Onnes' schuld bewezen geacht drama De bekentenis in het van Putbroek Winkelsluiting op Zondag SCHERP REQUISITOIR DINSDAG 24 APRIL 1934 In de bloeiende Betuwe bij Eist Op een tiental bewijsgronden bouwt mr. van Dullemen zijn eisch op Hooge straf gevraagd Het chantage-verhaal Nog meer merkwaardigs Tegenwerking Chantage noch inbraak Welk voordeel had O.? MIJNOPZICHTER GEDOOD ABBé E. BUYS t SCHIP GESTRAND Op eigen kracht weer vlot OPLICHTER GEPAKT BEMIDDELINGSVOORSTEL AANVAARD AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN TWEE HUIZEN AFGEBRAND GRUWELIJK MISDRIJF Bijzonderheden over de door den jongsten jachtopziener afge legde bekentenis De juiste toedracht Het wetsontwerp tot verruiming voorloopig van de baan Berechting van de officieren Uitspraak Vry dag a.s. Dessahoof d mishandeld Ernstig verzet tegen de betaling van landrente Mr. L. A. M. Sassen f Een scherpzinnig jurist heen gegaan Handelsbesprekingen Voorbereidende onderhandelingen te Londen NEDERLAND—FRANKRIJK WORDT UITGEZONDEN Het stormt in de stratosfeer Te voet van Nederland naar Indië Twee Gooische jongemannen houden vol WAARHEEN GAAT TROTZKl? Een gesprek voor de heg van de villa MGR. SCHRdDER CHELSEA HERSTELT ZICH GIFT VAN PRINSES JULIANA Ongeleend groot is vandaag de belangstelling Voor dezen 23sten zittingsdag van het Nijen- rodeproces. Zoowel de publieke tribune als de gereserveerde banken zijn geheel gevuld. Van daag zal de Officier van Justitie, mr. A. van Du'lemen, reauiseeren. Om kwart over tien komt de rechtbank bin nen, direct is het woord aan den Officier. Hij brengt nog enkele stukken in het geding be treffende de financieele toestanden van Onnes. Voorts vraagt hij een kleine veranderingvan de dagvaarding. De Officier vangt dan onder ademlooze stilte zijn requisitoir aan. Dit proces zal steeds als een merkwaardige zaak in de annalen van het recht geboekstaafd blijven. Pel hekelt de Officier het optreden van verschillende politiemannen In deze zaak. Vele punten zijn naar voren gekomen, die uit mo reel oogpunt uiterst verwerpelijk zijn. In welke zaak als deze heeft men een zóó groot gebrek aan moed kunnen constateeren van verschil lende getuigen wat betreft het afleggen van verklaringen? Een eigenaardigen kijk hebben we gekregen op Koning en Witbraad. Nochtans aanvaard ik met vreugde de taak om te requireeren, lo. om duidelijk in het kort te kunnen uiteenzetten de hoofdpunten uit het groote bewijsmateriaal tegen dezen hoofdver dachte, waarvan door allerlei bijomstandighe den de aandacht is afgeleid; 2o. omdat recht en rechtvaardigheid gebieden, dat dezen zéér geraffineerden verdachte een gerechte straf wordt opgelegd. De Officier verdeelt dan het bezwarend ma teriaal in verschillende hoofdgroepen; lo. De onverklaarbare houding bij de ar restatie van Onnes; 20. Aperte tegenstrijdighe den en leugens van verdachte; 3o. Onwaarheid eh onwaarschijnlijkheid van het chantagever- weer; 4o. Onwaar verweer, dat Koning zou heb ben laten inbreken uit eigen winstbejag; 50. Doorloopende tegenwerking van Onnes bij op t spoor zijn van het goed; 60. Ziekelijke belang stelling voor het eenmaal gevonden goed en het beide keeren aanbieden aan Top om het voor de assurantie te verkoopen: 7a Verzwij gen van Koning, Witbraad, Polk-Theeboom te genover de Justitie, Politie, v. d. Dusse, Goud stikker en van Ledden Hulsebosoh; 80. Bewijs uit de bedenkelijke, steeds doorloopende relatie met Koning; 80. De betaling van 1000.aan de verhuizers op 3 of 4 Maart 1932. Alvorens deze punten in bijzonderheden te behandelen bracht spr. hulde aan den rechter- sommlssaris mr. Smits, aan den inspecteur Pos- ihuma, die het politieonderzoek leidde en aan ie beide rechercheurs Loman en De Weilé, die met groote wilskracht en karaktervastheid hun onderzoek hebben ingesteld. Hierop behandelt de Officier de punten stuli voor stuk tot in bijzonderheden. 