaurant Gebrs. Brinkmann, Groote Markt. Een ijverige collectante drong zelfs door tot op de hoogste bouwioerken Toen in 1930 de nieuwe Rijksweg van Haarlem naar Velsen gereed was, kwam de bebouwde kom van Santpoort buiten het verkeer te lig gen, doordat de nieuwe weg langs en met dóór het dorp gelegd was. Het gedeelte van den ouden weg, dat door het dorp liep, had toen meteen zijn beteekenis als verkeersweg ver loren en was tot stille dorpsstraat gedegra deerd. De naam werd veranderd van Rijks straatweg in Hoofdstraat. Tegelijkertijd ging deze weg toen van het rijk in eigendom over aan de gemeente Velsen. Het rijk reserveerde een bedrag van t 66.666, waarvan de gemeente de rente kon aanwenden voor het onderhoud van de Santpoortsche Hoofdstraat en de Meervlietstraat in Velsen. Voor onderhoud was dit bedrag weliswaar ruim voldoende, maar wie zich nog den toen- maligen toestand herinnert,' zal wel toegeven, dat deze een grondige verbetering hoog noodig had, en daarvoor was voorloopig geen geld. De bestrating bestond uit de beruchte „kin derhoofdjes" en van trottoirs was niets te be speuren. Hier was de weg acht en even verder vier meter breed! Op sommige plaatsen reden de auto's vlak langs de huizen en kon men de voordeur van zijn woning zóó binnenfietsen. In het begin was dit alles nog zoo verschrik kelijk niet. maar toen eenigen tijd later de Drie- huizerkerkweg en de Zeeweg in Driehuis wer den verbeterd en voor verkeer met alle voer tuigen opengesteld, werd ook de Hoofdstraat te Santpoort betrokken in de verbinding tus schen IJmuiden en Haarlem, en was na verloop van tyd alweer even druk bereden als vroeger. Langzamerhand werd de toestand onhoud baar, want de straat was lang niet voor het verkeer geschikt en kon het niet verwerken, doch door allerlei omstandigheden werd het eerst Januari 1934 eer men eindelijk aan de lang verbeide verbetering beginnen kon. Een laatste hinderupaal was een inmenging van het rijk, dat nog altijd eenige zegging schap over den ouden Ryksweg uitoefent, het geen een vertraging van enkele maanden ten gevolge had. Het werk werd begonnen aan den Haarlem- schen ingang tot het dorp, en eischte al aan stonds offers. De monumentale boomenrij, die daar prykte. moest n.l. verdwijnen, waardoor ook de laatste sporen van de oude gedaante van den Rijks straatweg werden uitgewischt; gelukkig had men dit in het verleden reeds voorzien, zoodat intusschen een nieuwe boomenry al aardig op weg is, de oude te vervangen. De groote klinkers werden volgens de rege len der kunst „gerooid", welke daad door ieder met vreugde begroet werd. De bochten werden afgesneden, en ook het niveau van den weg werd geheel gewijzigd, hetgeen wel een van de grootste verbeteringen blijkt te zijn, vooral verderop in het centrum van het dorp. Groote moeilijkheden ondervond men bij he» maken van de betonnen schering langs den Ouden Delft, doordat de grond daar buiten gewoon venig is. Tot nu toe zijn deze moeilijkheden nog niet geheel en al opgelost, evenmin als die met het beekje aan den overkant, welke echter van geheel anderen aard zijn: dat beekje valt n.l, onder den schouw van Rynland. Toen men na eenigen tyd met de bestrating aanving, sloeg velen bewoners de schrik om het hart, toen zy zagen, dat hiervoor weer de oude keien gebruikt werden. Nog grooter was de ontzetting van diegenen, die in den eersten tijd na het gereedkomen van dit weggedeelte het voorrecht hadden er per autobus overheen te rijden, waarby men groot gevaar liep tegen het plafond te worden geworpen althans, om zeeziek te worden. Gelukkig werd dit beter toen de weg een maal wat ingereden was; trouwens: alles went op den duur! Doordat de weg over het geheel iets Dreeder werd, was de voorraad keien gelukkig verbruikt toen men met de bestrating gevorderd was tot „Vlugthoven". van waaraf men verder ging met baksteenen klinkers. Vóór men echter