Onnes' schuld bewezen geacht
drama
De bekentenis in het
van Putbroek
Winkelsluiting op
Zondag
SCHERP REQUISITOIR
DINSDAG 24 APRIL 1934
In de bloeiende Betuwe bij Eist
Op een tiental bewijsgronden
bouwt mr. van Dullemen
zijn eisch op
Hooge straf gevraagd
Het chantage-verhaal
Nog meer merkwaardigs
Tegenwerking
Chantage noch inbraak
Welk voordeel had O.?
MIJNOPZICHTER GEDOOD
ABBé E. BUYS t
SCHIP GESTRAND
Op eigen kracht weer vlot
OPLICHTER GEPAKT
BEMIDDELINGSVOORSTEL
AANVAARD
AAN DE GEVOLGEN
OVERLEDEN
TWEE HUIZEN AFGEBRAND
GRUWELIJK MISDRIJF
Bijzonderheden over de door den
jongsten jachtopziener afge
legde bekentenis
De juiste toedracht
Het wetsontwerp tot verruiming
voorloopig van de baan
Berechting van de
officieren
Uitspraak Vry dag a.s.
Dessahoof d mishandeld
Ernstig verzet tegen de betaling
van landrente
Mr. L. A. M. Sassen f
Een scherpzinnig jurist heen
gegaan
Handelsbesprekingen
Voorbereidende onderhandelingen
te Londen
NEDERLAND—FRANKRIJK
WORDT UITGEZONDEN
Het stormt in de
stratosfeer
Te voet van Nederland
naar Indië
Twee Gooische jongemannen
houden vol
WAARHEEN GAAT TROTZKl?
Een gesprek voor de heg van
de villa
MGR. SCHRdDER
CHELSEA HERSTELT ZICH
GIFT VAN PRINSES JULIANA
Ongeleend groot is vandaag de belangstelling
Voor dezen 23sten zittingsdag van het Nijen-
rodeproces. Zoowel de publieke tribune als de
gereserveerde banken zijn geheel gevuld. Van
daag zal de Officier van Justitie, mr. A. van
Du'lemen, reauiseeren.
Om kwart over tien komt de rechtbank bin
nen, direct is het woord aan den Officier. Hij
brengt nog enkele stukken in het geding be
treffende de financieele toestanden van Onnes.
Voorts vraagt hij een kleine veranderingvan
de dagvaarding.
De Officier vangt dan onder ademlooze stilte
zijn requisitoir aan.
Dit proces zal steeds als een merkwaardige
zaak in de annalen van het recht geboekstaafd
blijven. Pel hekelt de Officier het optreden van
verschillende politiemannen In deze zaak. Vele
punten zijn naar voren gekomen, die uit mo
reel oogpunt uiterst verwerpelijk zijn. In welke
zaak als deze heeft men een zóó groot gebrek
aan moed kunnen constateeren van verschil
lende getuigen wat betreft het afleggen van
verklaringen?
Een eigenaardigen kijk hebben we gekregen
op Koning en Witbraad.
Nochtans aanvaard ik met vreugde de taak
om te requireeren, lo. om duidelijk in het kort
te kunnen uiteenzetten de hoofdpunten uit het
groote bewijsmateriaal tegen dezen hoofdver
dachte, waarvan door allerlei bijomstandighe
den de aandacht is afgeleid; 2o. omdat recht
en rechtvaardigheid gebieden, dat dezen zéér
geraffineerden verdachte een gerechte straf
wordt opgelegd.
De Officier verdeelt dan het bezwarend ma
teriaal in verschillende hoofdgroepen;
lo. De onverklaarbare houding bij de ar
restatie van Onnes; 20. Aperte tegenstrijdighe
den en leugens van verdachte; 3o. Onwaarheid
eh onwaarschijnlijkheid van het chantagever-
weer; 4o. Onwaar verweer, dat Koning zou heb
ben laten inbreken uit eigen winstbejag; 50.
Doorloopende tegenwerking van Onnes bij op t
spoor zijn van het goed; 60. Ziekelijke belang
stelling voor het eenmaal gevonden goed en
het beide keeren aanbieden aan Top om het
voor de assurantie te verkoopen: 7a Verzwij
gen van Koning, Witbraad, Polk-Theeboom te
genover de Justitie, Politie, v. d. Dusse, Goud
stikker en van Ledden Hulsebosoh; 80. Bewijs
uit de bedenkelijke, steeds doorloopende relatie
met Koning; 80. De betaling van 1000.aan
de verhuizers op 3 of 4 Maart 1932.