1. Onverklaarbare houding van Onnes bij ar restatie. Onnes heeft bij het eerste verhoor ab soluut niet gesproken over de chantage, die door Koning op hem zou zijn gepleegd. Pas bij het vijfde verhoor, door inspecteur Posthuma aan Onnes afgenomen, noemt hij den naam Koning. Punt 2. Tegenstrijdigheden en leugens van verd.: Het is door verklaringen van den inspecteur van de belastingen komen vast te staan, dat de belastingdienst het Onnes lastig maakte. Onnes zat er slecht voor, hoewel hij ook deze belas tingkwestie ontkende. Ook over de wijze, waarop het zilver in het Kasteel was opgeborgen, heeft O. onwaarheden verteld. De Officier behandelt dan de vraag betref fende bet aantal schilderijen, dat gestolen is. Verd. Onnes heeft opgegeven: zeven schilde rijen. De verhuizers verklaren, dat zij er slechts vijf hebben meegenomen. De schilderijen „Mu lat" en „De drie Koningen" hebben zij niet meegenomen, er zou voor hen geen enkele reden zijn om van vijf te spreken, ais het er zeven geweest zijn. De twee schilderijen zijn bovendien nooit teruggevonden. Voorts staat het vast, dat verdachte op 3 Maart op bezoek is geweest by Goudstikker. Onnes ontkent dit, maar het blijkt uit de kwi tantie, op dien dag aan Goudstikker algege ven. Het is ook op dien dag, dat de 1000 hand geld in Parkzicht door O. aan Koning /Jjn ter hand gesteld. Dit klopt met de verklaringen van Koning, Witbraad en Mees Gerritsen. Punt 3. De chantage is absoluut onaanneme lijk, zoo zegt de Officier. Onnes heeft tegenover inspecteur Posthuma in de eerste vier verhoo- ren niet over chantage gesproken. Uitvoerig gaat spr. op dit punt in. Onnes heeft hoewel hy daartoe volgens de polisvoorwaarden ver plicht was aan de verzekering niet ver teld, dat K. hem z.gm. chanteerde en dat deze meer van de zaak afwist. Vóór de oh&ntagepoging zou zyn gedaan, werkte Onnes tegen by de opsporing van het gestolen goed. In dit verband wees de Officier er 00, dat by de scène in Louis XVI, toen hem een foto van het flaconnetje werd getoond. On nes ontkende, dat het een van de gestolen voorwerpen was. Tusschen 20 en 27 April zou Koning met zyn chantagepoging zyn begonnen, doch daarna is nog een groot aantal gesprekken tusschen Ko ning en Onnes gevoerd. Toen O. dan gedreigd werd met chantage zooals hy beweert is hy niet naar een advocaat of naar do politie of justitie gegaan. Na de chantage-poging, zoo verklaart verd. zelf, heeft hy aan Koning nog... reisgeld gegeven! Maar we zyn nog niet aan het einde van de merkwaardigheden: Konlng's heele chantage poging bestend uit het dreigen, dat hy een deel van het gestolen goed op Nyenrode zoii terug sturen. Onnes wist toen echter reeds, dat inder daad een deel van het gestolene was terugge vonden, dit was hem getoond door den assu rantie-expert van der Dussen. Ook de persoon van Koning en zyn aandeel in de zaak maakt chantage vrijwel onmogelyk. Koning had een belangryk aandeel in de „verhuizing" en als hy iemand beschuldigde, zou hij belf mede gevaar loopen. Indien Onnes zooals hy beweert onschuldig was, be hoefde hy toch voor chantage van een man als Koning niet bang te zijn. Het is onmogelyk aan te nemen, dat Koning zou hebben laten Inbreken uit eigen winstbe jag. In dat geval zou hy er voor hebben ge zorgd, dat Witbraad de zaak zelf opknapte. Hy hebben laten meenemen. De maatregelen, die voorbereidingen. De schilderyen stonden overal gesignaleerd en waren onverkoopbaar Ook de miniaturen waren bekend en hét"zou direct zyn opgevallen als ze te koop werden aangeboden. Ware het een echte Inbraak, dan zouden de in brekers heel andere dingen hebben meege nomen. Koning zou als hy voor eigen reke ning had gewerkt, heel andere