zoover was, had men nog andere moeilijkheden te overwinnen, wat zeer veel tyd in beslag nam. By den Slaperdyk bevindt zich n.l. de mon ding der rioleering. Ongeveer een halven meter onder het wegdek ligt daar een groote ronde put, van ruim twee meter in doorsnee, waarin niet alleen hec riool, maar ook het duinbeekje, dat door de Neethof stroomt, uitmondt. Een duiker voer het water verder af naar het beekje, waarvan we hierboven reeds spraken, als vallende onder den schouw van Rijnland. Bij het openleggen van dezen put nu bleek hy bijna geheel te zyn volgeslikt met bezinksel, waarin speciaal de slachteryen een groot aan deel hadden, getuige de onsmakeiyke vondsten van vleeschresten, ingewanden, enz. Daar Rijnland zich reeds eerder verontrust had over den onhygiënischen toestand, dat de Santpoortsche rioleering op een polderboezem uitmondt, en nu bovendien nog aan het licht trad, welk aandeel de slachteryen daarin had den, gaf de heemraadschap te kennen, niet langer voortduring van dezen toestand te' kun nen dulden: in October as. zal ze aan de uit monding van het beekje in den polderboezem een einde maken, door afsluiting van den dui ker onder den Rijksstraatweg. De gemeente staat hierdoor voor een fait accompli: voor dien tijd zal een andere oplos- II. Het derde lustrum van de R.K. Reclassee- ringsvereeniging te Haarlem is niet in het openbaar en met eenigen „luister" ge vierd, voornamelijk hierom, omdat de aard van het werk zich moeihjk met publiciteit en nog mindere met feesteiykheid verdraagt. Daarvoor bemoeit de reclasseering zich te zeer met per sonen en wel op zeer persooniyke manier; dat begrijpt iedereen, die er zich rekenschap van geeft, dat het arbeidsveld van hen, die in de leclasseering werken, voor een deel binnen de muren der gevangenis is gelegen. Want al is reclasseeren eenvoudig gezegd dit: personen, die uit eenige gevangenis ontslagen zyn, op te heffen uit hun ellendigen toestand, opdat zy niet weer tot misdrijf vervallen de zorg voor deze personen begint toch reeds als zy voor straf zyn ingesloten en vaak nog vroeger. Een dokter spreekt niet openiyk over den toestand van zgn patiënt, een advocaat verraadt de be langen van zgn cliënt niet aan het publiek, de reclasseerder, die in zekeren zin dokter en ad vocaat is, zal het ook niet in de courant laten zetten of op andere wyze aan de groote klok hangen, wat hy met zyn zorgenkinderen beleeft. Dit wil nu ook weer niet zeggen, dat er van het werk van een reclasseeringsvereeniging niets naar buiten dringt en dat niet in het algemeen, met gevallen en getallen, is aan te geven, wat de hand der leden te doen vond en hoe dit werd gedaan. Wie zich daarvoor interesseert tot in bijzonderheden, raadplege eéns een jaar verslag. Hij ziet dan, dat er regelmatig door de vereeniging bestuurs- en bureauvergaderingen worden gehouden, waar zich ook degenen ko men vervoegen, die voor zichzelf of voor ande ren hulp der reclasseering wenschen in te roe pen. Hy verneemt dan iets over het celbezoek door de leden, dat een der voornaamste deelen van het werk wordt genoemd en daardoor het dikwyis gelukt een onwillige of onverschillige tot betere gedachten te brengen, met het gevolg, dat hy gedurende zyn straf zyn godsdienst plichten weer vervult en de verwachting wekt, dat hij, eenmaal in vrijheid, ook zijn maat schappelijke plichten niet opnieuw zal verwaar- loozen. Hy maakt kennis met de taak van den Aalmoezenier, die geregeld de ingeslotenen in de strafgevangenis en het huis van bewaring bezoekt, een priesterlyke arbeid, die voor het zieleleven van de gevangenen van de hoogste beteekenis is; hij leest er tegeiyk van de weke- hjks opgedragen H. Mis in de gevangeniskapel en van de gezongen H. Mis, eenmaal per maand, waar de kerkkoren van de stad aan medewer ken. Hü slaat een beteren blik in het leven der gevangenen, als hy ziet, hoe niet alleen de on