1 in en om haarlem!
Santpoorts hoofdstraat
IN EN OM DE GEVANGENIS
MARIA-STICHTING
VAN DORPSSTRAA T TOT
VERKEERSWEG
GAAN WE VOORBIJ?
DONDERDAG 19 APRIL 1934
Voor veilig verkeer
mimmi
Is dit het slot der ge
schiedenis?
PARKEERTERREIN BLOEMEN-
DAALSCHE STRAND
Openbare verpachting
PALACE-BIOSCOOP
Parijs danst
Anna, enkele oogenblikken voor zij door de
misdadigers wordt aangevallen
ALLIANCE FRANCAISE
De oorsprong van 't Fransche volk
K.J.M.V. „St. Augustinus'
EMMA-BLOEMCOLLECTE TE AMSTERDAM
Zeer veel moeilijkheden
overwonnen
Eindelijk
De rioleering
Medeleven en hulpvaardig
heid noodig
Het reclasseeringsrapport
CRISIS-POSTZEGELS
Beroep op Haarlems burgerij
De trottoirs
Verkeersstremmingen
Kennemer Fotokring
IEDEREN MIDDAG VAN
2-3 UUR POLIKLINIEK
SiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
«iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiliiiiiiiiiiiuiiiiiiuuiiiiiiiiiiliiiiuiiiiiiiiiiiiii,mm,immuun,iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiinuininu;;
Na de „lichtenweek" en de „bochtenweek"
heeft de Haarlemsche verkeerspolitie thans een
«remmenweek" georganiseerd. Op verschillende
Punten van de stad kan men aangehouden
auto's zien staan, waarvan de soms haastige
bestuurders met ongeduld het rustige remmen-
onderzoek der Haarlemsche politie ondergaan.
Het is ratuurlijk uitmuntend, dat rijwielen,
motorfietsen en auto's goede en goed geplaatste
lichten hebben, dat de remmen van die voer
tuigen voortdurend uitstekend in orde zyn en
dat alle bestuurders precies weten hoe zij een
bocht moeten nemen. Het is ook prijzenswaar
dig, dat de Haarlemsche politie de onwetenden
op dit gebied tracht te onderwijzen, maar wij
gelooven toch niet, dat de methode om deze
lessen in den vorm van éénweeksche cursussen
te gieten veel nut oplevert en bij het publiek
sympathie ontmoet.
Het publiek ziet niet graag, dat een agent van
Politie bekeuringen maakt. Instinctief neemt 't
de partij van den geverbaliseerde op. Dit is ge
durende een „lichtenweek", een „bochtenweek"
en een „remmenweek" niet anders, hoezeer
enkele voorbijgangers pleizier zullen hebben in
sommige grappige situaties, en daardoor zal
de politie door deze weken een deel van haar
moeilijk verworven populariteit inboeten.
Wij vreezen ook, dat het organiseeren van
deze lesweken, waarbij de noodige straffen
Worden uitgedeeld, op den duur den goeden
haam van Haarlem als prettig gastheer zal
Schaden en onze gemeente in verkeerskringen
eenzelfde beruchtheid öpleveren als sommige
„autovallen" langs de drukke wegen van ons
land thans hebben.
In dit verband mag ook de vraag worden ge
steld of het wel tactisch was, de remmenweek
Voor Haarlem vast te stellen in den bollentijd.
Het is immers nu de tijd, dat er door Haar
lem duizenden auto's passeeren uit binnen- en
Uit buitenland, die er anders nooit komen.
De vreemdeling, die hier een bekeuring op
loopt doordat er streng gelet wordt op de rem
men, zal geen prettige herinnering aan Haar
lem, aan de bollenstreek en aan den bollentijd
meedragen.
En als de politie haar onderzoek serieus doet,
dan kunnen daarvan verkeersopstoppingen het
gevolg zijn.
In deze dagen heeft de Haarlemsche politie
een dankbaarder taak in het vlug en vlot door
Haarlem loodsen van den autovloed, dan dat
zij er belang bij heeft door een of anderen
maatregel de kans te loopen de verkeersmoei
lijkheden te vergrooten.
De mogelijkheid is ook niet uitgesloten, dat
automobilisten, die weten, dat in Haarlem een
bekeuring op hen ligt te wachten, veiligheids
halve een kilometer omrijden en Haarlem mij
den, wat allicht op schade voor de Haarlem
sche neringdoenden uitloopt.
Het organiseeren van een „remmenweek" in
tien bollentijd zou voor de Haarlemsche politie
alléén zin hebben, als zü tot taak had als in
structeur op te treden van heel autoënd, rij
wielend en motorrijdend Nederland.
Zoo uitgebreid is echter haar taak niet.