voorwerpen hadden laten meenemen. De maatregelen, die de „verhuizers" voor hun veiligheid namen, wa ren slechts .gering. Zij zyn rustig eenige uren in het kasteel bezig geweest, de lampen staken zij aan, terwyl zij de gordijnen dicht schoven. Spr, verwerpt hiermede dus het verweer, dat Koning uit eigen winstbejag de inbraak heeft laten plegen. We zijn dan genaderd tot punt 5 van het re- quiaitoir: doorloopende tegenwerking van Onnes bij het op spoor zyn van het goed. Wederom behandelt de Officier het gebeurde in „Louis Seize". Vervolgens bespreekt hij het bezoek op 6 September van Johanknegt aan Onnes. Onnes schrok geweldig. Nauweiyks is Johanknegt vertrokken het bezoek duurde anderhalf uur of hij schrijft een briefje aan Koning. Hij schrijft den man, die hem chan teerde, dat hij gaarne een onderhoud met hem zal hebben. Koning schrijft per ommegaande terug en ze maken een afspraak voor den vol genden dag. „Is dat," zoo roepj de Officier uit, „de houding van een onschuldige?" Spr. neemt aan, dat de verklaringen van Jo hanknegt en zyn secretaresse over het algemeen juist zyn. Ook neemt hij aan, dat hun verkla ringen ten aanzien van de Hollandsche Rading juist zyn. Een eigenaardigen kijk op Onnes houding krijgen we door het volgende: Toen mej. mr. Frida Katz in de Tweede Ka mer vragen stelde naar aanleiding van het euvel van terugkoopen van gestolen goed door de ver zekeringen, betuigde de heer Onnes in een brief haar adhaesie. Toen Onnes dat epistel schreef, was hy er reeds mee bekend, dat een deel van het by hem gestolen goed was teruggevonden en was terug gebracht door de verzekering. Tegenover de po litie hield hy echter zijn mond over die weten schap. Kort behandelt spr. hierop punt 6 en 7. Uit voerig staat hij stil by punt 8: de bedenkelyke steeds doorloopende relatie met Koning. De verdediging heeft haar best gedaan Koning zoo zwart mogelyk te maken. Maar dat is een tweesnijdend zwaard geweest: dan is het toch wel zéér bedenkelyk, dat Onnes zoo druk met hem omging, hem zooveel brieven schreef en hem zoo dikwyls opbelde. Ook ls het de verdediging niet gelukt om aan te toonen, dat Koning een chanteur of een in breker is. Wel staat vast, dat hy een hekel aan assuradeuren heeft en dat het voor hem een soort sport is, assuranties te bedriegen. Toen het woord „chanteur" door Onnes werd genoemd, is Koning boos geworden en toen heeft hy gezegd: „Nu zal ik de waarheid zeggen, dat woord chan teur laat ik niet op me zitten," Uit den persoon van Koning biykt dus, dat hy voor Onnes „the right man on the right place" was. Uitvoerig behandelt de Officier dan de brief wisseling Onnes-Koning. (Volgens Koning zou deze briefwisseling een camouflage zyn, volgens Onnes zou het uitsluitend over beleening van schilderyen gaan). De brieven, zoo merkt de Officier o.m. op, zyn zéér beleefd gesteld in weerwil van het feit, dat in die periode de chantage reeds was begonnen. Van een werke- lyk zakendoen, een echte beleening van schil derijen, blykt niets. Er is eindeloos gecorrespon deerd en er is geen enkele zaak tot stand ge komen. En dat by twee menschen, die vroeger in enkele minuten besluiten namen in mil- lioenen zaken. De briefjes waren uitsluitend bestemd voor af spraken en signalen. Op de meest zonderlinge plaatsen, waar hy geen personen uit zyn naaste omgeving kon aantreffen, kwamen Onnes en Koning samen, wel een bewys van het samen spannen van deze beide menschen „zoowel 't chantage-verweer als het inbraakverweer" aldus recapituleert spr. „worden door my ver worpen." Vervolgens somt mr. van Dullemen een zeer groot aantal byzonderheden op, welke Koning weet van het kasteel; bijzonderheden welke hem voor het meerendeel slechts door Onnes konden zijn meegedeeld. Koning kent byzonderhden over de situatie, de