Alvorens deze punten in bijzonderheden te
behandelen bracht spr. hulde aan den rechter-
sommlssaris mr. Smits, aan den inspecteur Pos-
ihuma, die het politieonderzoek leidde en aan
ie beide rechercheurs Loman en De Weilé, die
met groote wilskracht en karaktervastheid hun
onderzoek hebben ingesteld.
Hierop behandelt de Officier de punten stuli
voor stuk tot in bijzonderheden.
1. Onverklaarbare houding van Onnes bij ar
restatie. Onnes heeft bij het eerste verhoor ab
soluut niet gesproken over de chantage, die door
Koning op hem zou zijn gepleegd. Pas bij het
vijfde verhoor, door inspecteur Posthuma aan
Onnes afgenomen, noemt hij den naam Koning.
Punt 2. Tegenstrijdigheden en leugens van
verd.:
Het is door verklaringen van den inspecteur
van de belastingen komen vast te staan, dat de
belastingdienst het Onnes lastig maakte. Onnes
zat er slecht voor, hoewel hij ook deze belas
tingkwestie ontkende.
Ook over de wijze, waarop het zilver in het
Kasteel was opgeborgen, heeft O. onwaarheden
verteld.
De Officier behandelt dan de vraag betref
fende bet aantal schilderijen, dat gestolen is.
Verd. Onnes heeft opgegeven: zeven schilde
rijen. De verhuizers verklaren, dat zij er slechts
vijf hebben meegenomen. De schilderijen „Mu
lat" en „De drie Koningen" hebben zij niet
meegenomen, er zou voor hen geen enkele
reden zijn om van vijf te spreken, ais het er
zeven geweest zijn. De twee schilderijen zijn
bovendien nooit teruggevonden.
Voorts staat het vast, dat verdachte op 3
Maart op bezoek is geweest by Goudstikker.
Onnes ontkent dit, maar het blijkt uit de kwi
tantie, op dien dag aan Goudstikker algege
ven. Het is ook op dien dag, dat de 1000 hand
geld in Parkzicht door O. aan Koning /Jjn ter
hand gesteld. Dit klopt met de verklaringen
van Koning, Witbraad en Mees Gerritsen.
Punt 3. De chantage is absoluut onaanneme
lijk, zoo zegt de Officier. Onnes heeft tegenover
inspecteur Posthuma in de eerste vier verhoo-
ren niet over chantage gesproken. Uitvoerig
gaat spr. op dit punt in. Onnes heeft hoewel
hy daartoe volgens de polisvoorwaarden ver
plicht was aan de verzekering niet ver
teld, dat K. hem z.gm. chanteerde en dat deze
meer van de zaak afwist.
Vóór de oh&ntagepoging zou zyn gedaan,
werkte Onnes tegen by de opsporing van het
gestolen goed. In dit verband wees de Officier
er 00, dat by de scène in Louis XVI, toen hem
een foto van het flaconnetje werd getoond. On
nes ontkende, dat het een van de gestolen
voorwerpen was.
Tusschen 20 en 27 April zou Koning met zyn
chantagepoging zyn begonnen, doch daarna is
nog een groot aantal gesprekken tusschen Ko
ning en Onnes gevoerd. Toen O. dan gedreigd
werd met chantage zooals hy beweert is
hy niet naar een advocaat of naar do politie
of justitie gegaan. Na de chantage-poging, zoo
verklaart verd. zelf, heeft hy aan Koning nog...
reisgeld gegeven!
Maar we zyn nog niet aan het einde van de
merkwaardigheden: Konlng's heele chantage
poging bestend uit het dreigen, dat hy een deel
van het gestolen goed op Nyenrode zoii terug
sturen. Onnes wist toen echter reeds, dat inder
daad een deel van het gestolene was terugge
vonden, dit was hem getoond door den assu
rantie-expert van der Dussen. Ook de persoon
van Koning en zyn aandeel in de zaak maakt
chantage vrijwel onmogelyk.
Koning had een belangryk aandeel in de
„verhuizing" en als hy iemand beschuldigde,
zou hij belf mede gevaar loopen. Indien Onnes
zooals hy beweert onschuldig was, be
hoefde hy toch voor chantage van een man als
Koning niet bang te zijn.
Het is onmogelyk aan te nemen, dat Koning
zou hebben laten Inbreken uit eigen winstbe
jag. In dat geval zou hy er voor hebben ge
zorgd, dat Witbraad de zaak zelf opknapte. Hy
hebben laten meenemen. De maatregelen, die
voorbereidingen. De schilderyen stonden overal
gesignaleerd en waren onverkoopbaar Ook de
miniaturen waren bekend en hét"zou direct zyn
opgevallen als ze te koop werden aangeboden.