De Haarlemsche politie doet ook beter zich
te bepalen tot het instrueeren der Haarlem
mers en het lessen uitdeelen aan anderen dan
Haarlemmers over te laten aan de daarvoor
aangewezen andere politiekorpsen in ons land.
Maar ook hij die voorstander is tan speciale
«weken", zal overtuigd zijn, dat het orga
niseeren van zoo'n week in één stad, weinig
hut heeft en dat het houden ervan pas effec
tief wordt, als er in alle steden van ons land
dezelfde „weken", op denzelfden tijd, worden
gehouden.
Het zou dan ook goed zijn als er door de
Haarlemsche politie overleg was gepleegd met
politie in andere steden van ons land of dit
mogelijk was.
Dat er van het houden van deze weken eenig
hut uitgaat, zullen intusschen maar weinigen
met de Haarlemsche politie eens zijn.
Wat voor blijvend nut heeft b.v. de bochten-
Week in Haarlem opgeleverd? Zeer, zeer weinig!
In die „bochtweek" werd scherp gelet op
het goed nemen van straathoeken.
Er zijn toen heel wat lesjes door de Haar
lemsche politie uitgedeeld en er is daarbij heel
Wat gelachen door het publiek. De bestuurders
maakten er tenslotte een sport van om de
bochten zoo keurig en zoo sierlijk mogelijk te
hemen. Het werd model!
Maar nauwelijks was de bochtenweek afge-
loopen of de oude nonchalance kwam te voor
schijn.
Er werd weer „gesneden", dat het een lust
Was en de agent van politie op den straathoek,
waar twee automobilisten probeerden elkaar
het leven te benemen, stond er evenals voor
heen kalm naar te kijken met de handen op
den rug, maakte geen proces-verbaal op, maak
te ^zelfs geen aanmerking. Wat in de bochten-
B. en W. van Bloemendaal hebben Woens
dagmorgen ten raadhuize aldaar openbaar ver
pacht het eenige parkeerterrein voor auto's,
rijwielen enz. aan den Zeeweg (Zuidzijde) na
bij het strand dat een oppervlakte heeft van
plus minus 5500 M2. voor de jaren 1934, 1935 en
1936.
Vorige jaren maakte de heer Bakhuis daar
gebruik van een groote loods die eenige duizen
den fietsen kon bevatten. Auto's moest men
in de vrije lucht op een afgesloten ruimte
parkeeren. De loods is thans afgebroken uit
aesthetisch oogpunt en de totaal beschikbare
ruimte is nu verpacht.
De heer Bakhuis, die ter plaatse dus met de
Bituatie op de hoogte is schreef voor de 3 ja
ren in totaal voor een bedrag van f 3150.
Van de overige 24 inschrijvers noemen we
Ris hoogste Meierhof te Haarlem voor f 12 750
(de inschrijving verwekte eenige hilariteit!) en
als laagste Schellenbag voor f 360, (niet min
der hilariteit!).
De gunning zal later bekend worden ge
maakt.
week gevaarlijk was, was het blijkbaar acht
dagen later niet meer.
Dat nu is geen verkeersopvoeding.
Beter is het, de surveillance op het verkeer
over het geheele jaar te verdeelen, en niet te
beperken tot enkele weken.
Dat strookt ook beter met de natuur van
den mensch.
De sensaties der beweging toch wekken een
oerinstinct by den automobilist op.
In den eenvoudigsten vorm worden die sen
saties genoten door hardloopen, duiken en
zwemmen. In den meest acuten vorm zyn zij
alleen gegeven aan den piloot van een kam
pend gevechtsvliegtuig. Maar de auto biedt een
milder mogeiykheid en heel bezadigde bestuur
ders van heel langzame wagens zullen zoo nu
en dan eens den dolleman uithangen door snel
den hoek om te schieten of den auto met snel
heid een gevaariyk bruggetje te doen nemen,
tot groote ergernis van hun vrouwen.
Natuurlijk bekent geen enkel automobilist
ooit, dat hy deze instincten bezit. Hy maakt
iets verstandigs van wat in den grond onder
werping is aan een primitief instinct.
Tegen dergeiyke uitlaaiingen helpt geen
bochtenweek, geen lichtenweek en geen rem
menweek, tegen dergelijke gevaren past alleen
een doorloopend toezicht het geheele jaar door.
Morgenavond krygen we in Palace weer eens
een Fransche film van René Clair, „Parijs
danst", wat zeker een prettige afwisseling is
met de Duitsche producten die er veelal ge
draaid worden.
Want het is toch maar waar, dat een Fran
sche film heel wat anders is dan een Duitsche
en ook dan een Amerikaansche, dat ze een
eigen cachet heeft, dat echte pétillante heeft,
dat nu eenmaal het privilege van de Fran-
schen schynt te zijn.