derwijzer der gevangenis en de aalmoezenier de ingeslotenen aan goede lectuur helpen, maar hoe ook de vereeniging op dat punt werkzaam is. En dan komt hy (het zal natuuriyk even vaak een „zij" wezen) aan een opsomming van de overtredingen gedurende dat jaar, in ver band waarmede rapporten van de reclasseerders werden gevraagd; aan de vermelding, met cy- fers, van onder toezicht staande personen, die in hoofdzaak voorwaardeiyk veroordeelden zyn, een getal, dat soms dicht de honderd nadert. Het zijn in al hun geheimzinnigheid toch sprekende cijfers, die zoo'n jaarverslag ver meldt, maar wie ze leest en even nadenkt, voelt ook, dat een reclasseeringsvereeniging minder dan haar zusters aan de openlijke viering van een lustrum denkt. Haar werk is immers daar voor te intiem. Het is ook geen arbeid voor een groot aantal leden: het wordt door een beperk te groep van medewerkenden uitgeoefend, in samenwerking met de Rechteriyke Macht. Maar wèl is dit waar: zonder medewerking van de „buitenwereld" kan de reclasseering niet slagen. Er moet ernstige en ruime belangstel ling voor zyn, willen de noodzakelijkheid en de nuttigheid van die herstelpogingen begrepen worden. En dit niet alleen: er moet ook een geest van medeleven en hulpvaardigheid onder de geloofsgenooten zyn, zal de arbeid der ka tholieke reclasseering tot het beoogde doel kun nen leiden. Daarom lykt het ons goed en zelfs noodig, nog eens op de beteekenis van dit mooie liefde werk te wijzen, om meerdere kennis omtrent de zaak te verspreiden en mogelijk hier en daar nog bestaande vooroordeelen weg te nemen. Wellicht vindt men het onzerzyds niet te veel gevraagd, dat de katholieken als late feestgave aan de Haarlemsche afdeeling, eenige oprechte belangstelling aan haar streven wijden. We komen er dan nog maar eens op terug; het doel van de reclasseeringsvereeniging is, kort gezegd, dit: Zij wil hen, die met den straf rechter in aanraking dreigen te komen of reeds gekomen zyn, met raad en daad bijsaan. Wanneer men nu met aandacht volgt, wat wy te verklaren hebben omtrent dit doel en de middelen, die daartoe worden aangewend, dan zal men erkennen, dat hier met recht ge sproken wordt van een werk van barmhartig heid, door den Meester ons geboden: de gevan genen verlossen. In rechtbankverslagen ontmoet men dikwyis de mededeeling, dat aangaande een verdachte het oordeel is of wordt ingewonnen van een plaatseiyke reclasseeringsvereeniging, behoo- rende tot de godsdienstige of maatschappeiyke richting van den verdachte. Men kan daaruit opmaken, dat de rechter niet tevreden is met zyn eigen oordeel over den delinquent, gegrond op zyn kennis van de gebleken feiten, maar dat hy de verschillende omstandigheden, die mede tot het begaan van het misdrijf hebben geleid, in aanmerking wenscht te nemen by het bepalen van een rechtvaardige straf. En dat niet alleen. Het gaat by onze rechtspraak niet uitsluitend om het vaststellen van de straf, die de veroordeelde voor zyn overtredingen dient te ondergaan, de rechter ziet verder. De maat- schappy is er niet voldoende mee gebaat, dat op een misdaad gedwongen boete volgt. De straf dient tot vergelding, maar ook tot ver betering. Het resultaat van de rechtspleging is oneindig veel groot.er, wanneer de opgelegde straf of boete een herhaling van het misdrijf in de toekomst doet voorkomen en den veroor deelde als een zedeiyk hersteld mensch aan de samenleving teruggeeft. Over die maatschappeiyke beteekenis van de reclasseering zullen we later nog een paar woor den zeggen dat zy inderdaad een groot so ciaal belang uitmaakt mag de lezer niet uit het oog verliezen. Maar al te dikwyis wordt gedacht, dat de reclasseering haar voornaam ste taak zoekt in het helpen, met geld en ar beid, van gestraften, en dan nog wel ten na- deele van hen, die nooit met den strafrechter in aanraking zijn gekomen. Een oppervlakkig oordeel, gegrond