Ware het een echte Inbraak, dan zouden de in
brekers heel andere dingen hebben meege
nomen. Koning zou als hy voor eigen reke
ning had gewerkt, heel andere voorwerpen
hadden laten meenemen. De maatregelen, die
de „verhuizers" voor hun veiligheid namen, wa
ren slechts .gering. Zij zyn rustig eenige uren
in het kasteel bezig geweest, de lampen staken
zij aan, terwyl zij de gordijnen dicht schoven.
Spr, verwerpt hiermede dus het verweer, dat
Koning uit eigen winstbejag de inbraak heeft
laten plegen.
We zijn dan genaderd tot punt 5 van het re-
quiaitoir: doorloopende tegenwerking van Onnes
bij het op spoor zyn van het goed.
Wederom behandelt de Officier het gebeurde
in „Louis Seize". Vervolgens bespreekt hij het
bezoek op 6 September van Johanknegt aan
Onnes. Onnes schrok geweldig. Nauweiyks is
Johanknegt vertrokken het bezoek duurde
anderhalf uur of hij schrijft een briefje aan
Koning. Hij schrijft den man, die hem chan
teerde, dat hij gaarne een onderhoud met hem
zal hebben. Koning schrijft per ommegaande
terug en ze maken een afspraak voor den vol
genden dag. „Is dat," zoo roepj de Officier uit,
„de houding van een onschuldige?"
Spr. neemt aan, dat de verklaringen van Jo
hanknegt en zyn secretaresse over het algemeen
juist zyn. Ook neemt hij aan, dat hun verkla
ringen ten aanzien van de Hollandsche Rading
juist zyn.
Een eigenaardigen kijk op Onnes houding
krijgen we door het volgende:
Toen mej. mr. Frida Katz in de Tweede Ka
mer vragen stelde naar aanleiding van het euvel
van terugkoopen van gestolen goed door de ver
zekeringen, betuigde de heer Onnes in een brief
haar adhaesie.
Toen Onnes dat epistel schreef, was hy er
reeds mee bekend, dat een deel van het by hem
gestolen goed was teruggevonden en was terug
gebracht door de verzekering. Tegenover de po
litie hield hy echter zijn mond over die weten
schap.
Kort behandelt spr. hierop punt 6 en 7. Uit
voerig staat hij stil by punt 8: de bedenkelyke
steeds doorloopende relatie met Koning.
De verdediging heeft haar best gedaan Koning
zoo zwart mogelyk te maken. Maar dat is een
tweesnijdend zwaard geweest: dan is het toch
wel zéér bedenkelyk, dat Onnes zoo druk met
hem omging, hem zooveel brieven schreef en
hem zoo dikwyls opbelde.
Ook ls het de verdediging niet gelukt om aan
te toonen, dat Koning een chanteur of een in
breker is. Wel staat vast, dat hy een hekel aan
assuradeuren heeft en dat het voor hem een
soort sport is, assuranties te bedriegen. Toen het
woord „chanteur" door Onnes werd genoemd, is
Koning boos geworden en toen heeft hy gezegd:
„Nu zal ik de waarheid zeggen, dat woord chan
teur laat ik niet op me zitten,"
Uit den persoon van Koning biykt dus, dat hy
voor Onnes „the right man on the right place"
was.
Uitvoerig behandelt de Officier dan de brief
wisseling Onnes-Koning. (Volgens Koning zou
deze briefwisseling een camouflage zyn, volgens
Onnes zou het uitsluitend over beleening van
schilderyen gaan). De brieven, zoo merkt de
Officier o.m. op, zyn zéér beleefd gesteld in
weerwil van het feit, dat in die periode de
chantage reeds was begonnen. Van een werke-
lyk zakendoen, een echte beleening van schil
derijen, blykt niets. Er is eindeloos gecorrespon
deerd en er is geen enkele zaak tot stand ge
komen. En dat by twee menschen, die vroeger
in enkele minuten besluiten namen in mil-
lioenen zaken.
De briefjes waren uitsluitend bestemd voor af
spraken en signalen. Op de meest zonderlinge
plaatsen, waar hy geen personen uit zyn naaste
omgeving kon aantreffen, kwamen Onnes en
Koning samen, wel een bewys van het samen
spannen van deze beide menschen „zoowel 't
chantage-verweer als het inbraakverweer"
aldus recapituleert spr. „worden door my ver
worpen."