bewaking, de assurantie, de grendels van het raam, de bewaarplaats van het zilver; hy kent de slaapplaatsen van het personeel, hy weet van de twee gebroken beeldjes en het spoedig betalen van de verzekeringssom door de verzekering. „Welk voordeel had Onnes by deze gefin geerde inbraak", zoo vraagt de Offclier zich vervolgs af. Hij wilde geld hebben, om het nog rustig enkele jaren op Nyenrode te kunnen uitzingen. Onnes' geld zat in de kunstschatten. Het liquide maken was niet mogelijk door zyn contract met Goudstikker, De financieele toestand van Onnes was niet gunstig. Hy geeft dit zelf tegenover den rechter commissaris toe. Zelfs kleine rekeningen wer den door verdachte soms tot tweemaal toe terugestuud. Financieele werd Onnes van ondergang gered In Februari '32 door de uitbetaling van 10.716, voor gebroken beeldjes. Na de inbraak kon hij nog 20.000 leenen op de vordering, die by had op de verzekering. Tenslotte kwam spr. tot de strafmaat. Het O. M. noemde het feit zeer ernstig en het ware beter geweest, wanneer verdachte rulterlyk had bekend, zooals ook de andere verdachten hebben gedaan. De langdurige voorloopige hechtenis is verd.'s eigen schuld. We dienen wel in aanmerking te nemen, dat de zaak reeds twee jaar geleden is en Onnes in voortduren de spanning zat. Dit zenuwsloopende is al een straf op zichzelf. Wel moeten we erkennen, dat verd. een groot man is geweest in koopmans kringen, die veel goed heeft gedaan. Wegens oplichting vorderde de Officier een gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden, met af trek van acht maanden voorarrest. Verdachte roept uit: „Ik ben onschuldig, meneer de Officier." Er wordt dan gepauzeerd tot 2 uur. (Ongecorrigeerd) De gehuwde mynopzichter O. H., 29 jaar oud en afkomstig uit Kerkrade, is in den af- geloopen nacht in Staatsmyn „Wilhelmina" onder afvallend gesteente bedolven en gedood. De WelEerw, Heer pastoor Splerts is in de myn afgedaald en heeft den ongelukkige het H. Oliesel toegediend. Na een kort, welbesteed priesterleven is de Weleerw. heer Abbé E. Buys, een geboren Nymegenaar, te St. Quentin, na een herhaalde operatie overleden. De weleerw. heer C. Buys, eenige jaren ge leden priester gewyd, studeerde aanvankelijk by de S.VD. te Uden en Teteringen en werd toen aangenomen voor het groot seminarie te Soissons, waar hy werd opgeleid voor den Franschen parochiedienst. In weerwil van zijn wankele gezondheid heeft hij in het groot-stads-parochieleven van St. Quentin een priesterlyken yver ontplooid, welke de bewondering en dankbaren eerbied der Fransche katholieken opwekten. Omstreeks 1 uur vannacht strandde op het Bemrif ten Noord-Westen van Ameland een stoomtreiler van onbekende nationaliteit. De reddingsboot „Brandaris" van Terschel ling voer uit, doch kon halverwege terugkee- ren, daar het schip te ruim vyf uur heden ochtend op eigen kracht vlot kwam en zyn reis vervolgde. Op verzoek van den burgemeester van Schaes- berg is door de gemeente-politie van Kerkrade aangehouden J. van K., die zich te Schaesberg aan verschillende oplichtingen heeft schuldig gemaakt. Van K. is een bekend oplichter en reeds herhaaldelijk door de rechtbank te Maas tricht daarvoor veroordeeld. Hy is ter beschik king gesteld van den burgemeester van Soha/s- berg. In den regel gaf hy zich uit voor aannemer, beloofde werkloozen tegen een flink loon werk, liet hun op een bepaald punt bijeenkomen, waar den menschen bleek, dat zy de dupe wa ren geworden van een bedrieger. Partyen, betrokken bij het conflict in de Oost-Groningsche steenindustrie, hebben het voorstel van den Ryksbemiddel'aar, den heer H. J. P. Bloemer, aanvaard. Thans zal de Rijksbemiddelaar zyn mede werking verleenen om tot economische samen werking te komen }n de geheele Groningsche