op de onvoldoende beschou wing van een enkel geval. Zooals gezegd, wint de rechteriyke macht dikwyis de meening van een reclasseeringsin- stelling in, om aan de hand van haar rapport de juiste straf te bepalen. Menigmaal wordt in dat voorlichtingsrapport geadviseerd, een ver dachte voorloopig niet te vervolgen; een andere maal wordt gevraagd, een voorwaardeiyke ver oordeeling uit te spreken (waarbij de straf wel wordt toegemeten, maar nog niet wordt toege past, om den veroordeelde de kans te geven, te toonen, dat hy ook zonder het ondergaan van gevangenisstraf zich voor een hervallen in het kwaad kan bewaren); soms ook komt het voor, dat verzocht wordt, in plaats van gevan genisstraf een geldboete op te leggen. Het reclasseeringswerk heeft in den loop der jaren wel zoozeer het vertrouwen der rechter iyke macht gewonnen, dat de boven aangeduide adviezen ook voor het grootste gedeelte worden opgevolgd. Het spreekt vanzelf, dat een derge- lgk advies eerst na een nauwkeurig onderzoek omtrent den persoon van den beklaagde, zyn omgeving en betrekkingen, zijn verleden en zyn vooruitzichten wordt gegeven alleen een goed gedocumenteerd rapport en een wel gemotiveerd advies kunnen immers den rechter dienen. Er is niet zoo buitengewoon veel menschen- kennis en wereldkennis noodig om in te zien, van hoeveel belang het is voor iemand, dat hy, na de wet overtreden te hebben, zyn schuld kan vereffenen zonder in een gevangenis te worden opgesloten. Misschien is een enkele van meening, dat er feiteiyk geen sprake is van ver gelding en boete, zoolang de celdeur niet met een zwaren slag achter den delinquent is dicht gevallen. Inderdaad zyn er gedegenereerden en onverschilligen, voor wie alleen de gevangenis een plaats van boete kan zyn maar het zyn toch ook weer dezen niet, die het meest onder dien vorm van straf te ïyden hebben. Het voor deel van de insluiting is in zulke gevallen vrij wel alleen aan de zyde der burgerhjke maat- schappy, die daardoor tegen het verdere mis dadige optreden van de verdorvenen gevrij waard wordt. Van den verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana op 30 April 1934 tot en met 31 Juli 1934 zullen crisispostzegels worden uitgegeven. Zij zijn geheel en al geldig als gewone postzegels. Gedurende het tijdvak van verkoop kunnen ook de in gereed geld betaalde kosten wegens niet periodieke bij abonnement gefrankeerde ge drukte stukken en monsters, op verzoek van de aanbieders dezer stukken door den postambte naar worden verantwoord in crisispostzegels op de achterzijde van een daartoe bestemd postfor- mulier. De frankeerwaarde der gebezigde ze gels moet overeenstemmen met het verschul digde port. Het formulier, waarop de zegels zijn geplakt, wordt, nadat deze met den dagteeke- ningsstempel zijn onbruikbaar gemaakt, aan den aanbieder teruggegeven. Na 31 Juli as. zijn de zegels niet meer ver krijgbaar; zy biyven evenwel geldig tot en met 31 Mei 1935. Uitgegeven worden zegels van 5 en 6 cent, respectievelijk met de beeltenis van H. M. de Koningin, Beschermvrouwe en H. K. H. Prin ses Juliana, Eerevoorzitster van het Nationaal Crisis Comité. Dit is de eerste r. aal. dat een postzegel met de beeltenis van H. K. H. Prinses Juliana in omloop wordt gebracht. De toeslag bedraagt voor de 5 cents zegels 4 cent en voor de 6 cents zegels 5 cent, de ver koopprijs wordt derhalve respectievelijk 9 en 11 cent. Door het N. C. C. zijn maatregelen getroffen, waardoor naast den lokettenverkoop ook door de Plaatselijke Crisis Comité's zelve aan den verkoop kan worden deelgenomen, waarbij het batig saldo der door eigen activiteit verkochte zegels aan het plaatselijk comité ten goede komt. Daar het nog steeds noodzakelijk blijkt vol doende inkomsten voor de crisissteunverleening te behouden, doet het Haarl. Crisis Comité een dringend beroep, op de Burgerij om langs dezen weg de geldmiddelen van het