Vervolgens somt mr. van Dullemen een zeer
groot aantal byzonderheden op, welke Koning
weet van het kasteel; bijzonderheden welke hem
voor het meerendeel slechts door Onnes konden
zijn meegedeeld.
Koning kent byzonderhden over de situatie,
de bewaking, de assurantie, de grendels van het
raam, de bewaarplaats van het zilver; hy kent
de slaapplaatsen van het personeel, hy weet van
de twee gebroken beeldjes en het spoedig betalen
van de verzekeringssom door de verzekering.
„Welk voordeel had Onnes by deze gefin
geerde inbraak", zoo vraagt de Offclier zich
vervolgs af.
Hij wilde geld hebben, om het nog rustig
enkele jaren op Nyenrode te kunnen uitzingen.
Onnes' geld zat in de kunstschatten. Het liquide
maken was niet mogelijk door zyn contract
met Goudstikker, De financieele toestand van
Onnes was niet gunstig.
Hy geeft dit zelf tegenover den rechter
commissaris toe. Zelfs kleine rekeningen wer
den door verdachte soms tot tweemaal toe
terugestuud.
Financieele werd Onnes van ondergang gered
In Februari '32 door de uitbetaling van 10.716,
voor gebroken beeldjes. Na de inbraak kon hij
nog 20.000 leenen op de vordering, die by had
op de verzekering.
Tenslotte kwam spr. tot de strafmaat. Het
O. M. noemde het feit zeer ernstig en het ware
beter geweest, wanneer verdachte rulterlyk
had bekend, zooals ook de andere verdachten
hebben gedaan. De langdurige voorloopige
hechtenis is verd.'s eigen schuld. We dienen
wel in aanmerking te nemen, dat de zaak reeds
twee jaar geleden is en Onnes in voortduren
de spanning zat. Dit zenuwsloopende is al een
straf op zichzelf. Wel moeten we erkennen, dat
verd. een groot man is geweest in koopmans
kringen, die veel goed heeft gedaan.
Wegens oplichting vorderde de
Officier een gevangenisstraf van
twee jaar en zes maanden, met af
trek van acht maanden voorarrest.
Verdachte roept uit: „Ik ben onschuldig,
meneer de Officier."
Er wordt dan gepauzeerd tot 2 uur.
(Ongecorrigeerd)
De gehuwde mynopzichter O. H., 29 jaar
oud en afkomstig uit Kerkrade, is in den af-
geloopen nacht in Staatsmyn „Wilhelmina"
onder afvallend gesteente bedolven en gedood.
De WelEerw, Heer pastoor Splerts is in de
myn afgedaald en heeft den ongelukkige het
H. Oliesel toegediend.
Na een kort, welbesteed priesterleven is de
Weleerw. heer Abbé E. Buys, een geboren
Nymegenaar, te St. Quentin, na een herhaalde
operatie overleden.
De weleerw. heer C. Buys, eenige jaren ge
leden priester gewyd, studeerde aanvankelijk
by de S.VD. te Uden en Teteringen en werd
toen aangenomen voor het groot seminarie te
Soissons, waar hy werd opgeleid voor den
Franschen parochiedienst.
In weerwil van zijn wankele gezondheid
heeft hij in het groot-stads-parochieleven van
St. Quentin een priesterlyken yver ontplooid,
welke de bewondering en dankbaren eerbied
der Fransche katholieken opwekten.
Omstreeks 1 uur vannacht strandde op het
Bemrif ten Noord-Westen van Ameland een
stoomtreiler van onbekende nationaliteit.
De reddingsboot „Brandaris" van Terschel
ling voer uit, doch kon halverwege terugkee-
ren, daar het schip te ruim vyf uur heden
ochtend op eigen kracht vlot kwam en zyn reis
vervolgde.
Op verzoek van den burgemeester van Schaes-
berg is door de gemeente-politie van Kerkrade
aangehouden J. van K., die zich te Schaesberg
aan verschillende oplichtingen heeft schuldig
gemaakt. Van K. is een bekend oplichter en
reeds herhaaldelijk door de rechtbank te Maas
tricht daarvoor veroordeeld. Hy is ter beschik
king gesteld van den burgemeester van Soha/s-
berg.
In den regel gaf hy zich uit voor aannemer,
beloofde werkloozen tegen een flink loon werk,
liet hun op een bepaald punt bijeenkomen,
waar den menschen bleek, dat zy de dupe wa
ren geworden van een bedrieger.