Kijk maar eens naar die verzorgde details,
als byvoorbeeld de goedmoedige ruzietjes tus-
schen twee taxi-chauffeurs, waardoor je je
aanstonds weer midden in Parijs voelt en
waardoor je heel het drukke gedoe van de bou
levards weer voor je ziet, zooals je het zag toen
je de laatste maal Parijs bezocht.
Kyk naar die brokstukken verweerde gevels,
met één enkel venster, waaruit een kleine tri
color wappert en je voelt je weer slenteren in
die armzalige slopje en steegjes, waar niets
mooi is en toch alles je aantrekt, waar je,
meer nog dan op de boulevards, het echte Pa-
ryzer leven kunt bespieden, 't echte, onbezorg
de leven van den gewonen man, met z'n zon en
z'n biyheid zon en blijheid, waar echter ook
de zonde en de misdaad tusschen door sluipen.
En dan zien we er ook het mondaine leven,
want de film geeft ons een kykje op Parijs op
z'n vroolijkst, op Parijs op den 14den Juli, den
herdenkingsdag van de bestorming der Bastille
-'MS'A
in 1789, den dag waarop heel Parijs feest viert,
rijk zoowel als arm.
Met dien feestdag is in de film verweven
vreugde en smart, liefde en misdaad, ernst en
luim en René Clair heeft dit alles saamgevoegd
tot een pakkend geheel, dat leeft en tintelt van
het begin tot het einde.
Door het geheel loopt natuurlijk een liefdes
geschiedenis, die, ook al even natuuriyk in een
filmverhaal, met allerlei ups en downs te kam
pen heeft. Maar ten slotte krijgen Anna en
Jean (Annabella en Thomy Bourdelle) elkaar
dan toch en dat is maar het voornaamste. Voor
Anna en Jean wel te verstaan;voor ons is
het voornaamste dat „Parijs danst" een film
is, die we met genoegen voor een tweede maal
zullen zien.
Wat voor een film zeker geen geringe lof-
pryzing is!
Volwassenen kunnen wij haar dan ook warm
aanbevelen.
Op geestige manier ingeleid door den voor
zitter der Haarlemsche afdeeling van boven
genoemd genootschap, den heer J. H. Sauveur,
zette professor Raoul Blanchard, van de Uni
versiteit van Grenoble gisterenavond in de
bovenzaal van restaurant ,,De Kroon" zijn
standpunt uiteen in zake den oorsprong van
het Fransche volk.
De Fransche geleerde, wiens naam als geo
graaf niet slechts in zijn eigen land hoog staat
aangeschreven, maar zelfs in tal van landen
in de oude en nieuwe wereld de heer
Blanchard doceert ook aan de universiteit van
Harvard, in Amerika zeide niet als geograaf
te zullen spreken, dezen avond, maar als
Franschman, die er zijn „hobbie" van maakt,
de afkomst na te pluizen van het eigenlijke
Fransche volk, dat naar de communis opinio
de schoonste mengeling van rassen is van heel
Europa.
Dat is waar, zoo zei spreker, maar op een
heel andere manier, naar zijn meening dan
algemeen wordt aangenomen.
Om zijn these aannemelijk te maken zou
hij gebruik moeten maken van de z.g. retro
grade methode. Beginnend bij het einde, en
alle elementen elimineerend welke, terug
gaande in de geschiedenis van het Fransche
volk, hun invloed op de samenstelling ervan
zouden hebben gehad, moet men wel komen
tot het pure ras, dat oorspronkelijk Frankryk
bevolkte.
Sinds wanneer, zoo vroeg spreker, zijn de
Franschen, wat ze op heden zijn?
Op geestige wyze werden de karakteristieke
eigenschappen van den doorsnee Franschman
belicht.
En dan werden achtereenvolgens verworpen
de afstamming der Spanjaarden, der Sarrasa-
nen of Mooren, der Noormannen, der Basken,
der Barbaren, der Franken zelfs, der Bour
gondiërs, der Romeinen en Grieken, der Gal
liërs, en dit alles op overtuigende gronden,
niet alleen historische, maar ook geographi-
sche en geologische. Zoodat ten slotte toch ook
de gezaghebbende geograaf, die professor
Blanchard is, aan het woord kwam in deze
belangryke historische kwestie.
Wie er dan wel geleek op het portret, dat
sinds oeroude tijden van den Franschman als
type van zijn ras bekend is? Men moet dat
type zoeken, zeide spreker, niet in de groote
steden, maar op het platteland.