Plaatselyk Comité te versterken. Aangezien de benoodigde zegels vooraf besteld moeten worden, verzoekt het Comité tijdig het gewen schte aantal stuks op te geven aan het bureau. Lange Begijnestraat 13 rd„ hetwelk voor de distributie zal zorgdragen en waarmede de verrekening eerst bij levering van de zegels behoeft plaats te vinden. De bestellingen kun nen ook per telefoon no. 14505 geschieden. Wü vertrouwen, evenals altijd, op de volle mede werking van de Haarlemsche Burgerij! Het Haarlemsch Crisis Comité: Mgr. J. D. J. Aengenent. Voorzitter. Prof. Dr. A. A. van Schelven, 2e Voorzitter. C. van der Winden, Jhr. Dr. J. C. Mollerus, Secretarissen. W. Korvinus, Penningmeester. J. Ph. H. Castricum. H. E. Everard. H. Franken Jr. W. J. B. van Lieut. H. H. Luyken. E. Overbeek. Mr. K. A. F. J. Pliester. M. A. Reinalda. Plebaan L. A. A. M. Westerwoudt. sing moeten worden gevonden, of.... Sant poort-Dorp komt zonder rioleering. Bovendien is ook het gevaar niet denkbeeldig, dat het met de rioleering van Santpoort-Station denzelfden kan op zal gaan. Deze mondt n.l uit in c.e Jan Gijzenvaart, Qie ook onder den schouw van Rijnland ressorteert. Ofschoon het standpunt van Rynland te res pecteeren is, vinden we toch het moment om haar beslissing bekend te maken, zonder verder overleg, minder juist gekozen. Thans is de mogeiykheid niet uitgesloten, dat over eenigen tyd de Hoofdstraat weer moet worden opgebroken om de rioleering te veran deren. De eenige uitweg is n.l. deze te doen aan sluiten op het pompstation aan den Doodweg, dat in verbinding staat met het Noordzee kanaal. De moeilijkheden aangaande deze kwestie zyn echter niet alleen voor de toekomst: ook thans is de toestand lang niet rooskleurig. De buizen liggen n.l. zeer ondiep en blijken op vele plaat sen half verstopt, waardoor af en toe een on- draaghjke lucht uit de putten opstijgt. Met angst en vreeze ziet men de toekomst tegemoet, want, o, die platte beurs van Velsen! Wat het aanzien van de Hoofdstraat vooral ten goede is gekomen, is de aanleg van trot toirs. Hiertoe was het noodig vele voortuintjes en eigen stoepjes te onteigenen, waarin de meeste bewoners vrijwillig toestemden. Des te vreemder indruk maakt daarom d« siuatie op den hoek van den Slaperdyk. Op dezen hoek nJL wordt plotseling het trottoir onderbroken door een simpel stukje grond, dat by de dijk behoort. De eigenares alweer Rynland is doof voor alle aanbiedingen en doet geen afstand van het dierbaar plekje. Tydens de werkzaamheden moest natuurlijs het verkeer worden omgeleid. Hierdoor ge beurde het, dat de Westlaan een nauw bin- nen-weggetje, tot voor eenige jaren nog par ticulier eigendom langen tyd een hoofd- verkeers-ader werd. Daar twee auto's elkaar hier nauwelijks kunnen passeeren, leverde dit talrijke hachelyke situaties. Het was zelfs noo dig op den hoek der Hoofdstraat een verkeers agent te plaatsen. Het gedeelte tusschen Westlaan en Hagelin- gerweg werd in den recordtijd van 2y„ dag af gewerkt, omdat voor dit deel geen geschikte omweg voor het verkeer was te vinden. Men heeft dit toen zelfs door 'n stuk weiland moeten leiden, over een geïmproviseerden weg van ijzeren platen. De werkzaamheden aan het Noordelijk deel van den weg hebben een minder vlot verloop gehad, doch thans is het zoover, dat de open stelling voor het rijverkeer wellicht heden nog geschieden zal, waardoor alles weer zyn nor maal verloop krijgt. Er rest nu nog alleen de afwerking der trot toirs van het Noordelijk deel en van enkele kleinere details, waarmee men echter binnen een week of drie gereed hoopt te zijn. Dan zal ook Santpoort een Hoofdstraat hebben, die het waardig is. Woensdag 25 April zal de .Kennemer Foto kring" des avonds om 8 uur vergaderen in de Sociëteit „Vereeniging" aan den Zylweg. De agenda vermeldt o.a. beoordeeling 50 pun ten wedstrijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5