Prikkeldraad Handelspolitiek Westlaan strandt Zeeman-zijn eischt hoofd en hand Ministersvacature OPLEIDING DER LEER LINGEN WOENSDAG 2 MEI 1934 Geen meeningsverschil Geruchten over de vervulling T egengesproken DE ROODE TULP Uiting van staatkundig streven? Opvarenden ongedeerd In de haven gesleept Weer een veiling in nood Duitsche betalingsmoeilijkheden de oorzaak Prins Hendrik JHR. MR. C. DEDEL In rechtstreekschen dienst van H.M. SPOORWEGTEKORTEN De ontvangsten over Januari BINNENSCHEEPVAART Congres te Hengelo WERELDTENTOONSTELLING BRUSSEL 1935 De nieuwe spelling Een nachtmerrie voor uitgeven van schoolboeken DE HANZE IN HET AARTS BISDOM Je atmosfeer van Delfzijl is die van haven en zee, de polen van hun toekomst Uitersten van het vak CONTACT VERBROKEN HET MES GETROKKEN Maastrichtenaar levensgevaarlijk gewond 1 MEI-RELLETJE TE LAREN Ongeloof en bijgeloof Het drama te Reeuwijk Wijnhandel en wijnaccijns SCHAKEN BOGOLJUBOW VERLIEST DE ELFDE PARTIJ Na 61 zetten Door den heer Kortenhorst was een amendement voorzien op het wets voorstel—Oud dat voor de Regeering bevoegdheid bedong om op korten termijn invoerrechten te heffen, af te schaffen of te hanteeren. Een aantal leden der katho lieke fractie stemden evenwel tegen dit amendement. Lag er verschil in inzicht be treffende de richting onzer handelspolitiek? De reden was een andere. De katholieke tegenstemmers achtten klaarblijkelijk de handhaving van dit amendement met het stellige vooruitzicht eener hopelooze verwer ping, schadelijk voor de gedachte van het amendement. Deze conclusie wordt bevestigd door de Verklaring, welke wij lezen in het jongste hummer van „De R. K. Staatspartij", het maandblad der partij, dat ook de gebeurte nissen op het Binnenhof van nabij pleegt te volgen: De Minister was een beetje opzij gegaan Voor de nog altijd sterke vrijhandelsgevoe- lens in ons Parlement, gevoelens, waar van zijn partijgenoot Schilthuis zich ook bij de discussie over dit wetsvorostel weer de tolk maakte in een speech, welke een even naïeve als benijdenswaardige blijmoedig heid aan den dag legde ten aanzien van het herstel van een wereldruilverkeer in nieu we vormen. De op dit wild scherp geoefende politieke en economische neus van den heer Kortenhorst speurde hier een welkomen buit. Meent gij, zoo voegde hij den Minister, naar aanleiding van de verzwakking van de protectionnistische tendenz van het wets ontwerp, toe meent gij, dat men beter stapje voor stapje de handelspolitiek kan veranderen dan flinkweg tot een andere richting besluiten? Dat komt op hetzelfde neer als de houding van den man, die, om zijn hond pijn te besparen, den staart van het beest met stukjes en beetjes liet af hakken in plaats van ineens! En de heer Kortenhorst had een amendement inge diend, om de woorden: „Ten einde het ten gronde gaan van Nederlandsche bedrijven door hun bestaan bedreigende buitenland- sche maatregelen te voorkomen" woor den, die in het oorspronkelijke wetsontwerp niet voorkwamen te vervangen-door de woorden: „Ten einde de werkgelegenheid in Nederlandsche bedrijven te behouden en te Verruimen", waardoor het protectionnisti sche karakter van het wetsontwerp even sterk zou worden geaccentueerd als het ver zwakt zou zijn geworden, indien de heer Schilthuis zijn zin had gekregen en ook de bovendoelde woorden, zooals ze door den Minister werden voorgesteld, geschrapt wa ren geworden. Minister Oud gaf noch in de eene, noch in de andere richting een duimbreed toe; en alle partijen in de Ka mer, behalve de katholieke fractie, waren