En langs uiterst interessante, en vooral
geestig opgezette deducties kwam de geleerde
spreker dan tot de conclusie, dat reeds negen
tig procent van het Fransche ras in Frankryk
gevestigd was 1000 jaar vóór Christus, en dat,
rekening houdend met de gegevens uit het
neolithische en palelithische tydperk, in over
vloed aanwezig in Frankryk, het Fransche volk
reeds 8000 jaar en langer gevestigd moet zyn
geweest in de streken waar men het op heden
nog aantreft in zyn puursten vorm. Vandaar
de zeer bijzondere karaktereigenschappen, de
psychologie van den Franschman, die conser
vatief als weinig andere rassen, slechts tevre
den leeft in Frankrijk, wat de spreker anec-
dotisch op bijzonder frappante en geestige
wijze bewees.
De heer J. H. Sauveur vertolkte op geest
driftige manier de dankgevoelens der vergaderde
vrienden van Frankrijk in een geestig speechje,
geheel naar den trant waarmee de geleerde
spreker zyn auditorium den geheelen avond
zoo zeer had weten te boeien.
J. S.
Hedenavond om kwart vóór 9 zal de modera
tor, kapelaan J. P. van Houten voor de K. J. M.
V. „St. Augustinus" een lezing houden over Fre-
derik van Eeden, terwijl de voorz. der vereeni-
ging, J. van den Berg, op Donderdag 26 April
des avonds om kwart vóór negen een causerie
zal houden over „Luchtvaart ennog iets."
Deze bijeenkomsten worden gehouden in café
restaurant Gebrs. Brinkmann, Groote Markt.
Een ijverige collectante drong zelfs door tot op de hoogste bouwioerken
Toen in 1930 de nieuwe Rijksweg van Haarlem
naar Velsen gereed was, kwam de bebouwde
kom van Santpoort buiten het verkeer te lig
gen, doordat de nieuwe weg langs en met dóór
het dorp gelegd was. Het gedeelte van den
ouden weg, dat door het dorp liep, had toen
meteen zijn beteekenis als verkeersweg ver
loren en was tot stille dorpsstraat gedegra
deerd. De naam werd veranderd van Rijks
straatweg in Hoofdstraat.
Tegelijkertijd ging deze weg toen van het rijk
in eigendom over aan de gemeente Velsen.
Het rijk reserveerde een bedrag van t 66.666,
waarvan de gemeente de rente kon aanwenden
voor het onderhoud van de Santpoortsche
Hoofdstraat en de Meervlietstraat in Velsen.
Voor onderhoud was dit bedrag weliswaar
ruim voldoende, maar wie zich nog den toen-
maligen toestand herinnert,' zal wel toegeven,
dat deze een grondige verbetering hoog noodig
had, en daarvoor was voorloopig geen geld.
De bestrating bestond uit de beruchte „kin
derhoofdjes" en van trottoirs was niets te be
speuren.
Hier was de weg acht en even verder vier
meter breed! Op sommige plaatsen reden de
auto's vlak langs de huizen en kon men de
voordeur van zijn woning zóó binnenfietsen.
In het begin was dit alles nog zoo verschrik
kelijk niet. maar toen eenigen tijd later de Drie-
huizerkerkweg en de Zeeweg in Driehuis wer
den verbeterd en voor verkeer met alle voer
tuigen opengesteld, werd ook de Hoofdstraat
te Santpoort betrokken in de verbinding tus
schen IJmuiden en Haarlem, en was na verloop
van tyd alweer even druk bereden als vroeger.
Langzamerhand werd de toestand onhoud
baar, want de straat was lang niet voor het
verkeer geschikt en kon het niet verwerken,
doch door allerlei omstandigheden werd het
eerst Januari 1934 eer men eindelijk aan de
lang verbeide verbetering beginnen kon.
Een laatste hinderupaal was een inmenging
van het rijk, dat nog altijd eenige zegging
schap over den ouden Ryksweg uitoefent, het
geen een vertraging van enkele maanden ten
gevolge had.
Het werk werd begonnen aan den Haarlem-
schen ingang tot het dorp, en eischte al aan
stonds offers.
De monumentale boomenrij, die daar prykte.
moest n.l. verdwijnen, waardoor ook de laatste
sporen van de oude gedaante van den Rijks
straatweg werden uitgewischt; gelukkig had
men dit in het verleden reeds voorzien, zoodat
intusschen een nieuwe boomenry al aardig op
weg is, de oude te vervangen.
De groote klinkers werden volgens de rege
len der kunst „gerooid", welke daad door ieder
met vreugde begroet werd. De bochten werden
afgesneden, en ook het niveau van den weg
werd geheel gewijzigd, hetgeen wel een van
de grootste verbeteringen blijkt te zijn,
vooral verderop in het centrum van het dorp.
Groote moeilijkheden ondervond men bij he»
maken van de betonnen schering langs den
Ouden Delft, doordat de grond daar buiten
gewoon venig is.
Tot nu toe zijn deze moeilijkheden nog niet
geheel en al opgelost, evenmin als die met het
beekje aan den overkant, welke echter van
geheel anderen aard zijn: dat beekje valt n.l,
onder den schouw van Rynland.