steenindustrie. Naar wy vernemen is het meisje B. Theeu- wen, dat verleden week by de noodlottige vecht partij te Hout-Blerick door een schot in den buik werd getroffen, hedenmorgen in het zie kenhuis te Venlo aan de bekomen verwondin gen overleden. Hedenochtend zyn twee hulzen, respectieve- lyk bewoond door de weduwe Bosman en den heer W. Bosman aan den Amhemschen weg te Rheden, tot den grond toe afgebrand. De brand ontstond in de woning van de weduwe Bosman, doch sloeg, door den vry sterken wind, over naar de achtergelegen woning van aen heer Bosman. De brandweer stond tegenover de vlammen zee machteloos. De geheele inventaris der twee huizen is mede een prooi der vlammen gewor den. De huizen en inboedel waren laag ver zekerd. Omtrent den inhoud van de door v, d. E. Jr. afgelegde bekentenis vernemen wy nog het volgende: Na in den avond van het drama te Poster- holt verschillende café's te hebben bezocht, wilde de zoon zich ter ruste begeven. Hy werd echter door zyn vader weer naar beneden ge roepen, om zich met hem naar Putbroek te begeven. De zoon voelde hier eerst niets voor, doch gaf tenslotte toe en beiden gingen zwaar bewapend op weg. Buiten gekomen deelde de vader den zoon mede, dat hy naar het huis van de Kerstens ging om zich daar verdekt op te stellen en de bewoners naar buiten te lok ken. Hy zou echter eerst een schot door de ruiten lossen en als daarop de zoons van Ker sten naar buiten kwamen, zou hy hen leder een schot in de knoken geven. Zij zouden het stroopen dan vel afleeren. De zoon had hier niet veel trek in, maar ging tenslotte met het voorstel van zyn Vader accc-ord om den stroopers schrik aan te jagen. Voorby de woning van Rejjnders in Putbroek gingen beiden het veld in. Vader v. d. E. liep links, dus het kortst langs den weg van An- nendaal naar Putbroek. Opeens draaide vader van den E. dien weg weer op; de zoon zag hem in gesprek met Willem Kersten. Zy had den het over stroopen en strikken. Er waren nog twee personen op den weg. Een van hen b.tek te zyn Matthias Kersten en in den derde meende hy een zoon van Wehrens te herken nen. Vader v. d. E. en Willem Kersten kwamen naderby. Zy waren in een heftig twistgesprek gewikkeld. Plotseling ging een schot af nit het ge weer van vader van den E. Willem Ker- By het begin van de vergadering der Tweede Kamer hedenmiddag deelde de pre sident mede, dat een schryven was inge komen van den Minister van Staat, minister van Economische Zaken ad. int. dr. H. Colyn, met het verzoèk het wetsontwerp houdende tijdelijke bevoegdheid tot het vaststellen van bijzondere afwijkingen van enkele bepalin gen der winkelsluitingswet en dat tot wij ziging der winkelsluitingswet voorloopig niet in behandeling te nemen. Dr. Vos heeft daarop verzocht zyn initiatief voorstel tot wijziging der winkelsluitingswet zoo spoedig mogelyk aan de orde te stellen. De voorzitter verklaart dat verzoek in over weging te zullen nemen. SOERABAJA, 24 April (Aneta) De Presi dent van den Zeekrygsraad heeft de uitspraak in de zaak van de zestien officieren van de „De Zeven Provinciën" bepaald op Vrijdag 27 April a.s. 1 PASOEROEAN, 24 April (Aneta) De be volking van de dessa Kepoel in het onderdis- trict Gedjajan, is in verzet gekomen tegen de sten vluchtte in de richting zyner woning, terwyi vader van den E. onmiddeliyk op Frans Wehrens schoot. De zoon zag Weh rens vallen, terwijl Matthias Kersten be gon te huilen. De vader gelastte zün zoon om op Willem Kersten te schieten, terwijl hij zelf Matthias Kersten neerschoot. De zoon vervolgde Willem Kersten en loste verschlllden schoten op den vluchteling. Deze kwam te vallen en toen van den E. Jr. zyn revolver op hem wilde afschieten, bemerkte hij dat deze niet meer geladen was. Hij bracht Kersten vervolgens bij zijn vader, die