blijkbaar tegen het amendement van den heer Kortenhorst. In deze omstandigheden ware het misschien beter geweest, dat amendement in te trekken; want bij een verwerping met groote meerderheid ont staat in zulke gevallen steeds dit onmisken bare gevaar: dat men zich later daarop zal beroepen als een bewijs voor de afkeerig- heid der Kamer van hetgeen in het amen dement werd voorgesteld. Indien men dit in het oog houdt, zal men ook het tegen stemmen van een aantal leden der katho lieke fractie begrijpen. Daarover is in de pers heel wat gefantaseerd; maar de wer kelijke reden lag stellig niet in eenig ver schil van inzicht omtrent de richting onzer handelspolitiek. Ze was geen andere dan deze: dat deze leden het handhaven van dit amendement, met het zekere vooruit zicht, dat het met groote meerderheid zou worden verworpen, schadelijk achtten voor de gedachte zelf, die in het amendement werd uitgesproken. Andere leden gevoelden er blijkbaar meer voor om, ondanks conse quenties, welke aan een verworpen amen dement mochten kunnen worden verbon den, ook bij deze gelegenheid van hun in zicht omtrent de zaak zelf te doen blijken; en zoo was, in de gegeven omstandigheden, bij uitzondering, het verdeeld stemmen der katholieke fractie wel de beste uitdrukking van de gevoelens eenerzij ds ten aanzien van de zaak zelf, die in het amendement werd voorgesteld, anderzijds ten aanzien van het handhaven ervan in omstandighe den, welke de wenschelijkheid daarvan op z'n minst betwistbaar maakten. mede in verband met de positie van het vervoer of het verkeer te water in het Wetsontwerp op het Verkeersfonds. Ir. W. J. de Koek van Leeu wen, den Haag; S. A. Reitsma, Utrecht; P. J. Varekamp, Amsterdam. Stuwage en Navigatie. C. A. G. v. d. Boom, Amsterdam; Mr. K. J. van Niewkerkcn, Am sterdam. De beteekenis en de praktijk van de Wet op de Evenredige Vrachtverdeeling. S. de Hoo, den Haag; Mr. B. C. Slotemaker, den Haag; E. Wagenborg, Farmsum. Nadere inlichtingen worden gaarne verstrekt door den secretaris Mr. G. H. A. Grosheide, Keizersgracht 586, Amsterdam. De N. Rott. C. van hedenmorgen bevatte het volgende bericht: Naar men ons meldt, wordt het in departe mentale kringen waarschijnlijk geacht, dat als opvolger van minister Verschuur tot minister van oeconomische zaken zal worden benoemd mr. M. P. L. Steenberghe te Goirle, voorzitter van het R. K. Verbond van werkgeversvakver- eenigingen. De heer Steenberghe, die vandaag 35 jaar oud wordt, is o.a. lid van den Hoogen Raad van Arbeid en van den Nyverheidsraad. Hij heeft deel uitgemaakt van onze handelsdelega tie te Berlijn. In verband met dit bericht heb ben wij ons hedenmorgen in ver binding gesteld met mr. Steen berghe, die ons mededeelde, dat hem van het bovenstaande niets be kend is. Noch de heer Colijn, noch een der andere leden van het ka binet heeft met hem over de ver vulling van de vacature in het ka binet gesproken. Deze mededeeling sluit geheel aan bij die, welke wij uit Den Haag ontvingen: Naar aanleiding van loopende geruchten aangaande de vervulling van de vacature in het kabinet zijn wij gemachtigd, mede te deelen, dat Dr. Colijn nog met niemand be sprekingen heeft gevoerd en de eerstvolgen de weken ook niet voornemens is, zulks te doen. Te Zaandam is 1 Mei door de politie proces verbaal opgemaakt tegen drie personen, waar onder de voorzitter van de plaatselijke Sociaal- Democratische Raadsfractie, de heer R. P., we gens het voeren van een roode tulp als uiting van een bepaald staatkundig streven in den op tocht van de plaatselijke