Toen men na eenigen tyd met de bestrating
aanving, sloeg velen bewoners de schrik om het
hart, toen zy zagen, dat hiervoor weer de oude
keien gebruikt werden.
Nog grooter was de ontzetting van diegenen,
die in den eersten tijd na het gereedkomen
van dit weggedeelte het voorrecht hadden er
per autobus overheen te rijden, waarby men
groot gevaar liep tegen het plafond te worden
geworpen althans, om zeeziek te worden.
Gelukkig werd dit beter toen de weg een
maal wat ingereden was; trouwens: alles went
op den duur!
Doordat de weg over het geheel iets Dreeder
werd, was de voorraad keien gelukkig verbruikt
toen men met de bestrating gevorderd was tot
„Vlugthoven". van waaraf men verder ging
met baksteenen klinkers.
Vóór men echter zoover was, had men nog
andere moeilijkheden te overwinnen, wat zeer
veel tyd in beslag nam.
By den Slaperdyk bevindt zich n.l. de mon
ding der rioleering. Ongeveer een halven meter
onder het wegdek ligt daar een groote ronde
put, van ruim twee meter in doorsnee, waarin
niet alleen hec riool, maar ook het duinbeekje,
dat door de Neethof stroomt, uitmondt. Een
duiker voer het water verder af naar het
beekje, waarvan we hierboven reeds spraken,
als vallende onder den schouw van Rijnland.
Bij het openleggen van dezen put nu bleek
hy bijna geheel te zyn volgeslikt met bezinksel,
waarin speciaal de slachteryen een groot aan
deel hadden, getuige de onsmakeiyke vondsten
van vleeschresten, ingewanden, enz.
Daar Rijnland zich reeds eerder verontrust
had over den onhygiënischen toestand, dat de
Santpoortsche rioleering op een polderboezem
uitmondt, en nu bovendien nog aan het licht
trad, welk aandeel de slachteryen daarin had
den, gaf de heemraadschap te kennen, niet
langer voortduring van dezen toestand te' kun
nen dulden: in October as. zal ze aan de uit
monding van het beekje in den polderboezem
een einde maken, door afsluiting van den dui
ker onder den Rijksstraatweg.
De gemeente staat hierdoor voor een fait
accompli: voor dien tijd zal een andere oplos-
II.
Het derde lustrum van de R.K. Reclassee-
ringsvereeniging te Haarlem is niet in
het openbaar en met eenigen „luister" ge
vierd, voornamelijk hierom, omdat de aard van
het werk zich moeihjk met publiciteit en nog
mindere met feesteiykheid verdraagt. Daarvoor
bemoeit de reclasseering zich te zeer met per
sonen en wel op zeer persooniyke manier; dat
begrijpt iedereen, die er zich rekenschap van
geeft, dat het arbeidsveld van hen, die in de
leclasseering werken, voor een deel binnen de
muren der gevangenis is gelegen. Want al is
reclasseeren eenvoudig gezegd dit: personen,
die uit eenige gevangenis ontslagen zyn, op te
heffen uit hun ellendigen toestand, opdat zy
niet weer tot misdrijf vervallen de zorg voor
deze personen begint toch reeds als zy voor
straf zyn ingesloten en vaak nog vroeger. Een
dokter spreekt niet openiyk over den toestand
van zgn patiënt, een advocaat verraadt de be
langen van zgn cliënt niet aan het publiek, de
reclasseerder, die in zekeren zin dokter en ad
vocaat is, zal het ook niet in de courant laten
zetten of op andere wyze aan de groote klok
hangen, wat hy met zyn zorgenkinderen beleeft.
Dit wil nu ook weer niet zeggen, dat er van
het werk van een reclasseeringsvereeniging niets
naar buiten dringt en dat niet in het algemeen,
met gevallen en getallen, is aan te geven, wat
de hand der leden te doen vond en hoe dit
werd gedaan. Wie zich daarvoor interesseert
tot in bijzonderheden, raadplege eéns een jaar
verslag. Hij ziet dan, dat er regelmatig door de
vereeniging bestuurs- en bureauvergaderingen
worden gehouden, waar zich ook degenen ko
men vervoegen, die voor zichzelf of voor ande
ren hulp der reclasseering wenschen in te roe
pen. Hy verneemt dan iets over het celbezoek
door de leden, dat een der voornaamste deelen
van het werk wordt genoemd en daardoor het
dikwyis gelukt een onwillige of onverschillige tot
betere gedachten te brengen, met het gevolg,
dat hy gedurende zyn straf zyn godsdienst
plichten weer vervult en de verwachting wekt,
dat hij, eenmaal in vrijheid, ook zijn maat
schappelijke plichten niet opnieuw zal verwaar-
loozen. Hy maakt kennis met de taak van den
Aalmoezenier, die geregeld de ingeslotenen in
de strafgevangenis en het huis van bewaring
bezoekt, een priesterlyke arbeid, die voor het
zieleleven van de gevangenen van de hoogste
beteekenis is; hij leest er tegeiyk van de weke-
hjks opgedragen H. Mis in de gevangeniskapel en
van de gezongen H. Mis, eenmaal per maand,
waar de kerkkoren van de stad aan medewer
ken. Hü slaat een beteren blik in het leven der
gevangenen, als hy ziet, hoe niet alleen de on
derwijzer der gevangenis en de aalmoezenier de
ingeslotenen aan goede lectuur helpen, maar
hoe ook de vereeniging op dat punt werkzaam
is. En dan komt hy (het zal natuuriyk even
vaak een „zij" wezen) aan een opsomming van
de overtredingen gedurende dat jaar, in ver
band waarmede rapporten van de reclasseerders
werden gevraagd; aan de vermelding, met cy-
fers, van onder toezicht staande personen, die
in hoofdzaak voorwaardeiyk veroordeelden zyn,
een getal, dat soms dicht de honderd nadert.