hem 5 bout portant doodschoot. Toen lagen alle drie dood neer. Met hun tweeën legden zij de Iyken in een greppel langs den weg. De vader zond zijn zoon vervolgens naar huis om een schop en eenige zakken te halen, terwyl hij zelf bij de iyken de wacht hield. Toen de zoon terugkwam, werd een kuil ge graven, waarin de iyken gelegd werden. De zoon moest den grond boven de lijken blyven aantrappen. Tenslotte werden er zakken over heen gelegd, waarop nog weer aorde en mos kwam. Door de bosschen keerden zy huis waarts. Thuisgekomen, bleken de kleeren van den zoon met bloed besmeurd te zyn. Vader van den E. zelde, dat hy zijn kleeren by elkaar moest binden en maar direct in het water aan den boschrand achter het huis moest laten zinken. Toen de zoon terugkwma, overhandig de zijn vader hem twee portemonnaies om te zien wat erin zat. In de eene zaten drie bank biljetten van f 25.en eenige van f 10.ter wyl In de andere f 2.en eenig klein geld zat. Van deze portemonnaies heeft men later niets meer gezien. Toen de zoon zieh uit kleedde. bemerkte hy dat ook zyn onderklee- ren geheel vol bloed zaten. De vader heeft deze kleeren verborgen, naar de zoon meent, in de bosschen in een konijnenhol. Daarna hebben vader en zoon elkaar niet meer gesproken voor Zondagavond. Toen zyde de vader tegen den zoon: „Zy hebben de ge weren in beslag genomen, maar als zy komen moet je zwyfgen. Zy kunnen ons niets bewy- zen. De wapens zyn goed gepoetst." .(Ongecorrigeerd). betaling van de landrente. Zy viel het dessa- hoofd aan, die zwaar werd gewond. By dezen aanval werd een vrouw eveneens zwaar ge wond. Het dessahoofd en de vrouw zijn ontko men. Dertig man uit Kepoel, gewapend met groote slagwapens en pieken, viel de pplitie aan, die onmiddeliyk optrad met klewangs en knuppels. Vier personen, waaronder de belhamel, zyn ge arresteerd. Twee aanvallers werden zwaar ge wond. Een mantri-politie werd aan den schou der door een steek met een kris gewond. In ruim 60-jarigen ouderdom is te 's Graven- hage overleden mr. L. A. M. Sassen, vice-pre sident van het Haagsche Gerechtshof. De thans ontslapene werd 30 Augustus 1873 te 's Hertogenbosch geboren, Na het gymnasium in zyn geboorteplaats te hebben doorloppen, kops hy de studie der rechtswetenschap aai) de Universiteit te Utrecht, waar hy 30 November 1897 op stellingen promoveerde. Een drietal jaren, n.l. van 18991902, oefende mr. Sassen de advocatuur uit en werd daarna benoemd tot ambtenaar ter Provinciale Griffie van Noord- Brabant. Gedurende zes jaren bleef hij in deze functie en in 1908 trad hy in de zittende magi stratuur, n.l. als kantonrechter te Weert. Twee jaren later evenwel verliet hy deze plaats we der, doordat hy met ingang van 11 Februari 1910 benoemd was tot rechter in de arrondis- sements-rechtbank te Amsterdam. Aan de be oordeeling van vele belangrijke rechtszaken heeft hy in die kwaliteit, welke hij tot 1922 be kleedde, een werkzaam aandeel gehad. Toen in 1922 een vacature van raadsheer in het Gerechtshof te 'sGravenhage was ontstaan, werd mr. Sassen als zoodanig benoemd. Hij stond bekend als een scherpzinnig jurist, Wiens arresten uitmuntten door een keurige verzorging, gepaard gaande aan bondigheid en zakelijkheid. In zijn adviezen arong mr. Sassen steeds direct tot de feiten door. Het was dan ook geen wonder, dat hij verleden jaar, toen er een vacature van vice-president was gekomen, met ingang van 27 Juni 1933 werd benoemd in de nieuwe functie van het hooge rechtscollege, welke hij tot zijn dood heeft bekleed. Mr. Sassen trad overigens in het openbare leven weinig op den voorgrond; hy was een groot jachtliefhebber en besteedde zyn vacantie- dagen dan ook gaarne in Noord-Brabant, de provincie van zyn geboorte, om daar op jacht te gaan. In een