Partyen, betrokken bij het conflict in de
Oost-Groningsche steenindustrie, hebben het
voorstel van den Ryksbemiddel'aar, den heer
H. J. P. Bloemer, aanvaard.
Thans zal de Rijksbemiddelaar zyn mede
werking verleenen om tot economische samen
werking te komen }n de geheele Groningsche
steenindustrie.
Naar wy vernemen is het meisje B. Theeu-
wen, dat verleden week by de noodlottige vecht
partij te Hout-Blerick door een schot in den
buik werd getroffen, hedenmorgen in het zie
kenhuis te Venlo aan de bekomen verwondin
gen overleden.
Hedenochtend zyn twee hulzen, respectieve-
lyk bewoond door de weduwe Bosman en den
heer W. Bosman aan den Amhemschen weg
te Rheden, tot den grond toe afgebrand. De
brand ontstond in de woning van de weduwe
Bosman, doch sloeg, door den vry sterken wind,
over naar de achtergelegen woning van aen
heer Bosman.
De brandweer stond tegenover de vlammen
zee machteloos. De geheele inventaris der twee
huizen is mede een prooi der vlammen gewor
den. De huizen en inboedel waren laag ver
zekerd.
Omtrent den inhoud van de door v, d. E. Jr.
afgelegde bekentenis vernemen wy nog het
volgende:
Na in den avond van het drama te Poster-
holt verschillende café's te hebben bezocht,
wilde de zoon zich ter ruste begeven. Hy werd
echter door zyn vader weer naar beneden ge
roepen, om zich met hem naar Putbroek te
begeven. De zoon voelde hier eerst niets voor,
doch gaf tenslotte toe en beiden gingen zwaar
bewapend op weg. Buiten gekomen deelde de
vader den zoon mede, dat hy naar het huis
van de Kerstens ging om zich daar verdekt op
te stellen en de bewoners naar buiten te lok
ken. Hy zou echter eerst een schot door de
ruiten lossen en als daarop de zoons van Ker
sten naar buiten kwamen, zou hy hen leder
een schot in de knoken geven. Zij zouden het
stroopen dan vel afleeren.
De zoon had hier niet veel trek in, maar
ging tenslotte met het voorstel van zyn Vader
accc-ord om den stroopers schrik aan te jagen.
Voorby de woning van Rejjnders in Putbroek
gingen beiden het veld in. Vader v. d. E. liep
links, dus het kortst langs den weg van An-
nendaal naar Putbroek. Opeens draaide vader
van den E. dien weg weer op; de zoon zag
hem in gesprek met Willem Kersten. Zy had
den het over stroopen en strikken. Er waren
nog twee personen op den weg. Een van hen
b.tek te zyn Matthias Kersten en in den derde
meende hy een zoon van Wehrens te herken
nen.
Vader v. d. E. en Willem Kersten kwamen
naderby. Zy waren in een heftig twistgesprek
gewikkeld.
Plotseling ging een schot af nit het ge
weer van vader van den E. Willem Ker-
By het begin van de vergadering der
Tweede Kamer hedenmiddag deelde de pre
sident mede, dat een schryven was inge
komen van den Minister van Staat, minister
van Economische Zaken ad. int. dr. H. Colyn,
met het verzoèk het wetsontwerp houdende
tijdelijke bevoegdheid tot het vaststellen van
bijzondere afwijkingen van enkele bepalin
gen der winkelsluitingswet en dat tot wij
ziging der winkelsluitingswet voorloopig
niet in behandeling te nemen.
Dr. Vos heeft daarop verzocht zyn initiatief
voorstel tot wijziging der winkelsluitingswet zoo
spoedig mogelyk aan de orde te stellen.
De voorzitter verklaart dat verzoek in over
weging te zullen nemen.
SOERABAJA, 24 April (Aneta) De Presi
dent van den Zeekrygsraad heeft de uitspraak
in de zaak van de zestien officieren van de
„De Zeven Provinciën" bepaald op Vrijdag 27
April a.s.
1
PASOEROEAN, 24 April (Aneta) De be
volking van de dessa Kepoel in het onderdis-
trict Gedjajan, is in verzet gekomen tegen de
sten vluchtte in de richting zyner woning,
terwyi vader van den E. onmiddeliyk op
Frans Wehrens schoot. De zoon zag Weh
rens vallen, terwijl Matthias Kersten be
gon te huilen. De vader gelastte zün zoon
om op Willem Kersten te schieten, terwijl
hij zelf Matthias Kersten neerschoot. De
zoon vervolgde Willem Kersten en loste
verschlllden schoten op den vluchteling.
Deze kwam te vallen en toen van den E.