Het zijn in al hun geheimzinnigheid toch
sprekende cijfers, die zoo'n jaarverslag ver
meldt, maar wie ze leest en even nadenkt, voelt
ook, dat een reclasseeringsvereeniging minder
dan haar zusters aan de openlijke viering van
een lustrum denkt. Haar werk is immers daar
voor te intiem. Het is ook geen arbeid voor een
groot aantal leden: het wordt door een beperk
te groep van medewerkenden uitgeoefend, in
samenwerking met de Rechteriyke Macht.
Maar wèl is dit waar: zonder medewerking
van de „buitenwereld" kan de reclasseering niet
slagen. Er moet ernstige en ruime belangstel
ling voor zyn, willen de noodzakelijkheid en
de nuttigheid van die herstelpogingen begrepen
worden. En dit niet alleen: er moet ook een
geest van medeleven en hulpvaardigheid onder
de geloofsgenooten zyn, zal de arbeid der ka
tholieke reclasseering tot het beoogde doel kun
nen leiden.
Daarom lykt het ons goed en zelfs noodig,
nog eens op de beteekenis van dit mooie liefde
werk te wijzen, om meerdere kennis omtrent
de zaak te verspreiden en mogelijk hier en daar
nog bestaande vooroordeelen weg te nemen.
Wellicht vindt men het onzerzyds niet te veel
gevraagd, dat de katholieken als late feestgave
aan de Haarlemsche afdeeling, eenige oprechte
belangstelling aan haar streven wijden.
We komen er dan nog maar eens op terug;
het doel van de reclasseeringsvereeniging is,
kort gezegd, dit: Zij wil hen, die met den straf
rechter in aanraking dreigen te komen of reeds
gekomen zyn, met raad en daad bijsaan.
Wanneer men nu met aandacht volgt, wat
wy te verklaren hebben omtrent dit doel en
de middelen, die daartoe worden aangewend,
dan zal men erkennen, dat hier met recht ge
sproken wordt van een werk van barmhartig
heid, door den Meester ons geboden: de gevan
genen verlossen.
In rechtbankverslagen ontmoet men dikwyis
de mededeeling, dat aangaande een verdachte
het oordeel is of wordt ingewonnen van een
plaatseiyke reclasseeringsvereeniging, behoo-
rende tot de godsdienstige of maatschappeiyke
richting van den verdachte. Men kan daaruit
opmaken, dat de rechter niet tevreden is met
zyn eigen oordeel over den delinquent, gegrond
op zyn kennis van de gebleken feiten, maar
dat hy de verschillende omstandigheden, die
mede tot het begaan van het misdrijf hebben
geleid, in aanmerking wenscht te nemen by het
bepalen van een rechtvaardige straf. En dat
niet alleen. Het gaat by onze rechtspraak niet
uitsluitend om het vaststellen van de straf, die
de veroordeelde voor zyn overtredingen dient
te ondergaan, de rechter ziet verder. De maat-
schappy is er niet voldoende mee gebaat, dat
op een misdaad gedwongen boete volgt. De
straf dient tot vergelding, maar ook tot ver
betering. Het resultaat van de rechtspleging is
oneindig veel groot.er, wanneer de opgelegde
straf of boete een herhaling van het misdrijf in
de toekomst doet voorkomen en den veroor
deelde als een zedeiyk hersteld mensch aan de
samenleving teruggeeft.