plechtige, voltallige zitting van het Gerechtshof te Den Ha»g is heden de overleden vice-president, mr. L. Sassen, herdacht. De pre sident, de procureur-generaal, en de Deken der Orde van Advocaten schetsten den thans over leden als iemand van groote rechtskennis en veelzijdigheid, die in hooge mate in het Ge rechtshof gewaardeerd werd. Onder leiding van Dr. Hirschfeld heeft de Nederlandsche handelsdelegatie heden op het Britsche Ministerie van Handel besprekingen gevoerd met de Engelsche vertegenwoordigers, teneinde de basis te leggen voor latere handels besprekingen tusschen de Britsche en de Neder landsche regeering. Deze onderhandelingen tusschen Groot-Brit- tannië en Nederland zullen naar alle waar- schynlijkheid in de tweede week van Mei be ginnen. De delegatie van Nederland zal onder leiding staan van dr. Hirschfeld, directeur-ge neraal van Handel en Nyverheid. Hoe de delegatie verder zal zyn samengesteld, staat op dit oogenblik nog niet vast. Wel kwam ons ter oore, dat het in het voornemen zou lig gen, dat prof. van Gelderen van het Departe ment van Koloniën deel van de delegatie zou uitmaken, speciaal met het oog op de groote koloniale belangen, welke by de onderhande lingen met Engeland zyn betrokken. Echter bestaat ook de mogeiykheid, dat de heer v. Gel deren naar Indlë zal vertrekken ter bywoning van de conferentie met de Japansche delegatie. Men neemt aan, dat de Nederlandsch-Engel- sche onderhandelingen geruimen tyd zullen duren. Naar wy vernemen, heeft het bestuur van den K. N. V, B. besloten, de radio-uitzending van den wedstryd Nederland-Frankryk op 10 Mei a.s. in ieder geval te laten doorgaan. De kampioenswedstryd Velocitas—Heracles, die cp denzelfden dag zou worden gespeeld, zal nu op een anderen dag worden vastgesteld. Een bericht heeft in de pers de ronde gedaan volgens hetwelk uit een te Budapest verrichte waarneming zou zyn gebleken, dat het in de stratosfeer ook zou kunnen stormen. Nieuw is deze wetenschap in het geheel niet en de te Budapest gevonden windsnelheid van 20 meter per seeunde is voor de stratosfeer van onge veer dezelfde beteekenis als een zacht koeltje op den grond. Men moet n.l. de kracht van den wind niet beoordeelen enkel naar de snel heid, waarmede de lucht zich verplaatst, maar ook naar haar dichtheid. De kracht van den wind wordt bepaald door het product van de dichtheid en de snelheid en daar de dichtheid van de lucht op 16.000 meter hoogte ongeveer een tiende is van die op den grond neeft een stratosfeer-windsnelheid van 20 m.p.s. dezelfde beteekenis van een van 2 meted op den grond en dit laatste is de wind op een mooien dag zonder wind van eenig belang. Omgekeerd zou de kracht van een storm van 20 meter per se- sunde op den grond in de stratosfeer pas be reikt worden by een windsnelheid van 200 me ter per seconde, welke snelheid door de Buda- pester waarnemers nog lang niet gevonden is doch overigens wel eens bij andere gelegenhe den in de stratosfeer is geconstateerd. Dat het in de stratosfeer kan stormen, blijft derhalve waar. By deze gelegenheid moet er ook op gewezen worden, dat de resultaten welke te Budapest gevonden zyn, niets nieuws leeren. Het vast stellen van windsnelheden (en windrichtingen) door middel van kleine gummi ballons zooge naamde loods- of piloot-ballons dateert van het laatste tiental jaren der vorige eeuw en wordt in alle lauden, waar meteorologische observa toria zijn gevestigd, zeer geregeld en op groote schaal gedaan en reeds vele jaren geleden wer den in ons eigen land tal van metingen van den wind in de hoogere luchtlagen verricht, waarby de ballons meermalen in de stratosfeer geraakten. De grootste hoogte, die hier te lande door een loodsballon werd bereikt, bedroeg ruim 27000 meter. Zoo is er dus ook in de stratosfeer nog niets nieuws meer onder de zon wanneer men zich tenminste niet begeeft op het zoo geheimzin nige gebied der kosmische straling. (Nadruk verboden) In December van het vorig jaar hebben wy medegedeeld, dat twee te Bussum woonachtige jongelieden, de 27-jarige T. A. van H. en de 21-jarige E. G., die tengevolge van ae crisis niet aan den slag konden komen, het pian had den opgevat, om, elk met slechts ƒ25.