Jr. zyn revolver op hem wilde afschieten,
bemerkte hij dat deze niet meer geladen
was. Hij bracht Kersten vervolgens bij zijn
vader, die hem 5 bout portant doodschoot.
Toen lagen alle drie dood neer.
Met hun tweeën legden zij de Iyken in
een greppel langs den weg. De vader zond
zijn zoon vervolgens naar huis om een
schop en eenige zakken te halen, terwyl
hij zelf bij de iyken de wacht hield.
Toen de zoon terugkwam, werd een kuil ge
graven, waarin de iyken gelegd werden. De
zoon moest den grond boven de lijken blyven
aantrappen. Tenslotte werden er zakken over
heen gelegd, waarop nog weer aorde en mos
kwam. Door de bosschen keerden zy huis
waarts.
Thuisgekomen, bleken de kleeren van den
zoon met bloed besmeurd te zyn. Vader van
den E. zelde, dat hy zijn kleeren by elkaar
moest binden en maar direct in het water aan
den boschrand achter het huis moest laten
zinken. Toen de zoon terugkwma, overhandig
de zijn vader hem twee portemonnaies om te
zien wat erin zat. In de eene zaten drie bank
biljetten van f 25.en eenige van f 10.ter
wyl In de andere f 2.en eenig klein geld
zat. Van deze portemonnaies heeft men later
niets meer gezien. Toen de zoon zieh uit
kleedde. bemerkte hy dat ook zyn onderklee-
ren geheel vol bloed zaten. De vader heeft
deze kleeren verborgen, naar de zoon meent,
in de bosschen in een konijnenhol.
Daarna hebben vader en zoon elkaar niet
meer gesproken voor Zondagavond. Toen zyde
de vader tegen den zoon: „Zy hebben de ge
weren in beslag genomen, maar als zy komen
moet je zwyfgen. Zy kunnen ons niets bewy-
zen. De wapens zyn goed gepoetst."
.(Ongecorrigeerd).
betaling van de landrente. Zy viel het dessa-
hoofd aan, die zwaar werd gewond. By dezen
aanval werd een vrouw eveneens zwaar ge
wond. Het dessahoofd en de vrouw zijn ontko
men.
Dertig man uit Kepoel, gewapend met groote
slagwapens en pieken, viel de pplitie aan, die
onmiddeliyk optrad met klewangs en knuppels.
Vier personen, waaronder de belhamel, zyn ge
arresteerd. Twee aanvallers werden zwaar ge
wond. Een mantri-politie werd aan den schou
der door een steek met een kris gewond.
In ruim 60-jarigen ouderdom is te 's Graven-
hage overleden mr. L. A. M. Sassen, vice-pre
sident van het Haagsche Gerechtshof.
De thans ontslapene werd 30 Augustus 1873
te 's Hertogenbosch geboren, Na het gymnasium
in zyn geboorteplaats te hebben doorloppen,
kops hy de studie der rechtswetenschap aai) de
Universiteit te Utrecht, waar hy 30 November
1897 op stellingen promoveerde. Een drietal
jaren, n.l. van 18991902, oefende mr. Sassen
de advocatuur uit en werd daarna benoemd tot
ambtenaar ter Provinciale Griffie van Noord-
Brabant. Gedurende zes jaren bleef hij in deze
functie en in 1908 trad hy in de zittende magi
stratuur, n.l. als kantonrechter te Weert. Twee
jaren later evenwel verliet hy deze plaats we
der, doordat hy met ingang van 11 Februari
1910 benoemd was tot rechter in de arrondis-
sements-rechtbank te Amsterdam. Aan de be
oordeeling van vele belangrijke rechtszaken
heeft hy in die kwaliteit, welke hij tot 1922 be
kleedde, een werkzaam aandeel gehad.
Toen in 1922 een vacature van raadsheer in
het Gerechtshof te 'sGravenhage was ontstaan,
werd mr. Sassen als zoodanig benoemd.
Hij stond bekend als een scherpzinnig jurist,
Wiens arresten uitmuntten door een keurige
verzorging, gepaard gaande aan bondigheid en
zakelijkheid. In zijn adviezen arong mr. Sassen
steeds direct tot de feiten door. Het was dan ook
geen wonder, dat hij verleden jaar, toen er een
vacature van vice-president was gekomen, met
ingang van 27 Juni 1933 werd benoemd in de
nieuwe functie van het hooge rechtscollege,
welke hij tot zijn dood heeft bekleed.
Mr. Sassen trad overigens in het openbare
leven weinig op den voorgrond; hy was een
groot jachtliefhebber en besteedde zyn vacantie-
dagen dan ook gaarne in Noord-Brabant, de
provincie van zyn geboorte, om daar op jacht
te gaan.