Over die maatschappeiyke beteekenis van de
reclasseering zullen we later nog een paar woor
den zeggen dat zy inderdaad een groot so
ciaal belang uitmaakt mag de lezer niet uit
het oog verliezen. Maar al te dikwyis wordt
gedacht, dat de reclasseering haar voornaam
ste taak zoekt in het helpen, met geld en ar
beid, van gestraften, en dan nog wel ten na-
deele van hen, die nooit met den strafrechter
in aanraking zijn gekomen. Een oppervlakkig
oordeel, gegrond op de onvoldoende beschou
wing van een enkel geval.
Zooals gezegd, wint de rechteriyke macht
dikwyis de meening van een reclasseeringsin-
stelling in, om aan de hand van haar rapport
de juiste straf te bepalen. Menigmaal wordt in
dat voorlichtingsrapport geadviseerd, een ver
dachte voorloopig niet te vervolgen; een andere
maal wordt gevraagd, een voorwaardeiyke ver
oordeeling uit te spreken (waarbij de straf wel
wordt toegemeten, maar nog niet wordt toege
past, om den veroordeelde de kans te geven,
te toonen, dat hy ook zonder het ondergaan
van gevangenisstraf zich voor een hervallen in
het kwaad kan bewaren); soms ook komt het
voor, dat verzocht wordt, in plaats van gevan
genisstraf een geldboete op te leggen.
Het reclasseeringswerk heeft in den loop der
jaren wel zoozeer het vertrouwen der rechter
iyke macht gewonnen, dat de boven aangeduide
adviezen ook voor het grootste gedeelte worden
opgevolgd. Het spreekt vanzelf, dat een derge-
lgk advies eerst na een nauwkeurig onderzoek
omtrent den persoon van den beklaagde, zyn
omgeving en betrekkingen, zijn verleden en zyn
vooruitzichten wordt gegeven alleen een goed
gedocumenteerd rapport en een wel gemotiveerd
advies kunnen immers den rechter dienen.
Er is niet zoo buitengewoon veel menschen-
kennis en wereldkennis noodig om in te zien,
van hoeveel belang het is voor iemand, dat hy,
na de wet overtreden te hebben, zyn schuld
kan vereffenen zonder in een gevangenis te
worden opgesloten. Misschien is een enkele van
meening, dat er feiteiyk geen sprake is van ver
gelding en boete, zoolang de celdeur niet met
een zwaren slag achter den delinquent is dicht
gevallen. Inderdaad zyn er gedegenereerden en
onverschilligen, voor wie alleen de gevangenis
een plaats van boete kan zyn maar het zyn
toch ook weer dezen niet, die het meest onder
dien vorm van straf te ïyden hebben. Het voor
deel van de insluiting is in zulke gevallen vrij
wel alleen aan de zyde der burgerhjke maat-
schappy, die daardoor tegen het verdere mis
dadige optreden van de verdorvenen gevrij
waard wordt.
Van den verjaardag van H. K. H. Prinses
Juliana op 30 April 1934 tot en met 31 Juli 1934
zullen crisispostzegels worden uitgegeven. Zij
zijn geheel en al geldig als gewone postzegels.
Gedurende het tijdvak van verkoop kunnen ook
de in gereed geld betaalde kosten wegens niet
periodieke bij abonnement gefrankeerde ge
drukte stukken en monsters, op verzoek van de
aanbieders dezer stukken door den postambte
naar worden verantwoord in crisispostzegels op
de achterzijde van een daartoe bestemd postfor-
mulier. De frankeerwaarde der gebezigde ze
gels moet overeenstemmen met het verschul
digde port. Het formulier, waarop de zegels zijn
geplakt, wordt, nadat deze met den dagteeke-
ningsstempel zijn onbruikbaar gemaakt, aan
den aanbieder teruggegeven.
Na 31 Juli as. zijn de zegels niet meer ver
krijgbaar; zy biyven evenwel geldig tot en met
31 Mei 1935.
Uitgegeven worden zegels van 5 en 6 cent,
respectievelijk met de beeltenis van H. M. de
Koningin, Beschermvrouwe en H. K. H. Prin
ses Juliana, Eerevoorzitster van het Nationaal
Crisis Comité. Dit is de eerste r. aal. dat een
postzegel met de beeltenis van H. K. H. Prinses
Juliana in omloop wordt gebracht.
De toeslag bedraagt voor de 5 cents zegels 4
cent en voor de 6 cents zegels 5 cent, de ver
koopprijs wordt derhalve respectievelijk 9 en 11
cent.
Door het N. C. C. zijn maatregelen getroffen,
waardoor naast den lokettenverkoop ook door
de Plaatselijke Crisis Comité's zelve aan den
verkoop kan worden deelgenomen, waarbij het
batig saldo der door eigen activiteit verkochte
zegels aan het plaatselijk comité ten goede
komt.
Daar het nog steeds noodzakelijk blijkt vol
doende inkomsten voor de crisissteunverleening
te behouden, doet het Haarl. Crisis Comité een
dringend beroep, op de Burgerij om langs dezen
weg de geldmiddelen van het Plaatselyk Comité
te versterken.