afdeeling van de S. D. A. P. Tevens is tegen den heer P. proces-verbaal opgemaakt voor het voeren van een vlag, die overwegend rood was, hftgeem eveneens als een uiting van een bepaald staatkundig streven werd aangemerkt. Deze vlag van den Ambte narenbond werd gedragen door een anderen so ciaal-democraat, die zich bereid toonde, deze op te rollen, toen de politie daarop aanmerking maakte, doch die, van P. last ontving, de vlag ontplooid in den optocht mee te voeren. Later kon het schip in de haven van Portland gesleept worden Het Nederlandsche stoomschip „Westlaan" dat op weg was naar Antwerpen, is nabij Port land Bill aan den grond geloopen, meldde een eerste Reuter-bericht. Men vreest, dat het schip geheel verloren is. De reddingboot van Weymouth is kort na middernacht uitgevaren en heeft zeven opva renden, waaronder twee vrouwen, aan land ge bracht. De kapitein van de „Westlaan" bevindt zich nog aan boord. Omtrent de stranding wordt nader gemeld, dat het schip, dat geladen was met ijzererts, in dichten mist aan den grond is geloopen. Omstreeks 3 uur Waren 7 van de acht opva renden gered, alleen de kapitein, de heer Van der Laan, bevond zich toen nog aan boord. Een later bericht meldt: De „Westlaan" is hedenochtend half acht vlot gesleept. Het schip, dat aan den boeg licht is beschadigd, wordt naar de haven van Port land gesleept. Ije opvarenden zijn met een raket-reddings toestel van boord gehaald, aangezien de red dingboot het schip slechts tot op 50 meter af stand kon naderen. De hond is door de politie van boord gehaald, overeenkomstig de quarantaine-voorschriften. De Coöp. Groentenveiling „Pijnacker en om streken" te Pijnacker, heeft aan den Minister van Economische Zaken een adres gezonden, waarin gewezen wordt op het feit, dat aan deze veiling een noodtoestand is ingetreden door be talingsmoeilijkheden van haar afnemers, veroor zaakt door het niet inwisselen van hun Marken door de Nederl. Bank. Deze kooplieden hebben aan genoemde Bank het twee- of zelfs ook wel drievoud van het aan de veiling verschuldigde bedrag gedeponeerd, doch de veiling moet hun het koopen weigeren, omdat zij aan hun verplichtingen niet kunnen voldoen. Als gevolg hiervan wordt de handel aan de veiling sterk gedrukt, en zijn de prijzen lager, terwijl partijen onverkocht blijven. Om deze redenen wordt den Minister verzocht aan dezen noodtoestand, waarvan thans reeds het begin zich openbaart, een einde te maken. De heer W. M. Helmich, burgemeester van Huissen, nam afscheid van den ge meenteraad. De heer Helmich stond meer dan 40 jaren aan het hoofd der ge meente Huissen Z. K. H. de Prins is voor eenige dagen van het Loo in Den Haag aangekomen. In de Dinsdag gehouden gemeenteraadsver gadering van Abcoude-Baambrugge heeft de burgemeester dier gemeente, jhr. mr. C. Dedel, medegedeeld, in den loop van den zomer zijn ontslag als burgemeester te zullen indienen in verband met het aanvaarden van een functie in rechtstreekschen dienst van H. M. de Ko ningin. De definitieve ontvangsten over Januari zijn thans bekend. Zij bedragen 10.10.086.653.86 te gen 11.055.984.53 in Januari 1933. Het nadeelig saldo is dus ongeveer één millien. Hierbij moet in aanmerking genomen worden dat in Januari 1933 de reizigers- en goederen tarieven nog niet verlaagd waren. Ofschoon nog verschillende factoren de ont vangsten min of meer beïnvloeden, kan toch geconstateerd worden dat de daling nog niet tot stilstand gekomen is en dat het met de ontvangsten altijd nog bergaf gaat. Op 13 en 14 Juni a.s. zal te Hengelo (O.) het tiende Binnenscheepvaartcongres worden ge houden. Op dit congres zullen aan de orde worden gesteld de volgende onderwerpen, naar aan leiding van de praeadviezen, welke zullen wor den uitgebracht door de bij elk onderwerp ge noemde praeadviseurs. De kleine Zeevaart in verband met de Bin penvaart. B. Brutel de la Rivière, Amsterdam; G. de Jong, Amsterdam; T. L. Mellema, Gro ningen. De beteekenis van het Rijn-Twente-Kanaal. Ir. M. Scheffer, Hengelo; Dr. Ir. L. R. Wentholt, Zutphen. Heffingen ten laste van de vaart, anders dan Van Riiksweee geheven en hun goedkeuring. Zooals bekend, zal de Nederlandsche regee ring officieel deelnemen aan bovengenoemde tentoonstelling in een speciaal daarvoor te bou wen paviljoen. Wanneer van de zijde van het particuliere bedrijfsleven in Nederland voldoende daadwer kelijke belangstelling bestaat ,is het bestuur van de Nederlandsche Vereeniging voor Ten- toonstellingsbelangen gaarne bereid zijn me dewerking te geven tot het verzorgen van een collectieve Nederlandsche afdeeling aan ge noemde tentoonstelling. Voor nadere inlichtingen wende men zich tot het algemeen secretariaat der Nederlandsche Vereeniging voor Tentoonstellingsbelangen Badhuisweg 145, Den Haag. De N. V. Joh. Ykema's Uitgevers Maatschap pij te Den Haag zendt ons een uitvoerige be schouwing over de voorgestelde nieuwe spel ling, waarvan de practische waarde niet zoo heel hoog wordt aangeslagen, en die van den anderen kant zware financieele offers zal vra gen. Het ziet er naar uit, dat de compromis-spel ling niet de gewenschte eenheid, doch integen deel nog meer verwarring zal brengen. Voor de uitgevers van schoolboeken is de onverhoedsche invoering eener nieuwe spel ling een nachtmerrie. Als regel bestaat het voornaamste bezit eener uitgeversmaatschappij uit de voorraden schoolboeken, welke belang rijk zijn, omdat een schoolboek, wil het goed koop kunnen zijn, in vrij groote oplagen wordt gedrukt, zoodat voor eenige jaren voorraad aanwezig is. Deze voorraden worden evenals die reeds in de scholen aanwezig, totaal waar deloos bij de invoering eener nieuwe spelling, een verlies zoo groot, dat slechts weinige school boekuitgevers deze kloof zullen kunnen over bruggen. Samen met deze verliezen door ka pitaalsvernietiging gaat een plotseling benoo- digd hebben van een enorm bedrag aan liquide middelen, noodig om al de uitgaven in de nieu we spelling opnieuw uit te geven, een tweede puzzle, welke moeilijk zal zijn op te lossen, tenzij de regeering de bedrijven, welke door de desbetreffende regeeringsmaatregelen worden getroffen, de veroorzaakte schaden vergoedt en tijdelijk bedrijfskapitaal op gemakkelijke voor waarden disponibel stelt, waarvoor zeker mo- reele motieven kunnen worden aangevoerd. Een overgangsperiode zal thans de schoolboekuit gevers nu de voorgestelde spellingswijziging reeds bekend gemaakt is, niet meer helpen. Waar vrij zeker het beoogde doel niet zal worden bereikt, blijft de groote vraag,of in dezen tijd van versobering een kapitaalsver nietiging van naar berekening ongeveer twin tig millioen, welke nieuwe lasten op ons volk zal leggen, wel gewettigd is en of er niet ge sproken moet worden van een zeer gewaagden sprong in het duister. In de dezer dagen gehouden Hoofdbestuurs vergadering werd de heer P. Bos te Heerenveen geïnstalleerd als hoofdbestuurslid. In Augustus van dit jaar zal in het St. Al- phonsus-retraitehuis te Amersfoort een speciale retraite gehouden worden uitsluitend voor be stuursleden der R.K. Middenstandsvereenigin- gen in het