In een plechtige, voltallige zitting van het
Gerechtshof te Den Ha»g is heden de overleden
vice-president, mr. L. Sassen, herdacht. De pre
sident, de procureur-generaal, en de Deken der
Orde van Advocaten schetsten den thans over
leden als iemand van groote rechtskennis en
veelzijdigheid, die in hooge mate in het Ge
rechtshof gewaardeerd werd.
Onder leiding van Dr. Hirschfeld heeft de
Nederlandsche handelsdelegatie heden op het
Britsche Ministerie van Handel besprekingen
gevoerd met de Engelsche vertegenwoordigers,
teneinde de basis te leggen voor latere handels
besprekingen tusschen de Britsche en de Neder
landsche regeering.
Deze onderhandelingen tusschen Groot-Brit-
tannië en Nederland zullen naar alle waar-
schynlijkheid in de tweede week van Mei be
ginnen. De delegatie van Nederland zal onder
leiding staan van dr. Hirschfeld, directeur-ge
neraal van Handel en Nyverheid.
Hoe de delegatie verder zal zyn samengesteld,
staat op dit oogenblik nog niet vast. Wel kwam
ons ter oore, dat het in het voornemen zou lig
gen, dat prof. van Gelderen van het Departe
ment van Koloniën deel van de delegatie zou
uitmaken, speciaal met het oog op de groote
koloniale belangen, welke by de onderhande
lingen met Engeland zyn betrokken. Echter
bestaat ook de mogeiykheid, dat de heer v. Gel
deren naar Indlë zal vertrekken ter bywoning
van de conferentie met de Japansche delegatie.
Men neemt aan, dat de Nederlandsch-Engel-
sche onderhandelingen geruimen tyd zullen
duren.
Naar wy vernemen, heeft het bestuur van
den K. N. V, B. besloten, de radio-uitzending
van den wedstryd Nederland-Frankryk op 10
Mei a.s. in ieder geval te laten doorgaan.
De kampioenswedstryd Velocitas—Heracles,
die cp denzelfden dag zou worden gespeeld, zal
nu op een anderen dag worden vastgesteld.
Een bericht heeft in de pers de ronde gedaan
volgens hetwelk uit een te Budapest verrichte
waarneming zou zyn gebleken, dat het in de
stratosfeer ook zou kunnen stormen. Nieuw is
deze wetenschap in het geheel niet en de te
Budapest gevonden windsnelheid van 20 meter
per seeunde is voor de stratosfeer van onge
veer dezelfde beteekenis als een zacht koeltje
op den grond. Men moet n.l. de kracht van
den wind niet beoordeelen enkel naar de snel
heid, waarmede de lucht zich verplaatst, maar
ook naar haar dichtheid. De kracht van den
wind wordt bepaald door het product van de
dichtheid en de snelheid en daar de dichtheid
van de lucht op 16.000 meter hoogte ongeveer
een tiende is van die op den grond neeft een
stratosfeer-windsnelheid van 20 m.p.s. dezelfde
beteekenis van een van 2 meted op den grond
en dit laatste is de wind op een mooien dag
zonder wind van eenig belang. Omgekeerd zou
de kracht van een storm van 20 meter per se-
sunde op den grond in de stratosfeer pas be
reikt worden by een windsnelheid van 200 me
ter per seconde, welke snelheid door de Buda-
pester waarnemers nog lang niet gevonden is
doch overigens wel eens bij andere gelegenhe
den in de stratosfeer is geconstateerd. Dat het
in de stratosfeer kan stormen, blijft derhalve
waar.
By deze gelegenheid moet er ook op gewezen
worden, dat de resultaten welke te Budapest
gevonden zyn, niets nieuws leeren. Het vast
stellen van windsnelheden (en windrichtingen)
door middel van kleine gummi ballons zooge
naamde loods- of piloot-ballons dateert van het
laatste tiental jaren der vorige eeuw en wordt
in alle lauden, waar meteorologische observa
toria zijn gevestigd, zeer geregeld en op groote
schaal gedaan en reeds vele jaren geleden wer
den in ons eigen land tal van metingen van
den wind in de hoogere luchtlagen verricht,
waarby de ballons meermalen in de stratosfeer
geraakten. De grootste hoogte, die hier te lande
door een loodsballon werd bereikt, bedroeg ruim
27000 meter.
Zoo is er dus ook in de stratosfeer nog niets
nieuws meer onder de zon wanneer men zich
tenminste niet begeeft op het zoo geheimzin
nige gebied der kosmische straling.