Aangezien de benoodigde zegels vooraf besteld
moeten worden, verzoekt het Comité tijdig het
gewen schte aantal stuks op te geven aan het
bureau. Lange Begijnestraat 13 rd„ hetwelk
voor de distributie zal zorgdragen en waarmede
de verrekening eerst bij levering van de zegels
behoeft plaats te vinden. De bestellingen kun
nen ook per telefoon no. 14505 geschieden. Wü
vertrouwen, evenals altijd, op de volle mede
werking van de Haarlemsche Burgerij!
Het Haarlemsch Crisis Comité:
Mgr. J. D. J. Aengenent. Voorzitter.
Prof. Dr. A. A. van Schelven,
2e Voorzitter.
C. van der Winden,
Jhr. Dr. J. C. Mollerus,
Secretarissen.
W. Korvinus, Penningmeester.
J. Ph. H. Castricum.
H. E. Everard.
H. Franken Jr.
W. J. B. van Lieut.
H. H. Luyken.
E. Overbeek.
Mr. K. A. F. J. Pliester.
M. A. Reinalda.
Plebaan L. A. A. M. Westerwoudt.
sing moeten worden gevonden, of.... Sant
poort-Dorp komt zonder rioleering. Bovendien
is ook het gevaar niet denkbeeldig, dat het met
de rioleering van Santpoort-Station denzelfden
kan op zal gaan. Deze mondt n.l uit in c.e Jan
Gijzenvaart, Qie ook onder den schouw van
Rijnland ressorteert.
Ofschoon het standpunt van Rynland te res
pecteeren is, vinden we toch het moment om
haar beslissing bekend te maken, zonder verder
overleg, minder juist gekozen.
Thans is de mogeiykheid niet uitgesloten,
dat over eenigen tyd de Hoofdstraat weer moet
worden opgebroken om de rioleering te veran
deren. De eenige uitweg is n.l. deze te doen aan
sluiten op het pompstation aan den Doodweg,
dat in verbinding staat met het Noordzee
kanaal.
De moeilijkheden aangaande deze kwestie zyn
echter niet alleen voor de toekomst: ook thans
is de toestand lang niet rooskleurig. De buizen
liggen n.l. zeer ondiep en blijken op vele plaat
sen half verstopt, waardoor af en toe een on-
draaghjke lucht uit de putten opstijgt.
Met angst en vreeze ziet men de toekomst
tegemoet, want, o, die platte beurs van Velsen!
Wat het aanzien van de Hoofdstraat vooral
ten goede is gekomen, is de aanleg van trot
toirs. Hiertoe was het noodig vele voortuintjes
en eigen stoepjes te onteigenen, waarin de
meeste bewoners vrijwillig toestemden.
Des te vreemder indruk maakt daarom d«
siuatie op den hoek van den Slaperdyk. Op
dezen hoek nJL wordt plotseling het trottoir
onderbroken door een simpel stukje grond, dat
by de dijk behoort.
De eigenares alweer Rynland is doof
voor alle aanbiedingen en doet geen afstand
van het dierbaar plekje.
Tydens de werkzaamheden moest natuurlijs
het verkeer worden omgeleid. Hierdoor ge
beurde het, dat de Westlaan een nauw bin-
nen-weggetje, tot voor eenige jaren nog par
ticulier eigendom langen tyd een hoofd-
verkeers-ader werd. Daar twee auto's elkaar
hier nauwelijks kunnen passeeren, leverde dit
talrijke hachelyke situaties. Het was zelfs noo
dig op den hoek der Hoofdstraat een verkeers
agent te plaatsen.
Het gedeelte tusschen Westlaan en Hagelin-
gerweg werd in den recordtijd van 2y„ dag af
gewerkt, omdat voor dit deel geen geschikte
omweg voor het verkeer was te vinden.
Men heeft dit toen zelfs door 'n stuk weiland
moeten leiden, over een geïmproviseerden weg
van ijzeren platen.
De werkzaamheden aan het Noordelijk deel
van den weg hebben een minder vlot verloop
gehad, doch thans is het zoover, dat de open
stelling voor het rijverkeer wellicht heden nog
geschieden zal, waardoor alles weer zyn nor
maal verloop krijgt.
Er rest nu nog alleen de afwerking der trot
toirs van het Noordelijk deel en van enkele
kleinere details, waarmee men echter binnen
een week of drie gereed hoopt te zijn. Dan zal
ook Santpoort een Hoofdstraat hebben, die
het waardig is.
Woensdag 25 April zal de .Kennemer Foto
kring" des avonds om 8 uur vergaderen in de
Sociëteit „Vereeniging" aan den Zylweg.
De agenda vermeldt o.a. beoordeeling 50 pun
ten wedstrijd.