Aartsbisdom. Verschillende hoofd- Aan het wijde, grijze watervlak van den Dollard ligt Delfzijl frisch en jong, ondanks den ouderdom van zijn veste. Het legert zijn heldere rood- gedaakte huisjes dicht tegen het groot- sche havencomplex. Bedrijvig is het beeld van de ruime kaden, de kranen- trits, de schepen, waaronder niet zel den nog Finsche barken het woud van hun masten heffen. Het gaat Delfzijl niet slecht, al doet ook hier de crisis zich gevoelen. Het gaat Delfzijl beter dan Emden, vaag zichtbaar over het water aan de blauwe Duitsche kust. Emden, de eeuwig mislukte haven stad, heeft na een korte opleving tij dens de oorlogsjaren, reeds lang weer de vlag moeten strijken voor den klei nen energieken buurman aan de Vertrouw de verschijningen in de haven van Delfzijl overzij. Zoo is het de adem der nabije zee, die heel het leven te Delfzijl doortrekt. De wind kan er vol en breed blazen van over het vlakke land. Ziltig geurt het water, donker en traag onder hooge kademuren, brekend en zuchtend langs een scheepsboeg en buiten, zoover het oog reikt, wild-bewogen of wazig-glinsterend in de zon. De atmosfeer van Delfzijl is die van haven en zee, los van 't achterland, het vette Fivelingoo, waar zich de strakke kanalen rekken. In deze wereld, vertrouwd met hun toekomst, i worden de kweekelinsren der Abel TasmanschOOl I bestuursleden gaven zich voor deze retraite op. Als data voor de groote najaars-centrale raadsvergadering (obnds-jaarvergadering) wer den vastgesteld Woensdag 5 en Donderdag 6 September. Deze centrale raadsvergadering zal gehouden worden te Groenlo. Het hoofdbestuur besprak tenslotte de resul taten van de ingesteld enquetes der laatste maanden, o.a. over de concurrentie, den midden stand aangedaan door het handeldrijven van personeel in rijksdienst en over de concurrentie, den middenstand hier en daar aangedaan door kloosters, scholen en parochiehuizen. gevormd, krijgen zij hun alzijdige opleiding. Want het beroep van zee-officier vraagt niet slechts het hoofd, niet slechts de handen, het vraagt heel het lichaam. Gezond zijn zij dus van lijf en leden. Hun oogen en ooren zijn aan strenge keuring onderworpen. Een flink stel hersens is onontbeerlijk, willen zij in de geheimen van boldriehoeksmeting, sterrekunde, meteorologie en werktuigkunde binnendringen. Maar daarnaast ook een paar stevige knuisten, die de riemen kunnen hanteeren, die vaardig het touwwerk behandelen, zoodat zij de geur van teer en pek met zich dragen als een deel van hun eigen wezen. Tusschen de uitersten van soms dorre en zwaar verteerbare theorie en de practijk, die vaardigheid eischt en spierkracht, beweegt zich hun leven, dat reeds geheel is afge stemd op het beroep, dat zij een maal hopen te bereiken. Zij dragen hun uniform, dat hen tot zeeman in den dop stempelt, zij wonen op een schip, zij loopen wacht, zij slapen in een hangmat, zij missen zelfs de zee niet, welker zilte reuk "s nachts door geopende poorten hun slaapzaal bin nenwaait. De dagindeeling aan boord van de „Abel Tasman" is zoo doelmatig mogelijk ingericht. De scheepskost is sober en degelijk. Tusschen de uren van les en studie is er geregeld ont spanning. Men kan sport beoefenen, voetbal, tennis, athletiek, maar het liefst grijpen de handen toch naar de riemen, naar den helm stok, naar den schoot. Dan vliegt het zeil omhoog en bollend in den wind, jaagt het de sloep door het breede havenbassin, waar men kan ma noeuvreeren, dat het een lust is. En ook het practisch werken op het dak der school is een kolfje naar hun hand. Hier