— op zak, te trachten Ned.-Indië te bereiken en zich daar een werkkring te verzekeren. Het lag in hun bedoelingt den geheelen geweldigen tocht, voor zoover en zoo veel mogelyk, te voet af te leggen, in de hoop, dat zy onderweg op ge zette tyden gastvryheid zouden genieten van menschen, die respect hadden voor onderne mingsgeest. Eenige bijverdienste in den vorm van handarbeid of anderzins zou uiteraard niet worden versmaad, mits zulks zou geschieden met wederzijdsch goedvinden en van eeniger- lei overlast geen sprake zou zyn. Op 20 December 1,1. zyn van H. en G. van Bussum vertrokken. De velen, die van meening waren, dat zij het niet ver zouden brengen en wel weer spoedig naar huis zouden terugkee- ren, hebben ongelijk gehad. De jongelui zyn 1.1. korten tijd geleden in Bombay aangeko men, na o. a. in Bagdad voor de Engelsche Ko lonie een lezing te hebben gehouden, die zóó veel byval verwekte, dat de Engelsche vice- consul hun ten pasvisum voor Britsch-lndië verstrekt heeft. Tot nu toe is de tocht van deze globetrotters gegaan via Brussel, Parys, Genève, Montreux, den Simplonpas, Locarno, Lugano, Genua. Flo rence, Rome, Napels, Brindisi, Athene, Tripo lis, Beiroet, Damascus, Bagdad, Teheran, Med- ched, Beloetsjistan, Quetta, Karachi en Bom bay. Tenslotte kan nog worden medegedeeld, dat men in Indië de aankomst van de twee jonge Nederlanders met belangstelling tegemoetziet. PARIJS, 24 April. (Reuter). De aan Trotzki gestelde termUn voor zyn vertrek uit Frankryk was gisteren afgeloopen. Ondanks alle pogingen van vindingrijke verslaggevers lukte het niet vast te stellen of hy nog in zyn villa te Bar bizon woont. De voorbereidingen voor de reis zyn voltooid en een groote menigte omringt de villa. Maandagavond bevond zich ook de correspon dent van het „Volk" voor de villa, Hy geëft het volgende relaas; Ik dring door het struikgewas tot op een meter van het huis. De honden zfn nu vast gebonden. maar gaan te keer. Trotzki's secre taris komt naar buiten om te zien of ze goed vastliggen en wat er gaande is. Over de heg die ons scheidt, spreek ik hem aan. Ik weet uit de bladen, dat hy Marcel heet: Bonsior Monsieur Marcel. Men gaat toch nog niet slapen? Het zal niet lang meer duren, is het ant woord. Dan ga ik van het Fransch in het Duitsch over en zeg hem, dat het jamnier is, dat Trotzki niet naar Holland kan komen. Er zyn partijen, die dit wel zouden willen bevorderen, maar Marcel antwoord mij onmiddellijk, ook in het Duitsch: Wij hebben het eenige maanden geleden al gevraagd, maar.... De toestemming is geweigerd, vul Ik aan. Ja, zegt hy droevig. Myn blad, ga ik voort, ls het orgaan der sociaal-democraten. Trotzki's partij is in Hol land toch de O.S.P.? Neen, antwoordt Marcel, de RJS.P., die van Sneevliet, maar Schmidt staat welwillend tegenover ons. Ik zal hem nu niets meer vragen, want ik weet, dat hy toch niets mag zeggen. Alles is nu gereed. Maar wy weten niet waarheen wy gaan, zyn de laatste woorden van Trotzki's secretaris. Naar wy vemèmen is Monseigneur Schrëder, pastor-emeritus te Soestdyk, ter behandeling opgenomen in de kliniek van dr. Peters te Haarlem. Maandag speelde Chelsea tegen Leicester en won met 2—0. H. K. H. Prinses Juliana heeft aan het nood fonds van Simavi, waarvan zij Bescherm- vrouwe is, een belangrijke glit doen toekomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10