(Nadruk verboden)
In December van het vorig jaar hebben wy
medegedeeld, dat twee te Bussum woonachtige
jongelieden, de 27-jarige T. A. van H. en de
21-jarige E. G., die tengevolge van ae crisis
niet aan den slag konden komen, het pian had
den opgevat, om, elk met slechts ƒ25.— op
zak, te trachten Ned.-Indië te bereiken en zich
daar een werkkring te verzekeren. Het lag in
hun bedoelingt den geheelen geweldigen tocht,
voor zoover en zoo veel mogelyk, te voet af te
leggen, in de hoop, dat zy onderweg op ge
zette tyden gastvryheid zouden genieten van
menschen, die respect hadden voor onderne
mingsgeest. Eenige bijverdienste in den vorm
van handarbeid of anderzins zou uiteraard niet
worden versmaad, mits zulks zou geschieden
met wederzijdsch goedvinden en van eeniger-
lei overlast geen sprake zou zyn.
Op 20 December 1,1. zyn van H. en G. van
Bussum vertrokken. De velen, die van meening
waren, dat zij het niet ver zouden brengen en
wel weer spoedig naar huis zouden terugkee-
ren, hebben ongelijk gehad. De jongelui zyn
1.1. korten tijd geleden in Bombay aangeko
men, na o. a. in Bagdad voor de Engelsche Ko
lonie een lezing te hebben gehouden, die zóó
veel byval verwekte, dat de Engelsche vice-
consul hun ten pasvisum voor Britsch-lndië
verstrekt heeft.
Tot nu toe is de tocht van deze globetrotters
gegaan via Brussel, Parys, Genève, Montreux,
den Simplonpas, Locarno, Lugano, Genua. Flo
rence, Rome, Napels, Brindisi, Athene, Tripo
lis, Beiroet, Damascus, Bagdad, Teheran, Med-
ched, Beloetsjistan, Quetta, Karachi en Bom
bay.
Tenslotte kan nog worden medegedeeld, dat
men in Indië de aankomst van de twee jonge
Nederlanders met belangstelling tegemoetziet.
PARIJS, 24 April. (Reuter). De aan Trotzki
gestelde termUn voor zyn vertrek uit Frankryk
was gisteren afgeloopen. Ondanks alle pogingen
van vindingrijke verslaggevers lukte het niet
vast te stellen of hy nog in zyn villa te Bar
bizon woont.
De voorbereidingen voor de reis zyn voltooid
en een groote menigte omringt de villa.
Maandagavond bevond zich ook de correspon
dent van het „Volk" voor de villa, Hy geëft
het volgende relaas;
Ik dring door het struikgewas tot op een
meter van het huis. De honden zfn nu vast
gebonden. maar gaan te keer. Trotzki's secre
taris komt naar buiten om te zien of ze goed
vastliggen en wat er gaande is. Over de heg
die ons scheidt, spreek ik hem aan. Ik weet
uit de bladen, dat hy Marcel heet:
Bonsior Monsieur Marcel. Men gaat toch
nog niet slapen?
Het zal niet lang meer duren, is het ant
woord.
Dan ga ik van het Fransch in het Duitsch
over en zeg hem, dat het jamnier is, dat
Trotzki niet naar Holland kan komen. Er zyn
partijen, die dit wel zouden willen bevorderen,
maar Marcel antwoord mij onmiddellijk, ook
in het Duitsch:
Wij hebben het eenige maanden geleden
al gevraagd, maar....
De toestemming is geweigerd, vul Ik aan.
Ja, zegt hy droevig.
Myn blad, ga ik voort, ls het orgaan der
sociaal-democraten. Trotzki's partij is in Hol
land toch de O.S.P.?
Neen, antwoordt Marcel, de RJS.P., die
van Sneevliet, maar Schmidt staat welwillend
tegenover ons.
Ik zal hem nu niets meer vragen, want ik
weet, dat hy toch niets mag zeggen.
Alles is nu gereed. Maar wy weten niet
waarheen wy gaan, zyn de laatste woorden van
Trotzki's secretaris.
Naar wy vemèmen is Monseigneur
Schrëder, pastor-emeritus te Soestdyk, ter
behandeling opgenomen in de kliniek van dr.
Peters te Haarlem.
Maandag speelde Chelsea tegen Leicester en
won met 2—0.
H. K. H. Prinses Juliana heeft aan het nood
fonds van Simavi, waarvan zij Bescherm-
vrouwe is, een belangrijke glit doen toekomen.