staat een volledig scheepskompas opgesteld, hier kan men met de sextant „een zonnetje schieten". En eens in het jaar komt het opleidingsschip, de „Prinses Juliana", de kweekelingen halen voor een oefenvaart op Zuider- en Waddenzee. Dan staan zij weer zooveel dichter bij het leven van straks. Peilingen worden gemaakt en in kaart gebracht, het bestek uitgezet. Het diep lood wordt gehanteerd, de seinvlaggen gaan omhoog, maar het mooist van al is het schip op kaart en kompas in den goeden koers te hou den. Zoo voelen de leerlingen, wanneer zij met goed gevolg hun examen hebben afgelegd en de school verlaten, zich niet vreemd en on wennig aan boord van het schip, waarop het echte zeeleven dan gaat beginnen. Zeeman is een mooi vak. Het vraagt roeping en toewijding. Het is een vak voor gezonde menschen en het vergt, zooals wij zagen, het geheele lichaam, de geheele persoonlijkheid. Zoo mooi als het vak is ook de opleiding, waar. bij theorie en practijk ineen grijpen. Het in ternaat is bij deze opleiding evenzeer van groote beteekenis. De opvoeding aan boord van de „Abel Tasman", waarbij het geheele leven op het toekomstig beroep is ingesteld, mag voor onze toekomstige zeelui als ideaal worden be schouwd. De Noorderkweekschool te Delfzijl en het in ternaat, dat thans zijn tweede lustrum viert, zullen onder het patronaat van den grooten Abel Tasman aan onze koopvaardij nog meni- gen flinken stuurman schenken. Van de Vereeniging van Reeders met de IJmuider Federatie Het bestuur van de Vereeniging van Reeders van Visschersvaartuïgen IJmuiden heeft aan de leden bericht, dat de vereeniging alle contact met de IJmuider Federatie heeft verbroken en zulks om de volgende reden. De heer Joh. Brautigam, voorzitter van den Centralen Bond van Transportarbeiders en aanvankelijk lid van de Commissie Rijkens, heeft in het najaar van 1931 den Heer Brand- steder, destijds Secretaris van de IJmuider Fe deratie, inzage verstrekt van zijn Commissie dossier. De heer Brandsteder heeft daarvan gebruik gemaakt om uitvoerige aanteekeningen uit het dossier te maken, niet enkel van de in die Com missie, blijkens de in dat dossier aanwezige no tulen. gehouden besprekingen, maar ook van bedrijfsoverzichten van stoomtrawlers in 1929 en 1930, door de betrokken reederij vertrouwe lijk aan de commissie overgelegd. Deze aanteekeningen zijn door Brandsteder opgeborgen in het archief der Federatie en al dus in handen gekomen van den heer G. Blaas, voorzitter der Federatie. Deze heeft die aanteekeningen, voor zooveel de resultaten van stoomtrawlers in 1929 en 1930 betreffend, in den aanvang van 1934 ter hand gesteld aan den chef redacteur van het Dag blad voor IJmuiden. Bovendien heeft Blaas een gedeelte der ver trouwelijk aan de commissie Rijkens overgeleg de cijfers verwerkt in een uitvoerig stuk, dat hij heeft doen opnemen, niet in het eigen orgaan der Federatie, maar als anoniem ingezonden stuk in het Dagblad voor IJmuiden van 1 Maart 1934. Uit een uitlating van genoemden chef-redac teur, zoo schrijft het bestuur verder, tegenover onzen voorzitter en den secretaris van het be stuur, was ons gebleken, dat deze in het bezit was van exploïtatiecijfers, die moeilijk anders dan langs abnormalen weg in zijn bezit kon den zijn geraakt. Een ingesteld onderzoek heeft het boven staande aan het licht gebracht. Wij wenschen thans met den heer Blaas niet meer in aanraking te komen. Aan het hoofdbestuur van den Centralen Bond, die van bovenstaande volledig op de hoogte is, is tot 1 Mei gelegenheid tot ingrij pen gelaten. Nu van die gelegenheid geen ge bruik is gemaakt, hebben wü besloten, ieder contact met de Federatie te weigeren, zoolang Blaas deel uitmaakt van haar Bestuur. Tenslotte dringt het bestuur er bij de leden op aan, ook in dezen de leiding van het be stuur te volgen en zich van iedere aanraking met een der bestuursleden der Federatie te ont houden. Gelijk vanzelf spreekt, behooren de aange gane collectieve arbeidsovereenkomsten ook tegenover de leden der Federatie nauwgezet te worden nageleefd. Dinsdagmiddag boterde het niet al te best tusschen de Gebr. D. en J. L. R. te Maastricht, herhaaldelijk kwam het tot woordentwisten. 's Avonds tegen zeven uur, terwijl het drie tal op den grooten weg te Limmel liep, trok plotseling een der Gebr. D. een mes en bracht hiermede J. L. K. een aantal steken in het achterhoofd toe. In deerniswekkenden toestand is R. naar het Ziekenhuis vervoerd en aldaar ter verpleging opgenomen. E envrouw schijnt wederom de oorzaak van dit drama te zijn. Dinsdagmiddag is er ter gelegenheid van de 1 Mei-viering een relletje geweest te Laren. Een groep O.S.P.-ers droeg op een handkar een bord mee, waarop opruiende woorden ge schreven stonden. Voorts was een spreekkoor gevormd, waarbij de heer Van Nispen, de bur gemeester, als een moordenaar werd betiteld. De politie trachtte den stoet te verspreiden. Zij stuitte hierby op verzet van de O.S.P.-ers en zag zich genoodzaakt met den klewang harde klappen uit te deelen. Het raadslid Van Praag en de O.S.P.-er Fokke werden hierbij min of meer ernstig gewond. Na op het politiebureau verbonden te zijn, werden zij door den burge meester gehoord. Proces-verbaal is tegen hen opgemaakt, waarna ze weer op vrye voeten zijn gesteld. De Avondpost citeert in een artikel over bovenstaande tegenstelling, die het blad wil weg-redeneeren, wijlen prof. Ir. H. Oort. Er leven menschen zoo ongeveer schreef deze die van geloof of kerk niet willen we ten, en die zelfs zeggen, dat „er geen God is", maar die in heel hun leven niettemin de groo te geboden van het christendom, in practijk brengen; die rechtvaardig zijn en eerlijk; in wier leven de gerechtigheid blinkt en die, al verwerpen zij met den mond het geloof, toch de wet van Jezus: „Hebt uw naasten lief als u zeiven", volledig in toepassing brengen. Zij leven beter en zuiverder en mooier dan menig een, die gelooft, die zégt te gelooven. Zouden wij ons tegenover zulke „ongeloovigen" mogen verheffen, omdat wij godsdienstig zijn? Nog voor iets anders waarschuwde prof. Oort, namelijk tegen het smalen op „b ij g e 1 o o f". Zeer vele Protestanten spreken van den Room- schen godsdienst als van bijgeloof. Daar ligt een vrouw voor een heiligenbeeldje geknield, met een brandend kaarsje in de hand, en zy verricht bepaalde gebruiken en handelingen. „Bijgeloof, zeggen vele Protestanten. Maar die vrouv.' aldus prof. Oort kan door haar „bijgeloof" in haar leven een rein en edel mensch zijn en blijven, geheel en al de groote wetten van het Christendom onderhoudend. Welk recht hebben wij dan te zeggen dat wij het ware, het echte geloof hebben, en zij het bijgeloof zij, die misschien als mensch veel en veel beter is dan wij? Indien menschen, die een zekere godde loosheid theoretiseeren, rechtvaardig en eerlijk leven, doen zij het dwars tegen hun theorieën in. Hun practijk volgt de in hun hart geschreven natuurwet en erkent door de daad den geheimzinnigen Schrijver dier wet. Indien zoogenaamde christenen on zuiver leven, verloochenen zij practisch de volmaking dier wet. Dit moet De Avondpost wel onderscheiden. Ook is het een protestantsche misvat ting, de vereering van een Heilige bijgeloof te noemen. Het knielend vrouwtje, dat aan den Vriend Gods eerbied betuigt, zijn beeld versiert met een waslicht en zijn voor spraak bij Christus inroept, handelt uit een redelijk geloof. Of de Heilige een apos tel, belijder, martelaar, priester, koning of bedelaar is, hij werd een machtige in de gemeenschap der goede geesten, een voor beeld en beschermer, in het verblijf der zaligen dicht bij God. Niet ondanks haar „bijgeloof", maar dank zij haar ge loof, leeft het vrouwtje, dat met de Heili gen verkeert, als „een edel en rein mensch". Lenin ligt gebalsemd voor de afgoderij onder een haag van bajonetten, Charkof onthulde pas een standbeeld voor Judas, in Amsterdam manifesteeren vrijdenkers en socialisten bij het standbeeld van Do- mela Nieuwenhuis, in Den Haag loopt het mondaine avontuur naar de horoscoop, de juffrouw in koffiedik, en bij den Ierland Holland-wedstrijd moest een wajang-pop -3 onze ploeg aan punten helpen. Indien vrij- denkery en wan-cultuur zich op revolu- tionnairen, mislukkelingen, verraad en af goderij inspireeren, mag dan de gedoopte x rede niet het geloof brandend houden, God aanbidden en Zijn Heiligen vereeren? De Avondpost concludeert: „Laat ons niet spreken van ongeloovigen en bijgeloovige n." Helaas maken de abominabele consequenties, waartoe ondanks uitzonderingen en gelukkige in consequenties ongeloof en bijgeloof in den regel geraken, het noodzakelijk, dat zij zorgvuldig van het gezonde geestelijk leven blijven afgezonderd, en voor hun dwalingen en sentimentaliteiten niet den schijn stelen van den godsdienst, die de ware dienst is van den waren God. Conflict opgeheven Beide partijen, betrokken bij het conflict in de stroocartonfabriek „Hollandia" te Coevor- den, hebben het compromisvoorstel van den Ryksbemiddelaar, den heer H. P. J. Bloemers, aanvaard, zoodat het conflict is opgeheven. Volgens deskundigen wordt zelf moord zeker geacht Naar we vernemen heeft de politie-deskun- dige en Commissaris van de Rijkspolitie, de heer H. W. Alberti, Commissaris van Politie te Maassluis, zijn rapport ingediend van het on derzoek door hem ingesteld in de bekende zaak van Reeuwyk. In een onderhoud dat we met den heer Al berti hadden, heeft deze ons als den inhoud van zijn rapport medegedeeld, dat aan de hand van de „stille getuigen" die zijn gevonden, het vast staat dat E. W. door zelfmoord zich van het leven heeft beroofd. Het rapport van dezen deskundige, dat by den Rechter-Commissaris te Rotterdam, Mr. Marx, is ingediend, wordt in zijn conclusie gedeeld door den prosector, Dr. E. C. van Ryssel te Rotterdam, die de sectie op het lijk heeft verricht. Het is zeer waarschijnlijk dat de conclusie van deze beide deskundigen, die ieder op hun terrein in den lande een naam hebben ver kregen, door de Justitie zal worden overgeno men. De heer Alberti was van meening, dat de mededeelingen omtrent auto's die langs de Reeuwijksche plassen met gedoofde lichten zou den hebben stilgestaan of gereden, met deze zaak niets te maken hebben. De Vereeniging van Nederlandsche Wijnhan delaars heeft zich met een adres tot den Mi nister van Financiën gewend met net verzoek den wijnaccijns belangrijk te verlagen. De elfde party tusschen Aljechin en Bogol- jubow, die Zondag was afgebroken, werd gis teren te Stuttgart verder gespeeld. Na 61 zet ten moest Bogoljubow opgeven. De stand is nu: Aljechin 7 pnt., Bogoljubow 4 pnt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5